Handleiding
7
Nederlands
draaien niet tegen het bovenste
verwarmingselement komt.
7. Laat de ovendeur op een kier openstaan om de lucht
te kunnen laten circuleren.
8.
Stel de gewenste temperatuur in met de temperatuurinstelling.
9. Draai de functie-instelling naar de stand . Bij gebruik van
het draaispit adviseren wij om alleen bovenwarmte te
gebruiken, omdat het onderwarmte element afgedekt wordt
door de bakplaat die het druipvet opvangt en dus geen effect heeft.
10. Stel de gewenste grilltijd in met de tijdinstelling. De bereidingstijd
is afhankelijk van het soort etenswaar en de hoeveelheid ervan.
Het aan/uit-indicatielampje gaat aan.
11. Grill het vlees of gevogelte totdat dit gaar is. Aan het einde van de
roostertijd is een geluidsignaal hoorbaar en schakelt de oven
automatisch uit. Het aan/uit-indicatielampje gaat uit.
Als het vlees of gevogelte gaar is maar de grilltijd nog niet verstreken is, kunt u de oven uitschakelen
door de functie-instelling naar de stand te draaien. De timer loopt dan nog wel door, maar de oven
verwarmt niet meer.
12. Doe ovenhandschoenen aan.
13. Open de ovendeur. Voorzichtig! De deur is heet.
14. Neem het draaispit met het vlees of gevogelte met de
uitneemgreep uit de oven en plaats deze op een bord.
15. Sluit de ovendeur.
16. Verwijder de klem aan het afgeronde uiteinde van
het draaispit en neem het draaispit uit het vlees of
gevogelte. Voorzichtig! De draaispit en het vlees
of gevogelte zijn heet.
17. Neem de bakplaat met de uitneemgreep uit de oven.
Voorzichtig! Eventuele sappen en vetten op de
bakplaat zijn heet!
18. Draai als u klaar bent met roosteren de functie-instelling
naar de stand en neem de stekker uit het stopcontact
Reiniging en onderhoud
Reinig het apparaat na ieder gebruik.
1. Neem de stekker uit het stopcontact en laat het apparaat volledig afkoelen.
2. Reinig de bakplaat, het rooster, het draaispit en klemmen en de uitneemgrepen in warm water met
afwasmiddel. Spoel de onderdelen goed af en droog ze vervolgens grondig af.
3. Reinig de binnen- en buitenzijde van de oven en de deur met een vochtige doek. Droog ze vervolgens
grondig af.
4. Plaats alle onderdelen terug in de oven en berg de oven op.
• Zorg ervoor dat het apparaat niet is aangesloten op het stopcontact als u het gaat schoonmaken.
• Gebruik geen agressieve of schurende schoonmaakmiddelen of scherpe voorwerpen (zoals
messen of harde borstels) bij het reinigen.
• Dompel het apparaat, het snoer en de stekker van het apparaat nooit onder in water of een andere
vloeistof.
MILIEU
• Werp verpakkingsmateriaal zoals plastic en dozen in de daarvoor bestemde containers.
• Dit product aan het eind van de gebruiksduur niet inleveren als normaal huishoudelijk afval, maar
bij een inzamelpunt voor hergebruik van elektrische en elektronische apparatuur. Let op het
symbool op het product, de gebruiksaanwijzing of de verpakking.
• De materialen kunnen hergebruikt worden zoals aangegeven. Door uw hulp bij hergebruik, de
verwerking van de materialen of ander vormen van de benutting van oude apparatuur levert u een
belangrijke bijdrage aan de bescherming van ons milieu.
• Informeer bij de gemeente naar het juiste inzamelpunt bij u in de buurt.
Figuur 4 Draaispit plaatsen
Figuur 5 Draaispit uitnemen