Documenttranscriptie
Vertaling van de oorspronkelijke Engelse versie
12.
Opsporen van storingen
350
INHOUD
13.
Onderhoud
351
14.
Afvalverwijdering
351
Pagina
1.
Symbolen die in dit document
gebruikt worden
303
2.
Een woord vooraf
304
3.
Apparaatinstellingen
305
4.
Algemene informatie
307
5.
Toepassingen
307
6.
6.1
Veiligheid
307
Verplichtingen van de eigenaar / operations manager
307
Voorkomen van gevaar
307
6.2
7.
7.1
7.2
7.3
Identificatie
Typeplaatje
Typesleutel, Conex® DIA-1 regelaars
Typesleutel, Conex® DIA-1 voorgeassembleerde systemen
8.
8.1
8.2
8.3
Technische gegevens
Ontwerp / behuizingsklasse
Algemene gegevens
Gegevens en functies van de elektronica
Meetbereiken
Afmetingen
310
310
310
9.
9.1
9.2
9.3
9.4
9.5
Installatie
Transport en opslag
Uitpakken
Installatievereisten
Installatie in een bedieningspaneel
Installatie in een aan de wand gemonteerde behuizing
313
313
313
313
313
10.
Inbedrijfstelling /
elektrische aansluitingen
Aansluitklemmen
Netaansluiting
Relaisuitgangen
Stroomuitgang
Aansluitingen voor regelstop, monsterwatersensor en temperatuursensor
Aansluiten van meetcellen
8.4
8.5
10.1
10.2
10.3
10.4
10.5
10.6
11.
11.1
11.2
Bediening
Bedienings- en display-elementen
Display-elementen bij eerste ingebruikstelling
11.3
Software-overzicht
11.4
Hoofdmenu
11.5
Basisinstelling
11.6
Selecteren, configureren en parametriseren van de regelaar
11.7
"Alarm" menu
11.8
Controleren van de instellingen in het
"service" menu
11.9
Kalibratie
11.10 Handbediening
307
307
308
Waarschuwing
Lees voor installatie deze installatie- en
bedieningsinstructies door. De installatie
en bediening dienen bovendien volgens de
lokaal geldende voorschriften en regels
plaats te vinden.
N.B.
1. Symbolen die in dit document
gebruikt worden
Waarschuwing
Als deze veiligheidsvoorschriften niet in
acht worden genomen, kan dit resulteren
in persoonlijk letsel.
308
310
312
312
Deze volledige installatie- en bedieningsinstructies zijn ook beschikbaar op
www.Grundfos.com.
Voorzichtig
N.B.
Als deze veiligheidsvoorschriften niet in
acht worden genomen, kan dit resulteren
in technische fouten en schade aan de
installatie.
Opmerkingen of instructies die het werk
eenvoudiger maken en zorgen voor een
veilige werking.
313
314
315
317
317
318
318
319
323
323
324
325
326
327
333
338
340
342
346
303
Nederlands (NL)
Nederlands (NL) Installatie- en bedieningsinstructies
2. Een woord vooraf
Nederlands (NL)
De Conex® DIA-1 is een multipurpose apparaat, dat
is ontworpen voor het uitvoeren van uiterst nauwkeurige metingen en regeling van pH-waarde, redox
potentiaal, chloor, chloordioxide, ozon, waterstofperoxide of perazijnzuur.
Door de geïntegreerde regelaar, het grafische
display met hoge resolutie en de duidelijke tekstopbouw van de meertalige gebruikersinterface kunnen
gecompliceerde meet- en regelfuncties op het
gebied van waterchemie veel gemakkelijker worden
gerealiseerd.
Met slechts enkele toetsdrukken wordt uw doel
bereikt. Verdere tijdwinst wordt geboekt met de
potentiostaat, die zich automatisch instelt op de
verschillende ingangsvariabelen.
Het doseerproces is extra beveiligd met een automatische bewakingsfunctie die de stroomuitgangen
controleert op draadbreuk.
De Conex® DIA-1 combineert de functies van exacte
chloormeting en automatische pH-waarde compensatie in één enkel apparaat. Voor dit doel is de
Conex® DIA-1 uitgerust met een pH-sensor interface en een interface voor externe instrumentversterkers.
De Conex® DIA-1 meetversterker heeft de volgende
eigenschappen:
• Alle besturings- en regelfuncties, inclusief
PID- en continuregeling
• Handmatige of automatische temperatuurcompensatie
• Logboekfunctie: Chronologische registratie van
kalibratiewaarden met datum en tijd
• Gebruikerscodefunctie als beveiliging tegen toegang door onbevoegden en voor systeembeheer
• Foutmeldingsfunctie voor indicatie van defecte
sensoren.
304
Nederlands (NL)
3. Apparaatinstellingen
Algemene instellingen
Besturing van de reinigingsmotor
(met meetceltype AQC-D1/-D11)
Ja:_
Doseertijdbewaking
Nee:_
Ja:_
Monsterwatertekortsensor
Aan:_
Nee:_
Maximale doseertijd bij basis van 100 % van
de doseercapaciteit
Uit:_
sec.
Parameterinstellingen
Chloor
Chloordioxide
Ozon
Peroxide
Perazijnzuur
Temperatuurmeting
Ja:_ Nee:_
Ja:_ Nee:_
Ja:_ Nee:_
Ja:_ Nee:_
Ja:_ Nee:_
Temperatuurcompenstatie
Ja:_ Nee:_
Ja:_ Nee:_
Ja:_ Nee:_
Ja:_ Nee:_
Ja:_ Nee:_
pH-meting
Ja:_ Nee:_
Compensatie van pH-waarde
Ja:_ Nee:_
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Meetceltype
Meetbereik
mg/l (ppm)
Sensorsteilheid
µA/ppm
Stroomuitgang
mA
pH
Redox
Temperatuurmeting
Ja:_
Nee:_
Temperatuurcompensatie
Ja:_
Nee:_
pH
-
Ja:_ Nee:_
Meetceltype
Meetbereik
Stijging
Stroomuitgang
-
mV/pH
mA
-
-
305
Nederlands (NL)
Regelaars
Regelaarinstellingen
Schakelende
regelaar
Grenswaardegever
Regelaarparameters
Relais 1
Relais 2
Aan:_
Uit:_
Aan:_
Uit:_
Schakelrichting
Onderschrijding/overschrijding
Onderschr.
Overschr.
Onderschr.
Overschr.
Puls+pauzetijd (PP) of
pulsfrequentie- (PF) regelaar
PP:_
PF:_
PP:_
PF:_
Regelrichting
Onderschrijding of
overschrijding
Onderschr.:_
Twee-punts regelaar Overschr.:_
Onderschr.:_
Overschr.:_
P:_
PI:_
PID:_
Intern:_
Extern:_
Type regeling
Onderschrijding of
overschrijding
Driepuntsstappen
Onderschr.:_
Overschr.:_
Setpoint
Intern:_
Extern:_
Regelrichting
Onderschrijding of
overschrijding
Onderschr.:_
Stappenregelaar
Overschr.:_
Type regeling
P:_
PI:_
PID:_
Setpoint
Intern:_
306
Nasteltijd TN
(PI/PID-regeling)
sec.
Wachttijd TV
(PI-regeling)
sec.
Puls-interp. interval
(puls+pauzetijd regelaar)
sec.
sec.
Max. frequentie
(puls+pauzetijd regelaar)
Setpoint
Intern:_
Extern:_
%
Min. bedrijfstijd
(puls+pauzetijd regelaar)
Type regeling
P:_
PI:_
PID:_
Proportionele band
Extern:_
Hz
Min. pulslengte
(driepuntsstappen)
sec.
Basis
(twee-pos.-/
stappenregelaar)
%
Max. doseercap.
(twee-punts-/
stappenregelaar)
%
Motorlooptijd
(driepuntsstappen)
sec.
Hysterese
(grenswaardegever)
Waarschuwing
Het installeren en aansluiten van het apparaat en de bijbehorende accessoires dient
uitsluitend te worden uitgevoerd door
geautoriseerd personeel!
De lokale veiligheidsregels moeten worden aangehouden!
Waarschuwing
Alvorens de netvoedingskabel en de
relaiscontacten aan te sluiten:
netspanning uitschakelen!
Het apparaat niet demonteren!
Onderhoud en reparatie mag uitsluitend
worden uitgevoerd door geautoriseerd personeel!
5. Toepassingen
De Conex® DIA-1 versterker en regelaar is geschikt
voor het meten van chloor (Cl2), chloordioxide
(ClO2), ozon (O3), waterstofperoxide (H2O2), perazijnzuur, pH of redox potentiaal en voor het regelen
van deze variabelen m.b.v. geschikte stelaandrijvingen in de toepassingen die in deze handleiding zijn
beschreven.
Waarschuwing
Andere toepassingen zijn niet goedgekeurd en niet toegestaan. Grundfos kan
niet aansprakelijk worden gehouden voor
enige schade die voortvloeit uit incorrect
gebruik.
6. Veiligheid
6.1 Verplichtingen van de eigenaar /
operations manager
De eigenaar / operations manager moet waarborgen
dat personen die met de Conex® DIA-1 versterker
en de regelaar werken aan de volgende vereisten
voldoen:
• Ze zijn bekend met de regelgeving omtrent veiligheid op het werk en ongevallenpreventie.
• Ze zijn getraind in het gebruik van het apparaat.
• Ze hebben de waarschuwingsinformatie en handling-symbolen gelezen en begrepen.
Bovendien dient de eigenaar / operations manager
ervoor te zorgen dat deze handleiding zich altijd in
de onmiddellijke omgeving van het apparaat bevindt
en voor het bedienend personeel altijd beschikbaar
is.
Voorzichtig
De installatielocatie moet dusdanig worden
gekozen dat d0e behuizing niet wordt blootgesteld aan mechanische belastingen.
Vóór inbedrijfname van het apparaat: controleren of alle instellingen juist zijn!
7. Identificatie
7.1 Typeplaatje
1
DIA-1-A D1-X-AU-X-QS-T, W-G
314-331-10000
S/N: 07/85229
Conex DIA-1 pre-assembled
230/240V 50/60Hz, 25 VA, IP 65
4.00 bar
96698140P1107480785229
2
3
4
5
6
13
12
7
8
Afb. 1
Pos.
1
9
Typeplaatje,
10
Conex®
11
DIA-1
Omschrijving
Type-aanduiding
2
Model
3
Productnaam
4
Spanning [V]
5
Frequentie [Hz]
6
Artikelnummer
7
Land van herkomst
8
Productieweek en -jaar
9
Goedkeuringsmarkeringen,
CE-markering, etc.
10
Opgenomen vermogen [VA]
11
Behuizingsklasse
12
Serienummer
307
Nederlands (NL)
6.2 Voorkomen van gevaar
Deze installatie- en bedieningsinstructies bevatten
alle belangrijke informatie voor gebruikers van de
Conex® DIA-1:
• Technische gegevens
• Aanwijzingen voor de ingebruikname, gebruik en
onderhoud
• Veiligheidsinformatie.
Wanneer u nadere informatie wenst of tegen problemen aan loopt die niet uitgebreid genoeg in deze
handleiding worden besproken, neem dan contact op
met Grundfos.
Wij ondersteunen u graag met onze uitgebreide kennis op het gebied van meet- en regeltechniek alsmede waterbehandeling.
Eventuele suggesties voor het optimaliseren van
onze installatie - en bedieningsinstructies zien wij
graag tegemoet.
TM04 0332 0408
4. Algemene informatie
7.2 Typesleutel, Conex® DIA-1 regelaars
Nederlands (NL)
Voorbeeld typesleutel: DIA-1, 1-P/R/D/HP/PA/F, W-G
Voorbeeld:
DIA
-1
1-P/R/D/HP/PA/F
-W
-G
W
-G
Meetversterker en regelaar
DIA-1
Dosing Instrumentation Advanced met 1 ingang
Ingangsparameter 1
P
pH
R
Redox (ORP)
D
Chloor (Cl2), chloordioxide (ClO2) of ozon (O3)
HP
Waterstofperoxide (H 2O2)
PA
Perazijnzuur (PAA)
Montage
W
Aan wand bevestigd
P
Paneelgemonteerd
Spanning
G
1 x 230 V, 50/60 Hz
H
1 x 120 V, 50/60 Hz
I
24 VDC
7.3 Typesleutel, Conex® DIA-1 voorgeassembleerde systemen
Voorbeeld typesleutel: DIA-1-A, D1-X-AU-X-QS-T, W-G
Voorbeeld:
DIA
-1
-A
D1
-P
-PT -PCB -QS
-T
Eenheden voor meting en besturing
DIA-1
Dosing Instrumentation Advanced, met 1 ingang
Montage
A
Voorgeassembleerd
Celtype
D1
Drukbestendig, met reinigingsmotor
D11
Drukbestendig, met reinigingsmotor
D2
Drukbestendig, met hydromechanische reiniging
D12
Drukbestendig, met hydromechanische reiniging
D3
Drukloos, met hydromechanische reiniging
D13
Drukloos, met hydromechanische reiniging
D4
Voor totaal chloor meting
D5
Voor vrij chloor meting met bufferdosering
P/R
Alleen pH of redox (ORP)
PA/HP
Alleen perazijnzuur of waterstofperoxide
P
Met drukregelklep
X
Zonder drukregelklep
(wordt vervolgd)
308
DIA
-1
-A
D1
-P
-PT -PCB -QS
-T
W
-G
Desinfectie elektroden
AU
Goud
PT
Platina
X
Geen desinfectiemeting
Andere elektroden
PCB
pH, keramisch membraan, incl. bufferoplossing
PTB
pH, PTFE-membraan, incl. bufferoplossing
PKB
pH, KCL-vulling, incl. bufferoplossing
PGB
pH, gelvulling, incl. bufferoplossing
PCX
pH, keramisch mebraan, excl. bufferoplossing
PTX
pH, PTFE-membraan, excl. bufferoplossing
PKX
pH, KCL-vulling, excl. bufferoplossing
PGX
pH, gelvulling, excl. bufferoplossing
RCB
Redox (ORP), keramisch membraan, incl. bufferoplossing
RTB
Redox (ORP), PTFE-membraan, incl. bufferoplossing
RCX
Redox (ORP), keramisch membraan, excl. bufferoplossing
RTX
Redox (ORP), PTFE-membraan, excl. bufferoplossing
PA
Perazijnzuur
HP
Waterstofperoxide
X
Geen elektrode
Flowsensor
QS
Flow sensor geïntegreerd
X
Geen flowsensor
Temperatuursensor
T
Met Pt100
X
Geen temperatuursensor
Bevestiging van de regelaar
W
Aan wand bevestigd
P
Paneelgemonteerd
Spanning
G
1 x 230 V, 50/60 Hz
H
1 x 120 V, 50/60 Hz
I
24 VDC
309
Nederlands (NL)
Voorbeeld:
8. Technische gegevens
Nederlands (NL)
8.1 Ontwerp / behuizingsklasse
Wandgemonteerde behuizing,
inclusief
ingebouwde
potentiostaat
IP65
Bedieningspaneelbehuizing inclusief
separate
potentiostaat
IP54 (front) /
IP65 (sensorinterface)
8.2 Algemene gegevens
Ingangsvermogen
Ca. 15 VA
Toegestane omgevingstemperatuur
0 °C tot +45 °C
Toegestane
opslagtemperatuur
-20 °C tot +65 °C
Maximale relatieve vochtigheid
90 % (niet condenserend)
Gewicht
2 kg
Behuizing
Kunststof (behuizing
bedieningspaneel: noryl,
wandgemonteerde
behuizing: ABS)
• 230/240 V (50/60 Hz)
(standaard model)
Voedingspanningsversies
• 115/120 V (50/60 Hz)
• 24 VDC
310
8.3 Gegevens en functies van de
elektronica
8.3.1 Elektronica
Elektronica
16-bit microprocessor
Display
Grafisch LCD met hoge resolutie en achtergrondverlichting
Potentiaalvrije
relaisuitgangen
1 alarmrelais, 2 regelrelais
(250 V / 6 A, max. 550 VA)
Signaalingangen
Regelaar stop; extern
setpoint / externe pH-waarde
0/4-20 mA; monsterwatertekort sensor
Signaaluitgangen
4 analoge uitgangen
0/4-20 mA, vrij instelbaar,
max. belasting 500 Ω
Vrij instelbare
analoge uitgangen
voor meetwaarden
• chloor, chloordioxide,
ozon, peroxide, perazijnzuur
• pH, redox (ORP)
• Temperatuur
• Stappenregelaar
(0/4-20 mA)
8.3.2 Functies meetversterker
Displaymodus
Meetwaarde display:
Meetwaarde met eenheid,
temperatuurdisplay:
in °C of °F
Temperatuurcompensatie
Handmatig of automatisch
met Pt100 (-5 °C tot +120 °C)
Kalibratie
Handmatig of met automatische herkenning van bufferoplossing
Regelfuncties
Grenswaardegever, tweestanden regelaar
(P, PI, PID), driestanden stappenregelaar (PI), stappenregelaar (P, PI, PID)
Grenswaarde
0 tot 100 % van schaaleindwaarde (alleen met grenswaardecontact), instelbaar in
de eenheid van de meetwaarde
Setpoints
0 t/m 100 % van het meetbereik, instelbaar in de eenheid
van de meetwaarde
Nederlands (NL)
8.3.3 Regelaarfuncties
Proportionele band 0,1 tot 3000 %
Nasteltijd
1 tot 3000 seconds, resolutie
1 seconde
Wachttijd
1 tot 1000 seconden,
resolutie 1 seconde
Minimum pulslengte
0,1 to 10,0 seconden,
resolutie 0,1 seconde (alleen
bij driestanden stappenregelaar)
Minimale bedrijfstijd
0,1 tot 10 seconden (alleen
bij puls+pauzetijd regelaar)
Pulspauzetijd
1 tot 100 seconden (alleen bij
puls+pauzetijd regelaar)
Maximale pulsfrequentie
1 t/m 180 impulsen per
minuut (alleen bij pulsfrequentieregelaar)
Hysterese
0 tot de helft van het meetbereik, instelbaar in de eenheid
van de meetwaarde.
Basis
0 tot 50 % (alleen bij
puls+pauzetijdregelaar,
pulsfrequentieregelaar of
stappenregelaar)
Maximale doseercapaciteit
Basisbelasting dosering tot
100 % van schaaleindwaarde
(alleen bij puls+pauzetijdregelaar of pulsfrequentieregelaar)
Motorlooptijd
10 tot 240 seconden, resolutie 1 seconde (alleen bij driestanden stappenregelaar)
Effectieve richting
Instelbaar op neer- of
opwaartse regeling
Stuurrelais
Kunnen worden ingesteld op
puls+pauze- of pulsfrequentieregeling
311
8.4 Meetbereiken
CIO2
O3
H 2O 2
Perazijn
zuur
Redox
(ORP)
pH
mg/l
mg/l
mg/l
mg/l
mg/l
pH
mV
0,00 - 0,50
0,00 - 0,50
0,00 - 0,50
0-100
0-100
0,00 - 14,00
-1500 tot +1500
0,00 - 1,00
0,00 - 1,00
0,00 - 1,00
0-500
0-500
2,00 - 12,00
0-1000
0,00 - 2,00
0,00 - 2,00
0,00 - 2,00
0-1000
0-1000
5,00 - 9,00
0,00 - 5,00
0,00 - 5,00
0,00 - 5,00
0-2000
0-2000
0,00 - 10,00
0,00 - 10,00
0,00 - 20,00
N.B.
Met de extra menu-optie "andere", kan het
meetbereik worden ingesteld op elk willekeurig bereik binnen de hierboven vermelde grenswaarden.
8.5 Afmetingen
10
180
110
59
Ø 4.5
TM03 6687 4506
59.5
145
184.5
125
27
84
198
212
Behuizing voor wandmontage Conex® DIA-1
158
90
90
96
Afb. 3
312
18
Behuizing voor bedieningspaneel Conex® DIA-1
166
TM03 6688 4506
Afb. 2
96
90
Nederlands (NL)
CI2
1. Maak een opening van 92 + 0,8 mm
x 92 + 0,8 mm in het bedieningspaneel.
2. Breng de de meegeleverde afdichting aan.
3. Schuif de Conex® DIA-1 vanaf de voorzijde in de
opening.
9.1 Transport en opslag
•
Transporteer het instrument voorzichtig, niet
laten vallen!
Droog en koel opslaan.
Voorzichtig
9.2 Uitpakken
1. Controleer het instrument op beschadigingen.
Zo snel mogelijk na het uitpakken installeren.
2. Een beschadigd apparaat niet monteren of aansluiten!
N.B.
Verpakkingsmateriaal bewaren of volgens
de lokale voorschriften afvoeren.
9.3 Installatievereisten
•
•
•
1. Haak de bevestigingsbeugels in de aan de
boven- en onderzijde zijdelings aangebrachte
bevestigingsconussen.
2. Zet het apparaat aan de achterzijde vast met
behulp van een schroevendraaier.
3. Installeer een aparte sensorinterface in de buurt
van de sensoren.
9.5 Installatie in een aan de wand
gemonteerde behuizing
Droge ruimte
Ruimtetemperatuur: 0 °C tot 45 °C
Trillingsvrije locatie.
Voorzichtig
Afdichting niet beschadigen!
De afdichting moet exact aansluiten!
Waarschuwing
Vóór montage: netspanning uitschakelen!
Beschermingsklasse IP65 is alleen gegarandeerd wanneer de klemmenafdekking
correct is gesealed, het frontpaneel van de
klemmenafdekking is gesloten en de juiste
kabelwartels resp. afdichtkappen zijn
gemonteerd.
Wanneer u de installatievereisten niet aanhoudt, kan het apparaat beschadigd raken!
De metingen kunnen onjuist zijn!
9.4 Installatie in een bedieningspaneel
> 20
Voorzichtig
92+0.8
27
92+0.8
De pakking van het klemmendeksel niet
beschadigen! De pakking van het klemmendeksel moet exact aansluiten!
Afb. 4
Behuizing voor bedieningspaneel
Conex® DIA-1
145
TM03 6689 4506
> 20
10.5
Behuizing voor wandmontage
Conex® DIA-1
TM03 6690 4506
Afb. 6
198
TM03 6691 4506
•
Afb. 5
Sensorinterface
313
Nederlands (NL)
9. Installatie
A
B
B
Afb. 7
TM03 6692 4506
Nederlands (NL)
1. Boor drie gaten (Ø8 mm) volgens tekening en
breng de meegeleverde pluggen aan.
2. Draai de schroef (A) in de bovenste middelste
plug, totdat deze ca. 1 cm uitsteekt. Zie afb. 7.
3. Maak de bevestigingsschroeven van het frontpaneel los en verwijder het frontpaneel.
4. Plaats het apparaat op schroef (A).
5. Zet het instrument vast met de twee
schroeven (B).
6. Monteer het frontpaneel van de behuizing.
Montagetekening
10. Inbedrijfstelling /
elektrische aansluitingen
Waarschuwing
Vóór installatie: netspanning uitschakelen!
Beschermingsklasse IP65 is alleen gegarandeerd bij een volledig gesloten klemmenafdekking met bijbehorende kabelwartels of afdichtkappen.
Waarschuwing
Alvorens de netvoedingskabel en de
relaiscontacten aan te sluiten: netspanning
uitschakelen! Vanwege veiligheidsredenen moet de aardader correct worden aangesloten!
Houd de lokale veiligheidsvoorschriften
aan!
Kabelaansluitingen en stekers beschermen tegen corrosie en vocht.
Voorzichtig
314
Controleer voor het aansluiten van de voedingskabel of de nominale spanning zoals
vermeld op de typeplaat overeenkomt met
de lokale omstandigheden!
Door een verkeerde voedingsspanning
kan het instrument beschadigen!
Om elektromagnetische compatibiliteit
(EMC) te waarborgen, moeten de ingangsen uitgangskabels worden afgeschermd.
Sluit de afscherming aan op de afschermingsaarde aan één kant.
Zie het aansluitschema! De ingangs-,
stroomuitgangs- en netaansluitingskabels
in aparte kabelgoten leggen.
Voorzichtig
De behuizingsklasse IP65 wordt alleen
gegarandeerd wanneer het klemmendeksel juist is afgedicht! De pakking van het
klemmendeksel niet beschadigen!
De pakking van het klemmendeksel moet
exact worden gepositioneerd!
Afdichting niet beschadigen!
N.B.
Niet gebruikte klemmen moeten open blijven.
1. Verwijder het klemmendeksel op de voorkant van
het apparaat.
2. Gebruik de juiste kabeldoorvoeren en draai de
schroeven voorzichtig aan.
3. Sluit de gebruikte kabels aan overeenkomstig de
Conex® DIA-1 klemmenbezetting.
4. Sluit het klemmendeksel weer met een correct
geposionteerde afdichting.
Afb. 8
+
1
3
-
2 4
-
2 4
3
6
5
115/120
115/120VV
230/240VV
230/240
L N PE
1
L N PE
1
Relais
2
8 10
7 9
N.O
.
17/18 = Regelaar stop
19 = + H2O, 20 = – H2O (water)
21/22 = Pt 100
Sensoren
16 18 20 22 24 26 28 30 32 34 36
4
32,34,36
mA
mA
P1
T / P2
–
P1
pH, mV, F
4
1
P2
mA
mA
mA
mA
4
3 +–
2 +–
1 +–
+–
39 = B/R
40 = G/C
+–
10.1.1 Behuizing voor wandmontage Conex® DIA-1
Nederlands (NL)
Externe
ingang
41/42 = +/– mV
pH
–
F
37 =
38 = M
16 18 20 22 24 26 28 30 32 34 36
Cl2,ClO 2 , O3,
H2O2, PAA
Uitgangen
1
33/35
Externe
ingang
Cellen / elektroden
37 38 39 40 41 42
15 17 19 21 23 25 27 29 31 33 35
mA
23 - 30
Uitgangen
16 18 20 22 24 26 28 30 32 34 36
15 17 19 21 23 25 27 29 31 33 35
15 (wh)
16 (br)
N.C. Cellen
17 - 22
Alarm
PAA
Sensoren
H 2 O2
12 14
11 13
15 17 19 21 23 25 27 29 31 33 35
TM03 6693 4506
6
5
24
24 VDC
V/DC
+
15 (wit)
16 (bruin)
10.1 Aansluitklemmen
Klemmen van aan de wand gemonteerde behuizing
315
Afb. 9
316
4
Klemmen van bedieningspaneelbehuizing
T
pH, mV, F –
Cl2 , ClO2 ,
O3 , H2O2 ,
PAA
4
3
2
1
–
pH, mV, F –
+
mA
M B/R G/C
Cellen / elektroden
Sensorinterface
Externe ingang
TM03 6979 4506
5/1 - 5/5
5/5
5/4
5/3
5/2
5/1
1
Uitgangen
Pt 100
Uit
DIP
2/4
1/4
8/3
4/3
1/12 1/14 4/2 4/4 3/2 3/4
A
B
Jumper
pH, mV, F –
Elektroden
1/11 1/13 4/1 4/3 3/1 3/3
Cl 2, ClO 2,
O3, PAA,
H2O2
3/1 - 3/4
PE
N
L
115/120
115/120VV
230/240
230/240VV
N.C.
Alarm
N.O.
2
1
Relais
A
2 /3 (+)
B
2 /4 (-)
H2O (water)
H2O2
1/1
1/1 (bruin)
(br)
1/2
1/2 (wh)
(wit)
Cellen PAA
A
B
Aansluiting op
Conex® DIA-1
Conex DIA-1
8/2
4/2
4/4
8/1
4/1
7/3
3/4
7/1
5/1 - 5/5
6/4
6/3
6/2
6/1
7/2
5/5
5/4
5/3
5/2
5/1
2/3 (+), 2/4 (–) = H2O (water)
2 /1, 2/2 = Regelaar stop
3/3
3/2
4/1 - 4/4
Cellen
1/14
1/13
1/12
1/11
1/10
1/9
1/8
1/7
1/6
Aan
1/11 -1/14
Pt 100
–+
2/3
1/3
3/1
2/2
1/2
1/5
2/1
1/1
1/1 (br), 1/2 (wh)
PAA
H2O2
Cells:
1/11 (bruin), 1/2 (wit)
8/3
8/2
8/1
+
24
24 VDC
V/DC
Nederlands (NL)
mA
10.1.2 Behuizing voor bedieningspaneel Conex® DIA-1
Omschrijving
Relais
Relais 1 + 2
Alarm
Alarmrelais
– N.O.: NO
– N.C.: NC
Pt100
Temperatuursensor
H 2O
Monsterwatertekortsensor
Stop
Regelaar stop
Uitgangen
Stroomuitgangen [mA]
1
Cl2 (chloor), ClO2 (chloordioxide),
O3 (ozon), H2O2 (waterstofperoxide) of PAA (perazijnzuur)
2
pH, mV (redox)
3
T: Temperatuur
4
Stappenregelaar
Ingangen
Externe ingangen [mA]
Elektroden
Meetcellen, elektroden en enkele
staaf meetelektrodes
M
Meetelektrode
B/R
Referentie-elektrode
G/C
Tegenelektrode
1. Bedieningspaneelbehuizing: Steek de connectorstrip in de overeenkomstige klemmenstrook op
de achterkant van het apparaat. Zorg voor een
juiste stand.
2. Sluit de aardleiding (PE) aan op klem 5
(wandmontage) resp. klem 8/1 (paneelmontage).
3. Sluit de nulader (N) (of de - ader bij de 24 V uitvoering) aan op klem 3 (wandmontage) resp. op
klem 8/2 (paneelmontage).
4. Sluit de fase-ader (L1) (of de + ader bij de 24 V
uitvoering) aan op klem 1 (wandmontage) resp.
op klem 8/3 (paneelmontage).
Zet het apparaat aan en uit door de voedingsspanning in- en uit te schakelen. Het apparaat zelf is niet
uitgerust met een aparte aan/uit schakelaar.
10.3 Relaisuitgangen
N.B.
Onderdrukking van interferentie is vereist voor
inductieve belastingen (ook relais en contactors).
Wanneer dit niet mogelijk is moeten de relaiscontacten zoals hieronder beschreven met een onderdrukkingsschakeling worden beveiligd.
• Bij wisselspanning:
Massa
mV
Redoxelektrode
Behuizing voor bedieningspaneel Conex® DIA-1
• Conex® DIA-1: voor installatie in het bedieningspaneel.
• Sensorinterface: voor installatie in de buurt van
de sensoren.
De aansluiting van de relaisuitgangen is
afhankelijk van de toepassingen en de
gebruikte stelaandrijvingen. De hieronder
beschreven aansluitingen dienen daarom
uitsluitend als richtlijn.
•
Max. stroom
Condensator C Weerstand R
60 mA
10 nF, 275 V
70 mA
47 nF, 275 V
22 Ω, 2 W
150 mA
100 nF, 275 V
47 Ω, 2 W
1,0 A
220 nF, 275 V
47 Ω, 2 W
390 Ω, 2 W
Bij gelijkspanning: Vrijloopdiode parallel aan
relais of contactor schakelen.
Voorzichtig
Voorzie relaisuitgangen van een geschikte
backup zekering!
DC +
AC
R
C
Afb. 10
Onderdrukkingscircuit, DC/AC
317
Nederlands (NL)
Pos.
10.2 Netaansluiting
TM03 7209 2813
Legenda van de klemmen
10.4 Stroomuitgang
Nederlands (NL)
Voorzichtig
Zorg er voor dat de polariteit van de
stroomuitgang juist is!
Maximale belasting: 500 Ω.
De stroomuitgang kan worden ingesteld op één van
de twee standaard bereiken "0-20 mA" of "4-20 mA",
of het kan vrij worden ingesteld.
• Sluit de afscherming aan één zijde aan op de
aarde (PE).
Uitgang 1: chloor, chloordioxide, ozon,
waterstofperoxide of perazijnzuur
Deze stroomuitgang toont de weergegeven meetwaarde als een analoog stroomsignaal.
Gebruik van het stroomsignaal voor meetwaarden:
• Als ingangssignaal voor een andere indicator
• Als ingangssignaal voor een externe regelaar.
1. Sluit de + ader aan op klem 23 (behuizing voor
wandmontage) of klem 1/3 (behuizing voor
paneelinbouw).
2. Sluit de - ader aan op klem 24 (behuizing voor
wandmontage) of klem 1/4 (behuizing voor
paneelmontage).
Uitgang 2: pH, redox
Deze stroomuitgang toont de weergegeven meetwaarde als een analoog stroomsignaal.
Gebruik van het stroomsignaal voor meetwaarden:
• Als ingangssignaal voor een andere indicator
• Als ingangssignaal voor een externe regelaar.
1. Sluit de + ader aan op klem 25 (behuizing voor
wandmontage) of klem 1/5 (behuizing voor
paneelinbouw).
2. Sluit de - ader aan op klem 26 (behuizing voor
wandmontage) of klem 1/4 (behuizing voor
paneelmontage).
Uitgang 3: Temperatuur
Deze stroomuitgang toont de temperatuurmeting
door de optionele temperatuursensor.
Gebruik van het stroomsignaal voor meetwaarden:
• Als ingangssignaal voor een andere indicator.
1. Sluit de + ader aan op klem 27 (behuizing voor
wandmontage) of klem 1/6 (behuizing voor
paneelinbouw).
2. Sluit de - ader aan op klem 28 (behuizing voor
wandmontage) of klem 1/7 (behuizing voor
paneelmontage).
Uitgang 4: Stappenregelaar
Deze uitgang geeft het berekende uitgangssignaal
van de regelaar als analoog stroomsignaal.
Gebruik van de stelsignaalvariabele:
• Als ingangssignaal voor een continu eindregelelement.
1. Sluit de + ader aan op klem 29 (behuizing voor
wandmontage) of klem 1/8 (behuizing voor
paneelinbouw).
2. Sluit de - ader aan op klem 30 (behuizing voor
wandmontage) of klem 1/7 (behuizing voor
paneelmontage).
318
10.5 Aansluitingen voor regelstop,
monsterwatersensor en
temperatuursensor
Aansluiten van de regelaarstop
1. Sluit de + ader aan op klem 17 (behuizing voor
wandmontage) of klem 2/1 (behuizing voor
paneelinbouw).
2. Sluit de - ader aan op klem 18 (behuizing voor
wandmontage) of klem 2/2 (behuizing voor
paneelmontage).
Aansluiten van de monsterwatersensor
Kabelkleuren en markering: Zie aansluitingen van
meetceltypen
AQC-D1/-D11/AQC-D2/-D12/AQC-D3/-D13.
1. Sluit de + ader aan op klem 19 (behuizing voor
wandmontage) of klem 2/3 (behuizing voor
paneelinbouw).
2. Sluit de - ader aan op klem 20 (behuizing voor
wandmontage) of klem 2/4 (behuizing voor
paneelmontage).
N.B.
Bij gebruik van de AQC-D2/-D12 meetcel,
moet de watersensor altijd zijn aangesloten en geactiveerd!
Aansluiten van de Pt100 temperatuursensor
1. Sluit de + ader aan op klem 21 (behuizing voor
wandmontage) of klem 1/11 (behuizing voor
paneelinbouw).
2. Sluit de - ader aan op klem 22 (behuizing voor
wandmontage) of klem 1/12 (behuizing voor
paneelmontage).
19 21
TM03 6696 4506
1: Standaard
Afb. 11
15 17 19 21 23 25 27 29 31 33 35
6
11
9
Afb. 14
5
3
1
2
6
7
4
Afb. 12
COM
11
TM03 5872 4112
9, 10, 11
NC
12
2
9
Afb. 15
38 39 40
1
9
8
Aansluiting op de meetcellen
AQC-D13
15 17 19 21 23 25 27 29 31 33 35
8
37 38 39 40 41 42
16 18 20 22 24 26 28 30 32 34 36
10
11
14
15
2 1
TM03 6966 4112
12
Afb. 13
10
7
11
TM04 8642 4112
4
2
1
12
20 22
1
37 38 39 40
1
20 22
6
Aansluiting op de meetcellen
AQC-D1/AQC-D2/AQC-D3
19 21
8
Aansluiting op de meetcellen
AQC-D12
19 21
8
12
10
7
12
37 38 39 40 41 42
16 18 20 22 24 26 28 30 32 34 36
4
2
1
4
Jumperinstelling
10.6.1 Aansluiting van de behuizing voor
wandmontage Conex® DIA-1
1
1
TM04 8644 4112
2
1
20 22
2
1
37 38 39 40
Nederlands (NL)
Jumper instelling
• Alle celtypes: positie 1 (standaard).
TM04 8643 4112
10.6 Aansluiten van meetcellen
Aansluiting op de meetcellen
AQC-D11
Afb. 16
Aansluiting op de meetcellen
PAA (perazijnzuur) / HP (peroxide)
319
+
TM03 6967 4506
9
4
8
10
11
Aansluiting op de enkele staaf meetelektroden voor pH, redox
Omschrijving
Conex
2/ 2/
+3 - 4
Sensorinterface
1
Bruin
2
Wit
3
Zwart
4
Blauw
5
Afscherming
6
Buitenste geleider (afscherming)
7
Binnenste geleider
8
Referentie-elektrode
9
Meetelektrode
10
Tegenelektrode
11
Pt100 temperatuursensor
12
watersensor
13
Buitenste geleider
14
Geel
15
Groen
1/
11
4/
1
1/
13
1/
12
4/
2
1/
14
Afb. 19
3/
1
4/
3
3/
3
3/
2
4/
4
Pt 100
1
2
4
7
9
11
10
Conex
Pt 100
2/ 2/
+3 - 4
Sensorinterface
1
2
5
1/
11
3
4
Conex
2/ 2/
+3 - 4
Sensorinterface
1/
12
Afb. 18
320
1/
14
3/
1
4/
2
4/
4
3/
3
3/
2
3/
4
12
1
A
B
4
Aansluiting op meetcellen
AQC-D1/AQC-D2/AQC-D3
TM03 5871 4212
9, 10, 11
4/
3
1/
14
Afb. 20
8
4/
1
4/
1
1/
13
1/
12
6
7
1
6
8
M B/R G/C
1/
13
4
B
Aansluiting op meetcellen
AQC-D11
M B/R G/C
10.6.2 Aansluiting van behuizing voor
paneelmontage Conex® DIA-1
1/
11
12
1
A
3/
4
TM04 8645 4112
Pos.
1
-
7
13
Afb. 17
Pt 100
3/
1
4/
3
4/
2
4/
4
3/
3
3/
2
3/
4
12
1
A
B
4
Aansluiting op meetcellen
AQC-D12
TM04 8646 4112
Nederlands (NL)
M B/R G/C
37 38 39 40 41 42
Pos.
Pt 100
1
2
2
7
1
6
11
8
9
12
Conex
2/ 2/
+3 - 4
Sensorinterface
4/
1
1/
13
1/
12
1/
14
4/
2
Afb. 21
M
B/R
3/
1
4/
3
G/C
4/
4
3/
3
3/
2
A
3/
4
NC
12
B
Aansluiting op meetcellen
AQC-D13
1/11 1/13
4/1
1/12 1/14
15
Afb. 22
4/3
4/2
14
3/1
4/4
3/3
3/2
3/4
1 2
2
Wit
3
Zwart
4
Blauw
5
Afscherming
6
Buitenste geleider (afscherming)
7
Binnenste geleider
8
Referentie-elektrode
9
Meetelektrode
10
Tegenelektrode
11
Pt100 temperatuursensor
12
watersensor
13
Buitenste geleider
14
Geel
15
Groen
Speciale aandachtspunten voor de aansluiting
op de bedieningspaneelbehuizing van de
Conex® DIA-1
1. Sluit eerst de meetcellen aan, de enkele staaf
meetelektroden en de sensoren voor de sensorinterface.
2. Sluit daarna de sensorinterface aan op de
Conex® DIA-1.
A
B
1/1 1/2
+
Bruin
TM03 6968 4112
1/
11
COM
11
TM04 8647 4112
10
Omschrijving
1
Nederlands (NL)
M B/R G/C
Aansluiting op meetcellen
PAA (perazijnzuur) / HP (peroxide)
7
13
Afb. 23
TM03 6969 4506
+ -
Aansluiting op enkele-staaf meetelektroden voor pH, redox
321
N.B.
Bij gebruik van de AQC-D2/-D12 meetcel,
moet de watersensor altijd zijn aangesloten en geactiveerd!
DIP-schakelaar
• Zo nodig de DIP-schakelaar voor de gewenste
meetparameter op "On" zetten! (Schakelaar naar
rechts drukken, de bovenste schakelaar 1 wordt
niet gebruikt).
OFF
DIP
Afb. 24
322
1
2
3
4
On
ClO2, O3
Cl2
DIP-schakelaar
TM03 6699 4506
Nederlands (NL)
Aansluiten van de sensorinterface op de
Conex® DIA-1 (zie achterkant van het apparaat)
• Meetcellen
AQC-D1/-D11/AQC-D2/-D12/AQC-D3/-D13,
PAA (perazijnzuur) / HP (peroxide)
Sluit klemmen 4/1 t/m 4/14 van de sensorinterface aan op de corresponderende klemmen van
de Conex® DIA-1.
• Meetcellen HP (peroxide) / PAA (perazijnzuur)
Sluit daarnaast klem A aan op klem 1/1 en klem
B op klem 1/2 van de Conex® DIA-1.
• Enkele staaf meetelektroden
• (pH, redox)
Sluit klemmen 3/1 t/m 3/4 van de sensorinterface
aan op de corresponderende klemmen van de
Conex® DIA-1.
• Monsterwatertekort sensor
Sluit klem A aan op klem 2/3 en klem B op
klem 2/4 van de Conex® DIA-1.
Nederlands (NL)
11. Bediening
11.1 Bedienings- en display-elementen
6
1
Afb. 25
5
4 3
2 7 8
7 8 1
6 5 4
3
TM03 6700 4506
2
Wandmontage behuizing en bedieningspaneelbehuizing
Pos. Omschrijving
Bedieningselementen
1
Rode alarm-LED
• Knippert in geval van storingen en
onjuiste invoer.
2
Display
Bedieningsknoppen
3
[OK] knop
• Activeert het gekozen menu.
• Bevestigt de gekozen regel of waarde.
4
[Omlaag] knop
• Gaat één regel naar beneden (de gekozen
regel wordt inverse weergegeven).
• Verlaagt waarden.
5
[Omhoog] knop
• Gaat één regel omhoog (de gekozen lijn
wordt in inverse weergegeven).
• Verhoogt waarden.
6
[Esc] knop
• Gaat terug naar het vorige menu.
– De laatst ingevoerde data zijn niet
gewijzigd.
Functieknoppen met gele LED
7
[Cal] knop
• Schakelt tussen de kalibratie- en meetmodus.
– In de kalibratiemodus, de
corresponderende LED brandt.
8
[Man] knop
• Schakelt tussen automatische en
handmodus.
– In de handmodus gaat de
corresponderende LED aan.
323
Chloor
Na aansluiting op de voedingsspanning bij de eerste
inbedrijfstelling en na de opstartindicatie, wordt in
het display het "Sprache/taal" menu weergegeven.
0,43 mg/l
Language/Langue...
Deutsch
•
English
Français
Nederlands
•
Het woord "language" in de kopregel wordt met
intervallen van ca. 1 s in alle beschikbare menutalen weergegeven.
Start de Conex® DIA-1 door de gewenste bedieningstaal te kiezen:
1. Selecteer met behulp van de pijltoetsen
[Omhoog] en [Omlaag] de gewenste taal.
– De gekozen taal wordt inverse weergegeven
(witte letters op zwarte achtergond).
2. Druk op [OK] om te bevestigen.
N.B.
De geselecteerde taal wordt opgeslagen
en blijft de bedieningstaal wanneer het
apparaat wordt gereboot. Indien nodig kan
de bedieningstaal worden gewijzigd in het
"taal" submenu in het "basisinstelling"
menu.
Zie paragraaf 11.5 Basisinstelling.
De vertalingen voor de woorden "setup" en "language" in de momenteel beschikbare talen zijn:
Deutsch
Hauptmenü
Grundeinstellung
Sprache
setup
language
Paramétrage
Langue
basisinstelling
taal
Ajuste básico
Idioma
programm. fond.
lingua
Posição inicial
Língua
станд. настройка
язык
ustawienia
język
English
main menu
Français
Menu principal
Nederlands
hoofdmenu
Español
Menu principal
Italiano
Menu principale
Português
Menu principal
Pусский
главное меню
Polski
manu główne
324
Na het selecteren en bevestigen van de bedieningstaal door op [OK] te drukken tijdens de eerste inbedrijfstellen, wordt op het display "chloor"
weergegeven als de waarde die moet worden
gemeten.
– Voortaan verschijnt bij het opstarten op het display de meetwaarde die de laatste keer is
gekozen.
Chloor
0,43 mg / l
•
5,20 pH
c
22 °C
c
TM03 6704 4506
Nederlands (NL)
11.2 Display-elementen bij eerste
ingebruikstelling
Bij overschrijding of onderschrijding van het
gekozen meetbereik, toont het display de
boven- en ondergrens en knnippert.
Zie paragrafen 8.4 Meetbereiken en 11.5.4 Instellen
van de meetbereiken voor chloor, chloordioxide,
ozon, peroxide, perazijnzuur, pH, redox.
N.B.
Vooropgesteld dat de codes voor toegangsrechten zijn ingesteld, zijn sommige
menu's (en submenu's) alsmede de functies Cal en Man beveiligd tegen ongeautoriseerde toegang. De beveiligde menu's
zijn gemarkeerd met "C" (kalibratiebevoegdheden) of "F"
(volledige bevoegdheid).
Hoofdmenu's
• Regelaar, zie paragraaf Regelaar.
• Alarm, zie paragraaf Alarm.
• Service, zie paragraaf Service.
• Basisinstelling, zie paragraaf Basisinstelling.
Functieknoppen
• Cal, zie paragraaf Kalibratiefunctie.
• Man, zie paragraaf Handbediening.
Regelaar
"F" (volledige bevoegdheid)
Instellen van de parameters
• Relais 1/2
– intern/extern setpoint
– regelaarparameters.
• Stappenregelaar
– intern/extern setpoint
– regelaarparameters.
Basisinstelling
"F" (volledige bevoegdheid)
• Selecteren van de taal
• Parameters: Selecteren van de meetwaarden
• Selecteren van de meetcel
• Selecteren van het meetbereik
• Configuratie van de regelaars
• Aan-/uitschakelen van de watersensor
• Tijdinstelling
• Code functie
• Displaycontrast
• Oproepen fabrieksinstellingen
• Stroomuitgang toekennen van stroomuitgangen
aan meetbereiken
• Oproepen van de programma versie.
Kalibratiefunctie
"C" (kalibratierechten)
• Kalibratie van gekozen parameters
– chloor, chloordioxide, ozon, peroxide, perazijnzuur, pH.
Handbediening
"C" (kalibratierechten)
• De geconfigureerde regelaars handmatig runnen.
Alarm
"F" (volledige bevoegdheid)
• Alarminstellingen
– Alarmwaarden (schakelpunten)
– Effectieve richting
– hysterese
– Alarmvertraging.
• Doseertijdbewaking
– Maximale doseertijd (bij constante doseerflow
van 100 %).
Service
• Kalibratielogboek
– De laatste tien kalibraties.
• Oproepen van de regelaarinstellingen
• Testen werking van de stroomuitgangen
• Test werking van relais
• Test werking van het display.
325
Nederlands (NL)
11.3 Software-overzicht
11.4 Hoofdmenu
Nederlands (NL)
1. Schakel over naar het "hoofdmenu" door op [OK]
te drukken, of indien nodig, door enkele malen op
[Esc] te drukken.
Opties in "Hoofdmenu"
hoofdmenu
regelaar
alarm
service
basisinstelling
•
•
•
•
"regelaar"
In dit submenu kan een regelaar worden geconfigureerd. Deze optie wordt uitsluitend weergegeven wanneer een type regelaar is geselecteerd in
het "basisinstelling" menu.
"alarm"
In dit submenu wordt de meetwaarde vergeleken
met de toegestane waarde en indien nodig wordt
een alarm geactiveerd.
"service"
Diagnose submenu. De meetwaarden en de laatste tien wijzigingen van kalibratiegegevens kunnen worden bekeken. In deze modus kunnen er
geen waarden worden gewijzigd. Wanneer meetcel AQC-D2/-D12 is geselecteerd, dan kunnen de
data van de watersensor worden bekeken.
"basisinstelling"
In dit submenu kunnen de instellingen voor taal,
parameters, meetbereiken, regelaars etc. worden
aangepast.
Selecteren van de functies "calibratie" en
"handbediening"
Zie de knoppen [Cal] en [Man] rechts van het display.
• Kalibratie: Druk op [Cal] om naar het kalibratiemenu te gaan (de gele LED gaat aan).
• Handbediening: Druk op [Man] om over te schakelen naar handbediening (de gele LED gaat
aan).
N.B.
326
Overschakelen naar handbediening is
alleen mogelijk wanneer een regeltype is
geselecteerd in het "basisinstelling" menu.
De functies "Cal" en "Man" kunnen alleen
worden gekozen door personen met kalibratie- of volledige bevoegdheid.
Alle standaard instellingen van het apparaat kunnen
worden gedefinieerd in het "basisinstelling" menu.
Tijdens de eerste inbedrijfstelling worden basisfuncties geconfigureerd die daarna zelden of nooit gewijzigd hoeven te worden.
Nederlands (NL)
11.5 Basisinstelling
Het "basisinstelling" menu is alleen toegankelijke
voor personen met volledige bevoegdheid.
Zie paragraaf 11.5.7 Code functie.
Voer de code in.
11.5.1 Selectie van meetwaarden voor chloor, chloordioxide, ozon, peroxide, perazijnzuur, pH, redox
basisinstelling
parameters
pH
pH interne aan
(elektrode)
pH-compensatie
chloor aan/uit
aan
Temp. meting
aan/uit
aan
temp. comp. chloor
aan/uit
aan
pH extern
aan
temp. comp. pH
aan/uit
pH-compensatie
chloor aan/uit
aan
Temp. meting
aan/uit
aan
temp. meting
aan/uit
pH
uit
temp. comp. chloor
aan/uit
aan
Afb. 26
temp. comp. chloor
aan/uit
chloordioxide,
ozon
temp. meting
aan/uit
aan
temp. comp.
aan/uit
pH
temp. meting
aan/uit
aan
temp. comp.
aan/uit
redox
temp. meting
aan/uit
TM03 6707 4506
chloor
Selectie van meetwaarde in "Parameter" menu
327
11.5.2 pH- en temperatuurcompensatie
pH-compensatie met chloormeting
De dissociatie van waterstofhypochloriet (HOCl) in
de hypochloriet anioon (OCl-) leidt tot verlies van
helling (verlies van gevoeligheid) van de chloormeetsensor.
Door middel van een compensatiefunctie kan dit verlies rekenkundig worden gecorrigeerd.
Temperatuurcompensatie
Door middel van een compensatiefunctie kan de
temperatuurafhankelijkheid van de sensoren rekenkundig worden gecorrigeerd.
Besturingsvelden voor pH-waarde,
pH-compensatie, temperatuurmeetwaarde en
temperatuurcompensatie in de
meetwaardeweergave
Chloor
11.5.3 Selectie van meetcel
N.B.
Het "meetcel" submenu wordt alleen weergegeven wanneer de meetwaarden chloor,
chloordioxide, ozon zijn geselecteerd tijdens de parametrisatie.
Namen van de meetcellen opgenomen in de
software
• AQC-D1/-D11
• AQC-D2/-D12
• AQC-D3/-D13
De meetcel die overeenkomt met de gekozen meetwaarde kan worden gekozen:
• AQC-D1/-D11/AQC-D2/-D12/AQC-D3/-D13 met
chloor, chloordioxide of ozon
De meetcel PAA/HP wordt automatisch gekozen
wanneer "perazijnzuur/peroxide" is geselecteerd als
de meetwaarde.
Bewaking van de reinigingsmotor
(meetcellen AQC-D1/-D11)
Druk na selectie van het meetceltype AQC-D1/-D11
op [OK] om in het "reinigingsmotor" submenu te
komen.
1. Bewaking van de reinigingsmotor in-/
uitschakelen.
Meetcel AQC-D2/-D12/-D3/-D13 geselecteerd
0,43 mg/l
Chloor
c
c
0,43 mg/l
TM03 6708 4506
Afb. 27
5,20 pH
22 °C
TM03 6703 4506
Nederlands (NL)
1. Selecteer de regel "Parameter" m.b.v. de
[Omhoog] en [Omlaag] knoppen en druk op [OK]
om over te schakelen naar het corresponderende
menu.
2. Selecteer de regel(s) die de waarden aangeven
die gemeten moeten worden (parameters) m.b.v.
de [Omhoog] en [Omlaag] knoppen.
Chloormeting met pH en temperatuurcompensatie
•
Druk eenmaal of tweemaal op [Esc] om over te
schakelen naar het display met de meetwaarde.
Raadpleeg paragrafen 11.2 Display-elementen bij
eerste ingebruikstelling en 11.6.5 Regelaar besturingvelden op het display.
Naast de actuele meetwaarde, worden de actuele
pH-waarde en de temperatuur van het monsterwater
ook weergegeven.
Met geactiveerde pH-compensatie of temperatuurcompensatie, de letter "c" voor "compensatie" wordt
weergegeven aan het einde van de regel.
Met gedeactiveerde temperatuurmeting, moet de
watertemperatuur voor compensatie handmatig
ingevoerd worden na kalibratie. Zie paragraaf
11.9.1 Kalibreren van de pH-waarde.
328
Afb. 28
Chloormeting met
AQC-D2/-D12/-D3/-D13
Een zwarte balk op het display geeft de actuele data
van de watersensor aan.
Raadpleeg de installatie- en bedieningsinstructies
voor de potentiostatische meetcel
AQC-D2/-D12/-D3/-D13.
N.B.
Het "temperatuur" submenu wordt alleen
weergegeven wanneer de temperatuurmeting is ingeschakeld in het "parameter"
menu of wanneer de parameter pH is
geselecteerd.
11.5.5 watersensor
In het menu "watersensor" kan de watersensor worden in- of uitgeschakeld.
In het geval van een monsterwatertekort, zal het volgende optreden:
• Het storingsindicatierelais wordt geactiveerd en
de alarmmelding "fout watersensor" wordt geactiveerd.
• Bij apparaten met een regelfunctie, worden de
stelaandrijvingen naar passief of gesloten
geschakeld.
Voorzichtig
De watersensor moet worden geschakeld
voor de meetcel AQC-D2/-D12!
Nederlands (NL)
11.5.6 Instellen van de actuele tijd
(datum/tijd/zomertijd)
1. Schakelen van het menu "basisinstelling" naar
het "datum/kloktijd" menu.
tijdsinstelling
01: 18: 40 pm
Tijd
Afb. 29
TM03 6709 4506
11.5.4 Instellen van de meetbereiken voor chloor,
chloordioxide, ozon, peroxide,
perazijnzuur, pH, redox
In het menu "meetbereik" worden alle in het menu
"parameters" geselecteerde meetgrootheden aan de
desbetreffende meetbereiken toegewezen.
• In het "meetbereik" menu zijn de volgende opties
beschikbaar:
– Twee (met redox) en zes (chloor) standaard
meetbereiken. Zie paragraaf 8.4 Meetbereiken.
– "andere": Met de [Omhoog] en [Omlaag] knoppen, kan de operator de onder- en bovengrenswaarde van het meetbereik instellen op
elke waarde binnen het breedste standaard
meetbereik.
• De meetbereiken voor temperatuur kunnen worden ingesteld op °C (Celsius) of °F (Fahrenheit).
Tijdinstelling
2. Stel de actuele tijd in voor het apparaat in het
"tijdsinstelling" menu, in het formaat uu.mm.ss.
– Druk op [OK] om naar het volgende nummerveld te gaan. Het nummerveld dat momenteel
is geactiveerd knippert.
– Wijzig de instellingen door op de [Omhoog] en
[Omlaag] knoppen te drukken.
– Bij langer ingedrukt houden van de knop wordt
de instelsnelheid dynamisch verhoogd.
3. Stel het apparaat in op de huidige datum in het
"datum" menu in het formaat mm.dd.jjjj met
Engels als bedieningstaal of in het formaat
dd.mm.jjjj voor alle andere talen, op soortgelijke
wijze als bij het instellen van de tijd. De overeenkomstige dag van de week (Ma...Zo) wordt automatisch weergegeven.
4. Zo nodig het begin en het einde van de zomertijd
en het aantal uren van de tijdsverschuiving instellen.
11.5.7 Code functie
De code functie is bedoeld om het apparaat te beveiligen tegen ongeautoriseerde toegang.
Viercijferige toegangscode invoeren of wijzigen
1. Selecteer in het menu "basisinstelling" met de
[Omhoog] of [Omlaag] knoppen regel "code functie" en ga met [OK] naar het desbetreffende
menu.
Er is keuze uit twee toegangsniveaus:
Kalibratiebevoegdheden: De bezitter van kalibratiebevoegdheden heeft toegang tot het kalibratiemenu en tot handbediening.
De bezitter van kalibratiebevoegdheden mag het volgende doen:
• Kalibratiegegevens wijzigen
• Stuurrelais handmatig bedienen.
Volledige bevoegdheid: De bezitter van volledige
bevoegdheid heeft volledige toegang tot alle instellingen en kalibratiedata.
329
Nederlands (NL)
De bezitter van volledige bevoegdheid kan het
volgende doen:
• Kalibratiegegevens wijzigen
• Basisinstelling wijzigen
• Parametriseren van de regelaar
• Wijzigen van alarm instellingen
• Het apparaat handmatig bedienen.
cal-bevhd.
code
0000
oude code
2. Selecteer het gewenste type toegangsbevoegdheid en druk op [OK] om het desbetreffende
menu te openen.
3. Bevestig zonodig eerst een eventueel aanwezige
oude code (bij eerste gebruik code 0000 bevestigen).
4. Selecteer "veranderen".
5. Voer in het daaropvolgende submenu de oude
code (zie de commentaarregel hieronder) in met
de [Omhoog] en [Omlaag] knoppen en druk op
[OK] om te bevestigen en naar het menu "Nieuwe
code" (zie commentaarregel onderaan het display) te gaan.
6. Voer een code van vier posities in m.b.v. de
[Omhoog] en [Omlaag] knoppen. Druk op [OK]
om te bevestigen.
7. De toegangsautorisatie kan worden opgeheven
door de betreffende code in het "verwijderen"
submenu te verwijderen.
• Door invoer van een geldige viercijferige code,
krijgt de operator toegang tot de correpsonderende functies gedurende een beperkte tijdsperiode van 60 minuten.
• Wanneer er eerder geen code is ingevoerd, dan
is de toegang tot het gewenste menu volledig
vrijgegeven. De code 0000 wordt niet weergegeven / aan de operator wordt niet gevraagd deze
in te voeren.
N.B.
Wanneer een verkeerde code wordt ingevoerd, wordt toegang tot de betreffende
menu's geweigerd.
Er wordt een foutmelding gegeven (tijdsduur: vijf seconden) en het apparaat keert
terug naar het "hoofdmenu".
11.5.8 Resetfunctie
• Door invoer van code "1998" worden alle eerder
ingevoerde codes gewist.
• Alle eerder ingestelde toegangscodes worden
gewist en gereset naar "0000".
330
11.5.9 Instellen van displaycontrast
In het menu "display" kan het contrast van het display worden ingesteld.
1. Schakel van het "basisinstelling" menu naar het
"display" menu m.b.v. de [Omhoog] en [Omlaag]
knoppen en druk op [OK] om te bevestigen.
Wanneer de contrastinstelling te hoog is,
kan het zijn dat het aflezen van het display
niet langer mogelijk is. Houd de [Omlaag]
Opmer- knop ingedrukt totdat de contrastinstelling
laag genoeg is om het display weer leesbaar te maken.
11.5.10 Opslaan / toegang tot
gebruikersinstellingen
In het "fabrieksinstellingen" submenu, kan de actuele
apparaatinstelling worden bewaard, zodat deze later
kan worden gereactiveerd, of een opgeslagen instelling kan worden geactiveerd.
• Basisinstelling
- Bewaar basisinstelling: Bewaart alle actuele
apparaatinstellingen uit de menu's (niet alleen
de "basisinstelling").
- Activeer setup: Reset het apparaat tot de laatst
opgeslagen instellingen.
Bewaar in dit menu uw apparaatinstellingen nadat u alle waarden heeft ingesteld in
de "basisinstelling", "regelaar" en "alarm"
Opmer- menu's. U kunt deze dan op elk gewenst
moment weer activeren (zelfs na een
fabrieksreset)!
11.5.11 Fabrieksinstelling reset
In het "fabrieksinstellnig" submenu, kan de
Conex® DIA-1 ook worden gereset naar de fabrieksinstellingen m.b.v. code 6742.
Voorzichtig
Gebruik deze functie alleen in geval van
nood. Alle apparaatinstellingen gaan verloren en moeten opnieuw
worden ingevoerd!
Het apparaat niet loskoppelen van de voedingsspanning tijdens de reset!
Resetten van de Conex® DIA-1 naar de
fabrieksinstelling
• Reset
- Code: 0000 wordt weergegeven.
- Stel code 6742 in m.b.v. de [Omhoog] en
[Omlaag] knoppen, en druk op [OK] om te
bevestigen.
Het apparaat wordt nu gereset naar de oorspronkelijke fabrieksinstelling.
Voorzichtig
Voorafgaande aan de volgende keer
opstarten:
Controleer alle parameters en stel het
apparaat weer in overeenkomstig uw
applicatie!
•
•
•
•
Stroomuitgangen: 0-20 mA.
Met vrij instelbare grenswaarden:
– Ondergrens = onderkant van het meetbereik
– Bovengrens = bovenkant van het meetbereik.
Alarmwaarden: Alarm uit.
Doseertijdbewaking: Uit.
Parameterinstellingen
Meetbereik [mg/l]
Cl2
ClO2/O3
H 2O 2
PAA
0,00 - 2,00
0,00 - 1,00
0-100
0-100
PAA
(perazijnzuur)
Meetcel
AQC-D1/-D11/-D3/-D13/-D2/-D12
HP
(peroxide)
pH-meting
Uit
-
-
-
Bewaking van de
reinigingsmotor
Uit
Uit
-
-
Watertekortsensor
Uit
Uit
Uit
Uit
Stroomuitgang
0-20 mA
0-20 mA
0-20 mA
0-20 mA
Alarmbevestiging
Alarmbevestiging
Alarmbevestiging
Alarmbevestiging
pH
Redox
Meetbereik [mg/l]
2,00 - 12,00
0-1000
Sensorsteilheid [mV/pH]
-58 [mV]/[pH]
-
Assymetrie potentiaal
0
-
Kalibratietemperatuur [°C]
25
25
Watertekortsensor
Uit
Uit
Stroomuitgang
0-20 mA
0-20 mA
Alarmbevestiging
Alarmbevestiging
Fabrieksinstellingen van regelaars
• Schakelende regelaar:
– Uitgang 1: Uit
– Grenswaardegever / uitgang 2: Uit
• Tweestanden regelaar:
– Schakelrichting of regelrichting uitgang 1:
Onderschrijding
– Schakelrichting of regelrichting uitgang 2:
Overschrijding
• Regelaargedrag bij alle regelaars: PI
• Stroomuitgang stappenregelaar: 0-20 mA.
331
Nederlands (NL)
Algemene instellingen af fabriek
• Taal: De Conex® DIA-1 wacht op de taalkeuze.
De talen "Deutsch/English Français...." worden
afwisselend weergegeven.
• Zomertijd Uit.
• Toegangscodes: 0000 kalibratiebevoegdheid,
0000 volledige bevoegdheid.
11.5.12 Stroomuitgangen
Nederlands (NL)
N.B.
Zorg er voor dat de geselecteerde
uitgang overeenkomt met de geselecteerde parameter.
In het menu "stroomuitgang" kan de operator de
geselecteerde waarden toekennen aan de stroomuitgangen en vervolgens stroomuitgangen toekennen
aan de geselecteerde meetbereiken.
In het menu "stroomuitgang" worden de geselecteerde parameters in de hierna vermelde volgorde
weergegeven:
2. Voer de bijbehorende lagere ondergens in m.b.v.
de [Omhoog] knop. Druk op [OK] om te bevestigen.
– Er verschijnt nog een vraag naar de bovengrenswaarde van het meetbereik "20,00 mg/l".
chloor
0,20 mg/l = 0 mA
15,00 mg/l = 20 mA
stroomuitgang
chloor
pH
temperatuur
•
•
•
•
Uitgang
Uitgang
Uitgang
Uitgang
1:
2:
3:
4:
Cl2, ClO2, O3, H2O2, PAA
pH, redox
Temperatuur
stappenregelaar.
Toekenning van de stroomuitgangen aan het
meetbereik (voorbeeld: chloormeting)
Er zijn twee standaard bereiken, "0-20 mA" en
"4-20 mA", welke toegekend kunnen worden aan de
stroomuitgangen. Ze zijn lineair aan het meetbereik
toegekend.
Daarnaast kunen voor de stroomuitgangen 1 t/m 3
de bovengrenzen vrij gedefinieerd worden binnen
het interval 0-20 mA.
chloor
0-20 mA
4-20 mA
andere
1. Kies voor een vrije instelling de regel "andere" in
het corresponderende submenu m.b.v. de
[Omhoog] en [Omlaag] knoppen. Druk op [OK]
om te bevestigen.
– Op dezelfde regel wordt "= 0 mA" weergegeven.
chloor
0,20 mg/l = 0 mA
332
3. Voer de bovengrens in van het meetbereik m.b.v.
de [Omlaag] knop. Druk op [OK] om te bevestigen.
– Op dezelfde regel wordt "= 20 mA" weergegeven.
4. Voer de bijbehorende bovengrenswaarde in
m.b.v. de [Omlaag] knop. Druk op [OK] om te
bevestigen en terug te keren naar het
"Stroomuitgang" menu.
11.5.13 programma versie
basisinstelling
V0.20.1 19991028
programma versie
In geval van problemen waarbij het noodzakelijk is
contact op te nemen met onze service-afdeling,
kan de operator in het "programma versie" menu
eenvoudig de softwarecomponenten identificeren.
• Versie: Bijvoorbeeld v0.20.1.
• Laatste update: yyyymmdd.
Nederlands (NL)
11.6 Selecteren, configureren en
parametriseren van de regelaar
Er zijn twee stappen nodig om de regelaar in te stellen:
• Ten eerste: Selectie en configuratie van het type
regelaar in het menu "basisinstelling", "regelaar"
submenu.
• Ten tweede: Parametrering van het geselecteerde type regelaar in het "hoofdmenu",
"regelaar" submenu.
11.6.1 Selecteren en configureren van de regelaar.
basisinstelling
regelaar
Schakelende
regelaar
grenswrd/2-punts
relais
1/2
uit
grenswaardegever
onderschrijding
overschrijding
puls+
pauze
reg.
neerwaartse
regeling
opwaartse
regeling
pulsfreq.
regelaar.
driepuntsstappen
P
PI
PID
ext./ int.
setpoint
instelling, zie
puls+pauzeregelaar
uit
instelling, zie puls +
pauzeregelaar
uit
instelling, zie puls +
pauzeregelaar
Afb. 30
•
TM03 6711 4506
stappenregelaar
Selecteren en configureren van de regelaar
Selecteer in het "basisinstelling" menu de regel
"regelaar" m.b.v. de [Omhoog] en [Omlaag] knoppen en druk op [OK] om naar het "regelaar" menu
te schakelen.
333
Nederlands (NL)
11.6.2 Selectie en configuratie van een
schakelende regelaar
1. Selecteer de regel "schakelende reg." m.b.v. de
[Omhoog] en [Omlaag] knoppen en druk op [OK]
om naar het "schakelende reg." menu te gaan.
2. Selecteer de regel "grenswrd/2-punts" m.b.v. de
[Omhoog] en [Omlaag] knoppen.
3. Druk op [OK] om automatisch naar het "relais 1"
menu te springen.
4. Selecteer één van de volgende opties m.b.v de
[Omhoog] en [Omlaag] knoppen:
– uit
– grenswaardegever
– pulspauze regelaar (2-standen regelaar)
– pulsfrequentieregelaar (2-standen regelaar).
Wanneer een grenswaardecontact/twee-standen
regelaar is geselecteerd, dan kan een andere grenswaardecontact/2-standen regelaar worden gekozen.
Een extra drie-standen regelaar kan niet worden
geselecteerd.
– Nadat de configuratie van de eerste twee-standen regelaar/grenswaardecontact (relais 1) is
afgerond, druk dan op [OK] om naar het
"relais 2" menu te springen.
Wanneer een drie-standen stappenregelaar is geselecteerd, kan er geen extra grenswaardecontact of
twee-standen regelaar worden gekozen.
Twee-standen en drie-standen stappenregelaars:
Voor wat betreft regelaargedrag, kan één van de
volgende typen regeling worden geselecteerd:
• P: Proportionele regelaar (niet bij drie-standen
regelaar)
• PI: Proportionele-plus-integrale regelaar
• PID: Proportionele-plus-integrale-plus-afgeleide
regelaar (niet bij drie-standen regelaar).
Met betrekking tot het setpoint geldt het volgende:
• Met geselecteerd intern setpoint, zijn instellingen
binnen het meetbereik mogelijk.
• Met extern geselecteerd setpoint, kan de operator kiezen tussen de standaard stroomuitgangen
0-20 mA en 4-20 mA.
334
11.6.3 Selectie en configuratie van de
stappenregelaar
De stappenregelaar kan altijd worden gebruikt.
1. Selecteer de regel "stappenregelaar" uit het
"regelaar" menu m.b.v. de [Omhoog] en [Omlaag]
knoppen en druk op [OK] om naar het "stappenregelaar" menu te gaan.
2. De regelrichting kan - net als bij de twee positie
regelaars - worden ingesteld op opwaartse regeling (onderschrijding van setpoint) of neerwaartse
regeling (overschrijding van setpoint). Zie paragraaf 11.6.2 Selectie en configuratie van een
schakelende regelaar.
3. Voor wat betreft het regelaargedrag, kan één van
de regelaartypen P, PI, PID worden geselecteerd.
Zie paragraaf 11.6.2 Selectie en configuratie van
een schakelende regelaar.
• Met betrekking tot het setpoint geldt het volgende:
– Met geselecteerd interne setpoint, zijn instellingen binnen het meetbereik mogelijk.
– Met het extern geselecteerde setpoint, kan de
operator kiezen tussen de standaard stroomuitgangen 0-20 mA en 4-20 mA.
N.B.
De "regelaar" optie in het "hoofdmenu" is
alleen beschikbaar wanneer een regelaar
is geselecteerd in het "basisinstelling"
menu!
Voorbeeld:
Geconfigureerd grenswaarde contact of
twee standen regelaar en geactiveerde
continu regelaar.
hoofdmenu
regelaar
d.w.z. pulspauzeregeling
setpoint
setpoint
extern
0-20 mA / 4-20 mA
setpoint
intern
chloor 0,00-20,00 mg/l
pH 0-14,00 pH
Proportionele
XP
0,0 tot 3000,0 %
Nasteltijd TN
1 tot 3000 s
Wachttijd TV
1 tot 1000 s
puls+pauzetijd
1 tot 100 s
min.inschak.duur
0,1 tot 10,0 s
basis
0 tot 50 %
max. doseercapaciteit
0 tot 100 %
aanpassing
start
stop
aanp.resultaat
relais 2
instellingen, zie hierboven en paragraaf 8.3
stappenregelaar
instellingen, zie hierboven en paragraaf 8.2
Afb. 31
TM03 6712 4506
relais 1
Instellen van de regelaarparameters
De opties beschikbaar in het "regelaar" submenu
(hoofdmenu) corresponderen met de configuratie die
is gemaakt in het "basisinstelling" menu.
1. Gebruik de [Omhoog] en [Omlaag] knoppen om
de interne setpoints te wijzigen binnen het geselecteerde meetbereik.
Zie paragraaf 8.4 Meetbereiken.
2. Selecteer de weergegeven regelaarparameters
m.b.v. de [Omhoog] en [Omlaag] knoppen, druk
op [OK] om over te schakelen naar het geselecteerde submenu, en gebruik de [Omhoog] en
[Omlaag] knoppen voor het instellen van de
setpoints binnen de toegestane bereiken.
Zie paragraaf 8.3.3 Regelaarfuncties.
335
Nederlands (NL)
11.6.4 Instellen van de regelaarparameters
1. Selecteer een regelaar in het "basisinstelling"
menu en configureer deze.
Zie paragraaf 11.6 Selecteren, configureren en parametriseren van de regelaar.
2. Selecteer de regel "regelaar" uit het "hoofdmenu"
m.b.v. de [Omhoog] en [Omlaag] knoppen en
druk op [OK] om naar het "regelaar" menu te
gaan.
Zie paragraaf 11.4 Hoofdmenu.
11.6.5 Regelaar besturingvelden op het display
•
12
5,20 pH
c
22 °C
c
1
TM03 6713 4506
0,43 mg/l
Gevuld veld (invers weergegeven) voor relais
"aan":
1
•
1
2
stappenregelaar
relais 2
relais 1
extern setpoint
Afb. 32
TM03 6714 4506
Nederlands (NL)
chloor
Chloormeting met pH en temperatuurcompensatie
1. Druk één of tweemaal op [Esc] om naar het
display "meetwaarde" te schakelen.
Raadpleeg paragrafen 11.2 Display-elementen bij
eerste ingebruikstelling en 11.5.2 pH- en temperatuurcompensatie.
De regelvelden op het display "meetwaarde" corresponderen met de geconfigureerde regelaar.
• Het regelveld ">" wordt alleen weergegeven wanneer een extern setpoint is gedefinieerd. Afhankelijk van het geselecteerde standaardbereik
(0-20 mA of 4-20 mA) en het gedefinieerde setpoint niveau wordt het weergegeven als niet
gevuld, deels gevuld of volledig gevuld (inverse
weergegeven).
Niet gevuld (bij 0 of 4 mA):
Deels gevuld, bijvoorbeeld setpoint 4 mA
(standaard bereik 0-20 mA):
Volledig gevuld, bijvoorbeeld setpoint 20 mA
(standaard bereik 0(4) tot 20 mA):
336
De regelvelden voor relais 1 en 2 worden weergegeven wanneer een grenswaardecontact /
twee standen regelaar is geconfigureerd:
Leeg veld bij relais "uit":
Het besturingsveld voor de stappenregelaar
wordt weergegeven wanneer een stappenregelaar is geconfigureerd. Afhankelijk van de ingestelde doseerflow, wordt deze als leeg of als
gevuld weergegeven door een zwarte balk, welke
de actuele doseerflow aangeeft, in relatie tot de
maximale doseercapaciteit van het systeem.
Voorbeeld:
0 %:
50 %:
100 %:
0,43 mg/l
aanpassing
Afb. 33
TM03 6715 4506
chloor
De aanpassing kan worden afgebroken in de volgende gevallen:
• Wanneer een foutmelding is weergegeven tijdens
de aanpassing.
• Wanneer de regelaar is ingesteld op handbediening.
• Wanneer de stilstandstijd meer dan een uur was.
• Wanneer de totale meettijd meer dan twee uur
was.
In geval van een aanvullende wijziging van het setpoint worden de regelaarinstellingen automatisch
gecompenseerd.
N.B.
Met geselecteerde temperatuur / pH /
redoxmedting, worde de temperatuur / pH /
redoxwaarde en hun compensaties niet
weergegeven tijdens het aanpassen.
Chloormeting met aanpassing van
stappenregelaar
2. Ga automatisch terug naar het "meetwaarde"
display. Een zwarte balk op het display geeft het
aanpassingproces weer. De LED naast de [Man]
knop knippert tijdens het hele aanpassingsproces. Een voortgangsbalk toont de voortgang van
de aanpassing.
• De geconfigureerde regelaars kunnen alleen
apart worden aangepast.
• Bij een opwaartse regeling, moet de meetwaarde
meer dan 20 % boven het setpoint liggen.
• Bij neerwaartse regeling moet de meetwaarde
meer dan 20 % boven het setpoint.
In geval van een fout, wordt de melding "startvoorwaarden verkeerd" weergegeven.
3. De melding "aanpassing afgebroken" wordt weergegeven na het beeindigen van de aanpassing.
4. Druk op [OK] of [Esc] om af te sluiten.
De bepaalde regelaarinstellingen worden automatisch aangepast door de parameterisatie van
de regelaar. Ze worden weergegeven in het aanpassingsmenu onder "aanpas.resultaat".
5. Wanneer de aanpassing niet succesvol was,
wordt de melding "aanpassing afgebroken" weergegeven. Druk op [OK] of [Esc] om af te sluiten.
337
Nederlands (NL)
11.6.6 aanpassing
Om de regelaarinstelling te vereenvoudigen kan een
zgn. aanpassing worden gestart.
De aanpassing is alleen mogelijk bij PI- en
PID-regelaars.
1. Start de aanpassing in het "regelaar" menu
(hoofdmenu) onder "aanpassing" door op "start"
te drukken.
11.7 "Alarm" menu
•
•
Het alarmrelais wordt geactiveerd na de geselecteerde alarmvertragingstijd.
Wanneer de oorzaak van het alarm is opgeheven, wordt het relais direct gedeactiveerd
(zonder vertraging).
hoofdmenu
alarm
alarmwaarden
alarm uit
alarmwaarde 1
(schakelpunt1)
alarm aan
onderschrijding
overschrijding
alarmwaarde 2
(schakelpunt2)
hysterese
alarmvertraging
alarm
Afb. 34
alarm
alarmwaarden
doseertijdbew.
alarmwaarden: Wanneer de meetwaarde het
toegestane bereik overschrijdt, wordt het alarmrelais geactiveerd en de alarmmelding getriggerd. De rode alarm-LED begint te knipperen.
338
overschrijding
"alarm" in "hoofdmenu"
1. Selecteer de regel "alarm" in het "hoofdmenu"
m.b.v. de [Omhoog] en [Omlaag] knoppen.
2. Druk op [OK] om naar het "Alarm" menu over te
schakelen.
Er zijn hier twee functies beschikbaar:
•
onderschrijding
TM03 6716 4506
Nederlands (NL)
Met behulp van de alarmfunctie, kan de meetwaarde
worden bewaakt en vergeleken met het toegestane
bereik.
Wanneer de meetwaarde de grenswaarden van het
meetbereik overschrijdt, wordt een alarm geactiveerd.
•
Doseertijdbew.: Blijft de dosering binnen een
geselecteerde max. doseertijd constant op 100 %
dan wordt het alarmrelais bekrachtigd en volgt er
een alarmmelding. De rode alarm-LED begint te
knipperen.
N.B.
De doseertijdbewaking is niet geactiveerd
voor driestanden regelaars!
Instellen van de bovenste en onderste
schakelpunten (grenswaarden)
1. Selecteer de regel "alarmwaarde 1" of "alarmwaarde 2". Druk op [OK] om te bevestigen en
naar het gewenste menu te schakelen.
alarmwaarde 1
0,00 mg/l
schakelpunt1
2. Stel de schakelpunten in tussen nul en de bovengrens van het meetbereik dat eerder is gedefinieerd m.b.v. de [Omhoog] en [Omlaag] knoppen
(in de eenheid van de meetwaarde, de resolutie
hangt af van de geselecteerde meetwaarde en
het meetbereik).
Zie paragraaf 8.4 Meetbereiken.
3. Druk op [OK] om naar het "schakelrichting" menu
te schakelen.
Opties: Alarmmelding in geval van opwaarste/neerwaartse overschrijding van geselecteerde schakelpunt.
4. Selecteer de gewenste regel m.b.v. de [Omhoog]
en [Omlaag] knoppen.
5. Druk op [OK] om automatisch naar het "Alarmwaarden" menu terug te keren.
6. Selecteer de regel "hysterese" in het "alarmwaarden" menu en druk op [OK] om naar het betreffende submenu te gaan.
alarmwaarden
8. Druk op [OK] om terug te gaan naar het
"alarmwaarden" menu.
9. Selecteer de regel "alarmvertraging" in het
"alarmwaarden" menu en druk op [OK] in het
desbetreffende submenu.
Nederlands (NL)
Instellen van de alarmwaarden
1. Selecteer de regel "alarmwaarden" m.b.v. de
[Omhoog] en [Omlaag] knoppen. Druk op [OK]
om over te schakelen naar het "alarm aan/alarm
uit" submenu.
– Wanneer "alarm uit" is geselecteerd, zal het
apparaat terugkeren naar het "alarm" menu
wanneer op [OK] wordt gedrukt.
2. Druk op [OK] om over te schakelen naar het
"alarm aan/alarm uit" submenu.
alarmwaarden
0 sec
alarmvertraging
10. Stel de alarmvertraging in op een waarde tussen
de 0 en 300 seconden m.b.v. de [Omhoog] en
[Omlaag] knoppen.
11.7.1 Doseertijdbewaking
Deze functie kan worden gebruikt voor het bewaken
van het doseerproces (uitzondering: driestanden
regelaar). Wanneer de doseerdoorstroming op een
constant niveau van 100 % blijft gedurende een
geselecteerde periode, dan wordt een alarmmelding
afgegeven.
doseertijdbew.
10 min
max. doseertijd
1. Selecteer de regel "doseertijdbew." in het "alarm"
menu en druk op [OK] om naar het betreffende
submenu te schakelen.
In het "doseertijdbew." menu kan de bewakingsfunctie worden in- of uitgeschakeld.
• Wanneer "uit" is geselecteerd, keert het apparaat
terug naar het "alarm" menu.
• Wanneer "aan" is geselecteerd, wordt het
"doseertijdbew." submenu weergegeven.
2. Stel de maximale doseertijd in op een waarde
tussen de 0 en 600 minuten m.b.v. de [Omhoog]
en [Omlaag] knoppen.
0,00 mg/l
hysterese
7. Stel de hysterese in op een waarde tussen 0 en
de helft van het meetbereik m.b.v. de [Omhoog]
en [Omlaag] knoppen.
De hysterese zorgt er voor dat het relais minder vaak
schakelt in geval van over- of onderschrijding van de
grenswaarden.
339
11.8 Controleren van de instellingen in het "service" menu
N.B.
In het "service" menu kunnen kalibratiedata en regelaarinstellingen niet worden
gewijzigd. Daarom kan het menu worden
benaderd zonder een toegangscode.
Selecteer de regel "service" in het "hoofdmenu" en
druk op [OK] om naar het betreffende menu te schakelen.
hoofdmenu
service
chloor
caldata/
logboek (5)
-
meetwaarde
Actuele celstroom in µA
actuele meetwaarde in mg/l
watersensor (4)
cal.waarde in 1/min
actuele meetwaarde 1/min
regelaar (3)
regelaarparameters
stroom test
stroomuitgangen 1-4
relais test
relais 1/2/3 aan / uit
display test
Afb. 35
340
Voorbeeld: Chloormeting
cal-nr. (dataset 1-10)
cal datum
cal.tijd
stijging
cal temp (1)
cal pH (2)
waarden 0(4) mA / 10 mA /
20 mA aan/uit
TM03 6717 4506
Nederlands (NL)
In het "service" menu kan de operator alle belangrijke instellingen controleren en de functies testen
van het apparaat in geval van problemen waarbij
service noodzakelijk is.
(1)
"cal temp" wordt alleen weergegeven wanneer de temperatuurmeting of temperatuurcompensatie is ingeschakeld in het "basisinstelling" menu.
(2)
"calibratie pH" wordt alleen aangegeven
wanneer pH-meting of pH-compensatie is
ingeschakeld in het "basisinstelling" menu.
(3)
"regelaar" wordt alleen weergegeven
wanneer een regelaar is geselecteerd en
geconfigureerd in het "basisinstelling"
menu en in het "hoofdmenu".
(4)
"watersensor" wordt alleen weergegeven
wanneer de meetcel AQC-D2/-D12 is geselecteerd in het "basisinstelling" menu.
(5)
"Cal-data/logboek" wordt alleen weergegeven wanneer er al een kalibratie is uitgevoerd.
service
chloor
stroom test
relais test
In het "service" menu worden de volgende items
opgesomd:
• "meetwaarde": Weergave van data van de vorige
tien kalibraties
• "regelaar": Controleren van de regelaarinstellingen
• "stroom test": Controleren van de werking van de
stroomuitgangen
• "relais test": Testen van de werking van de relais
• "display test": Testen van de werking van het display.
"meetwaarde": Logboekregistratie van
kalibratiedata
De kalibratiegegevens van alle geactiveerde meetgrootheden worden door een logboekfunctie chronologisch bijgehouden (uitzondering: redoxmeting).
Voorbeeld: Met pH-meting, bevat het logboek de
volgende data:
• Kalibratienummer met datum/tijd
• stijging (gevoeligheid van de elektrode)
• Assymetrisch potentiaal van de elektrode
• temperatuur van de gebruikte bufferoplossing
• Gekalibreerde meetwaarde.
Onder "meetwaarde" worden de volgende data weergegeven:
• actuele meetwaarde
• Stroomcelspanning of celspanning.
Onder "watersensor" worden de volgende data weergegeven:
• Toerental van de watersensor tijdens de laatste
kalibratie
• Actuele toerental van de watersensor.
"regelaar" (Controleren van de
regelaarinstellingen)
1. Kies afhankelijk van de configuratie relais 1,
relais 2 of stappenregelaar m.b.v. de [Omhoog]
en [Omlaag] knoppen en druk op [OK] om naar
het betreffende menu over te schakelen.
– Op de eerste regel wordt het geconfigureerde
type regelaar weergegeven en in de volgende
regels worden de stroomregelaarinstellingen
opgesomd. (Selecteer de waarde yout m.b.v.
[OK]).
"stroom test" (testen van de werking van de
stroomuitgangen)
1. Selecteer de stroomuitgang die gestest moet
worden met de [Omhoog] en [Omlaag] knoppen
en druk op [OK] om naar het betreffende menu te
schakelen.
Afhankelijk van de configuratie van de stroomuitgangen, kunnen de stroomuitgangen worden ingeschakeld met de volgende stroomwaarden en de stroomwaarde kan worden doorgegeven aan het systeem:
• Teststromen van 0, 10, 20 mA met geselecteerd
standaard bereik 0-20 mA
• Teststromen van 4, 12, 20 mA met geselecteerd
standaard bereik 4-20 mA of met vrij instelbare
stroomuitgangen.
2. Selecteer de stroomwaarden m.b.v. de [Omhoog]
en [Omlaag] knoppen.
– Na selectie van de regel wordt automatisch de
status van de stroomuitgang met de desbetreffende waarde op "aan" gezet.
– Na selectie van een andere regel wordt de
vorige stroomwaarde automatisch op "uit" en
de nieuwe stroomwaarde op ""aan" gezet.
"relais test" (testen van de werking van de relais)
1. Selecteer het relais dat getest moet worden
m.b.v. de [Omhoog] en [Omlaag] knoppen en
druk op [OK] om deze aan of uit te schakelen.
– Wanneer een van de regels '"relais 1" of "relais
2" is gekozen, wordt het laatste relais dat werd
geactiveerd, voordat het testmenu werd gekozen, uitgeschakeld. Rekening houdend met de
huidige alarmwaarden en regelaarwaarde,
wordt het relais weer uitgeschakeld wanneer
het testmenu wordt verlaten.
"display test" (het testen van de werking van het
display)
• Wanneer het scherm volledig donker wordt:
Dan is het display in orde.
• Wanneer het display deels helder blijft:
Dan is het display defect.
• Druk op [OK] om het testmenu te verlaten.
341
Nederlands (NL)
Opmerkingen bij figuren in afb. 35:
11.9 Kalibratie
Bijzonderheden voor het kalibreren voor chloor
met pH-compensatie
• Druk op [OK] om naar het "calibratie" menu te
schakelen.
Er zijn twee opties beschikbaar: (meetwaarde)
"chloor" (eerste regel) en "pH" (tweede regel).
N.B.
De pH-kalibratie moet met prioriteit worden uitgevoerd, omdat tijdens de kalibratie
van de chloorwaarde het apparaat de
reeds gekalibreerde meetwaarde voor pH
als referentiewaarde gebruikt.
Daarom moet de pH-waarde eerste worden gekalibreerd!
Pas daarna de chloorwaarde kalibreren!
11.9.1 Kalibreren van de pH-waarde
"Cal"
pH
cal-meetw.
GRUNDFOS
DIN /
NIST
andere
handm.
temp.
stijging /
asym. pot.
cal-result.
Aan
cal cyclus
Afb. 36
342
Kalibreren van de pH-waarde
1-100 dagen
temperatuur
van de bufferoplossing
buffer 1/2
automatische uitlezing
van
- meetwatertemperatuur
- meetsignaal en
automatische kalibratie
cal-result.:
stijging /
asym. pot.
TM03 6718 4506
Nederlands (NL)
1. Druk op [Cal] om naar het kalibratiemenu te
gaan.
– De LED naast [Cal] gaat branden.
2. Afhankelijk van de ingestelde toegangsbevoegdheden, kan het nodig zijn om de code van vier
posities in te voeren m.b.v. [Omhoog] en
[Omlaag] knoppen.
3. Druk op [OK] om naar het "meetwaarden" menu
te schakelen.
Om overdosering te voorkomen worden de regelaars
uitgeschakeld en de stelaandrijvingen gesloten.
pH
cal-meetw.
handm. temp.
cal-result.
cal cyclus
1. Druk op [Cal] om naar de kalibratiefunctie te
schakelen. Selecteer de regel "pH" en druk op
[OK] om naar het "pH" kalibratiemenu te gaan.
2. Selecteer "cal-meetw." en druk op [OK] om naar
het betreffende menu te gaan.
Selecteren van buffertypes en bufferwaarden,
inlezen van bufferwaarden en kalibreren
Drie optionele buffertypes zijn beschikbaar:
• GRUNDFOS: bufferwaarden pH 4,01, 7,00, 9,18.
• DIN/NIST: bufferwaarden pH 4,01, 6,86, 9,18.
• "andere": Onderste en bovenste bufferwaarde
zijn vrij instelbaar (verschil tenminste 1 pH)
binnen het geconfigureerde pH-waardebereik
("basisinstelling" menu).
buffer
5. Selecteer één van de drie optionele bufferwaarden die mogelijk is voor de bufferoplossingen
GRUNDFOS of DIN/NIST.
6. Doel buffer 1 uit de voorraadfles in een schone
kalibratiecup.
7. Dompel de meetsonde in de bufferoplossing.
8. Druk op [OK] om de automatische leesfunctie
(inlezen van de watermonstertemperatuur en
meetsignaal) en de kalibratie te starten.
– Het display toont de melding "a.u.b. wachten"
tijdens de kalibratie.
– De automatische inleesfunctie tijdens de
pH-kalibratie zorgt er voor dat het juiste elektrodesignaal voor de bufferwaarde alleen wordt
ingelezen wanneer het meetsignaal stabiel
blijft tijdens een gedefinieerd interval.
9. Voer de eerste bufferoplossing af (d.w.z. niet in
het voorraadvat terug doen!) en spoel de elektrode met water.
10. Druk op [OK] om automatisch naar het
"bufferwaarde 2" menu te gaan.
bufferwaarde 2
7,00 pH
9,18 pH
GRUNDFOS
DIN/NIST
andere
1. Selecteer een buffertype m.b.v. de [Omhoog] en
[Omlaag] knoppen.
2. Druk op [OK] om automatisch naar het
"temperatuur" menu te gaan.
temperatuur
25 °C
Het is alleen mogelijk om te kiezen tussen de twee
resterende bufferwaarden.
1. Vul bufferoplossing 2 uit het desbetreffende voorraadvat in een schone kalibratiecup.
2. Dompel de elektrode in de tweede bufferoplossing.
3. Druk op [OK] om de automatische leesfunctie en
de kalibratie te starten.
4. Voer daarna de bufferoplossing af en spoel de
elektrode met water.
CALDATA pH
stijging
- 60,17 mV / pH
asym. pot.
3. Voer de temperatuur in van de gebruikte bufferoplossing.
4. Druk op [OK] om automatisch naar het
"bufferwaarde 1" menu te gaan.
bufferwaarde 1
19 mV
Direct aansluitend op de kalibratie wordt automatisch
het kalibratieresultaat weergegeven:
• Sensorsteilheid in mV/pH.
• Asymmetriepotentiaal van de elektrode in mV.
4,01 pH
7,00 pH
9,18 pH
343
Nederlands (NL)
De pH-kalibratie wordt uitgevoerd als een
tweepunts-kalibratie.
Nederlands (NL)
Foutmeldingen tijdens het inlezen van het
spanningssignaal van de pH-elektrode
De kalibratie kan worden afgebroken in de volgende
gevallen:
• Wanneer de elektode defect is of een verkeerde
buffer is gebruikt.
– De melding "fout elektrode/buffer" wordt weergegeven.
• Wanneer de elektrode niet een stabiel meetsignaal bereikt binnen 120 seconden.
– De melding "kalibratietijd overschreden" wordt
weergegeven.
• Wanneer het resultaat van de waarschijnlijkheidstest van de pH-kalibratie een over-/onderschrijding is van het steilheidsbereik van
-50 tot -62 mV/pH.
– De melding "fout stijging" wordt weergegeven.
• Onder-/overschrijding van het nauwkeurigheids/exachtheidsbereik van -60 tot +60 mV.
– De melding "fout asym. pot" wordt weergegeven.
Het kalibratieproces wordt in alle vier gevallen afgebroken.
• Druk op [OK] om automatisch terug te gaan naar
het "calibratie" menu.
Wanneer het proces wordt afgebroken, worden de
oude kalibratiedata niet overschreven!
Handmatige temperatuurcompensatie
Met gedeactiveerde temperatuurmeting, moet de
watertemperatuur voor compensatie handmatig ingevoerd worden na kalibratie. De standaard waarde is
25 °C.
1. Bepaal de watertemperatuur met een thermometer.
2. Druk op [Cal] om naar de kalibratiefunctie te
schakelen. Selecteer de regel "pH" en druk op
[OK] om naar het "pH" kalibratiemenu te gaan.
3. Selecteer "handm. temp." en druk op [OK] om
naar het betreffende menu te gaan.
handm. temp.
25 °C
4. Voer de watertemperatuur in.
– De watertemperatuur wordt weergegeven in °C
(Celsius) of °F (Fahrenheit), zoals geselecteerd in het "basisinstelling" menu "meetbereiken".
5. Druk op [OK] om automatisch terug te gaan naar
het "calibratie" menu.
344
CAL cyclus
• Na selectie van "cal.cyclus" in het "meetwaarde"
menu, wordt een countdown functie gestart,
welke het alarmsignaal "kalibreer sensor" activeert na het verstrijken van een gedefinieerd
tijdsinterval van 1-100 dagen.
cal-result.
• Het resultaat van de huidige (laatste) kalibratie
kan op elk moment worden weergegeven m.b.v.
het "cal-result." menu item.
Nederlands (NL)
11.9.2 Kalibratie van de parameters chloor, chloordioxide, peroxide, ozon en perazijnzuur
"Cal"
chloor, chloordioxide,
peroxide, ozon,
perazijnzuur
referentiewaarde
cal-meetw.
automatische uitlezing van het
celsignaal en kalibratie
stijging
cal-result.
Aan
cal cyclus
Afb. 37
0-100 dagen
TM03 6719 4506
cal-result.:
stijging
Kalibratie van de parameters chloor, chloordioxide, peroxide, ozon en perazijnzuur
Nadat de kalibratiefunctie is geactiveerd door op
[Cal] te drukken, bevindt het display zich in de
"meetwaarde" modus en geeft de huidige meetwaarde aan.
1. Druk op [OK] om naar het kalibratiemenu te
schakelen (1e regel bijvoorbeeld "Chloor").
chloor
cal-meetw.
cal-result.
cal cyclus
2. Selecteer de regel "cal-meetw." en ga met [OK]
naar het gelijknamige menu.
• Op de onderste regel wordt het invoerveld
(waarde in mg/l) voor de referentiewaarde (fotometrisch of analytisch bepaald) weergegeven,
naast de actuele cel- resp. elektrodestroom (in
µA) weergegeven.
cal-meetw.
0,45 mg/l
I-cell 10,4 µA
3. Voer een referentiewaarde in (bijvoorbeeld fotometrisch bepaald m.b.v. de Grundfos DIT fotometer).
4. Druk op [OK] om de kalibratie te starten.
– Vervolgens worden de sensorgegevens automatisch ingelezen en wordt de kalibratie uitgevoerd.
– De steilheid (gevoeligheid) van de sensor
wordt berekend.
• Direct na de kalibratie wordt het resultaat van de
kalibratie automatisch aangegeven (eerste regel:
"cal-meetw."):
– De sensorsteilheid wordt in µA/ppm weergegeven.
CALDATA chloor
stijging
34,67 µA / ppm
11.9.3 Redoxmeting
• Kalibratie is niet nodig voor redoxmeting.
• Wanneer redox wordt geselecteerd als hoofdparameter is [Cal] buiten werking.
• Gebruik voor het controleren van een enkele
staaf meetelektrode een speciale redoxbuffer
(bijv. Grundfos redoxbuffer 220 mV,
productnummer: 96609166).
345
11.10 Handbediening
Nederlands (NL)
De handbedieningsmodus wordt gebruikt voor het
uitschakelen van de automatische besturing en om
de besturingsrelais handmatig te bedienen.
N.B.
Handbediening is alleen mogelijk nadat
een regelaar is geconfigureerd.
Handbediening is alleen toegankelijk met
kalibratiebevoegdheid of volledige
bevoegdheid.
1. Druk op [Man].
handbediening
regelaar
stop
2. Afhankelijk van de ingestelde toegangsbevoegdheden, kan het nodig zijn om de code van vier
posities in te voeren m.b.v. [Omhoog] en
[Omlaag] knoppen.
– De LED naast [Man] gaat branden.
3. Op het display verschijnt "regelaar stop".
Alle geconfigureerde regelaars worden uitgeschakeld.
– Met geconfigureerde tweestanden en stappenregelaars, wordt de regelgrootheid op 0 gezet.
– Met geconfigureerde driestanden stappenregelaars, houdt de regelvariabele op de huidige
stand, d.w.z. het eindregelelement is niet
gesloten.
– Met geconfigureerde grenswaardecontacten,
wordt het corresponderende relais uitgeschakeld.
handbediening
regelaar
in
4. Druk op [Man] om terug te gaan naar automatisch bedrijf.
– De LED naast de knop gaat uit.
– De melding "regelaar in" wordt weergegeven
op het display gedurende vijf seconden.
– Daarna keert het apparaat automatisch terug
naar het menu van waaruit de handbediening
werd gestart.
N.B.
346
Elke keer dat de handbedieningsmodus
wordt geactiveerd, moet elk afzonderlijk
regeltype weer worden geactiveerd.
Nederlands (NL)
11.10.1 Handbediening met geconfigureerde tweestanden- en stappenregelaars
regelaar
stop
Afb. 38
handbediening
relais 1/2
doseercapaciteit
0-100 %
stappenregelaar
doseercapaciteit
0-100 %
TM03 6721 4506
"Handm"
Handbediening met geconfigureerde tweestanden- en stappenregelaars
Met geconfigureerde tweestanden regelaars, kunnen
de relaisuitgangen 1 en 2 alsmede de uitgang "stappenregelaar" afzonderlijk worden gebruikt.
Door de relaisuitgang te kiezen, kan de doseercapaciteit van de pomp/pompen worden gewijzigd.
handbediening
regelaar
– Omdat het omschakelen naar handbediening
er toe leidt dat alle regelaars worden uitgeschakeld, is geen van de regelvelden gevuld
(er zijn geen delen invers weergegeven).
3. Druk op [OK] om naar het volgende menu te
gaan. Er zijn drie opties beschikbaar:
• relaisuitgang 1
• Relaisuitgang 2
• stappenregelaar.
handbediening
stop
1. Na overschakelen op handbediening wordt gedurende vijf seconden de melding "regelaar stop"
weergegeven.
– Alle regelaars worden uitgeschakeld.
– Alle stelaandrijvingen gesloten
(op 0 teruggezet).
handbediening
12
5,20 pH
22 °C
c
c
relaisuitgang 2
stappenregelaar
4. Selecteer relaisuitgang 1 m.b.v. de [Omhoog] en
[Omlaag] knoppen. Druk op [OK] om naar het
betreffende menu te gaan.
5. Stel de gewenste doseercapaciteit van de pomp
in m.b.v. de [Omhoog] en [Omlaag] knoppen.
relais 1
TM03 6722 4506
0,01 mg/l
relaisuitgang 1
2. Daarna schakelt het apparaat automatisch in de
"weergave meetwaarde" modus
(eerste regel: "handbediening").
– Het regelaarbesturingsdisplay wordt aan de
rechterkant van het displayvenster weergegeven. Of besturingsveld 1 is aanwezig voor
relais 1, of er is een veld voor de stappenregelaar.
Zie paragraaf 11.6.3 Selectie en configuratie van de
stappenregelaar.
0%
doseercapaciteit
6. Ga voor relaisuitgang 2 en de uitgang stappenregelaar op dezelfde wijze te werk als bij relaisuitgang 1.
7. Druk op [OK] om de regelaar te starten op de
gewenste doseercapaciteit.
– Het display toont het regelaar besturingsdisplay dat afhangt van de gekozen doseercapaciteiten.
Zie paragraaf 11.6.5 Regelaar besturingvelden op
het display.
347
11.10.2 Handbediening met geconfigureerd grenswaardecontact en stappenregelaar
Nederlands (NL)
handbediening
regelaar
stop
Afb. 39
aan
uit
stappenregelaar
doseercapaciteit
0-100 %
Handbediening met geconfigureerd grenswaardecontact en stappenregelaar
Handbediening met geconfigureerde grenswaardegevers is grotendeels gelijk aan handbediening met
tweestanden regelaars. Zie paragraaf
11.10.1 Handbediening met geconfigureerde tweestanden- en stappenregelaars.
Het verschil: Wanneer de gewenste relaisuitgang is
geselecteerd, kan het relais worden Aan- of Uitgeschakeld.
handbediening
5,20 pH
c
22 °C
c
TM03 6725 4506
12
0,01 mg/l
1. Druk op [OK] om de regelaar te starten.
– Het display toont de regelaarbesturingsweergave op basis van de schakeltoestand van het
relais, of op basis van de geselecteerde
doseerdoorstroming met continue besturing.
Zie paragraaf 11.6.5 Regelaar besturingvelden op
het display.
348
relais 1/2
TM03 6721 4506
"Handm"
Nederlands (NL)
11.10.3 Handbediening met geconfigureerde driepunts stappenregelaar
"Handm"
open
handbediening
driepuntsstappen
motor
sluiten
stop
Afb. 40
TM03 6726 4506
regelaar
stop
Handbediening met geconfigureerde driepunts stappenregelaar
Met geconfigureerde driepunts stappenregelaars,
kan het uiteindelijke besturingselement (bijv. de servomotor van een doseerpomp) handmatig worden
geopend of gesloten en kan op STOP worden gezet.
– Omdat het omschakelen naar handbediening
er to leidt dat alle regelaars worden uitgeschakeld, is geen van de regelvelden gevuld
(er zijn geen delen invers weergegeven).
handbediening
driepuntsstappen
regelaar
motor stop
stop
Na overschakelen op handbediening wordt gedurende vijf seconden de melding "regelaar stop"
weergegeven.
– Alle geconfigureerde regelaars worden uitgeschakeld.
– De stuurvariabele behoudt de huidige positie,
d.w.z. het uiteindelijke regelelement (motor)
wordt niet gesloten. Deze stopt gewoon op de
laatste stand (motorstop).
1. Nadat op [OK] is gedrukt verschijnt de melding
"motor stop".
2. Start, afhankelijk van de bedrijfsbehoefte, de
motor door op de [Omhoog] knop te drukken, of
stop de motor door op de [Omlaag] knop te drukken.
3. Afhankelijk van de keuze, wordt of relais 1 (motor
"open") of relais 2 (motor "dicht") geactiveerd
zolang de betreffende [Omhoog] en [Omlaag]
knoppen worden ingedrukt.
handbediening
4. Zodra de [Omhoog] en [Omlaag] knoppen worden losgelaten, zal de motor stoppen op zijn laatste stand ("motor stop"), d.w.z. geen van de twee
relais wordt bekrachtigd.
5. Druk op [OK] om terug te gaan naar het regelaarbesturingsdisplay.
– De besturingsvelden voor de twee relais blijven
leeg, omdat er geen relais wordt geactiveerd
(motor stop).
12
0,01 mg/l
5,20 pH
c
22 °C
c
TM03 6727 4506
•
– Het regelaarbesturingsdisplay wordt aan de
rechterrand van het display weergegeven,
onder de eerste regel (handmtige bediening):
De besturingsvelden 1 en 2 voor relais 1 en 2
(plus, indien van toepassing ">" voor extern
setpoint).
349
12. Opsporen van storingen
Nederlands (NL)
N.B.
Zie voor fouten tijdens de meting de installatie- en bedieningshandleiding voor de elektrode of meetcel.
Storing
Oorzaak
Oplossing
1.
Geen display na opstarten.
a)
Geen voedingsspanning.
Sluit de voedingsspanning
aan.
2.
pH-meting:
Display geeft permanent een
pH van ca. 7 aan.
– Meting van oxidatoren:
Display geeft permanent
0 aan.
– Redoxmeting:
Display geeft permanent ca.
0 mV aan.
a)
Kortsluiting in de kabel tussen
meetcel en instrumentversterker,
vocht in de aansluitingen.
Controleer de aansluitkabel
en elimineer kortsluiting en
vocht.
3.
Display permanent op schaaleindwaarde.
a)
Kabelbreuk tussen meetcel en
instrumentversterker.
Controleer de aansluitkabel
en herstel de verbinding.
4.
Display met instabiele meetwaarde.
a)
Interferentie op de kabel van elek- Controleer of het display juist
trode/meetcel.
is aangesloten.
b)
pH- en redoxmeting: Lucht in mon- Controleer het monsterwatersterwaterflow.
toevoersysteem (leidingen
etc.) en voer indien nodig wijzigingen uit.
c)
pH- en redoxmeting: Monsterwaterflow onderbroken.
d)
Kabel tussen elektrode/meetcel en Controleer de aansluitkabel
instrumentversterker defect.
en herstel de verbinding.
Controleer het monsterwatertoevoersysteem (leidingen
etc.) en voer indien nodig wijzigingen uit.
e)
Sensor/elektrode defect.
Vervang de sensor/elektrode.
5.
Meting van oxidatoren:
Onvoldoende gevoeligheid van
meetcel.
a)
Meetcel verontreinigd of passief
geworden door afzettingen.
Demonteer de meetcel en reinig het elektrode-oppervlak.
6.
pH- en redoxmeting:
Display met meetwaarde reageert extreem langzaam.
a)
Elektrode verouderd.
Vervang de elektrode.
b)
Elektrode verontreinigd.
Reinig de elektrode.
pH- en redoxmeting:
Foutmelding tijdens kalibratie.
a)
Verkeerde bufferoplossing
gebruikt.
Gebruik de juiste bufferoplossing.
7.
b)
Elektrode verouderd.
Vervang de elektrode.
c)
Elektrode verontreinigd.
Reinig de elektrode.
Zie paragraaf 11.5.7 Code
functie.
8.
Apparaat kan niet worden inge- a)
steld.
Verkeerde toegangscode (apparaat beveiligd tegen onbevoegd
instellen).
9.
Defecte besturing.
Apparaat is verkeerd geparametri- Controleer de instellingen en
seerd.
zorg dat deze in overeenstemming zijn met de locale
omstandigheden.
Reset indien nodig het apparaat tot de fabrieksinstellingen.
350
a)
Nederlands (NL)
13. Onderhoud
Het apparaat is onderhoudsvrij.
Reparaties kunnen uitsluitend in de fabriek worden
uitgevoerd door geautoriseerd personeel.
14. Afvalverwijdering
Dit product of delen ervan dienen te worden afgevoerd op een milieuverantwoorde wijze. Maak
gebruik van de juiste afvalverwerkingsdiensten.
Als dat niet mogelijk is, neem dan contact op met
Grundfos.
Wijzigingen voorbehouden.
351
Declaration of conformity
Declaration of conformity
1
GB: EU declaration of conformity
BG: Декларация за съответствие на EO
We, Grundfos, declare under our sole responsibility that the products
Conex® DIA-1, DIA-2, DIA-2Q, to which the declaration below
relates, are in conformity with the Council Directives listed below on
the approximation of the laws of the EU member states.
Ние, фирма Grundfos, заявяваме с пълна отговорност, че
продуктите Conex® DIA-1, DIA-2, DIA-2Q, за които се отнася
настоящата декларация, отговарят на следните директиви на
Съвета за уеднаквяване на правните разпоредби на
държавите-членки на EO.
DE: EU-Konformitätserklärung
ES: Declaración de conformidad de la UE
Wir, Grundfos, erklären in alleiniger Verantwortung, dass die
Produkte Conex® DIA-1, DIA-2, DIA-2Q, auf die sich diese Erklärung
beziehen, mit den folgenden Richtlinien des Rates zur Angleichung
der Rechtsvorschriften der EU-Mitgliedsstaaten übereinstimmen.
Grundfos declara, bajo su exclusiva responsabilidad, que los
productos Conex® DIA-1, DIA-2, DIA-2Q a los que hace referencia la
siguiente declaración cumplen lo establecido por las siguientes
Directivas del Consejo sobre la aproximación de las legislaciones de
los Estados miembros de la UE.
FR: Déclaration de conformité UE
GR: ∆ήλωση συμμόρφωσης ΕΕ
Nous, Grundfos, déclarons sous notre seule responsabilité, que les
produits Conex® DIA-1, DIA-2, DIA-2Q, auxquels se réfère cette
déclaration, sont conformes aux Directives du Conseil concernant le
rapprochement des législations des États membres UE relatives aux
normes énoncées ci-dessous.
Εμείς, η Grundfos, δηλώνουμε με αποκλειστικά δική μας ευθύνη ότι
τα προϊόντα Conex® DIA-1, DIA-2, DIA-2Q, στα οποία αναφέρεται η
παρακάτω δήλωση, συμμορφώνονται με τις παρακάτω Οδηγίες του
Συμβουλίου περί προσέγγισης των νομοθεσιών των κρατών μελών
της ΕE.
HR: EU deklaracija sukladnosti
IT: Dichiarazione di conformità UE
Mi, Grundfos, izjavljujemo s punom odgovornošću da su proizvodi
Conex® DIA-1, DIA-2, DIA-2Q, na koja se izjava odnosi u nastavku,
u skladu s direktivama Vijeća dolje navedene o usklađivanju zakona
država članica EU-a.
Grundfos dichiara sotto la sua esclusiva responsabilità che i prodotti
Conex® DIA-1, DIA-2, DIA-2Q, ai quale si riferisce questa
dichiarazione, sono conformi alle seguenti direttive del Consiglio
riguardanti il riavvicinamento delle legislazioni degli Stati membri UE.
NL: EU-conformiteitsverklaring
PL: Deklaracja zgodności UE
Wij, Grundfos, verklaren geheel onder eigen verantwoordelijkheid dat
de producten Conex® DIA-1, DIA-2, DIA-2Q, waarop de
onderstaande verklaring betrekking heeft, in overeenstemming zijn
met de onderstaande Richtlijnen van de Raad inzake de onderlinge
aanpassing van de wetgeving van de EU-lidstaten.
My, Grundfos, oświadczamy z pełną odpowiedzialnością, że nasze
produkty Conex® DIA-1, DIA-2, DIA-2Q, których deklaracja niniejsza
dotyczy, są zgodne z następującymi dyrektywami Rady w sprawie
zbliżenia przepisów prawnych państw członkowskich.
PT: Declaração de conformidade UE
RS: Deklaracija o usklađenosti EU
A Grundfos declara sob sua única responsabilidade que os produtos
Conex® DIA-1, DIA-2, DIA-2Q, aos quais diz respeito a declaração
abaixo, estão em conformidade com as Directivas do Conselho sobre
a aproximação das legislações dos Estados Membros da UE.
Mi, kompanija Grundfos, izjavljujemo pod punom vlastitom
odgovornošću da je proizvod Conex® DIA-1, DIA-2, DIA-2Q, na koji
se odnosi deklaracija ispod, u skladu sa dole prikazanim direktivama
Saveta za usklađivanje zakona država članica EU.
RU: Декларация о соответствии нормам ЕС
SI: Izjava o skladnosti EU
Мы, компания Grundfos, со всей ответственностью заявляем, что
изделия Conex® DIA-1, DIA-2, DIA-2Q, к которым относится
нижеприведённая декларация, соответствуют нижеприведённым
Директивам Совета Евросоюза о тождественности законов
стран-членов ЕС.
V Grundfosu s polno odgovornostjo izjavljamo, da je izdelek Conex®
DIA-1, DIA-2, DIA-2Q, na katerega se spodnja izjava nanaša, v
skladu s spodnjimi direktivami Sveta o približevanju zakonodaje za
izenačevanje pravnih predpisov držav članic EU.
TR: AB uygunluk bildirgesi
Grundfos olarak, aşağıdaki bildirim konusu olan Conex® DIA-1,
DIA-2, DIA-2Q ürünlerinin, AB Üye ülkelerinin direktiflerinin
yakınlaştırılmasıyla ilgili durumun aşağıdaki Konsey Direktifleriyle
uyumlu olduğunu ve bununla ilgili olarak tüm sorumluluğun bize ait
olduğunu beyan ederiz.
–
–
Low Voltage Directive (2014/35/EU)*.
Standard used:
EN 61010-1:2011-07.
EMC Directive (2014/30/EU).
Standards used:
EN 61326-1:2013,
EN 61000-3-2:2015,
EN 61000-3-3:2014.
* Only for products with operating voltage > 50 VAC or > 75 VDC.
This EU declaration of conformity is only valid when published as part
of the Grundfos installation and operating instructions (publication
numbers 91834770, 95708321, 96681475, 96681473, 95708322,
96681468, 95708712).
Pfinztal, 1 May 2016
Ulrich Stemick
Technical Director
Grundfos Water Treatment GmbH
Reetzstr. 85, D-76327 Pfinztal, Germany
Person authorised to compile technical file and
empowered to sign the EU declaration of conformity.
596