CABLE TESTER CT100 Gebruiksaanwijzing
1. Lees deze voorschriften.
2. Bewaar deze voorschriften.
3. Neem alle waarschuwingen in acht.
4. Volg alle voorschriften op.
5. Gebruik dit apparaat niet in de buurt
van water.
6. Reinig het uitsluitend met een
droge doek.
7. Let erop geen van de ventilatie-
openingen te bedekken. Plaats en installeer
het volgens de voor- schriften van de
fabrikant.
8. Het apparaat mag niet worden geplaatst
in de buurt van radiatoren, warmte-uitlaten,
kachels of andere zaken (ook versterkers) die
warmte afgeven.
9. Maak de veiligheid waarin door
de polarisatie- of aardingsstekker
wordt voorzien, niet ongedaan.
Eenpolarisatiestekker heeft twee bladen,
waarvaner een breder is dan het andere. Een
aardingsstekker heeft twee bladen en een
derde uitsteeksel voor de aarding. Het bredere
blad of het derde uitsteeksel zijn er voor uw
veiligheid. Mocht de geleverde stekker niet in
uw stopcontact passen, laat het contact dan
door een elektricien vervangen.
10. Om beschadiging te voorkomen, moet
de stroomleiding zo gelegd worden dat er
niet kan worden over gelopen en dat ze
beschermd is tegen scherpe kanten. Zorg
zeker voor voldoende bescherming aan de
stekkers, de verlengkabels en het punt waar
het netsnoer het apparaat verlaat.
11. Het toestel met altijd met een
intacte aarddraad aan het stroomnet
aangesloten zijn.
12. Wanneer de stekker van het
hoofdnetwerk of een apparaatstopcontact de
functionele eenheid voor het uitschakelen is,
dient deze altijd toegankelijk te zijn.
13. Gebruik uitsluitend door de producent
gespeci- ceerd toebehoren c.q. onderdelen.
14. Gebruik het apparaat
uitsluitend in combinatie
met de wagen, hetstatief,
de driepoot, de beugel of
tafel die door de producent is aangegeven,
of die in combinatie met het apparaat wordt
verkocht. Bij gebruik van een wagen dient
men voorzichtig te zijn bij het verrijden van
de combinatie wagen/apparaat en letsel door
vallen te voorkomen.
15. Bij onweer en als u het apparaat langere
tijd niet gebruikt, haalt u de stekker uit het
stopcontact.
16. Laat alle voorkomende reparaties door
vakkundig en bevoegd personeel uitvoeren.
Reparatiewerk-zaamheden zijn nodig als het
toestel op enige wijze beschadigd is geraakt,
bijvoorbeeld als de hoofd-stroomkabel of
-stekker is beschadigd, als er vloeistof of
voorwerpen in terecht zijn gekomen, als het
aan regen of vochtigheid heeft bloot-gestaan,
niet normaal functioneert of wanneer het
is gevallen.
4