Garmin Descent T1 Transmitter de handleiding

Type
de handleiding
DESCENT
T1
Gebruikershandleiding
© 2020 Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen
Alle rechten voorbehouden. Volgens copyrightwetgeving mag deze handleiding niet in zijn geheel of gedeeltelijk worden gekopieerd zonder schriftelijke toestemming van Garmin.
Garmin behoudt zich het recht voor om haar producten te wijzigen of verbeteren en om wijzigingen aan te brengen in de inhoud van deze handleiding zonder de verplichting te
dragen personen of organisaties over dergelijke wijzigingen of verbeteringen te informeren. Ga naar www.garmin.com voor de nieuwste updates en aanvullende informatie over het
gebruik van dit product.
Garmin
®
, het Garmin logo en ANT
®
zijn handelsmerken van Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen, geregistreerd in de Verenigde Staten en andere landen. Descent
, Garmin
Dive
, Garmin Express
en Subwave
zijn handelsmerken van Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen. Deze handelsmerken mogen niet worden gebruikt zonder uitdrukkelijke
toestemming van Garmin. Overige handelsmerken en merknamen zijn het eigendom van hun respectieve eigenaars.
Inhoudsopgave
Inleiding........................................... 1
Installatie en configuratie.................1
Tips voor de positie van de zender........ 2
De zender op uw tankregelaar
installeren................................................ 3
De zender op een verlenging van de
hogedrukslang installeren...................... 4
De zender koppelen met een
compatibele Descent duikcomputer..... 6
Zenderinstellingen.............................. 7
Gekoppelde zenders selecteren die u
op de duikgegevensschermen wilt
weergeven........................................... 7
Selecteer de gasverbruikgegevens.... 8
Zenders meetellen in berekeningen
voor gasverbruik................................. 8
Het scherm Zendergegevens aan een
duikmodus toevoegen........................ 8
Duiken............................................. 8
Duikwaarschuwingen............................. 9
Een duik starten op een gekoppelde
Descent duikcomputer......................... 10
Schermen met zendergegevens
weergeven............................................. 11
Waarschuwingen van zender............... 12
Verloren zenderwaarschuwingen
inschakelen....................................... 12
Toestelinformatie...........................13
De batterij van de Descent T1
vervangen.............................................. 13
Toestelonderhoud................................ 14
De zender reinigen............................ 14
Specificaties......................................... 14
Meer informatie.................................... 15
Problemen oplossen...................... 15
De software van de zender bijwerken via
uw Descent duikcomputer................... 15
Mijn zender en watch verliezen
verbinding onder water.........................15
De vermogensinstelling van de zender
aanpassen......................................... 16
De batterij van mijn zender raakt snel
leeg........................................................ 16
Mijn zender maakt een hoorbaar geluid
tijdens het duiken................................. 16
Index..............................................17
Inhoudsopgave i
Inleiding
WAARSCHUWING
Lees de gids Belangrijke veiligheids- en productinformatie in de verpakking voor productwaarschuwingen en
andere belangrijke informatie.
Installatie en configuratie
VOORZICHTIG
Voor een goede installatie en optimale prestaties wordt het ten zeerste aanbevolen om de eerste installatie en
configuratie in een duikwinkel te voltooien. U moet de zenderinstallatie boven en onder water volledig testen
voordat u deze tijdens een duik gebruikt.
Inleiding 1
Tips voor de positie van de zender
De zender communiceert draadloos met uw compatibele duikcomputer. Boven water de zender van ANT
®
technologie. Onder water maakt de zender gebruik van een sonarsignaal. Uw lichaam, drysuit en duikuitrusting
kunnen het signaal blokkeren, met name onder water. Voor de beste ontvangst moeten alle zenders in uw
groep vrij zicht hebben op de duikcomputer. Volg deze tips om te voorkomen dat het signaal door uw lichaam
of apparatuur wordt geblokkeerd.
Installeer de zender op ten minste 7 cm (3 in.) afstand van uw lichaam.
Installeer de zender aan dezelfde kant van de tank als de pols die uw duikcomputer draagt. Als u
bijvoorbeeld uw duikcomputer aan uw linkerpols draagt, moet u de zender aan de linkerkant van de
tankregelaar installeren.
Voor de beste ontvangst dient u de tank hoog op uw rug te dragen. Hierdoor heeft de zender een duidelijke
zichtlijn over uw schouders.
Als u de tank omgedraaid draagt met de regelaar aan de onderkant, kunt u een hogedrukslang gebruiken om
de zender te verplaatsen zodat deze vrij zicht heeft over uw schouders.
Als u het signaal van de zender verliest, moet u uw arm bewegen tot het signaal is hersteld.
Als u het signaal van een andere duiker verliest, moet u uw lichaamspositie veranderen tot het signaal is
hersteld. Als uw lichaam zich tussen de duikcomputer en een andere duiker bevindt, kan het signaal van de
zender van die duiker worden geblokkeerd.
2 Installatie en configuratie
De zender op uw tankregelaar installeren
WAARSCHUWING
Gebruik altijd de vooraf geïnstalleerde flowbegrenzer wanneer u de zender gebruikt die direct op uw regelaar is
aangesloten. Gebruik altijd de meegeleverde luchtplunjer wanneer u de zender aansluit op een verlengstuk van
de hogedrukslang (De zender op een verlenging van de hogedrukslang installeren, pagina 4). Het gebruik van
de zender zonder de flowbegrenzer of luchtplunjer kan leiden tot ernstig letsel of de dood als gevolg van een
storing in de luchtdruk.
Voordat u de zender op uw tankregelaar installeert, moet u de tips voor de positionering van de zender lezen en
de poortpositie kiezen die de beste zichtlijn naar de duikcomputer biedt.
Voor het installeren van de zender hebt u een sleutel van 16 mm (
5
/
8
in.) nodig.
De zender kan worden aangesloten op een hogedrukuitgangspoort van de eerste-fasenregelaar.
1 Controleer of de druk van de regelaar is afgelaten en dat de regelaar is losgekoppeld van een scubacilinder.
2 Verwijder de poortplug uit de hogedrukuitgangspoort van de eerste-fasenregelaar.
3 Controleer of de flowbegrenzer in de zender is geïnstalleerd.
4 Schroef de zender op de hogedrukuitgangspoort tot u weerstand voelt.
WAARSCHUWING
Controleer of de geïnstalleerde zender niet fysiek in contact komt met slangen of andere tankonderdelen.
5 Gebruik een sleutel van 16 mm (
5
/
8
in.) om de zender vast te draaien.
LET OP
Draai deze niet te strak aan om schade aan de zender en minder goede werking te voorkomen. Gebruik de
zenderbehuizing niet om de zender vast of los te draaien.
Pak de regelaar of de zender niet vast om de tank te verplaatsen, te dragen of af te stellen.
Installatie en configuratie 3
De zender op een verlenging van de hogedrukslang installeren
WAARSCHUWING
Gebruik altijd de vooraf geïnstalleerde flowbegrenzer wanneer u de zender gebruikt die direct op uw regelaar is
aangesloten (De zender op uw tankregelaar installeren, pagina 3). Gebruik altijd de meegeleverde luchtplunjer
wanneer u de zender aansluit op een verlenging van de hogedrukslang. Het gebruik van de zender zonder de
flowbegrenzer of luchtplunjer kan leiden tot ernstig letsel of de dood tot gevolg hebben als gevolg van een
luchtdrukstoring.
Voordat u de zender installeert op een hogedrukslangverlengstuk dat voldoet aan de norm EN 250:2014, moet u
de tips voor de positie van de zender aflezen en een stand kiezen die het beste zicht biedt op de duikcomputer.
Voor het installeren van de zender hebt u twee steeksleutels van 16 mm (
5
/
8
inch) en een kleine platte
schroevendraaier of platbektang nodig.
De zender kan worden aangesloten op een hogedrukslangverlenging van de hogedrukuitgangspoort van de
eerste-fasenregelaar.
1 Gebruik een schroevendraaier of tang om de flowbegrenzer voorzichtig van de zender te verwijderen.
LET OP
Wees voorzichtig bij het verwijderen van de flowbegrenzer om beschadiging van het toestel te voorkomen.
2 Steek het grote uiteinde van de luchtplunjer in de zender.
3 Controleer of de druk van de regelaar is afgehaald en de regelaar is losgekoppeld van een scubacilinder.
4 Verwijder de poortplug uit de hogedrukuitgangspoort van de eerste-fasenregelaar.
5 Sluit een verlenging van de hogedrukslang aan op de hogedrukuitgangspoort van de eerste-fasenregelaar.
6 Schroef de zender op het verlengstuk van de hogedrukslang tot u weerstand voelt.
4 Installatie en configuratie
WAARSCHUWING
Controleer of de geïnstalleerde zender niet fysiek in contact komt met slangen of andere tankconstructies.
7 Gebruik twee sleutels van 16 mm (
5
/
8
inch) om de zender vast te zetten. Plaats daarbij één sleutel op de
zender en één sleutel op de slangkoppeling.
LET OP
Om schade aan de zender en mogelijk verlies van werking te voorkomen, mag u deze niet te strak
aandraaien. Gebruik niet de zenderbehuizing om de zender vast te draaien of losser te zetten.
Pak de regelaar of de zender niet vast om de tank te verplaatsen, te dragen of af te stellen.
8 Zorg ervoor dat de aansluiting tussen de zender en de slangaansluiting goed vastzitten voordat u het toestel
gebruikt.
U moet de luchtplunjer verwijderen en de flowbegrenzer weer aanbrengen voordat u de sensor op uw
tankregelaar monteert.
Installatie en configuratie 5
De zender koppelen met een compatibele Descent duikcomputer
Om de zender te koppelen, moet u beschikken over een druktank en regelaar.
De Descent T1 kan luchtdrukgegevens verzenden naar een compatibele Descent duikcomputer. Ga voor meer
informatie over compatibele duikcomputermodellen naar de Descent T1 productpagina op garmin.com.
Voordat u de zender voor de eerste keer gebruikt, moet u deze koppelen met de duikcomputer. De zender
bevindt zich standaard in de energiebesparende modus. U moet het toestel uit de energiebesparende modus
halen om het koppelingsproces te voltooien.
OPMERKING: Als er een zender bij uw duikcomputer is geleverd, zijn ze al aan elkaar gekoppeld.
1 Breng de zender aan op de eerstetrapsregelaar (De zender op uw tankregelaar installeren, pagina 3).
2 Open de tankklep geleidelijk om de eerstetrapsregelaar onder druk te brengen.
Wanneer de zender druk detecteert, wordt deze uit de energiebesparende modus gehaald. De zender speelt
een toon af wanneer deze uit de energiezuinige modus komt en klaar is om te koppelen.
3 Houd op de compatibele Descent duikcomputer MENU ingedrukt en selecteer Duikinstellingen >
Luchtintegratie > Zenders > Voeg nieuwe toe.
De duikcomputer start met zoeken en toont een lijst met zenders in de buurt.
4 Selecteer in de lijst met zenders de zender-ID die u wilt koppelen.
De zender-ID staat op de behuizing.
Wanneer het koppelingsproces is voltooid, wordt Verbonden weergegeven op het scherm van de duikcomputer.
De zender begint met het verzenden van tankdrukgegevens en is klaar voor gebruik bij een duik. De volgende
keer dat de zender en duikcomputer worden ingeschakeld en zich binnen het draadloze bereik bevinden, maken
ze automatisch verbinding wanneer u een duik begint.
Als u met een groep duikt, kunt u maximaal 5 Descent T1 zenders aan de duikcomputer koppelen.
6 Installatie en configuratie
Zenderinstellingen
U kunt de instellingen voor gekoppelde zenders aanpassen voordat u gaat duiken.
Houd op de gekoppelde Descent duikcomputer MENU ingedrukt, selecteer Duikinstellingen > Luchtintegratie >
Zenders en selecteer een zender.
Status: Hiermee wordt een verbinding met de zender tot stand gebracht en wordt de huidige verbindingsstatus
weergegeven.
Identificeren: Speelt een toon af op de geselecteerde gekoppelde zender. Hierdoor kunt u de zender
identificeren zonder de zender-ID op de behuizing van de zender te hoeven bekijken.
Eenheden: Stelt de drukeenheden voor uw tank in. Het toestel staat standaard ingesteld op psi als de diepte-
instelling in voet is en bar als de diepte-instelling in meter is.
Werkdruk: Stelt in hoeveel druk de tank heeft wanneer deze vol is. Deze waarde wordt gebruikt om het
bovenste uiteinde van de manometer te bepalen en om het ademminuutvolume (RMV) te berekenen voor
tanks met psi-eenheden.
Reservedruk: Hiermee stelt u de drempelwaarden in voor reservedruk en kritieke drukwaarschuwingen die op
de duikcomputer moeten worden weergegeven.
Volume: Hiermee kunt u het luchtvolume van de tank invoeren. U kunt de optie Volume resetten gebruiken als u
de zender naar een andere tank verplaatst.
OPMERKING: Deze waarde is vereist voor het berekenen van het luchtverbruik van het volumetrische
oppervlak (SAC) en het minuutvolume van de luchtwegen (RMV) (Selecteer de gasverbruikgegevens,
pagina 8).
SAC/RMV/ATR: Hiermee kan de zender worden opgenomen in schattingen van het volumetrische luchtverbruik
(SAC), het ademminuutvolume (RMV) en de resterende luchttijd (ATR) (Zenders meetellen in berekeningen
voor gasverbruik, pagina 8).
Stel zendvermogen in: Hiermee kunt u de vermogensinstelling aanpassen als de verbinding tussen uw zender
en de gekoppelde duikcomputer onder water wordt verbroken.
Over: Geeft de zender-ID, softwareversie en batterijstatus weer.
Naam: Hiermee kunt u een gemakkelijk te herkennen naam voor de zender invoeren.
Verwijder: Hiermee kunt u een gekoppelde zender verwijderen.
Duikterminologie
Resterende luchttijd (ATR): De tijd die u op de huidige diepte kunt blijven tot een stijging van 9 m/min. (30 ft./
min.) zou resulteren in een stijging met de reservedruk.
Luchtverbruik op drukbasis (PSAC): De drukverandering in de loop van de tijd, genormaliseerd tot 1 ATM.
Respiratoir minuutvolume (RMV): De verandering in gasvolume bij omgevingsdruk in de loop van de tijd.
Luchtverbruik volumetrische oppervlakken (SAC): De verandering in gasvolume in de loop van de tijd,
genormaliseerd tot 1 ATM.
Gekoppelde zenders selecteren die u op de duikgegevensschermen wilt weergeven
U kunt twee gekoppelde zenders in één oogopslag bekijken op het primaire duikgegevensscherm. U kunt
instellen welke gekoppelde zenders op het scherm moeten worden weergegeven. Standaard worden de eerste
en tweede zender die u koppelt weergegeven.
1 Houd MENU ingedrukt op de gekoppelde Descent duikcomputer.
2 Selecteer Duikinstellingen > Luchtintegratie > Weergave-instelling.
3 Selecteer een veld dat u wilt aanpassen.
4 Selecteer een gekoppelde zender.
Installatie en configuratie 7
Selecteer de gasverbruikgegevens
1 Houd MENU ingedrukt op de gekoppelde Descent duikcomputer.
2 Selecteer Duikinstellingen > Luchtintegratie > Weergave-instelling > Gasverbruik.
3 Selecteer een optie.
OPMERKING: De duikcomputer kan het volumetrische luchtverbruik (SAC) of het ademminuutvolume (RMV)
alleen schatten als het luchtvolume van de tank in de duikcomputer (Zenderinstellingen, pagina 7). De
duikcomputer kan het luchtverbruik op drukbasis (PSAC) met of zonder het luchtvolume van de tank
inschatten.
Zenders meetellen in berekeningen voor gasverbruik
De schattingen van het gasverbruik en de resterende luchttijd worden berekend aan de hand van de tankdruk
van de meegeleverde zenders. Standaard wordt de eerste zender die u koppelt met uw compatibele
duikcomputer meegerekend. U kunt extra gekoppelde zenders opnemen in gasverbruikberekeningen.
1 Houd MENU ingedrukt op de gekoppelde Descent duikcomputer.
2 Selecteer Duikinstellingen > Luchtintegratie > Zenders.
3 Selecteer een gekoppelde zender.
4 Selecteer de wisselschakelaar SAC/RMV/ATR om de zender op te nemen in gasverbruikberekeningen.
5 Herhaal zo nodig stap 2 tot en met 4 om extra gekoppelde zenders op te nemen in
gasverbruikberekeningen.
Het scherm Zendergegevens aan een duikmodus toevoegen
U kunt het scherm met zendergegevens toevoegen aan de schermlijst met gegevens voor een duikmodus.
1 Houd op de gekoppelde Descent duikcomputer MENU ingedrukt.
2 Selecteer Activiteiten en apps.
3 Selecteer een duikmodus en selecteer de duikmodusinstellingen.
4 Selecteer Gegevensschermen > Voeg nieuwe toe > Zenders.
Duiken
U kunt een compatibele Descent duikcomputer in combinatie met uw Descent T1 zender gebruiken om een
duikactiviteit te starten. Raadpleeg de gebruikershandleiding van de Descent serie voor meer informatie.
8 Duiken
Duikwaarschuwingen
WAARSCHUWING
Dit toestel is alleen bedoeld voor gebruik door gecertificeerde duikers.
Dit toestel dient niet te worden gebruikt als enige bron van drukinformatie. Maak altijd gebruik van reserve-
instrumenten, zoals een dieptemeter, onderwatermanometer en timer of horloge.
Zorg ervoor dat u volledig op de hoogte bent van het gebruik, de schermen en de beperkingen van uw
toestel. Als u vragen over het toestel hebt, lost u eventuele onduidelijkheden of zaken waarover verwarring
kan ontstaan op voordat u gaat duiken met het toestel. Onthoud dat u zelf verantwoordelijk bent voor uw
eigen veiligheid.
De duikcomputer kan uw oppervlakteverbruik (SAC) en de resterende luchttijd (ATR) berekenen. Deze
berekeningen zijn een schatting en dienen niet als enige bron van informatie te worden gebruikt.
Voer voorafgaand aan uw duik de benodigde veiligheidscontroles uit. Controleer bijvoorbeeld of uw toestel
goed functioneert, de instellingen juist zijn, het scherm het doet en controleer het batterijniveau en de
tankdruk. Controleer ook uw slangen op lekkages.
Als een tankdrukwaarschuwing of een batterijwaarschuwing op de duikcomputer verschijnt, beëindig dan
onmiddellijk de duik en keer veilig terug naar het oppervlak. Als u het alarm negeert, heeft dat mogelijk
ernstig letsel of de dood tot gevolg.
Om veiligheidsredenen mag u nooit alleen duiken. Duik met een aangewezen buddy. Ook na de duik dient u
langere tijd met anderen door te brengen, omdat decompressieziekte (DCZ) mogelijk vertraagd op gang
komt of juist op gang komt door activiteiten boven water.
Dit toestel is niet bedoeld voor commercieel of professioneel duiken. Het toestel is bedoeld voor recreatieve
doeleinden. Bij commerciële of professionele duikactiviteiten wordt de gebruiker mogelijk blootgesteld aan
extreme dieptes of omstandigheden die het risico op DCZ vergroten.
De zender is geen door zuurstof gereinigd product. Gebruik de zender niet met mengsels die meer dan 40%
zuurstof bevatten.
Duiken 9
Een duik starten op een gekoppelde Descent duikcomputer
1 Druk op de gekoppelde Descent duikcomputer vanaf de watch face op START.
2 Selecteer een duikmodus.
Raadpleeg de gebruikershandleiding van uw Descent duikcomputer voor meer informatie over ondersteunde
duikmodi.
3 Druk op START tot het primaire duikgegevensscherm wordt weergegeven.
Het primaire duikgegevensscherm geeft maximaal twee gekoppelde zenders weer (Gekoppelde zenders
selecteren die u op de duikgegevensschermen wilt weergeven, pagina 7).
OPMERKING: U kunt dit scherm gebruiken om te bevestigen dat uw gekoppelde zenders met uw
duikcomputer zijn verbonden voordat u begint met duiken.
4 Daal af om uw duik te starten.
De activiteit-timer start automatisch wanneer u een diepte van 1,2 m (4 ft.) bereikt.
5 Druk op DOWN om door de schermen met extra gegevens te bladeren.
Als u terugkeert naar het oppervlak, beëindigt het toestel de duik automatisch en wordt de duik na één minuut
opgeslagen (standaard).
U moet de druk van de regelaar aflaten om de zender terug te zetten in de energiebesparende modus.
10 Duiken
Schermen met zendergegevens weergeven
1 Druk tijdens een duik op DOWN op uw gekoppelde Descent duikcomputer om het scherm met
zendergegevens weer te geven.
De schatting van het gasverbruik voor de geselecteerde zenders.
OPMERKING: U kunt de zenders die worden gebruikt voor gasberekeningen aanpassen (Zenders
meetellen in berekeningen voor gasverbruik, pagina 8).
De geschatte resterende luchttijd (ATR) voor de geselecteerde zenders.
Uw primaire en secundaire zenders en hun tankdrukwaarden.
OPMERKING: U kunt instellen welke zenders worden weergegeven (Gekoppelde zenders selecteren
die u op de duikgegevensschermen wilt weergeven, pagina 7).
2 Druk in het scherm met zendergegevens op START om extra gekoppelde zenders in het netwerk weer te
geven.
Duiken 11
Waarschuwingen van zender
Waarschu
wingsbericht
Oorzaak Toestelactie
Geen
De communicatie tussen uw gekop
pelde duikcomputer en de zender is
gedurende 30 seconden weggevallen.
De waarde van de tankdruk knippert geel.
%1 is onder
reservedruk.
Uw tankdruk is lager dan het reserve
drukniveau. "%1" is vervangen door de
zendernaam.
De waarde van de tankdruk wordt geel.
De gekoppelde duikcomputer trilt en laat een waar
schuwingssignaal horen.
%1 druk is laag.
Uw tankdruk is lager dan het kritische
drukniveau. "%1" is vervangen door de
zendernaam.
De waarde van de tankdruk knippert rood.
De gekoppelde duikcomputer trilt en laat een waar
schuwingssignaal horen.
%1 heeft een
bijna lege
batterij.
Er is nog minder dan 20 uur duiktijd
over. "%1" is vervangen door de zender
naam.
De zendernaam knippert BATT BIJNA LG wanneer
de batterij bijna leeg is.
De gekoppelde duikcomputer trilt en laat een waar
schuwingssignaal horen.
GEEN COMMS
De communicatie tussen uw gekop
pelde duikcomputer en de zender is
gedurende 60 seconden weggevallen.
De zendernaam knippert GEEN COMMS, de stippel
lijnen vervangen de tankdrukwaarde en de tank
drukwaarde knippert rood.
De gekoppelde duikcomputer trilt en geeft een
waarschuwingssignaal als verbindingswaarschu
wingen zijn ingeschakeld.
Verloren zenderwaarschuwingen inschakelen
Uw gekoppelde duikcomputer kan de communicatie met de zender verliezen wanneer de zender buiten het
bereik is, wanneer het signaal van de zender wordt geblokkeerd door uw lichaam of dat van een andere duiker,
en wanneer de batterij van de zender leeg raakt. U kunt een waarschuwing inschakelen die u meldt wanneer de
communicatie tussen uw gekoppelde duikcomputer en de zender gedurende 60 seconden is weggevallen.
1 Houd MENU ingedrukt op de gekoppelde duikcomputer.
2 Selecteer Duikinstellingen > Luchtintegratie > Connectiewaarschuwing.
12 Duiken
Toestelinformatie
De batterij van de Descent T1 vervangen
LET OP
Schaf alleen een vervangende batterij aan bij een hoogwaardige fabrikant en een betrouwbare leverancier. Het
gebruik van een batterij van lage kwaliteit kan leiden tot slechte prestaties van het product en een kortere
levensduur van de batterij, met name bij lage temperaturen. Gebruik geen oplaadbare batterijen. Oplaadbare
batterijen hebben mogelijk een hogere spanningsspecificatie en kunnen permanente schade aan het toestel
veroorzaken.
Als u de batterij wilt vervangen, hebt u een munt of platte schroevendraaier, een nieuwe 3 V CR123A-
lithiumbatterij en waterbestendig siliconenvet nodig. Mogelijk hebt u ook een vervangende batterijdop nodig.
De zender wordt gevoed door een 3 V CR123A-lithiumbatterij. In de fabriek is een batterij voorgeïnstalleerd.
Volg de instructies voor het vervangen van de batterij zorgvuldig op om de waterdichtheid van de zender te
behouden.
1 Steek een munt of platte schroevendraaier in de sleuf en draai linksom om het batterijdeksel los te
draaien.
2 Verwijder het batterijdeksel en de batterij.
3 Plaats de nieuwe batterij in de zender, met de pluspool naar de zender gericht en de minpool naar de
batterijklep gericht.
4 Inspecteer beide pakkingen om te controleren of ze schoon, onbeschadigd en volledig in de groeven
zitten.
Als de pakkingen versleten of beschadigd zijn, kunt u een set vervangende batterijdeksels kopen, inclusief
een dop, pakkingen en siliconenvet. Ga naar de Descent T1 productpagina op garmin.com om accessoires
aan te schaffen.
5 Breng een dunne laag waterbestendig siliconenvet aan op beide pakkingen.
6 Plaats het batterijdeksel terug in de zender en draai het volledig vast.
Toestelinformatie 13
Toestelonderhoud
LET OP
Pak de regelaar of de zender niet vast om de luchttank te verplaatsen, te dragen of af te stellen.
Verwijder de veiligheidsstop niet van de voet van de zender.
Gebruik nooit een scherp voorwerp om het toestel schoon te maken.
Gebruik geen chemische reinigingsmiddelen, oplosmiddelen en insectenwerende middelen die plastic
onderdelen en oppervlakken kunnen beschadigen.
Spoel het toestel goed uit met leidingwater nadat het in aanraking is geweest met chloor of zout water,
zonnebrand, cosmetica, alcohol en andere chemicaliën die een reactie kunnen veroorzaken. Langdurige
blootstelling aan deze stoffen kan de behuizing beschadigen.
Vermijd schokken en ruwe behandeling omdat hierdoor het product korter meegaat.
Bewaar het toestel niet op een plaats waar het langdurig aan extreme temperaturen kan worden blootgesteld,
omdat dit onherstelbare schade kan veroorzaken.
Gebruik het toestel niet meer als het beschadigd is of als het bewaard is buiten het opgegeven
opslagtemperatuurbereik.
Gebruik het toestel niet meer als er water in de batterijhouder is binnengedrongen. Zelfs kleine hoeveelheden
water kunnen corrosie van de elektrische contactpunten veroorzaken.
De zender reinigen
1 Spoel de zender na elke duik af met schoon water om zout en vuil te verwijderen.
2 Reinig de zender indien nodig met een zachte doek.
Specificaties
Batterij 3 V CR123A lithium
Levensduur van batterij Maximaal 100 uur
Schroefdraadtype
7
/
16
in. (20 UNF)
Normale bedrijfstemperatuur Van -20 tot 60 °C (van -4 tot 140 °F)
Bedrijfstemperatuurbereik onderwater Van 0 tot 40°C (van 32 tot 104°F)
Opslagtemperatuur Van -30 tot 70 °C (van -22 tot 158 °F)
Draadloze frequentie 2,4 GHz bij 0 dBm
Zendbereik oppervlakte (ANT draadloze technologie) Tot 10 m (33 ft.)
Zendbereik onder water (sonar) Tot 10 m (33 ft.)
Waterbestendigheid 11 ATM
1
Druksnelheid 300 bar (4351 psi)
Inspectie-interval
Inspecteer de onderdelen voor elk gebruik op bescha
diging. Vervang onderdelen indien nodig.
2
1
Het toestel is bestand tegen druk tot een diepte van maximaal 110 meter. Ga voor meer informatie naar garmin.com/waterrating.
2
Afgezien van normale slijtage worden de prestaties niet beïnvloed door veroudering.
14 Toestelinformatie
Meer informatie
Meer informatie over dit product vindt u op de Garmin
®
website.
Ga naar support.garmin.com voor meer handleidingen, artikelen en software-updates.
Ga naar buy.garmin.com of neem contact op met uw Garmin dealer voor informatie over optionele
accessoires en vervangingsonderdelen.
Problemen oplossen
De software van de zender bijwerken via uw Descent duikcomputer
Voordat u de software kunt bijwerken, moet u uw Descent T1 zender koppelen met een compatibele Descent
duikcomputer.
1 Selecteer een optie om uw duikcomputer te synchroniseren:
Synchroniseer uw duikcomputer met de Garmin Dive
app.
Sluit de duikcomputer met de USB-kabel aan op uw computer en synchroniseer met de Garmin Express
applicatie.
Garmin Dive en Garmin Express zoeken automatisch naar software-updates. Wanneer u synchroniseert met
Garmin Express, wordt de update direct toegepast op uw duikcomputer. Wanneer u synchroniseert met
Garmin Dive, wordt u gevraagd de update op een later tijdstip toe te passen.
2 Installeer de zender op de eerstetrapsregelaar (De zender op uw tankregelaar installeren, pagina 3).
3 Open de tankklep geleidelijk om de eerstetrapsregelaar onder druk te brengen.
Wanneer de zender druk detecteert, wordt deze geactiveerd vanuit de energiebesparende modus en klinkt er
een toon.
4 Houd op de gekoppelde Descent duikcomputer MENU ingedrukt, selecteer Duikinstellingen >
Luchtintegratie > Zenders en selecteer uw zender.
5 Wacht tot de zender verbinding maakt met uw duikcomputer.
Verbonden wordt weergegeven op het scherm van de duikcomputer.
6 Selecteer Software-update.
OPMERKING: Het kan een minuut duren voordat deze optie wordt weergegeven terwijl de duikcomputer de
softwareversie en de batterijstatus van de zender bepaalt.
7 Controleer de zender-ID wanneer daarom wordt gevraagd.
De zender-ID staat op de behuizing.
8 Houd de duikcomputer in de buurt van de zender totdat de software-update is voltooid.
Mijn zender en watch verliezen verbinding onder water
Als uw watch en zender aan het oppervlak communiceren maar de communicatie onder water wegvalt, kunt u
deze tips proberen.
Verhoog de vermogensinstelling van de zender (De vermogensinstelling van de zender aanpassen,
pagina 16).
Installeer de zender op een verlengstuk van de hogedrukslang om de zichtlijn tussen de zender en de watch
te verbeteren (De zender op een verlenging van de hogedrukslang installeren, pagina 4).
Volg de tips voor de positie van de zender om de beste zichtlijn tussen de watch en de zender te verkrijgen
(Tips voor de positie van de zender, pagina 2).
Problemen oplossen 15
De vermogensinstelling van de zender aanpassen
OPMERKING: Als u de vermogensinstelling verhoogt, wordt het geluid van de zender sterker en gaat de batterij
minder lang mee.
1 Houd MENU ingedrukt.
2 Selecteer Duikinstellingen > Luchtintegratie > Zenders.
3 Selecteer een gekoppelde zender.
4 Selecteer Stel zendvermogen in.
5 Voer de zender-ID in.
OPMERKING: De zender-ID staat op de behuizing.
6 Selecteer een optie.
De batterij van mijn zender raakt snel leeg
Als de batterij van de zender sneller leeg raakt dan de verwachte levensduur van de batterij (Specificaties,
pagina 14), moet u ervoor zorgen dat de zender na een duik terugkeert naar de modus voor laag vermogen.
Wanneer u na een duik weer terugkeert naar het wateroppervlak, haalt u druk van de regelaar af.
De geïnstalleerde zender schakelt over naar de modus voor laag energieverbruik nadat er twee minuten zijn
verstreken.
Mijn zender maakt een hoorbaar geluid tijdens het duiken
De zender maakt een hoorbaar geluid bij het verzenden van gegevens via het Subwave
sonarnetwerk tijdens
normaal bedrijf. Sonarsignalen zijn merkbaar tijdens het duiken en omdat geluid beter door water wordt geleid
dan radiogolven, heeft het Subwave sonarnetwerk een groter bereik dan traditionele producten op basis van
radio. Het Subwave sonarnetwerk gebruikt een lager vermogenssignaal (1 W tot 10 W) dan traditionele
maritieme sonarsystemen (ongeveer 1000 W). Tests hebben geen verstoring van het zeeleven aangetoond.
U kunt de voedingsinstelling verlagen om het hoorbare geluid van de zender te verlagen (De
vermogensinstelling van de zender aanpassen, pagina 16).
16 Problemen oplossen
Index
A
accessoires 15
B
batterij 14
vervangen 13
D
de batterij vervangen 13
duiken 7, 8, 10–12
G
gegevens, schermen 8, 11
I
installeren 2–4
instellingen 7, 8, 12
K
koppelen 6
O
onderhoud van uw toestel 14
P
problemen oplossen 12, 15, 16
S
specificaties 14
T
toestel schoonmaken 14
Index 17
support.garmin.com
GUID-46177B6F-52F5-4DA5-B0C5-84CE303DDB49 v2Maart 2021
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22

Garmin Descent T1 Transmitter de handleiding

Type
de handleiding