Grundfos Conex DIA-1 Installation And Operating Instructions Manual

Type
Installation And Operating Instructions Manual
Nederlands (NL)
303
Nederlands (NL) Installatie- en bedieningsinstructies
Vertaling van de oorspronkelijke Engelse versie
INHOUD
Pagina
1. Symbolen die in dit document
gebruikt worden
1. Symbolen die in dit document
gebruikt worden
303
2. Een woord vooraf
304
3. Apparaatinstellingen
305
4. Algemene informatie
307
5. Toepassingen
307
6. Veiligheid
307
6.1 Verplichtingen van de eigenaar / opera-
tions manager
307
6.2 Voorkomen van gevaar
307
7. Identificatie
307
7.1 Typeplaatje
307
7.2 Typesleutel, Conex
®
DIA-1 regelaars
308
7.3 Typesleutel, Conex
®
DIA-1 voorgeas-
sembleerde systemen
308
8. Technische gegevens
310
8.1 Ontwerp / behuizingsklasse
310
8.2 Algemene gegevens
310
8.3 Gegevens en functies van de elektro-
nica
310
8.4 Meetbereiken
312
8.5 Afmetingen
312
9. Installatie
313
9.1 Transport en opslag
313
9.2 Uitpakken
313
9.3 Installatievereisten
313
9.4 Installatie in een bedieningspaneel
313
9.5 Installatie in een aan de wand gemon-
teerde behuizing
313
10. Inbedrijfstelling /
elektrische aansluitingen
314
10.1 Aansluitklemmen
315
10.2 Netaansluiting
317
10.3 Relaisuitgangen
317
10.4 Stroomuitgang
318
10.5 Aansluitingen voor regelstop, monster-
watersensor en temperatuursensor
318
10.6 Aansluiten van meetcellen
319
11. Bediening
323
11.1 Bedienings- en display-elementen
323
11.2 Display-elementen bij eerste ingebruik-
stelling
324
11.3 Software-overzicht
325
11.4 Hoofdmenu
326
11.5 Basisinstelling
327
11.6 Selecteren, configureren en parametri-
seren van de regelaar
333
11.7 "Alarm" menu
338
11.8 Controleren van de instellingen in het
"service" menu
340
11.9 Kalibratie
342
11.10 Handbediening
346
12. Opsporen van storingen
350
13. Onderhoud
351
14. Afvalverwijdering
351
Waarschuwing
Lees voor installatie deze installatie- en
bedieningsinstructies door. De installatie
en bediening dienen bovendien volgens de
lokaal geldende voorschriften en regels
plaats te vinden.
N.B.
Deze volledige installatie- en bedienings-
instructies zijn ook beschikbaar op
www.Grundfos.com.
Waarschuwing
Als deze veiligheidsvoorschriften niet in
acht worden genomen, kan dit resulteren
in persoonlijk letsel.
Voorzichtig
Als deze veiligheidsvoorschriften niet in
acht worden genomen, kan dit resulteren
in technische fouten en schade aan de
installatie.
N.B.
Opmerkingen of instructies die het werk
eenvoudiger maken en zorgen voor een
veilige werking.
Nederlands (NL)
304
2. Een woord vooraf
De Conex
®
DIA-1 is een multipurpose apparaat, dat
is ontworpen voor het uitvoeren van uiterst nauwkeu-
rige metingen en regeling van pH-waarde, redox
potentiaal, chloor, chloordioxide, ozon, waterstof-
peroxide of perazijnzuur.
Door de geïntegreerde regelaar, het grafische
display met hoge resolutie en de duidelijke tekstop-
bouw van de meertalige gebruikersinterface kunnen
gecompliceerde meet- en regelfuncties op het
gebied van waterchemie veel gemakkelijker worden
gerealiseerd.
Met slechts enkele toetsdrukken wordt uw doel
bereikt. Verdere tijdwinst wordt geboekt met de
potentiostaat, die zich automatisch instelt op de
verschillende ingangsvariabelen.
Het doseerproces is extra beveiligd met een automa-
tische bewakingsfunctie die de stroomuitgangen
controleert op draadbreuk.
De
Conex
®
DIA-1 combineert de functies van exacte
chloormeting en automatische pH-waarde compen-
satie in één enkel apparaat. Voor dit doel is de
Conex
®
DIA-1 uitgerust met een pH-sensor inter-
face en een interface voor externe instrumentver-
sterkers.
De
Conex
®
DIA-1 meetversterker heeft de volgende
eigenschappen:
Alle besturings- en regelfuncties, inclusief
PID- en continuregeling
Handmatige of automatische temperatuurcom-
pensatie
Logboekfunctie: Chronologische registratie van
kalibratiewaarden met datum en tijd
Gebruikerscodefunctie als beveiliging tegen toe-
gang door onbevoegden en voor systeembeheer
Foutmeldingsfunctie voor indicatie van defecte
sensoren.
Nederlands (NL)
305
3. Apparaatinstellingen
Algemene instellingen
Besturing van de reinigingsmotor
(met meetceltype AQC-D1/-D11)
Doseertijdbewaking
Ja:_ Nee:_ Ja:_ Nee:_
Monsterwatertekortsensor
Maximale doseertijd bij basis van 100 % van
de doseercapaciteit
Aan:_ Uit:_ sec.
Parameterinstellingen
Chloor
Chloor-
dioxide
Ozon Peroxide
Perazijn-
zuur
Temperatuurmeting Ja:_ Nee:_ Ja:_ Nee:_ Ja:_ Nee:_ Ja:_ Nee:_ Ja:_ Nee:_
Temperatuurcompenstatie Ja:_ Nee:_ Ja:_ Nee:_ Ja:_ Nee:_ Ja:_ Nee:_ Ja:_ Nee:_
pH-meting Ja:_ Nee:_
Compensatie van pH-waarde Ja:_ Nee:_
Meetceltype
Meetbereik mg/l (ppm) - - - - -
Sensorsteilheid µA/ppm
Stroomuitgang mA-----
pH Redox
Temperatuurmeting Ja:_ Nee:_ Ja:_ Nee:_
Temperatuurcompensatie Ja:_ Nee:_
Meetceltype
Meetbereik pH - -
Stijging mV/pH
Stroomuitgang mA - -
Nederlands (NL)
306
Regelaars
Regelaarinstellingen Regelaarparameters
Schakelende
regelaar
Relais 1 Relais 2 Proportionele band
Min. pulslengte
(driepuntsstappen)
Aan:_
Uit:_
Aan:_
Uit:_
%sec.
Grenswaardegever
Schakelrichting
Onderschrijding/overschrijding
Nasteltijd TN
(PI/PID-regeling)
Basis
(twee-pos.-/
stappenregelaar)
Onderschr.
Overschr.
Onderschr.
Overschr.
sec. %
Twee-punts regelaar
Puls+pauzetijd
(PP) of
pulsfrequentie-
(PF) regelaar
Wachttijd TV
(PI-regeling)
Max. doseercap.
(twee-punts-/
stappenregelaar)
PP:_
PF:_
PP:_
PF:_
sec. %
Regelrichting
Onderschrijding of
overschrijding
Puls-interp. interval
(puls+pauzetijd regelaar)
Motorlooptijd
(driepuntsstappen)
Onderschr.:_
Overschr.:_
Onderschr.:_
Overschr.:_
sec. sec.
Type regeling
Min. bedrijfstijd
(puls+pauzetijd regelaar)
Hysterese
(grenswaardegever)
P:_
PI:_
PID:_
P:_
PI:_
PID:_
sec.
Setpoint
Max. frequentie
(puls+pauzetijd regelaar)
Intern:_
Extern:_
Intern:_
Extern:_
Hz
Driepuntsstappen
Type regeling
Onderschrijding of
overschrijding
Onderschr.:_ Overschr.:_
Setpoint
Intern:_ Extern:_
Stappenregelaar
Regelrichting
Onderschrijding of
overschrijding
Onderschr.:_ Overschr.:_
Type regeling
P:_PI:_PID:_
Setpoint
Intern:_ Extern:_
Nederlands (NL)
307
4. Algemene informatie
Deze installatie- en bedieningsinstructies bevatten
alle belangrijke informatie voor gebruikers van de
Conex
®
DIA-1:
Technische gegevens
Aanwijzingen voor de ingebruikname, gebruik en
onderhoud
Veiligheidsinformatie.
Wanneer u nadere informatie wenst of tegen proble-
men aan loopt die niet uitgebreid genoeg in deze
handleiding worden besproken, neem dan contact op
met Grundfos.
Wij ondersteunen u graag met onze uitgebreide ken-
nis op het gebied van meet- en regeltechniek als-
mede waterbehandeling.
Eventuele suggesties voor het optimaliseren van
onze installatie - en bedieningsinstructies zien wij
graag tegemoet.
5. Toepassingen
De Conex
®
DIA-1 versterker en regelaar is geschikt
voor het meten van chloor (Cl
2
), chloordioxide
(ClO
2
), ozon (O
3
), waterstofperoxide (H
2
O
2
), pera-
zijnzuur, pH of redox potentiaal en voor het regelen
van deze variabelen m.b.v. geschikte stelaandrijvin-
gen in de toepassingen die in deze handleiding zijn
beschreven.
6. Veiligheid
6.1 Verplichtingen van de eigenaar /
operations manager
De eigenaar / operations manager moet waarborgen
dat personen die met de
Conex
®
DIA-1 versterker
en de regelaar werken aan de volgende vereisten
voldoen:
Ze zijn bekend met de regelgeving omtrent veilig-
heid op het werk en ongevallenpreventie.
Ze zijn getraind in het gebruik van het apparaat.
Ze hebben de waarschuwingsinformatie en hand-
ling-symbolen gelezen en begrepen.
Bovendien dient de eigenaar / operations manager
ervoor te zorgen dat deze handleiding zich altijd in
de onmiddellijke omgeving van het apparaat bevindt
en voor het bedienend personeel altijd beschikbaar
is.
6.2 Voorkomen van gevaar
7. Identificatie
7.1 Typeplaatje
Afb. 1 Typeplaatje, Conex
®
DIA-1
Waarschuwing
Andere toepassingen zijn niet goedge-
keurd en niet toegestaan. Grundfos kan
niet aansprakelijk worden gehouden voor
enige schade die voortvloeit uit incorrect
gebruik.
Waarschuwing
Het installeren en aansluiten van het appa-
raat en de bijbehorende accessoires dient
uitsluitend te worden uitgevoerd door
geautoriseerd personeel!
De lokale veiligheidsregels moeten wor-
den aangehouden!
Waarschuwing
Alvorens de netvoedingskabel en de
relaiscontacten aan te sluiten:
netspanning uitschakelen!
Het apparaat niet demonteren!
Onderhoud en reparatie mag uitsluitend
worden uitgevoerd door geautoriseerd per-
soneel!
Voorzichtig
De installatielocatie moet dusdanig worden
gekozen dat d0e behuizing niet wordt bloot-
gesteld aan mechanische belastingen.
Vóór inbedrijfname van het apparaat: con-
troleren of alle instellingen juist zijn!
TM04 0332 0408
Pos. Omschrijving
1 Type-aanduiding
2 Model
3 Productnaam
4 Spanning [V]
5 Frequentie [Hz]
6 Artikelnummer
7 Land van herkomst
8 Productieweek en -jaar
9
Goedkeuringsmarkeringen,
CE-markering, etc.
10 Opgenomen vermogen [VA]
11 Behuizingsklasse
12 Serienummer
DIA-1-A D1-X-AU-X-QS-T, W-G
314-331-10000
S/N: 07/85229
Conex DIA-1 pre-assembled
230/240V 50/60Hz, 25 VA, IP 65
4.00 bar
96698140P1107480785229
1
2
3
4
5
6
7
811
12
13
910
Nederlands (NL)
308
7.2 Typesleutel, Conex
®
DIA-1 regelaars
Voorbeeld typesleutel: DIA-1, 1-P/R/D/HP/PA/F, W-G
7.3 Typesleutel, Conex
®
DIA-1 voorgeassembleerde systemen
Voorbeeld typesleutel: DIA-1-A, D1-X-AU-X-QS-T, W-G
Voorbeeld: DIA -1 1-P/R/D/HP/PA/F -W -G
Meetversterker en regelaar
DIA-1 Dosing Instrumentation Advanced met 1 ingang
Ingangsparameter 1
PpH
R Redox (ORP)
D Chloor (Cl
2
), chloordioxide (ClO
2
) of ozon (O
3
)
HP Waterstofperoxide (H
2
O
2
)
PA Perazijnzuur (PAA)
Montage
W Aan wand bevestigd
P Paneelgemonteerd
Spanning
G 1 x 230 V, 50/60 Hz
H 1 x 120 V, 50/60 Hz
I24 VDC
Voorbeeld: DIA -1 -A D1 -P -PT -PCB -QS -T W -G
Eenheden voor meting en besturing
DIA-1 Dosing Instrumentation Advanced, met 1 ingang
Montage
A Voorgeassembleerd
Celtype
D1 Drukbestendig, met reinigingsmotor
D11 Drukbestendig, met reinigingsmotor
D2 Drukbestendig, met hydromechanische reiniging
D12 Drukbestendig, met hydromechanische reiniging
D3 Drukloos, met hydromechanische reiniging
D13 Drukloos, met hydromechanische reiniging
D4 Voor totaal chloor meting
D5 Voor vrij chloor meting met bufferdosering
P/R Alleen pH of redox (ORP)
PA/HP Alleen perazijnzuur of waterstofperoxide
P Met drukregelklep
X Zonder drukregelklep
(wordt vervolgd)
Nederlands (NL)
309
Voorbeeld: DIA -1 -A D1 -P -PT -PCB -QS -T W -G
Desinfectie elektroden
AU Goud
PT Platina
X Geen desinfectiemeting
Andere elektroden
PCB pH, keramisch membraan, incl. bufferoplossing
PTB pH, PTFE-membraan, incl. bufferoplossing
PKB pH, KCL-vulling, incl. bufferoplossing
PGB pH, gelvulling, incl. bufferoplossing
PCX pH, keramisch mebraan, excl. bufferoplossing
PTX pH, PTFE-membraan, excl. bufferoplossing
PKX pH, KCL-vulling, excl. bufferoplossing
PGX pH, gelvulling, excl. bufferoplossing
RCB Redox (ORP), keramisch membraan, incl. bufferoplossing
RTB Redox (ORP), PTFE-membraan, incl. bufferoplossing
RCX Redox (ORP), keramisch membraan, excl. bufferoplossing
RTX Redox (ORP), PTFE-membraan, excl. bufferoplossing
PA Perazijnzuur
HP Waterstofperoxide
X Geen elektrode
Flowsensor
QS Flow sensor geïntegreerd
X Geen flowsensor
Temperatuursensor
T Met Pt100
X Geen temperatuursensor
Bevestiging van de regelaar
W Aan wand bevestigd
P Paneelgemonteerd
Spanning
G 1 x 230 V, 50/60 Hz
H 1 x 120 V, 50/60 Hz
I24 VDC
Nederlands (NL)
310
8. Technische gegevens
8.1 Ontwerp / behuizingsklasse
8.2 Algemene gegevens
8.3 Gegevens en functies van de
elektronica
8.3.1 Elektronica
8.3.2 Functies meetversterker
Wandgemon-
teerde behuizing,
inclusief
ingebouwde
potentiostaat
IP65
Bedieningspaneel-
behuizing inclusief
separate
potentiostaat
IP54 (front) /
IP65 (sensorinterface)
Ingangsvermogen Ca. 15 VA
Toegestane omge-
vingstemperatuur
0 °C tot +45 °C
Toegestane
opslagtemperatuur
-20 °C tot +65 °C
Maximale rela-
tieve vochtigheid
90 % (niet condenserend)
Gewicht 2 kg
Behuizing
Kunststof (behuizing
bedieningspaneel: noryl,
wandgemonteerde
behuizing: ABS)
Voedingspannings-
versies
230/240 V (50/60 Hz)
(standaard model)
115/120 V (50/60 Hz)
24 VDC
Elektronica 16-bit microprocessor
Display
Grafisch LCD met hoge reso-
lutie en achtergrondverlich-
ting
Potentiaalvrije
relaisuitgangen
1 alarmrelais, 2 regelrelais
(250 V / 6 A, max. 550 VA)
Signaalingangen
Regelaar stop; extern
setpoint / externe pH-waarde
0/4-20 mA; monsterwaterte-
kort sensor
Signaaluitgangen
4 analoge uitgangen
0/4-20 mA, vrij instelbaar,
max. belasting 500 Ω
Vrij instelbare
analoge uitgangen
voor meetwaarden
chloor, chloordioxide,
ozon, peroxide, perazijn-
zuur
pH, redox (ORP)
Temperatuur
Stappenregelaar
(0/4-20 mA)
Displaymodus
Meetwaarde display:
Meetwaarde met eenheid,
temperatuurdisplay:
in °C of °F
Temperatuur-
compensatie
Handmatig of automatisch
met Pt100 (-5 °C tot +120 °C)
Kalibratie
Handmatig of met automati-
sche herkenning van buffer-
oplossing
Nederlands (NL)
311
8.3.3 Regelaarfuncties
Regelfuncties
Grenswaardegever, twee-
standen regelaar
(P, PI, PID), driestanden stap-
penregelaar (PI), stappenre-
gelaar (P, PI, PID)
Grenswaarde
0 tot 100 % van schaaleind-
waarde (alleen met grens-
waardecontact), instelbaar in
de eenheid van de meet-
waarde
Setpoints
0 t/m 100 % van het meetbe-
reik, instelbaar in de eenheid
van de meetwaarde
Proportionele band 0,1 tot 3000 %
Nasteltijd
1 tot 3000 seconds, resolutie
1 seconde
Wachttijd
1 tot 1000 seconden,
resolutie 1 seconde
Minimum puls-
lengte
0,1 to 10,0 seconden,
resolutie 0,1 seconde (alleen
bij driestanden stappenrege-
laar)
Minimale bedrijfs-
tijd
0,1 tot 10 seconden (alleen
bij puls+pauzetijd regelaar)
Pulspauzetijd
1 tot 100 seconden (alleen bij
puls+pauzetijd regelaar)
Maximale pulsfre-
quentie
1 t/m 180 impulsen per
minuut (alleen bij pulsfre-
quentieregelaar)
Hysterese
0 tot de helft van het meetbe-
reik, instelbaar in de eenheid
van de meetwaarde.
Basis
0 tot 50 % (alleen bij
puls+pauzetijdregelaar,
pulsfrequentieregelaar of
stappenregelaar)
Maximale doseer-
capaciteit
Basisbelasting dosering tot
100 % van schaaleindwaarde
(alleen bij puls+pauze-
tijdregelaar of pulsfrequentie-
regelaar)
Motorlooptijd
10 tot 240 seconden, resolu-
tie 1 seconde (alleen bij drie-
standen stappenregelaar)
Effectieve richting
Instelbaar op neer- of
opwaartse regeling
Stuurrelais
Kunnen worden ingesteld op
puls+pauze- of pulsfrequen-
tieregeling
Nederlands (NL)
312
8.4 Meetbereiken
8.5 Afmetingen
Afb. 2 Behuizing voor wandmontage Conex
®
DIA-1
Afb. 3 Behuizing voor bedieningspaneel Conex
®
DIA-1
CI
2
CIO
2
O
3
H
2
O
2
Perazijn
zuur
pH
Redox
(ORP)
mg/l mg/l mg/l mg/l mg/l pH mV
0,00 - 0,50 0,00 - 0,50 0,00 - 0,50 0-100 0-100 0,00 - 14,00 -1500 tot +1500
0,00 - 1,00 0,00 - 1,00 0,00 - 1,00 0-500 0-500 2,00 - 12,00 0-1000
0,00 - 2,00 0,00 - 2,00 0,00 - 2,00 0-1000 0-1000 5,00 - 9,00
0,00 - 5,00 0,00 - 5,00 0,00 - 5,00 0-2000 0-2000
0,00 - 10,00 0,00 - 10,00
0,00 - 20,00
N.B.
Met de extra menu-optie "andere", kan het
meetbereik worden ingesteld op elk wille-
keurig bereik binnen de hierboven ver-
melde grenswaarden.
TM03 6687 4506TM03 6688 4506
59
125
84
59.5
184.5
212
198
10
145
27
110
180
Ø 4.5
90
96
96
166
90
158
90
18
Nederlands (NL)
313
9. Installatie
9.1 Transport en opslag
Transporteer het instrument voorzichtig, niet
laten vallen!
Droog en koel opslaan.
9.2 Uitpakken
1. Controleer het instrument op beschadigingen.
Zo snel mogelijk na het uitpakken installeren.
2. Een beschadigd apparaat niet monteren of aan-
sluiten!
9.3 Installatievereisten
Droge ruimte
Ruimtetemperatuur: 0 °C tot 45 °C
Trillingsvrije locatie.
9.4 Installatie in een bedieningspaneel
Afb. 4 Behuizing voor bedieningspaneel
Conex
®
DIA-1
Afb. 5 Sensorinterface
1. Maak een opening van 92 + 0,8 mm
x 92 + 0,8 mm in het bedieningspaneel.
2. Breng de de meegeleverde afdichting aan.
3. Schuif de
Conex
®
DIA-1 vanaf de voorzijde in de
opening.
1. Haak de bevestigingsbeugels in de aan de
boven- en onderzijde zijdelings aangebrachte
bevestigingsconussen.
2. Zet het apparaat aan de achterzijde vast met
behulp van een schroevendraaier.
3. Installeer een aparte sensorinterface in de buurt
van de sensoren.
9.5 Installatie in een aan de wand
gemonteerde behuizing
Afb. 6 Behuizing voor wandmontage
Conex
®
DIA-1
N.B.
Verpakkingsmateriaal bewaren of volgens
de lokale voorschriften afvoeren.
Voorzichtig
Wanneer u de installatievereisten niet aan-
houdt, kan het apparaat beschadigd raken!
De metingen kunnen onjuist zijn!
TM03 6689 4506TM03 6690 4506
92
+0.8
92
+0.8
> 20
> 20
Voorzichtig
Afdichting niet beschadigen!
De afdichting moet exact aansluiten!
Waarschuwing
Vóór montage: netspanning uitschakelen!
Beschermingsklasse IP65 is alleen gega-
randeerd wanneer de klemmenafdekking
correct is gesealed, het frontpaneel van de
klemmenafdekking is gesloten en de juiste
kabelwartels resp. afdichtkappen zijn
gemonteerd.
Voorzichtig
De pakking van het klemmendeksel niet
beschadigen! De pakking van het klem-
mendeksel moet exact aansluiten!
TM03 6691 4506
198
145
27
10.5
Nederlands (NL)
314
1. Boor drie gaten (Ø8 mm) volgens tekening en
breng de meegeleverde pluggen aan.
2. Draai de schroef (A) in de bovenste middelste
plug, totdat deze ca. 1 cm uitsteekt. Zie afb. 7.
3. Maak de bevestigingsschroeven van het front-
paneel los en verwijder het frontpaneel.
4. Plaats het apparaat op schroef (A).
5. Zet het instrument vast met de twee
schroeven (B).
6. Monteer het frontpaneel van de behuizing.
Afb. 7 Montagetekening
10. Inbedrijfstelling /
elektrische aansluitingen
1. Verwijder het klemmendeksel op de voorkant van
het apparaat.
2. Gebruik de juiste kabeldoorvoeren en draai de
schroeven voorzichtig aan.
3. Sluit de gebruikte kabels aan overeenkomstig de
Conex
®
DIA-1 klemmenbezetting.
4. Sluit het klemmendeksel weer met een correct
geposionteerde afdichting.
TM03 6692 4506
Waarschuwing
Vóór installatie: netspanning uitschakelen!
Beschermingsklasse IP65 is alleen gega-
randeerd bij een volledig gesloten klem-
menafdekking met bijbehorende kabelwar-
tels of afdichtkappen.
Waarschuwing
Alvorens de netvoedingskabel en de
relaiscontacten aan te sluiten: netspanning
uitschakelen! Vanwege veiligheidsrede-
nen moet de aardader correct worden aan-
gesloten!
Houd de lokale veiligheidsvoorschriften
aan!
Kabelaansluitingen en stekers bescher-
men tegen corrosie en vocht.
Voorzichtig
Controleer voor het aansluiten van de voe-
dingskabel of de nominale spanning zoals
vermeld op de typeplaat overeenkomt met
de lokale omstandigheden!
Door een verkeerde voedingsspanning
kan het instrument beschadigen!
Om elektromagnetische compatibiliteit
(EMC) te waarborgen, moeten de ingangs-
en uitgangskabels worden afgeschermd.
Sluit de afscherming aan op de afscher-
mingsaarde aan één kant.
Zie het aansluitschema! De ingangs-,
stroomuitgangs- en netaansluitingskabels
in aparte kabelgoten leggen.
B
B
A
Voorzichtig
De behuizingsklasse IP65 wordt alleen
gegarandeerd wanneer het klemmendek-
sel juist is afgedicht! De pakking van het
klemmendeksel niet beschadigen!
De pakking van het klemmendeksel moet
exact worden gepositioneerd!
Afdichting niet beschadigen!
N.B.
Niet gebruikte klemmen moeten open blij-
ven.
Nederlands (NL)
315
10.1 Aansluitklemmen
10.1.1 Behuizing voor wandmontage Conex
®
DIA-1
Afb. 8
Klemmen van aan de wand gemonteerde behuizing
TM03 6693 4506
15
17 19 21 23 25
27
29 31 33 35
3634323028262422201816
15 17 19 21 23 25 27 29 31 33 35
3634323028
262422201816
37 38 39 40 41 42
37 =
38 = M
15 17
19
21 23 25 27 29 31 33 35
3634323028262422201816
PAA
H
2
O
2
15 (wh)
16 (br)
17 - 22
23 - 30
32,34,36
810
7
9
12
N.C.
N.O
.
11 13
12 14
21/22 = Pt 100
19 = + H
2
O, 20 = – H
2
O
17/18 =
1
2
3
4
Cl
2
,ClO
2
,O
3
,
H
2
O
2
,PAA
T /
+
mA
pH, mV, F
mA
mA
mA
33/35
mA
mA
39 = B/R
40 = G/C
mA
+
+
+
+
41/42 =
+/–
mV
pH
F
1
4
1
4
P1
P2
P2
P1
1 3 5
2 4 6
1 3 5
2 4 6
+ -
+ -
115/120 V
230/240 V
24 V/DC
NLPE
NLPE
24 VDC
115/120 V
230/240 V
15 (wit)
16 (bruin)
Nederlands (NL)
316
10.1.2 Behuizing voor bedieningspaneel Conex
®
DIA-1
Afb. 9
Klemmen van bedieningspaneelbehuizing
TM03 6979 4506
2/1
2/2
2/3
2/4
2
/1, 2/2
=
5/1 - 5/5
2/3 (+), 2/4 (–)
=
H
2
O
+
M B/R G/C
Pt 100
3/1 - 3/4
pH, mV, F
Cl
2
, ClO
2
,
O
3
,PAA,
H
2
O
2
pH, mV, F
3/1
3/2
3/3
3/4
4/1
4/2
4/3
4/4
7/1
7/2
7/3
N.C.
N.O.
1/1 (br), 1/2 (wh)
PAA
H
2
O
2
6/1
6/2
6/3
6/4
1
2
A 1/1 (br)
B 1/2 (wh)
PAA
H
2
O
2
A 2
/3 (+)
B 2 /4 (-)
H
2
O
1/11 1/13 4/1
1/12 1/14
4/3
4/2 4/4
3/1 3/3
3/2 3/4
B
A
1/11 -1/14
Pt 100
4/1 - 4/4
Conex DIA-1
5/1
5/2
5/3
5/4
5/5
5/1
5/2
5/3
5/4
5/5
1
2
3
4
T
mA
Cl
2
, ClO
2
,
O
3
,H
2
O
2
,
PAA
pH, mV, F
mA
+
5/1 - 5/5
4
1
1/1
1/2
1/3
1/4
1/5
1/6
1/7
1/8
1/9
1/10
1/11
1/12
1/13
1/14
8/1
8/2
8/3
PE
N
L
8/1
8/2
8/3
-
+
115/120 V
230/240 V
24 V/DC
Regelaar stop
(water)
Relais
Alarm
Aansluiting op
Conex
®
DIA-1
Cellen
(water)
Cells:
Uitgangen
Externe ingang
Sensorinterface
Cellen / elektroden
Cellen
Elektroden
Jumper
DIP
Uit
Aan
24 VDC
115/120 V
230/240 V
1/1 (bruin)
1/2 (wit)
1/11 (bruin), 1/2 (wit)
Nederlands (NL)
317
Legenda van de klemmen
Behuizing voor bedieningspaneel Conex
®
DIA-1
Conex
®
DIA-1: voor installatie in het bedienings-
paneel.
Sensorinterface: voor installatie in de buurt van
de sensoren.
10.2 Netaansluiting
1. Bedieningspaneelbehuizing: Steek de connec-
torstrip in de overeenkomstige klemmenstrook op
de achterkant van het apparaat. Zorg voor een
juiste stand.
2. Sluit de aardleiding (PE) aan op klem 5
(wandmontage) resp. klem 8/1 (paneelmontage).
3. Sluit de nulader (N) (of de - ader bij de 24 V uit-
voering) aan op klem 3 (wandmontage) resp. op
klem 8/2 (paneelmontage).
4. Sluit de fase-ader (L1) (of de + ader bij de 24 V
uitvoering) aan op klem 1 (wandmontage) resp.
op klem 8/3 (paneelmontage).
Zet het apparaat aan en uit door de voedingsspan-
ning in- en uit te schakelen. Het apparaat zelf is niet
uitgerust met een aparte aan/uit schakelaar.
10.3 Relaisuitgangen
Onderdrukking van interferentie is vereist voor
inductieve belastingen (ook relais en contactors).
Wanneer dit niet mogelijk is moeten de relaiscontac-
ten zoals hieronder beschreven met een onderdruk-
kingsschakeling worden beveiligd.
Bij wisselspanning:
Bij gelijkspanning: Vrijloopdiode parallel aan
relais of contactor schakelen.
Afb. 10 Onderdrukkingscircuit, DC/AC
Pos. Omschrijving
Relais Relais 1 + 2
Alarm
Alarmrelais
N.O.: NO
N.C.: NC
Pt100 Temperatuursensor
H
2
O Monsterwatertekortsensor
Stop Regelaar stop
Uitgangen Stroomuitgangen [mA]
1
Cl
2
(chloor), ClO
2
(chloordioxide),
O
3
(ozon), H
2
O
2
(waterstofper-
oxide) of PAA (perazijnzuur)
2 pH, mV (redox)
3 T: Temperatuur
4 Stappenregelaar
Ingangen Externe ingangen [mA]
Elektroden
Meetcellen, elektroden en enkele
staaf meetelektrodes
M Meetelektrode
B/R Referentie-elektrode
G/C Tegenelektrode
Massa
mV Redoxelektrode
N.B.
De aansluiting van de relaisuitgangen is
afhankelijk van de toepassingen en de
gebruikte stelaandrijvingen. De hieronder
beschreven aansluitingen dienen daarom
uitsluitend als richtlijn.
Max. stroom Condensator C Weerstand R
60 mA 10 nF, 275 V 390 Ω, 2 W
70 mA 47 nF, 275 V 22 Ω, 2 W
150 mA 100 nF, 275 V 47 Ω, 2 W
1,0 A 220 nF, 275 V 47 Ω, 2 W
Voorzichtig
Voorzie relaisuitgangen van een geschikte
backup zekering!
TM03 7209 2813
+
-
DC
R
C
AC
Nederlands (NL)
318
10.4 Stroomuitgang
De stroomuitgang kan worden ingesteld op één van
de twee standaard bereiken "0-20 mA" of "4-20 mA",
of het kan vrij worden ingesteld.
Sluit de afscherming aan één zijde aan op de
aarde (PE).
Uitgang 1: chloor, chloordioxide, ozon,
waterstofperoxide of perazijnzuur
Deze stroomuitgang toont de weergegeven meet-
waarde als een analoog stroomsignaal.
Gebruik van het stroomsignaal voor meetwaarden:
Als ingangssignaal voor een andere indicator
Als ingangssignaal voor een externe regelaar.
1. Sluit de + ader aan op klem 23 (behuizing voor
wandmontage) of klem 1/3 (behuizing voor
paneelinbouw).
2. Sluit de - ader aan op klem 24 (behuizing voor
wandmontage) of klem 1/4 (behuizing voor
paneelmontage).
Uitgang 2: pH, redox
Deze stroomuitgang toont de weergegeven meet-
waarde als een analoog stroomsignaal.
Gebruik van het stroomsignaal voor meetwaarden:
Als ingangssignaal voor een andere indicator
Als ingangssignaal voor een externe regelaar.
1. Sluit de + ader aan op klem 25 (behuizing voor
wandmontage) of klem 1/5 (behuizing voor
paneelinbouw).
2. Sluit de - ader aan op klem 26 (behuizing voor
wandmontage) of klem 1/4 (behuizing voor
paneelmontage).
Uitgang 3: Temperatuur
Deze stroomuitgang toont de temperatuurmeting
door de optionele temperatuursensor.
Gebruik van het stroomsignaal voor meetwaarden:
Als ingangssignaal voor een andere indicator.
1. Sluit de + ader aan op klem 27 (behuizing voor
wandmontage) of klem 1/6 (behuizing voor
paneelinbouw).
2. Sluit de - ader aan op klem 28 (behuizing voor
wandmontage) of klem 1/7 (behuizing voor
paneelmontage).
Uitgang 4: Stappenregelaar
Deze uitgang geeft het berekende uitgangssignaal
van de regelaar als analoog stroomsignaal.
Gebruik van de stelsignaalvariabele:
Als ingangssignaal voor een continu eindregel-
element.
1. Sluit de + ader aan op klem 29 (behuizing voor
wandmontage) of klem 1/8 (behuizing voor
paneelinbouw).
2. Sluit de - ader aan op klem 30 (behuizing voor
wandmontage) of klem 1/7 (behuizing voor
paneelmontage).
10.5 Aansluitingen voor regelstop,
monsterwatersensor en
temperatuursensor
Aansluiten van de regelaarstop
1. Sluit de + ader aan op klem 17 (behuizing voor
wandmontage) of klem 2/1 (behuizing voor
paneelinbouw).
2. Sluit de - ader aan op klem 18 (behuizing voor
wandmontage) of klem 2/2 (behuizing voor
paneelmontage).
Aansluiten van de monsterwatersensor
Kabelkleuren en markering: Zie aansluitingen van
meetceltypen
AQC-D1/-D11/AQC-D2/-D12/AQC-D3/-D13.
1. Sluit de + ader aan op klem 19 (behuizing voor
wandmontage) of klem 2/3 (behuizing voor
paneelinbouw).
2. Sluit de - ader aan op klem 20 (behuizing voor
wandmontage) of klem 2/4 (behuizing voor
paneelmontage).
Aansluiten van de Pt100 temperatuursensor
1. Sluit de + ader aan op klem 21 (behuizing voor
wandmontage) of klem 1/11 (behuizing voor
paneelinbouw).
2. Sluit de - ader aan op klem 22 (behuizing voor
wandmontage) of klem 1/12 (behuizing voor
paneelmontage).
Voorzichtig
Zorg er voor dat de polariteit van de
stroomuitgang juist is!
Maximale belasting: 500
Ω
.
N.B.
Bij gebruik van de AQC-D2/-D12 meetcel,
moet de watersensor altijd zijn aangeslo-
ten en geactiveerd!
Nederlands (NL)
319
10.6 Aansluiten van meetcellen
Jumper instelling
Alle celtypes: positie 1 (standaard).
Afb. 11 Jumperinstelling
10.6.1 Aansluiting van de behuizing voor
wandmontage Conex
®
DIA-1
Afb. 12
Aansluiting op de meetcellen
AQC-D1/AQC-D2/AQC-D3
Afb. 13 Aansluiting op de meetcellen
AQC-D11
Afb. 14 Aansluiting op de meetcellen
AQC-D12
Afb. 15 Aansluiting op de meetcellen
AQC-D13
Afb. 16 Aansluiting op de meetcellen
PAA (perazijnzuur) / HP (peroxide)
TM03 6696 4506
TM03 5872 4112TM04 8642 4112
1
2
2
1:
Standaard
7
5
1
37
38 39
40
41 42
6
12
4
1
15 17
19
21 23 25 27 29 31 33 35
3634323028262422201816
9, 10, 11
8
2
3
4
21
19
2220
4
12
11
1
1
38 40
39
9
8
10
TM04 8643 4112TM04 8644 4112TM03 6966 4112
7
10
9
1
6
2
37 38
39
40
8
21
19
2220
4
12
11
1
1
7
10
9
1
6
2
37 38
39
40
8
21
19
2220
2
12
11
COM
11
1
NC
12
15 17 19 21 23 25 27 29 31 33 35
3634323028262422201816
37 38 39 40 41 42
21
14 15
Nederlands (NL)
320
Afb. 17 Aansluiting op de enkele staaf meetelek-
troden voor pH, redox
10.6.2 Aansluiting van behuizing voor
paneelmontage Conex
®
DIA-1
Afb. 18
Aansluiting op meetcellen
AQC-D1/AQC-D2/AQC-D3
Afb. 19 Aansluiting op meetcellen
AQC-D11
Afb. 20 Aansluiting op meetcellen
AQC-D12
TM03 6967 4506
Pos. Omschrijving
1Bruin
2Wit
3Zwart
4 Blauw
5 Afscherming
6 Buitenste geleider (afscherming)
7 Binnenste geleider
8 Referentie-elektrode
9 Meetelektrode
10 Tegenelektrode
11 Pt100 temperatuursensor
12 watersensor
13 Buitenste geleider
14 Geel
15 Groen
TM03 5871 4212
37 38 39 40 41 42
7
13
+-
1/
11
1/
13
4/
1
1/
12
1/
14
4/
3
4/
2
4/
4
3/
1
3/
3
3/
2
3/
4
B
A
1
4
Conex
2/
3
2/
4
+
-
12
MB/RG/C
7
1
6
Pt 100
2
5
8
9, 10, 11
3
4
Sensorinterface
TM04 8645 4112TM04 8646 4112
4
11
1
Pt 100
9
8
10
1/
11
1/
13
4/
1
1/
12
1/
14
4/
3
4/
2
4/
4
3/
1
3/
3
3/
2
3/
4
B
A
1
4
Conex
2/
3
2/
4
+
-
12
G/CM
B/R
Sensorinterface
7
10
9
1
6
2
8
4
11
1
1/
11
1/
13
4/
1
1/
12
1/
14
4/
3
4/
2
4/
4
3/
1
3/
3
3/
2
3/
4
B
A
1
4
Conex
2/
3
2/
4
+
-
12
Pt 100G/CM
B/R
Sensorinterface
Nederlands (NL)
321
Afb. 21 Aansluiting op meetcellen
AQC-D13
Afb. 22 Aansluiting op meetcellen
PAA (perazijnzuur) / HP (peroxide)
Afb. 23 Aansluiting op enkele-staaf meetelektro-
den voor pH, redox
Speciale aandachtspunten voor de aansluiting
op de bedieningspaneelbehuizing van de
Conex
®
DIA-1
1. Sluit eerst de meetcellen aan, de enkele staaf
meetelektroden en de sensoren voor de senso-
rinterface.
2. Sluit daarna de sensorinterface aan op de
Conex
®
DIA-1.
TM04 8647 4112TM03 6968 4112
TM03 6969 4506
7
10
9
1
6
2
8
2
11
1
1/
11
1/
13
4/
1
1/
12
1/
14
4/
3
4/
2
4/
4
3/
1
3/
3
3/
2
3/
4
B
A
Conex
2/
3
2/
4
+
-
12
Pt 100G/CM
B/R
COM
11
NC
12
Sensorinterface
MB/R
G/C
1/11 1/13 4/1
1/12 1/14
4/3
4/2 4/4
3/1 3/3
3/2 3/4
B
A
1/1
1/2
+
-
21
1415
+-
7
13
Pos. Omschrijving
1Bruin
2Wit
3Zwart
4 Blauw
5 Afscherming
6 Buitenste geleider (afscherming)
7 Binnenste geleider
8 Referentie-elektrode
9 Meetelektrode
10 Tegenelektrode
11 Pt100 temperatuursensor
12 watersensor
13 Buitenste geleider
14 Geel
15 Groen
Nederlands (NL)
322
Aansluiten van de sensorinterface op de
Conex
®
DIA-1 (zie achterkant van het apparaat)
Meetcellen
AQC-D1/-D11/AQC-D2/-D12/AQC-D3/-D13,
PAA (perazijnzuur) / HP (peroxide)
Sluit klemmen 4/1 t/m 4/14 van de sensorinter-
face aan op de corresponderende klemmen van
de
Conex
®
DIA-1.
Meetcellen HP (peroxide) / PAA (perazijnzuur)
Sluit daarnaast klem A aan op klem 1/1 en klem
B op klem 1/2 van de
Conex
®
DIA-1.
Enkele staaf meetelektroden
(pH, redox)
Sluit klemmen 3/1 t/m 3/4 van de sensorinterface
aan op de corresponderende klemmen van de
Conex
®
DIA-1.
Monsterwatertekort sensor
Sluit klem A aan op klem 2/3 en klem B op
klem 2/4 van de
Conex
®
DIA-1.
DIP-schakelaar
Zo nodig de DIP-schakelaar voor de gewenste
meetparameter op "On" zetten! (Schakelaar naar
rechts drukken, de bovenste schakelaar 1 wordt
niet gebruikt).
Afb. 24 DIP-schakelaar
N.B.
Bij gebruik van de AQC-D2/-D12 meetcel,
moet de watersensor altijd zijn aangeslo-
ten en geactiveerd!
TM03 6699 4506
OFF
On
DIP
2
3
4
1
ClO
2
,O
3
Cl
2
Nederlands (NL)
323
11. Bediening
11.1 Bedienings- en display-elementen
Afb. 25 Wandmontage behuizing en bedieningspaneelbehuizing
TM03 6700 4506
1
86
54
3
7
781
6
5
43
2
2
Pos. Omschrijving
Bedieningselementen
1
Rode alarm-LED
Knippert in geval van storingen en
onjuiste invoer.
2 Display
Bedieningsknoppen
3
[OK] knop
Activeert het gekozen menu.
Bevestigt de gekozen regel of waarde.
4
[Omlaag] knop
Gaat één regel naar beneden (de gekozen
regel wordt inverse weergegeven).
Verlaagt waarden.
5
[Omhoog] knop
Gaat één regel omhoog (de gekozen lijn
wordt in inverse weergegeven).
Verhoogt waarden.
6
[Esc] knop
Gaat terug naar het vorige menu.
– De laatst ingevoerde data zijn niet
gewijzigd.
Functieknoppen met gele LED
7
[Cal] knop
Schakelt tussen de kalibratie- en meetmo-
dus.
– In de kalibratiemodus, de
corresponderende LED brandt.
8
[Man] knop
Schakelt tussen automatische en
handmodus.
– In de handmodus gaat de
corresponderende LED aan.
Nederlands (NL)
324
11.2 Display-elementen bij eerste
ingebruikstelling
Na aansluiting op de voedingsspanning bij de eerste
inbedrijfstelling en na de opstartindicatie, wordt in
het display het "Sprache/taal" menu weergegeven.
Het woord "language" in de kopregel wordt met
intervallen van ca. 1 s in alle beschikbare menu-
talen weergegeven.
Start de
Conex
®
DIA-1 door de gewenste bedie-
ningstaal te kiezen:
1. Selecteer met behulp van de pijltoetsen
[Omhoog] en [Omlaag] de gewenste taal.
– De gekozen taal wordt inverse weergegeven
(witte letters op zwarte achtergond).
2. Druk op [OK] om te bevestigen.
De vertalingen voor de woorden "
setup" en "langu-
age" in de momenteel beschikbare talen zijn:
Na het selecteren en bevestigen van de bedie-
ningstaal door op [OK] te drukken tijdens de eer-
ste inbedrijfstellen, wordt op het display "chloor"
weergegeven als de waarde die moet worden
gemeten.
– Voortaan verschijnt bij het opstarten op het dis-
play de meetwaarde die de laatste keer is
gekozen.
Bij overschrijding of onderschrijding van het
gekozen meetbereik, toont het display de
boven- en ondergrens en knnippert.
Zie paragrafen 8.4 Meetbereiken en 11.5.4 Instellen
van de meetbereiken voor chloor, chloordioxide,
ozon, peroxide, perazijnzuur, pH, redox.
Language/Langue...
Deutsch
English
Français
Nederlands
N.B.
De geselecteerde taal wordt opgeslagen
en blijft de bedieningstaal wanneer het
apparaat wordt gereboot. Indien nodig kan
de bedieningstaal worden gewijzigd in het
"taal" submenu in het "basisinstelling"
menu.
Zie paragraaf 11.5 Basisinstelling.
Deutsch
Hauptmenü Grundeinstellung Sprache
English
main menu setup language
Français
Menu principal Paramétrage Langue
Nederlands
hoofdmenu basisinstelling taal
Español
Menu principal Ajuste básico Idioma
Italiano
Menu principale programm. fond. lingua
Português
Menu principal Posição inicial Língua
Pусский
главное меню станд. настройка язык
Polski
manu główne ustawienia język
Chloor
0,43
mg/l
TM03 6704 4506
Chloor
0,43 mg / l
5,20 pH
22 °C
c
cc
Nederlands (NL)
325
11.3 Software-overzicht
Hoofdmenu's
Regelaar, zie paragraaf Regelaar.
Alarm, zie paragraaf Alarm.
Service, zie paragraaf Service.
Basisinstelling, zie paragraaf Basisinstelling.
Functieknoppen
Cal, zie paragraaf Kalibratiefunctie.
Man, zie paragraaf Handbediening.
Regelaar
"F" (volledige bevoegdheid)
Instellen van de parameters
Relais 1/2
– intern/extern setpoint
– regelaarparameters.
Stappenregelaar
– intern/extern setpoint
– regelaarparameters.
Alarm
"F" (volledige bevoegdheid)
Alarminstellingen
– Alarmwaarden (schakelpunten)
– Effectieve richting
– hysterese
– Alarmvertraging.
Doseertijdbewaking
– Maximale doseertijd (bij constante doseerflow
van 100 %).
Service
Kalibratielogboek
– De laatste tien kalibraties.
Oproepen van de regelaarinstellingen
Testen werking van de stroomuitgangen
Test werking van relais
Test werking van het display.
Basisinstelling
"F" (volledige bevoegdheid)
Selecteren van de taal
Parameters: Selecteren van de meetwaarden
Selecteren van de meetcel
Selecteren van het meetbereik
Configuratie van de regelaars
Aan-/uitschakelen van de watersensor
Tijdinstelling
Code functie
Displaycontrast
Oproepen fabrieksinstellingen
Stroomuitgang toekennen van stroomuitgangen
aan meetbereiken
Oproepen van de programma versie.
Kalibratiefunctie
"C" (kalibratierechten)
Kalibratie van gekozen parameters
– chloor, chloordioxide, ozon, peroxide, perazijn-
zuur, pH.
Handbediening
"C" (kalibratierechten)
De geconfigureerde regelaars handmatig runnen.
N.B.
Vooropgesteld dat de codes voor toe-
gangsrechten zijn ingesteld, zijn sommige
menu's (en submenu's) alsmede de func-
ties Cal en Man beveiligd tegen ongeauto-
riseerde toegang. De beveiligde menu's
zijn gemarkeerd met "C" (kalibratiebe-
voegdheden) of "F"
(volledige bevoegdheid).
Nederlands (NL)
326
11.4 Hoofdmenu
1. Schakel over naar het "hoofdmenu" door op [OK]
te drukken, of indien nodig, door enkele malen op
[Esc] te drukken.
Opties in "Hoofdmenu"
"regelaar"
In dit submenu kan een regelaar worden geconfi-
gureerd. Deze optie wordt uitsluitend weergege-
ven wanneer een type regelaar is geselecteerd in
het "basisinstelling" menu.
"alarm"
In dit submenu wordt de meetwaarde vergeleken
met de toegestane waarde en indien nodig wordt
een alarm geactiveerd.
"service"
Diagnose submenu. De meetwaarden en de laat-
ste tien wijzigingen van kalibratiegegevens kun-
nen worden bekeken. In deze modus kunnen er
geen waarden worden gewijzigd. Wanneer meet-
cel AQC-D2/-D12 is geselecteerd, dan kunnen de
data van de watersensor worden bekeken.
"basisinstelling"
In dit submenu kunnen de instellingen voor taal,
parameters, meetbereiken, regelaars etc. worden
aangepast.
Selecteren van de functies "calibratie" en
"handbediening"
Zie de knoppen [Cal] en [Man] rechts van het display.
Kalibratie: Druk op [Cal] om naar het kalibratie-
menu te gaan (de gele LED gaat aan).
Handbediening: Druk op [Man] om over te scha-
kelen naar handbediening (de gele LED gaat
aan).
hoofdmenu
regelaar
alarm
service
basisinstelling
N.B.
Overschakelen naar handbediening is
alleen mogelijk wanneer een regeltype is
geselecteerd in het "basisinstelling" menu.
De functies "Cal" en "Man" kunnen alleen
worden gekozen door personen met kali-
bratie- of volledige bevoegdheid.
Nederlands (NL)
327
11.5 Basisinstelling
Alle standaard instellingen van het apparaat kunnen
worden gedefinieerd in het "basisinstelling" menu.
Tijdens de eerste inbedrijfstelling worden basisfunc-
ties geconfigureerd die daarna zelden of nooit gewij-
zigd hoeven te worden.
Het "basisinstelling" menu is alleen toegankelijke
voor personen met volledige bevoegdheid.
Zie paragraaf 11.5.7 Code functie.
Voer de code in.
11.5.1 Selectie van meetwaarden voor chloor, chloordioxide, ozon, peroxide, perazijnzuur, pH, redox
Afb. 26
Selectie van meetwaarde in "Parameter" menu
TM03 6707 4506
basisinstelling
parameters
chloor
pH
pH interne
(elektrode)
aan
pH-compensatie
chloor aan/uit
Temp. meting
aan/uit
temp. comp. chloor
aan/uit
temp. comp. pH
aan/uit
pH extern
pH-compensatie
chloor aan/uit
Temp. meting
aan/uit
temp. comp. chloor
aan/uit
pH
uit
temp. meting
aan/uit
temp. comp. chloor
aan/uit
chloordioxide,
ozon
temp. meting
aan/uit
temp. comp.
aan/uit
temp. comp.
aan/uit
pH
redox
temp. meting
aan/uit
temp. meting
aan/uit
aan
aan
aan
aan
aan
aan
aan
aan
aan
Nederlands (NL)
328
1. Selecteer de regel "Parameter" m.b.v. de
[Omhoog] en [Omlaag] knoppen en druk op [OK]
om over te schakelen naar het corresponderende
menu.
2. Selecteer de regel(s) die de waarden aangeven
die gemeten moeten worden (parameters) m.b.v.
de [Omhoog] en [Omlaag] knoppen.
11.5.2 pH- en temperatuurcompensatie
pH-compensatie met chloormeting
De dissociatie van waterstofhypochloriet (HOCl) in
de hypochloriet anioon (OCl
-
) leidt tot verlies van
helling (verlies van gevoeligheid) van de chloormeet-
sensor.
Door middel van een compensatiefunctie kan dit ver-
lies rekenkundig worden gecorrigeerd.
Temperatuurcompensatie
Door middel van een compensatiefunctie kan de
temperatuurafhankelijkheid van de sensoren reken-
kundig worden gecorrigeerd.
Besturingsvelden voor pH-waarde,
pH-compensatie, temperatuurmeetwaarde en
temperatuurcompensatie in de
meetwaardeweergave
Afb. 27
Chloormeting met pH en temperatuur-
compensatie
Druk eenmaal of tweemaal op [Esc] om over te
schakelen naar het display met de meetwaarde.
Raadpleeg paragrafen 11.2 Display-elementen bij
eerste ingebruikstelling en 11.6.5 Regelaar bestu-
ringvelden op het display.
Naast de actuele meetwaarde, worden de actuele
pH-waarde en de temperatuur van het monsterwater
ook weergegeven.
Met geactiveerde pH-compensatie of temperatuur-
compensatie, de letter "c" voor "compensatie" wordt
weergegeven aan het einde van de regel.
Met gedeactiveerde temperatuurmeting, moet de
watertemperatuur voor compensatie handmatig
ingevoerd worden na kalibratie. Zie paragraaf
11.9.1 Kalibreren van de pH-waarde.
11.5.3 Selectie van meetcel
Namen van de meetcellen opgenomen in de
software
•AQC-D1/-D11
AQC-D2/-D12
AQC-D3/-D13
De meetcel die overeenkomt met de gekozen meet-
waarde kan worden gekozen:
AQC-D1/-D11/AQC-D2/-D12/AQC-D3/-D13 met
chloor, chloordioxide of ozon
De meetcel PAA/HP wordt automatisch gekozen
wanneer "perazijnzuur/peroxide" is geselecteerd als
de meetwaarde.
Bewaking van de reinigingsmotor
(meetcellen AQC-D1/-D11)
Druk na selectie van het meetceltype AQC-D1/-D11
op [OK] om in het "reinigingsmotor" submenu te
komen.
1. Bewaking van de reinigingsmotor in-/
uitschakelen.
Meetcel AQC-D2/-D12/-D3/-D13 geselecteerd
Afb. 28
Chloormeting met
AQC-D2/-D12/-D3/-D13
Een zwarte balk op het display geeft de actuele data
van de watersensor aan.
Raadpleeg de installatie- en bedieningsinstructies
voor de potentiostatische meetcel
AQC-D2/-D12/-D3/-D13.
TM03 6703 4506
Chloor
0,43 mg/l
5,20 pH
22 °C
c
c
N.B.
Het "meetcel" submenu wordt alleen weer-
gegeven wanneer de meetwaarden chloor,
chloordioxide, ozon zijn geselecteerd tij-
dens de parametrisatie.
TM03 6708 4506
Chloor
0,43 mg/l
Nederlands (NL)
329
11.5.4 Instellen van de meetbereiken voor chloor,
chloordioxide, ozon, peroxide,
perazijnzuur, pH, redox
In het menu "meetbereik" worden alle in het menu
"parameters" geselecteerde meetgrootheden aan de
desbetreffende meetbereiken toegewezen.
In het "meetbereik" menu zijn de volgende opties
beschikbaar:
– Twee (met redox) en zes (chloor) standaard
meetbereiken. Zie paragraaf 8.4 Meetbereiken.
– "andere": Met de [Omhoog] en [Omlaag] knop-
pen, kan de operator de onder- en boven-
grenswaarde van het meetbereik instellen op
elke waarde binnen het breedste standaard
meetbereik.
De meetbereiken voor temperatuur kunnen wor-
den ingesteld op °C (Celsius) of °F (Fahrenheit).
11.5.5 watersensor
In het menu "watersensor" kan de watersensor wor-
den in- of uitgeschakeld.
In het geval van een monsterwatertekort, zal het vol-
gende optreden:
Het storingsindicatierelais wordt geactiveerd en
de alarmmelding "fout watersensor" wordt geacti-
veerd.
Bij apparaten met een regelfunctie, worden de
stelaandrijvingen naar passief of gesloten
geschakeld.
11.5.6 Instellen van de actuele tijd
(datum/tijd/zomertijd)
1. Schakelen van het menu "basisinstelling" naar
het "datum/kloktijd" menu.
Afb. 29 Tijdinstelling
2. Stel de actuele tijd in voor het apparaat in het
"tijdsinstelling" menu, in het formaat uu.mm.ss.
– Druk op [OK] om naar het volgende nummer-
veld te gaan. Het nummerveld dat momenteel
is geactiveerd knippert.
– Wijzig de instellingen door op de [Omhoog] en
[Omlaag] knoppen te drukken.
– Bij langer ingedrukt houden van de knop wordt
de instelsnelheid dynamisch verhoogd.
3. Stel het apparaat in op de huidige datum in het
"datum" menu in het formaat mm.dd.jjjj met
Engels als bedieningstaal of in het formaat
dd.mm.jjjj voor alle andere talen, op soortgelijke
wijze als bij het instellen van de tijd. De overeen-
komstige dag van de week (Ma...Zo) wordt auto-
matisch weergegeven.
4. Zo nodig het begin en het einde van de zomertijd
en het aantal uren van de tijdsverschuiving instel-
len.
11.5.7 Code functie
De code functie is bedoeld om het apparaat te bevei-
ligen tegen ongeautoriseerde toegang.
Viercijferige toegangscode invoeren of wijzigen
1. Selecteer in het menu "basisinstelling" met de
[Omhoog] of [Omlaag] knoppen regel "code func-
tie" en ga met [OK] naar het desbetreffende
menu.
Er is keuze uit twee toegangsniveaus:
Kalibratiebevoegdheden: De bezitter van kalibra-
tiebevoegdheden heeft toegang tot het kalibratie-
menu en tot handbediening.
De bezitter van kalibratiebevoegdheden mag het vol-
gende doen:
Kalibratiegegevens wijzigen
Stuurrelais handmatig bedienen.
Volledige bevoegdheid: De bezitter van volledige
bevoegdheid heeft volledige toegang tot alle instel-
lingen en kalibratiedata.
N.B.
Het "temperatuur" submenu wordt alleen
weergegeven wanneer de temperatuurme-
ting is ingeschakeld in het "parameter"
menu of wanneer de parameter pH is
geselecteerd.
Voorzichtig
De watersensor moet worden geschakeld
voor de meetcel AQC-D2/-D12!
TM03 6709 4506
01: 18: 40 pm
Tijd
tijdsinstelling
Nederlands (NL)
330
De bezitter van volledige bevoegdheid kan het
volgende doen:
Kalibratiegegevens wijzigen
Basisinstelling wijzigen
Parametriseren van de regelaar
Wijzigen van alarm instellingen
Het apparaat handmatig bedienen.
2. Selecteer het gewenste type toegangsbevoegd-
heid en druk op [OK] om het desbetreffende
menu te openen.
3. Bevestig zonodig eerst een eventueel aanwezige
oude code (bij eerste gebruik code 0000 bevesti-
gen).
4. Selecteer "veranderen".
5. Voer in het daaropvolgende submenu de oude
code (zie de commentaarregel hieronder) in met
de [Omhoog] en [Omlaag] knoppen en druk op
[OK] om te bevestigen en naar het menu "Nieuwe
code" (zie commentaarregel onderaan het dis-
play) te gaan.
6. Voer een code van vier posities in m.b.v. de
[Omhoog] en [Omlaag] knoppen. Druk op [OK]
om te bevestigen.
7. De toegangsautorisatie kan worden opgeheven
door de betreffende code in het "verwijderen"
submenu te verwijderen.
Door invoer van een geldige viercijferige code,
krijgt de operator toegang tot de correpsonde-
rende functies gedurende een beperkte tijdsperi-
ode van 60 minuten.
Wanneer er eerder geen code is ingevoerd, dan
is de toegang tot het gewenste menu volledig
vrijgegeven. De code 0000 wordt niet weergege-
ven / aan de operator wordt niet gevraagd deze
in te voeren.
11.5.8 Resetfunctie
Door invoer van code "1998" worden alle eerder
ingevoerde codes gewist.
Alle eerder ingestelde toegangscodes worden
gewist en gereset naar "0000".
11.5.9 Instellen van displaycontrast
In het menu "display" kan het contrast van het dis-
play worden ingesteld.
1. Schakel van het "basisinstelling" menu naar het
"display" menu m.b.v. de [Omhoog] en [Omlaag]
knoppen en druk op [OK] om te bevestigen.
11.5.10 Opslaan / toegang tot
gebruikersinstellingen
In het "fabrieksinstellingen" submenu, kan de actuele
apparaatinstelling worden bewaard, zodat deze later
kan worden gereactiveerd, of een opgeslagen instel-
ling kan worden geactiveerd.
Basisinstelling
- Bewaar basisinstelling: Bewaart alle actuele
apparaatinstellingen uit de menu's (niet alleen
de "basisinstelling").
- Activeer setup: Reset het apparaat tot de laatst
opgeslagen instellingen.
11.5.11 Fabrieksinstelling reset
In het "fabrieksinstellnig" submenu, kan de
Conex
®
DIA-1 ook worden gereset naar de fabrieks-
instellingen m.b.v. code 6742.
Resetten van de Conex
®
DIA-1 naar de
fabrieksinstelling
Reset
- Code: 0000 wordt weergegeven.
- Stel code 6742 in m.b.v. de [Omhoog] en
[Omlaag] knoppen, en druk op [OK] om te
bevestigen.
Het apparaat wordt nu gereset naar de oorspronke-
lijke fabrieksinstelling.
cal-bevhd.
code 0000
oude code
N.B.
Wanneer een verkeerde code wordt inge-
voerd, wordt toegang tot de betreffende
menu's geweigerd.
Er wordt een foutmelding gegeven (tijds-
duur: vijf seconden) en het apparaat keert
terug naar het "hoofdmenu".
Wanneer de contrastinstelling te hoog is,
kan het zijn dat het aflezen van het display
niet langer mogelijk is. Houd de [Omlaag]
knop ingedrukt totdat de contrastinstelling
laag genoeg is om het display weer lees-
baar te maken.
Bewaar in dit menu uw apparaatinstellin-
gen nadat u alle waarden heeft ingesteld in
de "basisinstelling", "regelaar" en "alarm"
menu's. U kunt deze dan op elk gewenst
moment weer activeren (zelfs na een
fabrieksreset)!
Voorzichtig
Gebruik deze functie alleen in geval van
nood. Alle apparaatinstellingen gaan verlo-
ren en moeten opnieuw
worden ingevoerd!
Het apparaat niet loskoppelen van de voe-
dingsspanning tijdens de reset!
Voorzichtig
Voorafgaande aan de volgende keer
opstarten:
Controleer alle parameters en stel het
apparaat weer in overeenkomstig uw
applicatie!
Opmer-
Opmer-
Nederlands (NL)
331
Algemene instellingen af fabriek
Taal: De Conex
®
DIA-1 wacht op de taalkeuze.
De talen "Deutsch/English Français...." worden
afwisselend weergegeven.
Zomertijd Uit.
Toegangscodes: 0000 kalibratiebevoegdheid,
0000 volledige bevoegdheid.
Stroomuitgangen: 0-20 mA.
Met vrij instelbare grenswaarden:
– Ondergrens = onderkant van het meetbereik
– Bovengrens = bovenkant van het meetbereik.
Alarmwaarden: Alarm uit.
Doseertijdbewaking: Uit.
Parameterinstellingen
Fabrieksinstellingen van regelaars
Schakelende regelaar:
– Uitgang 1: Uit
– Grenswaardegever / uitgang 2: Uit
Tweestanden regelaar:
– Schakelrichting of regelrichting uitgang 1:
Onderschrijding
– Schakelrichting of regelrichting uitgang 2:
Overschrijding
Regelaargedrag bij alle regelaars: PI
Stroomuitgang stappenregelaar: 0-20 mA.
Cl
2
ClO
2
/O
3
H
2
O
2
PAA
Meetbereik [mg/l]
0,00 - 2,00 0,00 - 1,00 0-100 0-100
Meetcel AQC-D1/-D11/-D3/-D13/-D2/-D12
HP
(peroxide)
PAA
(perazijnzuur)
pH-meting Uit - - -
Bewaking van de
reinigingsmotor
Uit Uit - -
Watertekortsensor Uit Uit Uit Uit
Stroomuitgang 0-20 mA 0-20 mA 0-20 mA 0-20 mA
Alarm-
bevestiging
Alarm-
bevestiging
Alarm-
bevestiging
Alarm-
bevestiging
pH Redox
Meetbereik [mg/l]
2,00 - 12,00 0-1000
Sensorsteilheid [mV/pH] -58 [mV]/[pH] -
Assymetrie potentiaal 0-
Kalibratietemperatuur [°C] 25 25
Watertekortsensor Uit Uit
Stroomuitgang 0-20 mA 0-20 mA
Alarmbevestiging Alarmbevestiging
Nederlands (NL)
332
11.5.12 Stroomuitgangen
In het menu "stroomuitgang" kan de operator de
geselecteerde waarden toekennen aan de stroomuit-
gangen en vervolgens stroomuitgangen toekennen
aan de geselecteerde meetbereiken.
In het menu "stroomuitgang" worden de geselec-
teerde parameters in de hierna vermelde volgorde
weergegeven:
Uitgang 1: Cl
2
, ClO
2
, O
3
, H
2
O
2
, PAA
Uitgang 2: pH, redox
Uitgang 3: Temperatuur
Uitgang 4: stappenregelaar.
Toekenning van de stroomuitgangen aan het
meetbereik (voorbeeld: chloormeting)
Er zijn twee standaard bereiken, "0-20 mA" en
"4-20 mA", welke toegekend kunnen worden aan de
stroomuitgangen. Ze zijn lineair aan het meetbereik
toegekend.
Daarnaast kunen voor de stroomuitgangen 1 t/m 3
de bovengrenzen vrij gedefinieerd worden binnen
het interval 0-20 mA.
1. Kies voor een vrije instelling de regel "andere" in
het corresponderende submenu m.b.v. de
[Omhoog] en [Omlaag] knoppen. Druk op [OK]
om te bevestigen.
– Op dezelfde regel wordt "= 0 mA" weergege-
ven.
2. Voer de bijbehorende lagere ondergens in m.b.v.
de [Omhoog] knop. Druk op [OK] om te bevesti-
gen.
– Er verschijnt nog een vraag naar de boven-
grenswaarde van het meetbereik "20,00 mg/l".
3. Voer de bovengrens in van het meetbereik m.b.v.
de [Omlaag] knop. Druk op [OK] om te bevesti-
gen.
– Op dezelfde regel wordt "= 20 mA" weergege-
ven.
4. Voer de bijbehorende bovengrenswaarde in
m.b.v. de [Omlaag] knop. Druk op [OK] om te
bevestigen en terug te keren naar het
"Stroomuitgang" menu.
11.5.13 programma versie
In geval van problemen waarbij het noodzakelijk is
contact op te nemen met onze service-afdeling,
kan de operator in het "programma versie" menu
eenvoudig de softwarecomponenten identificeren.
Versie: Bijvoorbeeld
v0.20.1.
Laatste update:
yyyymmdd.
N.B.
Zorg er voor dat de geselecteerde
uitgang overeenkomt met de geselec-
teerde parameter.
stroomuitgang
chloor
pH
temperatuur
chloor
0-20 mA
4-20 mA
andere
chloor
0,20 mg/l = 0 mA
chloor
0,20 mg/l = 0 mA
15,00 mg/l = 20 mA
basisinstelling
V0.20.1 19991028
programma versie
Nederlands (NL)
333
11.6 Selecteren, configureren en
parametriseren van de regelaar
Er zijn twee stappen nodig om de regelaar in te stel-
len:
Ten eerste: Selectie en configuratie van het type
regelaar in het menu "basisinstelling", "regelaar"
submenu.
Ten tweede: Parametrering van het geselec-
teerde type regelaar in het "hoofdmenu",
"regelaar" submenu.
11.6.1 Selecteren en configureren van de regelaar.
Afb. 30
Selecteren en configureren van de regelaar
Selecteer in het "basisinstelling" menu de regel
"regelaar" m.b.v. de [Omhoog] en [Omlaag] knop-
pen en druk op [OK] om naar het "regelaar" menu
te schakelen.
TM03 6711 4506
basisinstelling
regelaar
Schakelende
regelaar
grens-
wrd/2-punts
relais
1/2
uit
grens-
waarde-
gever
onder-
schrijding
over-
schrijding
puls+
pauze
reg.
neer-
waartse
regeling
opwaartse
regeling
P
PI
PID
ext./ int.
setpoint
pulsfreq.
regelaar.
instelling, zie
puls+pauzeregelaar
stappen-
regelaar
driepunts-
stappen
uit
uit
instelling, zie puls +
pauzeregelaar
instelling, zie puls +
pauzeregelaar
Nederlands (NL)
334
11.6.2 Selectie en configuratie van een
schakelende regelaar
1. Selecteer de regel "schakelende reg." m.b.v. de
[Omhoog] en [Omlaag] knoppen en druk op [OK]
om naar het "schakelende reg." menu te gaan.
2. Selecteer de regel "grenswrd/2-punts" m.b.v. de
[Omhoog] en [Omlaag] knoppen.
3. Druk op [OK] om automatisch naar het "relais 1"
menu te springen.
4. Selecteer één van de volgende opties m.b.v de
[Omhoog] en [Omlaag] knoppen:
– uit
– grenswaardegever
– pulspauze regelaar (2-standen regelaar)
– pulsfrequentieregelaar (2-standen regelaar).
Wanneer een grenswaardecontact/twee-standen
regelaar is geselecteerd, dan kan een andere grens-
waardecontact/2-standen regelaar worden gekozen.
Een extra drie-standen regelaar kan niet worden
geselecteerd.
– Nadat de configuratie van de eerste twee-stan-
den regelaar/grenswaardecontact (relais 1) is
afgerond, druk dan op [OK] om naar het
"relais 2" menu te springen.
Wanneer een drie-standen stappenregelaar is gese-
lecteerd, kan er geen extra grenswaardecontact of
twee-standen regelaar worden gekozen.
Twee-standen en drie-standen stappenregelaars:
Voor wat betreft regelaargedrag, kan één van de
volgende typen regeling worden geselecteerd:
P: Proportionele regelaar (niet bij drie-standen
regelaar)
PI: Proportionele-plus-integrale regelaar
PID: Proportionele-plus-integrale-plus-afgeleide
regelaar (niet bij drie-standen regelaar).
Met betrekking tot het setpoint geldt het volgende:
Met geselecteerd intern setpoint, zijn instellingen
binnen het meetbereik mogelijk.
Met extern geselecteerd setpoint, kan de opera-
tor kiezen tussen de standaard stroomuitgangen
0-20 mA en 4-20 mA.
11.6.3 Selectie en configuratie van de
stappenregelaar
De stappenregelaar kan altijd worden gebruikt.
1. Selecteer de regel "stappenregelaar" uit het
"regelaar" menu m.b.v. de [Omhoog] en [Omlaag]
knoppen en druk op [OK] om naar het "stappen-
regelaar" menu te gaan.
2. De regelrichting kan - net als bij de twee positie
regelaars - worden ingesteld op opwaartse rege-
ling (onderschrijding van setpoint) of neerwaartse
regeling (overschrijding van setpoint). Zie para-
graaf 11.6.2 Selectie en configuratie van een
schakelende regelaar.
3. Voor wat betreft het regelaargedrag, kan één van
de regelaartypen P, PI, PID worden geselecteerd.
Zie paragraaf 11.6.2 Selectie en configuratie van
een schakelende regelaar.
Met betrekking tot het setpoint geldt het vol-
gende:
– Met geselecteerd interne setpoint, zijn instellin-
gen binnen het meetbereik mogelijk.
– Met het extern geselecteerde setpoint, kan de
operator kiezen tussen de standaard stroom-
uitgangen 0-20 mA en 4-20 mA.
Nederlands (NL)
335
11.6.4 Instellen van de regelaarparameters
1. Selecteer een regelaar in het "basisinstelling"
menu en configureer deze.
Zie paragraaf 11.6 Selecteren, configureren en para-
metriseren van de regelaar.
2. Selecteer de regel "regelaar" uit het "hoofdmenu"
m.b.v. de [Omhoog] en [Omlaag] knoppen en
druk op [OK] om naar het "regelaar" menu te
gaan.
Zie paragraaf 11.4 Hoofdmenu.
Afb. 31 Instellen van de regelaarparameters
De opties beschikbaar in het "regelaar" submenu
(hoofdmenu) corresponderen met de configuratie die
is gemaakt in het "basisinstelling" menu.
1. Gebruik de [Omhoog] en [Omlaag] knoppen om
de interne setpoints te wijzigen binnen het gese-
lecteerde meetbereik.
Zie paragraaf 8.4 Meetbereiken.
2. Selecteer de weergegeven regelaarparameters
m.b.v. de [Omhoog] en [Omlaag] knoppen, druk
op [OK] om over te schakelen naar het geselec-
teerde submenu, en gebruik de [Omhoog] en
[Omlaag] knoppen voor het instellen van de
setpoints binnen de toegestane bereiken.
Zie paragraaf 8.3.3 Regelaarfuncties.
N.B.
De "regelaar" optie in het "hoofdmenu" is
alleen beschikbaar wanneer een regelaar
is geselecteerd in het "basisinstelling"
menu!
Voorbeeld:
Geconfigureerd grenswaarde contact of
twee standen regelaar en geactiveerde
continu regelaar.
TM03 6712 4506
instellingen, zie hierboven en paragraaf 8.3
instellingen, zie hierboven en paragraaf 8.2
regelaar
hoofdmenu
d.w.z. puls-
pauzerege-
ling
relais 1
setpoint
setpoint
extern
setpoint
intern
0-20 mA / 4-20 mA
chloor 0,00-20,00 mg/l
pH 0-14,00 pH
0,0 tot 3000,0 %
Proportionele
XP
Nasteltijd TN
Wachttijd TV
puls+pauzetijd
min.inschak.duur
basis
max. doseer-
capaciteit
aanpassing
1 tot 3000 s
1 tot 1000 s
1 tot 100 s
0,1 tot 10,0 s
0 tot 50 %
0 tot 100 %
start
stop
aanp.resultaat
stappen-
regelaar
relais 2
Nederlands (NL)
336
11.6.5 Regelaar besturingvelden op het display
Afb. 32
Chloormeting met pH en temperatuur-
compensatie
1. Druk één of tweemaal op [Esc] om naar het
display "meetwaarde" te schakelen.
Raadpleeg paragrafen 11.2 Display-elementen bij
eerste ingebruikstelling en 11.5.2 pH- en tempera-
tuurcompensatie.
De regelvelden op het display "meetwaarde" corres-
ponderen met de geconfigureerde regelaar.
Het regelveld ">" wordt alleen weergegeven wan-
neer een extern setpoint is gedefinieerd. Afhan-
kelijk van het geselecteerde standaardbereik
(0-20 mA of 4-20 mA) en het gedefinieerde set-
point niveau wordt het weergegeven als niet
gevuld, deels gevuld of volledig gevuld (inverse
weergegeven).
Niet gevuld (bij 0 of 4 mA):
Deels gevuld, bijvoorbeeld setpoint 4 mA
(standaard bereik 0-20 mA):
Volledig gevuld, bijvoorbeeld setpoint 20 mA
(standaard bereik 0(4) tot 20 mA):
De regelvelden voor relais 1 en 2 worden weer-
gegeven wanneer een grenswaardecontact /
twee standen regelaar is geconfigureerd:
Leeg veld bij relais "uit":
Gevuld veld (invers weergegeven) voor relais
"aan":
Het besturingsveld voor de stappenregelaar
wordt weergegeven wanneer een stappenrege-
laar is geconfigureerd. Afhankelijk van de inge-
stelde doseerflow, wordt deze als leeg of als
gevuld weergegeven door een zwarte balk, welke
de actuele doseerflow aangeeft, in relatie tot de
maximale doseercapaciteit van het systeem.
Voorbeeld:
0 %:
50 %:
100 %:
TM03 6713 4506TM03 6714 4506
12
chloor
0,43 mg/l
5,20 pH
22 °C
c
c
12
stappenregelaar
relais 2
relais 1
extern setpoint
1
1
Nederlands (NL)
337
11.6.6 aanpassing
Om de regelaarinstelling te vereenvoudigen kan een
zgn. aanpassing worden gestart.
De aanpassing is alleen mogelijk bij PI- en
PID-regelaars.
1. Start de aanpassing in het "regelaar" menu
(hoofdmenu) onder "aanpassing" door op "start"
te drukken.
Afb. 33 Chloormeting met aanpassing van
stappenregelaar
2. Ga automatisch terug naar het "meetwaarde"
display. Een zwarte balk op het display geeft het
aanpassingproces weer. De LED naast de [Man]
knop knippert tijdens het hele aanpassingspro-
ces. Een voortgangsbalk toont de voortgang van
de aanpassing.
De geconfigureerde regelaars kunnen alleen
apart worden aangepast.
Bij een opwaartse regeling, moet de meetwaarde
meer dan 20 % boven het setpoint liggen.
Bij neerwaartse regeling moet de meetwaarde
meer dan 20 % boven het setpoint.
In geval van een fout, wordt de melding "startvoor-
waarden verkeerd" weergegeven.
3. De melding "aanpassing afgebroken" wordt weer-
gegeven na het beeindigen van de aanpassing.
4. Druk op [OK] of [Esc] om af te sluiten.
De bepaalde regelaarinstellingen worden auto-
matisch aangepast door de parameterisatie van
de regelaar. Ze worden weergegeven in het aan-
passingsmenu onder "aanpas.resultaat".
5. Wanneer de aanpassing niet succesvol was,
wordt de melding "aanpassing afgebroken" weer-
gegeven. Druk op [OK] of [Esc] om af te sluiten.
De aanpassing kan worden afgebroken in de vol-
gende gevallen:
Wanneer een foutmelding is weergegeven tijdens
de aanpassing.
Wanneer de regelaar is ingesteld op handbedie-
ning.
Wanneer de stilstandstijd meer dan een uur was.
Wanneer de totale meettijd meer dan twee uur
was.
In geval van een aanvullende wijziging van het set-
point worden de regelaarinstellingen automatisch
gecompenseerd.
TM03 6715 4506
chloor
0,43 mg/l
aanpassing
N.B.
Met geselecteerde temperatuur / pH /
redoxmedting, worde de temperatuur / pH /
redoxwaarde en hun compensaties niet
weergegeven tijdens het aanpassen.
Nederlands (NL)
338
11.7 "Alarm" menu
Met behulp van de alarmfunctie, kan de meetwaarde
worden bewaakt en vergeleken met het toegestane
bereik.
Wanneer de meetwaarde de grenswaarden van het
meetbereik overschrijdt, wordt een alarm geacti-
veerd.
Het alarmrelais wordt geactiveerd na de geselec-
teerde alarmvertragingstijd.
Wanneer de oorzaak van het alarm is opgehe-
ven, wordt het relais direct gedeactiveerd
(zonder vertraging).
Afb. 34 "alarm" in "hoofdmenu"
1. Selecteer de regel "alarm" in het "hoofdmenu"
m.b.v. de [Omhoog] en [Omlaag] knoppen.
2. Druk op [OK] om naar het "Alarm" menu over te
schakelen.
Er zijn hier twee functies beschikbaar:
alarmwaarden: Wanneer de meetwaarde het
toegestane bereik overschrijdt, wordt het alarm-
relais geactiveerd en de alarmmelding getrig-
gerd. De rode alarm-LED begint te knipperen.
Doseertijdbew.: Blijft de dosering binnen een
geselecteerde max. doseertijd constant op 100 %
dan wordt het alarmrelais bekrachtigd en volgt er
een alarmmelding. De rode alarm-LED begint te
knipperen.
TM03 6716 4506
alarm
hoofdmenu
alarm-
waarden
alarm uit
alarm aan
alarmwaarde 1
(schakelpunt1)
alarm
onder-
schrijding
over-
schrijding
onder-
schrijding
over-
schrijding
alarmwaarde 2
(schakelpunt2)
hysterese
alarm-
vertraging
alarm
alarmwaarden
doseertijdbew.
N.B.
De doseertijdbewaking is niet geactiveerd
voor driestanden regelaars!
Nederlands (NL)
339
Instellen van de alarmwaarden
1. Selecteer de regel "alarmwaarden" m.b.v. de
[Omhoog] en [Omlaag] knoppen. Druk op [OK]
om over te schakelen naar het "alarm aan/alarm
uit" submenu.
– Wanneer "alarm uit" is geselecteerd, zal het
apparaat terugkeren naar het "alarm" menu
wanneer op [OK] wordt gedrukt.
2. Druk op [OK] om over te schakelen naar het
"alarm aan/alarm uit" submenu.
Instellen van de bovenste en onderste
schakelpunten (grenswaarden)
1. Selecteer de regel "alarmwaarde 1" of "alarm-
waarde 2". Druk op [OK] om te bevestigen en
naar het gewenste menu te schakelen.
2. Stel de schakelpunten in tussen nul en de boven-
grens van het meetbereik dat eerder is gedefini-
eerd m.b.v. de [Omhoog] en [Omlaag] knoppen
(in de eenheid van de meetwaarde, de resolutie
hangt af van de geselecteerde meetwaarde en
het meetbereik).
Zie paragraaf 8.4 Meetbereiken.
3. Druk op [OK] om naar het "schakelrichting" menu
te schakelen.
Opties: Alarmmelding in geval van opwaarste/neer-
waartse overschrijding van geselecteerde schakel-
punt.
4. Selecteer de gewenste regel m.b.v. de [Omhoog]
en [Omlaag] knoppen.
5. Druk op [OK] om automatisch naar het "Alarm-
waarden" menu terug te keren.
6. Selecteer de regel "hysterese" in het "alarmwaar-
den" menu en druk op [OK] om naar het betref-
fende submenu te gaan.
7. Stel de hysterese in op een waarde tussen 0 en
de helft van het meetbereik m.b.v. de [Omhoog]
en [Omlaag] knoppen.
De hysterese zorgt er voor dat het relais minder vaak
schakelt in geval van over- of onderschrijding van de
grenswaarden.
8. Druk op [OK] om terug te gaan naar het
"alarmwaarden" menu.
9. Selecteer de regel "alarmvertraging" in het
"alarmwaarden" menu en druk op [OK] in het
desbetreffende submenu.
10. Stel de alarmvertraging in op een waarde tussen
de 0 en 300 seconden m.b.v. de [Omhoog] en
[Omlaag] knoppen.
11.7.1 Doseertijdbewaking
Deze functie kan worden gebruikt voor het bewaken
van het doseerproces (uitzondering: driestanden
regelaar). Wanneer de doseerdoorstroming op een
constant niveau van 100 % blijft gedurende een
geselecteerde periode, dan wordt een alarmmelding
afgegeven.
1. Selecteer de regel "doseertijdbew." in het "alarm"
menu en druk op [OK] om naar het betreffende
submenu te schakelen.
In het "doseertijdbew." menu kan de bewakingsfunc-
tie worden in- of uitgeschakeld.
Wanneer "uit" is geselecteerd, keert het apparaat
terug naar het "alarm" menu.
Wanneer "aan" is geselecteerd, wordt het
"doseertijdbew." submenu weergegeven.
2. Stel de maximale doseertijd in op een waarde
tussen de 0 en 600 minuten m.b.v. de [Omhoog]
en [Omlaag] knoppen.
alarmwaarde 1
0,00 mg/l
schakelpunt1
alarmwaarden
0,00 mg/l
hysterese
alarmwaarden
0 sec
alarmvertraging
doseertijdbew.
10 min
max. doseertijd
Nederlands (NL)
340
11.8 Controleren van de instellingen in het "service" menu
In het "service" menu kan de operator alle belang-
rijke instellingen controleren en de functies testen
van het apparaat in geval van problemen waarbij
service noodzakelijk is.
Selecteer de regel "service" in het "hoofdmenu" en
druk op [OK] om naar het betreffende menu te scha-
kelen.
Afb. 35 Voorbeeld: Chloormeting
N.B.
In het "service" menu kunnen kalibratie-
data en regelaarinstellingen niet worden
gewijzigd. Daarom kan het menu worden
benaderd zonder een toegangscode.
TM03 6717 4506
hoofdmenu
service
chloor
caldata/
logboek (5)
- cal-nr. (dataset 1-10)
- cal datum
- cal.tijd
- stijging
- cal temp (1)
- cal pH (2)
meetwaarde
watersensor (4)
Actuele celstroom in µA
actuele meetwaarde in mg/l
cal.waarde in 1/min
actuele meetwaarde 1/min
regelaar (3)
stroom test
relais test
display test
regelaarparameters
stroomuitgangen 1-4
relais 1/2/3 aan / uit
waarden 0(4) mA / 10 mA /
20 mA aan/uit
Nederlands (NL)
341
Opmerkingen bij figuren in afb. 35:
In het "service" menu worden de volgende items
opgesomd:
"meetwaarde": Weergave van data van de vorige
tien kalibraties
"regelaar": Controleren van de regelaarinstellin-
gen
"stroom test": Controleren van de werking van de
stroomuitgangen
"relais test": Testen van de werking van de relais
"display test": Testen van de werking van het dis-
play.
"meetwaarde": Logboekregistratie van
kalibratiedata
De kalibratiegegevens van alle geactiveerde meet-
grootheden worden door een logboekfunctie chrono-
logisch bijgehouden (uitzondering: redoxmeting).
Voorbeeld: Met pH-meting, bevat het logboek de
volgende data:
Kalibratienummer met datum/tijd
stijging (gevoeligheid van de elektrode)
Assymetrisch potentiaal van de elektrode
temperatuur van de gebruikte bufferoplossing
Gekalibreerde meetwaarde.
Onder "meetwaarde" worden de volgende data weer-
gegeven:
actuele meetwaarde
Stroomcelspanning of celspanning.
Onder "watersensor" worden de volgende data weer-
gegeven:
Toerental van de watersensor tijdens de laatste
kalibratie
Actuele toerental van de watersensor.
"regelaar" (Controleren van de
regelaarinstellingen)
1. Kies afhankelijk van de configuratie relais 1,
relais 2 of stappenregelaar m.b.v. de [Omhoog]
en [Omlaag] knoppen en druk op [OK] om naar
het betreffende menu over te schakelen.
– Op de eerste regel wordt het geconfigureerde
type regelaar weergegeven en in de volgende
regels worden de stroomregelaarinstellingen
opgesomd. (Selecteer de waarde y
out
m.b.v.
[OK]).
"stroom test" (testen van de werking van de
stroomuitgangen)
1. Selecteer de stroomuitgang die gestest moet
worden met de [Omhoog] en [Omlaag] knoppen
en druk op [OK] om naar het betreffende menu te
schakelen.
Afhankelijk van de configuratie van de stroomuitgan-
gen, kunnen de stroomuitgangen worden ingescha-
keld met de volgende stroomwaarden en de stroom-
waarde kan worden doorgegeven aan het systeem:
Teststromen van 0, 10, 20 mA met geselecteerd
standaard bereik 0-20 mA
Teststromen van 4, 12, 20 mA met geselecteerd
standaard bereik 4-20 mA of met vrij instelbare
stroomuitgangen.
2. Selecteer de stroomwaarden m.b.v. de [Omhoog]
en [Omlaag] knoppen.
– Na selectie van de regel wordt automatisch de
status van de stroomuitgang met de desbetref-
fende waarde op "aan" gezet.
– Na selectie van een andere regel wordt de
vorige stroomwaarde automatisch op "uit" en
de nieuwe stroomwaarde op ""aan" gezet.
"relais test" (testen van de werking van de relais)
1. Selecteer het relais dat getest moet worden
m.b.v. de [Omhoog] en [Omlaag] knoppen en
druk op [OK] om deze aan of uit te schakelen.
– Wanneer een van de regels '"relais 1" of "relais
2" is gekozen, wordt het laatste relais dat werd
geactiveerd, voordat het testmenu werd geko-
zen, uitgeschakeld. Rekening houdend met de
huidige alarmwaarden en regelaarwaarde,
wordt het relais weer uitgeschakeld wanneer
het testmenu wordt verlaten.
"display test" (het testen van de werking van het
display)
Wanneer het scherm volledig donker wordt:
Dan is het display in orde.
Wanneer het display deels helder blijft:
Dan is het display defect.
Druk op [OK] om het testmenu te verlaten.
(1)
"cal temp" wordt alleen weergegeven wan-
neer de temperatuurmeting of temperatuur-
compensatie is ingeschakeld in het "basis-
instelling" menu.
(2)
"calibratie pH" wordt alleen aangegeven
wanneer pH-meting of pH-compensatie is
ingeschakeld in het "basisinstelling" menu.
(3)
"regelaar" wordt alleen weergegeven
wanneer een regelaar is geselecteerd en
geconfigureerd in het "basisinstelling"
menu en in het "hoofdmenu".
(4)
"watersensor" wordt alleen weergegeven
wanneer de meetcel AQC-D2/-D12 is gese-
lecteerd in het "basisinstelling" menu.
(5)
"Cal-data/logboek" wordt alleen weergege-
ven wanneer er al een kalibratie is uitge-
voerd.
service
chloor
stroom test
relais test
Nederlands (NL)
342
11.9 Kalibratie
1. Druk op [Cal] om naar het kalibratiemenu te
gaan.
– De LED naast [Cal] gaat branden.
2. Afhankelijk van de ingestelde toegangsbevoegd-
heden, kan het nodig zijn om de code van vier
posities in te voeren m.b.v. [Omhoog] en
[Omlaag] knoppen.
3. Druk op [OK] om naar het "meetwaarden" menu
te schakelen.
Om overdosering te voorkomen worden de regelaars
uitgeschakeld en de stelaandrijvingen gesloten.
Bijzonderheden voor het kalibreren voor chloor
met pH-compensatie
Druk op [OK] om naar het "calibratie" menu te
schakelen.
Er zijn twee opties beschikbaar: (meetwaarde)
"chloor" (eerste regel) en "pH" (tweede regel).
11.9.1 Kalibreren van de pH-waarde
Afb. 36
Kalibreren van de pH-waarde
N.B.
De pH-kalibratie moet met prioriteit wor-
den uitgevoerd, omdat tijdens de kalibratie
van de chloorwaarde het apparaat de
reeds gekalibreerde meetwaarde voor pH
als referentiewaarde gebruikt.
Daarom moet de pH-waarde eerste wor-
den gekalibreerd!
Pas daarna de chloorwaarde kalibreren!
TM03 6718 4506
stijging /
asym. pot.
cal-result.
cal cyclus
1-100 dagen
"Cal"
pH
cal-meetw.
GRUNDFOS
DIN /
NIST
andere
temperatuur
van de buffer-
oplossing
buffer 1/2
automatische uitlezing
van
- meetwatertemperatuur
- meetsignaal en
automatische kalibratie
cal-result.:
stijging /
asym. pot.
Aan
handm.
temp.
Nederlands (NL)
343
De pH-kalibratie wordt uitgevoerd als een
tweepunts-kalibratie.
1. Druk op [Cal] om naar de kalibratiefunctie te
schakelen. Selecteer de regel "pH" en druk op
[OK] om naar het "pH" kalibratiemenu te gaan.
2. Selecteer "cal-meetw." en druk op [OK] om naar
het betreffende menu te gaan.
Selecteren van buffertypes en bufferwaarden,
inlezen van bufferwaarden en kalibreren
Drie optionele buffertypes zijn beschikbaar:
GRUNDFOS: bufferwaarden pH 4,01, 7,00, 9,18.
DIN/NIST: bufferwaarden pH 4,01, 6,86, 9,18.
"andere": Onderste en bovenste bufferwaarde
zijn vrij instelbaar (verschil tenminste 1 pH)
binnen het geconfigureerde pH-waardebereik
("basisinstelling" menu).
1. Selecteer een buffertype m.b.v. de [Omhoog] en
[Omlaag] knoppen.
2. Druk op [OK] om automatisch naar het
"temperatuur" menu te gaan.
3. Voer de temperatuur in van de gebruikte buffer-
oplossing.
4. Druk op [OK] om automatisch naar het
"bufferwaarde 1" menu te gaan.
5. Selecteer één van de drie optionele bufferwaar-
den die mogelijk is voor de bufferoplossingen
GRUNDFOS of DIN/NIST.
6. Doel buffer 1 uit de voorraadfles in een schone
kalibratiecup.
7. Dompel de meetsonde in de bufferoplossing.
8. Druk op [OK] om de automatische leesfunctie
(inlezen van de watermonstertemperatuur en
meetsignaal) en de kalibratie te starten.
– Het display toont de melding "a.u.b. wachten"
tijdens de kalibratie.
– De automatische inleesfunctie tijdens de
pH-kalibratie zorgt er voor dat het juiste elek-
trodesignaal voor de bufferwaarde alleen wordt
ingelezen wanneer het meetsignaal stabiel
blijft tijdens een gedefinieerd interval.
9. Voer de eerste bufferoplossing af (d.w.z. niet in
het voorraadvat terug doen!) en spoel de elek-
trode met water.
10. Druk op [OK] om automatisch naar het
"bufferwaarde 2" menu te gaan.
Het is alleen mogelijk om te kiezen tussen de twee
resterende bufferwaarden.
1. Vul bufferoplossing 2 uit het desbetreffende voor-
raadvat in een schone kalibratiecup.
2. Dompel de elektrode in de tweede bufferoplos-
sing.
3. Druk op [OK] om de automatische leesfunctie en
de kalibratie te starten.
4. Voer daarna de bufferoplossing af en spoel de
elektrode met water.
Direct aansluitend op de kalibratie wordt automatisch
het kalibratieresultaat weergegeven:
Sensorsteilheid in mV/pH.
Asymmetriepotentiaal van de elektrode in mV.
pH
cal-meetw.
handm. temp.
cal-result.
cal cyclus
buffer
GRUNDFOS
DIN/NIST
andere
temperatuur
25 °C
bufferwaarde 1
4,01 pH
7,00 pH
9,18 pH
bufferwaarde 2
7,00 pH
9,18 pH
CALDATA pH
stijging
- 60,17 mV / pH
asym. pot.
19 mV
Nederlands (NL)
344
Foutmeldingen tijdens het inlezen van het
spanningssignaal van de pH-elektrode
De kalibratie kan worden afgebroken in de volgende
gevallen:
Wanneer de elektode defect is of een verkeerde
buffer is gebruikt.
– De melding "fout elektrode/buffer" wordt weer-
gegeven.
Wanneer de elektrode niet een stabiel meetsig-
naal bereikt binnen 120 seconden.
– De melding "kalibratietijd overschreden" wordt
weergegeven.
Wanneer het resultaat van de waarschijnlijkheid-
stest van de pH-kalibratie een over-/onderschrij-
ding is van het steilheidsbereik van
-50 tot -62 mV/pH.
– De melding "fout stijging" wordt weergegeven.
Onder-/overschrijding van het nauwkeurig-
heids/exachtheidsbereik van -60 tot +60 mV.
– De melding "fout asym. pot" wordt weergege-
ven.
Het kalibratieproces wordt in alle vier gevallen afge-
broken.
Druk op [OK] om automatisch terug te gaan naar
het "calibratie" menu.
Wanneer het proces wordt afgebroken, worden de
oude kalibratiedata niet overschreven!
Handmatige temperatuurcompensatie
Met gedeactiveerde temperatuurmeting, moet de
watertemperatuur voor compensatie handmatig inge-
voerd worden na kalibratie. De standaard waarde is
25 °C.
1. Bepaal de watertemperatuur met een thermome-
ter.
2. Druk op [Cal] om naar de kalibratiefunctie te
schakelen. Selecteer de regel "pH" en druk op
[OK] om naar het "pH" kalibratiemenu te gaan.
3. Selecteer "handm. temp." en druk op [OK] om
naar het betreffende menu te gaan.
4. Voer de watertemperatuur in.
– De watertemperatuur wordt weergegeven in °C
(Celsius) of °F (Fahrenheit), zoals geselec-
teerd in het "basisinstelling" menu "meetberei-
ken".
5. Druk op [OK] om automatisch terug te gaan naar
het "calibratie" menu.
CAL cyclus
Na selectie van "cal.cyclus" in het "meetwaarde"
menu, wordt een countdown functie gestart,
welke het alarmsignaal "kalibreer sensor" acti-
veert na het verstrijken van een gedefinieerd
tijdsinterval van 1-100 dagen.
cal-result.
Het resultaat van de huidige (laatste) kalibratie
kan op elk moment worden weergegeven m.b.v.
het "cal-result." menu item.
handm. temp.
25 °C
Nederlands (NL)
345
11.9.2 Kalibratie van de parameters chloor, chloordioxide, peroxide, ozon en perazijnzuur
Afb. 37
Kalibratie van de parameters chloor, chloordioxide, peroxide, ozon en perazijnzuur
Nadat de kalibratiefunctie is geactiveerd door op
[Cal] te drukken, bevindt het display zich in de
"meetwaarde" modus en geeft de huidige meet-
waarde aan.
1. Druk op [OK] om naar het kalibratiemenu te
schakelen (1e regel bijvoorbeeld "Chloor").
2. Selecteer de regel "cal-meetw." en ga met [OK]
naar het gelijknamige menu.
Op de onderste regel wordt het invoerveld
(waarde in mg/l) voor de referentiewaarde (foto-
metrisch of analytisch bepaald) weergegeven,
naast de actuele cel- resp. elektrodestroom (in
µA) weergegeven.
3. Voer een referentiewaarde in (bijvoorbeeld foto-
metrisch bepaald m.b.v. de Grundfos DIT fotome-
ter).
4. Druk op [OK] om de kalibratie te starten.
– Vervolgens worden de sensorgegevens auto-
matisch ingelezen en wordt de kalibratie uitge-
voerd.
– De steilheid (gevoeligheid) van de sensor
wordt berekend.
Direct na de kalibratie wordt het resultaat van de
kalibratie automatisch aangegeven (eerste regel:
"cal-meetw."):
– De sensorsteilheid wordt in µA/ppm weergege-
ven.
11.9.3 Redoxmeting
Kalibratie is niet nodig voor redoxmeting.
Wanneer redox wordt geselecteerd als hoofdpa-
rameter is [Cal] buiten werking.
Gebruik voor het controleren van een enkele
staaf meetelektrode een speciale redoxbuffer
(bijv. Grundfos redoxbuffer 220 mV,
productnummer: 96609166).
TM03 6719 4506
stijging
0-100 dagen
Aan
cal cyclus
cal-result.
cal-meetw.
referentie-
waarde
"Cal"
chloor, chloordioxide,
peroxide, ozon,
perazijnzuur
automatische uitlezing van het
celsignaal en kalibratie
cal-result.:
stijging
chloor
cal-meetw.
cal-result.
cal cyclus
cal-meetw.
0,45
mg/l
I-cell 10,4 µA
CALDATA chloor
stijging
34,67 µA / ppm
Nederlands (NL)
346
11.10 Handbediening
De handbedieningsmodus wordt gebruikt voor het
uitschakelen van de automatische besturing en om
de besturingsrelais handmatig te bedienen.
1. Druk op [Man].
2. Afhankelijk van de ingestelde toegangsbevoegd-
heden, kan het nodig zijn om de code van vier
posities in te voeren m.b.v. [Omhoog] en
[Omlaag] knoppen.
– De LED naast [Man] gaat branden.
3. Op het display verschijnt "regelaar stop".
Alle geconfigureerde regelaars worden uitge-
schakeld.
– Met geconfigureerde tweestanden en stappen-
regelaars, wordt de regelgrootheid op 0 gezet.
– Met geconfigureerde driestanden stappenrege-
laars, houdt de regelvariabele op de huidige
stand, d.w.z. het eindregelelement is niet
gesloten.
– Met geconfigureerde grenswaardecontacten,
wordt het corresponderende relais uitgescha-
keld.
4. Druk op [Man] om terug te gaan naar automa-
tisch bedrijf.
– De LED naast de knop gaat uit.
– De melding "regelaar in" wordt weergegeven
op het display gedurende vijf seconden.
– Daarna keert het apparaat automatisch terug
naar het menu van waaruit de handbediening
werd gestart.
N.B.
Handbediening is alleen mogelijk nadat
een regelaar is geconfigureerd.
Handbediening is alleen toegankelijk met
kalibratiebevoegdheid of volledige
bevoegdheid.
handbediening
regelaar
stop
handbediening
regelaar
in
N.B.
Elke keer dat de handbedieningsmodus
wordt geactiveerd, moet elk afzonderlijk
regeltype weer worden geactiveerd.
Nederlands (NL)
347
11.10.1 Handbediening met geconfigureerde tweestanden- en stappenregelaars
Afb. 38
Handbediening met geconfigureerde tweestanden- en stappenregelaars
Met geconfigureerde tweestanden regelaars, kunnen
de relaisuitgangen 1 en 2 alsmede de uitgang "stap-
penregelaar" afzonderlijk worden gebruikt.
Door de relaisuitgang te kiezen, kan de doseercapa-
citeit van de pomp/pompen worden gewijzigd.
1. Na overschakelen op handbediening wordt gedu-
rende vijf seconden de melding "regelaar stop"
weergegeven.
– Alle regelaars worden uitgeschakeld.
– Alle stelaandrijvingen gesloten
(op 0 teruggezet).
2. Daarna schakelt het apparaat automatisch in de
"weergave meetwaarde" modus
(eerste regel: "handbediening").
– Het regelaarbesturingsdisplay wordt aan de
rechterkant van het displayvenster weergege-
ven. Of besturingsveld 1 is aanwezig voor
relais 1, of er is een veld voor de stappenrege-
laar.
Zie paragraaf 11.6.3 Selectie en configuratie van de
stappenregelaar.
– Omdat het omschakelen naar handbediening
er toe leidt dat alle regelaars worden uitge-
schakeld, is geen van de regelvelden gevuld
(er zijn geen delen invers weergegeven).
3. Druk op [OK] om naar het volgende menu te
gaan. Er zijn drie opties beschikbaar:
relaisuitgang 1
Relaisuitgang 2
stappenregelaar.
4. Selecteer relaisuitgang 1 m.b.v. de [Omhoog] en
[Omlaag] knoppen. Druk op [OK] om naar het
betreffende menu te gaan.
5. Stel de gewenste doseercapaciteit van de pomp
in m.b.v. de [Omhoog] en [Omlaag] knoppen.
6. Ga voor relaisuitgang 2 en de uitgang stappenre-
gelaar op dezelfde wijze te werk als bij relaisuit-
gang 1.
7. Druk op [OK] om de regelaar te starten op de
gewenste doseercapaciteit.
– Het display toont het regelaar besturingsdis-
play dat afhangt van de gekozen doseercapa-
citeiten.
Zie paragraaf 11.6.5 Regelaar besturingvelden op
het display.
TM03 6721 4506
"Handm"
regelaar
stop
hand-
bediening
relais 1/2
doseercapaciteit
0-100 %
stappen-
regelaar
doseercapaciteit
0-100 %
handbediening
regelaar
stop
TM03 6722 4506
1
2
0,01 mg/l
5,20 pH
22 °C
c
c
handbediening
handbediening
relaisuitgang 1
relaisuitgang 2
stappenregelaar
relais 1
0 %
doseercapaciteit
Nederlands (NL)
348
11.10.2 Handbediening met geconfigureerd grenswaardecontact en stappenregelaar
Afb. 39
Handbediening met geconfigureerd grenswaardecontact en stappenregelaar
Handbediening met geconfigureerde grenswaarde-
gevers is grotendeels gelijk aan handbediening met
tweestanden regelaars. Zie paragraaf
11.10.1 Handbediening met geconfigureerde twee-
standen- en stappenregelaars.
Het verschil: Wanneer de gewenste relaisuitgang is
geselecteerd, kan het relais worden Aan- of Uitge-
schakeld.
1. Druk op [OK] om de regelaar te starten.
– Het display toont de regelaarbesturingsweer-
gave op basis van de schakeltoestand van het
relais, of op basis van de geselecteerde
doseerdoorstroming met continue besturing.
Zie paragraaf 11.6.5 Regelaar besturingvelden op
het display.
TM03 6721 4506
"Handm"
regelaar
stop
hand-
bediening
relais 1/2
aan
uit
stappen-
regelaar
doseercapaciteit
0-100 %
TM03 6725 4506
1
2
handbediening
0,01 mg/l
5,20 pH
22 °C
c
c
Nederlands (NL)
349
11.10.3 Handbediening met geconfigureerde driepunts stappenregelaar
Afb. 40
Handbediening met geconfigureerde driepunts stappenregelaar
Met geconfigureerde driepunts stappenregelaars,
kan het uiteindelijke besturingselement (bijv. de ser-
vomotor van een doseerpomp) handmatig worden
geopend of gesloten en kan op STOP worden gezet.
Na overschakelen op handbediening wordt gedu-
rende vijf seconden de melding "regelaar stop"
weergegeven.
– Alle geconfigureerde regelaars worden uitge-
schakeld.
– De stuurvariabele behoudt de huidige positie,
d.w.z. het uiteindelijke regelelement (motor)
wordt niet gesloten. Deze stopt gewoon op de
laatste stand (motorstop).
– Het regelaarbesturingsdisplay wordt aan de
rechterrand van het display weergegeven,
onder de eerste regel (handmtige bediening):
De besturingsvelden 1 en 2 voor relais 1 en 2
(plus, indien van toepassing ">" voor extern
setpoint).
– Omdat het omschakelen naar handbediening
er to leidt dat alle regelaars worden uitgescha-
keld, is geen van de regelvelden gevuld
(er zijn geen delen invers weergegeven).
1. Nadat op [OK] is gedrukt verschijnt de melding
"motor stop".
2. Start, afhankelijk van de bedrijfsbehoefte, de
motor door op de [Omhoog] knop te drukken, of
stop de motor door op de [Omlaag] knop te druk-
ken.
3. Afhankelijk van de keuze, wordt of relais 1 (motor
"open") of relais 2 (motor "dicht") geactiveerd
zolang de betreffende [Omhoog] en [Omlaag]
knoppen worden ingedrukt.
4. Zodra de [Omhoog] en [Omlaag] knoppen wor-
den losgelaten, zal de motor stoppen op zijn laat-
ste stand ("motor stop"), d.w.z. geen van de twee
relais wordt bekrachtigd.
5. Druk op [OK] om terug te gaan naar het regelaar-
besturingsdisplay.
– De besturingsvelden voor de twee relais blijven
leeg, omdat er geen relais wordt geactiveerd
(motor stop).
TM03 6726 4506
"Handm"
regelaar
stop
hand-
bediening
driepuntsstappen
motor
open
sluiten
stop
handbediening
regelaar
stop
TM03 6727 4506
12
handbediening
0,01 mg/l
5,20 pH
22 °C
c
c
driepuntsstappen
motor stop
Nederlands (NL)
350
12. Opsporen van storingen
N.B.
Zie voor fouten tijdens de meting de installatie- en bedieningshandleiding voor de elektrode of meet-
cel.
Storing Oorzaak Oplossing
1. Geen display na opstarten. a) Geen voedingsspanning. Sluit de voedingsspanning
aan.
2. pH-meting:
Display geeft permanent een
pH van ca. 7 aan.
– Meting van oxidatoren:
Display geeft permanent
0 aan.
– Redoxmeting:
Display geeft permanent ca.
0 mV aan.
a) Kortsluiting in de kabel tussen
meetcel en instrumentversterker,
vocht in de aansluitingen.
Controleer de aansluitkabel
en elimineer kortsluiting en
vocht.
3. Display permanent op schaal-
eindwaarde.
a) Kabelbreuk tussen meetcel en
instrumentversterker.
Controleer de aansluitkabel
en herstel de verbinding.
4. Display met instabiele meet-
waarde.
a) Interferentie op de kabel van elek-
trode/meetcel.
Controleer of het display juist
is aangesloten.
b) pH- en redoxmeting: Lucht in mon-
sterwaterflow.
Controleer het monsterwater-
toevoersysteem (leidingen
etc.) en voer indien nodig wij-
zigingen uit.
c) pH- en redoxmeting: Monsterwa-
terflow onderbroken.
Controleer het monsterwater-
toevoersysteem (leidingen
etc.) en voer indien nodig wij-
zigingen uit.
d) Kabel tussen elektrode/meetcel en
instrumentversterker defect.
Controleer de aansluitkabel
en herstel de verbinding.
e) Sensor/elektrode defect. Vervang de sensor/elektrode.
5. Meting van oxidatoren:
Onvoldoende gevoeligheid van
meetcel.
a) Meetcel verontreinigd of passief
geworden door afzettingen.
Demonteer de meetcel en rei-
nig het elektrode-oppervlak.
6. pH- en redoxmeting:
Display met meetwaarde rea-
geert extreem langzaam.
a) Elektrode verouderd. Vervang de elektrode.
b) Elektrode verontreinigd. Reinig de elektrode.
7. pH- en redoxmeting:
Foutmelding tijdens kalibratie.
a) Verkeerde bufferoplossing
gebruikt.
Gebruik de juiste bufferoplos-
sing.
b) Elektrode verouderd. Vervang de elektrode.
c) Elektrode verontreinigd. Reinig de elektrode.
8. Apparaat kan niet worden inge-
steld.
a) Verkeerde toegangscode (appa-
raat beveiligd tegen onbevoegd
instellen).
Zie paragraaf 11.5.7 Code
functie.
9. Defecte besturing. a) Apparaat is verkeerd geparametri-
seerd.
Controleer de instellingen en
zorg dat deze in overeenstem-
ming zijn met de locale
omstandigheden.
Reset indien nodig het appa-
raat tot de fabrieksinstellin-
gen.
Nederlands (NL)
351
13. Onderhoud
Het apparaat is onderhoudsvrij.
Reparaties kunnen uitsluitend in de fabriek worden
uitgevoerd door geautoriseerd personeel.
14. Afvalverwijdering
Dit product of delen ervan dienen te worden afge-
voerd op een milieuverantwoorde wijze. Maak
gebruik van de juiste afvalverwerkingsdiensten.
Als dat niet mogelijk is, neem dan contact op met
Grundfos.
Wijzigingen voorbehouden.
Declaration of conformity
596
Declaration of conformity 1
GB: EU declaration of conformity
We, Grundfos, declare under our sole responsibility that the products
Conex® DIA-1, DIA-2, DIA-2Q, to which the declaration below
relates, are in conformity with the Council Directives listed below on
the approximation of the laws of the EU member states.
BG: Декларация за съответствие на EO
Ние, фирма Grundfos, заявяваме с пълна отговорност, че
продуктите Conex® DIA-1, DIA-2, DIA-2Q, за които се отнася
настоящата декларация, отговарят на следните директиви на
Съвета за уеднаквяване на правните разпоредби на
държавите-членки на EO.
DE: EU-Konformitätserklärung
Wir, Grundfos, erklären in alleiniger Verantwortung, dass die
Produkte Conex® DIA-1, DIA-2, DIA-2Q, auf die sich diese Erklärung
beziehen, mit den folgenden Richtlinien des Rates zur Angleichung
der Rechtsvorschriften der EU-Mitgliedsstaaten übereinstimmen.
ES: Declaración de conformidad de la UE
Grundfos declara, bajo su exclusiva responsabilidad, que los
productos Conex® DIA-1, DIA-2, DIA-2Q a los que hace referencia la
siguiente declaración cumplen lo establecido por las siguientes
Directivas del Consejo sobre la aproximación de las legislaciones de
los Estados miembros de la UE.
FR: Déclaration de conformité UE
Nous, Grundfos, déclarons sous notre seule responsabilité, que les
produits Conex® DIA-1, DIA-2, DIA-2Q, auxquels se réfère cette
déclaration, sont conformes aux Directives du Conseil concernant le
rapprochement des législations des États membres UE relatives aux
normes énoncées ci-dessous.
GR: ∆ήλωση συμμόρφωσης ΕΕ
Εμείς, η Grundfos, δηλώνουμε με αποκλειστικά δική μας ευθύνη ότι
τα προϊόντα Conex® DIA-1, DIA-2, DIA-2Q, στα οποία αναφέρεται η
παρακάτω δήλωση, συμμορφώνονται με τις παρακάτω Οδηγίες του
Συμβουλίου περί προσέγγισης των νομοθεσιών των κρατών μελών
της ΕE.
HR: EU deklaracija sukladnosti
Mi, Grundfos, izjavljujemo s punom odgovornošću da su proizvodi
Conex® DIA-1, DIA-2, DIA-2Q, na koja se izjava odnosi u nastavku,
u skladu s direktivama Vijeća dolje navedene o usklađivanju zakona
država članica EU-a.
IT: Dichiarazione di conformità UE
Grundfos dichiara sotto la sua esclusiva responsabilità che i prodotti
Conex® DIA-1, DIA-2, DIA-2Q, ai quale si riferisce questa
dichiarazione, sono conformi alle seguenti direttive del Consiglio
riguardanti il riavvicinamento delle legislazioni degli Stati membri UE.
NL: EU-conformiteitsverklaring
Wij, Grundfos, verklaren geheel onder eigen verantwoordelijkheid dat
de producten Conex® DIA-1, DIA-2, DIA-2Q, waarop de
onderstaande verklaring betrekking heeft, in overeenstemming zijn
met de onderstaande Richtlijnen van de Raad inzake de onderlinge
aanpassing van de wetgeving van de EU-lidstaten.
PL: Deklaracja zgodności UE
My, Grundfos, oświadczamy z pełną odpowiedzialnością, że nasze
produkty Conex® DIA-1, DIA-2, DIA-2Q, których deklaracja niniejsza
dotyczy, są zgodne z następującymi dyrektywami Rady w sprawie
zbliżenia przepisów prawnych państw członkowskich.
PT: Declaração de conformidade UE
A Grundfos declara sob sua única responsabilidade que os produtos
Conex® DIA-1, DIA-2, DIA-2Q, aos quais diz respeito a declaração
abaixo, estão em conformidade com as Directivas do Conselho sobre
a aproximação das legislações dos Estados Membros da UE.
RS: Deklaracija o usklađenosti EU
Mi, kompanija Grundfos, izjavljujemo pod punom vlastitom
odgovornošću da je proizvod Conex® DIA-1, DIA-2, DIA-2Q, na koji
se odnosi deklaracija ispod, u skladu sa dole prikazanim direktivama
Saveta za usklađivanje zakona država članica EU.
RU: Декларация о соответствии нормам ЕС
Мы, компания Grundfos, со всей ответственностью заявляем, что
изделия Conex® DIA-1, DIA-2, DIA-2Q, к которым относится
нижеприведённая декларация, соответствуют нижеприведённым
Директивам Совета Евросоюза о тождественности законов
стран-членов ЕС.
SI: Izjava o skladnosti EU
V Grundfosu s polno odgovornostjo izjavljamo, da je izdelek Conex®
DIA-1, DIA-2, DIA-2Q, na katerega se spodnja izjava nanaša, v
skladu s spodnjimi direktivami Sveta o približevanju zakonodaje za
izenačevanje pravnih predpisov držav članic EU.
TR: AB uygunluk bildirgesi
Grundfos olarak, aşağıdaki bildirim konusu olan Conex® DIA-1,
DIA-2, DIA-2Q ürünlerinin, AB Üye ülkelerinin direktiflerinin
yakınlaştırılmasıyla ilgili durumun aşağıdaki Konsey Direktifleriyle
uyumlu olduğunu ve bununla ilgili olarak tüm sorumluluğun bize ait
olduğunu beyan ederiz.
Low Voltage Directive (2014/35/EU)*.
Standard used:
EN 61010-1:2011-07.
EMC Directive (2014/30/EU).
Standards used:
EN 61326-1:2013,
EN 61000-3-2:2015,
EN 61000-3-3:2014.
* Only for products with operating voltage > 50 VAC or > 75 VDC.
This EU declaration of conformity is only valid when published as part
of the Grundfos installation and operating instructions (publication
numbers 91834770, 95708321, 96681475, 96681473, 95708322,
96681468, 95708712).
Pfinztal, 1 May 2016
Ulrich Stemick
Technical Director
Grundfos Water Treatment GmbH
Reetzstr. 85, D-76327 Pfinztal, Germany
Person authorised to compile technical file and
empowered to sign the EU declaration of conformity.

Documenttranscriptie

Vertaling van de oorspronkelijke Engelse versie 12. Opsporen van storingen 350 INHOUD 13. Onderhoud 351 14. Afvalverwijdering 351 Pagina 1. Symbolen die in dit document gebruikt worden 303 2. Een woord vooraf 304 3. Apparaatinstellingen 305 4. Algemene informatie 307 5. Toepassingen 307 6. 6.1 Veiligheid 307 Verplichtingen van de eigenaar / operations manager 307 Voorkomen van gevaar 307 6.2 7. 7.1 7.2 7.3 Identificatie Typeplaatje Typesleutel, Conex® DIA-1 regelaars Typesleutel, Conex® DIA-1 voorgeassembleerde systemen 8. 8.1 8.2 8.3 Technische gegevens Ontwerp / behuizingsklasse Algemene gegevens Gegevens en functies van de elektronica Meetbereiken Afmetingen 310 310 310 9. 9.1 9.2 9.3 9.4 9.5 Installatie Transport en opslag Uitpakken Installatievereisten Installatie in een bedieningspaneel Installatie in een aan de wand gemonteerde behuizing 313 313 313 313 313 10. Inbedrijfstelling / elektrische aansluitingen Aansluitklemmen Netaansluiting Relaisuitgangen Stroomuitgang Aansluitingen voor regelstop, monsterwatersensor en temperatuursensor Aansluiten van meetcellen 8.4 8.5 10.1 10.2 10.3 10.4 10.5 10.6 11. 11.1 11.2 Bediening Bedienings- en display-elementen Display-elementen bij eerste ingebruikstelling 11.3 Software-overzicht 11.4 Hoofdmenu 11.5 Basisinstelling 11.6 Selecteren, configureren en parametriseren van de regelaar 11.7 "Alarm" menu 11.8 Controleren van de instellingen in het "service" menu 11.9 Kalibratie 11.10 Handbediening 307 307 308 Waarschuwing Lees voor installatie deze installatie- en bedieningsinstructies door. De installatie en bediening dienen bovendien volgens de lokaal geldende voorschriften en regels plaats te vinden. N.B. 1. Symbolen die in dit document gebruikt worden Waarschuwing Als deze veiligheidsvoorschriften niet in acht worden genomen, kan dit resulteren in persoonlijk letsel. 308 310 312 312 Deze volledige installatie- en bedieningsinstructies zijn ook beschikbaar op www.Grundfos.com. Voorzichtig N.B. Als deze veiligheidsvoorschriften niet in acht worden genomen, kan dit resulteren in technische fouten en schade aan de installatie. Opmerkingen of instructies die het werk eenvoudiger maken en zorgen voor een veilige werking. 313 314 315 317 317 318 318 319 323 323 324 325 326 327 333 338 340 342 346 303 Nederlands (NL) Nederlands (NL) Installatie- en bedieningsinstructies 2. Een woord vooraf Nederlands (NL) De Conex® DIA-1 is een multipurpose apparaat, dat is ontworpen voor het uitvoeren van uiterst nauwkeurige metingen en regeling van pH-waarde, redox potentiaal, chloor, chloordioxide, ozon, waterstofperoxide of perazijnzuur. Door de geïntegreerde regelaar, het grafische display met hoge resolutie en de duidelijke tekstopbouw van de meertalige gebruikersinterface kunnen gecompliceerde meet- en regelfuncties op het gebied van waterchemie veel gemakkelijker worden gerealiseerd. Met slechts enkele toetsdrukken wordt uw doel bereikt. Verdere tijdwinst wordt geboekt met de potentiostaat, die zich automatisch instelt op de verschillende ingangsvariabelen. Het doseerproces is extra beveiligd met een automatische bewakingsfunctie die de stroomuitgangen controleert op draadbreuk. De Conex® DIA-1 combineert de functies van exacte chloormeting en automatische pH-waarde compensatie in één enkel apparaat. Voor dit doel is de Conex® DIA-1 uitgerust met een pH-sensor interface en een interface voor externe instrumentversterkers. De Conex® DIA-1 meetversterker heeft de volgende eigenschappen: • Alle besturings- en regelfuncties, inclusief PID- en continuregeling • Handmatige of automatische temperatuurcompensatie • Logboekfunctie: Chronologische registratie van kalibratiewaarden met datum en tijd • Gebruikerscodefunctie als beveiliging tegen toegang door onbevoegden en voor systeembeheer • Foutmeldingsfunctie voor indicatie van defecte sensoren. 304 Nederlands (NL) 3. Apparaatinstellingen Algemene instellingen Besturing van de reinigingsmotor (met meetceltype AQC-D1/-D11) Ja:_ Doseertijdbewaking Nee:_ Ja:_ Monsterwatertekortsensor Aan:_ Nee:_ Maximale doseertijd bij basis van 100 % van de doseercapaciteit Uit:_ sec. Parameterinstellingen Chloor Chloordioxide Ozon Peroxide Perazijnzuur Temperatuurmeting Ja:_ Nee:_ Ja:_ Nee:_ Ja:_ Nee:_ Ja:_ Nee:_ Ja:_ Nee:_ Temperatuurcompenstatie Ja:_ Nee:_ Ja:_ Nee:_ Ja:_ Nee:_ Ja:_ Nee:_ Ja:_ Nee:_ pH-meting Ja:_ Nee:_ Compensatie van pH-waarde Ja:_ Nee:_ - - - - - - - - - - Meetceltype Meetbereik mg/l (ppm) Sensorsteilheid µA/ppm Stroomuitgang mA pH Redox Temperatuurmeting Ja:_ Nee:_ Temperatuurcompensatie Ja:_ Nee:_ pH - Ja:_ Nee:_ Meetceltype Meetbereik Stijging Stroomuitgang - mV/pH mA - - 305 Nederlands (NL) Regelaars Regelaarinstellingen Schakelende regelaar Grenswaardegever Regelaarparameters Relais 1 Relais 2 Aan:_ Uit:_ Aan:_ Uit:_ Schakelrichting Onderschrijding/overschrijding Onderschr. Overschr. Onderschr. Overschr. Puls+pauzetijd (PP) of pulsfrequentie- (PF) regelaar PP:_ PF:_ PP:_ PF:_ Regelrichting Onderschrijding of overschrijding Onderschr.:_ Twee-punts regelaar Overschr.:_ Onderschr.:_ Overschr.:_ P:_ PI:_ PID:_ Intern:_ Extern:_ Type regeling Onderschrijding of overschrijding Driepuntsstappen Onderschr.:_ Overschr.:_ Setpoint Intern:_ Extern:_ Regelrichting Onderschrijding of overschrijding Onderschr.:_ Stappenregelaar Overschr.:_ Type regeling P:_ PI:_ PID:_ Setpoint Intern:_ 306 Nasteltijd TN (PI/PID-regeling) sec. Wachttijd TV (PI-regeling) sec. Puls-interp. interval (puls+pauzetijd regelaar) sec. sec. Max. frequentie (puls+pauzetijd regelaar) Setpoint Intern:_ Extern:_ % Min. bedrijfstijd (puls+pauzetijd regelaar) Type regeling P:_ PI:_ PID:_ Proportionele band Extern:_ Hz Min. pulslengte (driepuntsstappen) sec. Basis (twee-pos.-/ stappenregelaar) % Max. doseercap. (twee-punts-/ stappenregelaar) % Motorlooptijd (driepuntsstappen) sec. Hysterese (grenswaardegever) Waarschuwing Het installeren en aansluiten van het apparaat en de bijbehorende accessoires dient uitsluitend te worden uitgevoerd door geautoriseerd personeel! De lokale veiligheidsregels moeten worden aangehouden! Waarschuwing Alvorens de netvoedingskabel en de relaiscontacten aan te sluiten: netspanning uitschakelen! Het apparaat niet demonteren! Onderhoud en reparatie mag uitsluitend worden uitgevoerd door geautoriseerd personeel! 5. Toepassingen De Conex® DIA-1 versterker en regelaar is geschikt voor het meten van chloor (Cl2), chloordioxide (ClO2), ozon (O3), waterstofperoxide (H2O2), perazijnzuur, pH of redox potentiaal en voor het regelen van deze variabelen m.b.v. geschikte stelaandrijvingen in de toepassingen die in deze handleiding zijn beschreven. Waarschuwing Andere toepassingen zijn niet goedgekeurd en niet toegestaan. Grundfos kan niet aansprakelijk worden gehouden voor enige schade die voortvloeit uit incorrect gebruik. 6. Veiligheid 6.1 Verplichtingen van de eigenaar / operations manager De eigenaar / operations manager moet waarborgen dat personen die met de Conex® DIA-1 versterker en de regelaar werken aan de volgende vereisten voldoen: • Ze zijn bekend met de regelgeving omtrent veiligheid op het werk en ongevallenpreventie. • Ze zijn getraind in het gebruik van het apparaat. • Ze hebben de waarschuwingsinformatie en handling-symbolen gelezen en begrepen. Bovendien dient de eigenaar / operations manager ervoor te zorgen dat deze handleiding zich altijd in de onmiddellijke omgeving van het apparaat bevindt en voor het bedienend personeel altijd beschikbaar is. Voorzichtig De installatielocatie moet dusdanig worden gekozen dat d0e behuizing niet wordt blootgesteld aan mechanische belastingen. Vóór inbedrijfname van het apparaat: controleren of alle instellingen juist zijn! 7. Identificatie 7.1 Typeplaatje 1 DIA-1-A D1-X-AU-X-QS-T, W-G 314-331-10000 S/N: 07/85229 Conex DIA-1 pre-assembled 230/240V 50/60Hz, 25 VA, IP 65 4.00 bar 96698140P1107480785229 2 3 4 5 6 13 12 7 8 Afb. 1 Pos. 1 9 Typeplaatje, 10 Conex® 11 DIA-1 Omschrijving Type-aanduiding 2 Model 3 Productnaam 4 Spanning [V] 5 Frequentie [Hz] 6 Artikelnummer 7 Land van herkomst 8 Productieweek en -jaar 9 Goedkeuringsmarkeringen, CE-markering, etc. 10 Opgenomen vermogen [VA] 11 Behuizingsklasse 12 Serienummer 307 Nederlands (NL) 6.2 Voorkomen van gevaar Deze installatie- en bedieningsinstructies bevatten alle belangrijke informatie voor gebruikers van de Conex® DIA-1: • Technische gegevens • Aanwijzingen voor de ingebruikname, gebruik en onderhoud • Veiligheidsinformatie. Wanneer u nadere informatie wenst of tegen problemen aan loopt die niet uitgebreid genoeg in deze handleiding worden besproken, neem dan contact op met Grundfos. Wij ondersteunen u graag met onze uitgebreide kennis op het gebied van meet- en regeltechniek alsmede waterbehandeling. Eventuele suggesties voor het optimaliseren van onze installatie - en bedieningsinstructies zien wij graag tegemoet. TM04 0332 0408 4. Algemene informatie 7.2 Typesleutel, Conex® DIA-1 regelaars Nederlands (NL) Voorbeeld typesleutel: DIA-1, 1-P/R/D/HP/PA/F, W-G Voorbeeld: DIA -1 1-P/R/D/HP/PA/F -W -G W -G Meetversterker en regelaar DIA-1 Dosing Instrumentation Advanced met 1 ingang Ingangsparameter 1 P pH R Redox (ORP) D Chloor (Cl2), chloordioxide (ClO2) of ozon (O3) HP Waterstofperoxide (H 2O2) PA Perazijnzuur (PAA) Montage W Aan wand bevestigd P Paneelgemonteerd Spanning G 1 x 230 V, 50/60 Hz H 1 x 120 V, 50/60 Hz I 24 VDC 7.3 Typesleutel, Conex® DIA-1 voorgeassembleerde systemen Voorbeeld typesleutel: DIA-1-A, D1-X-AU-X-QS-T, W-G Voorbeeld: DIA -1 -A D1 -P -PT -PCB -QS -T Eenheden voor meting en besturing DIA-1 Dosing Instrumentation Advanced, met 1 ingang Montage A Voorgeassembleerd Celtype D1 Drukbestendig, met reinigingsmotor D11 Drukbestendig, met reinigingsmotor D2 Drukbestendig, met hydromechanische reiniging D12 Drukbestendig, met hydromechanische reiniging D3 Drukloos, met hydromechanische reiniging D13 Drukloos, met hydromechanische reiniging D4 Voor totaal chloor meting D5 Voor vrij chloor meting met bufferdosering P/R Alleen pH of redox (ORP) PA/HP Alleen perazijnzuur of waterstofperoxide P Met drukregelklep X Zonder drukregelklep (wordt vervolgd) 308 DIA -1 -A D1 -P -PT -PCB -QS -T W -G Desinfectie elektroden AU Goud PT Platina X Geen desinfectiemeting Andere elektroden PCB pH, keramisch membraan, incl. bufferoplossing PTB pH, PTFE-membraan, incl. bufferoplossing PKB pH, KCL-vulling, incl. bufferoplossing PGB pH, gelvulling, incl. bufferoplossing PCX pH, keramisch mebraan, excl. bufferoplossing PTX pH, PTFE-membraan, excl. bufferoplossing PKX pH, KCL-vulling, excl. bufferoplossing PGX pH, gelvulling, excl. bufferoplossing RCB Redox (ORP), keramisch membraan, incl. bufferoplossing RTB Redox (ORP), PTFE-membraan, incl. bufferoplossing RCX Redox (ORP), keramisch membraan, excl. bufferoplossing RTX Redox (ORP), PTFE-membraan, excl. bufferoplossing PA Perazijnzuur HP Waterstofperoxide X Geen elektrode Flowsensor QS Flow sensor geïntegreerd X Geen flowsensor Temperatuursensor T Met Pt100 X Geen temperatuursensor Bevestiging van de regelaar W Aan wand bevestigd P Paneelgemonteerd Spanning G 1 x 230 V, 50/60 Hz H 1 x 120 V, 50/60 Hz I 24 VDC 309 Nederlands (NL) Voorbeeld: 8. Technische gegevens Nederlands (NL) 8.1 Ontwerp / behuizingsklasse Wandgemonteerde behuizing, inclusief ingebouwde potentiostaat IP65 Bedieningspaneelbehuizing inclusief separate potentiostaat IP54 (front) / IP65 (sensorinterface) 8.2 Algemene gegevens Ingangsvermogen Ca. 15 VA Toegestane omgevingstemperatuur 0 °C tot +45 °C Toegestane opslagtemperatuur -20 °C tot +65 °C Maximale relatieve vochtigheid 90 % (niet condenserend) Gewicht 2 kg Behuizing Kunststof (behuizing bedieningspaneel: noryl, wandgemonteerde behuizing: ABS) • 230/240 V (50/60 Hz) (standaard model) Voedingspanningsversies • 115/120 V (50/60 Hz) • 24 VDC 310 8.3 Gegevens en functies van de elektronica 8.3.1 Elektronica Elektronica 16-bit microprocessor Display Grafisch LCD met hoge resolutie en achtergrondverlichting Potentiaalvrije relaisuitgangen 1 alarmrelais, 2 regelrelais (250 V / 6 A, max. 550 VA) Signaalingangen Regelaar stop; extern setpoint / externe pH-waarde 0/4-20 mA; monsterwatertekort sensor Signaaluitgangen 4 analoge uitgangen 0/4-20 mA, vrij instelbaar, max. belasting 500 Ω Vrij instelbare analoge uitgangen voor meetwaarden • chloor, chloordioxide, ozon, peroxide, perazijnzuur • pH, redox (ORP) • Temperatuur • Stappenregelaar (0/4-20 mA) 8.3.2 Functies meetversterker Displaymodus Meetwaarde display: Meetwaarde met eenheid, temperatuurdisplay: in °C of °F Temperatuurcompensatie Handmatig of automatisch met Pt100 (-5 °C tot +120 °C) Kalibratie Handmatig of met automatische herkenning van bufferoplossing Regelfuncties Grenswaardegever, tweestanden regelaar (P, PI, PID), driestanden stappenregelaar (PI), stappenregelaar (P, PI, PID) Grenswaarde 0 tot 100 % van schaaleindwaarde (alleen met grenswaardecontact), instelbaar in de eenheid van de meetwaarde Setpoints 0 t/m 100 % van het meetbereik, instelbaar in de eenheid van de meetwaarde Nederlands (NL) 8.3.3 Regelaarfuncties Proportionele band 0,1 tot 3000 % Nasteltijd 1 tot 3000 seconds, resolutie 1 seconde Wachttijd 1 tot 1000 seconden, resolutie 1 seconde Minimum pulslengte 0,1 to 10,0 seconden, resolutie 0,1 seconde (alleen bij driestanden stappenregelaar) Minimale bedrijfstijd 0,1 tot 10 seconden (alleen bij puls+pauzetijd regelaar) Pulspauzetijd 1 tot 100 seconden (alleen bij puls+pauzetijd regelaar) Maximale pulsfrequentie 1 t/m 180 impulsen per minuut (alleen bij pulsfrequentieregelaar) Hysterese 0 tot de helft van het meetbereik, instelbaar in de eenheid van de meetwaarde. Basis 0 tot 50 % (alleen bij puls+pauzetijdregelaar, pulsfrequentieregelaar of stappenregelaar) Maximale doseercapaciteit Basisbelasting dosering tot 100 % van schaaleindwaarde (alleen bij puls+pauzetijdregelaar of pulsfrequentieregelaar) Motorlooptijd 10 tot 240 seconden, resolutie 1 seconde (alleen bij driestanden stappenregelaar) Effectieve richting Instelbaar op neer- of opwaartse regeling Stuurrelais Kunnen worden ingesteld op puls+pauze- of pulsfrequentieregeling 311 8.4 Meetbereiken CIO2 O3 H 2O 2 Perazijn zuur Redox (ORP) pH mg/l mg/l mg/l mg/l mg/l pH mV 0,00 - 0,50 0,00 - 0,50 0,00 - 0,50 0-100 0-100 0,00 - 14,00 -1500 tot +1500 0,00 - 1,00 0,00 - 1,00 0,00 - 1,00 0-500 0-500 2,00 - 12,00 0-1000 0,00 - 2,00 0,00 - 2,00 0,00 - 2,00 0-1000 0-1000 5,00 - 9,00 0,00 - 5,00 0,00 - 5,00 0,00 - 5,00 0-2000 0-2000 0,00 - 10,00 0,00 - 10,00 0,00 - 20,00 N.B. Met de extra menu-optie "andere", kan het meetbereik worden ingesteld op elk willekeurig bereik binnen de hierboven vermelde grenswaarden. 8.5 Afmetingen 10 180 110 59 Ø 4.5 TM03 6687 4506 59.5 145 184.5 125 27 84 198 212 Behuizing voor wandmontage Conex® DIA-1 158 90 90 96 Afb. 3 312 18 Behuizing voor bedieningspaneel Conex® DIA-1 166 TM03 6688 4506 Afb. 2 96 90 Nederlands (NL) CI2 1. Maak een opening van 92 + 0,8 mm x 92 + 0,8 mm in het bedieningspaneel. 2. Breng de de meegeleverde afdichting aan. 3. Schuif de Conex® DIA-1 vanaf de voorzijde in de opening. 9.1 Transport en opslag • Transporteer het instrument voorzichtig, niet laten vallen! Droog en koel opslaan. Voorzichtig 9.2 Uitpakken 1. Controleer het instrument op beschadigingen. Zo snel mogelijk na het uitpakken installeren. 2. Een beschadigd apparaat niet monteren of aansluiten! N.B. Verpakkingsmateriaal bewaren of volgens de lokale voorschriften afvoeren. 9.3 Installatievereisten • • • 1. Haak de bevestigingsbeugels in de aan de boven- en onderzijde zijdelings aangebrachte bevestigingsconussen. 2. Zet het apparaat aan de achterzijde vast met behulp van een schroevendraaier. 3. Installeer een aparte sensorinterface in de buurt van de sensoren. 9.5 Installatie in een aan de wand gemonteerde behuizing Droge ruimte Ruimtetemperatuur: 0 °C tot 45 °C Trillingsvrije locatie. Voorzichtig Afdichting niet beschadigen! De afdichting moet exact aansluiten! Waarschuwing Vóór montage: netspanning uitschakelen! Beschermingsklasse IP65 is alleen gegarandeerd wanneer de klemmenafdekking correct is gesealed, het frontpaneel van de klemmenafdekking is gesloten en de juiste kabelwartels resp. afdichtkappen zijn gemonteerd. Wanneer u de installatievereisten niet aanhoudt, kan het apparaat beschadigd raken! De metingen kunnen onjuist zijn! 9.4 Installatie in een bedieningspaneel > 20 Voorzichtig 92+0.8 27 92+0.8 De pakking van het klemmendeksel niet beschadigen! De pakking van het klemmendeksel moet exact aansluiten! Afb. 4 Behuizing voor bedieningspaneel Conex® DIA-1 145 TM03 6689 4506 > 20 10.5 Behuizing voor wandmontage Conex® DIA-1 TM03 6690 4506 Afb. 6 198 TM03 6691 4506 • Afb. 5 Sensorinterface 313 Nederlands (NL) 9. Installatie A B B Afb. 7 TM03 6692 4506 Nederlands (NL) 1. Boor drie gaten (Ø8 mm) volgens tekening en breng de meegeleverde pluggen aan. 2. Draai de schroef (A) in de bovenste middelste plug, totdat deze ca. 1 cm uitsteekt. Zie afb. 7. 3. Maak de bevestigingsschroeven van het frontpaneel los en verwijder het frontpaneel. 4. Plaats het apparaat op schroef (A). 5. Zet het instrument vast met de twee schroeven (B). 6. Monteer het frontpaneel van de behuizing. Montagetekening 10. Inbedrijfstelling / elektrische aansluitingen Waarschuwing Vóór installatie: netspanning uitschakelen! Beschermingsklasse IP65 is alleen gegarandeerd bij een volledig gesloten klemmenafdekking met bijbehorende kabelwartels of afdichtkappen. Waarschuwing Alvorens de netvoedingskabel en de relaiscontacten aan te sluiten: netspanning uitschakelen! Vanwege veiligheidsredenen moet de aardader correct worden aangesloten! Houd de lokale veiligheidsvoorschriften aan! Kabelaansluitingen en stekers beschermen tegen corrosie en vocht. Voorzichtig 314 Controleer voor het aansluiten van de voedingskabel of de nominale spanning zoals vermeld op de typeplaat overeenkomt met de lokale omstandigheden! Door een verkeerde voedingsspanning kan het instrument beschadigen! Om elektromagnetische compatibiliteit (EMC) te waarborgen, moeten de ingangsen uitgangskabels worden afgeschermd. Sluit de afscherming aan op de afschermingsaarde aan één kant. Zie het aansluitschema! De ingangs-, stroomuitgangs- en netaansluitingskabels in aparte kabelgoten leggen. Voorzichtig De behuizingsklasse IP65 wordt alleen gegarandeerd wanneer het klemmendeksel juist is afgedicht! De pakking van het klemmendeksel niet beschadigen! De pakking van het klemmendeksel moet exact worden gepositioneerd! Afdichting niet beschadigen! N.B. Niet gebruikte klemmen moeten open blijven. 1. Verwijder het klemmendeksel op de voorkant van het apparaat. 2. Gebruik de juiste kabeldoorvoeren en draai de schroeven voorzichtig aan. 3. Sluit de gebruikte kabels aan overeenkomstig de Conex® DIA-1 klemmenbezetting. 4. Sluit het klemmendeksel weer met een correct geposionteerde afdichting. Afb. 8 + 1 3 - 2 4 - 2 4 3 6 5 115/120 115/120VV 230/240VV 230/240 L N PE 1 L N PE 1 Relais 2 8 10 7 9 N.O . 17/18 = Regelaar stop 19 = + H2O, 20 = – H2O (water) 21/22 = Pt 100 Sensoren 16 18 20 22 24 26 28 30 32 34 36 4 32,34,36 mA mA P1 T / P2 – P1 pH, mV, F 4 1 P2 mA mA mA mA 4 3 +– 2 +– 1 +– +– 39 = B/R 40 = G/C +– 10.1.1 Behuizing voor wandmontage Conex® DIA-1 Nederlands (NL) Externe ingang 41/42 = +/– mV pH – F 37 = 38 = M 16 18 20 22 24 26 28 30 32 34 36 Cl2,ClO 2 , O3, H2O2, PAA Uitgangen 1 33/35 Externe ingang Cellen / elektroden 37 38 39 40 41 42 15 17 19 21 23 25 27 29 31 33 35 mA 23 - 30 Uitgangen 16 18 20 22 24 26 28 30 32 34 36 15 17 19 21 23 25 27 29 31 33 35 15 (wh) 16 (br) N.C. Cellen 17 - 22 Alarm PAA Sensoren H 2 O2 12 14 11 13 15 17 19 21 23 25 27 29 31 33 35 TM03 6693 4506 6 5 24 24 VDC V/DC + 15 (wit) 16 (bruin) 10.1 Aansluitklemmen Klemmen van aan de wand gemonteerde behuizing 315 Afb. 9 316 4 Klemmen van bedieningspaneelbehuizing T pH, mV, F – Cl2 , ClO2 , O3 , H2O2 , PAA 4 3 2 1 – pH, mV, F – + mA M B/R G/C Cellen / elektroden Sensorinterface Externe ingang TM03 6979 4506 5/1 - 5/5 5/5 5/4 5/3 5/2 5/1 1 Uitgangen Pt 100 Uit DIP 2/4 1/4 8/3 4/3 1/12 1/14 4/2 4/4 3/2 3/4 A B Jumper pH, mV, F – Elektroden 1/11 1/13 4/1 4/3 3/1 3/3 Cl 2, ClO 2, O3, PAA, H2O2 3/1 - 3/4 PE N L 115/120 115/120VV 230/240 230/240VV N.C. Alarm N.O. 2 1 Relais A 2 /3 (+) B 2 /4 (-) H2O (water) H2O2 1/1 1/1 (bruin) (br) 1/2 1/2 (wh) (wit) Cellen PAA A B Aansluiting op Conex® DIA-1 Conex DIA-1 8/2 4/2 4/4 8/1 4/1 7/3 3/4 7/1 5/1 - 5/5 6/4 6/3 6/2 6/1 7/2 5/5 5/4 5/3 5/2 5/1 2/3 (+), 2/4 (–) = H2O (water) 2 /1, 2/2 = Regelaar stop 3/3 3/2 4/1 - 4/4 Cellen 1/14 1/13 1/12 1/11 1/10 1/9 1/8 1/7 1/6 Aan 1/11 -1/14 Pt 100 –+ 2/3 1/3 3/1 2/2 1/2 1/5 2/1 1/1 1/1 (br), 1/2 (wh) PAA H2O2 Cells: 1/11 (bruin), 1/2 (wit) 8/3 8/2 8/1 + 24 24 VDC V/DC Nederlands (NL) mA 10.1.2 Behuizing voor bedieningspaneel Conex® DIA-1 Omschrijving Relais Relais 1 + 2 Alarm Alarmrelais – N.O.: NO – N.C.: NC Pt100 Temperatuursensor H 2O Monsterwatertekortsensor Stop Regelaar stop Uitgangen Stroomuitgangen [mA] 1 Cl2 (chloor), ClO2 (chloordioxide), O3 (ozon), H2O2 (waterstofperoxide) of PAA (perazijnzuur) 2 pH, mV (redox) 3 T: Temperatuur 4 Stappenregelaar Ingangen Externe ingangen [mA] Elektroden Meetcellen, elektroden en enkele staaf meetelektrodes M Meetelektrode B/R Referentie-elektrode G/C Tegenelektrode 1. Bedieningspaneelbehuizing: Steek de connectorstrip in de overeenkomstige klemmenstrook op de achterkant van het apparaat. Zorg voor een juiste stand. 2. Sluit de aardleiding (PE) aan op klem 5 (wandmontage) resp. klem 8/1 (paneelmontage). 3. Sluit de nulader (N) (of de - ader bij de 24 V uitvoering) aan op klem 3 (wandmontage) resp. op klem 8/2 (paneelmontage). 4. Sluit de fase-ader (L1) (of de + ader bij de 24 V uitvoering) aan op klem 1 (wandmontage) resp. op klem 8/3 (paneelmontage). Zet het apparaat aan en uit door de voedingsspanning in- en uit te schakelen. Het apparaat zelf is niet uitgerust met een aparte aan/uit schakelaar. 10.3 Relaisuitgangen N.B. Onderdrukking van interferentie is vereist voor inductieve belastingen (ook relais en contactors). Wanneer dit niet mogelijk is moeten de relaiscontacten zoals hieronder beschreven met een onderdrukkingsschakeling worden beveiligd. • Bij wisselspanning: Massa mV Redoxelektrode Behuizing voor bedieningspaneel Conex® DIA-1 • Conex® DIA-1: voor installatie in het bedieningspaneel. • Sensorinterface: voor installatie in de buurt van de sensoren. De aansluiting van de relaisuitgangen is afhankelijk van de toepassingen en de gebruikte stelaandrijvingen. De hieronder beschreven aansluitingen dienen daarom uitsluitend als richtlijn. • Max. stroom Condensator C Weerstand R 60 mA 10 nF, 275 V 70 mA 47 nF, 275 V 22 Ω, 2 W 150 mA 100 nF, 275 V 47 Ω, 2 W 1,0 A 220 nF, 275 V 47 Ω, 2 W 390 Ω, 2 W Bij gelijkspanning: Vrijloopdiode parallel aan relais of contactor schakelen. Voorzichtig Voorzie relaisuitgangen van een geschikte backup zekering! DC + AC R C Afb. 10 Onderdrukkingscircuit, DC/AC 317 Nederlands (NL) Pos. 10.2 Netaansluiting TM03 7209 2813 Legenda van de klemmen 10.4 Stroomuitgang Nederlands (NL) Voorzichtig Zorg er voor dat de polariteit van de stroomuitgang juist is! Maximale belasting: 500 Ω. De stroomuitgang kan worden ingesteld op één van de twee standaard bereiken "0-20 mA" of "4-20 mA", of het kan vrij worden ingesteld. • Sluit de afscherming aan één zijde aan op de aarde (PE). Uitgang 1: chloor, chloordioxide, ozon, waterstofperoxide of perazijnzuur Deze stroomuitgang toont de weergegeven meetwaarde als een analoog stroomsignaal. Gebruik van het stroomsignaal voor meetwaarden: • Als ingangssignaal voor een andere indicator • Als ingangssignaal voor een externe regelaar. 1. Sluit de + ader aan op klem 23 (behuizing voor wandmontage) of klem 1/3 (behuizing voor paneelinbouw). 2. Sluit de - ader aan op klem 24 (behuizing voor wandmontage) of klem 1/4 (behuizing voor paneelmontage). Uitgang 2: pH, redox Deze stroomuitgang toont de weergegeven meetwaarde als een analoog stroomsignaal. Gebruik van het stroomsignaal voor meetwaarden: • Als ingangssignaal voor een andere indicator • Als ingangssignaal voor een externe regelaar. 1. Sluit de + ader aan op klem 25 (behuizing voor wandmontage) of klem 1/5 (behuizing voor paneelinbouw). 2. Sluit de - ader aan op klem 26 (behuizing voor wandmontage) of klem 1/4 (behuizing voor paneelmontage). Uitgang 3: Temperatuur Deze stroomuitgang toont de temperatuurmeting door de optionele temperatuursensor. Gebruik van het stroomsignaal voor meetwaarden: • Als ingangssignaal voor een andere indicator. 1. Sluit de + ader aan op klem 27 (behuizing voor wandmontage) of klem 1/6 (behuizing voor paneelinbouw). 2. Sluit de - ader aan op klem 28 (behuizing voor wandmontage) of klem 1/7 (behuizing voor paneelmontage). Uitgang 4: Stappenregelaar Deze uitgang geeft het berekende uitgangssignaal van de regelaar als analoog stroomsignaal. Gebruik van de stelsignaalvariabele: • Als ingangssignaal voor een continu eindregelelement. 1. Sluit de + ader aan op klem 29 (behuizing voor wandmontage) of klem 1/8 (behuizing voor paneelinbouw). 2. Sluit de - ader aan op klem 30 (behuizing voor wandmontage) of klem 1/7 (behuizing voor paneelmontage). 318 10.5 Aansluitingen voor regelstop, monsterwatersensor en temperatuursensor Aansluiten van de regelaarstop 1. Sluit de + ader aan op klem 17 (behuizing voor wandmontage) of klem 2/1 (behuizing voor paneelinbouw). 2. Sluit de - ader aan op klem 18 (behuizing voor wandmontage) of klem 2/2 (behuizing voor paneelmontage). Aansluiten van de monsterwatersensor Kabelkleuren en markering: Zie aansluitingen van meetceltypen AQC-D1/-D11/AQC-D2/-D12/AQC-D3/-D13. 1. Sluit de + ader aan op klem 19 (behuizing voor wandmontage) of klem 2/3 (behuizing voor paneelinbouw). 2. Sluit de - ader aan op klem 20 (behuizing voor wandmontage) of klem 2/4 (behuizing voor paneelmontage). N.B. Bij gebruik van de AQC-D2/-D12 meetcel, moet de watersensor altijd zijn aangesloten en geactiveerd! Aansluiten van de Pt100 temperatuursensor 1. Sluit de + ader aan op klem 21 (behuizing voor wandmontage) of klem 1/11 (behuizing voor paneelinbouw). 2. Sluit de - ader aan op klem 22 (behuizing voor wandmontage) of klem 1/12 (behuizing voor paneelmontage). 19 21 TM03 6696 4506 1: Standaard Afb. 11 15 17 19 21 23 25 27 29 31 33 35 6 11 9 Afb. 14 5 3 1 2 6 7 4 Afb. 12 COM 11 TM03 5872 4112 9, 10, 11 NC 12 2 9 Afb. 15 38 39 40 1 9 8 Aansluiting op de meetcellen AQC-D13 15 17 19 21 23 25 27 29 31 33 35 8 37 38 39 40 41 42 16 18 20 22 24 26 28 30 32 34 36 10 11 14 15 2 1 TM03 6966 4112 12 Afb. 13 10 7 11 TM04 8642 4112 4 2 1 12 20 22 1 37 38 39 40 1 20 22 6 Aansluiting op de meetcellen AQC-D1/AQC-D2/AQC-D3 19 21 8 Aansluiting op de meetcellen AQC-D12 19 21 8 12 10 7 12 37 38 39 40 41 42 16 18 20 22 24 26 28 30 32 34 36 4 2 1 4 Jumperinstelling 10.6.1 Aansluiting van de behuizing voor wandmontage Conex® DIA-1 1 1 TM04 8644 4112 2 1 20 22 2 1 37 38 39 40 Nederlands (NL) Jumper instelling • Alle celtypes: positie 1 (standaard). TM04 8643 4112 10.6 Aansluiten van meetcellen Aansluiting op de meetcellen AQC-D11 Afb. 16 Aansluiting op de meetcellen PAA (perazijnzuur) / HP (peroxide) 319 + TM03 6967 4506 9 4 8 10 11 Aansluiting op de enkele staaf meetelektroden voor pH, redox Omschrijving Conex 2/ 2/ +3 - 4 Sensorinterface 1 Bruin 2 Wit 3 Zwart 4 Blauw 5 Afscherming 6 Buitenste geleider (afscherming) 7 Binnenste geleider 8 Referentie-elektrode 9 Meetelektrode 10 Tegenelektrode 11 Pt100 temperatuursensor 12 watersensor 13 Buitenste geleider 14 Geel 15 Groen 1/ 11 4/ 1 1/ 13 1/ 12 4/ 2 1/ 14 Afb. 19 3/ 1 4/ 3 3/ 3 3/ 2 4/ 4 Pt 100 1 2 4 7 9 11 10 Conex Pt 100 2/ 2/ +3 - 4 Sensorinterface 1 2 5 1/ 11 3 4 Conex 2/ 2/ +3 - 4 Sensorinterface 1/ 12 Afb. 18 320 1/ 14 3/ 1 4/ 2 4/ 4 3/ 3 3/ 2 3/ 4 12 1 A B 4 Aansluiting op meetcellen AQC-D1/AQC-D2/AQC-D3 TM03 5871 4212 9, 10, 11 4/ 3 1/ 14 Afb. 20 8 4/ 1 4/ 1 1/ 13 1/ 12 6 7 1 6 8 M B/R G/C 1/ 13 4 B Aansluiting op meetcellen AQC-D11 M B/R G/C 10.6.2 Aansluiting van behuizing voor paneelmontage Conex® DIA-1 1/ 11 12 1 A 3/ 4 TM04 8645 4112 Pos. 1 - 7 13 Afb. 17 Pt 100 3/ 1 4/ 3 4/ 2 4/ 4 3/ 3 3/ 2 3/ 4 12 1 A B 4 Aansluiting op meetcellen AQC-D12 TM04 8646 4112 Nederlands (NL) M B/R G/C 37 38 39 40 41 42 Pos. Pt 100 1 2 2 7 1 6 11 8 9 12 Conex 2/ 2/ +3 - 4 Sensorinterface 4/ 1 1/ 13 1/ 12 1/ 14 4/ 2 Afb. 21 M B/R 3/ 1 4/ 3 G/C 4/ 4 3/ 3 3/ 2 A 3/ 4 NC 12 B Aansluiting op meetcellen AQC-D13 1/11 1/13 4/1 1/12 1/14 15 Afb. 22 4/3 4/2 14 3/1 4/4 3/3 3/2 3/4 1 2 2 Wit 3 Zwart 4 Blauw 5 Afscherming 6 Buitenste geleider (afscherming) 7 Binnenste geleider 8 Referentie-elektrode 9 Meetelektrode 10 Tegenelektrode 11 Pt100 temperatuursensor 12 watersensor 13 Buitenste geleider 14 Geel 15 Groen Speciale aandachtspunten voor de aansluiting op de bedieningspaneelbehuizing van de Conex® DIA-1 1. Sluit eerst de meetcellen aan, de enkele staaf meetelektroden en de sensoren voor de sensorinterface. 2. Sluit daarna de sensorinterface aan op de Conex® DIA-1. A B 1/1 1/2 + Bruin TM03 6968 4112 1/ 11 COM 11 TM04 8647 4112 10 Omschrijving 1 Nederlands (NL) M B/R G/C Aansluiting op meetcellen PAA (perazijnzuur) / HP (peroxide) 7 13 Afb. 23 TM03 6969 4506 + - Aansluiting op enkele-staaf meetelektroden voor pH, redox 321 N.B. Bij gebruik van de AQC-D2/-D12 meetcel, moet de watersensor altijd zijn aangesloten en geactiveerd! DIP-schakelaar • Zo nodig de DIP-schakelaar voor de gewenste meetparameter op "On" zetten! (Schakelaar naar rechts drukken, de bovenste schakelaar 1 wordt niet gebruikt). OFF DIP Afb. 24 322 1 2 3 4 On ClO2, O3 Cl2 DIP-schakelaar TM03 6699 4506 Nederlands (NL) Aansluiten van de sensorinterface op de Conex® DIA-1 (zie achterkant van het apparaat) • Meetcellen AQC-D1/-D11/AQC-D2/-D12/AQC-D3/-D13, PAA (perazijnzuur) / HP (peroxide) Sluit klemmen 4/1 t/m 4/14 van de sensorinterface aan op de corresponderende klemmen van de Conex® DIA-1. • Meetcellen HP (peroxide) / PAA (perazijnzuur) Sluit daarnaast klem A aan op klem 1/1 en klem B op klem 1/2 van de Conex® DIA-1. • Enkele staaf meetelektroden • (pH, redox) Sluit klemmen 3/1 t/m 3/4 van de sensorinterface aan op de corresponderende klemmen van de Conex® DIA-1. • Monsterwatertekort sensor Sluit klem A aan op klem 2/3 en klem B op klem 2/4 van de Conex® DIA-1. Nederlands (NL) 11. Bediening 11.1 Bedienings- en display-elementen 6 1 Afb. 25 5 4 3 2 7 8 7 8 1 6 5 4 3 TM03 6700 4506 2 Wandmontage behuizing en bedieningspaneelbehuizing Pos. Omschrijving Bedieningselementen 1 Rode alarm-LED • Knippert in geval van storingen en onjuiste invoer. 2 Display Bedieningsknoppen 3 [OK] knop • Activeert het gekozen menu. • Bevestigt de gekozen regel of waarde. 4 [Omlaag] knop • Gaat één regel naar beneden (de gekozen regel wordt inverse weergegeven). • Verlaagt waarden. 5 [Omhoog] knop • Gaat één regel omhoog (de gekozen lijn wordt in inverse weergegeven). • Verhoogt waarden. 6 [Esc] knop • Gaat terug naar het vorige menu. – De laatst ingevoerde data zijn niet gewijzigd. Functieknoppen met gele LED 7 [Cal] knop • Schakelt tussen de kalibratie- en meetmodus. – In de kalibratiemodus, de corresponderende LED brandt. 8 [Man] knop • Schakelt tussen automatische en handmodus. – In de handmodus gaat de corresponderende LED aan. 323 Chloor Na aansluiting op de voedingsspanning bij de eerste inbedrijfstelling en na de opstartindicatie, wordt in het display het "Sprache/taal" menu weergegeven. 0,43 mg/l Language/Langue... Deutsch • English Français Nederlands • Het woord "language" in de kopregel wordt met intervallen van ca. 1 s in alle beschikbare menutalen weergegeven. Start de Conex® DIA-1 door de gewenste bedieningstaal te kiezen: 1. Selecteer met behulp van de pijltoetsen [Omhoog] en [Omlaag] de gewenste taal. – De gekozen taal wordt inverse weergegeven (witte letters op zwarte achtergond). 2. Druk op [OK] om te bevestigen. N.B. De geselecteerde taal wordt opgeslagen en blijft de bedieningstaal wanneer het apparaat wordt gereboot. Indien nodig kan de bedieningstaal worden gewijzigd in het "taal" submenu in het "basisinstelling" menu. Zie paragraaf 11.5 Basisinstelling. De vertalingen voor de woorden "setup" en "language" in de momenteel beschikbare talen zijn: Deutsch Hauptmenü Grundeinstellung Sprache setup language Paramétrage Langue basisinstelling taal Ajuste básico Idioma programm. fond. lingua Posição inicial Língua станд. настройка язык ustawienia język English main menu Français Menu principal Nederlands hoofdmenu Español Menu principal Italiano Menu principale Português Menu principal Pусский главное меню Polski manu główne 324 Na het selecteren en bevestigen van de bedieningstaal door op [OK] te drukken tijdens de eerste inbedrijfstellen, wordt op het display "chloor" weergegeven als de waarde die moet worden gemeten. – Voortaan verschijnt bij het opstarten op het display de meetwaarde die de laatste keer is gekozen. Chloor 0,43 mg / l • 5,20 pH c 22 °C c TM03 6704 4506 Nederlands (NL) 11.2 Display-elementen bij eerste ingebruikstelling Bij overschrijding of onderschrijding van het gekozen meetbereik, toont het display de boven- en ondergrens en knnippert. Zie paragrafen 8.4 Meetbereiken en 11.5.4 Instellen van de meetbereiken voor chloor, chloordioxide, ozon, peroxide, perazijnzuur, pH, redox. N.B. Vooropgesteld dat de codes voor toegangsrechten zijn ingesteld, zijn sommige menu's (en submenu's) alsmede de functies Cal en Man beveiligd tegen ongeautoriseerde toegang. De beveiligde menu's zijn gemarkeerd met "C" (kalibratiebevoegdheden) of "F" (volledige bevoegdheid). Hoofdmenu's • Regelaar, zie paragraaf Regelaar. • Alarm, zie paragraaf Alarm. • Service, zie paragraaf Service. • Basisinstelling, zie paragraaf Basisinstelling. Functieknoppen • Cal, zie paragraaf Kalibratiefunctie. • Man, zie paragraaf Handbediening. Regelaar "F" (volledige bevoegdheid) Instellen van de parameters • Relais 1/2 – intern/extern setpoint – regelaarparameters. • Stappenregelaar – intern/extern setpoint – regelaarparameters. Basisinstelling "F" (volledige bevoegdheid) • Selecteren van de taal • Parameters: Selecteren van de meetwaarden • Selecteren van de meetcel • Selecteren van het meetbereik • Configuratie van de regelaars • Aan-/uitschakelen van de watersensor • Tijdinstelling • Code functie • Displaycontrast • Oproepen fabrieksinstellingen • Stroomuitgang toekennen van stroomuitgangen aan meetbereiken • Oproepen van de programma versie. Kalibratiefunctie "C" (kalibratierechten) • Kalibratie van gekozen parameters – chloor, chloordioxide, ozon, peroxide, perazijnzuur, pH. Handbediening "C" (kalibratierechten) • De geconfigureerde regelaars handmatig runnen. Alarm "F" (volledige bevoegdheid) • Alarminstellingen – Alarmwaarden (schakelpunten) – Effectieve richting – hysterese – Alarmvertraging. • Doseertijdbewaking – Maximale doseertijd (bij constante doseerflow van 100 %). Service • Kalibratielogboek – De laatste tien kalibraties. • Oproepen van de regelaarinstellingen • Testen werking van de stroomuitgangen • Test werking van relais • Test werking van het display. 325 Nederlands (NL) 11.3 Software-overzicht 11.4 Hoofdmenu Nederlands (NL) 1. Schakel over naar het "hoofdmenu" door op [OK] te drukken, of indien nodig, door enkele malen op [Esc] te drukken. Opties in "Hoofdmenu" hoofdmenu regelaar alarm service basisinstelling • • • • "regelaar" In dit submenu kan een regelaar worden geconfigureerd. Deze optie wordt uitsluitend weergegeven wanneer een type regelaar is geselecteerd in het "basisinstelling" menu. "alarm" In dit submenu wordt de meetwaarde vergeleken met de toegestane waarde en indien nodig wordt een alarm geactiveerd. "service" Diagnose submenu. De meetwaarden en de laatste tien wijzigingen van kalibratiegegevens kunnen worden bekeken. In deze modus kunnen er geen waarden worden gewijzigd. Wanneer meetcel AQC-D2/-D12 is geselecteerd, dan kunnen de data van de watersensor worden bekeken. "basisinstelling" In dit submenu kunnen de instellingen voor taal, parameters, meetbereiken, regelaars etc. worden aangepast. Selecteren van de functies "calibratie" en "handbediening" Zie de knoppen [Cal] en [Man] rechts van het display. • Kalibratie: Druk op [Cal] om naar het kalibratiemenu te gaan (de gele LED gaat aan). • Handbediening: Druk op [Man] om over te schakelen naar handbediening (de gele LED gaat aan). N.B. 326 Overschakelen naar handbediening is alleen mogelijk wanneer een regeltype is geselecteerd in het "basisinstelling" menu. De functies "Cal" en "Man" kunnen alleen worden gekozen door personen met kalibratie- of volledige bevoegdheid. Alle standaard instellingen van het apparaat kunnen worden gedefinieerd in het "basisinstelling" menu. Tijdens de eerste inbedrijfstelling worden basisfuncties geconfigureerd die daarna zelden of nooit gewijzigd hoeven te worden. Nederlands (NL) 11.5 Basisinstelling Het "basisinstelling" menu is alleen toegankelijke voor personen met volledige bevoegdheid. Zie paragraaf 11.5.7 Code functie. Voer de code in. 11.5.1 Selectie van meetwaarden voor chloor, chloordioxide, ozon, peroxide, perazijnzuur, pH, redox basisinstelling parameters pH pH interne aan (elektrode) pH-compensatie chloor aan/uit aan Temp. meting aan/uit aan temp. comp. chloor aan/uit aan pH extern aan temp. comp. pH aan/uit pH-compensatie chloor aan/uit aan Temp. meting aan/uit aan temp. meting aan/uit pH uit temp. comp. chloor aan/uit aan Afb. 26 temp. comp. chloor aan/uit chloordioxide, ozon temp. meting aan/uit aan temp. comp. aan/uit pH temp. meting aan/uit aan temp. comp. aan/uit redox temp. meting aan/uit TM03 6707 4506 chloor Selectie van meetwaarde in "Parameter" menu 327 11.5.2 pH- en temperatuurcompensatie pH-compensatie met chloormeting De dissociatie van waterstofhypochloriet (HOCl) in de hypochloriet anioon (OCl-) leidt tot verlies van helling (verlies van gevoeligheid) van de chloormeetsensor. Door middel van een compensatiefunctie kan dit verlies rekenkundig worden gecorrigeerd. Temperatuurcompensatie Door middel van een compensatiefunctie kan de temperatuurafhankelijkheid van de sensoren rekenkundig worden gecorrigeerd. Besturingsvelden voor pH-waarde, pH-compensatie, temperatuurmeetwaarde en temperatuurcompensatie in de meetwaardeweergave Chloor 11.5.3 Selectie van meetcel N.B. Het "meetcel" submenu wordt alleen weergegeven wanneer de meetwaarden chloor, chloordioxide, ozon zijn geselecteerd tijdens de parametrisatie. Namen van de meetcellen opgenomen in de software • AQC-D1/-D11 • AQC-D2/-D12 • AQC-D3/-D13 De meetcel die overeenkomt met de gekozen meetwaarde kan worden gekozen: • AQC-D1/-D11/AQC-D2/-D12/AQC-D3/-D13 met chloor, chloordioxide of ozon De meetcel PAA/HP wordt automatisch gekozen wanneer "perazijnzuur/peroxide" is geselecteerd als de meetwaarde. Bewaking van de reinigingsmotor (meetcellen AQC-D1/-D11) Druk na selectie van het meetceltype AQC-D1/-D11 op [OK] om in het "reinigingsmotor" submenu te komen. 1. Bewaking van de reinigingsmotor in-/ uitschakelen. Meetcel AQC-D2/-D12/-D3/-D13 geselecteerd 0,43 mg/l Chloor c c 0,43 mg/l TM03 6708 4506 Afb. 27 5,20 pH 22 °C TM03 6703 4506 Nederlands (NL) 1. Selecteer de regel "Parameter" m.b.v. de [Omhoog] en [Omlaag] knoppen en druk op [OK] om over te schakelen naar het corresponderende menu. 2. Selecteer de regel(s) die de waarden aangeven die gemeten moeten worden (parameters) m.b.v. de [Omhoog] en [Omlaag] knoppen. Chloormeting met pH en temperatuurcompensatie • Druk eenmaal of tweemaal op [Esc] om over te schakelen naar het display met de meetwaarde. Raadpleeg paragrafen 11.2 Display-elementen bij eerste ingebruikstelling en 11.6.5 Regelaar besturingvelden op het display. Naast de actuele meetwaarde, worden de actuele pH-waarde en de temperatuur van het monsterwater ook weergegeven. Met geactiveerde pH-compensatie of temperatuurcompensatie, de letter "c" voor "compensatie" wordt weergegeven aan het einde van de regel. Met gedeactiveerde temperatuurmeting, moet de watertemperatuur voor compensatie handmatig ingevoerd worden na kalibratie. Zie paragraaf 11.9.1 Kalibreren van de pH-waarde. 328 Afb. 28 Chloormeting met AQC-D2/-D12/-D3/-D13 Een zwarte balk op het display geeft de actuele data van de watersensor aan. Raadpleeg de installatie- en bedieningsinstructies voor de potentiostatische meetcel AQC-D2/-D12/-D3/-D13. N.B. Het "temperatuur" submenu wordt alleen weergegeven wanneer de temperatuurmeting is ingeschakeld in het "parameter" menu of wanneer de parameter pH is geselecteerd. 11.5.5 watersensor In het menu "watersensor" kan de watersensor worden in- of uitgeschakeld. In het geval van een monsterwatertekort, zal het volgende optreden: • Het storingsindicatierelais wordt geactiveerd en de alarmmelding "fout watersensor" wordt geactiveerd. • Bij apparaten met een regelfunctie, worden de stelaandrijvingen naar passief of gesloten geschakeld. Voorzichtig De watersensor moet worden geschakeld voor de meetcel AQC-D2/-D12! Nederlands (NL) 11.5.6 Instellen van de actuele tijd (datum/tijd/zomertijd) 1. Schakelen van het menu "basisinstelling" naar het "datum/kloktijd" menu. tijdsinstelling 01: 18: 40 pm Tijd Afb. 29 TM03 6709 4506 11.5.4 Instellen van de meetbereiken voor chloor, chloordioxide, ozon, peroxide, perazijnzuur, pH, redox In het menu "meetbereik" worden alle in het menu "parameters" geselecteerde meetgrootheden aan de desbetreffende meetbereiken toegewezen. • In het "meetbereik" menu zijn de volgende opties beschikbaar: – Twee (met redox) en zes (chloor) standaard meetbereiken. Zie paragraaf 8.4 Meetbereiken. – "andere": Met de [Omhoog] en [Omlaag] knoppen, kan de operator de onder- en bovengrenswaarde van het meetbereik instellen op elke waarde binnen het breedste standaard meetbereik. • De meetbereiken voor temperatuur kunnen worden ingesteld op °C (Celsius) of °F (Fahrenheit). Tijdinstelling 2. Stel de actuele tijd in voor het apparaat in het "tijdsinstelling" menu, in het formaat uu.mm.ss. – Druk op [OK] om naar het volgende nummerveld te gaan. Het nummerveld dat momenteel is geactiveerd knippert. – Wijzig de instellingen door op de [Omhoog] en [Omlaag] knoppen te drukken. – Bij langer ingedrukt houden van de knop wordt de instelsnelheid dynamisch verhoogd. 3. Stel het apparaat in op de huidige datum in het "datum" menu in het formaat mm.dd.jjjj met Engels als bedieningstaal of in het formaat dd.mm.jjjj voor alle andere talen, op soortgelijke wijze als bij het instellen van de tijd. De overeenkomstige dag van de week (Ma...Zo) wordt automatisch weergegeven. 4. Zo nodig het begin en het einde van de zomertijd en het aantal uren van de tijdsverschuiving instellen. 11.5.7 Code functie De code functie is bedoeld om het apparaat te beveiligen tegen ongeautoriseerde toegang. Viercijferige toegangscode invoeren of wijzigen 1. Selecteer in het menu "basisinstelling" met de [Omhoog] of [Omlaag] knoppen regel "code functie" en ga met [OK] naar het desbetreffende menu. Er is keuze uit twee toegangsniveaus: Kalibratiebevoegdheden: De bezitter van kalibratiebevoegdheden heeft toegang tot het kalibratiemenu en tot handbediening. De bezitter van kalibratiebevoegdheden mag het volgende doen: • Kalibratiegegevens wijzigen • Stuurrelais handmatig bedienen. Volledige bevoegdheid: De bezitter van volledige bevoegdheid heeft volledige toegang tot alle instellingen en kalibratiedata. 329 Nederlands (NL) De bezitter van volledige bevoegdheid kan het volgende doen: • Kalibratiegegevens wijzigen • Basisinstelling wijzigen • Parametriseren van de regelaar • Wijzigen van alarm instellingen • Het apparaat handmatig bedienen. cal-bevhd. code 0000 oude code 2. Selecteer het gewenste type toegangsbevoegdheid en druk op [OK] om het desbetreffende menu te openen. 3. Bevestig zonodig eerst een eventueel aanwezige oude code (bij eerste gebruik code 0000 bevestigen). 4. Selecteer "veranderen". 5. Voer in het daaropvolgende submenu de oude code (zie de commentaarregel hieronder) in met de [Omhoog] en [Omlaag] knoppen en druk op [OK] om te bevestigen en naar het menu "Nieuwe code" (zie commentaarregel onderaan het display) te gaan. 6. Voer een code van vier posities in m.b.v. de [Omhoog] en [Omlaag] knoppen. Druk op [OK] om te bevestigen. 7. De toegangsautorisatie kan worden opgeheven door de betreffende code in het "verwijderen" submenu te verwijderen. • Door invoer van een geldige viercijferige code, krijgt de operator toegang tot de correpsonderende functies gedurende een beperkte tijdsperiode van 60 minuten. • Wanneer er eerder geen code is ingevoerd, dan is de toegang tot het gewenste menu volledig vrijgegeven. De code 0000 wordt niet weergegeven / aan de operator wordt niet gevraagd deze in te voeren. N.B. Wanneer een verkeerde code wordt ingevoerd, wordt toegang tot de betreffende menu's geweigerd. Er wordt een foutmelding gegeven (tijdsduur: vijf seconden) en het apparaat keert terug naar het "hoofdmenu". 11.5.8 Resetfunctie • Door invoer van code "1998" worden alle eerder ingevoerde codes gewist. • Alle eerder ingestelde toegangscodes worden gewist en gereset naar "0000". 330 11.5.9 Instellen van displaycontrast In het menu "display" kan het contrast van het display worden ingesteld. 1. Schakel van het "basisinstelling" menu naar het "display" menu m.b.v. de [Omhoog] en [Omlaag] knoppen en druk op [OK] om te bevestigen. Wanneer de contrastinstelling te hoog is, kan het zijn dat het aflezen van het display niet langer mogelijk is. Houd de [Omlaag] Opmer- knop ingedrukt totdat de contrastinstelling laag genoeg is om het display weer leesbaar te maken. 11.5.10 Opslaan / toegang tot gebruikersinstellingen In het "fabrieksinstellingen" submenu, kan de actuele apparaatinstelling worden bewaard, zodat deze later kan worden gereactiveerd, of een opgeslagen instelling kan worden geactiveerd. • Basisinstelling - Bewaar basisinstelling: Bewaart alle actuele apparaatinstellingen uit de menu's (niet alleen de "basisinstelling"). - Activeer setup: Reset het apparaat tot de laatst opgeslagen instellingen. Bewaar in dit menu uw apparaatinstellingen nadat u alle waarden heeft ingesteld in de "basisinstelling", "regelaar" en "alarm" Opmer- menu's. U kunt deze dan op elk gewenst moment weer activeren (zelfs na een fabrieksreset)! 11.5.11 Fabrieksinstelling reset In het "fabrieksinstellnig" submenu, kan de Conex® DIA-1 ook worden gereset naar de fabrieksinstellingen m.b.v. code 6742. Voorzichtig Gebruik deze functie alleen in geval van nood. Alle apparaatinstellingen gaan verloren en moeten opnieuw worden ingevoerd! Het apparaat niet loskoppelen van de voedingsspanning tijdens de reset! Resetten van de Conex® DIA-1 naar de fabrieksinstelling • Reset - Code: 0000 wordt weergegeven. - Stel code 6742 in m.b.v. de [Omhoog] en [Omlaag] knoppen, en druk op [OK] om te bevestigen. Het apparaat wordt nu gereset naar de oorspronkelijke fabrieksinstelling. Voorzichtig Voorafgaande aan de volgende keer opstarten: Controleer alle parameters en stel het apparaat weer in overeenkomstig uw applicatie! • • • • Stroomuitgangen: 0-20 mA. Met vrij instelbare grenswaarden: – Ondergrens = onderkant van het meetbereik – Bovengrens = bovenkant van het meetbereik. Alarmwaarden: Alarm uit. Doseertijdbewaking: Uit. Parameterinstellingen Meetbereik [mg/l] Cl2 ClO2/O3 H 2O 2 PAA 0,00 - 2,00 0,00 - 1,00 0-100 0-100 PAA (perazijnzuur) Meetcel AQC-D1/-D11/-D3/-D13/-D2/-D12 HP (peroxide) pH-meting Uit - - - Bewaking van de reinigingsmotor Uit Uit - - Watertekortsensor Uit Uit Uit Uit Stroomuitgang 0-20 mA 0-20 mA 0-20 mA 0-20 mA Alarmbevestiging Alarmbevestiging Alarmbevestiging Alarmbevestiging pH Redox Meetbereik [mg/l] 2,00 - 12,00 0-1000 Sensorsteilheid [mV/pH] -58 [mV]/[pH] - Assymetrie potentiaal 0 - Kalibratietemperatuur [°C] 25 25 Watertekortsensor Uit Uit Stroomuitgang 0-20 mA 0-20 mA Alarmbevestiging Alarmbevestiging Fabrieksinstellingen van regelaars • Schakelende regelaar: – Uitgang 1: Uit – Grenswaardegever / uitgang 2: Uit • Tweestanden regelaar: – Schakelrichting of regelrichting uitgang 1: Onderschrijding – Schakelrichting of regelrichting uitgang 2: Overschrijding • Regelaargedrag bij alle regelaars: PI • Stroomuitgang stappenregelaar: 0-20 mA. 331 Nederlands (NL) Algemene instellingen af fabriek • Taal: De Conex® DIA-1 wacht op de taalkeuze. De talen "Deutsch/English Français...." worden afwisselend weergegeven. • Zomertijd Uit. • Toegangscodes: 0000 kalibratiebevoegdheid, 0000 volledige bevoegdheid. 11.5.12 Stroomuitgangen Nederlands (NL) N.B. Zorg er voor dat de geselecteerde uitgang overeenkomt met de geselecteerde parameter. In het menu "stroomuitgang" kan de operator de geselecteerde waarden toekennen aan de stroomuitgangen en vervolgens stroomuitgangen toekennen aan de geselecteerde meetbereiken. In het menu "stroomuitgang" worden de geselecteerde parameters in de hierna vermelde volgorde weergegeven: 2. Voer de bijbehorende lagere ondergens in m.b.v. de [Omhoog] knop. Druk op [OK] om te bevestigen. – Er verschijnt nog een vraag naar de bovengrenswaarde van het meetbereik "20,00 mg/l". chloor 0,20 mg/l = 0 mA 15,00 mg/l = 20 mA stroomuitgang chloor pH temperatuur • • • • Uitgang Uitgang Uitgang Uitgang 1: 2: 3: 4: Cl2, ClO2, O3, H2O2, PAA pH, redox Temperatuur stappenregelaar. Toekenning van de stroomuitgangen aan het meetbereik (voorbeeld: chloormeting) Er zijn twee standaard bereiken, "0-20 mA" en "4-20 mA", welke toegekend kunnen worden aan de stroomuitgangen. Ze zijn lineair aan het meetbereik toegekend. Daarnaast kunen voor de stroomuitgangen 1 t/m 3 de bovengrenzen vrij gedefinieerd worden binnen het interval 0-20 mA. chloor 0-20 mA 4-20 mA andere 1. Kies voor een vrije instelling de regel "andere" in het corresponderende submenu m.b.v. de [Omhoog] en [Omlaag] knoppen. Druk op [OK] om te bevestigen. – Op dezelfde regel wordt "= 0 mA" weergegeven. chloor 0,20 mg/l = 0 mA 332 3. Voer de bovengrens in van het meetbereik m.b.v. de [Omlaag] knop. Druk op [OK] om te bevestigen. – Op dezelfde regel wordt "= 20 mA" weergegeven. 4. Voer de bijbehorende bovengrenswaarde in m.b.v. de [Omlaag] knop. Druk op [OK] om te bevestigen en terug te keren naar het "Stroomuitgang" menu. 11.5.13 programma versie basisinstelling V0.20.1 19991028 programma versie In geval van problemen waarbij het noodzakelijk is contact op te nemen met onze service-afdeling, kan de operator in het "programma versie" menu eenvoudig de softwarecomponenten identificeren. • Versie: Bijvoorbeeld v0.20.1. • Laatste update: yyyymmdd. Nederlands (NL) 11.6 Selecteren, configureren en parametriseren van de regelaar Er zijn twee stappen nodig om de regelaar in te stellen: • Ten eerste: Selectie en configuratie van het type regelaar in het menu "basisinstelling", "regelaar" submenu. • Ten tweede: Parametrering van het geselecteerde type regelaar in het "hoofdmenu", "regelaar" submenu. 11.6.1 Selecteren en configureren van de regelaar. basisinstelling regelaar Schakelende regelaar grenswrd/2-punts relais 1/2 uit grenswaardegever onderschrijding overschrijding puls+ pauze reg. neerwaartse regeling opwaartse regeling pulsfreq. regelaar. driepuntsstappen P PI PID ext./ int. setpoint instelling, zie puls+pauzeregelaar uit instelling, zie puls + pauzeregelaar uit instelling, zie puls + pauzeregelaar Afb. 30 • TM03 6711 4506 stappenregelaar Selecteren en configureren van de regelaar Selecteer in het "basisinstelling" menu de regel "regelaar" m.b.v. de [Omhoog] en [Omlaag] knoppen en druk op [OK] om naar het "regelaar" menu te schakelen. 333 Nederlands (NL) 11.6.2 Selectie en configuratie van een schakelende regelaar 1. Selecteer de regel "schakelende reg." m.b.v. de [Omhoog] en [Omlaag] knoppen en druk op [OK] om naar het "schakelende reg." menu te gaan. 2. Selecteer de regel "grenswrd/2-punts" m.b.v. de [Omhoog] en [Omlaag] knoppen. 3. Druk op [OK] om automatisch naar het "relais 1" menu te springen. 4. Selecteer één van de volgende opties m.b.v de [Omhoog] en [Omlaag] knoppen: – uit – grenswaardegever – pulspauze regelaar (2-standen regelaar) – pulsfrequentieregelaar (2-standen regelaar). Wanneer een grenswaardecontact/twee-standen regelaar is geselecteerd, dan kan een andere grenswaardecontact/2-standen regelaar worden gekozen. Een extra drie-standen regelaar kan niet worden geselecteerd. – Nadat de configuratie van de eerste twee-standen regelaar/grenswaardecontact (relais 1) is afgerond, druk dan op [OK] om naar het "relais 2" menu te springen. Wanneer een drie-standen stappenregelaar is geselecteerd, kan er geen extra grenswaardecontact of twee-standen regelaar worden gekozen. Twee-standen en drie-standen stappenregelaars: Voor wat betreft regelaargedrag, kan één van de volgende typen regeling worden geselecteerd: • P: Proportionele regelaar (niet bij drie-standen regelaar) • PI: Proportionele-plus-integrale regelaar • PID: Proportionele-plus-integrale-plus-afgeleide regelaar (niet bij drie-standen regelaar). Met betrekking tot het setpoint geldt het volgende: • Met geselecteerd intern setpoint, zijn instellingen binnen het meetbereik mogelijk. • Met extern geselecteerd setpoint, kan de operator kiezen tussen de standaard stroomuitgangen 0-20 mA en 4-20 mA. 334 11.6.3 Selectie en configuratie van de stappenregelaar De stappenregelaar kan altijd worden gebruikt. 1. Selecteer de regel "stappenregelaar" uit het "regelaar" menu m.b.v. de [Omhoog] en [Omlaag] knoppen en druk op [OK] om naar het "stappenregelaar" menu te gaan. 2. De regelrichting kan - net als bij de twee positie regelaars - worden ingesteld op opwaartse regeling (onderschrijding van setpoint) of neerwaartse regeling (overschrijding van setpoint). Zie paragraaf 11.6.2 Selectie en configuratie van een schakelende regelaar. 3. Voor wat betreft het regelaargedrag, kan één van de regelaartypen P, PI, PID worden geselecteerd. Zie paragraaf 11.6.2 Selectie en configuratie van een schakelende regelaar. • Met betrekking tot het setpoint geldt het volgende: – Met geselecteerd interne setpoint, zijn instellingen binnen het meetbereik mogelijk. – Met het extern geselecteerde setpoint, kan de operator kiezen tussen de standaard stroomuitgangen 0-20 mA en 4-20 mA. N.B. De "regelaar" optie in het "hoofdmenu" is alleen beschikbaar wanneer een regelaar is geselecteerd in het "basisinstelling" menu! Voorbeeld: Geconfigureerd grenswaarde contact of twee standen regelaar en geactiveerde continu regelaar. hoofdmenu regelaar d.w.z. pulspauzeregeling setpoint setpoint extern 0-20 mA / 4-20 mA setpoint intern chloor 0,00-20,00 mg/l pH 0-14,00 pH Proportionele XP 0,0 tot 3000,0 % Nasteltijd TN 1 tot 3000 s Wachttijd TV 1 tot 1000 s puls+pauzetijd 1 tot 100 s min.inschak.duur 0,1 tot 10,0 s basis 0 tot 50 % max. doseercapaciteit 0 tot 100 % aanpassing start stop aanp.resultaat relais 2 instellingen, zie hierboven en paragraaf 8.3 stappenregelaar instellingen, zie hierboven en paragraaf 8.2 Afb. 31 TM03 6712 4506 relais 1 Instellen van de regelaarparameters De opties beschikbaar in het "regelaar" submenu (hoofdmenu) corresponderen met de configuratie die is gemaakt in het "basisinstelling" menu. 1. Gebruik de [Omhoog] en [Omlaag] knoppen om de interne setpoints te wijzigen binnen het geselecteerde meetbereik. Zie paragraaf 8.4 Meetbereiken. 2. Selecteer de weergegeven regelaarparameters m.b.v. de [Omhoog] en [Omlaag] knoppen, druk op [OK] om over te schakelen naar het geselecteerde submenu, en gebruik de [Omhoog] en [Omlaag] knoppen voor het instellen van de setpoints binnen de toegestane bereiken. Zie paragraaf 8.3.3 Regelaarfuncties. 335 Nederlands (NL) 11.6.4 Instellen van de regelaarparameters 1. Selecteer een regelaar in het "basisinstelling" menu en configureer deze. Zie paragraaf 11.6 Selecteren, configureren en parametriseren van de regelaar. 2. Selecteer de regel "regelaar" uit het "hoofdmenu" m.b.v. de [Omhoog] en [Omlaag] knoppen en druk op [OK] om naar het "regelaar" menu te gaan. Zie paragraaf 11.4 Hoofdmenu. 11.6.5 Regelaar besturingvelden op het display • 12 5,20 pH c 22 °C c 1 TM03 6713 4506 0,43 mg/l Gevuld veld (invers weergegeven) voor relais "aan": 1 • 1 2 stappenregelaar relais 2 relais 1 extern setpoint Afb. 32 TM03 6714 4506 Nederlands (NL) chloor Chloormeting met pH en temperatuurcompensatie 1. Druk één of tweemaal op [Esc] om naar het display "meetwaarde" te schakelen. Raadpleeg paragrafen 11.2 Display-elementen bij eerste ingebruikstelling en 11.5.2 pH- en temperatuurcompensatie. De regelvelden op het display "meetwaarde" corresponderen met de geconfigureerde regelaar. • Het regelveld ">" wordt alleen weergegeven wanneer een extern setpoint is gedefinieerd. Afhankelijk van het geselecteerde standaardbereik (0-20 mA of 4-20 mA) en het gedefinieerde setpoint niveau wordt het weergegeven als niet gevuld, deels gevuld of volledig gevuld (inverse weergegeven). Niet gevuld (bij 0 of 4 mA): Deels gevuld, bijvoorbeeld setpoint 4 mA (standaard bereik 0-20 mA): Volledig gevuld, bijvoorbeeld setpoint 20 mA (standaard bereik 0(4) tot 20 mA): 336 De regelvelden voor relais 1 en 2 worden weergegeven wanneer een grenswaardecontact / twee standen regelaar is geconfigureerd: Leeg veld bij relais "uit": Het besturingsveld voor de stappenregelaar wordt weergegeven wanneer een stappenregelaar is geconfigureerd. Afhankelijk van de ingestelde doseerflow, wordt deze als leeg of als gevuld weergegeven door een zwarte balk, welke de actuele doseerflow aangeeft, in relatie tot de maximale doseercapaciteit van het systeem. Voorbeeld: 0 %: 50 %: 100 %: 0,43 mg/l aanpassing Afb. 33 TM03 6715 4506 chloor De aanpassing kan worden afgebroken in de volgende gevallen: • Wanneer een foutmelding is weergegeven tijdens de aanpassing. • Wanneer de regelaar is ingesteld op handbediening. • Wanneer de stilstandstijd meer dan een uur was. • Wanneer de totale meettijd meer dan twee uur was. In geval van een aanvullende wijziging van het setpoint worden de regelaarinstellingen automatisch gecompenseerd. N.B. Met geselecteerde temperatuur / pH / redoxmedting, worde de temperatuur / pH / redoxwaarde en hun compensaties niet weergegeven tijdens het aanpassen. Chloormeting met aanpassing van stappenregelaar 2. Ga automatisch terug naar het "meetwaarde" display. Een zwarte balk op het display geeft het aanpassingproces weer. De LED naast de [Man] knop knippert tijdens het hele aanpassingsproces. Een voortgangsbalk toont de voortgang van de aanpassing. • De geconfigureerde regelaars kunnen alleen apart worden aangepast. • Bij een opwaartse regeling, moet de meetwaarde meer dan 20 % boven het setpoint liggen. • Bij neerwaartse regeling moet de meetwaarde meer dan 20 % boven het setpoint. In geval van een fout, wordt de melding "startvoorwaarden verkeerd" weergegeven. 3. De melding "aanpassing afgebroken" wordt weergegeven na het beeindigen van de aanpassing. 4. Druk op [OK] of [Esc] om af te sluiten. De bepaalde regelaarinstellingen worden automatisch aangepast door de parameterisatie van de regelaar. Ze worden weergegeven in het aanpassingsmenu onder "aanpas.resultaat". 5. Wanneer de aanpassing niet succesvol was, wordt de melding "aanpassing afgebroken" weergegeven. Druk op [OK] of [Esc] om af te sluiten. 337 Nederlands (NL) 11.6.6 aanpassing Om de regelaarinstelling te vereenvoudigen kan een zgn. aanpassing worden gestart. De aanpassing is alleen mogelijk bij PI- en PID-regelaars. 1. Start de aanpassing in het "regelaar" menu (hoofdmenu) onder "aanpassing" door op "start" te drukken. 11.7 "Alarm" menu • • Het alarmrelais wordt geactiveerd na de geselecteerde alarmvertragingstijd. Wanneer de oorzaak van het alarm is opgeheven, wordt het relais direct gedeactiveerd (zonder vertraging). hoofdmenu alarm alarmwaarden alarm uit alarmwaarde 1 (schakelpunt1) alarm aan onderschrijding overschrijding alarmwaarde 2 (schakelpunt2) hysterese alarmvertraging alarm Afb. 34 alarm alarmwaarden doseertijdbew. alarmwaarden: Wanneer de meetwaarde het toegestane bereik overschrijdt, wordt het alarmrelais geactiveerd en de alarmmelding getriggerd. De rode alarm-LED begint te knipperen. 338 overschrijding "alarm" in "hoofdmenu" 1. Selecteer de regel "alarm" in het "hoofdmenu" m.b.v. de [Omhoog] en [Omlaag] knoppen. 2. Druk op [OK] om naar het "Alarm" menu over te schakelen. Er zijn hier twee functies beschikbaar: • onderschrijding TM03 6716 4506 Nederlands (NL) Met behulp van de alarmfunctie, kan de meetwaarde worden bewaakt en vergeleken met het toegestane bereik. Wanneer de meetwaarde de grenswaarden van het meetbereik overschrijdt, wordt een alarm geactiveerd. • Doseertijdbew.: Blijft de dosering binnen een geselecteerde max. doseertijd constant op 100 % dan wordt het alarmrelais bekrachtigd en volgt er een alarmmelding. De rode alarm-LED begint te knipperen. N.B. De doseertijdbewaking is niet geactiveerd voor driestanden regelaars! Instellen van de bovenste en onderste schakelpunten (grenswaarden) 1. Selecteer de regel "alarmwaarde 1" of "alarmwaarde 2". Druk op [OK] om te bevestigen en naar het gewenste menu te schakelen. alarmwaarde 1 0,00 mg/l schakelpunt1 2. Stel de schakelpunten in tussen nul en de bovengrens van het meetbereik dat eerder is gedefinieerd m.b.v. de [Omhoog] en [Omlaag] knoppen (in de eenheid van de meetwaarde, de resolutie hangt af van de geselecteerde meetwaarde en het meetbereik). Zie paragraaf 8.4 Meetbereiken. 3. Druk op [OK] om naar het "schakelrichting" menu te schakelen. Opties: Alarmmelding in geval van opwaarste/neerwaartse overschrijding van geselecteerde schakelpunt. 4. Selecteer de gewenste regel m.b.v. de [Omhoog] en [Omlaag] knoppen. 5. Druk op [OK] om automatisch naar het "Alarmwaarden" menu terug te keren. 6. Selecteer de regel "hysterese" in het "alarmwaarden" menu en druk op [OK] om naar het betreffende submenu te gaan. alarmwaarden 8. Druk op [OK] om terug te gaan naar het "alarmwaarden" menu. 9. Selecteer de regel "alarmvertraging" in het "alarmwaarden" menu en druk op [OK] in het desbetreffende submenu. Nederlands (NL) Instellen van de alarmwaarden 1. Selecteer de regel "alarmwaarden" m.b.v. de [Omhoog] en [Omlaag] knoppen. Druk op [OK] om over te schakelen naar het "alarm aan/alarm uit" submenu. – Wanneer "alarm uit" is geselecteerd, zal het apparaat terugkeren naar het "alarm" menu wanneer op [OK] wordt gedrukt. 2. Druk op [OK] om over te schakelen naar het "alarm aan/alarm uit" submenu. alarmwaarden 0 sec alarmvertraging 10. Stel de alarmvertraging in op een waarde tussen de 0 en 300 seconden m.b.v. de [Omhoog] en [Omlaag] knoppen. 11.7.1 Doseertijdbewaking Deze functie kan worden gebruikt voor het bewaken van het doseerproces (uitzondering: driestanden regelaar). Wanneer de doseerdoorstroming op een constant niveau van 100 % blijft gedurende een geselecteerde periode, dan wordt een alarmmelding afgegeven. doseertijdbew. 10 min max. doseertijd 1. Selecteer de regel "doseertijdbew." in het "alarm" menu en druk op [OK] om naar het betreffende submenu te schakelen. In het "doseertijdbew." menu kan de bewakingsfunctie worden in- of uitgeschakeld. • Wanneer "uit" is geselecteerd, keert het apparaat terug naar het "alarm" menu. • Wanneer "aan" is geselecteerd, wordt het "doseertijdbew." submenu weergegeven. 2. Stel de maximale doseertijd in op een waarde tussen de 0 en 600 minuten m.b.v. de [Omhoog] en [Omlaag] knoppen. 0,00 mg/l hysterese 7. Stel de hysterese in op een waarde tussen 0 en de helft van het meetbereik m.b.v. de [Omhoog] en [Omlaag] knoppen. De hysterese zorgt er voor dat het relais minder vaak schakelt in geval van over- of onderschrijding van de grenswaarden. 339 11.8 Controleren van de instellingen in het "service" menu N.B. In het "service" menu kunnen kalibratiedata en regelaarinstellingen niet worden gewijzigd. Daarom kan het menu worden benaderd zonder een toegangscode. Selecteer de regel "service" in het "hoofdmenu" en druk op [OK] om naar het betreffende menu te schakelen. hoofdmenu service chloor caldata/ logboek (5) - meetwaarde Actuele celstroom in µA actuele meetwaarde in mg/l watersensor (4) cal.waarde in 1/min actuele meetwaarde 1/min regelaar (3) regelaarparameters stroom test stroomuitgangen 1-4 relais test relais 1/2/3 aan / uit display test Afb. 35 340 Voorbeeld: Chloormeting cal-nr. (dataset 1-10) cal datum cal.tijd stijging cal temp (1) cal pH (2) waarden 0(4) mA / 10 mA / 20 mA aan/uit TM03 6717 4506 Nederlands (NL) In het "service" menu kan de operator alle belangrijke instellingen controleren en de functies testen van het apparaat in geval van problemen waarbij service noodzakelijk is. (1) "cal temp" wordt alleen weergegeven wanneer de temperatuurmeting of temperatuurcompensatie is ingeschakeld in het "basisinstelling" menu. (2) "calibratie pH" wordt alleen aangegeven wanneer pH-meting of pH-compensatie is ingeschakeld in het "basisinstelling" menu. (3) "regelaar" wordt alleen weergegeven wanneer een regelaar is geselecteerd en geconfigureerd in het "basisinstelling" menu en in het "hoofdmenu". (4) "watersensor" wordt alleen weergegeven wanneer de meetcel AQC-D2/-D12 is geselecteerd in het "basisinstelling" menu. (5) "Cal-data/logboek" wordt alleen weergegeven wanneer er al een kalibratie is uitgevoerd. service chloor stroom test relais test In het "service" menu worden de volgende items opgesomd: • "meetwaarde": Weergave van data van de vorige tien kalibraties • "regelaar": Controleren van de regelaarinstellingen • "stroom test": Controleren van de werking van de stroomuitgangen • "relais test": Testen van de werking van de relais • "display test": Testen van de werking van het display. "meetwaarde": Logboekregistratie van kalibratiedata De kalibratiegegevens van alle geactiveerde meetgrootheden worden door een logboekfunctie chronologisch bijgehouden (uitzondering: redoxmeting). Voorbeeld: Met pH-meting, bevat het logboek de volgende data: • Kalibratienummer met datum/tijd • stijging (gevoeligheid van de elektrode) • Assymetrisch potentiaal van de elektrode • temperatuur van de gebruikte bufferoplossing • Gekalibreerde meetwaarde. Onder "meetwaarde" worden de volgende data weergegeven: • actuele meetwaarde • Stroomcelspanning of celspanning. Onder "watersensor" worden de volgende data weergegeven: • Toerental van de watersensor tijdens de laatste kalibratie • Actuele toerental van de watersensor. "regelaar" (Controleren van de regelaarinstellingen) 1. Kies afhankelijk van de configuratie relais 1, relais 2 of stappenregelaar m.b.v. de [Omhoog] en [Omlaag] knoppen en druk op [OK] om naar het betreffende menu over te schakelen. – Op de eerste regel wordt het geconfigureerde type regelaar weergegeven en in de volgende regels worden de stroomregelaarinstellingen opgesomd. (Selecteer de waarde yout m.b.v. [OK]). "stroom test" (testen van de werking van de stroomuitgangen) 1. Selecteer de stroomuitgang die gestest moet worden met de [Omhoog] en [Omlaag] knoppen en druk op [OK] om naar het betreffende menu te schakelen. Afhankelijk van de configuratie van de stroomuitgangen, kunnen de stroomuitgangen worden ingeschakeld met de volgende stroomwaarden en de stroomwaarde kan worden doorgegeven aan het systeem: • Teststromen van 0, 10, 20 mA met geselecteerd standaard bereik 0-20 mA • Teststromen van 4, 12, 20 mA met geselecteerd standaard bereik 4-20 mA of met vrij instelbare stroomuitgangen. 2. Selecteer de stroomwaarden m.b.v. de [Omhoog] en [Omlaag] knoppen. – Na selectie van de regel wordt automatisch de status van de stroomuitgang met de desbetreffende waarde op "aan" gezet. – Na selectie van een andere regel wordt de vorige stroomwaarde automatisch op "uit" en de nieuwe stroomwaarde op ""aan" gezet. "relais test" (testen van de werking van de relais) 1. Selecteer het relais dat getest moet worden m.b.v. de [Omhoog] en [Omlaag] knoppen en druk op [OK] om deze aan of uit te schakelen. – Wanneer een van de regels '"relais 1" of "relais 2" is gekozen, wordt het laatste relais dat werd geactiveerd, voordat het testmenu werd gekozen, uitgeschakeld. Rekening houdend met de huidige alarmwaarden en regelaarwaarde, wordt het relais weer uitgeschakeld wanneer het testmenu wordt verlaten. "display test" (het testen van de werking van het display) • Wanneer het scherm volledig donker wordt: Dan is het display in orde. • Wanneer het display deels helder blijft: Dan is het display defect. • Druk op [OK] om het testmenu te verlaten. 341 Nederlands (NL) Opmerkingen bij figuren in afb. 35: 11.9 Kalibratie Bijzonderheden voor het kalibreren voor chloor met pH-compensatie • Druk op [OK] om naar het "calibratie" menu te schakelen. Er zijn twee opties beschikbaar: (meetwaarde) "chloor" (eerste regel) en "pH" (tweede regel). N.B. De pH-kalibratie moet met prioriteit worden uitgevoerd, omdat tijdens de kalibratie van de chloorwaarde het apparaat de reeds gekalibreerde meetwaarde voor pH als referentiewaarde gebruikt. Daarom moet de pH-waarde eerste worden gekalibreerd! Pas daarna de chloorwaarde kalibreren! 11.9.1 Kalibreren van de pH-waarde "Cal" pH cal-meetw. GRUNDFOS DIN / NIST andere handm. temp. stijging / asym. pot. cal-result. Aan cal cyclus Afb. 36 342 Kalibreren van de pH-waarde 1-100 dagen temperatuur van de bufferoplossing buffer 1/2 automatische uitlezing van - meetwatertemperatuur - meetsignaal en automatische kalibratie cal-result.: stijging / asym. pot. TM03 6718 4506 Nederlands (NL) 1. Druk op [Cal] om naar het kalibratiemenu te gaan. – De LED naast [Cal] gaat branden. 2. Afhankelijk van de ingestelde toegangsbevoegdheden, kan het nodig zijn om de code van vier posities in te voeren m.b.v. [Omhoog] en [Omlaag] knoppen. 3. Druk op [OK] om naar het "meetwaarden" menu te schakelen. Om overdosering te voorkomen worden de regelaars uitgeschakeld en de stelaandrijvingen gesloten. pH cal-meetw. handm. temp. cal-result. cal cyclus 1. Druk op [Cal] om naar de kalibratiefunctie te schakelen. Selecteer de regel "pH" en druk op [OK] om naar het "pH" kalibratiemenu te gaan. 2. Selecteer "cal-meetw." en druk op [OK] om naar het betreffende menu te gaan. Selecteren van buffertypes en bufferwaarden, inlezen van bufferwaarden en kalibreren Drie optionele buffertypes zijn beschikbaar: • GRUNDFOS: bufferwaarden pH 4,01, 7,00, 9,18. • DIN/NIST: bufferwaarden pH 4,01, 6,86, 9,18. • "andere": Onderste en bovenste bufferwaarde zijn vrij instelbaar (verschil tenminste 1 pH) binnen het geconfigureerde pH-waardebereik ("basisinstelling" menu). buffer 5. Selecteer één van de drie optionele bufferwaarden die mogelijk is voor de bufferoplossingen GRUNDFOS of DIN/NIST. 6. Doel buffer 1 uit de voorraadfles in een schone kalibratiecup. 7. Dompel de meetsonde in de bufferoplossing. 8. Druk op [OK] om de automatische leesfunctie (inlezen van de watermonstertemperatuur en meetsignaal) en de kalibratie te starten. – Het display toont de melding "a.u.b. wachten" tijdens de kalibratie. – De automatische inleesfunctie tijdens de pH-kalibratie zorgt er voor dat het juiste elektrodesignaal voor de bufferwaarde alleen wordt ingelezen wanneer het meetsignaal stabiel blijft tijdens een gedefinieerd interval. 9. Voer de eerste bufferoplossing af (d.w.z. niet in het voorraadvat terug doen!) en spoel de elektrode met water. 10. Druk op [OK] om automatisch naar het "bufferwaarde 2" menu te gaan. bufferwaarde 2 7,00 pH 9,18 pH GRUNDFOS DIN/NIST andere 1. Selecteer een buffertype m.b.v. de [Omhoog] en [Omlaag] knoppen. 2. Druk op [OK] om automatisch naar het "temperatuur" menu te gaan. temperatuur 25 °C Het is alleen mogelijk om te kiezen tussen de twee resterende bufferwaarden. 1. Vul bufferoplossing 2 uit het desbetreffende voorraadvat in een schone kalibratiecup. 2. Dompel de elektrode in de tweede bufferoplossing. 3. Druk op [OK] om de automatische leesfunctie en de kalibratie te starten. 4. Voer daarna de bufferoplossing af en spoel de elektrode met water. CALDATA pH stijging - 60,17 mV / pH asym. pot. 3. Voer de temperatuur in van de gebruikte bufferoplossing. 4. Druk op [OK] om automatisch naar het "bufferwaarde 1" menu te gaan. bufferwaarde 1 19 mV Direct aansluitend op de kalibratie wordt automatisch het kalibratieresultaat weergegeven: • Sensorsteilheid in mV/pH. • Asymmetriepotentiaal van de elektrode in mV. 4,01 pH 7,00 pH 9,18 pH 343 Nederlands (NL) De pH-kalibratie wordt uitgevoerd als een tweepunts-kalibratie. Nederlands (NL) Foutmeldingen tijdens het inlezen van het spanningssignaal van de pH-elektrode De kalibratie kan worden afgebroken in de volgende gevallen: • Wanneer de elektode defect is of een verkeerde buffer is gebruikt. – De melding "fout elektrode/buffer" wordt weergegeven. • Wanneer de elektrode niet een stabiel meetsignaal bereikt binnen 120 seconden. – De melding "kalibratietijd overschreden" wordt weergegeven. • Wanneer het resultaat van de waarschijnlijkheidstest van de pH-kalibratie een over-/onderschrijding is van het steilheidsbereik van -50 tot -62 mV/pH. – De melding "fout stijging" wordt weergegeven. • Onder-/overschrijding van het nauwkeurigheids/exachtheidsbereik van -60 tot +60 mV. – De melding "fout asym. pot" wordt weergegeven. Het kalibratieproces wordt in alle vier gevallen afgebroken. • Druk op [OK] om automatisch terug te gaan naar het "calibratie" menu. Wanneer het proces wordt afgebroken, worden de oude kalibratiedata niet overschreven! Handmatige temperatuurcompensatie Met gedeactiveerde temperatuurmeting, moet de watertemperatuur voor compensatie handmatig ingevoerd worden na kalibratie. De standaard waarde is 25 °C. 1. Bepaal de watertemperatuur met een thermometer. 2. Druk op [Cal] om naar de kalibratiefunctie te schakelen. Selecteer de regel "pH" en druk op [OK] om naar het "pH" kalibratiemenu te gaan. 3. Selecteer "handm. temp." en druk op [OK] om naar het betreffende menu te gaan. handm. temp. 25 °C 4. Voer de watertemperatuur in. – De watertemperatuur wordt weergegeven in °C (Celsius) of °F (Fahrenheit), zoals geselecteerd in het "basisinstelling" menu "meetbereiken". 5. Druk op [OK] om automatisch terug te gaan naar het "calibratie" menu. 344 CAL cyclus • Na selectie van "cal.cyclus" in het "meetwaarde" menu, wordt een countdown functie gestart, welke het alarmsignaal "kalibreer sensor" activeert na het verstrijken van een gedefinieerd tijdsinterval van 1-100 dagen. cal-result. • Het resultaat van de huidige (laatste) kalibratie kan op elk moment worden weergegeven m.b.v. het "cal-result." menu item. Nederlands (NL) 11.9.2 Kalibratie van de parameters chloor, chloordioxide, peroxide, ozon en perazijnzuur "Cal" chloor, chloordioxide, peroxide, ozon, perazijnzuur referentiewaarde cal-meetw. automatische uitlezing van het celsignaal en kalibratie stijging cal-result. Aan cal cyclus Afb. 37 0-100 dagen TM03 6719 4506 cal-result.: stijging Kalibratie van de parameters chloor, chloordioxide, peroxide, ozon en perazijnzuur Nadat de kalibratiefunctie is geactiveerd door op [Cal] te drukken, bevindt het display zich in de "meetwaarde" modus en geeft de huidige meetwaarde aan. 1. Druk op [OK] om naar het kalibratiemenu te schakelen (1e regel bijvoorbeeld "Chloor"). chloor cal-meetw. cal-result. cal cyclus 2. Selecteer de regel "cal-meetw." en ga met [OK] naar het gelijknamige menu. • Op de onderste regel wordt het invoerveld (waarde in mg/l) voor de referentiewaarde (fotometrisch of analytisch bepaald) weergegeven, naast de actuele cel- resp. elektrodestroom (in µA) weergegeven. cal-meetw. 0,45 mg/l I-cell 10,4 µA 3. Voer een referentiewaarde in (bijvoorbeeld fotometrisch bepaald m.b.v. de Grundfos DIT fotometer). 4. Druk op [OK] om de kalibratie te starten. – Vervolgens worden de sensorgegevens automatisch ingelezen en wordt de kalibratie uitgevoerd. – De steilheid (gevoeligheid) van de sensor wordt berekend. • Direct na de kalibratie wordt het resultaat van de kalibratie automatisch aangegeven (eerste regel: "cal-meetw."): – De sensorsteilheid wordt in µA/ppm weergegeven. CALDATA chloor stijging 34,67 µA / ppm 11.9.3 Redoxmeting • Kalibratie is niet nodig voor redoxmeting. • Wanneer redox wordt geselecteerd als hoofdparameter is [Cal] buiten werking. • Gebruik voor het controleren van een enkele staaf meetelektrode een speciale redoxbuffer (bijv. Grundfos redoxbuffer 220 mV, productnummer: 96609166). 345 11.10 Handbediening Nederlands (NL) De handbedieningsmodus wordt gebruikt voor het uitschakelen van de automatische besturing en om de besturingsrelais handmatig te bedienen. N.B. Handbediening is alleen mogelijk nadat een regelaar is geconfigureerd. Handbediening is alleen toegankelijk met kalibratiebevoegdheid of volledige bevoegdheid. 1. Druk op [Man]. handbediening regelaar stop 2. Afhankelijk van de ingestelde toegangsbevoegdheden, kan het nodig zijn om de code van vier posities in te voeren m.b.v. [Omhoog] en [Omlaag] knoppen. – De LED naast [Man] gaat branden. 3. Op het display verschijnt "regelaar stop". Alle geconfigureerde regelaars worden uitgeschakeld. – Met geconfigureerde tweestanden en stappenregelaars, wordt de regelgrootheid op 0 gezet. – Met geconfigureerde driestanden stappenregelaars, houdt de regelvariabele op de huidige stand, d.w.z. het eindregelelement is niet gesloten. – Met geconfigureerde grenswaardecontacten, wordt het corresponderende relais uitgeschakeld. handbediening regelaar in 4. Druk op [Man] om terug te gaan naar automatisch bedrijf. – De LED naast de knop gaat uit. – De melding "regelaar in" wordt weergegeven op het display gedurende vijf seconden. – Daarna keert het apparaat automatisch terug naar het menu van waaruit de handbediening werd gestart. N.B. 346 Elke keer dat de handbedieningsmodus wordt geactiveerd, moet elk afzonderlijk regeltype weer worden geactiveerd. Nederlands (NL) 11.10.1 Handbediening met geconfigureerde tweestanden- en stappenregelaars regelaar stop Afb. 38 handbediening relais 1/2 doseercapaciteit 0-100 % stappenregelaar doseercapaciteit 0-100 % TM03 6721 4506 "Handm" Handbediening met geconfigureerde tweestanden- en stappenregelaars Met geconfigureerde tweestanden regelaars, kunnen de relaisuitgangen 1 en 2 alsmede de uitgang "stappenregelaar" afzonderlijk worden gebruikt. Door de relaisuitgang te kiezen, kan de doseercapaciteit van de pomp/pompen worden gewijzigd. handbediening regelaar – Omdat het omschakelen naar handbediening er toe leidt dat alle regelaars worden uitgeschakeld, is geen van de regelvelden gevuld (er zijn geen delen invers weergegeven). 3. Druk op [OK] om naar het volgende menu te gaan. Er zijn drie opties beschikbaar: • relaisuitgang 1 • Relaisuitgang 2 • stappenregelaar. handbediening stop 1. Na overschakelen op handbediening wordt gedurende vijf seconden de melding "regelaar stop" weergegeven. – Alle regelaars worden uitgeschakeld. – Alle stelaandrijvingen gesloten (op 0 teruggezet). handbediening 12 5,20 pH 22 °C c c relaisuitgang 2 stappenregelaar 4. Selecteer relaisuitgang 1 m.b.v. de [Omhoog] en [Omlaag] knoppen. Druk op [OK] om naar het betreffende menu te gaan. 5. Stel de gewenste doseercapaciteit van de pomp in m.b.v. de [Omhoog] en [Omlaag] knoppen. relais 1 TM03 6722 4506 0,01 mg/l relaisuitgang 1 2. Daarna schakelt het apparaat automatisch in de "weergave meetwaarde" modus (eerste regel: "handbediening"). – Het regelaarbesturingsdisplay wordt aan de rechterkant van het displayvenster weergegeven. Of besturingsveld 1 is aanwezig voor relais 1, of er is een veld voor de stappenregelaar. Zie paragraaf 11.6.3 Selectie en configuratie van de stappenregelaar. 0% doseercapaciteit 6. Ga voor relaisuitgang 2 en de uitgang stappenregelaar op dezelfde wijze te werk als bij relaisuitgang 1. 7. Druk op [OK] om de regelaar te starten op de gewenste doseercapaciteit. – Het display toont het regelaar besturingsdisplay dat afhangt van de gekozen doseercapaciteiten. Zie paragraaf 11.6.5 Regelaar besturingvelden op het display. 347 11.10.2 Handbediening met geconfigureerd grenswaardecontact en stappenregelaar Nederlands (NL) handbediening regelaar stop Afb. 39 aan uit stappenregelaar doseercapaciteit 0-100 % Handbediening met geconfigureerd grenswaardecontact en stappenregelaar Handbediening met geconfigureerde grenswaardegevers is grotendeels gelijk aan handbediening met tweestanden regelaars. Zie paragraaf 11.10.1 Handbediening met geconfigureerde tweestanden- en stappenregelaars. Het verschil: Wanneer de gewenste relaisuitgang is geselecteerd, kan het relais worden Aan- of Uitgeschakeld. handbediening 5,20 pH c 22 °C c TM03 6725 4506 12 0,01 mg/l 1. Druk op [OK] om de regelaar te starten. – Het display toont de regelaarbesturingsweergave op basis van de schakeltoestand van het relais, of op basis van de geselecteerde doseerdoorstroming met continue besturing. Zie paragraaf 11.6.5 Regelaar besturingvelden op het display. 348 relais 1/2 TM03 6721 4506 "Handm" Nederlands (NL) 11.10.3 Handbediening met geconfigureerde driepunts stappenregelaar "Handm" open handbediening driepuntsstappen motor sluiten stop Afb. 40 TM03 6726 4506 regelaar stop Handbediening met geconfigureerde driepunts stappenregelaar Met geconfigureerde driepunts stappenregelaars, kan het uiteindelijke besturingselement (bijv. de servomotor van een doseerpomp) handmatig worden geopend of gesloten en kan op STOP worden gezet. – Omdat het omschakelen naar handbediening er to leidt dat alle regelaars worden uitgeschakeld, is geen van de regelvelden gevuld (er zijn geen delen invers weergegeven). handbediening driepuntsstappen regelaar motor stop stop Na overschakelen op handbediening wordt gedurende vijf seconden de melding "regelaar stop" weergegeven. – Alle geconfigureerde regelaars worden uitgeschakeld. – De stuurvariabele behoudt de huidige positie, d.w.z. het uiteindelijke regelelement (motor) wordt niet gesloten. Deze stopt gewoon op de laatste stand (motorstop). 1. Nadat op [OK] is gedrukt verschijnt de melding "motor stop". 2. Start, afhankelijk van de bedrijfsbehoefte, de motor door op de [Omhoog] knop te drukken, of stop de motor door op de [Omlaag] knop te drukken. 3. Afhankelijk van de keuze, wordt of relais 1 (motor "open") of relais 2 (motor "dicht") geactiveerd zolang de betreffende [Omhoog] en [Omlaag] knoppen worden ingedrukt. handbediening 4. Zodra de [Omhoog] en [Omlaag] knoppen worden losgelaten, zal de motor stoppen op zijn laatste stand ("motor stop"), d.w.z. geen van de twee relais wordt bekrachtigd. 5. Druk op [OK] om terug te gaan naar het regelaarbesturingsdisplay. – De besturingsvelden voor de twee relais blijven leeg, omdat er geen relais wordt geactiveerd (motor stop). 12 0,01 mg/l 5,20 pH c 22 °C c TM03 6727 4506 • – Het regelaarbesturingsdisplay wordt aan de rechterrand van het display weergegeven, onder de eerste regel (handmtige bediening): De besturingsvelden 1 en 2 voor relais 1 en 2 (plus, indien van toepassing ">" voor extern setpoint). 349 12. Opsporen van storingen Nederlands (NL) N.B. Zie voor fouten tijdens de meting de installatie- en bedieningshandleiding voor de elektrode of meetcel. Storing Oorzaak Oplossing 1. Geen display na opstarten. a) Geen voedingsspanning. Sluit de voedingsspanning aan. 2. pH-meting: Display geeft permanent een pH van ca. 7 aan. – Meting van oxidatoren: Display geeft permanent 0 aan. – Redoxmeting: Display geeft permanent ca. 0 mV aan. a) Kortsluiting in de kabel tussen meetcel en instrumentversterker, vocht in de aansluitingen. Controleer de aansluitkabel en elimineer kortsluiting en vocht. 3. Display permanent op schaaleindwaarde. a) Kabelbreuk tussen meetcel en instrumentversterker. Controleer de aansluitkabel en herstel de verbinding. 4. Display met instabiele meetwaarde. a) Interferentie op de kabel van elek- Controleer of het display juist trode/meetcel. is aangesloten. b) pH- en redoxmeting: Lucht in mon- Controleer het monsterwatersterwaterflow. toevoersysteem (leidingen etc.) en voer indien nodig wijzigingen uit. c) pH- en redoxmeting: Monsterwaterflow onderbroken. d) Kabel tussen elektrode/meetcel en Controleer de aansluitkabel instrumentversterker defect. en herstel de verbinding. Controleer het monsterwatertoevoersysteem (leidingen etc.) en voer indien nodig wijzigingen uit. e) Sensor/elektrode defect. Vervang de sensor/elektrode. 5. Meting van oxidatoren: Onvoldoende gevoeligheid van meetcel. a) Meetcel verontreinigd of passief geworden door afzettingen. Demonteer de meetcel en reinig het elektrode-oppervlak. 6. pH- en redoxmeting: Display met meetwaarde reageert extreem langzaam. a) Elektrode verouderd. Vervang de elektrode. b) Elektrode verontreinigd. Reinig de elektrode. pH- en redoxmeting: Foutmelding tijdens kalibratie. a) Verkeerde bufferoplossing gebruikt. Gebruik de juiste bufferoplossing. 7. b) Elektrode verouderd. Vervang de elektrode. c) Elektrode verontreinigd. Reinig de elektrode. Zie paragraaf 11.5.7 Code functie. 8. Apparaat kan niet worden inge- a) steld. Verkeerde toegangscode (apparaat beveiligd tegen onbevoegd instellen). 9. Defecte besturing. Apparaat is verkeerd geparametri- Controleer de instellingen en seerd. zorg dat deze in overeenstemming zijn met de locale omstandigheden. Reset indien nodig het apparaat tot de fabrieksinstellingen. 350 a) Nederlands (NL) 13. Onderhoud Het apparaat is onderhoudsvrij. Reparaties kunnen uitsluitend in de fabriek worden uitgevoerd door geautoriseerd personeel. 14. Afvalverwijdering Dit product of delen ervan dienen te worden afgevoerd op een milieuverantwoorde wijze. Maak gebruik van de juiste afvalverwerkingsdiensten. Als dat niet mogelijk is, neem dan contact op met Grundfos. Wijzigingen voorbehouden. 351 Declaration of conformity Declaration of conformity 1 GB: EU declaration of conformity BG: Декларация за съответствие на EO We, Grundfos, declare under our sole responsibility that the products Conex® DIA-1, DIA-2, DIA-2Q, to which the declaration below relates, are in conformity with the Council Directives listed below on the approximation of the laws of the EU member states. Ние, фирма Grundfos, заявяваме с пълна отговорност, че продуктите Conex® DIA-1, DIA-2, DIA-2Q, за които се отнася настоящата декларация, отговарят на следните директиви на Съвета за уеднаквяване на правните разпоредби на държавите-членки на EO. DE: EU-Konformitätserklärung ES: Declaración de conformidad de la UE Wir, Grundfos, erklären in alleiniger Verantwortung, dass die Produkte Conex® DIA-1, DIA-2, DIA-2Q, auf die sich diese Erklärung beziehen, mit den folgenden Richtlinien des Rates zur Angleichung der Rechtsvorschriften der EU-Mitgliedsstaaten übereinstimmen. Grundfos declara, bajo su exclusiva responsabilidad, que los productos Conex® DIA-1, DIA-2, DIA-2Q a los que hace referencia la siguiente declaración cumplen lo establecido por las siguientes Directivas del Consejo sobre la aproximación de las legislaciones de los Estados miembros de la UE. FR: Déclaration de conformité UE GR: ∆ήλωση συμμόρφωσης ΕΕ Nous, Grundfos, déclarons sous notre seule responsabilité, que les produits Conex® DIA-1, DIA-2, DIA-2Q, auxquels se réfère cette déclaration, sont conformes aux Directives du Conseil concernant le rapprochement des législations des États membres UE relatives aux normes énoncées ci-dessous. Εμείς, η Grundfos, δηλώνουμε με αποκλειστικά δική μας ευθύνη ότι τα προϊόντα Conex® DIA-1, DIA-2, DIA-2Q, στα οποία αναφέρεται η παρακάτω δήλωση, συμμορφώνονται με τις παρακάτω Οδηγίες του Συμβουλίου περί προσέγγισης των νομοθεσιών των κρατών μελών της ΕE. HR: EU deklaracija sukladnosti IT: Dichiarazione di conformità UE Mi, Grundfos, izjavljujemo s punom odgovornošću da su proizvodi Conex® DIA-1, DIA-2, DIA-2Q, na koja se izjava odnosi u nastavku, u skladu s direktivama Vijeća dolje navedene o usklađivanju zakona država članica EU-a. Grundfos dichiara sotto la sua esclusiva responsabilità che i prodotti Conex® DIA-1, DIA-2, DIA-2Q, ai quale si riferisce questa dichiarazione, sono conformi alle seguenti direttive del Consiglio riguardanti il riavvicinamento delle legislazioni degli Stati membri UE. NL: EU-conformiteitsverklaring PL: Deklaracja zgodności UE Wij, Grundfos, verklaren geheel onder eigen verantwoordelijkheid dat de producten Conex® DIA-1, DIA-2, DIA-2Q, waarop de onderstaande verklaring betrekking heeft, in overeenstemming zijn met de onderstaande Richtlijnen van de Raad inzake de onderlinge aanpassing van de wetgeving van de EU-lidstaten. My, Grundfos, oświadczamy z pełną odpowiedzialnością, że nasze produkty Conex® DIA-1, DIA-2, DIA-2Q, których deklaracja niniejsza dotyczy, są zgodne z następującymi dyrektywami Rady w sprawie zbliżenia przepisów prawnych państw członkowskich. PT: Declaração de conformidade UE RS: Deklaracija o usklađenosti EU A Grundfos declara sob sua única responsabilidade que os produtos Conex® DIA-1, DIA-2, DIA-2Q, aos quais diz respeito a declaração abaixo, estão em conformidade com as Directivas do Conselho sobre a aproximação das legislações dos Estados Membros da UE. Mi, kompanija Grundfos, izjavljujemo pod punom vlastitom odgovornošću da je proizvod Conex® DIA-1, DIA-2, DIA-2Q, na koji se odnosi deklaracija ispod, u skladu sa dole prikazanim direktivama Saveta za usklađivanje zakona država članica EU. RU: Декларация о соответствии нормам ЕС SI: Izjava o skladnosti EU Мы, компания Grundfos, со всей ответственностью заявляем, что изделия Conex® DIA-1, DIA-2, DIA-2Q, к которым относится нижеприведённая декларация, соответствуют нижеприведённым Директивам Совета Евросоюза о тождественности законов стран-членов ЕС. V Grundfosu s polno odgovornostjo izjavljamo, da je izdelek Conex® DIA-1, DIA-2, DIA-2Q, na katerega se spodnja izjava nanaša, v skladu s spodnjimi direktivami Sveta o približevanju zakonodaje za izenačevanje pravnih predpisov držav članic EU. TR: AB uygunluk bildirgesi Grundfos olarak, aşağıdaki bildirim konusu olan Conex® DIA-1, DIA-2, DIA-2Q ürünlerinin, AB Üye ülkelerinin direktiflerinin yakınlaştırılmasıyla ilgili durumun aşağıdaki Konsey Direktifleriyle uyumlu olduğunu ve bununla ilgili olarak tüm sorumluluğun bize ait olduğunu beyan ederiz. – – Low Voltage Directive (2014/35/EU)*. Standard used: EN 61010-1:2011-07. EMC Directive (2014/30/EU). Standards used: EN 61326-1:2013, EN 61000-3-2:2015, EN 61000-3-3:2014. * Only for products with operating voltage > 50 VAC or > 75 VDC. This EU declaration of conformity is only valid when published as part of the Grundfos installation and operating instructions (publication numbers 91834770, 95708321, 96681475, 96681473, 95708322, 96681468, 95708712). Pfinztal, 1 May 2016 Ulrich Stemick Technical Director Grundfos Water Treatment GmbH Reetzstr. 85, D-76327 Pfinztal, Germany Person authorised to compile technical file and empowered to sign the EU declaration of conformity. 596
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212
  • Page 213 213
  • Page 214 214
  • Page 215 215
  • Page 216 216
  • Page 217 217
  • Page 218 218
  • Page 219 219
  • Page 220 220
  • Page 221 221
  • Page 222 222
  • Page 223 223
  • Page 224 224
  • Page 225 225
  • Page 226 226
  • Page 227 227
  • Page 228 228
  • Page 229 229
  • Page 230 230
  • Page 231 231
  • Page 232 232
  • Page 233 233
  • Page 234 234
  • Page 235 235
  • Page 236 236
  • Page 237 237
  • Page 238 238
  • Page 239 239
  • Page 240 240
  • Page 241 241
  • Page 242 242
  • Page 243 243
  • Page 244 244
  • Page 245 245
  • Page 246 246
  • Page 247 247
  • Page 248 248
  • Page 249 249
  • Page 250 250
  • Page 251 251
  • Page 252 252
  • Page 253 253
  • Page 254 254
  • Page 255 255
  • Page 256 256
  • Page 257 257
  • Page 258 258
  • Page 259 259
  • Page 260 260
  • Page 261 261
  • Page 262 262
  • Page 263 263
  • Page 264 264
  • Page 265 265
  • Page 266 266
  • Page 267 267
  • Page 268 268
  • Page 269 269
  • Page 270 270
  • Page 271 271
  • Page 272 272
  • Page 273 273
  • Page 274 274
  • Page 275 275
  • Page 276 276
  • Page 277 277
  • Page 278 278
  • Page 279 279
  • Page 280 280
  • Page 281 281
  • Page 282 282
  • Page 283 283
  • Page 284 284
  • Page 285 285
  • Page 286 286
  • Page 287 287
  • Page 288 288
  • Page 289 289
  • Page 290 290
  • Page 291 291
  • Page 292 292
  • Page 293 293
  • Page 294 294
  • Page 295 295
  • Page 296 296
  • Page 297 297
  • Page 298 298
  • Page 299 299
  • Page 300 300
  • Page 301 301
  • Page 302 302
  • Page 303 303
  • Page 304 304
  • Page 305 305
  • Page 306 306
  • Page 307 307
  • Page 308 308
  • Page 309 309
  • Page 310 310
  • Page 311 311
  • Page 312 312
  • Page 313 313
  • Page 314 314
  • Page 315 315
  • Page 316 316
  • Page 317 317
  • Page 318 318
  • Page 319 319
  • Page 320 320
  • Page 321 321
  • Page 322 322
  • Page 323 323
  • Page 324 324
  • Page 325 325
  • Page 326 326
  • Page 327 327
  • Page 328 328
  • Page 329 329
  • Page 330 330
  • Page 331 331
  • Page 332 332
  • Page 333 333
  • Page 334 334
  • Page 335 335
  • Page 336 336
  • Page 337 337
  • Page 338 338
  • Page 339 339
  • Page 340 340
  • Page 341 341
  • Page 342 342
  • Page 343 343
  • Page 344 344
  • Page 345 345
  • Page 346 346
  • Page 347 347
  • Page 348 348
  • Page 349 349
  • Page 350 350
  • Page 351 351
  • Page 352 352
  • Page 353 353
  • Page 354 354
  • Page 355 355
  • Page 356 356
  • Page 357 357
  • Page 358 358
  • Page 359 359
  • Page 360 360
  • Page 361 361
  • Page 362 362
  • Page 363 363
  • Page 364 364
  • Page 365 365
  • Page 366 366
  • Page 367 367
  • Page 368 368
  • Page 369 369
  • Page 370 370
  • Page 371 371
  • Page 372 372
  • Page 373 373
  • Page 374 374
  • Page 375 375
  • Page 376 376
  • Page 377 377
  • Page 378 378
  • Page 379 379
  • Page 380 380
  • Page 381 381
  • Page 382 382
  • Page 383 383
  • Page 384 384
  • Page 385 385
  • Page 386 386
  • Page 387 387
  • Page 388 388
  • Page 389 389
  • Page 390 390
  • Page 391 391
  • Page 392 392
  • Page 393 393
  • Page 394 394
  • Page 395 395
  • Page 396 396
  • Page 397 397
  • Page 398 398
  • Page 399 399
  • Page 400 400
  • Page 401 401
  • Page 402 402
  • Page 403 403
  • Page 404 404
  • Page 405 405
  • Page 406 406
  • Page 407 407
  • Page 408 408
  • Page 409 409
  • Page 410 410
  • Page 411 411
  • Page 412 412
  • Page 413 413
  • Page 414 414
  • Page 415 415
  • Page 416 416
  • Page 417 417
  • Page 418 418
  • Page 419 419
  • Page 420 420
  • Page 421 421
  • Page 422 422
  • Page 423 423
  • Page 424 424
  • Page 425 425
  • Page 426 426
  • Page 427 427
  • Page 428 428
  • Page 429 429
  • Page 430 430
  • Page 431 431
  • Page 432 432
  • Page 433 433
  • Page 434 434
  • Page 435 435
  • Page 436 436
  • Page 437 437
  • Page 438 438
  • Page 439 439
  • Page 440 440
  • Page 441 441
  • Page 442 442
  • Page 443 443
  • Page 444 444
  • Page 445 445
  • Page 446 446
  • Page 447 447
  • Page 448 448
  • Page 449 449
  • Page 450 450
  • Page 451 451
  • Page 452 452
  • Page 453 453
  • Page 454 454
  • Page 455 455
  • Page 456 456
  • Page 457 457
  • Page 458 458
  • Page 459 459
  • Page 460 460
  • Page 461 461
  • Page 462 462
  • Page 463 463
  • Page 464 464
  • Page 465 465
  • Page 466 466
  • Page 467 467
  • Page 468 468
  • Page 469 469
  • Page 470 470
  • Page 471 471
  • Page 472 472
  • Page 473 473
  • Page 474 474
  • Page 475 475
  • Page 476 476
  • Page 477 477
  • Page 478 478
  • Page 479 479
  • Page 480 480
  • Page 481 481
  • Page 482 482
  • Page 483 483
  • Page 484 484
  • Page 485 485
  • Page 486 486
  • Page 487 487
  • Page 488 488
  • Page 489 489
  • Page 490 490
  • Page 491 491
  • Page 492 492
  • Page 493 493
  • Page 494 494
  • Page 495 495
  • Page 496 496
  • Page 497 497
  • Page 498 498
  • Page 499 499
  • Page 500 500
  • Page 501 501
  • Page 502 502
  • Page 503 503
  • Page 504 504
  • Page 505 505
  • Page 506 506
  • Page 507 507
  • Page 508 508
  • Page 509 509
  • Page 510 510
  • Page 511 511
  • Page 512 512
  • Page 513 513
  • Page 514 514
  • Page 515 515
  • Page 516 516
  • Page 517 517
  • Page 518 518
  • Page 519 519
  • Page 520 520
  • Page 521 521
  • Page 522 522
  • Page 523 523
  • Page 524 524
  • Page 525 525
  • Page 526 526
  • Page 527 527
  • Page 528 528
  • Page 529 529
  • Page 530 530
  • Page 531 531
  • Page 532 532
  • Page 533 533
  • Page 534 534
  • Page 535 535
  • Page 536 536
  • Page 537 537
  • Page 538 538
  • Page 539 539
  • Page 540 540
  • Page 541 541
  • Page 542 542
  • Page 543 543
  • Page 544 544
  • Page 545 545
  • Page 546 546
  • Page 547 547
  • Page 548 548
  • Page 549 549
  • Page 550 550
  • Page 551 551
  • Page 552 552
  • Page 553 553
  • Page 554 554
  • Page 555 555
  • Page 556 556
  • Page 557 557
  • Page 558 558
  • Page 559 559
  • Page 560 560
  • Page 561 561
  • Page 562 562
  • Page 563 563
  • Page 564 564
  • Page 565 565
  • Page 566 566
  • Page 567 567
  • Page 568 568
  • Page 569 569
  • Page 570 570
  • Page 571 571
  • Page 572 572
  • Page 573 573
  • Page 574 574
  • Page 575 575
  • Page 576 576
  • Page 577 577
  • Page 578 578
  • Page 579 579
  • Page 580 580
  • Page 581 581
  • Page 582 582
  • Page 583 583
  • Page 584 584
  • Page 585 585
  • Page 586 586
  • Page 587 587
  • Page 588 588
  • Page 589 589
  • Page 590 590
  • Page 591 591
  • Page 592 592
  • Page 593 593
  • Page 594 594
  • Page 595 595
  • Page 596 596
  • Page 597 597
  • Page 598 598
  • Page 599 599
  • Page 600 600

Grundfos Conex DIA-1 Installation And Operating Instructions Manual

Type
Installation And Operating Instructions Manual