HP Pavilion Gaming 17-cd1000 Laptop PC series Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Gebruikershandleiding
© Copyright 2019, 2020 HP Development
Company, L.P.
Bluetooth is een handelsmerk van de
desbetreende houder en wordt door HP Inc.
onder licentie gebruikt. Intel, Celeron en
Pentium zijn handelsmerken van Intel
Corporation in de Verenigde Staten en andere
landen. Windows is een gedeponeerd
handelsmerk of een handelsmerk van
Microsoft Corporation in de Verenigde Staten
en/of andere landen.
De informatie in deze documentatie kan zonder
kennisgeving worden gewijzigd. De enige
garanties voor HP producten en diensten staan
vermeld in de expliciete garantievoorwaarden
bij de betreende producten en diensten. Aan
de informatie in deze handleiding kunnen geen
aanvullende rechten worden ontleend. HP
aanvaardt geen aansprakelijkheid voor
technische fouten, drukfouten of weglatingen
in deze publicatie.
Tweede editie: januari 2020
Eerste editie: mei 2019
Onderdeelnummer van document: L57952-332
Kennisgeving over het product
In deze handleiding worden de voorzieningen
beschreven die voor de meeste producten
beschikbaar zijn. Mogelijk zijn niet alle
voorzieningen op uw computer beschikbaar.
Niet alle functies zijn beschikbaar in alle edities
of versies van Windows. Systemen vereisen
mogelijk bijgewerkte en/of afzonderlijk
aangeschafte hardware, stuurprogramma's,
software en/of een BIOS-update om volledig
gebruik te kunnen maken van de functionaliteit
van Windows. Windows 10 wordt automatisch
bijgewerkt. Deze optie is altijd ingeschakeld.
Uw internetprovider kan hiervoor kosten in
rekening brengen. Voor latere updates kunnen
mogelijk aanvullende vereisten gelden. Ga naar
http://www.microsoft.com voor meer
informatie.
Voor toegang tot de meest recente
gebruikershandleidingen gaat u naar
http://www.hp.com/support en volgt u de
instructies om uw product te zoeken. Selecteer
vervolgens Gebruikershandleidingen.
Softwarevoorwaarden
Door het installeren, kopiëren, downloaden of
anderszins gebruiken van een softwareproduct
dat vooraf op deze computer is geïnstalleerd,
bevestigt u dat u gehouden bent aan de
voorwaarden van de HP EULA (End User License
Agreement). Indien u niet akkoord gaat met
deze licentievoorwaarden, kunt u uitsluitend
aanspraak maken op de mogelijkheid het
gehele, ongebruikte product (hardware en
software) binnen 14 dagen te retourneren,
voor een volledige restitutie op basis van het
restitutiebeleid van de desbetreende
verkoper.
Neem contact op met de verkoper voor meer
informatie of om te vragen om een volledige
restitutie van de prijs van de computer.
Kennisgeving aangaande de veiligheid
WAARSCHUWING! U kunt het risico op brandwonden of oververhitting van de computer beperken door de
computer niet op uw schoot te nemen en de ventilatieopeningen van de computer niet te blokkeren. Gebruik
de computer alleen op een stevige, vlakke ondergrond. Zorg dat de luchtcirculatie niet wordt geblokkeerd
door een voorwerp van hard materiaal (zoals een optionele printer naast de computer) of een voorwerp van
zacht materiaal (zoals een kussen, een kleed of kleding). Zorg er ook voor dat de netvoedingsadapter tijdens
het gebruik niet in contact kan komen met de huid of een voorwerp van zacht materiaal (zoals een kussen,
een kleed of kleding). De mobiele computer en netvoedingsadapter voldoen aan de temperatuurlimieten voor
oppervlakken die voor de gebruiker toegankelijk zijn, zoals gedenieerd door toepasselijke
veiligheidsnormen.
iii
iv Kennisgeving aangaande de veiligheid
Conguratie-instelling van de processor (alleen bepaalde producten)
BELANGRIJK: Bepaalde producten zijn gecongureerd met een Intel® Pentium® N35xx/N37xx-processor of
een Celeron® N28xx/N29xx/N30xx/N31xx-processor en een Windows®-besturingssysteem. Wijzig op deze
modellen de conguratie-instelling van de processor in mscong.exe niet van 4 of 2 processors naar 1
processor. Als u dat wel doet, start de computer niet opnieuw op. U moet de fabrieksinstellingen herstellen
om de oorspronkelijke instellingen te herstellen.
v
vi Conguratie-instelling van de processor (alleen bepaalde producten)
Inhoudsopgave
1 Aan de slag ................................................................................................................................................... 1
Aanbevolen procedures ......................................................................................................................................... 1
Meer HP bronnen ................................................................................................................................................... 2
2 Vertrouwd raken met de computer .................................................................................................................. 3
Hardware zoeken ................................................................................................................................................... 3
Software zoeken .................................................................................................................................................... 3
Rechterkant ............................................................................................................................................................ 4
Linkerkant .............................................................................................................................................................. 5
Onderdelen ............................................................................................................................................................. 7
Toetsenbordzone ................................................................................................................................................... 8
Touchpad ............................................................................................................................................. 8
Lampjes ............................................................................................................................................... 9
Knop en luidsprekers ......................................................................................................................... 10
Speciale toetsen ................................................................................................................................ 11
HP OMEN Command Center ............................................................................................................... 11
Actietoetsen ...................................................................................................................................... 12
Onderkant ............................................................................................................................................................ 14
Achterkant ........................................................................................................................................................... 15
Labels ................................................................................................................................................................... 15
3 Verbinding maken met een netwerk .............................................................................................................. 17
Verbinding maken met een draadloos netwerk .................................................................................................. 17
Voorzieningen voor draadloze communicatie gebruiken ................................................................. 17
Toets voor de vliegtuigmodus ........................................................................................ 17
Voorzieningen van het besturingssysteem .................................................................... 17
Verbinding maken met een WLAN ..................................................................................................... 18
HP mobiel breedband gebruiken (alleen bepaalde producten) ........................................................ 18
Gps gebruiken (alleen bepaalde producten) ..................................................................................... 19
Bluetooth-apparaten voor draadloze communicatie gebruiken (alleen bepaalde producten) ....... 19
Bluetooth-apparaten aansluiten .................................................................................... 19
Verbinding maken met een bekabeld netwerk (LAN) (alleen bepaalde producten) ........................................... 20
4 Entertainmentvoorzieningen ....................................................................................................................... 21
De camera gebruiken ........................................................................................................................................... 21
Audio gebruiken ................................................................................................................................................... 21
vii
Luidsprekers aansluiten .................................................................................................................... 21
Hoofdtelefoon aansluiten ................................................................................................................. 22
Een headset aansluiten ..................................................................................................................... 22
Geluidsinstellingen gebruiken .......................................................................................................... 22
Video gebruiken ................................................................................................................................................... 22
Videoapparaten aansluiten met een HDMI-kabel (alleen bepaalde producten) .............................. 23
HDMI-audio congureren ............................................................................................... 24
Met Miracast compatibele draadloze beeldschermen zoeken en aansluiten (alleen bepaalde
producten)
......................................................................................................................................... 24
Gegevensoverdracht gebruiken .......................................................................................................................... 24
Apparaten aansluiten op een USB Type-C-poort (alleen bepaalde producten) ............................... 24
5 Navigeren op het scherm .............................................................................................................................. 26
Bewegingen op het touchpad en aanraakscherm gebruiken ............................................................................. 26
Tikken ................................................................................................................................................ 26
Zoomen door met twee vingers te knijpen ....................................................................................... 26
Schuiven met twee vingers (touchpad en precisie-touchpad) ......................................................... 27
Tikken met twee vingers (touchpad en precisie-touchpad) ............................................................. 27
Tikken met drie vingers (touchpad en precisie-touchpad) ............................................................... 27
Tikken met vier vingers (touchpad en precisie-touchpad) ............................................................... 28
Vegen met drie vingers (touchpad en precisie-touchpad) ............................................................... 28
Vegen met vier vingers (precisie-touchpad) ..................................................................................... 29
Schuiven met één vinger (aanraakscherm) ...................................................................................... 29
Een optioneel toetsenbord of een optionele muis gebruiken ............................................................................ 30
Een toetsenbord op het scherm gebruiken (alleen bepaalde producten) .......................................................... 30
6 Energiebeheer ............................................................................................................................................. 31
De slaapstand en hibernationstand gebruiken ................................................................................................... 31
De slaapstand activeren en beëindigen ............................................................................................ 31
De hibernationstand activeren en beëindigen (alleen bepaalde producten) ................................... 32
Computer afsluiten (uitschakelen) ...................................................................................................................... 32
Het pictogram Energiemeter en Energiebeheer gebruiken ................................................................................ 33
Accuvoeding gebruiken ........................................................................................................................................ 33
HP Fast Charge gebruiken (alleen bepaalde producten) .................................................................. 33
Acculading weergeven ...................................................................................................................... 34
Informatie over de accu zoeken in HP Support Assistant (alleen bepaalde producten) .................. 34
Accuvoeding besparen ...................................................................................................................... 34
Een lage acculading herkennen ........................................................................................................ 34
Problemen met een laag accuniveau verhelpen ............................................................................... 35
Een lage acculading verhelpen wanneer er een externe voedingsbron beschikbaar
is ...................................................................................................................................... 35
viii
Een lage acculading verhelpen wanneer er geen externe voedingsbron
beschikbaar is ................................................................................................................. 35
Een lage acculading verhelpen wanneer de computer de hibernationstand niet
kan beëindigen ................................................................................................................ 35
In de fabriek verzegelde accu ............................................................................................................ 35
Externe voeding gebruiken .................................................................................................................................. 36
7 De computer onderhouden ........................................................................................................................... 37
Prestaties verbeteren .......................................................................................................................................... 37
Schijfdefragmentatie gebruiken ....................................................................................................... 37
Schijfopruiming gebruiken ................................................................................................................ 37
HP 3D DriveGuard gebruiken (alleen bepaalde producten) .............................................................. 37
De status van HP 3D DriveGuard herkennen .................................................................. 38
Updates van programma's en stuurprogramma's uitvoeren .............................................................................. 38
Bijwerken met Windows 10 ............................................................................................................... 38
Bijwerken met Windows 10 S ............................................................................................................ 38
Uw computer reinigen ......................................................................................................................................... 39
HP Easy Clean gebruiken (alleen bepaalde producten) .................................................................... 39
Vuil en puin verwijderen uit computers zonder HP Easy Clean ........................................................ 39
Fineerhout onderhouden (alleen bepaalde producten) ................................................................... 40
Reizen met of verzenden van de computer ......................................................................................................... 40
8 De computer en gegevens beveiligen ............................................................................................................. 42
Wachtwoorden gebruiken ................................................................................................................................... 42
Windows-wachtwoorden instellen ................................................................................................... 42
Wachtwoorden instellen in Setup Utility (BIOS) ................................................................................ 43
Windows Hello gebruiken (alleen bepaalde producten) ..................................................................................... 43
Internetbeveiligingssoftware gebruiken ............................................................................................................. 45
Antivirussoftware gebruiken ............................................................................................................ 45
Firewallsoftware gebruiken .............................................................................................................. 45
Software-updates installeren ............................................................................................................................. 45
HP Device as a Service gebruiken (alleen bepaalde producten) ......................................................................... 46
Draadloos netwerk beveiligen ............................................................................................................................. 46
Back-up maken van applicaties en gegevens ..................................................................................................... 46
Een optionele beveiligingskabel gebruiken (alleen bepaalde producten) ......................................................... 46
9 Setup Utility (BIOS) gebruiken ...................................................................................................................... 47
Setup Utility (BIOS) starten ................................................................................................................................. 47
Setup Utility (BIOS) bijwerken ............................................................................................................................. 47
BIOS-versie vaststellen ..................................................................................................................... 47
BIOS-update downloaden ................................................................................................................. 48
ix
10 HP PC Hardware Diagnostics gebruiken ........................................................................................................ 50
HP PC Hardware Diagnostics (Windows) gebruiken (alleen bepaalde producten) ............................................. 50
HP PC Hardware Diagnostics (Windows) downloaden ...................................................................... 50
De nieuwste versie van HP PC Hardware Diagnostics (Windows) downloaden ............. 51
HP Hardware Diagnostics (Windows) op productnaam of -nummer downloaden
(alleen bepaalde producten) ........................................................................................... 51
HP PC Hardware Diagnostics (Windows) installeren ........................................................................ 51
HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) gebruiken ................................................................................................... 51
HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) starten ..................................................................................... 52
HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) naar een USB-ashstation downloaden ................................. 52
De nieuwste versie van HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) downloaden .................... 53
HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) downloaden aan de hand van de productnaam
of het productnummer (alleen bepaalde producten) ..................................................... 53
Instellingen voor Remote HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) gebruiken (alleen bepaalde producten) ........... 53
Remote HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) downloaden ................................................................ 53
De nieuwste versie van Remote HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) downloaden ....... 53
Remote HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) downloaden aan de hand van de
productnaam of het productnummer ............................................................................ 54
Instellingen voor Remote HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) aanpassen ...................................... 54
11 Back-ups maken, herstellen en bestanden terugzetten ................................................................................. 55
Het maken van back-ups van gegevens en terugzetmedia ................................................................................ 55
Windows-hulpprogramma's gebruiken ............................................................................................ 55
Het downloadhulpprogramma HP Cloud Recovery gebruiken om terugzetmedia te maken
(alleen bepaalde producten) ............................................................................................................. 56
Herstellen en terugzetten ................................................................................................................................... 56
Herstellen, opnieuw instellen en vernieuwen met Windows-hulpprogramma's ............................. 56
Herstellen met HP terugzetmedia .................................................................................................... 56
Opstartvolgorde van de computer wijzigen ..................................................................................... 56
HP Sure Recover gebruiken (alleen bepaalde producten) ................................................................ 57
12 Specicaties .............................................................................................................................................. 58
Ingangsvermogen ................................................................................................................................................ 58
Omgevingsvereisten ............................................................................................................................................ 59
13 Elektrostatische ontlading ......................................................................................................................... 60
14 Toegankelijkheid ....................................................................................................................................... 61
HP en toegankelijkheid ........................................................................................................................................ 61
x
De technologische hulpmiddelen vinden die u nodig hebt ............................................................... 61
De toezegging van HP ....................................................................................................................... 61
International Association of Accessibility Professionals (IAAP) ....................................................... 62
De beste ondersteunende technologie vinden ................................................................................. 62
Uw behoeften evalueren ................................................................................................. 62
Toegankelijkheid voor HP producten .............................................................................. 62
Normen en wetgeving ......................................................................................................................................... 63
Normen .............................................................................................................................................. 63
Mandaat 376 – EN 301 549 ............................................................................................ 63
Web Content Accessibility Guidelines (WCAG) ................................................................ 63
Wet- en regelgeving .......................................................................................................................... 64
Nuttige bronnen en koppelingen aangaande toegankelijkheid ......................................................................... 64
Organisaties ...................................................................................................................................... 64
Onderwijsinstellingen ....................................................................................................................... 64
Andere bronnen voor gehandicapten ............................................................................................... 64
Koppelingen van HP .......................................................................................................................... 65
Contact opnemen met ondersteuning ................................................................................................................ 65
Index ............................................................................................................................................................. 66
xi
xii
1 Aan de slag
Deze computer is een krachtig hulpmiddel waarmee u uw werkprestaties en entertainmentervaring kunt
verbeteren. Dit hoofdstuk bevat informatie over wat u na de conguratie van uw computer moet doen en
waar u meer HP bronnen kunt vinden. U leest hier ook wat u allemaal voor leuke dingen met uw computer
kunt doen.
Aanbevolen procedures
Nadat u de computer hebt gecongureerd en geregistreerd, wordt u aangeraden de volgende stappen uit te
voeren om optimaal te proteren van uw slimme investering:
Maak een back-up van uw harde schijf door herstelmedia te maken. Zie Back-ups maken, herstellen en
bestanden terugzetten op pagina 55.
Als u dat nog niet heeft gedaan, verbindt u de computer met een bekabeld of draadloos netwerk.
Raadpleeg Verbinding maken met een netwerk op pagina 17 voor meer informatie.
Leer de hardware en software van de computer kennen. Raadpleeg Vertrouwd raken met de computer
op pagina 3 en Entertainmentvoorzieningen op pagina 21 voor meer informatie.
Koop antivirussoftware of voer een update uit. Zie Antivirussoftware gebruiken op pagina 45.
Toegang tot de HP Support Assistant-app: Voor een snelle online ondersteuning opent u de app HP
Support Assistant (alleen bepaalde producten). HP Support Assistant optimaliseert de prestaties van de
computer en lost problemen op met behulp van de nieuwste software-updates, diagnostische
hulpprogramma's en stapsgewijze assistentie. Typ support in het zoekvak van de taakbalk en
selecteer vervolgens HP Support Assistant. Selecteer vervolgens Support.
Aanbevolen procedures 1
Meer HP bronnen
Gebruik de volgende tabel voor informatiebronnen met productinformatie, instructies en meer.
Tabel 1-1 Aanvullende informatie
Bron Inhoud
Installatie-instructies Overzicht van computerinstallatie en -functies
HP ondersteuning
Ga voor HP ondersteuning naar http://www.hp.com/
support en volg de instructies om uw product te vinden.
– of –
Typ support in het zoekvak van de taakbalk en selecteer
vervolgens HP Support Assistant. Selecteer vervolgens
Support.
– of –
Selecteer het pictogram met het vraagteken in het zoekvak
van de taakbalk. Selecteer vervolgens Support.
Online chatten met een technicus van HP
Telefoonnummers voor ondersteuning
Video van vervangende onderdelen (alleen voor bepaalde
producten)
Onderhouds- en servicehandleidingen
Locaties HP Servicecentrum
Handleiding voor veiligheid en comfort
U krijgt als volgt toegang tot deze handleiding:
Typ HP documentatie in het zoekvak van de
taakbalk en selecteer vervolgens Intel WiDi.
– of –
Ga naar http://www.hp.com/ergo.
BELANGRIJK: U moet voor toegang tot de nieuwste
versie van de gebruikershandleiding verbonden zijn
met internet.
Aanwijzingen voor een optimale werkplek
Richtlijnen voor houding en manier van werken voor meer comfort
en minder risico op lichamelijk letsel
Informatie over elektrische en mechanische veiligheid
Informatie over voorschriften, veiligheid en milieu
U krijgt als volgt toegang tot dit document:
Typ HP documentatie in het zoekvak van de
taakbalk en selecteer vervolgens Intel WiDi.
Belangrijke kennisgevingen over voorschriften, waaronder
informatie over het correct afvoeren van accu's (indien nodig)
Garantie*
U krijgt als volgt toegang tot dit document:
Typ HP documentatie in het zoekvak van de
taakbalk en selecteer vervolgens Intel WiDi.
– of –
Ga naar http://www.hp.com/go/orderdocuments.
BELANGRIJK: U moet voor toegang tot de nieuwste
versie van de gebruikershandleiding verbonden zijn
met internet.
Specieke garantiegegevens voor deze computer
*U kunt de HP garantie vinden bij de gebruikershandleidingen op het product en/of op de cd/dvd die is meegeleverd in de doos. In
sommige landen of regio's wordt door HP een gedrukte versie van de garantie meegeleverd in de doos. In landen of regio's waar de
garantie niet in drukvorm wordt verstrekt, kunt u via http://www.hp.com/go/orderdocuments een exemplaar aanvragen. Voor
producten gekocht in Azië en het Pacisch gebied kunt u HP aanschrijven op het volgende adres: POD, PO Box 161, Kitchener Road Post
Oice, Singapore 912006. Vermeld de productnaam en uw naam, telefoonnummer en postadres.
2 Hoofdstuk 1 Aan de slag
2 Vertrouwd raken met de computer
Uw computer is voorzien van kwalitatief zeer hoogstaande onderdelen. Dit hoofdstuk biedt informatie over
de onderdelen, waar ze zich bevinden en hoe ze werken.
Hardware zoeken
Ga als volgt te werk om te zien welke hardware in uw computer is geïnstalleerd:
Typ apparaatbeheer in het zoekvak van de taakbalk en selecteer de app Apparaatbeheer.
U ziet een lijst met alle apparaten die in uw computer zijn geïnstalleerd.
Druk voor informatie over de hardwareonderdelen van het systeem en het versienummer van het systeem-
BIOS op fn+esc (alleen bepaalde producten).
Software zoeken
Ga als volgt te werk om te zien welke software op uw computer is geïnstalleerd:
Klik met de rechtermuisknop op de knop Start en selecteer vervolgens Apps en onderdelen.
Hardware zoeken 3
Rechterkant
Tabel 2-1 Onderdelen aan de rechterkant en hun beschrijvingen
Onderdeel Beschrijving
(1) Comboaansluiting voor audio-uit
(hoofdtelefoon)/audio-in (microfoon)
Hierop kunt u optionele stereoluidsprekers met eigen voeding,
een hoofdtelefoon, een oortelefoon, een headset of een kabel
van een televisietoestel aansluiten. Ook kunt u hierop de
microfoon van een optionele headset aansluiten. Deze ingang
ondersteunt geen optionele zelfstandige microfoons.
WAARSCHUWING! Zet het geluidsvolume laag voordat u de
hoofdtelefoon, oortelefoon of headset opzet. Zo beperkt u het
risico van gehoorbeschadiging. Raadpleeg Informatie over
voorschriften, veiligheid en milieu voor meer informatie over
veiligheid.
U krijgt als volgt toegang tot deze handleiding:
Selecteer de knop Start, HP Help en ondersteuning en
vervolgens HP documentatie.
OPMERKING: Wanneer u een apparaat aansluit op deze
connector, worden de computerluidsprekers uitgeschakeld.
(2) USB SuperSpeed-poorten (2) Hiermee sluit u USB-apparaten, zoals een mobiele telefoon,
camera, activiteitstracker of smartwatch, aan. Deze poort biedt
ook snelle gegevensoverdracht.
(3) Lampje van de netvoedingsadapter/accu Wit: de netvoedingsadapter is aangesloten en de accu is
volledig opgeladen.
Wit knipperend: de netvoedingsadapter is niet aangesloten
en de accu heeft een lage acculading bereikt.
Oranje: de netvoedingsadapter is aangesloten en de accu
wordt opgeladen.
Uit: de accu wordt niet opgeladen.
(4) Voedingsconnector Hierop kunt u een netvoedingsadapter aansluiten.
4 Hoofdstuk 2 Vertrouwd raken met de computer
Linkerkant
Tabel 2-2 Onderdelen aan de linkerkant en hun beschrijvingen
Onderdeel Beschrijving
(1) HDMI-poort Hiermee kunt u de computer aansluiten op een optioneel video-
of audioapparaat, zoals een high-denition televisie, andere
compatibele digitale apparatuur of audioapparatuur, of een
high-speed HDMI-apparaat (High-Denition Multimedia
Interface).
(2) USB-poort met HP Sleep and Charge Hiermee kunt u een USB-apparaat aansluiten en gegevens
overdragen. Zelfs wanneer de computer is uitgeschakeld, kunt u
de meeste apparaten, zoals een mobiele telefoon, camera,
activiteitentracker of smartwatch, opladen.
(3) RJ-45-(netwerk)connector met statuslampjes Hierop sluit u een netwerkkabel aan.
Wit: het netwerk is aangesloten.
Oranje: er vindt een nieuwe activiteit plaats in het netwerk.
(4) USB Type-C SuperSpeed-poort met HP Sleep
and Charge
Hiermee sluit u een USB-apparaat dat een Type-C-connector
heeft aan. Deze poort biedt ook snelle gegevensoverdracht en
zelfs wanneer de computer is ingeschakeld, laadt deze poort de
meeste apparaten, zoals een mobiele telefoon, camera,
activiteitentracker of smartwatch, op.
– en –
Hiermee sluit u een weergaveapparaat met een USB Type-C-
connector aan, zodat u DisplayPort-uitvoer krijgt.
OPMERKING: Mogelijk zijn er adapters en/of kabels (apart
verkrijgbaar) vereist.
(5) Geheugenkaartlezer Hiermee kunnen optionele geheugenkaarten worden gelezen
waarop u gegevens kunt opslaan, bekijken, beheren en delen.
Ga als volgt te werk om een kaart te plaatsen:
1. Houd de kaart met het label naar boven en de connectoren
naar de computer gericht.
2. Plaats de kaart in de geheugenkaartlezer en druk de kaart
aan totdat deze goed op zijn plaats zit.
Ga als volgt te werk om een kaart te verwijderen:
Linkerkant 5
Tabel 2-2 Onderdelen aan de linkerkant en hun beschrijvingen (vervolg)
Onderdeel Beschrijving
Druk de kaart iets naar binnen en verwijder deze
vervolgens uit de geheugenkaartlezer.
(6) Schijfeenheidlampje Wit knipperend: er wordt geschreven naar of gelezen van
de harde schijf.
6 Hoofdstuk 2 Vertrouwd raken met de computer
Onderdelen
Tabel 2-3 Onderdelen van het beeldscherm en hun beschrijvingen
Onderdeel Beschrijving
(1) WLAN-antennes* Via deze antennes worden draadloze signalen verzonden en
ontvangen om te communiceren met draadloze LAN's (WLAN's,
wireless local-area networks).
(2) Interne microfoons Hiermee neemt u geluid op.
(3) Cameralampje Aan: de camera is in gebruik.
(4) Camera Hiermee kunt u videochatten, video opnemen en stilstaande foto's
nemen. Zie De camera gebruiken op pagina 21 voor het gebruik van
de camera. Met sommige camera's kunt u zich op bepaalde
producten ook bij Windows aanmelden met gezichtsherkenning in
plaats van een wachtwoord. Zie Windows Hello gebruiken (alleen
bepaalde producten) op pagina 43 voor meer informatie.
OPMERKING: De functies van de camera zijn afhankelijk van de
hardware van de camera en de software die op uw product is
geïnstalleerd.
*De antennes zijn niet zichtbaar aan de buitenkant van de computer. Voor een optimale signaaloverdracht houdt u de directe omgeving
van de antennes vrij.
Voor informatie over de voorschriften voor draadloze communicatie raadpleegt u het gedeelte over uw land of regio in Informatie over
voorschriften, veiligheid en milieu.
U krijgt als volgt toegang tot deze handleiding:
Selecteer de knop Start, HP Help en ondersteuning en vervolgens HP documentatie.
Onderdelen 7
Toetsenbordzone
Touchpad
Tabel 2-4 Onderdelen van het touchpad en hun beschrijvingen
Onderdeel Beschrijving
(1) Touchpadzone Hiermee worden uw vingerbewegingen gelezen om de aanwijzer
te verplaatsen of items op het scherm te activeren.
OPMERKING: Zie Bewegingen op het touchpad en
aanraakscherm gebruiken op pagina 26 voor meer informatie.
(2) Linkerknop van het touchpad Deze knop heeft dezelfde functie als de linkerknop op een
externe muis.
(3) Rechterknop van het touchpad Deze knop heeft dezelfde functie als de rechterknop op een
externe muis.
8 Hoofdstuk 2 Vertrouwd raken met de computer
Lampjes
Tabel 2-5 Lampjes en hun beschrijvingen
Onderdeel Beschrijving
(1) Aan-uitlampje Aan: de computer is ingeschakeld.
Knipperend de computer staat in de slaapstand, een
energiebesparingsmodus. Het beeldscherm en andere
niet-benodigde onderdelen worden uitgeschakeld.
Uit: de computer is uitgeschakeld of staat in de
hibernationstand. De hibernationstand is een
energiebesparende modus waarin zo weinig mogelijk
energie wordt verbruikt.
(2) Caps Lock-lampje Aan: Caps Lock is ingeschakeld. Met het toetsenbord typt u nu
alles in hoofdletters.
(3) Lampje voor geluid uit Aan: het geluid van de computer is uitgeschakeld.
Uit: het geluid van de computer is ingeschakeld.
Toetsenbordzone 9
Knop en luidsprekers
Tabel 2-6 Knop en luidsprekers en hun beschrijvingen
Onderdeel Beschrijving
(1) Aan-uitknop Als de computer is uitgeschakeld, drukt u op de aan-
uitknop om de computer in te schakelen.
Als de computer is ingeschakeld, drukt u kort op de aan-
uitknop om de slaapstand te activeren.
Als de computer in de slaapstand staat, drukt u kort op de
aan-uitknop om de slaapstand te beëindigen (alleen
bepaalde producten).
Als de computer in de hibernationstand staat, drukt u kort
op de aan-uitknop om de hibernationstand te beëindigen.
VOORZICHTIG: De aan-uitknop ingedrukt houden, resulteert in
het verlies van niet-opgeslagen gegevens.
Als de computer niet meer reageert en de afsluitprocedures
geen resultaat hebben, houdt u de aan-uitknop minstens vijf
seconden ingedrukt om de computer uit te schakelen.
Raadpleeg de opties in Energiebeheer voor meer informatie over
uw energie-instellingen:
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Aan/uit
en selecteer vervolgens Energiebeheer.
(2) Luidsprekers (2) Luidsprekers produceren geluid.
10 Hoofdstuk 2 Vertrouwd raken met de computer
Speciale toetsen
Tabel 2-7 Speciale toetsen en hun beschrijvingen
Onderdeel Beschrijving
(1) esc-toets Druk op deze toets in combinatie met de fn-toets om
systeeminformatie weer te geven.
(2) fn-toets Druk op deze toets in combinatie met een andere toets om
bepaalde systeemfuncties uit te voeren.
(3) Windows-toets Hiermee opent u het Startmenu.
OPMERKING: Als u nogmaals op de Windows-toets drukt,
wordt het Startmenu afgesloten.
(4) Actietoetsen Hiermee voert u veelgebruikte systeemfuncties uit. Zie
Actietoetsen op pagina 12.
(5) num lock-toets Hiermee schakelt u tussen de navigatiefuncties en numerieke
functies op het geïntegreerde numerieke toetsenblok.
(6) Geïntegreerd numeriek toetsenblok Een afzonderlijk toetsenblok rechts van het alfabettoetsenbord.
Wanneer u op num lock gedrukt, kan het toetsenblok als extern
numeriek toetsenblok worden gebruikt.
OPMERKING: Als de toetsenblokfunctie actief is op het
moment dat de computer wordt uitgeschakeld, wordt deze
functie opnieuw actief wanneer de computer opnieuw wordt
ingeschakeld.
HP OMEN Command Center
Met HP OMEN Command Center kunt u uw computer aan uw specieke gaming-behoeften aanpassen.
Om HP OMEN Command Center te openen, selecteert u de knop Start en OMEN Command Center en
volgt u de instructies op het scherm.
Het HP OMEN Command Center-dashboard biedt een centrale locatie van waaruit u de volgende functies kunt
openen en congureren:
Toetsenbordzone 11
OPMERKING: Sommige functies zijn alleen beschikbaar op bepaalde producten.
Systeemwaarden: hiermee kunt u de status en prestaties van de computer volgen.
Netwerkbooster: hiermee kunt u de netwerkprioriteiten en -instellingen weergeven en aanpassen.
Verlichting en macro's van het gamingapparaat: hiermee congureert u de verlichting en
macrotoetsen wanneer een extern ondersteund gamingapparaat is verbonden (alleen bepaalde
producten).
Help: toegang tot informatie en veelgestelde vragen.
OPMERKING: Om het dashboard te minimaliseren, selecteert u de _-knop bovenaan het dashboard.
Actietoetsen
De actietoetsen op uw computer voeren specieke functies uit en verschillen per computer. Om te bepalen
welke toetsen de computer bevat, bekijkt u de pictogrammen op het toetsenbord en zoekt u de bijbehorende
beschrijvingen in deze tabel.
Om een actietoets te gebruiken, houdt u de toets ingedrukt.
Tabel 2-8 Actietoetsen en hun beschrijvingen
Symbool Beschrijving
Hiermee kunt u voorkomen dat er van opzij wordt meegekeken. Indien nodig verlaagt of verhoogt u de
helderheid in een goed verlichte of donkere omgeving. Druk opnieuw op de toets om het privacyscherm uit te
schakelen.
Zolang u deze toets ingedrukt houdt, wordt de helderheid van het scherm steeds verder verlaagd.
Zolang u deze toets ingedrukt houdt, wordt de helderheid van het scherm steeds verder verhoogd.
Hiermee opent u de webpagina 'Hulp krijgen in Windows 10'.
Hiermee schakelt u tussen de weergaveapparaten die op het systeem zijn aangesloten. Als u bijvoorbeeld op
deze toets drukt terwijl er een monitor is aangesloten op de computer, wordt er geschakeld tussen weergave
op het scherm van de computer, weergave op de monitor en gelijktijdige weergave op het computerscherm
en de monitor.
Hiermee wordt de achtergrondverlichting van het toetsenbord in- of uitgeschakeld. Op bepaalde producten
kunt u de helderheid van de achtergrondverlichting van het toetsenbord aanpassen. Druk herhaaldelijk op de
toets om de helderheid aan te passen van hoog (wanneer u de computer voor het eerst opstart) naar laag
naar uit. Nadat u de instellingen voor de achtergrondverlichting van het toetsenbord hebt aangepast, wordt,
elke keer dat u de computer inschakelt, de achtergrondverlichting teruggezet naar de vorige instelling. De
achtergrondverlichting van het toetsenbord wordt na 30 seconden van inactiviteit uitgeschakeld. Druk op een
willekeurige toets of tik op het touchpad om de achtergrondverlichting van het toetsenbord weer in te
schakelen (alleen bepaalde producten). Als u accuvoeding wilt besparen, schakelt u deze voorziening uit.
12 Hoofdstuk 2 Vertrouwd raken met de computer
Tabel 2-8 Actietoetsen en hun beschrijvingen (vervolg)
Symbool Beschrijving
Hiermee speelt u het vorige nummer van een audio-cd of het vorige gedeelte van een dvd of blu-rayschijf af.
Hiermee kunt u een audio-cd, dvd of blu-rayschijf afspelen of het afspelen onderbreken of hervatten.
Hiermee speelt u het volgende nummer van een audio-cd of het vorige gedeelte van een dvd of blu-rayschijf
af.
Als u deze toets ingedrukt houdt, wordt het geluidsvolume steeds verder verlaagd.
Als u deze toets ingedrukt houdt, wordt het geluidsvolume steeds verder verhoogd.
Hiermee schakelt u het geluid uit of weer in.
Hiermee schakelt u de vliegtuigmodus en de voorziening voor draadloze communicatie in of uit.
OPMERKING: De toets voor de vliegtuigmodus wordt ook wel knop voor draadloze communicatie genoemd.
OPMERKING: Er moet een draadloos netwerk zijn ingesteld voordat er een draadloze verbinding kan
worden gemaakt.
Toetsenbordzone 13
Onderkant
Tabel 2-9 Onderdelen aan de onderkant en hun beschrijvingen
Onderdeel Beschrijving
Ventilatieopening Deze opening zorgt voor luchtkoeling van de interne
onderdelen.
OPMERKING: De ventilator van de computer start
automatisch om interne onderdelen te koelen en
oververhitting te voorkomen. Het is normaal dat de interne
ventilator automatisch aan- en uitgaat wanneer u de
computer gebruikt.
14 Hoofdstuk 2 Vertrouwd raken met de computer
Achterkant
Tabel 2-10 Onderdelen aan de achterkant en hun beschrijvingen
Onderdeel Beschrijving
Ventilatieopeningen (2) Deze openingen zorgen voor luchtkoeling van de interne
onderdelen.
OPMERKING: De ventilator van de computer start automatisch
om interne onderdelen te koelen en oververhitting te voorkomen.
Het is normaal dat de interne ventilator automatisch aan- en
uitgaat wanneer u de computer gebruikt.
Labels
De labels die zijn aangebracht op de computer, bieden informatie die u nodig kunt hebben wanneer u
problemen met het systeem probeert op te lossen of wanneer u de computer in het buitenland gebruikt.
Labels kunnen van papier zijn of gedrukt zijn op het product.
BELANGRIJK: Controleer de volgende locaties voor de in dit gedeelte beschreven labels: de onderkant van
de computer, in de accuruimte, onder de onderhoudsklep, op de achterkant van het scherm of op de
onderkant van de standaard van een tablet.
Servicelabel—Dit label bevat belangrijke informatie om vast te stellen welke computer u hebt. Wanneer
u contact opneemt met de ondersteuning, moet u mogelijk het serie-, product- en modelnummer
opgeven. Zoek deze informatie voordat u contact opneemt met de ondersteuning.
Het servicelabel lijkt op een van de onderstaande voorbeelden. Raadpleeg de afbeelding die het meest
overeenkomt met het servicelabel van uw computer.
Tabel
2-11 Onderdelen van het servicelabel
Onderdeel
(1) Productnaam HP
(2) Modelnummer
(3) Product-ID
(4) Serienummer
(5) Garantieperiode
Achterkant 15
Tabel 2-12 Onderdelen van het servicelabel
Onderdeel
(1) Productnaam HP
(2) Product-ID
(3) Serienummer
(4) Garantieperiode
Label(s) met kennisgevingen—Deze labels bevatten kennisgevingen betreende de computer.
Label(s) met keurmerk voor draadloze communicatie—Deze labels bevatten informatie over optionele
apparaten voor draadloze communicatie en de keurmerken van de landen/regio's waarin deze apparaten
zijn goedgekeurd voor gebruik.
16 Hoofdstuk 2 Vertrouwd raken met de computer
3 Verbinding maken met een netwerk
U kunt de computer overal mee naar toe nemen. Maar ook thuis kunt u met de computer en een bekabelde of
draadloze netwerkverbinding de wereld verkennen en u toegang verschaen tot miljoenen websites. In dit
hoofdstuk vindt u informatie over hoe u met die wereld in contact komt.
Verbinding maken met een draadloos netwerk
Uw computer kan zijn voorzien van een of meer van de volgende apparaten voor draadloze communicatie:
WLAN-apparaat: Hiermee kunt u de computer verbinden met draadloze lokale netwerken (ook wel WiFi-
netwerk, draadloos LAN of WLAN genoemd) in bedrijfsruimten, bij u thuis en in openbare ruimten, zoals
luchthavens, restaurants, cafés, hotels en universiteiten. Het WLAN-apparaat in uw computer
communiceert met een draadloze router of een draadloos toegangspunt.
HP module voor mobiel breedband: biedt u een draadloze verbinding via een WWAN (wireless wide-area
network), een veel groter gebied. Aanbieders van mobiele netwerkdiensten zetten basisstations op
(vergelijkbaar met zendmasten voor mobiele telefonie) die dekking bieden in hele regios, provincies of
zelfs landen.
Bluetooth®-apparaat: een apparaat waarmee u een PAN (personal area network) tot stand kunt
brengen, zodat u verbinding kunt maken met andere apparaten die draadloze communicatie via
Bluetooth ondersteunen, zoals computers, telefoons, printers, headsets, luidsprekers en camera's. In
een PAN communiceert elk apparaat rechtstreeks met andere apparaten en moeten de apparaten zich
relatief dicht bij elkaar bevinden, normaal gesproken binnen een straal van 10 meter van elkaar.
Voorzieningen voor draadloze communicatie gebruiken
Met een of meer van deze functies kunt u de apparaten voor draadloze communicatie in uw computer regelen:
Toets voor de vliegtuigmodus (ook wel knop voor draadloze communicatie of toets voor draadloze
communicatie genoemd)
Voorzieningen van het besturingssysteem
Toets voor de vliegtuigmodus
De computer bevat mogelijk een toets voor de vliegtuigmodus, een of meer apparaten voor draadloze
communicatie en een of twee lampjes voor draadloze communicatie. Alle apparaten voor draadloze
communicatie op de computer worden in de fabriek ingeschakeld.
Het lampje voor draadloze communicatie geeft niet de status van afzonderlijke apparaten voor draadloze
communicatie aan, maar de status van deze apparaten als groep.
Voorzieningen van het besturingssysteem
Met het Netwerkcentrum kunt u een verbinding of netwerk tot stand brengen, verbinding maken met een
netwerk en netwerkproblemen diagnosticeren en verhelpen.
U gebruikt de voorzieningen van het besturingssysteem als volgt:
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram voor de netwerkstatus op de taakbalk en selecteer
vervolgens Netwerk- en internetinstellingen openen.
Verbinding maken met een draadloos netwerk 17
– of –
Selecteer het pictogram voor de netwerkstatus op de taakbalk en selecteer vervolgens Netwerk- en
internetinstellingen.
Verbinding maken met een WLAN
OPMERKING: Als u internettoegang in uw huis instelt, moet u een account regelen bij een internetprovider
(ISP). Neem contact op met een lokale internetprovider om een internetservice en een modem aan te
schaen. De internetprovider helpt u bij het instellen van het modem, het installeren van een netwerkkabel
om uw draadloze router aan te sluiten op het modem en het testen van de internetservice.
Zo maakt u een verbinding met een draadloos netwerk:
1. Controleer of het WLAN-apparaat is ingeschakeld.
2. Selecteer het netwerkstatuspictogram op de taakbalk en maak verbinding met een van de beschikbare
netwerken.
Als het draadloze netwerk een beveiligd WLAN is, wordt u gevraagd een netwerkbeveiligingscode in te
voeren. Voer de code in en selecteer Volgende om de verbinding tot stand te brengen.
OPMERKING: Als er geen WLAN's worden weergegeven, bevindt u zich mogelijk buiten het bereik van
een draadloze router of toegangspunt.
OPMERKING: Ga als volgt te werk als het WLAN waarmee u verbinding wilt maken, niet wordt
weergegeven:
1. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram voor de netwerkstatus op de taakbalk en selecteer
vervolgens Netwerk- en internetinstellingen openen.
– of –
Selecteer het pictogram voor de netwerkstatus op de taakbalk en selecteer vervolgens Netwerk-
en internetinstellingen.
2. Selecteer onder het gedeelte Uw netwerkinstellingen wijzigen Netwerkcentrum.
3. Selecteer Een nieuwe verbinding of een nieuw netwerk instellen.
Er wordt een lijst met opties weergegeven om handmatig te zoeken naar een netwerk en hier
verbinding mee te maken, of om een nieuwe netwerkverbinding te maken.
3. Volg de instructies op het scherm om de verbinding te voltooien.
Nadat u verbinding hebt gemaakt, klikt u met de rechtermuisknop op het pictogram voor de netwerkstatus
helemaal rechts op de taakbalk om de naam en status van de verbinding te controleren.
OPMERKING: Het eectieve bereik (de reikwijdte van de draadloze signalen) varieert al naargelang de
WLAN-implementatie, het merk van de router en interferentie van andere elektronische apparatuur of vaste
obstakels zoals wanden en vloeren.
HP mobiel breedband gebruiken (alleen bepaalde producten)
Uw computer met HP mobiel breedband heeft ingebouwde ondersteuning voor mobielbreedbandservices. In
combinatie met een mobiel netwerk biedt uw nieuwe computer u de vrijheid om verbinding te maken met
internet, e-mail te verzenden of verbinding te maken met uw bedrijfsnetwerk zonder dat u daarvoor een WiFi-
hotspot nodig hebt.
18 Hoofdstuk 3 Verbinding maken met een netwerk
Mogelijk hebt u het IMEI- en/of MEID-nummer van de HP module voor mobiel breedband nodig om deze
dienst te activeren. Het nummer staat mogelijk op een label aan de onderkant van de computer, in de
accuruimte, onder de onderhoudsklep of op de achterkant van het beeldscherm.
– of –
1. Selecteer het pictogram voor de netwerkstatus op de taakbalk.
2. Selecteer Netwerk- en internetinstellingen.
3. Selecteer in het gedeelte Netwerk en internet Mobiel en selecteer vervolgens Geavanceerde opties.
Sommige aanbieders van mobiele netwerkdiensten vereisen het gebruik van een simkaart (subscriber
identity module). Een simkaart bevat basisgegevens over u, zoals een persoonlijk identicatienummer (PIN),
en over het netwerk. Sommige tablets hebben een vooraf geïnstalleerde simkaart. Als de simkaart niet vooraf
is geïnstalleerd, wordt deze geleverd bij de documenten voor HP mobiel breedband of wordt deze apart
geleverd door de aanbieder van de mobiele netwerkdiensten.
Informatie over HP mobiel breedband en over de manier waarop u de diensten van een aanbieder van mobiele
netwerkdiensten activeert, vindt u in het pakket met informatie over HP mobiel breedband dat bij de
computer is geleverd.
Gps gebruiken (alleen bepaalde producten)
De computer kan zijn voorzien van een gps-apparaat (Global Positioning System). Gps-satellieten geven
locatie-, snelheids- en richtinggegevens door aan systemen die met gps zijn uitgerust.
Zorg dat locatie in de Locatie-instelling is ingeschakeld als u gps wilt inschakelen.
Typ locatie in het zoekvak van de taakbalk, selecteer Privacyinstellingen voor locatie en selecteer
vervolgens een instelling.
Bluetooth-apparaten voor draadloze communicatie gebruiken (alleen bepaalde
producten)
Een Bluetooth-apparaat biedt draadloze communicatie binnen een klein bereik, ter vervanging van fysieke
kabelverbindingen waarmee elektronische apparaten vroeger werden aangesloten. Voorbeelden van
dergelijke apparaten zijn:
Computers (desktopcomputer, notebookcomputer)
Telefoons (mobiele telefoon, draadloze telefoon, smartphone)
Weergaveapparaten (printer, camera)
Audioapparaten (headset, luidsprekers)
Muis
Extern toetsenbord
Bluetooth-apparaten aansluiten
Voordat u een Bluetooth-apparaat kunt gebruiken, moet u een Bluetooth-verbinding tot stand brengen.
1. Typ bluetooth in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens Bluetooth-instellingen en
instellingen van overige apparaten.
2. Schakel Bluetooth in als dat nog niet is gebeurd.
Verbinding maken met een draadloos netwerk 19
3. Selecteer Bluetooth- of ander apparaat toevoegen en selecteer Bluetooth in het dialoogvenster Een
apparaat toevoegen.
4. Selecteer uw apparaat in de lijst en volg de aanwijzingen op het scherm.
OPMERKING: Als het apparaat vericatie vereist, wordt er een koppelingscode weergegeven. Volg op het
apparaat dat u toevoegt de instructies op het scherm om te controleren of de code op uw apparaat
overeenkomt met de koppelingscode. Raadpleeg de documentatie die bij het apparaat is meegeleverd voor
meer informatie.
OPMERKING: Als uw apparaat niet wordt weergegeven in de lijst, controleert u of Bluetooth is ingeschakeld
op het apparaat. Sommige apparaten hebben mogelijk aanvullende vereisten. Raadpleeg de bij het apparaat
meegeleverde documentatie.
Verbinding maken met een bekabeld netwerk (LAN) (alleen
bepaalde producten)
Gebruik een LAN-verbinding als u de computer direct wilt aansluiten op een router in uw huis (in plaats van
draadloos werken) of als u verbinding wilt maken met een bestaand netwerk op uw kantoor.
Als de computer geen RJ-45-poort heeft, hebt u een netwerkkabel nodig en een netwerkconnector of
optioneel dockingstation of uitbreidingsproduct om verbinding te maken met een LAN.
U sluit de netwerkkabel als volgt aan:
1. Sluit de netwerkkabel aan op de netwerkconnector (1) van de computer.
2. Sluit het andere uiteinde van de netwerkkabel aan op een netwerkaansluiting in de wand (2) of op een
router.
OPMERKING: Als de netwerkkabel een ruisonderdrukkingscircuit (3) bevat (dat voorkomt dat de
ontvangst van tv- en radiosignalen wordt gestoord), sluit u de kabel op de computer aan met het
uiteinde waar zich het ruisonderdrukkingscircuit bevindt.
20 Hoofdstuk 3 Verbinding maken met een netwerk
4 Entertainmentvoorzieningen
Gebruik uw HP computer als entertainmenthub om via de camera uw sociale contacten te onderhouden,
geniet van en beheer uw muziek en download en bekijk lms. Of sluit externe apparaten zoals een monitor,
projector, tv, luidsprekers of een hoofdtelefoon aan om van de computer een nog krachtiger
entertainmentcentrum te maken.
De camera gebruiken
Uw computer heeft een of meerdere camera's waarmee u verbinding kunt maken met anderen om te spelen
of te werken. Camera's kunnen naar voren of achteren zijn gericht of omhoog komen. Om te bepalen welke
toetsen uw product heeft, raadpleegt u Vertrouwd raken met de computer op pagina 3.
Met de meeste camera's kunt u videochatten, video opnemen en stilstaande foto's nemen. Andere camera's
bieden ook mogelijkheden voor HD (high-denition), games of gezichtsherkenningssoftware, zoals Windows
Hello. Zie De computer en gegevens beveiligen op pagina 42 voor meer informatie over het gebruik van
Windows Hello.
Op bepaalde producten kunt u de privacy van uw camera verhogen door de camera uit te schakelen. De
camera is standaard ingeschakeld. Om de camera uit te schakelen, schuift u de privacyschakelaar van de
camera naar het pictogram naast de schakelaar. Schuif de schakelaar bij het pictogram vandaan als u de
camera weer wilt inschakelen.
Als u de camera wilt gebruiken, typt u camera in het zoekvak van de taakbalk en selecteert u vervolgens
Camera in de lijst met applicaties.
Audio gebruiken
U kunt muziek downloaden en beluisteren, audio-inhoud (inclusief radio) van internet streamen, audio
opnemen, of audio en video mixen om multimedia te creëren. U kunt ook muziek-cd's afspelen op de
computer (op bepaalde producten) of een externe optischeschijfeenheid aansluiten om cd's af te spelen. Om
uw luisterervaring te verbeteren, sluit u externe audioapparaten aan, zoals luidsprekers of een
hoofdtelefoon.
Luidsprekers aansluiten
U kunt bekabelde luidsprekers op de computer aansluiten door deze aan te sluiten op een USB-poort of de
combostekker voor audio-uit (hoofdtelefoon)/audio-in (microfoon) van de computer of op een
dockingstation.
Volg de instructies van de fabrikant van het apparaat om draadloze luidsprekers aan te sluiten op de
computer. Zie HDMI-audio congureren op pagina 24 voor informatie over het aansluiten van high-
denition luidsprekers op de computer. Zet het geluid zachter voordat u de luidsprekers aansluit.
De camera gebruiken 21
Hoofdtelefoon aansluiten
WAARSCHUWING! Zet het volume laag voordat u de hoofdtelefoon, oortelefoon of headset opzet. Zo
beperkt u het risico van gehoorbeschadiging. Zie Informatie over voorschriften, veiligheid en milieu voor meer
informatie over veiligheid.
Ga als volgt te werk om toegang te krijgen tot dit document:
Selecteer de knop Start, HP Help en ondersteuning en vervolgens HP documentatie.
U kunt een hoofdtelefoon met kabel aansluiten op de audio-uitgang (hoofdtelefoon)/audio-ingang
(microfoon) van uw computer.
Volg de instructies van de fabrikant van het apparaat om een draadloze hoofdtelefoon aan te sluiten op de
computer.
Een headset aansluiten
WAARSCHUWING! Zet het volume laag voordat u de hoofdtelefoon, oortelefoon of headset opzet. Zo
beperkt u het risico van gehoorbeschadiging. Zie Informatie over voorschriften, veiligheid en milieu voor meer
informatie over veiligheid.
Ga als volgt te werk om toegang te krijgen tot dit document:
Selecteer de knop Start, HP Help en ondersteuning en vervolgens HP documentatie.
Hoofdtelefoons die zijn gecombineerd met een microfoon worden headsets genoemd. U kunt een headset
met kabel aansluiten op de combostekker voor audio-uit (hoofdtelefoon)/audio-in (microfoon) van de
computer.
Volg de instructies van de fabrikant van het apparaat om een draadloze headset aan te sluiten op de
computer.
Geluidsinstellingen gebruiken
Gebruik geluidsinstellingen om het systeemvolume aan te passen, systeemgeluiden te wijzigen of
audioapparaten te beheren.
Ga als volgt te werk om de geluidsinstellingen te bekijken of te wijzigen:
Typ configuratiescherm in het zoekvak van de taakbalk, selecteer Conguratiescherm, selecteer
Hardware en geluiden en selecteer vervolgens Geluid.
Uw computer beschikt mogelijk over een geavanceerd geluidssysteem van Bang & Olufsen, B&O of een
andere leverancier. De computer kan daarom geavanceerde audiovoorzieningen hebben die kunnen worden
geregeld via een conguratiescherm voor audio dat speciek voor uw geluidssysteem is.
Gebruik het conguratiescherm voor audio om audio-instellingen te bekijken en beheren.
Typ configuratiescherm in het zoekvak van de taakbalk, selecteer Conguratiescherm, selecteer
Hardware en geluiden en selecteer vervolgens het conguratiescherm voor uw audiosysteem.
Video gebruiken
Uw computer is een krachtig videoapparaat waarmee u streaming video van uw favoriete websites kunt
bekijken en video's en lms kunt downloaden om deze op uw computer te bekijken als u geen verbinding hebt
met een netwerk.
Om uw kijkgenot te verbeteren, gebruikt u een van de videopoorten op de computer om een externe monitor,
projector of tv aan te sluiten.
22 Hoofdstuk 4 Entertainmentvoorzieningen
BELANGRIJK: Zorg ervoor dat het externe apparaat met de juiste kabel is aangesloten op de juiste poort van
de computer. Volg de instructies van de fabrikant van het apparaat.
Ga voor informatie over het gebruik van USB Type-C naar http://www.hp.com/support en volg de instructies
om uw product te vinden.
Videoapparaten aansluiten met een HDMI-kabel (alleen bepaalde producten)
OPMERKING: Als u een HDMI-apparaat op de computer wilt aansluiten, hebt u een HDMI-kabel nodig die u
apart moet aanschaen.
Als u het beeld van het computerscherm op een HD-televisie of -monitor wilt weergeven, volgt u de
onderstaande instructies om het HD-apparaat aan te sluiten:
1. Sluit het ene uiteinde van de HDMI-kabel aan op de HDMI-poort van de computer.
2. Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de HD-televisie of -monitor.
3. Druk op f4 om tussen de vier weergavestanden te schakelen:
Alleen computerscherm: hiermee wordt het beeld alleen weergegeven op het beeldscherm van de
computer.
Dupliceren: hiermee wordt het beeld gelijktijdig weergegeven op zowel de computer als het
externe apparaat.
Uitspreiden: hiermee wordt het beeld uitgespreid weergegeven op zowel de computer als het
externe apparaat.
Alleen tweede scherm: hiermee wordt het beeld alleen weergegeven op het externe apparaat.
Telkens wanneer u op f4 drukt, verandert de weergavestand.
OPMERKING: Als u de optie Uitspreiden kiest, kunt u voor het beste resultaat de schermresolutie van
het externe apparaat als volgt verhogen. Selecteer de knop Start, vervolgens het pictogram
Instellingen en daarna Systeem. Selecteer onder Beeldscherm de juiste resolutie en selecteer
vervolgens Wijzigingen behouden.
Video gebruiken 23
HDMI-audio congureren
HDMI is de enige video-interface die HD-video en -audio ondersteunt. Ga als volgt te werk om HDMI-audio in
te schakelen nadat u een HDMI-tv op de computer hebt aangesloten:
1. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Luidsprekers in het systeemvak aan de rechterkant van
de taakbalk en selecteer daarna Afspeelapparaten.
2. Selecteer op het tabblad Afspelen de naam van het digitale uitvoerapparaat.
3. Selecteer Als standaard instellen en selecteer OK.
Ga als volgt te werk om de audiostream weer via de luidsprekers van de computer weer te geven:
1. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Luidsprekers in het systeemvak aan de rechterkant van
de taakbalk en selecteer daarna Afspeelapparaten.
2. Selecteer Luidsprekers op het tabblad Afspelen.
3. Selecteer Als standaard instellen en selecteer OK.
Met Miracast compatibele draadloze beeldschermen zoeken en aansluiten (alleen
bepaalde producten)
Volg de onderstaande stappen om met Miracast compatibele draadloze schermen te zoeken en weer te geven
zonder uw huidige apps te verlaten.
Miracast openen:
Typ projecteren in het zoekvak van de taakbalk en klik op Projecteren op een tweede scherm.
Selecteer
Verbinding maken met een draadloos beeldscherm en volg de instructies op het scherm.
Gegevensoverdracht gebruiken
Uw computer is een krachtig entertainmentapparaat waarop u foto's, video's en lms kunt bekijken die via uw
USB-apparaat zijn overgezet.
Om uw kijkgenot te verbeteren, gebruikt u een van de USB Type-C-poorten op de computer om een USB-
apparaat aan te sluiten, zoals een mobiele telefoon, camera, activiteitstracker of smartwatch, en uw
bestanden over te zetten naar de computer.
BELANGRIJK: Zorg ervoor dat het externe apparaat met de juiste kabel is aangesloten op de juiste poort van
de computer. Volg de instructies van de fabrikant van het apparaat.
Ga voor informatie over het gebruik van USB Type-C naar http://www.hp.com/support en volg de instructies
om uw product te vinden.
Apparaten aansluiten op een USB Type-C-poort (alleen bepaalde producten)
OPMERKING: Als u een USB Type-C-apparaat op uw computer wilt aansluiten, hebt u een USB Type-C-kabel
nodig die u afzonderlijk moet aanschaen.
1. Sluit het ene uiteinde van de USB Type-C-kabel aan op de USB Type-C-poort van de computer.
24 Hoofdstuk 4 Entertainmentvoorzieningen
2. Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op het externe apparaat.
Gegevensoverdracht gebruiken 25
5 Navigeren op het scherm
U kunt op een of meer van de volgende methoden door het computerscherm navigeren:
Aanraakbewegingen rechtstreeks op het computerscherm gebruiken
Aanraakbewegingen op het touchpad gebruiken
Een optionele muis of een optioneel toetsenbord gebruiken (afzonderlijk aan te schaen)
Een schermtoetsenbord gebruiken
EasyPoint-muisbesturing gebruiken
Bewegingen op het touchpad en aanraakscherm gebruiken
Met het touchpad kunt u met eenvoudige vingerbewegingen op het computerscherm navigeren en de
aanwijzer besturen. Ook kunt u de linker- en rechterknoppen van het touchpad gebruiken zoals u de
corresponderende knoppen van een externe muis zou gebruiken. Om op een aanraakscherm te navigeren
(alleen bepaalde producten), raakt u het scherm aan en gebruikt u de bewegingen die in dit hoofdstuk worden
beschreven.
Als u bewegingen wilt aanpassen en video's wilt zien de werking ervan, typt u configuratiescherm in
het zoekvak van de taakbalk, selecteert u
Conguratiescherm en selecteert u vervolgens Hardware en
geluiden. Klik onder Apparaten en printers op Muis.
Sommige producten bevatten een precisie-touchpad dat verbeterde functionaliteit voor bewegingen biedt.
Als u wilt weten of uw computer een precisie-touchpad heeft en als u aanvullende informatie wilt lezen,
selecteert u Start, Instellingen, Apparaten en vervolgens Touchpad.
OPMERKING: Tenzij anders vermeld, kunnen bewegingen worden gebruikt op zowel een touchpad als een
aanraakscherm.
Tikken
Wijs een item op het scherm aan en tik met uw vinger op de touchpadzone of het aanraakscherm om het item
te selecteren. Dubbeltik op een item om het te openen.
Zoomen door met twee vingers te knijpen
Gebruik de knijpbeweging met twee vingers om op afbeeldingen of tekst in en uit te zoomen.
26 Hoofdstuk 5 Navigeren op het scherm
Zoom uit door twee vingers uit elkaar te plaatsen op de touchpadzone of het aanraakscherm en ze
vervolgens naar elkaar toe te bewegen.
Zoom in door twee vingers bij elkaar te plaatsen op de touchpadzone of het aanraakscherm en ze
vervolgens van elkaar af te bewegen.
Schuiven met twee vingers (touchpad en precisie-touchpad)
Plaats twee vingers iets uit elkaar op de touchpadzone en sleep ze omhoog, omlaag, naar links of naar rechts
om omhoog, omlaag of opzij te gaan op een pagina of in een afbeelding.
Tikken met twee vingers (touchpad en precisie-touchpad)
Tik met twee vingers op de touchpadzone om het optiemenu voor het geselecteerde object te openen.
OPMERKING: Als u met twee vingers tikt, wordt dezelfde actie uitgevoerd als wanneer u met de
rechtermuisknop van een muis klikt.
Tikken met drie vingers (touchpad en precisie-touchpad)
Door met drie vingers te tikken, wordt standaard Cortana, een spraakgestuurde virtuele assistent, geopend.
Tik met drie vingers op de touchpadzone om de beweging uit te voeren.
Bewegingen op het touchpad en aanraakscherm gebruiken 27
Om de functie van deze beweging op een precisie-touchpad te wijzigen, selecteert u Start, Instellingen,
Apparaten en vervolgens Touchpad. Selecteer een bewegingsinstelling in het vak Tikken onder Bewegingen
met drie vingers.
Tikken met vier vingers (touchpad en precisie-touchpad)
Door met vier vingers te tikken, wordt standaard het Actiecentrum geopend. Tik met vier vingers op de
touchpadzone om de beweging uit te voeren.
Om de functie van deze beweging op een precisie-touchpad te wijzigen, selecteert u Start, Instellingen,
Apparaten en vervolgens Touchpad. Selecteer een bewegingsinstelling in het vak Tikken onder Bewegingen
met vier vingers.
Vegen met drie vingers (touchpad en precisie-touchpad)
Door met drie vingers te vegen, wordt standaard tussen geopende apps en het bureaublad geschakeld.
Veeg drie vingers van u af om alle geopende vensters te zien.
Veeg drie vingers naar u toe om het bureaublad weer te geven.
Veeg drie vingers naar links of rechts om te schakelen tussen geopende vensters.
28 Hoofdstuk 5 Navigeren op het scherm
Om de functie van deze beweging op een precisie-touchpad te wijzigen, selecteert u Start, Instellingen,
Apparaten en vervolgens Touchpad. Selecteer een bewegingsinstelling in het vak Swipes onder Bewegingen
met drie vingers.
Vegen met vier vingers (precisie-touchpad)
Door met vier vingers te vegen, wordt standaard tussen open bureaubladen geschakeld.
Veeg vier vingers van u af om alle geopende vensters te zien.
Veeg vier vingers naar u toe om het bureaublad weer te geven.
Veeg vier vingers naar links of rechts om te schakelen tussen bureaubladen.
Om de functie van deze beweging te wijzigen, selecteert u Start, Instellingen, Apparaten en vervolgens
Touchpad. Selecteer een bewegingsinstelling in het vak Swipes onder Bewegingen met vier vingers.
Schuiven met één vinger (aanraakscherm)
Schuif met één vinger om te pannen of te schuiven door lijsten en pagina's, of om een object te verplaatsen.
Als u over het scherm wilt schuiven, schuift u één vinger langzaam over het scherm in de richting waarin
u wilt bewegen.
Als u een object wilt verplaatsen, drukt u met uw vinger op een object en sleept u vervolgens om het
object te verplaatsen.
Bewegingen op het touchpad en aanraakscherm gebruiken 29
Een optioneel toetsenbord of een optionele muis gebruiken
Met een optioneel toetsenbord of een optionele muis kunt u typen, items selecteren, schuiven en dezelfde
functies uitvoeren als bij het gebruik van aanraakbewegingen. Met de actietoetsen en hotkeys op het
toetsenbord kunt u specieke functies uitvoeren.
Een toetsenbord op het scherm gebruiken (alleen bepaalde
producten)
1. Om een toetsenbord op het scherm weer te geven, tikt u op het toetsenbordpictogram in het
systeemvak aan de rechterkant van de taakbalk.
2. Begin te typen.
OPMERKING: Boven het toetsenbord op het scherm kunnen suggesties voor woorden verschijnen. Tik
op een woord om het te selecteren.
OPMERKING: Actietoetsen en hotkeys worden niet weergegeven of werken niet op het toetsenbord op
het scherm.
30 Hoofdstuk 5 Navigeren op het scherm
6 Energiebeheer
Uw computer werkt op accuvoeding of maakt gebruik van een externe voedingsbron. Wanneer de computer
alleen op accuvoeding werkt en er geen externe voedingsbron is om de accu op te laden, moet u de
acculading goed in de gaten houden.
Mogelijk zijn niet alle in dit hoofdstuk beschreven voorzieningen voor energiebeheer beschikbaar op uw
computer.
De slaapstand en hibernationstand gebruiken
VOORZICHTIG: Er bestaan verschillende bekende beveiligingsrisico's als een computer in de slaapstand
staat. Om te voorkomen dat een onbevoegde gebruiker toegang krijgt tot de gegevens op uw computer, zelfs
gecodeerde gegevens, raadt HP aan om in plaats van de slaapstand de hibernationstand te activeren wanneer
u niet fysiek bij de computer bent. Dit is vooral van belang als u met de computer reist.
VOORZICHTIG: Activeer de slaapstand niet terwijl er wordt gelezen van of geschreven naar een schijf of een
externe mediakaart. Zo voorkomt u mogelijke verslechtering van de audio- of videokwaliteit, verlies van
audio- of video-afspeelfunctionaliteit of verlies van gegevens.
Windows kent twee energiebesparende standen: de slaapstand en de hibernationstand.
Slaapstand—De slaapstand wordt automatisch geactiveerd na een periode van inactiviteit. Uw werk
wordt opgeslagen, zodat u uw werk zeer snel kunt hervatten. U kunt de slaapstand ook handmatig
activeren. Zie De slaapstand activeren en beëindigen op pagina 31 voor meer informatie.
Hibernationstand—De hibernationstand wordt automatisch geactiveerd als de accu een kritiek niveau
bereikt of als de computer gedurende een langere periode in de slaapstand is geweest. In de
hibernationstand wordt uw werk opgeslagen in een hibernationstandbestand op de harde schijf en
wordt de computer uitgeschakeld. U kunt de hibernationstand ook handmatig activeren. Zie De
hibernationstand activeren en beëindigen (alleen bepaalde producten) op pagina 32 voor meer
informatie.
De slaapstand activeren en beëindigen
U kunt de slaapstand op een van de volgende manieren activeren:
Selecteer de knop Start, selecteer het pictogram Aan/uit en selecteer vervolgens Slaapstand.
Sluit het scherm (alleen bepaalde producten).
Druk op de sneltoets voor de slaapstand (alleen bepaalde producten); bijvoorbeeld fn+f1 of fn+f12.
Druk kort op de aan-uitknop (alleen bepaalde producten).
U kunt de slaapstand op een van de volgende manieren beëindigen:
Druk kort op de aan-uitknop.
Als de computer gesloten is, tilt u de klep van het beeldscherm op (alleen bepaalde producten).
Druk op een toets op het toetsenbord (alleen bepaalde producten).
Tik op het touchpad (alleen bepaalde producten).
Nadat de slaapstand van de computer is beëindigd, wordt uw werk weer weergegeven op het scherm.
De slaapstand en hibernationstand gebruiken 31
OPMERKING: Als u hebt aangegeven dat er een wachtwoord moet worden opgegeven om de slaapstand te
beëindigen, verschijnt uw werk weer op het scherm nadat u uw Windows-wachtwoord hebt ingevoerd.
De hibernationstand activeren en beëindigen (alleen bepaalde producten)
Via het onderdeel Energiebeheer kunnen gebruikers de hibernationstand handmatig activeren en
energiebeheerinstellingen en time-outs wijzigen.
1. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Aan/uit en selecteer vervolgens Energiebeheer.
2. Selecteer in het linkerdeelvenster Het gedrag van de aan-uitknoppen bepalen (aanduiding kan
verschillen per product).
3. Afhankelijk van uw product kunt u op een van de volgende manieren de hibernationstand inschakelen
voor accuvoeding of een externe voedingsbron:
Aan-uitknop—Onder Instellingen voor aan-uitknop, slaapstandknop en deksel (aanduiding kan
verschillen per product), selecteert u Actie als ik op de aan-uitknop druk en vervolgens
hibernationstand.
Slaapstandknop (alleen bepaalde producten)—Onder Instellingen voor aan-uitknop,
slaapstandknop en deksel (aanduiding kan verschillen per product), selecteert u Actie als ik op de
slaapstandknop druk en vervolgens Hibernationstand.
Deksel (alleen bepaalde producten)—Selecteer onder Instellingen voor aan-uit- en
slaapstandknoppen en deksel (aanduiding kan verschillen per product) Actie als ik het deksel
sluit en vervolgens Hibernationstand.
Aan-uitmenu—Selecteer Instellingen wijzigen die momenteel niet beschikbaar zijn en schakel
vervolgens onder Instellingen voor afsluiten het selectievakje Hibernationstand in.
Het aan-uitmenu kan worden geopend door de knop Start te selecteren.
4. Selecteer Wijzigingen opslaan.
Om de hibernationstand te activeren, gebruikt u de methode die u in stap 3 hebt gebruikt.
Om de hibernationstand te beëindigen, drukt u kort op de aan-uitknop.
OPMERKING: Als u hebt aangegeven dat er een wachtwoord moet worden opgegeven om de
hibernationstand te beëindigen, verschijnt uw werk weer op het scherm nadat u uw Windows-wachtwoord
hebt ingevoerd.
Computer afsluiten (uitschakelen)
VOORZICHTIG: Wanneer u de computer uitschakelt, gaat alle informatie verloren die u niet hebt opgeslagen.
Zorg dat u uw werk opslaat voor u de computer uitschakelt.
Met de opdracht Afsluiten worden alle geopende programma's gesloten, inclusief het besturingssysteem, en
worden vervolgens het beeldscherm en de computer uitgeschakeld.
Schakel de computer uit als deze lange tijd niet wordt gebruikt en koppel deze los van de externe
voedingsbron.
De aanbevolen procedure hiervoor is de opdracht Afsluiten in Windows.
OPMERKING: Als de computer in de slaap- of hibernationstand staat, moet u eerst de slaap- of
hibernationstand beëindigen door kort op de aan-uitknop te drukken.
32 Hoofdstuk 6 Energiebeheer
1. Sla uw werk op en sluit alle geopende programma's af.
2. Selecteer de knop Start, het pictogram Energie en daarna Afsluiten.
Als de computer niet reageert en het niet mogelijk is de hiervoor beschreven afsluitprocedures te gebruiken,
probeert u de volgende noodprocedures in de beschreven volgorde:
Druk op ctrl+alt+delete, selecteer het pictogram Energie en selecteer daarna Afsluiten.
Druk op de aan-uitknop en houd deze minimaal 10 seconden ingedrukt.
Als de computer een door de gebruiker vervangbare accu heeft (alleen bepaalde producten), koppelt u
de computer los van de externe voedingsbron en verwijdert u de accu.
Het pictogram Energiemeter en Energiebeheer gebruiken
Het pictogram Energie bevindt zich op de taakbalk van Windows. Met behulp van de energiemeter
krijgt u snel toegang tot de instellingen voor energiebeheer en kunt u de resterende acculading bekijken.
Plaats de muisaanwijzer op het pictogram Energie om het percentage resterende acculading
weer te geven.
Als u Energiebeheer wilt gebruiken, klik dan met de rechtermuisknop op het pictogram Energie en
selecteer vervolgens
Energiebeheer.
Aan de verschillende pictogrammen kunt u zien of de computer op accuvoeding of op externe voeding werkt.
Wanneer u de muisaanwijzer op het pictogram plaatst als de accu bijna leeg is, wordt er een bericht
weergegeven.
Accuvoeding gebruiken
WAARSCHUWING! Gebruik uitsluitend de volgende producten om veiligheidsrisico's te beperken: de bij de
computer geleverde accu, een door HP geleverde vervangende accu of een compatibele accu die als
accessoire is aangeschaft bij HP.
Wanneer de computer een opgeladen accu bevat en de computer niet is aangesloten op een externe
voedingsbron, werkt de computer op accuvoeding. Wanneer de computer is uitgeschakeld en niet is
aangesloten op een externe voedingsbron, loopt de accu in de computer langzaam leeg. De computer geeft
een bericht weer wanneer de accu bijna leeg is.
De accuwerktijd van de accu van een computer kan verschillen afhankelijk van de instellingen voor
energiebeheer, de geopende programma's, de helderheid van het beeldscherm, externe apparatuur die op de
computer is aangesloten, en andere factoren.
OPMERKING: Wanneer u de computer loskoppelt van de externe voeding, wordt de helderheid van het
beeldscherm automatisch verminderd, zodat u de accu langer kunt gebruiken. Op bepaalde
computermodellen kunt u tussen grasche controllers schakelen, zodat u de accu langer kunt gebruiken.
HP Fast Charge gebruiken (alleen bepaalde producten)
Met de functie HP Fast Charge kunt u de accu van uw computer snel opladen. De oplaadtijd kan +/- 10%
verschillen. Afhankelijk van het computermodel en de netvoedingsadapter van HP die met uw computer is
meegeleverd, werkt HP Fast Charge op een of meer van de volgende manieren:
Het pictogram Energiemeter en Energiebeheer gebruiken 33
Als de resterende acculading tussen nul en 50% ligt, wordt de accu afhankelijk van het computermodel
in minder dan 30 tot 45 minuten opgeladen tot 50% van de volledige capaciteit.
Als de resterende acculading tussen nul en 90% ligt, wordt de accu in minder dan 90 minuten opgeladen
tot 90% van de volledige capaciteit.
Om HP Fast Charge te gebruiken, schakelt u uw computer uit en sluit u vervolgens de netvoedingsadapter aan
op uw computer en op een externe voedingsbron.
Acculading weergeven
Plaats de muisaanwijzer op het pictogram Energie om het percentage resterende acculading weer te
geven.
Informatie over de accu zoeken in HP Support Assistant (alleen bepaalde
producten)
U krijgt als volgt toegang tot de informatie over de accu:
1. Typ support in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens de app HP Support Assistant.
– of –
Selecteer het pictogram met het vraagteken op de taakbalk.
2. Selecteer Probleemoplossing en oplossingen en selecteer vervolgens in het gedeelte Diagnose de
optie HP Accucontrole. Als in HP Accucontrole wordt aangegeven dat de accu moet worden vervangen,
neemt u contact op met de ondersteuning.
HP Support Assistant biedt de volgende hulpprogramma's en informatie over de accu:
HP Accucontrole
Informatie over soorten accu's, specicaties, levensduur en capaciteit
Accuvoeding besparen
Gebruik de volgende tips om accustroom te besparen en de levensduur van de accu te maximaliseren:
Verlaag de helderheid van het scherm.
Schakel draadloze apparaten uit wanneer u deze niet gebruikt.
Koppel ongebruikte externe apparatuur los die niet is aangesloten op een externe voedingsbron, zoals
een externe harde schijf die op een USB-poort is aangesloten.
Zet alle optionele externe mediakaarten die u niet gebruikt, stop, schakel ze uit of verwijder ze.
Activeer de slaapstand of sluit de computer af zodra u stopt met werken.
Een lage acculading herkennen
Als een accu de enige voedingsbron van de computer is en deze een laag of kritiek laag niveau bereikt,
gebeurt het volgende:
Het acculampje (alleen bepaalde producten) geeft een laag of kritiek laag niveau van de acculading aan.
– of –
34 Hoofdstuk 6 Energiebeheer
Het pictogram Energie geeft een lage of kritiek lage acculading aan.
OPMERKING: Raadpleeg Het pictogram Energiemeter en Energiebeheer gebruiken op pagina 33 voor
meer informatie over het pictogram Energie.
Wanneer de acculading een kritiek laag niveau bereikt, gebeurt het volgende:
Als de hibernationstand is uitgeschakeld en de computer aan staat of in de slaapstand staat, blijft de
computer nog even in de slaapstand staan. Vervolgens wordt de computer uitgeschakeld, waarbij niet-
opgeslagen werk verloren gaat.
Als de hibernationstand is ingeschakeld en de computer aan staat of in de slaapstand staat, wordt de
hibernationstand geactiveerd.
Problemen met een laag accuniveau verhelpen
Een lage acculading verhelpen wanneer er een externe voedingsbron beschikbaar is
Sluit een van de volgende apparaten aan op de computer en op een externe voedingsbron:
Netvoedingsadapter
Optioneel dockingapparaat of dockingproduct
Optionele netvoedingsadapter die als accessoire bij HP is aangeschaft
Een lage acculading verhelpen wanneer er geen externe voedingsbron beschikbaar is
Sla uw werk op en sluit de computer af.
Een lage acculading verhelpen wanneer de computer de hibernationstand niet kan beëindigen
1. Sluit de netvoedingsadapter aan op de computer en op een externe voedingsbron.
2. Beëindig de hibernationstand door op de aan-uitknop te drukken.
In de fabriek verzegelde accu
Als u de status van de accu wilt bekijken of als de accu niet meer goed wordt opgeladen, voert u HP
Accucontrole uit vanuit de app HP Support Assistant (alleen bepaalde producten).
1. Typ support in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens de app HP Support Assistant.
– of –
Selecteer het pictogram met het vraagteken op de taakbalk.
2. Selecteer Probleemoplossing en oplossingen en selecteer vervolgens in het gedeelte Diagnose de
optie HP Accucontrole. Als in HP Accucontrole wordt aangegeven dat de accu moet worden vervangen,
neemt u contact op met de ondersteuning.
Een of meerdere accu's in dit product kunnen niet makkelijk door de gebruiker zelf worden vervangen. Als de
accu wordt verwijderd of vervangen, kan dit de dekking van uw garantie beïnvloeden. Als een accu defect is,
neemt u contact op met de ondersteuning.
Accuvoeding gebruiken 35
Externe voeding gebruiken
Raadpleeg de poster Installatie-instructies die meegeleverd is in de doos van de computer voor informatie
over het aansluiten van de computer op een externe voeding.
De computer gebruikt geen accuvoeding wanneer de computer is aangesloten op een externe voeding via een
goedgekeurde netvoedingsadapter of een optioneel dockingapparaat of dockingproduct.
WAARSCHUWING! Gebruik om veiligheidsredenen alleen de bij de computer geleverde netvoedingsadapter,
een door HP geleverde vervangende adapter of een door HP geleverde compatibele adapter.
WAARSCHUWING! Laad de accu van de computer niet op aan boord van een vliegtuig.
Sluit in de volgende gevallen de computer aan op een externe voedingsbron:
Wanneer u een accu oplaadt of kalibreert
Wanneer u systeemsoftware installeert of bijwerkt
Wanneer u het systeem-BIOS bijwerkt
Wanneer u informatie schrijft naar een schijf (alleen bepaalde producten)
Wanneer u Schijfdefragmentatie uitvoert op een computer met een interne harde schijf
Wanneer u een back-up of hersteltaak uitvoert
Wanneer u de computer op een externe voedingsbron aansluit, gebeurt het volgende:
De accu wordt opgeladen.
Wordt de helderheid van het beeldscherm verhoogd.
Het uiterlijk van het pictogram Energie verandert.
Wanneer u de externe voeding loskoppelt, gebeurt het volgende:
De computer schakelt over naar accuvoeding.
De helderheid van het beeldscherm wordt automatisch verlaagd om accuvoeding te besparen.
Het uiterlijk van het pictogram Energie verandert.
36 Hoofdstuk 6 Energiebeheer
7 De computer onderhouden
Het is zeer belangrijk om de computer regelmatig te onderhouden, zodat deze optimaal blijft functioneren. In
dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u hulpprogramma's zoals Schijfdefragmentatie en Schijfopruiming
gebruikt. In dit hoofdstuk worden ook instructies gegeven voor het bijwerken van programma's en
stuurprogramma's, het opschonen van de computer en worden tips gegeven voor het reizen met (of
verzenden van) de computer.
Prestaties verbeteren
Door de computer regelmatig te onderhouden met hulpprogramma's, zoals Schijfdefragmentatie en
Schijfopruiming, kunt u de prestaties van uw computer aanzienlijk verbeteren.
Schijfdefragmentatie gebruiken
HP adviseert om uw harde schijf één keer per maand te defragmenteren met Schijfdefragmentatie.
OPMERKING: Schijfdefragmentatie hoeft niet te worden uitgevoerd voor SSD's (solid-state drives).
U gebruikt Schijfdefragmentatie als volgt:
1. Sluit de computer aan op een netvoedingsbron.
2. Typ defragmenteren in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens Stations
defragmenteren en optimaliseren
.
3. Volg de instructies op het scherm.
Raadpleeg voor meer informatie de helpfunctie van Schijfdefragmentatie.
Schijfopruiming gebruiken
Gebruik Schijfopruiming om op de harde schijf naar overbodige bestanden te zoeken die u veilig kunt
verwijderen. Maak schijfruimte vrij zodat de computer eiciënter werkt.
U gebruikt Schijfopruiming als volgt:
1. Typ schijf in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens Schijfopruiming.
2. Volg de instructies op het scherm.
HP 3D DriveGuard gebruiken (alleen bepaalde producten)
HP 3D DriveGuard beschermt een harde schijven door deze te parkeren en gegevensverzoeken tegen te
houden wanneer zich de volgende gebeurtenissen voordoen:
U laat de computer vallen.
U verplaatst de computer met het beeldscherm gesloten en terwijl de computer op accuvoeding werkt.
Kort na deze gebeurtenissen wordt de normale werking van de vaste schijf door HP 3D DriveGuard hersteld.
OPMERKING: Alleen interne harde schijven worden beschermd door HP 3D DriveGuard. Een harde schijf die
is geplaatst in een optioneel dockingapparaat of is aangesloten op een USB-poort, wordt niet beschermd
door HP 3D DriveGuard.
Prestaties verbeteren 37
OPMERKING: Omdat solid-state drives (SSD's) geen bewegende onderdelen bevatten, is HP 3D DriveGuard
niet nodig voor deze schijfeenheden.
De status van HP 3D DriveGuard herkennen
Het lampje van de harde schijf op de computer verandert van kleur om aan te geven dat een schijf in de ruimte
van de primaire harde schijf, de ruimte van de secundaire harde schijf (alleen bepaalde producten) of beide
zijn geparkeerd.
Updates van programma's en stuurprogramma's uitvoeren
HP raadt u aan regelmatig uw programma's en stuurprogramma's bij te werken. Met updates worden
problemen opgelost en worden nieuwe functies en opties op de computer geïnstalleerd. Het is bijvoorbeeld
mogelijk dat oude grasche onderdelen niet meer correct werken met de nieuwste gamingsoftware. Zonder
het nieuwste stuurprogramma haalt u niet het beste uit uw apparatuur.
Gebruik een van de volgende methoden om programma's en stuurprogramma's bij te werken:
Bijwerken met Windows 10 op pagina 38
Bijwerken met Windows 10 S op pagina 38
Bijwerken met Windows 10
Programma's en stuurprogramma's bijwerken:
1. Typ support in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens de app HP Support Assistant.
– of –
Selecteer het pictogram met het vraagteken op de taakbalk.
2. Selecteer Mijn notebook, selecteer het tabblad Updates en selecteer vervolgens Controleren op
updates en berichten.
3. Volg de instructies op het scherm.
Bijwerken met Windows 10 S
Programma's bijwerken:
1. Selecteer Start en vervolgens Microsoft Store.
2. Selecteer de proelafbeelding van uw account naast het zoekvak en selecteer Downloads en updates.
3. Op de pagina Downloads en updates selecteert u hetgeen moet worden bijgewerkt en volgt u de
instructies op het scherm.
Stuurprogramma's bijwerken:
1. Typ windows update-instellingen in het zoekvak van de taakbalk en selecteer Windows
Update-instellingen.
2. Selecteer Controleren op updates.
OPMERKING: Als Windows geen nieuw stuurprogramma vindt, gaat u naar de website van de fabrikant
van het apparaat en volgt u de instructies.
38 Hoofdstuk 7 De computer onderhouden
Uw computer reinigen
Als u uw computer regelmatig reinigt, worden vuil, puin en schadelijke bacteriën verwijderd. Gebruik de
volgende informatie voor het reinigen van de meeste computeroppervlakken. Zie Fineerhout onderhouden
(alleen bepaalde producten) op pagina 40 voor computers met neerhout.
HP Easy Clean gebruiken (alleen bepaalde producten)
Met HP Easy Clean kunt u onbedoelde invoer voorkomen terwijl u de computeroppervlakken met
kiemdodende doekjes reinigt. Deze software schakelt apparaten, zoals het toetsenbord, het aanraakscherm
en het touchpad, gedurende een vooraf ingestelde tijd uit, zodat u alle computeroppervlakken kunt reinigen.
1. U kunt HP Easy Clean op een van de volgende manieren opstarten:
Selecteer het menu Start en selecteer vervolgens HP Easy Clean.
– of –
Selecteer het pictogram HP Easy Clean in de taakbalk.
– of –
Selecteer Start en selecteer vervolgens HP Easy Clean.
2. Nu uw apparaten voor een korte periode zijn uitgeschakeld, gebruikt u kiemdodende doekjes om alle
blootgestelde oppervlakken van uw computer, inclusief het toetsenbord, display, touchpad en hoesje,
veilig te desinfecteren. Volg de aanwijzingen van de fabrikant voor het gebruik van de doekjes.
BELANGRIJK: Gebruik een bepaald schoonmaakmiddel pas als u zeker weet dat het niet de volgende
bestanddelen bevat:
alcohol
aceton
ammoniumchloride
methyleenchloride
koolwaterstoen
alle op aardolie gebaseerde materialen, zoals benzeen of verdunner
OPMERKING: Houd de computer open totdat deze volledig aan de lucht heeft kunnen drogen.
3. Wanneer het oppervlak droog is:
a. Sluit de netvoeding aan.
b. Sluit alle externe apparaten aan.
c. Schakel de computer in.
Vuil en puin verwijderen uit computers zonder HP Easy Clean
Als HP Easy Clean niet vooraf op uw computer is geïnstalleerd, volgt u deze stappen:
1. Schakel de computer uit om elektrische schokken of schade aan componenten te voorkomen.
Uw computer reinigen 39
a. Koppel de netvoeding los.
b. Koppel alle externe apparaten los.
2. Veeg de buitenkant van de computer af met een zacht, met water bevochtigd doekje om indien nodig
het vuil te verwijderen.
Het doekje moet van droog microvezel zijn of een zeem (antistatisch doekje zonder olie) of
antistatische schoonmaakdoekjes.
Het doekje moet vochtig zijn, maar niet nat. Water dat in de ventilatie of andere toegangspunten
druppelt, kan schade veroorzaken.
Gebruik geen vezelachtig materiaal, zoals papieren doekjes, die de computer kunnen bekrassen. In
de loop van de tijd kunnen er vuil en reinigingsmiddelen in de krassen achterblijven.
3. Laat het apparaat aan de lucht drogen voordat u de computer gebruikt of extra reinigt met
kiemdodende doekjes.
4. Wanneer u klaar bent met reinigen en het oppervlak droog is:
a. Sluit de netvoeding aan.
b. Sluit alle externe apparaten aan.
c. Schakel de computer in.
Fineerhout onderhouden (alleen bepaalde producten)
Uw product bevat mogelijk neerhout van hoge kwaliteit. Zoals met alle natuurlijke houtproducten is een
goede verzorging en behandeling van belang om gedurende de levensduur van het product de beste
resultaten te garanderen. Vanwege de aard van natuurlijk hout zijn er mogelijk unieke verschillen in het
nerfpatroon of subtiele kleurverschillen zichtbaar. Dit is een normaal verschijnsel.
Reinig het hout met een droge, antistatische microvezeldoek of zemen lap.
Gebruik geen reinigingsproducten die stoen bevatten zoals ammoniak, chloor, aceton, terpentijn of
terpentine.
Stel het hout niet langdurig bloot aan zonlicht of vocht.
Als het hout nat wordt, droogt u het af met een absorberende pluisvrije doek.
Zorg dat het hout niet in aanraking komt met een kleurstof of een andere stof die verkleuring kan
veroorzaken.
Vermijd contact met scherpe voorwerpen of ruwe oppervlakken die krassen op het hout kunnen
veroorzaken.
Reizen met of verzenden van de computer
Als u de computer wilt meenemen op reis of als u de computer wilt verzenden, neemt u de volgende tips in
acht om de apparatuur te beschermen.
Ga als volgt te werk om de computer gereed te maken voor transport:
Maak een back-up van uw gegevens op een externe schijfeenheid.
Verwijder alle schijven en alle externe mediakaarten, zoals geheugenkaarten.
40 Hoofdstuk 7 De computer onderhouden
Schakel alle externe apparaten uit en koppel ze vervolgens los.
Schakel de computer uit.
Maak een back-up van uw gegevens. Bewaar de back-up niet bij de computer.
Als u moet vliegen, neemt u de computer mee als handbagage. Geef deze niet af met uw ruimbagage.
BELANGRIJK: Stel schijfeenheden niet bloot aan magnetische velden. Voorbeelden van
beveiligingsapparatuur met magnetische velden zijn detectiepoortjes op vliegvelden en detectorstaven.
In beveiligingsapparatuur waarmee handbagage wordt gescand, worden röntgenstralen gebruikt in
plaats van magnetische velden. Deze beveiligingsapparatuur brengt geen schade toe aan
schijfeenheden.
Als u de computer tijdens een vlucht wilt gebruiken, luister dan naar mededelingen tijdens de vlucht
waarin wordt aangegeven wanneer u de computer mag gebruiken. Elke maatschappij heeft eigen regels
voor het gebruik van computers tijdens vluchten.
Verzend een computer of schijfeenheid in goed beschermend verpakkingsmateriaal. Vermeld op de
verpakking dat het om breekbare apparatuur gaat.
Het gebruik van draadloze apparaten is mogelijk in sommige omgevingen niet toegestaan. Dit kan het
geval zijn aan boord van een vliegtuig, in ziekenhuizen, in de buurt van explosieven en op gevaarlijke
locaties. Als u niet zeker weet wat het beleid is ten aanzien van het gebruik van een bepaald apparaat,
kunt u het beste vooraf toestemming vragen voordat u de computer inschakelt.
Neem de volgende suggesties in acht als u de computer in het buitenland wilt gebruiken:
Informeer naar de douanebepalingen voor computers in de landen of regio's die u gaat bezoeken.
Controleer de netsnoer- en adaptervereisten voor elke locatie waar u de computer wilt gebruiken.
De netspanning, frequentie en stekkers kunnen per land of regio verschillen.
WAARSCHUWING! Gebruik voor de computer geen adaptersets die voor andere apparaten zijn
bedoeld, om het risico van een elektrische schok, brand of schade aan de apparatuur te beperken.
Reizen met of verzenden van de computer 41
8 De computer en gegevens beveiligen
Computerbeveiliging is essentieel om de vertrouwelijkheid, integriteit en beschikbaarheid van uw gegevens te
waarborgen. Standaardbeveiligingsoplossingen die worden geboden door het besturingssysteem Windows,
applicaties van HP, Setup Utility (BIOS) en andere software van derden kunnen uw persoonlijke instellingen en
gegevens beschermen tegen uiteenlopende risico's zoals virussen, wormen en andere types schadelijke code.
OPMERKING: Mogelijk zijn niet alle in dit hoofdstuk genoemde beveiligingsvoorzieningen beschikbaar op
uw computer.
Wachtwoorden gebruiken
Een wachtwoord is een groep tekens die u kiest om uw computergegevens te beveiligen en om online
transacties te beschermen. U kunt verschillende types wachtwoorden instellen. Toen u bijvoorbeeld uw
computer voor de eerste keer instelde, werd u gevraagd om een gebruikerswachtwoord aan te maken om uw
computer te beveiligen. U kunt extra wachtwoorden instellen in Windows of in HP Setup Utility (BIOS), dat
vooraf is geïnstalleerd op uw computer.
Wellicht vindt u het handig om hetzelfde wachtwoord te gebruiken voor een voorziening van Setup Utility
(BIOS) en een beveiligingsvoorziening van Windows.
Gebruik de volgende tips voor het maken en opslaan van wachtwoorden:
Om het risico te beperken dat u geen toegang meer heeft tot bepaalde voorzieningen van de computer,
moet elk wachtwoord worden vastgelegd en op een veilige plaats worden bewaard. Bewaar de
wachtwoorden niet in een bestand op de computer.
Volg, bij het maken van wachtwoorden, de voorschriften die worden gesteld door het programma.
Wijzig uw wachtwoorden ten minste één keer per kwartaal.
Een sterk wachtwoord is lang en bestaat uit letters, leestekens, symbolen en cijfers.
Voordat u de computer verzendt voor reparatie, maakt u een back-up van uw bestanden. Verwijder
daarna vertrouwelijke bestanden en alle wachtwoordinstellingen.
Ga als volgt te werk voor meer informatie over Windows-wachtwoorden, zoals wachtwoorden voor de
schermbeveiliging:
Typ support in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens de app HP Support Assistant.
– of –
Selecteer het pictogram met het vraagteken op de taakbalk.
Windows-wachtwoorden instellen
Tabel
8-1 Soorten Windows-wachtwoorden en hun functies
Wachtwoord Functie
Gebruikerswachtwoord Beveiligt de toegang tot een Windows-gebruikersaccount.
Beheerderswachtwoord Beveiligt de toegang tot de inhoud van de computer op beheerdersniveau.
OPMERKING: Met dit wachtwoord krijgt u geen toegang tot de inhoud van Setup Utility (BIOS).
42 Hoofdstuk 8 De computer en gegevens beveiligen
Wachtwoorden instellen in Setup Utility (BIOS)
Tabel 8-2 Soorten BIOS-wachtwoorden en hun functies
Wachtwoord Functie
Beheerderswachtwoord Dit wachtwoord moet elke keer worden ingevoerd wanneer u Setup Utility (BIOS) wilt openen.
Als u uw beheerderswachtwoord vergeten bent, kunt u Setup Utility (BIOS) niet openen.
Opstartwachtwoord Dit wachtwoord moet telkens worden ingevoerd wanneer u de computer inschakelt of opnieuw
opstart.
Als u het opstartwachtwoord vergeet, kunt u de computer niet meer inschakelen of opnieuw
opstarten.
Ga als volgt te werk om een beheerders- of opstartwachtwoord in Setup Utility (BIOS) in te stellen, te wijzigen
of te verwijderen:
BELANGRIJK: Wees zeer voorzichtig met het aanbrengen van wijzigingen in Setup Utility (BIOS). Fouten
kunnen ertoe leiden dat de computer niet meer goed functioneert.
1. Start als volgt Setup Utility (BIOS):
Computers of tablets met een toetsenbord:
Schakel de computer in of start deze opnieuw op, druk snel op esc en druk daarna op f10.
Tablets zonder toetsenbord:
1. Zet de tablet aan of start deze opnieuw op, druk snel op de knop Geluid harder en houd deze
knop ingedrukt.
– of –
Zet de tablet aan of start deze opnieuw op, druk snel op de knop Geluid zachter en houd deze
knop ingedrukt.
– of –
Zet de tablet aan of start deze opnieuw op, druk snel op de Windows-knop en houd deze knop
ingedrukt.
2. Tik op f10.
2. Druk op Security (Beveiliging) en volg de instructies op het scherm.
Om uw wijzigingen op te slaan, selecteert u Exit (Afsluiten), Save Changes and Exit (Wijzigingen opslaan en
afsluiten) en daarna Yes (Ja).
OPMERKING: Als u pijltoetsen gebruikt om uw keuze te markeren, moet u op enter drukken.
De voorkeursinstellingen zijn van kracht zodra de computer opnieuw is opgestart.
Windows Hello gebruiken (alleen bepaalde producten)
Op producten die zijn voorzien van een vingerafdruklezer of een infraroogelijkstroom bijamera kunt u met
Windows Hello uw vingerafdruk en uw gezichts-ID registreren, en een pincode instellen. Na de inschrijving
kunt u uw vingerafdruklezer, gezichts-ID of pincode gebruiken om u aan te melden bij Windows.
Windows Hello gebruiken (alleen bepaalde producten) 43
Windows Hello instellen:
1. Selecteer de knop Start, Instellingen, Accounts en vervolgens Aanmeldopties.
2. Als u een wachtwoord wilt toevoegen, selecteert u Wachtwoord en vervolgens Toevoegen.
3. Selecteer onder Windows Hello-vingerafdruk of Windows Hello-gezicht Instellen.
4. Selecteer Aan de slag en volg de instructies op het scherm om uw vingerafdruk of gezichts-id te
registreren en een pincode in te stellen.
BELANGRIJK: Om te voorkomen dat u problemen ondervindt met aanmelden met vingerafdruk, zorgt
u er tijdens het vastleggen van uw vingerafdruk voor dat alle zijden van uw vinger door de
vingerafdruklezer worden geregistreerd.
OPMERKING: Er gelden geen lengterestricties voor de pincode. De standaardinstelling is alleen cijfers.
Als u alfabetische of speciale tekens wilt opnemen, vinkt u het selectievakje inclusief letters en
symbolen aan.
44 Hoofdstuk 8 De computer en gegevens beveiligen
Internetbeveiligingssoftware gebruiken
Wanneer u uw computer gebruikt voor toegang tot e-mail, een netwerk of internet, wordt uw computer
mogelijk blootgesteld aan computervirussen, spyware en andere online bedreigingen. Om uw computer te
beschermen, kan er een evaluatieversie van internetbeveiligingssoftware met antivirus- en
rewallvoorzieningen vooraf op uw computer zijn geïnstalleerd. Het is noodzakelijk om beveiligingssoftware
regelmatig bij te werken, zodat deze ook bescherming biedt tegen pas ontdekte virussen en andere
beveiligingsrisico's. HP raadt u aan om de evaluatieversie van de beveiligingssoftware te upgraden of
software van uw keuze aan te schaen om uw computer volledig te beveiligen.
Antivirussoftware gebruiken
Virussen kunnen (hulp)programma's of het besturingssysteem buiten werking stellen of de werking ervan
verstoren. Met antivirussoftware kunnen de meeste virussen worden opgespoord en vernietigd. In de meeste
gevallen kan ook eventuele schade die virussen aanrichten worden hersteld.
Het is noodzakelijk om antivirussoftware regelmatig bij te werken, zodat deze ook bescherming biedt tegen
pas ontdekte virussen.
Er is mogelijk een antivirusprogramma vooraf geïnstalleerd op de computer. HP raadt u aan om het
antivirusprogramma van uw keuze te gebruiken om uw computer volledig te beveiligen.
Voor meer informatie over computervirussen typt u support in het zoekvak van de taakbalk en selecteert u
vervolgens de app
HP Support Assistant.
– of –
Selecteer het pictogram met het vraagteken op de taakbalk.
Firewallsoftware gebruiken
Firewalls zijn bedoeld om ongeoorloofde toegang tot een systeem of netwerk te voorkomen. Een rewall kan
een softwareprogramma zijn dat u op uw computer, netwerk of beide installeert of het kan een oplossing zijn
die zowel uit hardware als software bestaat.
Er zijn twee soorten rewalls waaruit u kunt kiezen:
Hostgebaseerde rewallsoftware die alleen de computer beschermt waarop deze is geïnstalleerd;
Netwerkgebaseerde rewalls die tussen het ADSL- of kabelmodem en uw thuisnetwerk worden
geïnstalleerd om alle computers in het netwerk te beschermen.
Wanneer een rewall is geïnstalleerd op een systeem, worden alle gegevens die vanaf en naar het systeem
worden verzonden, gecontroleerd en vergeleken met een reeks door de gebruiker gedenieerde
beveiligingscriteria. Gegevens die niet aan deze criteria voldoen, worden geblokkeerd.
Software-updates installeren
U moet regelmatig de software van HP, Windows en externe software updaten om problemen met de
beveiliging op te lossen en de prestaties van de software te verbeteren.
BELANGRIJK: Microsoft stuurt meldingen over Windows-updates. Deze updates kunnen ook
beveiligingsupdates bevatten. Installeer alle updates van Microsoft zodra u een waarschuwing ontvangt om
de computer te beschermen tegen beveiligingslekken en computervirussen.
U kunt deze updates automatisch installeren.
Internetbeveiligingssoftware gebruiken 45
Ga als volgt te werk om de instellingen te bekijken of te wijzigen:
1. Selecteer de knop Start, selecteer Instellingen en selecteer vervolgens Bijwerken en beveiliging.
2. Selecteer Windows Update en volg de instructies op het scherm.
3. Als u een tijdstip wilt plannen voor het installeren van updates, selecteert u Geavanceerde opties en
volgt u de instructies op het scherm.
HP Device as a Service gebruiken (alleen bepaalde producten)
HP DaaS is een IT-cloudoplossing waarmee bedrijven hun activa op eectieve wijze kunnen beheren en
beveiligen. Met HP DaaS bent u beveiligd tegen schadelijke software en andere aanvallen, wordt de status van
het apparaat gecontroleerd en bent u minder tijd kwijt aan het oplossen van problemen met het apparaat en
beveiligingsproblemen. U kunt de software snel downloaden en installeren. Dit is veel voordeliger dan
wanneer u intern op zoek gaat naar een oplossing. Raadpleeg https://www.hptouchpointmanager.com/ voor
meer informatie.
Draadloos netwerk beveiligen
Schakel bij het instellen van een WLAN of het gebruiken van een bestaand WLAN altijd
beveiligingsvoorzieningen in om uw netwerk te beschermen tegen ongeoorloofde toegang. WLAN's in
openbare gelegenheden (hotspots), zoals cafés en luchthavens bieden mogelijk geen extra beveiliging.
Back-up maken van applicaties en gegevens
Maak regelmatig een back-up van uw software-applicaties en gegevens om deze te beveiligen tegen
permanent verlies of schade door een virusaanval of een software- of hardwarestoring.
Een optionele beveiligingskabel gebruiken (alleen bepaalde
producten)
Er is een beveiligingskabel (afzonderlijk aan te schaen) ontworpen waarvan op de eerste plaats een
ontmoedigingseect moet uitgaan. Deze voorziening kan echter niet voorkomen dat de computer verkeerd
wordt gebruikt of wordt gestolen. Om een beveiligingskabel aan te sluiten op uw computer volgt u de
instructies van de fabrikant van het apparaat.
46 Hoofdstuk 8 De computer en gegevens beveiligen
9 Setup Utility (BIOS) gebruiken
Setup Utility, ook wel Basic Input/Output System (BIOS) genoemd, regelt de communicatie tussen alle invoer-
en uitvoerapparaten in het systeem (zoals schijfeenheden, het beeldscherm, het toetsenbord, de muis en de
printer). Setup Utility (BIOS) bevat instellingen voor de soorten apparaten die zijn geïnstalleerd, voor de
opstartvolgorde van de computer en voor de hoeveelheid systeemgeheugen en uitbreidingsgeheugen.
OPMERKING: Als u Setup Utility wilt openen op een convertible computer, moet u de computer in de
notebookmodus zetten en moet u het toetsenbord gebruiken dat aangesloten is op uw notebook.
Setup Utility (BIOS) starten
BELANGRIJK: Wees zeer voorzichtig met het aanbrengen van wijzigingen in Setup Utility (BIOS). Fouten
kunnen ertoe leiden dat de computer niet meer goed functioneert.
Schakel de computer in of start deze opnieuw op en druk snel op f10.
– of –
Schakel de computer in of start deze opnieuw op, druk snel op esc en druk daarna op f10 wanneer het
menu Start wordt weergegeven.
Setup Utility (BIOS) bijwerken
Bijgewerkte versies van het Setup Utility (BIOS) zijn beschikbaar via de website van HP.
De meeste BIOS-updates op de website van HP zijn ingepakt in gecomprimeerde bestanden die SoftPaqs
worden genoemd.
Sommige downloadpakketten bevatten een bestand met de naam Readme.txt. Dit bestand bevat informatie
over de installatie en het oplossen van problemen.
BIOS-versie vaststellen
Om te bepalen of u Setup Utility (BIOS) moet bijwerken, controleert u eerst welke BIOS-versie op uw computer
is geïnstalleerd.
Gebruik een van deze opties om de BIOS-versiegegevens weer te geven (ook wel de ROM-datum en het
systeem-BIOS genoemd).
HP Support Assistant
1. Typ support in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens de app HP Support
Assistant
.
– of –
Selecteer het pictogram met het vraagteken op de taakbalk.
2. Selecteer Mijn notebook en selecteer vervolgens Specicaties.
Setup Utility (BIOS)
Setup Utility (BIOS) starten 47
1. Start Setup Utility (BIOS) (zie Setup Utility (BIOS) starten op pagina 47).
2. Selecteer Main (Hoofd) en noteer uw BIOS-versie.
3. Selecteer Exit (Afsluiten), selecteer een van de opties en volg de instructies op het scherm.
Druk in Windows op CTRL+Alt+S.
Zie BIOS-update downloaden op pagina 48 om te controleren of er een nieuwere BIOS-versie beschikbaar is.
BIOS-update downloaden
BELANGRIJK: Om het risico van schade aan de computer of een mislukte installatie te beperken, moet u een
BIOS-update alleen downloaden en installeren als de computer met de netvoedingsadapter is aangesloten op
een betrouwbare externe voedingsbron. Download of installeer een BIOS-update niet wanneer de computer
op accuvoeding werkt of wanneer de computer is aangesloten op een optioneel dockingapparaat of een
optionele voedingsbron. Volg de onderstaande instructies tijdens het downloaden en installeren:
Schakel de stroomvoorziening van de computer niet uit door de stekker van het netsnoer uit het
stopcontact te halen.
Sluit de computer niet af en activeer de slaapstand niet.
Zorg dat u geen apparaten, kabels of snoeren plaatst, verwijdert, aansluit of loskoppelt.
OPMERKING: Als de computer op een netwerk is aangesloten, neemt u contact op met de
netwerkbeheerder voordat u software-updates installeert, vooral als het gaat om updates van het systeem-
BIOS.
1. Typ support in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens de app HP Support Assistant.
– of –
Selecteer het pictogram met het vraagteken op de taakbalk.
2. Selecteer Updates en selecteer vervolgens Controleren op updates en berichten.
3. Volg de instructies op het scherm om de computer te selecteren en de BIOS-update te zoeken die u wilt
downloaden.
4. Voer in de downloadsectie de volgende stappen uit:
a. Zoek de BIOS-update die recenter is dan de BIOS-versie die momenteel op de computer is
geïnstalleerd en vergelijk ze. Als de update recenter is dan uw BIOS-versie, noteert u de datum,
naam of een ander typerend kenmerk van de update. Aan de hand van deze gegevens kunt u de
update terugvinden nadat deze naar de harde schijf is gedownload.
b. Volg de instructies op het scherm om uw selectie te downloaden naar de harde schijf.
Noteer het pad naar de locatie op de harde schijf waarnaar de BIOS-update wordt gedownload. U
hebt dit pad nodig wanneer u klaar bent om de update te installeren.
De procedures voor de installatie van BIOS-updates kunnen verschillen. Voer de instructies op het scherm pas
uit als de download is voltooid. Als er geen instructies verschijnen, gaat u als volgt te werk:
1. Typ verkenner in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens Verkenner.
2. Selecteer de aanduiding voor de harde schijf. De aanduiding voor de harde schijf is doorgaans Lokale
schijf (C:).
3. Volg het pad dat u eerder hebt genoteerd en open de map waarin de update is opgeslagen.
48 Hoofdstuk 9 Setup Utility (BIOS) gebruiken
4. Dubbelklik op het bestand met de extensie .exe (bijvoorbeeld bestandsnaam.exe).
De installatie van het BIOS begint.
5. Volg de instructies op het scherm om de installatie te voltooien.
OPMERKING: Nadat op het scherm is aangegeven dat de installatie is geslaagd, kunt u het gedownloade
bestand van de vaste schijf verwijderen.
Setup Utility (BIOS) bijwerken 49
10 HP PC Hardware Diagnostics gebruiken
HP PC Hardware Diagnostics (Windows) gebruiken (alleen
bepaalde producten)
HP PC Hardware Diagnostics (Windows) is een hulpprogramma voor Windows waarmee u diagnosetests kunt
uitvoeren om te bepalen of de computerhardware goed werkt. Het hulpprogramma wordt uitgevoerd in het
besturingssysteem Windows om hardwareproblemen te diagnosticeren.
Als HP PC Hardware Diagnostics (Windows) niet op uw computer is geïnstalleerd, moet u dit eerst downloaden
en installeren. Zie HP PC Hardware Diagnostics (Windows) downloaden op pagina 50 om HP PC Hardware
Diagnostics (Windows) te downloaden.
Nadat HP PC Hardware Diagnostics (Windows) is geïnstalleerd, gaat u als volgt te werk dit vanuit HP Help en
ondersteuning of HP Support Assistant te openen.
1. HP PC Hardware Diagnostics (Windows) openen vanuit HP Help en ondersteuning:
a. Klik op de knop Start en selecteer HP Help en ondersteuning.
b. Selecteer HP PC Hardware Diagnostics Windows.
– of –
HP PC Hardware Diagnostics (Windows) openen vanuit HP Support Assistant:
a. Typ support in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens de app HP Support
Assistant
.
– of –
Selecteer het pictogram met het vraagteken op de taakbalk.
b. Selecteer Probleemoplossing en oplossingen.
c. Selecteer Diagnose en vervolgens HP PC Hardware Diagnostics (Windows).
2. Wanneer het hulpprogramma wordt geopend, selecteert u het soort diagnosetest dat u wilt uitvoeren en
volgt u de instructies op het scherm.
OPMERKING: Als u een diagnosetest wilt stoppen, selecteert u Annuleren.
Als HP PC Hardware Diagnostics (Windows) een fout detecteert waarvoor hardware vervangen moet worden,
wordt er een 24-cijferige fout-id-code gegenereerd. Het scherm toont een van de volgende opties:
Er wordt een fout-id-koppeling weergegeven. Selecteer de koppeling en volg de instructies op het
scherm.
Er worden instructies weergegeven voor het bellen van de ondersteuning. Volg deze instructies.
HP PC Hardware Diagnostics (Windows) downloaden
De instructies voor het downloaden van HP PC Hardware Diagnostics (Windows) zijn alleen beschikbaar
in het Engels.
U moet een Windows-computer gebruiken om dit hulpprogramma te downloaden omdat er alleen .exe-
bestanden worden verstrekt.
50 Hoofdstuk 10 HP PC Hardware Diagnostics gebruiken
De nieuwste versie van HP PC Hardware Diagnostics (Windows) downloaden
Ga als volgt te werk om HP PC Hardware Diagnostics (Windows) te downloaden:
1. Ga naar http://www.hp.com/go/techcenter/pcdiags. De startpagina van HP PC Diagnostics wordt
weergegeven.
2. Selecteer in het gedeelte HP PC Hardware Diagnostics Download en selecteer vervolgens een locatie op
uw computer of een USB-ashstation.
Het hulpprogramma wordt gedownload naar de geselecteerde locatie.
– of –
U kunt de volgende stappen gebruiken om HP PC hardware Diagnostics (Windows) vanuit de Microsoft Store
te downloaden:
1. Selecteer de Microsoft-app op uw bureaublad of typ Microsoft Store in het zoekvak van de
taakbalk.
2. Typ HP PC hardware Diagnostics (Windows) in het zoekvak van de Microsoft Store.
3. Volg de instructies op het scherm.
Het hulpprogramma wordt gedownload naar de geselecteerde locatie.
HP Hardware Diagnostics (Windows) op productnaam of -nummer downloaden (alleen bepaalde
producten)
OPMERKING: Voor bepaalde producten moet u mogelijk software downloaden naar een USB-ashstation
aan de hand van de productnaam of het productnummer.
Volg deze stappen om HP PC Hardware Diagnostics (Windows) te downloaden aan de hand van de
productnaam of het productnummer:
1. Ga naar http://www.hp.com/support.
2. Selecteer Software en drivers, selecteer uw type product en voer vervolgens de productnaam of het
nummer in het zoekvak in dat wordt weergegeven.
3. Selecteer Downloaden in het gedeelte Diagnose en volg de instructies op het scherm om de specieke
Windows-diagnoseversie voor uw computer of USB-ashstation te selecteren.
Het hulpprogramma wordt gedownload naar de geselecteerde locatie.
HP PC Hardware Diagnostics (Windows) installeren
Ga als volgt te werk om HP PC Hardware Diagnostics (Windows) te installeren:
Ga naar de map op uw computer of het USB-ashstation waarnaar het .exe-bestand is gedownload,
dubbelklik op het .exe-bestand en volg de instructies op het scherm.
HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) gebruiken
OPMERKING: Voor Windows 10 S-computers moet u een Windows-computer en een USB-ashstation
gebruiken voor het downloaden en maken van de HP UEFI ondersteuningsomgeving omdat alleen .exe-
bestanden worden verstrekt. Zie HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) naar een USB-ashstation downloaden
op pagina 52 voor meer informatie.
HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) gebruiken 51
Met HP PC Hardware Diagnostics (UEFI, Unied Extensible Firmware Interface) kunt u diagnostische tests
uitvoeren om te bepalen of de computerhardware goed werkt. Het hulpprogramma wordt buiten het
besturingssysteem uitgevoerd om hardwareproblemen te kunnen isoleren van problemen die worden
veroorzaakt door het besturingssysteem of andere softwarecomponenten.
Als uw pc niet in Windows wordt opgestart, kunt u HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) gebruiken om
hardwareproblemen te diagnosticeren.
Als HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) een fout detecteert waarvoor hardware vervangen moet worden,
wordt er een 24-cijferige fout-id-code gegenereerd. Voor hulp bij de probleemoplossing:
Selecteer Contact opnemen met HP, accepteer de privacyverklaring en scan vervolgens met een mobiel
apparaat de fout-id-code die op het volgende scherm wordt weergegeven. De pagina HP
Klantenondersteuning - Service Center wordt wordt weergegeven de fout-id en het productnummer
worden automatisch ingevuld. Volg de instructies op het scherm.
– of –
Neem contact op met de ondersteuning en geef de fout-id-code door.
OPMERKING: Als u het diagnoseprogramma wilt openen op een convertible computer, moet u de computer
in de notebookmodus zetten en moet u het toetsenbord gebruiken dat aangesloten is.
OPMERKING: Als u een diagnosetest wilt stoppen, drukt u op esc.
HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) starten
Ga als volgt te werk om HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) te starten:
1. Zet de computer aan of start deze opnieuw op en druk snel op esc.
2. Druk op f2.
Het BIOS zoekt op drie plaatsen en in de onderstaande volgorde naar diagnoseprogramma's:
a. Aangesloten USB-ashstation
OPMERKING: Zie De nieuwste versie van HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) downloaden
op pagina 53 om het hulpprogramma HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) naar een USB-
ashstation te downloaden.
b. Harde schijf
c. BIOS
3. Wanneer het diagnosehulpmiddel wordt geopend, selecteert u een taal, selecteert u het soort
diagnosetest dat u wilt uitvoeren en volgt u de instructies op het scherm.
HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) naar een USB-ashstation downloaden
Het downloaden van HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) naar een USB-ashstation kan in de volgende
situaties handig zijn:
HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) is niet inbegrepen in de vooraf geïnstalleerde image.
HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) is niet inbegrepen in de partitie HP Tool.
De harde schijf schijf is beschadigd.
OPMERKING: Instructies voor het downloaden van HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) zijn alleen
beschikbaar in het Engels. Ook moet u een Windows-computer gebruiken voor het downloaden en maken van
de HP UEFI ondersteuningsomgeving omdat er alleen .exe-bestanden worden verstrekt.
52 Hoofdstuk 10 HP PC Hardware Diagnostics gebruiken
De nieuwste versie van HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) downloaden
Ga als volgt te werk om de nieuwste versie van HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) naar een USB-ashstation
te downloaden:
1. Ga naar http://www.hp.com/go/techcenter/pcdiags. De startpagina van HP PC Diagnostics wordt
weergegeven.
2. Selecteer Download HP Diagnostics UEFI en selecteer vervolgens Uitvoeren.
HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) downloaden aan de hand van de productnaam of het
productnummer (alleen bepaalde producten)
OPMERKING: Voor bepaalde producten moet u mogelijk software downloaden naar een USB-ashstation
aan de hand van de productnaam of het productnummer.
HP Hardware Diagnostics (UEFI) naar een USB-ashstation downloaden aan de hand van de productnaam of
het productnummer (alleen bepaalde producten):
1. Ga naar http://www.hp.com/support.
2. Voer de productnaam of het productnummer in, selecteer uw computer en selecteer uw
besturingssysteem.
3. In het gedeelte Diagnostics volgt u de instructies op het scherm om de gewenste UEFI Diagnostics-
versie te selecteren en te downloaden.
Instellingen voor Remote HP PC Hardware Diagnostics (UEFI)
gebruiken (alleen bepaalde producten)
Remote HP PC Hardware Diagnostics is een rmware (BIOS)-functie waarmee u HP PC Hardware Diagnostics
(UEFI) naar uw computer kunt downloaden. Deze voert vervolgens diagnoses op uw computer uit en kan de
resultaten naar een vooraf gecongureerde server uploaden. Voor meer informatie over Remote HP PC
Hardware Diagnostics (UEFI) gaat u naar http://www.hp.com/go/techcenter/pcdiags en selecteert u Meer
informatie.
Remote HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) downloaden
OPMERKING: HP Remote PC Hardware Diagnostics (UEFI) is ook beschikbaar als SoftPaq die naar een server
kan worden gedownload.
De nieuwste versie van Remote HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) downloaden
Ga als volgt te werk om de nieuwste versie van Remote HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) te downloaden:
1. Ga naar http://www.hp.com/go/techcenter/pcdiags. De startpagina van HP PC Diagnostics wordt
weergegeven.
2. Selecteer Remote Diagnostics downloaden en selecteer vervolgens Uitvoeren.
Instellingen voor Remote HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) gebruiken (alleen bepaalde producten) 53
Remote HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) downloaden aan de hand van de productnaam of het
productnummer
OPMERKING: Voor bepaalde producten moet u mogelijk software downloaden aan de hand van de
productnaam of het productnummer.
Volg deze stappen om Remote HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) te downloaden aan de hand van de
productnaam of het productnummer:
1. Ga naar http://www.hp.com/support.
2. Selecteer Software en drivers, selecteer uw type product, voer de productnaam of het nummer in het
zoekvak in dat wordt weergegeven, selecteer uw computer en selecteer vervolgens uw
besturingssysteem.
3. In het gedeelte Diagnostics volgt u de instructies op het scherm om de gewenste Remote UEFI-versie te
selecteren en te downloaden.
Instellingen voor Remote HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) aanpassen
Door de instelling Remote HP PC Hardware Diagnostics in Computer Setup (BIOS) te gebruiken, kunt u de
volgende aanpassingen uitvoeren:
Een schema instellen voor het uitvoeren van diagnoses op de achtergrond. U kunt diagnoses ook direct
in interactieve modus starten door Remote HP PC Hardware Diagnostics uitvoeren te selecteren.
De locatie instellen voor het downloaden van de diagnosehulpmiddelen. Deze functie biedt toegang tot
de hulpprogramma's van de website van HP of vanaf een server die voor gebruik vooraf is
gecongureerd. De computer heeft de traditioneel lokale opslag (zoals een harde schijf of USB-
ashstation) niet nodig om externe diagnoses uit te voeren.
Een locatie instellen voor het opslaan van de testresultaten. U kunt ook de gebruikersnaam en het
wachtwoord instellen die bij uploads worden gebruikt.
Statusinformatie weergeven over eerder uitgevoerde diagnoses.
Volg deze stappen om de instellingen voor Remote HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) aan te passen:
1. Schakel de computer in of start de computer opnieuw op en druk als het HP logo wordt weergegeven op
F10 om Computer Setup te openen.
2. Selecteer Advanced (Geavanceerd) en selecteer vervolgens Settings (Instellingen).
3. Maak uw aanpassingsselecties.
4. Selecteer Main (Hoofd) en vervolgens Save Changes and Exit (Wijzigingen opslaan en afsluiten) om de
instellingen op te slaan.
De voorkeursinstellingen zijn van kracht zodra de computer opnieuw is opgestart.
54 Hoofdstuk 10 HP PC Hardware Diagnostics gebruiken
11 Back-ups maken, herstellen en bestanden
terugzetten
Dit hoofdstuk biedt informatie over de volgende processen, die voor de meeste producten
standaardprocedures zijn:
Back-up maken van uw persoonlijke gegevens: u kunt Windows-hulpprogramma's gebruiken om een
back-up van uw persoonlijke gegevens te maken (zie Windows-hulpprogramma's gebruiken
op pagina 55).
Herstelpunt maken: u kunt Windows-hulpprogramma's gebruiken om een herstelpunt te maken (zie
Windows-hulpprogramma's gebruiken op pagina 55).
Terugzetmedia maken (alleen bepaalde producten): u kunt het downloadhulpprogramma HP Cloud
Recovery (alleen bepaalde producten) gebruiken om terugzetmedia te maken (zie Het
downloadhulpprogramma HP Cloud Recovery gebruiken om terugzetmedia te maken (alleen bepaalde
producten) op pagina 56).
Herstellen en terugzetten: Windows biedt verschillende opties voor het herstellen vanaf een back-up,
het vernieuwen van de computer en het terugzetten van de computer naar de oorspronkelijke staat (zie
Windows-hulpprogramma's gebruiken op pagina 55).
BELANGRIJK: Als u herstelprocedures uitvoert op een tablet, moet de accu van de tablet ten minste 70%
zijn opgeladen voordat u het herstelproces start.
BELANGRIJK: Sluit op een tablet met een afneembaar toetsenbord de tablet aan op de keyboard-base
voordat u begint met het uitvoeren van een herstelproces.
Het maken van back-ups van gegevens en terugzetmedia
Windows-hulpprogramma's gebruiken
BELANGRIJK: Windows is de enige optie om een back-up van uw persoonlijke gegevens te maken. Plan
regelmatige back-ups in om te voorkomen dat uw gegevens verloren gaan.
U kunt Windows-hulpprogramma's gebruiken voor het maken van back-ups van persoonlijke gegevens en het
maken van systeemherstelpunten en terugzetmedia.
OPMERKING: Als de opslag 32 GB of minder is, is Microsoft Systeemherstel standaard uitgeschakeld.
Zie de app Hulp zoeken voor meer informatie en stappen.
1. Selecteer de knop Start en vervolgens de app Hulp zoeken.
2. Voer de taak in die u wilt uitvoeren.
OPMERKING: U moet om de app Hulp zoeken te openen, verbonden zijn met internet.
Het maken van back-ups van gegevens en terugzetmedia 55
Het downloadhulpprogramma HP Cloud Recovery gebruiken om terugzetmedia te
maken (alleen bepaalde producten)
U kunt het downloadhulpprogramma HP Cloud Recovery gebruiken om HP terugzetmedia op een USB-
ashstation te zetten waarmee kan worden opgestart.
Voor details:
Ga naar http://www.hp.com/support, zoek naar HP Cloud Recovery en selecteer vervolgens het
resultaat dat overeenkomt met het type computer dat u hebt.
OPMERKING: Als u zelf geen terugzetmedia kunt maken, neemt u dan contact op met ondersteuning om
een herstelschijf te verkrijgen. Ga naar http://www.hp.com/support, selecteer uw land of regio en volg de
instructies op het scherm.
Herstellen en terugzetten
Herstellen, opnieuw instellen en vernieuwen met Windows-hulpprogramma's
Windows biedt verschillende opties voor het herstellen, opnieuw instellen en vernieuwen van de computer.
Zie Windows-hulpprogramma's gebruiken op pagina 55 voor meer informatie.
Herstellen met HP terugzetmedia
U kunt HP terugzetmedia gebruiken om het originele besturingssysteem en de softwareprogramma's te
herstellen die in de fabriek zijn geïnstalleerd. Op bepaalde producten kan dit worden gemaakt op een
opstartbaar USB-ashstation met het downloadhulpprogramma HP Cloud Recovery. Zie Het
downloadhulpprogramma HP Cloud Recovery gebruiken om terugzetmedia te maken (alleen bepaalde
producten) op pagina 56 voor meer informatie.
OPMERKING: Als u zelf geen terugzetmedia kunt maken, neemt u dan contact op met ondersteuning om
een herstelschijf te verkrijgen. Ga naar http://www.hp.com/support, selecteer uw land of regio en volg de
instructies op het scherm.
Uw systeem herstellen:
Plaats de HP terugzetmedia en start de computer opnieuw op.
Opstartvolgorde van de computer wijzigen
Als de computer niet automatisch opnieuw opstart wanneer u de HP terugzetmedia gebruikt, kunt u de
opstartvolgorde van de computer wijzigen. Dit is de volgorde van de apparaten in het BIOS waar de computer
de opstartinformatie opzoekt. U kunt de selectie wijzigen in een optischeschijfeenheid of een USB-
ashstation, afhankelijk van de locatie van uw HP terugzetmedia.
De opstartvolgorde wijzigen:
BELANGRIJK: Sluit een tablet met een afneembaar toetsenbord aan op de keyboard-base voordat u deze
stappen uitvoert.
1. Plaats de HP terugzetmedia.
2. Open het systeemmenu Opstarten.
Voor computers of tablets met een aangesloten toetsenbord:
Schakel de computer of tablet in of start deze opnieuw op, druk snel op esc en druk op f9 om de
opstartopties weer te geven.
56 Hoofdstuk 11 Back-ups maken, herstellen en bestanden terugzetten
Voor tablets zonder toetsenbord:
Schakel de tablet in of start deze opnieuw op, houd snel de knop Geluid harder ingedrukt en
selecteer vervolgens f9.
– of –
Schakel de tablet in of start deze opnieuw op, houd snel de knop Geluid zachter ingedrukt en
selecteer vervolgens f9.
3. Selecteer de optischeschijfeenheid of het USB-ashstation waarmee u wilt opstarten en volg de
instructies op het scherm.
HP Sure Recover gebruiken (alleen bepaalde producten)
Bepaalde computermodellen zijn gecongureerd met HP Sure Recover, een hersteloplossing voor het pc-
besturingssyteem die is geïntegreerd in de hardware en rmware. HP Sure Recover kan de HP
besturingssysteemimage volledig herstellen zonder dat er herstelsoftware is geïnstalleerd.
Met HP Sure Recover kan een beheerder of gebruiker het systeem herstellen en installeren:
Nieuwste versie van het besturingssysteem
Platformspecieke apparaatstuurprogramma's
Softwaretoepassingen, in het geval van een aangepaste image
Ga voor de meest recente documentatie over HP Sure Recover naar http://www.hp.com/support. Selecteer
Zoek uw product en volg de instructies op het scherm.
Herstellen en terugzetten 57
12 Specicaties
Ingangsvermogen
De gegevens over elektrische voeding in dit gedeelte kunnen van pas komen als u internationaal wilt reizen
met de computer.
De computer werkt op gelijkstroom, die kan worden geleverd via netvoeding of via een voedingsbron voor
gelijkstroom. De capaciteit van de netvoedingsbron moet 100–240 V en 50–60 Hz zijn. Hoewel de computer
kan worden gevoed via een aparte gelijkstroomvoedingsbron, wordt u ten zeerste aangeraden de computer
alleen aan te sluiten via een netvoedingsadapter of een gelijkstroombron die door HP is geleverd en
goedgekeurd voor gebruik met deze computer.
De computer is geschikt voor gelijkstroom binnen de volgende specicaties. Netspanning in bedrijf en
werkstroom verschillen per platform. U vindt de bedrijfsspanning en werkstroom van de computer op het
label met kennisgevingen.
Tabel 12-1 Gelijkstroom, specicaties
Ingangsvermogen Capaciteit
Netspanning in bedrijf en
werkstroom
5 V gelijkstroom bij 2 A / 12 V gelijkstroom bij 3 A / 15 V gelijkstroom bij 3 A – 45 W USB-C
5 V gelijkstroom bij @ 3 A / 9 V gelijkstroom bij @ 3 A / 12 V gelijkstroom bij @ 3,75 A /15 V
gelijkstroom bij @ 3 A – 45 W USB-C
5 V gelijkstroom bij 3 A / 9 V gelijkstroom bij 3 A / 10 V gelijkstroom bij 3,75 A / 12 V gelijkstroom
bij 3,75 A / 15 V gelijkstroom bij 3 A / 20 V gelijkstroom bij 2,25 A – 45 W USB-C
5 V gelijkstroom bij @ 3 A / 9 V gelijkstroom bij @ 3 A / 12 V gelijkstroom bij @ 5 A / 15 V
gelijkstroom bij @ 4,33 A / 20 V gelijkstroom bij @ 3,25 A – 65 W USB-C
5 V gelijkstroom bij @ 3 A / 9 V gelijkstroom bij @ 3 A / 10 V gelijkstroom bij @ 5 A / 12 V
gelijkstroom bij @ 5 A / 15 V gelijkstroom bij @ 4,33 A / 20 V gelijkstroom bij @ 3,25 A – 65 W
USB-C
5 V gelijkstroom bij 3 A / 9 V gelijkstroom bij 3 A / 10 V gelijkstroom bij 5 A / 12 V gelijkstroom bij 5
A / 15 V gelijkstroom bij 5 A / 20 V gelijkstroom bij 4,5 A – 90 W USB-C
19,5 V gelijkstroom bij 2,31 A - 45 W
19,5 V gelijkstroom bij 3,33 A - 65 W
19,5 V gelijkstroom bij 4,62 A - 90 W
19,5 V gelijkstroom bij 6,15 A - 120 W
19,5 V gelijkstroom bij @ 6,9 A – 135 W
19,5 V gelijkstroom bij @ 7,70 A – 150 W
19,5 V gelijkstroom bij @ 10,3 A – 200 W
19,5 V gelijkstroom bij @ 11,8 A – 230 W
19,5 V gelijkstroom bij @ 16,92 A – 330 W
Gelijkstroomstekker van externe
HP voeding (alleen bepaalde
producten)
58 Hoofdstuk 12 Specicaties
OPMERKING: Dit product is ontworpen voor IT-elektriciteitsnetten in Noorwegen met een fase-
fasespanning van maximaal 240 V wisselspanning.
Omgevingsvereisten
Tabel 12-2 Omgevingsvereisten, specicaties
Factor Metrisch VS
Temperatuur
In bedrijf 5 °C tot 35 °C 41 °F tot 95 °F
Buiten bedrijf -20 °C tot 60 °C -4 °F tot 140 °F
Relatieve luchtvochtigheid (zonder condensatie)
In bedrijf 10% tot 90% 10% tot 90%
Buiten bedrijf 5% tot 95% 5% tot 95%
Maximale hoogte (zonder drukcabine)
In bedrijf -15 m tot 3048 m -50 ft tot 10.000 ft
Buiten bedrijf -15 m tot 12.192 m -50 ft tot 40.000 ft
Omgevingsvereisten 59
13 Elektrostatische ontlading
Elektrostatische ontlading is het vrijkomen van statische elektriciteit wanneer twee objecten met elkaar in
aanraking komen, bijvoorbeeld de schok die u krijgt wanneer u over tapijt loopt en vervolgens een metalen
deurklink aanraakt.
Elektronische onderdelen kunnen worden beschadigd door de ontlading van statische elektriciteit vanaf
vingers of andere elektrostatische geleiders.
BELANGRIJK: Neem de volgende voorschriften in acht om het risico van schade aan de computer of een
schijfeenheid, of verlies van gegevens te beperken:
Als in de instructies voor het verwijderen of installeren van onderdelen wordt aangegeven dat u de
computer moet loskoppelen, controleer dan eerst of de computer goed is geaard.
Bewaar onderdelen in de antistatische verpakking totdat u klaar bent om ze te installeren.
Raak pinnen, aansluitingen en circuits niet aan. Zorg dat u elektronische onderdelen zo min mogelijk
hoeft aan te raken.
Gebruik niet-magnetisch gereedschap.
Raak voordat u de onderdelen aanraakt, een ongeverfd metalen oppervlak aan, zodat u niet statisch
geladen bent.
Als u een onderdeel verwijdert, doet u het in een antistatische verpakking.
60 Hoofdstuk 13 Elektrostatische ontlading
14 Toegankelijkheid
HP en toegankelijkheid
Diversiteit, integratie en werk/leven zit in het DNA van HP en wordt weerspiegeld in alles wat HP maakt. HP
streeft naar een inclusieve omgeving gericht op het verbinden mensen met de kracht van technologie over de
hele wereld.
De technologische hulpmiddelen vinden die u nodig hebt
Technologie opent voor u nieuwe deuren. Met ondersteunende technologieën worden barrières verwijderd en
kunt u thuis, op het werk en in de gemeenschap onafhankelijk creëren. Ondersteunende technologieën
helpen de functionele mogelijkheden van elektronische en informatietechnologie te vergroten, te
onderhouden en te verbeteren. Zie De beste ondersteunende technologie vinden op pagina 62 voor meer
informatie.
De toezegging van HP
HP zet zich ervoor in om producten en diensten aan te bieden die toegankelijk zijn voor mensen met een
handicap. Deze verbintenis ondersteunt de diversiteitsdoelstellingen van HP en zorgt ervoor dat de voordelen
van technologie voor iedereen beschikbaar zijn.
De doelstelling van HP op het gebied van toegankelijkheid is het ontwerpen, produceren en op de markt
brengen van producten en diensten die door iedereen gebruikt kunnen worden, waaronder ook mensen met
een handicap. Dit kan op basis van een autonoom systeem zijn of met behulp van de juiste assistieve
apparaten.
Om dat doel te bereiken, zijn met dit toegankelijkheidsbeleid zeven hoofddoelen vastgesteld om de acties van
HP te sturen. Van alle HP managers en werknemers wordt verwacht dat ze deze doelstellingen en de
implementatie ervan ondersteunen in overeenstemming met hun rollen en verantwoordelijkheden:
Verhogen van het bewustzijn van problemen met de toegankelijkheid binnen HP en medewerkers de
training bieden die ze nodig hebben om toegankelijke producten en diensten te ontwerpen, te
produceren, op de markt te brengen en te leveren.
Ontwikkelen van richtlijnen inzake toegankelijkheid voor producten en diensten en
productontwikkelingsgroepen verantwoordelijk houden voor het implementeren van deze richtlijnen
waar dit concurrerend, technisch en economisch haalbaar is.
Mensen met een handicap betrekken bij het ontwikkelen van richtlijnen inzake toegankelijkheid en bij
het ontwerpen en testen van producten en diensten.
Documenteren van toegankelijkheidsfuncties en informatie over HP producten en diensten in een
toegankelijke vorm openbaar beschikbaar stellen.
Relaties tot stand brengen met toonaangevende ondersteunende technologie en leveranciers van
oplossingen.
Ondersteunen van intern en extern onderzoek en ontwikkeling waarmee de ondersteunende
technologie die voor HP producten en diensten relevant is, verbeterd zal worden.
Ondersteunen van en bijdragen aan normen en richtlijnen voor toegankelijkheid in de sector.
HP en toegankelijkheid 61
International Association of Accessibility Professionals (IAAP)
IAAP is een vereniging zonder winstoogmerk die zich richt op bevordering van het vak van toegankelijkheid
via netwerken, onderwijs en certicering. Het doel is professionals op het gebied van toegankelijkheid te
helpen bij het ontwikkelen en stimuleren van hun carrière en organisaties beter in staat te stellen
toegankelijkheid te integreren in hun producten en infrastructuur.
HP is een van de oprichters en heeft zich aangesloten bij andere organisaties om de toegankelijkheid te
verbeteren. Deze toezegging ondersteunt de doelstelling van HP om producten en diensten te ontwerpen, te
produceren en op de markt te brengen die eectief door mensen met een handicap kunnen worden gebruikt.
IAAP maakt het vak sterk door personen, studenten en organisaties wereldwijd met elkaar te verbinden om
van elkaar te leren. Als u meer wilt weten, ga dan naar de online community op
http://www.accessibilityassociation.org, meld u aan voor nieuwsbrieven en lees meer over
lidmaatschapsopties.
De beste ondersteunende technologie vinden
Iedereen, inclusief mensen met een handicap of leeftijdsgebonden beperkingen, moet in staat zijn om te
communiceren, zich uit te drukken en verbinding te maken met de wereld met behulp van technologie. HP
streeft naar meer bewustzijn op het gebied van toegankelijkheid bij HP en bij onze klanten en partners. Of het
nu gaat om grote lettertypen die gemakkelijk leesbaar zijn, spraakherkenning waarmee u uw handen rust
kunt geven of een andere ondersteunende technologie voor uw specieke situatie, vele verschillende
ondersteunende technologieën maken HP producten eenvoudiger om te gebruiken. Hoe kiest u?
Uw behoeften evalueren
Technologie opent voor u nieuwe deuren. Met ondersteunende technologieën worden barrières verwijderd en
kunt u thuis, op het werk en in de gemeenschap onafhankelijk creëren. Ondersteunende technologieën
helpen de functionele mogelijkheden van elektronische en informatietechnologie te vergroten, te
onderhouden en te verbeteren.
U kunt uit vele producten met ondersteunende technologieën kiezen. Met ondersteunende technologieën
moet u verschillende producten kunnen evalueren, uw vragen kunnen beantwoorden en uw selectie van de
beste oplossing voor uw situatie kunnen vergemakkelijken. U zult merken dat professionals die
gekwaliceerd zijn om ondersteunende technologieën te evalueren uit vele gebieden afkomstig zijn, inclusief
diegenen die een licentie hebben of gecerticeerd zijn in fysiotherapie, ergotherapie, spraak-/taalpathologie
en andere expertisegebieden. Anderen, die niet gecerticeerd zijn of geen licentie hebben, kunnen ook
evaluatie-informatie bieden. U wilt mogelijk vragen stellen over de ervaring van de persoon, de expertise en
kosten om te bepalen of deze professionals geschikt zijn voor uw behoeften.
Toegankelijkheid voor HP producten
De volgende koppelingen bieden informatie over toegankelijkheidsfuncties en ondersteunende technologie,
indien van toepassing, in verschillende HP producten. Deze bronnen helpen u bij het selecteren van de
specieke functies met ondersteunende technologie en product(en) die passen bij uw situatie.
HP Elite x3–Toegankelijkheidsopties (Windows 10 Mobile)
HP pc's–Toegankelijkheidsopties Windows 7
HP pc's–Toegankelijkheidsopties Windows 8
HP pc's–Toegankelijkheidsopties Windows 10
HP Slate 7-tablets–Toegankelijkheidsfuncties inschakelen op uw HP tablet (Android 4.1/Jelly Bean)
HP SlateBook pc's–Toegankelijkheidsfuncties inschakelen (Android 4.3,4.2/Jelly Bean)
62 Hoofdstuk 14 Toegankelijkheid
HP Chromebook pc's – Toegankelijkheidsfuncties inschakelen op uw HP Chromebook of Chromebox
(Chrome OS)
HP Shopping–randapparatuur voor HP producten
Zie Contact opnemen met ondersteuning op pagina 65 als u extra ondersteuning nodig hebt met de
toegankelijkheidsfuncties van uw HP product.
Extra koppelingen naar externe partners en leveranciers die extra hulp kunnen bieden:
Microsoft-toegankelijkheidsinformatie (Windows 7, Windows 8, Windows 10, Microsoft Oice)
Informatie over toegankelijkheid van Google-producten (Android, Chrome, Google-apps)
Ondersteunende technologieën gesorteerd op type beperking
Assistive Technology Industry Association (ATIA)
Normen en wetgeving
Normen
Artikel 508 van de FAR-normen (Federal Acquisition Regulation) is door de US Access Board gecreëerd om
mensen met fysieke, sensorische of cognitieve beperkingen toegang te bieden tot informatie- en
communicatietechnologie (ICT). De normen bevatten technische criteria die speciek zijn voor verschillende
soorten technologieën, evenals op prestaties gebaseerde vereisten die gericht zijn op de functionele
mogelijkheden van producten die hieronder vallen. Specieke criteria zijn van toepassing op
softwaretoepassingen en besturingssystemen, webgebaseerde informatie en toepassingen, computers,
telecommunicatieproducten, video en multimedia en op zichzelf staande gesloten producten.
Mandaat 376 – EN 301 549
De norm EN 301 549 is door de Europese Unie binnen Mandaat 376 gecreëerd als basis voor een online toolkit
voor de openbare aanbesteding van ICT-producten. De norm speciceert de functionele vereisten betreende
toegankelijkheid die van toepassing zijn op ICT-producten en -diensten, samen met een beschrijving van de
testprocedures en evaluatiemethodologie voor elke toegankelijkheidsvereiste.
Web Content Accessibility Guidelines (WCAG)
Met de Web Content Accessibility Guidelines (WCAG) van het Web Accessibility Initiative (WAI) van W3C kunnen
webontwerpers en -ontwikkelaars sites maken die beter voldoen aan de behoeften van mensen met een
handicap of leeftijdsgebonden beperkingen. WCAG bevordert de toegankelijkheid van alle webinhoud (tekst,
afbeeldingen, audio en video) en webtoepassingen. WCAG kan nauwkeurig worden getest, is gemakkelijk te
begrijpen en te gebruiken en biedt webontwikkelaars exibiliteit voor innovatie. WCAG 2.0 is ook
goedgekeurd als ISO/IEC 40500:2012.
WCAG richt zich speciek op belemmeringen voor internettoegang die mensen met een visuele, auditieve,
fysieke, cognitieve of neurologische handicap ervaren en door oudere internetgebruikers met
toegankelijkheidsbehoeften. WCAG 2.0 biedt kenmerken voor toegankelijke inhoud:
Waarneembaar (bijvoorbeeld door tekstalternatieven voor afbeeldingen, bijschriften voor audio,
aanpassingsvermogen van de presentatie en kleurcontrast)
Werkbaar (door toetsenbordtoegang, kleurcontrast, timing van invoer, vermijden van aanvallen en
navigeerbaarheid)
Begrijpelijk (door leesbaarheid, voorspelbaarheid en hulp bij invoer)
Robuust (bijvoorbeeld door compatibiliteit met ondersteunende technologieën)
Normen en wetgeving 63
Wet- en regelgeving
Toegankelijkheid van IT en informatie is een gebied dat qua wetgeving steeds belangrijker is geworden. De
volgende koppelingen bieden informatie over belangrijke wetgeving, regelgeving en normen.
Verenigde Staten
Canada
Europa
Australië
Wereldwijd
Nuttige bronnen en koppelingen aangaande toegankelijkheid
De volgende organisaties zijn mogelijk goede informatiebronnen als het gaat om handicaps en
leeftijdsgebonden beperkingen.
OPMERKING: Deze lijst is niet volledig. Deze organisaties worden alleen ter informatie aangeboden. HP
aanvaardt geen verantwoordelijkheid voor informatie of contacten die u op internet tegenkomt. Vermelding
op deze pagina impliceert geen goedkeuring door HP.
Organisaties
American Association of People with Disabilities (AAPD)
The Association of Assistive Technology Act Programs (ATAP)
Hearing Loss Association of America (HLAA)
Information Technology Technical Assistance and Training Center (ITTATC)
Lighthouse International
National Association of the Deaf
National Federation of the Blind
Rehabilitation Engineering & Assistive Technology Society of North America (RESNA)
Telecommunications for the Deaf and Hard of Hearing, Inc. (TDI)
W3C Web Accessibility Initiative (WAI)
Onderwijsinstellingen
California State University, Northridge, Center on Disabilities (CSUN)
University of Wisconsin - Madison, Trace Center
Computeraccommodatieprogramma University of Minnesota
Andere bronnen voor gehandicapten
Technisch assistentieprogramma ADA (Americans with Disabilities Act)
ILO Global Business and Disability network
EnableMart
64 Hoofdstuk 14 Toegankelijkheid
European Disability Forum
Job Accommodation Network
Microsoft Enable
Koppelingen van HP
Ons contactformulier
HP gids voor comfort en veiligheid
HP sales publieke sector
Contact opnemen met ondersteuning
OPMERKING: Ondersteuning is alleen in het Engels.
Klanten die doof of hardhorend zijn en vragen hebben over technische ondersteuning of
toegankelijkheid van HP producten:
Gebruik TRS/VRS/WebCapTel om (877) 656-7058 te bellen van maandag tot en met vrijdag, van
06.00 uur tot 21.00 uur Mountain Time.
Klanten met andere beperkingen of leeftijdsgebonden beperkingen die vragen hebben over technische
ondersteuning of toegankelijkheid van HP producten kunnen een van de volgende opties kiezen:
Bel (888) 259-5707 van maandag tot en met vrijdag, van 06.00 uur tot 21.00 uur Mountain Time.
Vul het Contactformulier in voor mensen met een handicap of leeftijdsgebonden beperkingen.
Contact opnemen met ondersteuning 65
Index
A
aanbevolen procedures 1
aanraakschermbewegingen
schuiven met één vinger 29
aansluiting voor audio-uit
(hoofdtelefoon)/audio-in
(microfoon), herkennen 4
aan-uitknop, herkennen 10
aan-uitlampjes, herkennen 9
accu
in de fabriek verzegeld 35
informatie zoeken 34
lage acculading 34
ontladen 34
problemen met een laag
accuniveau verhelpen 35
voeding besparen 34
acculading 34
accuvoeding 33
achtergrondverlichting toetsenbord,
actietoets 12
actietoetsen
achtergrondverlichting
toetsenbord 12
afspelen 13
gebruiken 12
geluidsvolume 13
helderheid scherm 12
help 12
herkennen 11, 12
pauze 13
privacyscherm 12
schakelen tussen
beeldschermen 12
vliegtuigmodus 13
volgend nummer 13
volume dempen 13
activeren, slaapstand en
hibernationstand 31
afsluiten 32
afspelen, actietoets 13
Antivirussoftware, gebruiken 45
audio 21
geluidsinstellingen 22
HDMI-audio 24
headset 22
hoofdtelefoon 22
luidsprekers 21
volume aanpassen 13
B
back-up, maken 55
Back-up maken, van software en
gegevens 46
back-ups 55
Bedrijfs-WLAN, verbinding 18
bekabeld netwerk (LAN) 20
Besturingssysteem, voorzieningen
17
beveiligingskabel bevestigen 46
bewegingen op het touchpad en
aanraakscherm
tikken 26
zoomen door met twee vingers te
knijpen 26
BIOS
starten, Setup Utility 47
update downloaden 48
update uitvoeren 47
versie vaststellen 47
Bluetooth-apparaat 17, 19
Bluetooth-label 16
bronnen, toegankelijkheid 64
C
camera
gebruiken 21
herkennen 7
cameralampje, herkennen 7
Caps Lock-lampje, herkennen 9
computer reageert niet 32
connector, netvoeding 4
connectoren
Audio-uit (hoofdtelefoon)/audio-
in (microfoon) 4
netwerk 5
RJ-45 (netwerk) 5
D
de computer uitschakelen 32
Draadloos netwerk (WLAN)
eectief bereik 18
verbinding maken 18
verbinding met bedrijfs-WLAN
18
verbinding met openbaar WLAN
18
draadloos netwerk beveiligen 46
Draadloze communicatie, knop 17
Draadloze communicatie,
voorzieningen
Besturingssysteem 17
knop 17
E
Elektrostatische ontlading 60
energiebeheer 31
Energiebeheer, gebruiken 33
esc-toets, herkennen 11
evaluatie
toegankelijkheidsbehoeften 62
externe voeding, gebruiken 36
F
neerhout onderhouden 40
rewallsoftware 45
fn-toets, herkennen 11
G
gegevens overbrengen 24
gegevensoverdracht 24
geïnstalleerde software
zoeken 3
geïntegreerd numeriek toetsenblok
herkennen 11
geluid. Zie audio
geluidsinstellingen, gebruiken 22
geluidsvolume, actietoetsen 13
Gps 19
H
HDMI-poort
aansluiten 23
herkennen 5
headset, aansluiten 22
66 Index
helderheid scherm, actietoetsen
12
herstellen 55
HP Terugzetpartitie 56
media 56
schijven 56
USB-ashstation 56
het toetsenbord en de optionele muis
gebruiken 30
het touchpad gebruiken 26
hibernationstand
activeren 32
beëindigen 32
geactiveerd tijdens een kritiek
lage acculading 35
high-denition apparatuur,
aansluiten 23, 24
hoofdtelefoon aansluiten 22
HP 3D DriveGuard 37
HP bronnen 2
HP Device as a Service (HP DaaS) 46
HP Easy Clean
gebruiken 39
HP Fast Charge 33
HP Herstelbeheer
opstartproblemen corrigeren 56
HP Mobiele breedband
activeren 18
IMEI-nummer 18
MEID-nummer 18
HP ondersteunend beleid 61
HP PC Hardware Diagnostics (UEFI)
downloaden 52
gebruiken 51, 52
starten 52
HP PC Hardware Diagnostics
(Windows)
downloaden 50
gebruiken 50
installeren 51
HP Sure Recover 57
HP terugzetmedia
herstellen 56
HP Touchpoint Manager 46
Hulp krijgen in Windows 10,
actietoets 12
I
IMEI-nummer 18
in de fabriek verzegelde accu 35
informatie over de accu, zoeken 34
informatie zoeken
hardware 3
Ingangsvermogen 58
Instellingen voor Remote HP PC
Hardware Diagnostics (UEFI)
gebruiken
aanpassen 54
gebruiken 53
International Association of
Accessibility Professionals
62
interne microfoons herkennen 7
internetbeveiligingssoftware,
gebruiken 45
K
kennisgevingen
label met kennisgevingen 16
labels met keurmerk voor
draadloze communicatie 16
klantenondersteuning,
toegankelijkheid 65
knoppen
aan-uit 10
linkerknop van het touchpad 8
rechterknop van het touchpad 8
kritiek lage acculading 35
L
label met keurmerk voor draadloze
communicatie 16
labels
Bluetooth 16
kennisgevingen 16
keurmerk voor draadloze
communicatie 16
serienummer 15
service 15
WLAN 16
lage acculading 34
lampjes
aan-uit 9
Caps Lock 9
geluid uit 9
Lampje van de
netvoedingsadapter/accu 4
RJ-45-(netwerk)status 5
schijfeenheid 6
lampje voor draadloze
communicatie 17
lampje voor geluid uit, herkennen 9
luidsprekers
aansluiten 21, 22
herkennen 10
M
MEID-nummer 18
Miracast 24
mobiel breedband
activeren 18
IMEI-nummer 18
MEID-nummer 18
N
Netvoedingsadapter en accu 4
netwerkconnector, herkennen 5
normen en wetgeving,
toegankelijkheid 63
O
Omgevingsvereisten 59
onderdelen
linkerkant 5
rechterzijde 4
toetsenbordzone 8
Onderdelen
achterkant 15
onderhoud
programma's en
stuurprogramma's bijwerken
38
Onderhoud
Schijfdefragmentatie 37
Schijfopruiming 37
onderkant
onderkant 14
ondersteunende technologie
doel 61
vinden 62
Openbaar WLAN, verbinding 18
opstartvolgorde, wijzigen 56
P
pauze, actietoets 13
pictogram Energiemeter, gebruiken
33
plaatsen
optionele beveiligingskabel 46
poorten
HDMI 5, 23
Index 67
USB-poort met HP Sleep and
Charge 5
USB SuperSpeed 4
USB Type-C 24
USB Type-C SuperSpeed met HP
Sleep and Charge 5
precisie-touchpad
gebruiken 26
precisie-touchpadbewegingen
schuiven met twee vingers 27
tikken met drie vingers 27
tikken met twee vingers 27
tikken met vier vingers 28
vegen met drie vingers 28
vegen met vier vingers 29
privacyscherm, actietoets 12
privacyscherm, actietoets
herkennen 12
productnaam en -nummer,
computer 15
programma's en stuurprogramma's
bijwerken 38
R
reizen met de computer 16, 40
RJ-45-(netwerk)connector,
herkennen 5
RJ-45-(netwerk)statuslampjes,
herkennen 5
S
schakelen tussen beeldschermen,
actietoets 12
Schijfdefragmentatie, software 37
schijfeenheidlampje, herkennen 6
Schijfopruiming, software 37
schuiven met één vinger, beweging op
het aanraakscherm 29
schuiven met twee vingers,
touchpadbeweging 27
serienummer, computer 15
servicelabels, zoeken 15
Setup Utility (BIOS) wachtwoorden
43
slaapstand
activeren 31
beëindigen 31
slaapstand en hibernationstand,
activeren 31
sleuven
geheugenkaartlezer 5
software
zoeken 3
Software
Schijfdefragmentatie 37
Schijfopruiming 37
software-updates, installeren 45
speciale toetsen, gebruiken 11
systeemherstelpunt, maken 55
T
terugzetmedia
maken met het
downloadhulpprogramma HP
Cloud Recovery 56
maken met Windows-
hulpprogramma's 55
terugzetten 55
tikken, beweging op het touchpad en
aanraakscherm 26
tikken met drie vingers,
touchpadbeweging 27
tikken met twee vingers,
touchpadbeweging 27
tikken met vier vingers,
touchpadbeweging 28
toegankelijkheid 61
Toegankelijkheidsnormen Artikel
508 63
toetsen
actie 11
esc 11
fn 11
vliegtuigmodus 13
Windows 11
toetsenbord en een optionele muis
gebruiken 30
toets voor de vliegtuigmodus 13,
17
touchpad
gebruiken 26
knoppen 8
touchpadbewegingen
schuiven met twee vingers 27
tikken met drie vingers 27
tikken met twee vingers 27
tikken met vier vingers 28
vegen met drie vingers 28
vegen met vier vingers 29
touchpadzone, herkennen 8
U
USB-poort met HP Sleep and Charge,
herkennen 5
USB SuperSpeed-poort, herkennen
4
USB Type-C-poort, aansluiten 24
USB Type-C SuperSpeed-poort met
HP Sleep and Charge, herkennen 5
uw computer onderhouden 39
uw computer reinigen 39, 40
V
van het beeldscherm
beeldscherm 7
vegen met drie vingers,
touchpadbeweging 28
vegen met vier vingers,
touchpadbeweging 29
ventilatieopeningen, herkennen 14
ventilatieopeningen herkennen 15
verbinding maken met een draadloos
netwerk 17
verbinding maken met een LAN 20
verbinding maken met een netwerk
17
Verbinding maken met WLAN 18
verzenden van de computer 40
video
draadloze beeldschermen 24
HDMI-poort 23
USB Type-C 24
video, gebruiken 22
vingerafdrukken, registreren 43
vliegtuigmodus 17
voeding
accu 33
extern 36
voedingsconnector, herkennen 4
volgend nummer, actietoets 13
volume
aanpassen 13
dempen 13
volume dempen, actietoets 13
W
wachtwoorden
Setup Utility (BIOS) 43
Wachtwoorden
Windows 42
68 Index
Wachtwoorden gebruiken 42
Windows
back-up 55
systeemherstelpunt 55
terugzetmedia 55
Windows Hello 21
gebruiken 43
Windows-hulpprogramma's,
gebruiken 55
Windows-toets, herkennen 11
Windows-wachtwoorden 42
WLAN-antennes herkennen 7
WLAN-apparaat 16
WLAN-label 16
WWAN-apparaat 18
Z
zoomen door met twee vingers te
knijpen, beweging op het touchpad
en aanraakscherm 26
Index 69
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81

HP Pavilion Gaming 17-cd1000 Laptop PC series Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor