8 Xerox
®
FreeFlow
®
9.0 Makeready
®
Installatiehandleiding
Opmerking: Hieronder volgt een algemene stapsgewijze procedure die bedoeld is om
de installatie van een typische productieprinter te vereenvoudigen.
1. Om de applicatie te starten, selecteert u Start>Alle apps>Xerox>FreeFlow>Printerregistratie.
2. De applicatie Printerregistratie wordt gestart en het dialoogvenster Geïnstalleerde
producten wordt weergegeven.
Opmerking: Als er een Windows dialoogvenster met een beveiligingswaarschuwing
verschijnt om alle functies van het programma in te schakelen, klikt u op Ontgrendelen.
Als er een dialoogvenster Gebruikersaccountbeheer verschijnt, klikt u op Doorgaan.
3. Schakel in de lijst met geïnstalleerde producten alle selectievakjes uit behalve Makeready.
Opmerking: Om het venster Geïnstalleerde producten niet langer weer te geven, kunt
u Dit venster niet meer weergeven bij het starten van de applicatie selecteren.
Als u het venster Geïnstalleerde producten wilt laten weergeven, selecteert u vanuit
Printerregistratie Opties>Producten installeren.
4. Klik op OK om het dialoogvenster te sluiten. Het scherm Printerregistratie verschijnt.
5. Klik onder in het scherm op Toevoegen. Het scherm Wizard Printer toevoegen wordt
weergegeven.
6. Typ het IP-adres of de hostnaam van de printserver in het tekstvak Printernaam of
IP-adres als dit bekend is op het netwerk.
7. Ga als volgt verder:
− Klik op Configuratie identificeren voor automatische detectie van het printermodel en
het type controller of server. Nadat de printer is geïdentificeerd gaat u verder met stap 9.
− Ga verder met stap 8 als u de printerinformatie handmatig wilt invoeren.
8. Selecteer in de keuzelijst Printermodel de juiste printer.
9. Zorg dat de juiste controller of server is geselecteerd in het menu Type controller/server.
10. Als u een printer installeert die de functie Hoge beveiliging ondersteunt en de functie wilt
configureren, dan controleert u of het selectievakje Hoge beveiliging is ingeschakeld.
Opmerking: Als de printer niet voor Hoge beveiliging is geconfigureerd en de functie Hoge
beveiliging wordt geselecteerd, dan wordt afdrukken uitgeschakeld.
11. Klik op Volgende en ga als volgt verder:
− Als de printer automatische registratie ondersteunt, verschijnt het scherm
Automatische printerregistratie. Ga verder met stap 12.
− Als de printer automatische registratie niet ondersteunt, verschijnt er een scherm om
de wachtrij-informatie op te geven. Ga verder met stap 13.
12. Selecteer de juiste optie in het scherm Automatische printerregistratie:
− Om alle printerwachtrijen automatisch te registreren, schakelt u het selectievakje
Alle wachtrijen op de printer automatisch registreren in en klikt u op Volgende.
Ga verder met stap 13.
− Als u alleen specifieke afdrukwachtrijen wilt registreren, laat u het selectievakje Alle
wachtrijen op de printer automatisch registreren leeg en klikt u op Volgende. Er
verschijnt een scherm om de wachtrijgegevens in te vullen. Ga verder met stap 14.
13. Selecteer de volgende opties in het scherm met de afdrukwachtrijgegevens:
Selecteer de afdrukwachtrij uit de lijst of voer de wachtrijnaam handmatig in.
Opmerking: Als Hoge beveiliging is geselecteerd terwijl de printer niet voor Hoge
beveiliging is geconfigureerd, dan wordt afdrukken uitgeschakeld.
Voer een beschrijvende naam in voor de printer en wachtrijcombinatie.
Klik op Volgende om verder te gaan met stap 14.