Miele DAS 2920 Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Gebruiks- en montagehandleiding
Dampkap
Lees altijd eerst de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw
toestel installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u
voorkomt schade aan uw toestel.
nl-BE M.-Nr. 12 311 930
Inhoud
2
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen..................................................... 4
Uw bijdrage aan de bescherming van het milieu ........................................... 13
Overzicht dampkap ........................................................................................... 14
Hoe werkt uw toestel? ...................................................................................... 16
Bediening ........................................................................................................... 17
Afzuiging inschakelen.......................................................................................... 17
Afzuigvermogen kiezen ....................................................................................... 17
Naloop................................................................................................................. 17
Afzuiging uitschakelen......................................................................................... 17
Kookplaatverlichting in- en uitschakelen............................................................. 17
Powermanagement ............................................................................................. 18
Powermanagement uit-/inschakelen.............................................................. 18
Veiligheidsuitschakeling ...................................................................................... 18
Tips om energie te besparen............................................................................ 19
Reiniging en onderhoud.................................................................................... 20
Behuizing............................................................................................................. 20
Vetfilters............................................................................................................... 21
Vetfilter vervangen.......................................................................................... 22
Actieve koolstoffilter ............................................................................................ 23
Anti-geurfilters weggooien ............................................................................. 24
Regenereerbare antigeurfilters ....................................................................... 24
Klantendienst..................................................................................................... 25
Contact bij storingen ........................................................................................... 25
Positionering van het typeplaatje ........................................................................ 25
Garantie ............................................................................................................... 25
Installatie............................................................................................................ 26
Voor de installatie ................................................................................................ 26
Montagetips ........................................................................................................ 26
Installatiemateriaal............................................................................................... 26
Montagemateriaal voor de luchtcirculatie ...................................................... 27
Afmetingen van het toestel.................................................................................. 28
Afstand tussen kookplaat en dampkap (S) ......................................................... 31
Diepteaanslag plaatsen (optioneel) ..................................................................... 32
Luchtafvoerleiding............................................................................................... 34
Terugslagklep ................................................................................................. 35
Condenswater ................................................................................................ 35
Geluiddemper................................................................................................. 36
Inhoud
3
Elektrische aansluiting......................................................................................... 37
Technische gegevens ....................................................................................... 38
Accessoires die voor luchtcirculatie achteraf nog besteld kunnen worden ........ 38
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
4
Deze dampkap voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften.
Onjuist gebruik kan echter persoonlijk letsel of materiële schade
tot gevolg hebben.
Lees de gebruiks- en montagehandleiding aandachtig door voor-
dat u de dampkap in gebruik neemt. Hierin vindt u belangrijke in-
structies met betrekking tot de montage, de veiligheid, het gebruik
en het onderhoud. Daardoor beschermt u zichzelf en vermijdt u
beschadigingen aan de dampkap.
In overeenstemming met de norm IEC60335-1 adviseert Miele u
uitdrukkelijk om het hoofdstuk over de installatie van het toestel en
de veiligheidsinstructies en waarschuwingen te lezen en op te vol-
gen.
Wanneer de veiligheidsinstructies en waarschuwingen niet worden
opgevolgd, kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld voor scha-
de die daarvan het gevolg is.
Bewaar de gebruiks- en montagehandleiding en geef deze door
aan een eventuele volgende eigenaar.
Verantwoord gebruik
Deze dampkap is bedoeld voor gebruik in het huishouden en in
gelijkaardige omgevingen.
Deze dampkap is niet bestemd voor gebruik buiten.
Gebruik de dampkap uitsluitend in huishoudelijke context voor het
wegzuigen van kookdampen die ontstaan bij het bereiding van ge-
rechten.
Gebruik voor andere doeleinden is niet toegelaten.
De dampkap mag in de recirculatiemodus boven een gaskookstel
niet gebruikt worden voor het ventileren van de plaats van opstelling.
Raadpleeg een gasprofessional.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
5
Personen die op grond van hun fysieke of psychische gesteldheid,
hun onervarenheid of gebrek aan kennis van de dampkap niet in
staat zijn om deze veilig te bedienen, mogen de dampkap alleen on-
der toezicht gebruiken.
Deze personen mogen de dampkap alleen zonder toezicht gebruiken
als ze weten hoe ze het toestel veilig moeten bedienen. Ze moeten
de eventuele risico's van een foutieve bediening kunnen inzien en
begrijpen.
Kinderen in het gezin
Houd kinderen onder 8jaar bij de dampkap vandaan, tenzij u
voortdurend toezicht houdt.
Kinderen vanaf 8jaar mogen de dampkap alleen zonder toezicht
gebruiken als ze weten hoe ze de dampkap veilig moeten bedienen.
Kinderen moeten de eventuele risico's van een foutieve bediening
kunnen inzien en begrijpen.
Kinderen mogen de dampkap niet zonder toezicht reinigen of on-
derhouden.
Houd kinderen in de gaten wanneer zij zich in de buurt van de
dampkap bevinden. Laat kinderen nooit met de dampkap spelen.
De kookplaatverlichting is heel sterk.
Zorg dat vooral baby's niet direct in de lampen kijken.
Risico op verstikking! Spelende kinderen kunnen zich wikkelen in
verpakkingsmateriaal (bijv. folies) of het over hun hoofd trekken en
daardoor verstikken. Houd verpakkingsmateriaal zoals plastic buiten
het bereik van kinderen.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
6
Technische veiligheid
Door ondeskundig uitgevoerde installaties, onderhoudswerken of
herstellingen kunnen er niet te onderschatten risico's ontstaan voor de
gebruiker. Installatie-, onderhouds- of herstellingswerken mogen al-
leen door vakmensen worden uitgevoerd die door Miele erkend zijn.
Schade aan de dampkap kan uw veiligheid in gevaar brengen.
Controleer de dampkap op zichtbare schade. Gebruik nooit een be-
schadigde dampkap.
De elektrische veiligheid van de dampkap is uitsluitend gegaran-
deerd, als deze wordt aangesloten op een aardingssysteem dat vol-
gens de geldende voorschriften is geïnstalleerd. Aan deze funda-
mentele veiligheidsvoorwaarde moet worden voldaan. Laat de elek-
trische installatie bij twijfel door een elektricien inspecteren.
Tijdelijke of permanente werking op een autonoom of niet-netge-
koppeld stroomvoorzieningssysteem (zoals stand-alonenetten, back-
upsystemen) is mogelijk. Voorwaarde voor het gebruik is dat de
energievoorzieningsinstallatie voldoet aan de bepalingen van
EN50160 of een vergelijkbare standaard.
De maatregelen voorzien in de huisinstallatie en dit Miele product
moeten ook in hun functie en werking gegarandeerd zijn in geïso-
leerd of niet netsynchroom bedrijf of de veiligheidsmaatregelen in de
installatie moeten door gelijkwaardige maatregelen vervangen wor-
den. Zoals bijvoorbeeld beschreven in de huidige publicatie van
VDE-AR-E 2510-2.
De aansluitgegevens (frequentie en spanning) op het typeplaatje
van de dampkap moeten beslist met de waarden van het elektrici-
teitsnet overeenkomen om beschadiging van de dampkap te voorko-
men.
Vergelijk deze aansluitgegevens voordat u het toestel aansluit. Raad-
pleeg bij twijfel een elektricien.
Deze dampkap mag niet op het elektriciteitsnet worden aangeslo-
ten via meervoudige stopcontacten of verlengsnoeren die daarvoor
niet geschikt zijn. Dit in verband met gevaar voor oververhitting.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
7
Bij dampkappen van het type...EXT/EXTA dient u de bijbeho-
rende verbindingskabel en stekkers te gebruiken om verbinding te
maken met de externe afzuiginstallatie.
Deze toestellen mogen enkel met een externe dampkamp van Miele
gecombineerd worden.
Gebruik uw dampkap enkel in geïnstalleerde toestand. Enkel dan
is een veilige werking gewaarborgd.
Deze dampkap mag niet op niet-vaste plaatsen (bijv. op een
schip) worden gebruikt.
Raak geen onderdelen aan die onder spanning staan. Verander
niets aan de elektrische en mechanische opbouw van het toestel.
Open de ommanteling van de dampkap slechts zo ver als in het ka-
der van de montage en de reiniging is toegestaan. Open in geen ge-
val overige delen van de ommanteling.
Worden deze instructies niet opgevolgd, dan kunnen gebruikers een
elektrische schok krijgen en is het mogelijk dat het toestel niet meer
goed functioneert.
Het recht op garantie vervalt wanneer de dampkap door een tech-
nische dienst wordt hersteld die niet door Miele is erkend.
Wanneer de aansluitkabel is beschadigd, moet deze door een er-
kend vakman/vakvrouw worden vervangen.
De lampen van de verlichting zijn permanent ingebouwd. De lamp
mag uitsluitend worden vervangen door een door Miele erkende
technicus of door de Miele klantendienst.
Bij installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mag er
geen elektrische spanning op de dampkap staan. Dat is het geval als
aan één van de volgende voorwaarden is voldaan:
- de zekeringen van de elektrische installatie zijn uitgeschakeld of
- de schroefzekeringen van de elektrische aansluiting zijn er geheel
uitgedraaid of
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
8
- de stekker (indien aanwezig) is uit de contactdoos getrokken. Trek
daarbij aan de stekker en niet aan de aansluitkabel.
Gelijktijdig gebruik van het toestel met een verbrandingssysteem dat lucht uit
dezelfde ruimte gebruikt
Gevaar voor vergiftiging door verbrandingsgassen.
Wees heel voorzichtig als u de dampkap tegelijk gebruikt met ver-
brandingssystemen die lucht uit dezelfde ruimte gebruiken of ge-
bruikmaken van dezelfde afvoerinstallatie.
Dergelijke verbrandingssystemen halen de lucht die nodig is voor
de verbranding uit de ruimte waar de systemen zich bevinden en
voeren de rookgassen af via een afvoerkanaal (bijvoorbeeld via
een schouw). Dit kunnen bijvoorbeeld gas-, olie-, hout- of kolenka-
chels zijn, maar ook gasboilers, warmwaterketels op gas, gas-
kookplaten en gasovens.
De dampkap zuigt lucht uit de keuken en de aangrenzende ruim-
ten. Dit geldt bij:
– luchtafvoer,
– luchtafvoer met externe ventilator en bij
– luchtcirculatie met een buiten de ruimte geplaatste luchtcircula-
tiebox.
Als de luchtaanvoer niet voldoende is, ontstaat er onderdruk. Het
verbrandingssysteem krijgt te weinig lucht. De verbranding wordt
negatief beïnvloed.
Giftige verbrandingsgassen kunnen uit de schouw of een ander
luchtafvoerkanaal naar de woonvertrekken geleid worden.
Er bestaat levensgevaar.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
9
Het gelijktijdige gebruik van een dampkap en verbrandingssys-
teem in dezelfde ruimte is ongevaarlijk als de onderdruk niet groter
is dan 4Pa (0,04mbar). In dat geval is er geen gevaar dat verbran-
dingsgassen worden teruggezogen.
Er zullen geen onderdrukproblemen ontstaan als door niet-afsluit-
bare openingen bijvoorbeeld in deuren of ramen voldoende lucht in
de ruimte kan komen. De diameter van de opening waardoor de
lucht naar binnen stroomt, moet dan wel groot genoeg zijn. Alleen
een muurkast voor luchttoevoer/luchtafvoer is meestal niet toerei-
kend.
Bij de beoordeling van een en ander dient men altijd rekening te
houden met de totale ventilatie van de woning. Raadpleeg in ieder
geval een vakman.
Wanneer de dampkap met luchtcirculatie wordt gebruikt en de
lucht wordt teruggevoerd in de ruimte waar het toestel is geplaatst,
is gelijktijdig gebruik van een dampkap en een verbrandingstoestel
in dezelfde ruimte niet gevaarlijk.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
10
Veilig gebruik
Bij open vuur bestaat brandgevaar.
Werk nooit met open vuur onder de dampkap. Bijvoorbeeld het flam-
beren en grillen met open vlam is niet toegestaan. Als de dampkap
ingeschakeld is, worden de vlammen in de filter gezogen. Vetresten
kunnen vuur vatten.
Sterke hitte-ontwikkeling op een gaskookplaat kan de dampkap
beschadigen.
- Let er bij gebruik van de dampkap boven een gaskookplaat of
gasfornuis op, dat er altijd een pan staat op de gaspit die in ge-
bruik is. Draai de gaspit ook uit, wanneer u de pan even van het
gas neemt.
- Kies pannen die niet groter of kleiner zijn dan de kookzone.
- Regel de stand van het gas zo dat er geen gas langs de pan om-
hoog komt.
- Zorg ervoor dat u een pan nooit overmatig verhit, zoals dit bij het
wokken snel gebeurt.
Condenswater kan zorgen voor corrosieschade aan de dampkap.
Schakel de dampkap altijd in als u een kookzone gebruikt om opho-
ging van condenswater te voorkomen.
Olie en vet kunnen bij oververhitting vanzelf ontbranden en daarbij
de dampkap in brand zetten.
Let op potten, pannen en friteuses wanneer u met olie en vet werkt.
Ook het grillen op elektrische griltoestellen moet daarom onder con-
tinu toezicht plaatsvinden.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
11
Gebruik de dampkap nooit zonder vetfilters om te voorkomen dat
zich vuil en vet in de dampkap afzetten,
waardoor deze op den duur niet meer goed zal functioneren.
Hou ermee rekening dat de dampkap bij het koken door de opstij-
gende hitte erg warm kan worden.
Raak de ommanteling en de vetfilters pas aan wanneer de dampkap
is afgekoeld.
Installatie volgens de voorschriften
Controleer in de specificaties van de fabrikant of uw kooktoestel
in combinatie met een dampkap mag worden gebruikt.
Het is niet toegestaan de dampkap boven stookplaatsen voor
vaste brandstoffen te monteren.
Als de afstand tussen kookplaat en dampkap te klein is, kan dit
schade aan de dampkap veroorzaken.
Tussen de kookplaat en de onderkant van de dampkap moeten de
afstanden worden aangehouden die staan vermeld in het hoofdstuk:
“Montage”, tenzij de fabrikant van de kookplaat een grotere afstand
aangeeft.
Worden er onder de dampkap verschillende kooktoestellen gebruikt
waarvoor verschillende afstanden gelden, dan moet de grootste af-
stand worden aangehouden.
Volg voor het monteren van de dampkap de aanwijzingen in het
hoofdstuk “Installatie” op.
Onderdelen kunnen scherpe randen hebben en tot verwondingen
leiden.
Draag bij het monteren handschoenen die bescherming bieden te-
gen snijwonden.
Gebruik voor de luchtafvoerleiding enkel buizen of slangen van
onbrandbaar materiaal. Die zijn bij uw Miele-handelaar of via de
Technische Dienst van Miele verkrijgbaar.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
12
De lucht mag niet worden afgevoerd via een afvoerschoorsteen
die wordt gebruikt voor de afvoer van rook of gas, noch via een
schacht die wordt gebruikt voor de ontluchting van ruimten waarin
wordt gestookt.
Wanneer de lucht moet worden afgevoerd via een schoorsteen die
niet meer in gebruik is, dient u eerst de officiële voorschriften te
raadplegen.
Reiniging en onderhoud
Er kan brand ontstaan als het toestel niet volgens de aanwijzingen
in deze gebruiksaanwijzing wordt gereinigd.
De stoom van een stoomreiniger kan terechtkomen op onderdelen
die onder spanning staan en een kortsluiting veroorzaken.
Gebruik voor het reinigen van de dampkap nooit een stoomreiniger.
Accessoires en onderdelen
Gebruik uitsluitend Miele-accessoires om te voorkomen dat ga-
rantieaanspraken vervallen. Worden er andere onderdelen gemon-
teerd of ingebouwd, dan vervalt het recht op waarborg en/of pro-
ductaansprakelijkheid.
Enkel bij gebruik van originele Miele-onderdelen garandeert Miele
dat aan de veiligheidseisen wordt voldaan. Defecte onderdelen mo-
gen alleen door originele Miele-onderdelen worden vervangen.
Miele geeft u na het einde van de serieproductie een leveringsga-
rantie van maximaal 15jaar en minimaal 10jaar voor essentiële re-
serve-onderdelen.
Uw bijdrage aan de bescherming van het milieu
13
Afdanken van de verpakking
De verpakking zorgt ervoor dat u het
toestel kunt hanteren en beschermt het
toestel tegen transportschade. Het ver-
pakkingsmateriaal is uitgekozen met het
oog op een zo gering mogelijke belas-
ting van het milieu en de mogelijkheden
voor recyclage.
Door hergebruik van verpakkingsmateri-
aal wordt er op grondstoffen bespaard.
Gebruik materiaalspecifieke inzame-
lings- en retouropties voor recyclebaar
materiaal. Uw Miele vakhandelaar
neemt de transportverpakking terug.
Het oude toestel afdanken
Elektrische en elektronische toestellen
bevatten meestal waardevolle materia-
len. Ze bevatten ook stoffen, mengsels
en onderdelen die nodig waren om de
toestellen goed en veilig te laten func-
tioneren. Wanneer u uw oude toestel bij
het gewone huisvuil gooit of er niet
goed mee omgaat, kunnen deze stoffen
schadelijk zijn voor de gezondheid en
het milieu. Gooi uw oude toestellen
daarom nooit weg met het gewone
huisvuil.
Lever het toestel in bij een gratis, ge-
meentelijk inzameldepot voor elek-
trische en elektronische toestellen, bij
uw vakhandelaar of bij Miele. U bent
wettelijk zelf verantwoordelijk voor het
wissen van eventuele persoonlijke ge-
gevens op het oude toestel. U bent
wettelijk verplicht om niet compleet in-
gebouwde gebruikte batterijen en ac-
cu's alsmede lampen die onbeschadigd
kunnen worden verwijderd, te verwij-
deren. Breng deze naar een geschikte
inzamellocatie, waar u ze gratis kunt in-
leveren. Het oude toestel moet tot die
tijd buiten het bereik van kinderen wor-
den opgeslagen.
Overzicht dampkap
14
Overzicht dampkap
15
aLuchtafvoertuit
bBedieningselementen
cAntigeurfilter
Wegwerp- of regenereerbare antigeurfilter
Accessoires die voor luchtcirculatie achteraf nog besteld kunnen worden
dVetfilter
eUittrekbaar wasemscherm
fKookplaatverlichting
gToets voor het in- en uitschakelen van de afzuiging
hToetsen voor het instellen van het afzuigvermogen
iToets voor het in- en uitschakelen van de kookplaatverlichting
jInklapbaar frontpaneel
Het front van het wasemscherm kan hetzelfde frontpaneel hebben als de rest
van uw meubels. Daarvoor heeft u montageset DML2000 nodig (bij te bestellen
accessoire).
Hoe werkt uw toestel?
16
De dampkap kan op de volgende ma-
nieren worden gebruikt:
Werking met luchtafvoer
De aangezogen lucht wordt door de
vetfilters gereinigd en naar buiten afge-
voerd.
Luchtcirculatie
(Alleen mogelijk met ombouwset en ac-
tievekoolstoffilters. Deze zijn bij te be-
stellen. Zie hoofdstuk: “Technische ge-
gevens”)
De aangezogen lucht wordt door de
vetfilter en bovendien door de actieve-
koolstoffilter gereinigd en wordt daarna
weer in de keuken geleid.
Werking met externe afzuigin-
stallatie
(dampkappen van het type...EXT/EX-
TA)
Bij dampkappen met een externe afzui-
ging, wordt een Miele-afzuiginstallatie
buiten het vertrek gemonteerd op de
plaats waar u deze wilt hebben. De ex-
terne afzuiginstallatie wordt door een
aansluitkabel met de dampkap verbon-
den en via de bedieningselementen van
de dampkap aangestuurd.
Bediening
17
Afzuiging inschakelen
Schakel de afzuiging in, zodra u begint
met koken. Hierdoor worden kook-
dampen vanaf het eerste moment afge-
zogen.
Trek het wasemscherm eruit. Trek het
wasemscherm er helemaal uit voor
een optimale afzuiging en een laag
geluidsniveau.
De afzuiging start op stand2.
Afzuigvermogen kiezen
Voor lichte tot zware kookdampen en
geuren kunt u kiezen tussen de vermo-
gensstanden 1 tot en met 3.
Bij kortstondige sterke wasem- en geur-
vorming, bijv. bij het aanbraden, kunt u
de intensiefstand B gebruiken.
Kies door indrukken van de toets “
of “” het gewenste afzuigvermogen.
De boosterstand terugschakelen
Is het Power Management System
(voordien) geactiveerd, dan wordt het
afzuigvermogen na 5minuten automa-
tisch teruggeschakeld naar stand 3.
Naloop
Laat de afzuiging na het koken nog
enkele minuten werken.
De keukenlucht wordt gezuiverd van
eventueel nog aanwezige dampen en
geurtjes.
Resten in de dampkap en geurtjes die
hierdoor ontstaan worden voorkomen.
Afzuiging uitschakelen
Schakel de afzuiging uit door het wa-
semscherm in te schuiven. De eerste
keer dat u het wasemscherm uit-
schuift, start de afzuiging weer op
stand 2, of
Schakel de afzuiging met de aan-uit-
toets uit.
Kookplaatverlichting in- en uit-
schakelen
De kookplaatverlichting kunt u onafhan-
kelijk van de afzuiging in- en uitscha-
kelen.
Door de luifel uit- of in te schuiven of
op de verlichtingstoets te drukken,
kunt u de kookplaatverlichting in- en
uitschakelen.
Wanneer de verlichting ingeschakeld is,
brandt het symbool .
Bediening
18
Powermanagement
De dampkap beschikt over een power-
management. Het powermanagement
zorgt voor de energiebesparing. Het
zorgt ervoor dat de afzuiging automa-
tisch terugschakelt en de verlichting
wordt uitgeschakeld.
- Als de boosterstand ingesteld is,
wordt de afzuiging na 5minuten au-
tomatisch naar stand3 teruggescha-
keld,
- Als stand3,2of1 ingesteld is, wordt
het afzuigvermogen na 2uur automa-
tisch éénstand lager gezet en daarna
in stappen van 30minuten uitgescha-
keld.
- Als de kookvlakverlichting ingescha-
keld is, wordt deze na 12uur auto-
matisch uitgeschakeld.
Powermanagement uit-/inschakelen
U kunt het Powermanagement deacti-
veren.
Bedenk wel dat dit tot een stijging in
het energieverbruik kan leiden.
Controleer of afzuiging en kookplaat-
verlichting zijn uitgeschakeld.
Druk ca. 10 seconden lang tegelijk op
de “” toets en de “” toets, totdat
vermogensstand 1 gaat branden.
Druk achter elkaar op
- de toets van de verlichting,
- de “” toets en weer op
- toets van de verlichting.
Als het Powermanagement ingescha-
keld is, branden de standen 1 en B con-
tinu.
Is het uitgeschakeld, dan knipperen de
standen 1 en B.
Druk op de “” toets om het Power-
management uit te schakelen.
De standen 1 en B knipperen.
Druk op de “” toets om het Power-
management in te schakelen.
De standen 1 en B branden continu.
Bevestig uw instelling met de Aan /
Uit - toets .
Alle controlelampjes gaan uit.
Bevestigt u de procedure niet binnen
4minuten na het instellen, dan neemt
het toestel automatisch de oude instel-
ling over.
Veiligheidsuitschakeling
Als het Powermanagement uitgescha-
keld is, wordt de ingeschakelde damp-
kap na 12 uur automatisch uitgescha-
keld (afzuiging en kookplaatverlichting).
Als u de dampkap weer wilt inscha-
kelen, druk dan op de Aan/Uit-toets
of op de verlichtingstoets .
Tips om energie te besparen
19
Deze dampkap werkt zeer efficiënt en
energiebesparend. Volgende maatre-
gelen ondersteunen u bij het spaarzame
gebruik:
- Zorg bij het koken voor een goede
ventilatie van de keuken. Stroomt bij
luchtafvoer niet voldoende lucht, dan
werkt de dampkap niet efficiënt en
zijn er verhoogde werkingsgeluiden.
- Kook op een zo laag mogelijke kook-
stand. Weinig kookdampen beteke-
nen een lage vermogensstand aan de
dampkap en hierdoor ook minder
stroomverbruik.
- Controleer de gekozen vermogens-
stand op de dampkap. Meestal is een
lage vermogensstand voldoende. Ge-
bruik de boosterstand alleen als dat
nodig is.
- Schakel bij sterke kookdampen al
vroeg op een hoge stand. Dat is effi-
ciënter dan de kookdampen nadien
proberen op te vangen.
- Let erop om de dampkap na het ko-
ken weer uit te schakelen.
- Maak de filters geregeld schoon of
vervang ze. Door erg vette filters
wordt het vermogen verlaagd en be-
staat er brandgevaar. Voorts bestaat
dan een risico voor de hygiëne.
Reiniging en onderhoud
20
Koppel de dampkap bij elk on-
derhoud en reiniging los van de voe-
ding (zie hoofdstuk: “Veiligheidsin-
structies en waarschuwingen”).
Behuizing
Algemeen
De oppervlakken en bedieningsele-
menten kunnen door ongeschikte
reinigingsmiddelen aangetast wor-
den.
Gebruik geen reinigingsmiddelen die
soda, zuur, chloor of oplosmiddelen
bevatten.
Gebruik geen schurende reinigings-
middelen zoals schuurpoeder en
vloeibaar schuurmiddel en ook geen
schuursponsjes of sponsjes waar
nog resten van schuurmiddelen in
zitten.
Vocht in de dampkap kan leiden
tot schade.
Let erop dat er geen water in de
dampkap komt.
Reinig oppervlak en bedieningsele-
menten alleen met een licht vochtige
doek, wat reinigingsmiddel en wat
warm water.
Wrijf de oppervlakken daarna met
een zachte doek droog.
Roestvrijstalen oppervlakken
De aanwijzingen gelden niet voor de
bedieningstoetsen.
Neem de algemene regels in acht en
gebruik daarnaast een niet-schurend
reinigingsmiddel dat speciaal geschikt
is voor roestvrij staal.
Gebruik, om te voorkomen dat de op-
pervlakken snel weer vuil worden, ook
een onderhoudsmiddel voor roestvrij
staal (verkrijgbaar bij Miele).
Bedieningselementen
Wanneer verontreinigingen langer
blijven zitten, kunnen de bedienings-
elementen verkleuren of veranderen.
Verwijder vuil daarom direct.
Bij reiniging met reinigingsmiddel
voor roestvrij staal kan het oppervlak
van de bedieningselementen be-
schadigd worden.
Gebruik voor het reinigen van de be-
dieningselementen geen reinigings-
middel voor roestvrij staal.
Reiniging en onderhoud
21
Vetfilters
Brandgevaar
Een verzadigd vetfilter is brandbaar.
Reinig de vetfilter regelmatig.
De recycleerbare metalen vetfilter in het
toestel neemt de vaste deeltjes uit de
keukendampen op (vet, stof etc.) en
zorgt er zo voor dat de dampkap niet
vuil wordt.
De vetfilter moet regelmatig worden ge-
reinigd.
Een sterk vervuilde vetfilter vermindert
het afzuigvermogen en zorgt voor
meer vervuiling van de dampkap en
de keuken.
Reinigingsinterval
Aangekoekt vet wordt na verloop van
tijd hard en het wordt dan steeds moei-
lijker om de filters schoon te krijgen. U
kunt de vetfilter daarom het beste om
de 3–4weken schoonmaken.
De vetfilter uitnemen
Een vetfilter kan makkelijk uit uw
handen glippen.
Daarbij kunnen de vetfilter en de
kookplaat beschadigd raken.
Houd de vetfilter bij het verwijderen,
reinigen en terugplaatsen daarom
goed vast.
Trek het wasemscherm eruit.
Houd de vetfilter vast met de rechter-
hand. Druk op de vergrendeling aan
de linkerkant.
Trek de vetfilter naar beneden en ver-
wijder deze.
De vetfilter met de hand reinigen
Reinig de vetfilter in warm water met
een afwasborstel en een zacht hand-
afwasmiddel. Gebruik het handaf-
wasmiddel niet geconcentreerd.
Reiniging en onderhoud
22
Ongeschikte reinigingsmiddelen
Vetfilters kunnen beschadigd raken
door reinigingsmiddelen die daarvoor
niet geschikt zijn.
De volgende reinigingsmiddelen mogen
niet worden gebruikt:
- kalkoplossende reinigingsmiddelen
- schuurpoeder of schuurcrème
- agressieve allesreinigers en vetoplos-
sprays
- ovenspray
Vetfilter in de vaatwasser reinigen
Plaats de vetfilter verticaal of schuin
in het onderrek. Let erop dat de
sproeiarm vrij kan bewegen.
Gebruik een reinigingsmiddel dat ge-
schikt is voor huishoudelijk gebruik.
Kies een programma met een tempe-
ratuur tussen de 50°C en 65°C.
Houd er bij reiniging van de vetfilter in
de vaatwasser rekening mee dat ge-
bruik van sommige reinigingsmiddelen
tot verkleuringen van het metaal van
de vetfilter kan leiden. Dit heeft geen
nadelig effect op de werking van de
vetfilter.
Na het reinigen
Leg de vetfilter na het schoonmaken
nog op een vochtopnemend voor-
werp te drogen.
Wanneer de vetfilter uitgenomen is,
kan u de bereikbare onderdelen van
de behuizing van vet ontdoen. Op die
manier voorkomt u brandgevaar.
Plaats de vetfilter terug.
Vetfilter vervangen
Door regelmatig gebruik en reiniging
kunnen de filteroppervlakken verslijten.
Wanneer u schade vaststelt, vervangt u
de vetfilter.
U kunt de vetfilter via Miele (zie achter-
aan in deze gebruiksaanwijzing) of de
Miele vakhandelaar verkrijgen.
Reiniging en onderhoud
23
Actieve koolstoffilter
Bij luchtcirculatie dient u naast de vetfil-
ter ook nog 2anti-geurfilters te ge-
bruiken. De anti-geurfilters binden de
kookgeurtjes.
De anti-geurfilters worden in het wa-
semscherm boven de vetfilter geplaatst.
U kunt de anti-geurfilters in de webshop
van Miele, bij Miele zelf (zie achter in
deze gebruiksaanwijzing) of bij de
Miele-vakhandelaar verkrijgen.
De type-aanduiding vindt u in het
hoofdstuk “Technische gegevens”.
Antigeurfilter plaatsen/vervangen
Om de anti-geurfilters te kunnen ge-
bruiken, moeten de bijbehorende
frames gemonteerd zijn. Bekijk daar-
voor het montageschema.
Verwijder de vetfilter uit de dampkap.
Verwijder de verpakking van de anti-
geurfilters.
Druk de anti-geurfilters in de frames,
totdat ze goed vastklikken.
Plaats de vetfilter terug.
Als u de anti-geurfilters verwijdert,
drukt u het lipje van de houder een
beetje naar voren, trekt u de anti-
geurfilters naar beneden en verwijdert
ze.
Reiniging en onderhoud
24
Vervangingsfrequentie
Vervang de anti-geurfilters altijd zodra
de kookluchtjes niet meer voldoende
opgenomen worden, maar uiterlijk elke
zes maanden.
Anti-geurfilters weggooien
Gooi de gebruikte anti-geurfilters bij
het huisvuil.
Regenereerbare antigeurfilters
Voor deze dampkap zijn regenereerbare
antigeurfilters verkrijgbaar. U kunt ze in
de oven regenereren en vaker ge-
bruiken.
Raadpleeg voor het gebruik de bijbeho-
rende gebruiksaanwijzing.
Klantendienst
25
Op www.miele.com/service vindt u in-
formatie over hoe u zelf storingen kunt
verhelpen en over Miele onderdelen.
Contact bij storingen
Voor storingen die u niet zelf kunt ver-
helpen, waarschuwt u uw Miele vakhan-
delaar of de klantendienst van Miele.
De klantendienst van Miele kunt u onli-
ne boeken op www.miele.com/ser-
vice.
De contactgegevens van de klanten-
dienst van Miele vindt u achteraan in
dit document.
De klantendienst van Miele heeft de ty-
peaanduiding en het fabricagenummer
nodig (Fabr./SN/nr.). Beide gegevens
vindt u op het typeplaatje.
Positionering van het typepla-
tje
Het typeplaatje is zichtbaar als u de
vetfilter en bij luchtcirculatie de anti-
geurfilters heeft verwijderd.
Garantie
De garantietermijn voor dit toestel be-
draagt 2 jaar.
Voor meer informatie, zie de bijge-
voegde garantievoorwaarden.
Installatie
*INSTALLATION*
26
Voor de installatie
Neem voordat u met de installa-
tie begint de informatie in dit hoofd-
stuk en in het hoofdstuk: “Veilig-
heidsinstructies en waarschuwingen”
in acht.
Montagetips
- Om alle kookdampen op te kunnen
vangen, moet de dampkap precies in
het midden boven de kookplaat zijn
gemonteerd.
- Zorg ervoor dat de kookplaat niet
groter is dan de dampkap, liefst klei-
ner.
- De plaats waar de dampkap komt te
hangen moet makkelijk toegankelijk
zijn. In geval van een storing moet
een technicus makkelijk bij de damp-
kap kunnen komen en deze ongehin-
derd kunnen demonteren. Let bij het
monteren van de dampkap dus ook
op de plaatsing van kasten, planken,
plafond- of decorelementen in de
omgeving van de dampkap.
Installatiemateriaal
1luchtafvoertuit
voor een luchtafvoerleiding 150mm
1terugslagklep
te plaatsen in de uitblaastuit van de
motoreenheid (niet bij luchtcirculatie).
4montageplaten
voor de montage in een kast van
600mm breed
2 montagehaken
voor de montage in een kast van
900mm breed (alleen voor toestellen
met een breedte van 896mm)
2klemveren
voor de montage in een kast van
900mm breed (alleen voor toestellen
met een breedte van 896mm)
1afstandslijst
voor het afdekken van de opening tussen
de achterkant van het toestel en de muur
2diepteaanslagen
om ervoor te zorgen dat het wasem-
scherm minder ver kan worden inge-
schoven
Installatie
*INSTALLATION*
27
4schroeven M4x8mm
4 (8)* schroeven 4x15mm
4schroeven 4x30mm
8 (12)* schroeven 4x15mm
4 schroeven M4x12mm*
4 schroeven M4x8,5mm*
2schroeven 3,9x7,5mm met afdek-
kapjes
* bij toestellen met een breedte van
896mm
Montage
Installation
Montaje
Montaggio
Montering
Montagem
Asennus
Montageschema
De montagestappen zijn in het monta-
geschema afzonderlijk beschreven.
11839970
Montageset DML2000
voor de montage van een inklapbaar
frontpaneel (wordt niet meegeleverd,
bij te bestellen accessoire)
Montagemateriaal voor de luchtcir-
culatie
Voor de luchtcirculatie heeft u de vol-
gende bij te bestellen accessoires no-
dig.
Montageset DKFS31-x
bevat 2houders en 2anti-geurfilters
(DKFS31-P met anti-geurfilters voor
eenmalig gebruik of DKFS31-R met re-
genereerbare anti-geurfilters)
Montageset DUU15x
bevat luchtombuiger, slang en slang-
klemmen (DUU150 voor de bovenkant
van de kast of DUU151 voor de zij-
kanten of het front van de kast).
Installatie
*INSTALLATION*
28
Afmetingen van het toestel
Afbeelding1: DAS2620 in een kast met een breedte van 600mm.
De tekening is geen maatstaf
Installatie
*INSTALLATION*
29
Afbeelding2: DAS2920 in een kast met een breedte van 900mm.
De tekening is geen maatstaf
Bekijk voor het zij-aanzicht afbeelding1
Installatie
*INSTALLATION*
30
Afbeelding3: DAS2920 in een kast met een breedte van 600mm of van 900mm
met vakken aan de zijkant.
De tekening is geen maatstaf
Bekijk voor het zij-aanzicht afbeelding1
Voetnoten bij afbeeldingen1 tot en met3:
aOm de dampkap te bevestigen, moet de kast aan de voorkant een bodemplaat
hebben.
bAls er een tussenwand is, moet u deze er kunnen uithalen.
cLuchtafvoer of luchtcirculatie met ombouwset DUU150
dBevestigingshoek DML2000 (accessoire) voor de montage van een frontpaneel
eInstelbaar met diepteaanslag
* In deze inbouwsituatie sluit het scherm op de voorkant van de kast aan. Als u de
dampkap verder naar voren of naar achteren plaatst, dient u de afmetingen dien-
overeenkomstig aan te passen (bijv. bij gebruik van een frontpaneel).
Bij het meten van de hoogte van de kast en de uitsparingen moet u rekening hou-
den met gemonteerde accessoires (bijv. geluiddemper, ombouwset luchtcircula-
tie).
Installatie
*INSTALLATION*
31
Afstand tussen kookplaat en dampkap (S)
Tussen de onderkant van de dampkap en de plek waar gekookt, gebakken, ge-
braden, gegrilleerd of gefrituurd wordt, moet een minimumafstand worden aan-
gehouden. Deze kunt u hieronder vinden.
Geeft de fabrikant echter een grotere afstand aan, houd dan deze aan.
Neem ook de veiligheidsinstructies en waarschuwingen in het gelijknamige
hoofdstuk in acht.
Kooktoestel Minimumafstand S
Elektrische kookplaat 450mm
Grill en friteuse (elektrisch) 650mm
Een gaskookplaat met verschillende branders met een
totale capaciteit van 12,6 kW,
waarbij geen brander een capaciteit van > 4,5 kW heeft.
650mm
Een gaskookplaat met verschillende branders met een
totale capaciteit van >12,6 kW en > 21,6 kW,
waarbij geen brander een capaciteit van 4,8 kW heeft.
760mm
Een gaskookplaat met verschillende branders met een
totale capaciteit van >21,6 kW,
of met bij één brander een capaciteit van > 4,8 kW.
niet mogelijk
Een losse gaskookplaat met een capaciteit van 6 kW 650mm
Een losse gaskookplaat met een capaciteit van > 6 kW en
8,1 kW
760mm
Een losse gaskookplaat met een capaciteit van > 8,1 kW niet mogelijk
Monteert u een frontpaneel van hout of kunststof aan de dampkap, neem dan
de aanwijzingen van de fabrikant van de kooktoestellen in acht met betrekking
tot het gebruik van licht ontvlambaar materiaal boven kooktoestellen.
Installatie
*INSTALLATION*
32
Diepteaanslag plaatsen (optio-
neel)
U heeft de mogelijkheid om ervoor te
zorgen dat het wasemscherm minder
ver ingeschoven kan worden.
Als het ingeschoven wasemscherm bij-
voorbeeld niet gelijk moet komen met
de voorkant van de kast, maar met de
voorkant van de meubeldeur, dan kunt
u dit met de diepteaanslag instellen.
U heeft de mogelijkheid om de aanslag
tot 50mm naar voren te verplaatsen.
De diepteaanslagen moeten worden ge-
plaatst, voordat u de dampkap in de
geleiders van het wasemscherm instal-
leert. Na de installatie kunt u de diepte-
aanslagen in de gewenste positie vast-
zetten.
Steek de diepteaanslagen vanaf de
achterkant in de geleiders van het
wasemscherm. De afstelling is afhan-
kelijk van de vraag hoe ver u de aan-
slag naar voren wilt verplaatsen.
- X = 2 tot 18mm: lip van de diepte-
aanslag naar achteren
- X = 19 tot 50mm: lip van de diep-
teaanslag naar voren
Installeer de dampkap.
Trek het wasemscherm eruit.
Schuif de afdekkingen van de ge-
leiders naar voren.
Installatie
*INSTALLATION*
33
Schuif de diepteaanslagen tot aan de
weergegeven positie naar voren.
Schuif de afdekkingen weer terug.
Schuif het wasemscherm voorzichtig
in tot aan de gewenste positie.
De diepteaanslagen worden daarbij
naar de gewenste positie verschoven.
Markeer met een potlood de achter-
kant van het wasemscherm op de af-
dekking.
Trek het wasemscherm eruit.
Draai de schroeven (3,9x7,5mm)
door de afdekkingen om de diepte-
aanslagen vast te zetten. De positie
van de schroeven hangt ervan af hoe
de lip van de diepteaanslag is ge-
plaatst.
- lip van de diepteaanslag naar ach-
teren: 10mm voor de markering
- lip van de diepteaanslag naar vo-
ren: 10mm achter de markering
Installatie
*INSTALLATION*
34
Luchtafvoerleiding
Gelijktijdig gebruik van de damp-
kap en een toestel dat lucht in die-
zelfde ruimte verbruikt kan gevaarlijk
zijn! Er kunnen giftige gassen vrijko-
men.
Neem beslist de veiligheidsinstruc-
ties en waarschuwingen in het gelijk-
namige hoofdstuk in acht.
Laat in ieder geval door de plaatse-
lijke schoorsteenveger controleren of
een veilig gebruik van de luchtafvoer
gewaarborgd is.
Voor de luchtafvoer mogen alleen
gladde buizen of flexibele luchtaf-
voerleidingen van niet-brandbaar
materiaal gebruikt worden.
Gebruik bij dampkappen van het ty-
pe…EXT/EXTA een vormstabiele
luchtafvoerleiding. De externe afzuig-
installatie kan namelijk een onder-
druk creëren, die leidt tot vervorming
van de luchtafvoerbuizen.
Voor een zo groot mogelijk afzuigver-
mogen en een zo laag mogelijk geluids-
niveau moeten de volgende punten in
acht worden genomen:
- De diameter van de luchtafvoerlei-
ding mag niet kleiner zijn dan die van
de luchtafvoertuit (zie het hoofdstuk
Afmetingen”). Dit geldt vooral bij het
gebruik van platte afvoerkanalen.
- De luchtafvoerleiding moet zo kort en
recht mogelijk zijn.
- Gebruik alleen bochten met een grote
doorsnede.
- Er mogen geen knikken in de luchtaf-
voerleiding komen en de luchtafvoer-
leiding mag niet in elkaar gedrukt
worden.
- Alle verbindingspunten moeten stevig
zijn en mogen niet lekken.
- Als de luchtafvoerleiding kleppen
heeft, moeten deze bij het inscha-
kelen van de dampkap worden geo-
pend.
Iedere beperking in de luchtstroming
vermindert de afzuigcapaciteit en
verhoogt het geluidsniveau.
Schoorsteen
Als de verbruikte lucht door een
schoorsteen afgevoerd moet worden,
moet de invoerbuis in stromingsrichting
geplaatst worden.
Als de schoorsteen door meerdere ven-
tilatietoestellen gebruikt wordt, moet de
doorsnede ervan groot genoeg zijn.
Installatie
*INSTALLATION*
35
Terugslagklep
Gebruik een terugslagklep in het
luchtafvoersysteem.
Een terugslagklep zorgt ervoor dat er
geen ongewenste luchtuitwisseling tus-
sen kamer en buitenlucht plaatsvindt
als de dampkap uitgeschakeld is.
Als de verbruikte lucht naar buiten afge-
voerd wordt, kan het beste een Miele
muurkast of een Miele dakdoorvoer ge-
installeerd worden (na te bestellen ac-
cessoire). Deze beschikken over een
geïntegreerde terugslagklep.
Als uw afzuiginstallatie geen terugslag-
klep heeft, wordt een terugslagklep bij
de dampkap meegeleverd.
De terugslagklep wordt in de uitblaas-
tuit van de ventilator geplaatst.
Condenswater
Als de luchtafvoerleiding bijvoorbeeld
door koele ruimtes of over zolders
wordt gelegd, kan door temperatuurver-
schillen condenswater in de luchtaf-
voerleiding ontstaan. Isoleer de luchtaf-
voerleiding om temperatuurverschillen
te verkleinen.
Als de luchtafvoerleiding horizontaal ge-
legd wordt, dient u voor een verval van
minstens 1cm per meter te zorgen. Het
verval voorkomt dat er condenswater in
de dampkap kan lopen.
Naast de isolatie van de luchtafvoerlei-
ding raden wij aan een anti-condens-
voorziening te installeren die het con-
denswater opneemt en verdampt.
Anti-condensvoorzieningen zijn verkrijg-
baar als bij te bestellen accessoire voor
luchtafvoerleidingen met een diameter
van 125mm of 150mm.
Plaats de anti-condensvoorziening
loodrecht en zo dicht mogelijk boven de
uitblaastuit van de dampkap. De pijl op
de ommanteling geeft de uitblaasrich-
ting aan.
In dampkappen die geschikt zijn voor
de aansluiting van een externe afzui-
geenheid (type...EXT/EXTA) is een anti-
condensvoorziening standaard inge-
bouwd.
Miele is niet aansprakelijk voor func-
tionele gebreken of schade die veroor-
zaakt wordt door een ontoereikende
luchtafvoerleiding.
Installatie
*INSTALLATION*
36
Geluiddemper
Voor extra geluiddemping kan in de
luchtafvoerleiding een geluiddemper
worden geplaatst (na te bestellen ac-
cessoire).
Bij de luchtafvoer dempt de geluiddem-
per zowel afzuiggeluiden die naar bui-
ten dringen als geluiden die van buiten
via de luchtafvoerleiding de keuken bin-
nendringen (zoals straatlawaai). Daarom
wordt de geluiddemper zo dicht moge-
lijk voor de opening geplaatst waar-
langs de lucht afgevoerd wordt .
Bij luchtcirculatie wordt de geluiddem-
per tussen de uitblaastuit en de uit-
blaasrooster geplaatst . Controleer de
inbouwruimte.
Bij gebruik met een externe ventilator
kunnen de geluiden van de ventilator
naar buiten toe en in de keuken geredu-
ceerd worden.
Als de geluiddemper vóór de externe
ventilator wordt geplaatst, worden de
geluiden in de keuken gereduceerd. Bij
een lange luchtafvoerleiding moet de
geluiddemper op de luchtafvoertuit van
de dampkap geplaatst worden.
Bij een externe ventilator die in de be-
huizing is gemonteerd, worden de ge-
luiden naar buiten toe gereduceerd door
de geluiddemper na de externe ventila-
tor te plaatsen .
Installatie
*INSTALLATION*
37
Elektrische aansluiting
De dampkap is standaard “stekker-
klaar” uitgerust voor aansluiting op een
geaard stopcontact.
Als het stopcontact niet goed bereik-
baar is of als er sprake is van een vaste
aansluiting, zorg er dan voor dat er voor
elke pool een werkschakelaar is.
Brandgevaar door oververhitting.
Het gebruik van de dampkap via ver-
deelstekkers en verlengsnoeren kan
tot overbelasting van de kabels lei-
den.
Gebruik om veiligheidsredenen geen
verdeelstekkers en verlengsnoeren.
De elektrische installatie moet conform
VDE0100 zijn uitgevoerd.
Om veiligheidsredenen raden we aan
een verliesstroomschakelaar van het ty-
pe te gebruiken in de huisinstallatie
waarin u de dampkap installeert.
Een beschadigde aansluitkabel mag al-
leen door een speciale aansluitkabel
van hetzelfde type worden vervangen
(verkrijgbaar bij Miele). Om veiligheids-
redenen mag de kabel alleen door een
gekwalificeerde vakman of door een
technicus van Miele worden vervangen.
Op het typeplaatje en in de gebruiks-
aanwijzing staat informatie over het no-
minale verbruik en de bijbehorende ze-
kering. Vergelijk deze informatie met de
gegevens van de elektrische aansluiting
ter plaatse.
Raadpleeg bij twijfel een elektricien.
Tijdelijke of permanente werking op een
autonoom of niet-netgekoppeld stroom-
voorzieningssysteem (zoals stand-al-
onenetten, back-upsystemen) is moge-
lijk. Voorwaarde voor het gebruik is dat
de energievoorzieningsinstallatie vol-
doet aan de bepalingen van EN50160
of een vergelijkbare standaard. De wer-
king van in de huisinstallatie en in dit
Miele product aanwezige veiligheids-
maatregelen moeten ook in geïsoleerd
of in niet-netsynchroon bedrijf gewaar-
borgd zijn of de veiligheidsmaatregelen
in de installatie moeten door gelijkwaar-
dige maatregelen vervangen worden.
Zoals beschreven in de huidige publica-
tie van VDE-AR-E2510-2.
Technische gegevens
38
Ventilatormotor* 200W
Kookplaatverlichting 3,2W
Totale aansluitwaarde* 203,2W
Netspanning, frequentie AC 230V, 50Hz
Zekering 10A
Lengte van de aansluitkabel 1,5m
Gewicht
DAS2620 12kg
DAS2920 14kg
DAS2620EXTA 9kg
DAS2920EXTA 11kg
* Toestellen van het type…EXTA: de aansluitwaarde is afhankelijk van de aangesloten ex-
terne afzuiginstallatie.
Lengte van de elektrische verbindingskabel naar de externe ventilator: 1,9m
Accessoires die voor luchtcirculatie achteraf nog besteld kun-
nen worden
Voor de luchtcirculatie heeft u de volgende montagesets nodig:
- DUU150 of DUU151
- DKFS31-P of DKFS31-R (regenereerbaar). De montagesets bevatten 2anti-
geurfilters en de vereiste inbouwframes voor de eerste plaatsing.
Voor de aankoop achteraf heeft u de anti-geurfilters DKF31-P of DKF31-R (rege-
nereerbaar) nodig. De verpakkingen bevatten 2anti-geurfilters.
Technische gegevens
39
Productkaart voor huishoudelijke dampkappen
volgens gedelegeerde verordening (EU) Nr. 65/2014 en verordening (EU) Nr.
66/2014
MIELE
Identificatie van het model DAS 2620
Jaarlijks energieverbruik (AECdampkap) 41,7 kWh/jaar
Energie-efficiëntieklasse A
Energie-efficiëntie-index (EEIdampkap) 50,2
Hydrodynamische efficiëntie (FDEdampkap) 30,6
Hydrodynamische-efficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt) A
Verlichtingsefficiëntie (LEdampkap) 96,9 lx/W
Verlichtingsefficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt) A
Vetfilteringsefficiëntie 95,6%
Vetfilteringsefficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt) A
Gemeten luchtdebiet op het beste-efficiëntiepunt 312,6 m3/h
Luchtstroom (minimumsnelheid) 198 m3/h
Luchtstroom (maximumsnelheid) 413 m3/h
Luchtstroom (intensieve of boostmodus) 559 m3/h
Max. luchtstroom (Qmax)559 m3/h
Gemeten luchtdruk op het beste-efficiëntiepunt 422 Pa
A-gewogen geluidsemissie (minimumsnelheid) 47 dB
A-gewogen geluidsemissie (maximumsnelheid) 61 dB
A-gewogen geluidsemissie in de intensieve of boostmodus 68 dB
Gemeten elektrisch opgenomen vermogen op het beste-efficiëntiepunt 119,9 W
Elektriciteitsverbruik in de uit-stand (Po) W
Elektriciteitsverbruik in de stand-by-stand (Ps) 0,25 W
Nominaal vermogen van het verlichtingssysteem 3,2 W
Gemiddelde verlichting van het verlichtingssysteem op het kookopper-
vlak
310 Ix
Tijdstoenamefactor 0,9
Technische gegevens
40
Productkaart voor huishoudelijke dampkappen
volgens gedelegeerde verordening (EU) Nr. 65/2014 en verordening (EU) Nr.
66/2014
MIELE
Identificatie van het model DAS 2920
Jaarlijks energieverbruik (AECdampkap) 42,0 kWh/jaar
Energie-efficiëntieklasse A
Energie-efficiëntie-index (EEIdampkap) 50,4
Hydrodynamische efficiëntie (FDEdampkap) 30,6
Hydrodynamische-efficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt) A
Verlichtingsefficiëntie (LEdampkap) 85,9 lx/W
Verlichtingsefficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt) A
Vetfilteringsefficiëntie 95,2%
Vetfilteringsefficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt) A
Gemeten luchtdebiet op het beste-efficiëntiepunt 311,4 m3/h
Luchtstroom (minimumsnelheid) 204 m3/h
Luchtstroom (maximumsnelheid) 420 m3/h
Luchtstroom (intensieve of boostmodus) 561 m3/h
Max. luchtstroom (Qmax)561 m3/h
Gemeten luchtdruk op het beste-efficiëntiepunt 427 Pa
A-gewogen geluidsemissie (minimumsnelheid) 47 dB
A-gewogen geluidsemissie (maximumsnelheid) 61 dB
A-gewogen geluidsemissie in de intensieve of boostmodus 69 dB
Gemeten elektrisch opgenomen vermogen op het beste-efficiëntiepunt 120,7 W
Elektriciteitsverbruik in de uit-stand (Po) W
Elektriciteitsverbruik in de stand-by-stand (Ps) 0,25 W
Nominaal vermogen van het verlichtingssysteem 3,2 W
Gemiddelde verlichting van het verlichtingssysteem op het kookopper-
vlak
275 Ix
Tijdstoenamefactor 0,9
Technische gegevens
41
Productkaart voor huishoudelijke dampkappen
volgens gedelegeerde verordening (EU) Nr. 65/2014 en verordening (EU) Nr.
66/2014
MIELE
Identificatie van het model DAS 2620 EXTA
Jaarlijks energieverbruik (AECdampkap) 109,5 kWh/jaar
Energie-efficiëntieklasse C
Energie-efficiëntie-index (EEIdampkap) 77,5
Hydrodynamische efficiëntie (FDEdampkap) 19,9
Hydrodynamische-efficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt) C
Verlichtingsefficiëntie (LEdampkap) 96,9 lx/W
Verlichtingsefficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt) A
Vetfilteringsefficiëntie 95,6%
Vetfilteringsefficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt) A
Gemeten luchtdebiet op het beste-efficiëntiepunt 431,9 m3/h
Luchtstroom (minimumsnelheid) 325 m3/h
Luchtstroom (maximumsnelheid) 590 m3/h
Luchtstroom (intensieve of boostmodus) 729 m3/h
Max. luchtstroom (Qmax)729 m3/h
Gemeten luchtdruk op het beste-efficiëntiepunt 375 Pa
A-gewogen geluidsemissie (minimumsnelheid) 48 dB
A-gewogen geluidsemissie (maximumsnelheid) 63 dB
A-gewogen geluidsemissie in de intensieve of boostmodus 69 dB
Gemeten elektrisch opgenomen vermogen op het beste-efficiëntiepunt 225,9 W
Elektriciteitsverbruik in de uit-stand (Po) W
Elektriciteitsverbruik in de stand-by-stand (Ps) 0,25 W
Nominaal vermogen van het verlichtingssysteem 3,2 W
Gemiddelde verlichting van het verlichtingssysteem op het kookopper-
vlak
310 Ix
Tijdstoenamefactor 1,3
De waarden worden in combinatie met de externe afzuiginstallatie Miele ABLG202
bepaald.
Technische gegevens
42
Productkaart voor huishoudelijke dampkappen
volgens gedelegeerde verordening (EU) Nr. 65/2014 en verordening (EU) Nr.
66/2014
MIELE
Identificatie van het model DAS 2920 EXTA
Jaarlijks energieverbruik (AECdampkap) 109,5 kWh/jaar
Energie-efficiëntieklasse C
Energie-efficiëntie-index (EEIdampkap) 77,5
Hydrodynamische efficiëntie (FDEdampkap) 19,9
Hydrodynamische-efficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt) C
Verlichtingsefficiëntie (LEdampkap) 85,9 lx/W
Verlichtingsefficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt) A
Vetfilteringsefficiëntie 95,2%
Vetfilteringsefficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt) A
Gemeten luchtdebiet op het beste-efficiëntiepunt 431,9 m3/h
Luchtstroom (minimumsnelheid) 325 m3/h
Luchtstroom (maximumsnelheid) 590 m3/h
Luchtstroom (intensieve of boostmodus) 729 m3/h
Max. luchtstroom (Qmax)729 m3/h
Gemeten luchtdruk op het beste-efficiëntiepunt 375 Pa
A-gewogen geluidsemissie (minimumsnelheid) 48 dB
A-gewogen geluidsemissie (maximumsnelheid) 63 dB
A-gewogen geluidsemissie in de intensieve of boostmodus 69 dB
Gemeten elektrisch opgenomen vermogen op het beste-efficiëntiepunt 225,9 W
Elektriciteitsverbruik in de uit-stand (Po) W
Elektriciteitsverbruik in de stand-by-stand (Ps) 0,25 W
Nominaal vermogen van het verlichtingssysteem 3,2 W
Gemiddelde verlichting van het verlichtingssysteem op het kookopper-
vlak
275 Ix
Tijdstoenamefactor 1,3
De waarden worden in combinatie met de externe afzuiginstallatie Miele ABLG202
bepaald.
Duitsland
Miele & Cie. KG
Carl-Miele-Straße 29
33332 Gütersloh
nv Miele België
Z.5 Mollem 480
1730 Mollem (Asse)
Maak een afspraak in het Miele Experience Center
in Brussel, Mollem, Antwerpen of Hasselt
Herstellingen aan huis en andere inlichtingen: 02/451.16.16
Internet: www.miele.be
M.-Nr. 12 311 930 / 03nl-BE
DAS2620, DAS2920, DAS2620EXTA, DAS2920EXTA
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44

Miele DAS 2920 Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor