Documenttranscriptie
705 47 0068.A1 31.01.2006 13:45 Uhr Seite 40
x
Voorwoord
Wij danken u hartelijk voor uw beslissing om
voor een Metz product te kiezen. Wij verheugen ons, u als klant te mogen begroeten.
Natuurlijk kunt u nauwelijks wachten de flitser
in gebruik te nemen. Het loont echter de moeite de gebruiksaanwijzing te lezen, want alleen
daardoor leert u om zonder problemen met
het apparaat om te gaan.
Deze flitser is geschikt voor
• alle camera's die voorzien zijn van een flitsschoen met middencontact;
• alle camera's met flitsschoen zonder middencontact als u een flitskabel gebruikt.
Wij wensen u veel plezier van uw nieuwe flitser.
Voor meer informatie kunt u ons op onze website onder www.metz.de bezoeken.
40
705 47 0068.A1 31.01.2006 13:45 Uhr Seite 41
1.
2.
2.1
2.2
2.3
3.
3.1
3.2
3.3
4.
4.1
4.2
5.
Veiligheidsaanwijzingen . . . . . . . . . 42
Aanbrengen van de flitser . . . . . . . . 44
Flitser op de camera aanbrengen. . . 44
Elektrische verbinding met de camera 44
Flitser van de camera afnemen . . . . 44
Stroomverzorging . . . . . . . . . . . . . . 45
Keuze uit batterijen of accu’s . . . . . . 45
Batterijen verwisselen . . . . . . . . . . . 45
In- en uitschakelen van de flitser. . . . 46
Aanduiding op de flitser . . . . . . . . . 47
Aanduiding dat de flitser paraat is . . 47
Aanduiding van de belichtingscontrole47
Camera-instelling . . . . . . . . . . . . . . 48
6. Flitsfuncties. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49
6.1 De automatisch-flitsenfunctie . . . . . . 49
6.2 De flitser met de hand instellen. . . . . 51
6.2.1Manual flitsen met vooraf
gekozen diafragma. . . . . . . . . . . . . 51
6.2.2Manual flitsen met vooraf gekozen
afstand . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52
6.2.3Manual flitsen met richtgetalberekening 52
7. Flitstechnieken . . . . . . . . . . . . . . . . 53
7.1 Invulflitsen bij daglicht . . . . . . . . . . . 53
7.2 Correcties op de flitsbelichting . . . . . 54
7.3 Indirect flitsen . . . . . . . . . . . . . . . . . 55
8. Onderhoud en verzorging . . . . . . . . 57
9. Technische gegevens . . . . . . . . . . . . 58
41
x
705 47 0068.A1 31.01.2006 13:45 Uhr Seite 42
1. Veiligheidsaanwijzingen
x
• De flitser is alleen bedoeld en toegelaten
voor gebruik bij fotografische toepassingen!
• In de omgeving van ontvlambare gassen of
vloeistoffen (benzine, oplosmiddelen enz.)
mag in geen geval een flits worden ontstoken! GEVAAR VOOR EXPLOSIE!
• Auto-, bus- en treinbestuurders, berijders
van fiets of motorfiets e.d. nooit tijdens het
rijden met flits fotograferen. Door de verblinding zou deze een ongeval kunnen veroorzaken!
• Ontsteek ook nooit een flits vlak bij de ogen!
Een flits vlak bij de ogen van personen of
dieren zou beschadiging van het netvlies tot
42
gevolg kunnen hebben en ernstige storingen
bij het kijken kunnen veroorzaken, tot blindheid toe!
• Gebruik alleen de in de gebruiksaanwijzing
aangegeven en toegelaten stroombronnen!
• Stel batterijen en accu’s niet bloot aan overmatige warmte zoals van zonneschijn, vuur
en dergelijke!
• Gooi verbruikte batterijen / accu’s niet in
open vuur!
• Uit verbruikte batterijen kan loog lekken, dat
tot beschadiging van de contacten leidt.
Verbruikte batterijen daarom altijd uit het
apparaat nemen.
• Batterijen kunnen niet worden opgeladen.
705 47 0068.A1 31.01.2006 13:45 Uhr Seite 43
• Stel de flitser en het oplaadapparaat niet
bloot aan drup- of spatwater (bijv. regen)!
• Bescherm uw apparaat tegen grote hitte en
hoge luchtvochtigheid! Bewaar de flitser niet
in het handschoenvak van uw auto!
• Bij het ontsteken van een flits mag er zich
geen licht-nietdoorlatend materiaal op of
vlak voor het venster van de reflector bevinden. Het venster van de reflector mag niet
vuil zijn. Door de hoge energie van het flitslicht zou het materiaal of het venster van de
reflector kunnen verbranden.
• Raak, na meervoudig flitsen het venster van
de reflector niet aan.
Gevaar voor verbranding!
• Neem de flitser niet uit elkaar!
HOOGSPANNING!
In het binnenst van de flitser bevinden zich
geen onderdelen die door een leek zouden
kunnen worden gerepareerd.
• Bij serieopnamen met vol vermogen en de
korte flitsvolgtijden van de accufunctie moet
u er op letten, dat u telkens na 15 flitsen een
pauze van minstens 10 minuten aanhoudt,
om overbelasting van het apparaat te vermijden.
• De flitser mag alleen dan samen met de in
een camera ingebouwde flitser worden
gebruikt, als deze laatste geheel kan worden
opengeklapt!
• Bij snelle temperatuurwisseling kan het
43
x
705 47 0068.A1 31.01.2006 13:45 Uhr Seite 44
x
apparaat beslaan. Laat de flitser dan eerst
acclimatiseren!
• Als het apparaat zo sterk beschadigd is dat het
binnenwerk open ligt, mag de flitser niet meer
worden gebruikt. Haal de batterijen eruit!
• Gebruik geen beschadigde batterijen of
accu’s!
2. Aanbrengen van de flitser
2.1 Flitser op de camera aanbrengen
☞ Schakel camera en flitser via hun hoofdschakelaars uit!
• „Lock“ grendel naar rechts schuiven.
• Schuif de flitser met de aansluitvoet tot de
aanslag in de flitsschoen van de camera.
44
• „LOCK“ grendel naar links schuiven en de
flitser vastklemmen.
2.2 Elektrische verbinding met de camera
De flitser wordt via het middencontact in de flitsschoen van de camera (X-contact) ontstoken.
Als de camera niet over een flitsschoen met
middencontact beschikt, dan kan de verbinding ook via een flitskabel tussen de flitsaansluiting op de camera (X-aansluiting) en de synchroonaansluiting op de flitser plaatsvinden.
☞ Voordat u de flitskabel insteekt of uitneemt,
moet de flitser worden uitgeschakeld!
2.3 Flitser van de camera afnemen
☞ Schakel camera en flitser via hun hoofdschakelaars uit!
705 47 0068.A1 31.01.2006 13:45 Uhr Seite 45
• „Lock“ grendel naar rechts schuiven.
• Trek de flitser uit de flitsschoen van de
camera.
• 2 Alkalimangaanbatterijen 1,5 V, type IEC
LR6 (AA / Mignon), onderhoudsvrije
stroombron voor gematigde prestaties.
3. Stroomverzorging
re celspanning daarvan kan apparaat en
elektronica beschadigen!
Als u denkt, de flitser gedurende langere tijd
niet te gebruiken, haal dan de batterijen uit
het apparaat.
3.1 Keuze uit batterijen of accu’s
De flitser kan naar keuze worden gevoed uit:
• 2 Nikkelcadmium-accu’s 1,2 V, type IEC KR
15/51 (KR6 / AA / Mignon), deze bieden
zeer korte flitsvolgtijden en zijn spaarzaam
in het gebruik omdat ze oplaadbaar zijn.
• 2 Nikkelmetaalhydride accu’s 1,2 V, type IEC
HR6 (AA / Mignon), duidelijk grotere capaciteit dan NiCd-accu’s en minder milieubelastend omdat ze geen cadmium bevatten.
☞ Gebruik geen lithiumbatterijen! De hoge-
3.2 Batterijen verwisselen
De batterijen zijn leeg, c.q. verbruikt, als de
flitsvolgtijd (de tijd tussen het ontsteken van een
flits met vol vermogen en het opnieuw oplichten
van de aanduiding dat de flitser paraat is)
meer dan 60 seconden gaat bedragen.
45
x
705 47 0068.A1 31.01.2006 13:45 Uhr Seite 46
• Schakel de flitser via zijn hoofdschakelaar uit.
• Schuif het deksel van het batterijvak in de
richting van de pijl en klap het open.
• Leg de batterijen, c.q. de accu’s in de lengte,
in overeenstemming met de aangegeven
batterijsymbolen in en sluit het deksel.
x
☞ Let bij het inzetten van de batterijen, c.q.
de accu’s op de juiste polariteit, in overeenstemming met de symbolen in het
batterijvak. Verkeerde polariteit kan
beschadiging van het apparaat tot gevolg
hebben! Vervang altijd alle batterijen
tegelijk door batterijen van een zelfde
fabricagetype met gelijke capaciteit!
☞ Verbruikte batterijen en accu’s horen niet in
46
het huisvuil! Lever uw bijdrage aan het
milieu en lever lege batterijen en accu’s in
bij de daarvoor bestemde verzamelpunten!
3.3 In- en uitschakelen van de flitser
De flitser wordt via zijn hoofdschakelaar in- en
uitgeschakeld.
Standen van de schakelaar
„M“
flitsen met handinstelling en vol
vermogen, zie paragraaf 6.2
„2,8“
Automatisch-flitsenfunctie met
werkdiafragma 2,8 bij ISO 100,
zie paragraaf 6.1.
„5,6“
Automatisch-flitsenfunctie met
werkdiafragma 5,6 bij ISO 100,
zie paragraaf 6.1.
705 47 0068.A1 31.01.2006 13:45 Uhr Seite 47
Schuif de hoofdschakelaar in de stand “OFF”
om het uit te zetten.
4. Aanduiding op de flitser
4.1 Aanduiding dat de flitser paraat is
Zodra de flitscondensator is opgeladen licht op
de flitser de paraatheidsaanduiding op en
geeft daarmee aan, dat de flitser paraat is.
Dat betekent, dat voor de volgende opname
flitslicht gebruikt gaat worden.
Als u een opname maakt voordat de flitser
aangeeft dat hij paraat is, wordt er geen flits
ontstoken.
☞ Zodra de flitser opgeladen is, kan door
op de handontspanknop
op de flitser
te drukken, een proefflits worden ontstoken.
4.2 Aanduiding van de belichtingscontrole
De aanduiding van de belichtingscontrole
“o.k.” op de flitser licht korte tijd op als de
opname correct belicht werd!
Als de aanduiding van de belichtingscontrole
niet oplicht werd de opname te krap belicht en
moet u op de flitser en de camera het eerstvolgend lagere diafragmagetal instellen (bijv. in
plaats van diafragmagetal 5,6 diafragmawaarde 2,8 kiezen) of de afstand tot het
onderwerp, of, bij indirect flitsen tot het reflecterende vlak, verkleinen en de opname herhalen. Let op de aanduiding van de reikwijdte op
de diafragmarekenschijf van de flitser).
47
x
705 47 0068.A1 31.01.2006 13:45 Uhr Seite 48
☞ Door op de handontspanknop
x
van de
flitser te drukken, kan bij de flitser in de
automatisch-flitsenfunctie reeds vóór de
opname worden getest of er voor het
gekozen automatiekdiafragma voldoende
flitslicht wordt afgegeven. Houd de flitser
bij de proefflits net als later bij de opname.
5. Camera-instelling
Stel op de camera met diafragma- en tijdvoorkeuze de manual functie “M”of de functie
“automatische belichtingstijd“ (“A”, c.q. “Av”)
in (zie de gebruiksaanwijzing van de camera).
Stel bij de manual functie “M” de flitssynchronisatietijd van de camera (bijv. 1/60 s. zie de
gebruiksaanwijzing van de camera) of een
48
langere tijd in.
Bij de functie “automatische belichtingstijd “
moet u er op letten dat de camera geen kortere belichtingstijd dan zijn flitssynchronisatietijd
instelt! Eventueel op het objectief een hogere
diafragmawaarde instellen!
☞ Let op de aanwijzingen voor flitsfotografie in de gebruiksaanwijzing van de
camera.
705 47 0068.A1 31.01.2006 13:45 Uhr Seite 49
6. Flitsfuncties
6.1 Automatisch-flitsenfunctie met de werkdiafragma's 2,8 en 5,6
In de automatisch-flitsenfunctie meet de fotosensor van de flitser de door het onderwerp
gereflecteerde hoeveelheid licht. De flitser
onderbreekt automatisch de lichtuitstraling bij
het bereiken van de voor een goede belichting
benodigde hoeveelheid flitslicht. Daardoor
hoeft u bij verandering van de opnameafstand
geen nieuwe diafragmawaarde te berekenen
en in te stellen, zolang het onderwerp zich
binnen de op de diafragmarekenschijf aangegeven reikwijdte voor de automatisch-flitsenfunctie bevindt.
• Zet de hoofdschakelaar van de flitser in de
stand '2,8' of '5,6'!
• De fotosensor moet op het onderwerp
gericht staan, hoe de reflector ook gezwenkt
staat. Hij meet alleen tijdens de eigen lichtafgifte van de flitser.
In de automatisch-flitsenfunctie kunt u, afhankelijk van de filmgevoeligheid ISO kiezen uit
twee gekleurd (groen - rood) aangegeven
automatiekdiafragma’s. De instelling van het
automatiek diafragma vindt met de hoofdschakelaar voor de diafragmakeuze (groen - rood)
op de flits plaats en richt zich niet op de
afstand tussen camera en onderwerp.
Op de rekenschijf aan de achterzijde van de
flitser kunt u rechts de diafragmawaarde aflezen, links de filmgevoeligheid ISO en boven
49
x
705 47 0068.A1 31.01.2006 13:45 Uhr Seite 50
de dan geldende maximale reikwijdte van het
flitslicht.
Voorbeeld: diafragma 5,6 / ISO 100 = 3,6 m
max. reikwijdte
x
Bij de opname moet u ook een minimale
afstand tussen onderwerp en flitser aanhouden
om overbelichting te vermijden. Deze minimale afstand bedraagt ongeveer 10 procent van
de maximale reikwijdte.
☞ Ideaal genomen zou het onderwerp zich in
het middelste derde deel van de afstand
tussen de minimale en de maximale reikwijdte moeten bevinden, om de elektronica
de benodigde speelruimte voor de belichting te geven.
50
Voorbeeld:
U gebruikt een film van ISO 100 en een
50 mm objectief.
De afstand tussen camera en onderwerp bedraagt
ongeveer 5 m.
Daarmee kiest u als werkdiafragma de 2,8
“groen” (max. reikwijdte volgens de diafragmarekenschijf ong. 7 m.).
Zet de keuzeschakelaar voor de diafragmawaarde op de flitser op het gewenste automatiekdiafragma, oftewel “groen”.
Stel diafragmawaarde 2,8 op de camera of
op het objectief in.
☞ Voorzichtig bij zoomobjectieven! Deze
705 47 0068.A1 31.01.2006 13:45 Uhr Seite 51
kunnen door hun bouw soms een verschil
van een hele diafragmawaarde veroorzaken. U kunt ook bij verschillende
brandpuntsafstanden verschillende effectieve diafragmawaarden krijgen. Dit kunt
u compenseren door met de hand een
correctiewaarde op de diafragmawaarde
op de flitser in te stellen!
6.2 De flitser met de hand instellen „M“
In de manual functie geeft de flitser altijd de
volle energie af. De aanpassing aan de opnamesituatie moet met de instelling van het diafragma op de camera worden uitgevoerd.
• Schuif de hoofdschakelaar van de flitser in
de stand “M”!
6.2.1 Manual flitsen met vooraf gekozen diafragma
• U kunt op de rekenschijf van de flitser voor
elke diafragmawaarde de vereiste afstand
tussen camera en onderwerp in meters (m),
c.q. in feet (ft) aflezen.
Daarbij geldt de diafragmawaarde die op de
camera, c.q. aan het objectief ingesteld staat.
Voorbeeld:
U gebruikt een film met ISO 200 en een
50 mm objectief. Op de camera, c.q aan het
objectief heeft u diafragma 8 ingesteld.
Op de diafragmarekenschijf van de flitser leest
u als vereiste opnameafstand tot het onderwerp
ongeveer 3,6 m af.
51
x
705 47 0068.A1 31.01.2006 13:45 Uhr Seite 52
x
6.2.2 Manual flitsen met vooraf gekozen
afstand
• U kunt op de rekenschijf van de flitser voor
elke afstand de vereiste diafragmawaarde
die op de camera, c.q. op het objectief moet
worden ingesteld, aflezen.
Daarbij geldt de diafragmawaarde die op
de camera, c.q. aan het objectief ingesteld
staat.
Voorbeeld:
U gebruikt een film met ISO 100 een 50 mm
objectief. De afstand tussen camera en onderwerp is ongeveer 7 m.
Op de diafragmarekenschijf van de flitser leest
u als vereiste diafragmawaarde 2,8 af. Stel op
52
de camera of aan het objectief diafragmawaarde 2,8 in.
6.2.3 Manual flitsen met richtgetalberekening
De op de camera in te stellen diafragmawaarde kan ook met de volgende formule worden
bepaald:
richtgetal
Diafragmawaarde = ——–——–——–————
verlichtingsafstand
Het richtgetal van de flitser voor de te gebruiken filmgevoeligheden kan in de tabel van het
hoofdstuk “Technische gegevens” worden
opgezocht.
De verlichtingsafstand is de afstand tussen flitser (= camera) en onderwerp.
705 47 0068.A1 31.01.2006 13:45 Uhr Seite 53
Voorbeeld:
U gebruikt een film met ISO 100 en een
50 mm objectief. Het onderwerp bevindt zich
op 3 m afstand.
In de tabel ziet u als richtgetal: 20.
U berekent: diafragmawaarde = 20 ÷ 3 = 6,66
Stel op de camera of aan het objectief diafragmawaarde 5,6 in.
7. Flitstechnieken
7.1 Invulflitsen bij daglicht
De flitser kaan ook worden gebruikt om bij
daglicht de schaduwen in te vullen of ze op te
heffen en zo een gelijkmatige verlichting te
krijgen, zelfs bij tegenlichtopnamen.
Invulflitsen in de automatisch-flitsenfunctie
Bepaal met de camera of een belichtingsmeter
de noodzakelijke diafragmawaarde en de
belichtingstijd voor een normale belichting.
Let er daarbij op, dat de belichtingstijd gelijk
aan of langer is dan de flits-synchronisatietijd
van de camera (zie de gebruiksaanwijzing
van de camera).
Voorbeeld:
Gevonden diafragmawaarde = 8;
belichtingstijd = 1/60 s.
Flitssynchronisatietijd van de camera = 1/100 s.
(zie gebruiksaanwijzing van de camera).
Beide waarden voor diafragma en belichtingstijd kunnen op de camera worden ingesteld,
53
x
705 47 0068.A1 31.01.2006 13:45 Uhr Seite 54
x
daar de belichtingstijd langer is dan de flitssynchronisatietijd van de camera.
Om een uitgebalanceerde belichting te krijgen, bijv. om het karakter van de schaduwen
te handhaven, wordt aanbevolen het op de
flitser ingestelde werkdiafragma een stop lager
te kiezen dan het op de camera ingestelde
diafragmagetal. In het voorbeeld werd op de
camera diafragma 8 ingesteld, aanbevolen
wordt echter om in dit geval op de flitser diafragma 5,6 in te stellen.
7.2 Correcties op de flitsbelichting
De automatiek van de flitsbelichting van de flitser is gebaseerd op een gemiddelde reflectiegraad van het onderwerp van 25 % (= de
gemiddelde reflectie van met flits te fotograferen onderwerpen). Een donkere achtergrond
die veel licht absorbeert en een lichte achtergrond die veel licht reflecteert (bijv. bij tegenlichtopnamen) kunnen resp. te ruime of te
krappe belichting van het onderwerp veroorzaken.
☞ Let er op, dat de bron van het tegenlicht
Correcties op de flitsbelichting bij de automatisch-flitsenfunctie
Om bovengenoemd effect te compenseren kan
de belichting door het verder openen of sluiten
van het diafragma worden gecorrigeerd. Bij
niet rechtstreeks op de sensor van de flitser valt. De elektronica zou hierdoor in de
war raken.
54
705 47 0068.A1 31.01.2006 13:45 Uhr Seite 55
een overwegend lichte achtergrond onderbreekt de sensor van de flitser de lichtuitstraling te vroeg en komt het onderwerp te donker
op de foto. Bij een donkere achtergrond wordt
de lichtuitstraling te laat onderbroken en komt
het onderwerp te licht op de foto.
Lichte achtergrond
Cameradiafragma van 1/2 tot 1 waarde verder openen (bijv. van 5,6 naar 4)
Donkere achtergrond
Cameradiafragma van 1/2 tot 1 waarde verder sluiten (bijv. van 5,6 naar 8)
7.3 Indirect flitsen
Rechtstreeks geflitste foto’s zijn vaak te herkennen aan de typisch harde en nadrukkelijk aanwezige schaduwen. Vaak werkt ook de natuurkundig bepaalde lichtafval van voor- naar
achtergrond storend. Door indirect te flitsen
kunt u deze verschijnselen voor een groot deel
vermijden, omdat onderwerp en achtergrond
met verstrooid licht zacht en gelijkmatig kan
worden uitgelicht. De reflector wordt hierbij zo
gezwenkt, dat deze een geschikt reflecterend
vlak (bijv. plafond of wand van de ruimte) verlicht.
De reflector van de flitser kan tot 90° verticaal
worden gezwenkt.
Bij het verticaal zwenken van de reflector moet
55
x
705 47 0068.A1 31.01.2006 13:45 Uhr Seite 56
x
u er op letten, dat u hem voldoende ver zwenkt
zodat er geen rechtstreeks licht meer op het
onderwerp kan vallen. Zwenk daarom minstens tot de 60° klikstand.
Het door het reflecterende vlak verstrooid
teruggekaatste licht geeft een zachte verlichting van het onderwerp. Het reflecterende vlak
moet neutraal van kleur, bijv. wit zijn en geen
structuur hebben (bijv. houten balken tegen het
plafond) die schaduwvorming tot gevolg kan
hebben. Voor kleureffecten kiest u een reflecterend vlak in de gewenste kleur.
dat de reikwijdte van de flitser
☞ Bedenk,
bij indirect flitsen sterk afneemt. Voor
een normale kamerhoogte kunt u zich
voor het bepalen van de reikwijdte
56
behelpen met de volgende vuistregel:
richtgetal
Reikwijdte = ––––––––––––––––––––
(verlichtingsafstand x 2)
705 47 0068.A1 31.01.2006 13:45 Uhr Seite 57
8. Onderhoud en verzorging
Verwijder stof en vuil met een zachte, droge of
met siliconen behandelde doek. Gebruik geen
reinigingsmiddelen - de kunststof delen zouden daardoor beschadigd kunnen worden.
fout functioneren van en schades
☞ Voor
aan de flitser, veroorzaakt door het
gebruik van accessoires van andere
fabrikanten geldt onze garantie niet!
Formeren van de flitscondensator
De in de flitser ingebouwde flitscondensator
ondergaat een natuurkundige verandering als
het apparaat gedurende lange tijd niet wordt
ingeschakeld. Het is daarom noodzakelijk, de
flitser per kwartaal voor ongeveer 10 min. in
te schakelen. De batterijen, c.q. accu’s moeten
daarbij nog wel zoveel energie leveren, dat de
flitsparaatheid uiterlijk 1 min. na het inschakelen is bereikt.
x
57
705 47 0068.A1 31.01.2006 13:45 Uhr Seite 58
x
9. Technische gegevens
Flitsvolgtijd (met vol vermogen):
Zwenkbereiken en klikstanden:
verticaal 30° - 45° - 60° - 90°
ong. 8 s. met accu
Flitsduur: 1/2000 s. - 1/25.000 s.
Afmetingen (B x H x D): 65 x 98 x 54 mm
Kleurtemperatuur: ong. 5500 K
Gewicht: 120 g. zonder voeding
Filmgevoeligheidsbereik: ISO 25 tot ISO 400
Levering omvat: flitser, synchronkoabel,
gebruiksaanwijzing
Automatiekdiafragma’s
2,8 - 5,6 bij ISO 100
Synchronisatie: Laagspanningsontsteking
Aantallen flitsen (met vol vermogen):
ong. 75 met accu (600 mAh)
ong. 150 met super-alkalimangaanbatterijen
58
ong. 10 s. met super-alkalimangaanbatterijen
705 47 0068.A1 31.01.2006 13:45 Uhr Seite 59
Richtgetallentabel voor vol vermogen M in
het metersysteem
ISO / DIN
25/15°
50/18°
100/21°
200/24°
400/27°
Leitzahl
x
10
14
20
28
40
59
705 47 0068.A1 31.01.2006 13:45 Uhr Seite 123
x
Uw Metz-product is ontworpen voor
en gebouwd uit hoogwaardige materialen en componenten die gerecycled
kunnen worden en dus geschikt zijn
voor hergebruik.
Dit symbool betekent, dat elektrische
en elektronische apparatuur aan het
einde van zijn levensduur gescheiden
van het huisvuil apart moet worden
ingeleverd.
Breng dit apparaat naar een van de
plaatselijke verzamelpunten of naar
een kringloopwinkel.
Help s.v.p. mee, het milieu waarin we
leven te beschermen.
k
Your Metz product was developed
and manufactured with high-quality
materials and components which can
be recycled and/or re-used.
This symbol indicates that electrical
and electronic equipment must be disposed of separately from normal garbage at the end of its operational lifetime.
Please dispose of this product by bringing it to your local collection point or
recycling centre for such equipment.
This will help to protect the environment in which we all live.
123
705 47 0068.A1 31.01.2006 13:45 Uhr Seite 126
x
Opmerking:
In het kader de CE-markering werd
bij de EMV-test de correcte be-lichting bepaald.
Contacten niet aanraken !
In uitzonderlijke gevallen kan aanraken leiden.
126
k
Note:
Within the framework of the CE approval symbol, correct exposure was
evaluated in the course of the electromagnetic compatibility test.
Do not touch the contacts !
In exceptional cases the unit can be
damaged if these contacts are touched.