Zenderinstellingen
U kunt de instellingen voor gekoppelde zenders aanpassen voordat u gaat duiken.
Houd op de gekoppelde Descent duikcomputer MENU ingedrukt, selecteer Duikinstellingen > Luchtintegratie >
Zenders en selecteer een zender.
Status: Hiermee wordt een verbinding met de zender tot stand gebracht en wordt de huidige verbindingsstatus
weergegeven.
Identificeren: Speelt een toon af op de geselecteerde gekoppelde zender. Hierdoor kunt u de zender
identificeren zonder de zender-ID op de behuizing van de zender te hoeven bekijken.
Eenheden: Stelt de drukeenheden voor uw tank in. Het toestel staat standaard ingesteld op psi als de diepte-
instelling in voet is en bar als de diepte-instelling in meter is.
Werkdruk: Stelt in hoeveel druk de tank heeft wanneer deze vol is. Deze waarde wordt gebruikt om het
bovenste uiteinde van de manometer te bepalen en om het ademminuutvolume (RMV) te berekenen voor
tanks met psi-eenheden.
Reservedruk: Hiermee stelt u de drempelwaarden in voor reservedruk en kritieke drukwaarschuwingen die op
de duikcomputer moeten worden weergegeven.
Volume: Hiermee kunt u het luchtvolume van de tank invoeren. U kunt de optie Volume resetten gebruiken als u
de zender naar een andere tank verplaatst.
OPMERKING: Deze waarde is vereist voor het berekenen van het luchtverbruik van het volumetrische
oppervlak (SAC) en het minuutvolume van de luchtwegen (RMV) (Selecteer de gasverbruikgegevens,
pagina 8).
SAC/RMV/ATR: Hiermee kan de zender worden opgenomen in schattingen van het volumetrische luchtverbruik
(SAC), het ademminuutvolume (RMV) en de resterende luchttijd (ATR) (Zenders meetellen in berekeningen
voor gasverbruik, pagina 8).
Stel zendvermogen in: Hiermee kunt u de vermogensinstelling aanpassen als de verbinding tussen uw zender
en de gekoppelde duikcomputer onder water wordt verbroken.
Over: Geeft de zender-ID, softwareversie en batterijstatus weer.
Naam: Hiermee kunt u een gemakkelijk te herkennen naam voor de zender invoeren.
Verwijder: Hiermee kunt u een gekoppelde zender verwijderen.
Duikterminologie
Resterende luchttijd (ATR): De tijd die u op de huidige diepte kunt blijven tot een stijging van 9 m/min. (30 ft./
min.) zou resulteren in een stijging met de reservedruk.
Luchtverbruik op drukbasis (PSAC): De drukverandering in de loop van de tijd, genormaliseerd tot 1 ATM.
Respiratoir minuutvolume (RMV): De verandering in gasvolume bij omgevingsdruk in de loop van de tijd.
Luchtverbruik volumetrische oppervlakken (SAC): De verandering in gasvolume in de loop van de tijd,
genormaliseerd tot 1 ATM.
Gekoppelde zenders selecteren die u op de duikgegevensschermen wilt weergeven
U kunt twee gekoppelde zenders in één oogopslag bekijken op het primaire duikgegevensscherm. U kunt
instellen welke gekoppelde zenders op het scherm moeten worden weergegeven. Standaard worden de eerste
en tweede zender die u koppelt weergegeven.
1 Houd MENU ingedrukt op de gekoppelde Descent duikcomputer.
2 Selecteer Duikinstellingen > Luchtintegratie > Weergave-instelling.
3 Selecteer een veld dat u wilt aanpassen.
4 Selecteer een gekoppelde zender.
Installatie en configuratie 7