Miele DAS 4930 Handleiding

Type
Handleiding
Gebruiks- en montagehandleiding
Dampkap
Lees altijd eerst de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw
toestel installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u
voorkomt schade aan uw toestel.
nl-BE M.-Nr. 12 312 170
Inhoud
2
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen..................................................... 4
Uw bijdrage aan de bescherming van het milieu ........................................... 13
Overzicht dampkap ........................................................................................... 14
Hoe werkt uw toestel? ...................................................................................... 16
Eerste ingebruikneming.................................................................................... 17
Luchtafvoer of luchtcirculatie selecteren............................................................. 17
Miele@home instellen.......................................................................................... 17
Met de app verbinden .................................................................................... 18
Via WPS verbinden......................................................................................... 19
WiFi afmelden (terugzetten naar de fabrieksinstellingen)............................... 20
Con@ctivity instellen ........................................................................................... 21
Con@ctivity via het eigen WiFi-netwerk (Con@ctivity 3.0) ............................. 22
Con@ctivity via een directe WiFi-verbinding (Con@ctivity 3.0) ...................... 22
Verbinding herhalen........................................................................................ 23
Bediening (automatische werking) .................................................................. 24
Koken met de Con@ctivity-functie (Automatische bediening) ............................ 24
Bij het braden ...................................................................................................... 25
De automatische functie tijdelijk uitschakelen .................................................... 26
Terug naar de automatische functie............................................................... 26
Bediening (handmatige werking) ..................................................................... 27
Koken zonder Con@ctivity-functie (Handmatige bediening)............................... 27
Afzuiging inschakelen.......................................................................................... 27
Afzuigvermogen kiezen ....................................................................................... 27
Tweede boosterstand kiezen.......................................................................... 27
Nalooptijd inschakelen ........................................................................................ 28
Afzuiging uitschakelen......................................................................................... 28
Kookplaatverlichting in- en uitschakelen/dimmen .............................................. 28
Veiligheidsuitschakeling ...................................................................................... 28
Instellingen wijzigen.......................................................................................... 29
Bedrijfsurenteller voor de vetfilters wijzigen........................................................ 29
Bedrijfsurenteller anti-geurfilter wijzigen of deactiveren...................................... 30
Powermanagement deactiveren.......................................................................... 30
Geluidssignaal sensortoetsen ............................................................................. 31
Tips om energie te besparen............................................................................ 32
Inhoud
3
Reiniging en onderhoud.................................................................................... 33
Behuizing............................................................................................................. 33
Roestvrijstalen oppervlakken ......................................................................... 33
Bedrijfsurenteller.................................................................................................. 34
Vetfilters............................................................................................................... 34
Vetfilter vervangen.......................................................................................... 36
Actieve koolstoffilter ............................................................................................ 36
De bedrijfsurenteller voor de antigeurfilter terugzetten naar fabrieksinstel-
lingen.............................................................................................................. 37
Anti-geurfilters weggooien ............................................................................. 37
Regenereerbare antigeurfilters ....................................................................... 37
Installatie............................................................................................................ 38
Voor de installatie ................................................................................................ 38
Montagetips ........................................................................................................ 38
Installatiemateriaal............................................................................................... 38
Montagemateriaal voor de luchtcirculatie ...................................................... 39
Afmetingen van het toestel.................................................................................. 40
Afstand tussen kookplaat en dampkap (S) ......................................................... 43
Diepteaanslag plaatsen (optioneel) ..................................................................... 44
Luchtafvoerleiding............................................................................................... 46
Terugslagklep ................................................................................................. 47
Condenswater ................................................................................................ 47
Geluiddemper................................................................................................. 48
Elektrische aansluiting......................................................................................... 49
Klantendienst..................................................................................................... 50
Contact bij storingen ........................................................................................... 50
Positionering van het typeplaatje ........................................................................ 50
Garantie ............................................................................................................... 50
Technische gegevens ....................................................................................... 51
Accessoires die voor luchtcirculatie achteraf nog besteld kunnen worden ........ 51
Verklaring van overeenstemming ........................................................................ 52
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
4
Deze dampkap voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften.
Onjuist gebruik kan echter persoonlijk letsel of materiële schade
tot gevolg hebben.
Lees de gebruiks- en montagehandleiding aandachtig door voor-
dat u de dampkap in gebruik neemt. Hierin vindt u belangrijke in-
structies met betrekking tot de montage, de veiligheid, het gebruik
en het onderhoud. Daardoor beschermt u zichzelf en vermijdt u
beschadigingen aan de dampkap.
In overeenstemming met de norm IEC60335-1 adviseert Miele u
uitdrukkelijk om het hoofdstuk over de installatie van het toestel en
de veiligheidsinstructies en waarschuwingen te lezen en op te vol-
gen.
Wanneer de veiligheidsinstructies en waarschuwingen niet worden
opgevolgd, kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld voor scha-
de die daarvan het gevolg is.
Bewaar de gebruiks- en montagehandleiding en geef deze door
aan een eventuele volgende eigenaar.
Verantwoord gebruik
Deze dampkap is bedoeld voor gebruik in het huishouden en in
gelijkaardige omgevingen.
Deze dampkap is niet bestemd voor gebruik buiten.
Gebruik de dampkap uitsluitend in huishoudelijke context voor het
wegzuigen van kookdampen die ontstaan bij het bereiding van ge-
rechten.
Gebruik voor andere doeleinden is niet toegelaten.
De dampkap mag in de recirculatiemodus boven een gaskookstel
niet gebruikt worden voor het ventileren van de plaats van opstelling.
Raadpleeg een gasprofessional.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
5
Personen die op grond van hun fysieke of psychische gesteldheid,
hun onervarenheid of gebrek aan kennis van de dampkap niet in
staat zijn om deze veilig te bedienen, mogen de dampkap alleen on-
der toezicht gebruiken.
Deze personen mogen de dampkap alleen zonder toezicht gebruiken
als ze weten hoe ze het toestel veilig moeten bedienen. Ze moeten
de eventuele risico's van een foutieve bediening kunnen inzien en
begrijpen.
Kinderen in het gezin
Houd kinderen onder 8jaar bij de dampkap vandaan, tenzij u
voortdurend toezicht houdt.
Kinderen vanaf 8jaar mogen de dampkap alleen zonder toezicht
gebruiken als ze weten hoe ze de dampkap veilig moeten bedienen.
Kinderen moeten de eventuele risico's van een foutieve bediening
kunnen inzien en begrijpen.
Kinderen mogen de dampkap niet zonder toezicht reinigen of on-
derhouden.
Houd kinderen in de gaten wanneer zij zich in de buurt van de
dampkap bevinden. Laat kinderen nooit met de dampkap spelen.
De kookplaatverlichting is heel sterk.
Zorg dat vooral baby's niet direct in de lampen kijken.
Risico op verstikking! Spelende kinderen kunnen zich wikkelen in
verpakkingsmateriaal (bijv. folies) of het over hun hoofd trekken en
daardoor verstikken. Houd verpakkingsmateriaal zoals plastic buiten
het bereik van kinderen.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
6
Technische veiligheid
Door ondeskundig uitgevoerde installaties, onderhoudswerken of
herstellingen kunnen er niet te onderschatten risico's ontstaan voor
de gebruiker. Installatie-, onderhouds- of herstellingswerken mogen
alleen door vakmensen worden uitgevoerd die door Miele erkend
zijn.
Schade aan de dampkap kan uw veiligheid in gevaar brengen.
Controleer de dampkap op zichtbare schade. Gebruik nooit een be-
schadigde dampkap.
De elektrische veiligheid van de dampkap is uitsluitend gegaran-
deerd, als deze wordt aangesloten op een aardingssysteem dat vol-
gens de geldende voorschriften is geïnstalleerd. Aan deze funda-
mentele veiligheidsvoorwaarde moet worden voldaan. Laat de elek-
trische installatie bij twijfel door een elektricien inspecteren.
Tijdelijke of permanente werking op een autonoom of niet-netge-
koppeld stroomvoorzieningssysteem (zoals stand-alonenetten, back-
upsystemen) is mogelijk. Voorwaarde voor het gebruik is dat de
energievoorzieningsinstallatie voldoet aan de bepalingen van
EN50160 of een vergelijkbare standaard.
De maatregelen voorzien in de huisinstallatie en dit Miele product
moeten ook in hun functie en werking gegarandeerd zijn in geïso-
leerd of niet netsynchroom bedrijf of de veiligheidsmaatregelen in de
installatie moeten door gelijkwaardige maatregelen vervangen wor-
den. Zoals bijvoorbeeld beschreven in de huidige publicatie van
VDE-AR-E 2510-2.
De aansluitgegevens (frequentie en spanning) op het typeplaatje
van de dampkap moeten beslist met de waarden van het elektrici-
teitsnet overeenkomen om beschadiging van de dampkap te voorko-
men.
Vergelijk deze aansluitgegevens voordat u het toestel aansluit. Raad-
pleeg bij twijfel een elektricien.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
7
Deze dampkap mag niet op het elektriciteitsnet worden aangeslo-
ten via meervoudige stopcontacten of verlengsnoeren die daarvoor
niet geschikt zijn. Dit in verband met gevaar voor oververhitting.
Gebruik uw dampkap enkel in geïnstalleerde toestand. Enkel dan
is een veilige werking gewaarborgd.
Deze dampkap mag niet op niet-vaste plaatsen (bijv. op een
schip) worden gebruikt.
Raak geen onderdelen aan die onder spanning staan. Verander
niets aan de elektrische en mechanische opbouw van het toestel.
Open de ommanteling van de dampkap slechts zo ver als in het ka-
der van de montage en de reiniging is toegestaan. Open in geen ge-
val overige delen van de ommanteling.
Worden deze instructies niet opgevolgd, dan kunnen gebruikers een
elektrische schok krijgen en is het mogelijk dat het toestel niet meer
goed functioneert.
Het recht op garantie vervalt wanneer de dampkap door een tech-
nische dienst wordt hersteld die niet door Miele is erkend.
Wanneer de aansluitkabel is beschadigd, moet deze door een er-
kend vakman/vakvrouw worden vervangen.
De lampen van de verlichting zijn permanent ingebouwd. De lamp
mag uitsluitend worden vervangen door een door Miele erkende
technicus of door de Miele klantendienst.
Bij installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mag er
geen elektrische spanning op de dampkap staan. Dat is het geval als
aan één van de volgende voorwaarden is voldaan:
- de zekeringen van de elektrische installatie zijn uitgeschakeld of
- de schroefzekeringen van de elektrische aansluiting zijn er geheel
uitgedraaid of
- de stekker (indien aanwezig) is uit de contactdoos getrokken. Trek
daarbij aan de stekker en niet aan de aansluitkabel.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
8
Gelijktijdig gebruik met een toestel dat lucht uit dezelfde ruimte verbruikt
Dit kan levensgevaarlijk zijn!
Wees heel voorzichtig als u de dampkap tegelijk gebruikt met ver-
brandingssystemen die lucht uit dezelfde ruimte gebruiken of ge-
bruikmaken van dezelfde afvoerinstallatie.
Dergelijke verbrandingssystemen halen de lucht die nodig is voor
de verbranding uit het vertrek waar de systemen zich bevinden en
voeren de rookgassen af via een afvoerkanaal (bijvoorbeeld via
een schoorsteen). Dit kunnen bijvoorbeeld gas-, olie-, hout- of
kolenkachels zijn, maar ook gasboilers, warmwaterketels op gas,
gaskookplaten en gasovens.
De dampkap zuigt lucht uit de keuken en de aangrenzende ruim-
ten. Dit geldt bij:
– luchtafvoer en bij
– luchtcirculatie met een buiten het vertrek geplaatste luchtcircula-
tiebox.
Als de luchtaanvoer niet voldoende is, ontstaat er onderdruk. Het
verbrandingssysteem krijgt te weinig lucht. De verbranding wordt
negatief beïnvloed.
Giftige verbrandingsgassen kunnen uit de schoorsteen of een an-
der luchtafvoerkanaal naar de woonruimten geleid worden.
Levensgevaarlijk!
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
9
Het gelijktijdige gebruik van de dampkap en een verbrandingssys-
teem in dezelfde ruimte is ongevaarlijk als de onderdruk niet groter
is dan 4Pa (0,04mbar). In dat geval is er geen gevaar dat verbran-
dingsgassen teruggezogen worden.
Er zullen geen onderdrukproblemen ontstaan als door niet-afsluit-
bare openingen bijvoorbeeld in deuren of ramen voldoende lucht in
de ruimte kan komen. De diameter van de opening waardoor de
lucht naar binnen stroomt, moet dan wel groot genoeg zijn. Alleen
een muurkast voor luchttoevoer/luchtafvoer is meestal niet toerei-
kend.
Bij de beoordeling van een en ander dient men altijd rekening te
houden met de totale ventilatie van de woning. Raadpleeg in ieder
geval een vakman.
Wanneer de dampkap met luchtcirculatie wordt gebruikt en de
lucht wordt teruggevoerd in de ruimte waar het toestel is geplaatst,
is gelijktijdig gebruik van een dampkap en een verbrandingstoestel
in dezelfde ruimte niet gevaarlijk.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
10
Veilig gebruik
Bij open vuur bestaat brandgevaar.
Werk nooit met open vuur onder de dampkap. Bijvoorbeeld het flam-
beren en grillen met open vlam is niet toegestaan. Als de dampkap
ingeschakeld is, worden de vlammen in de filter gezogen. Vetresten
kunnen vuur vatten.
Sterke hitte-ontwikkeling op een gaskookplaat kan de dampkap
beschadigen.
- Let er bij gebruik van de dampkap boven een gaskookplaat of
gasfornuis op, dat er altijd een pan staat op de gaspit die in ge-
bruik is. Draai de gaspit ook uit, wanneer u de pan even van het
gas neemt.
- Kies pannen die niet groter of kleiner zijn dan de kookzone.
- Regel de stand van het gas zo dat er geen gas langs de pan om-
hoog komt.
- Zorg ervoor dat u een pan nooit overmatig verhit, zoals dit bij het
wokken snel gebeurt.
Condenswater kan zorgen voor corrosieschade aan de dampkap.
Schakel de dampkap altijd in als u een kookzone gebruikt om opho-
ging van condenswater te voorkomen.
Olie en vet kunnen bij oververhitting vanzelf ontbranden en daarbij
de dampkap in brand zetten.
Let op potten, pannen en friteuses wanneer u met olie en vet werkt.
Ook het grillen op elektrische griltoestellen moet daarom onder con-
tinu toezicht plaatsvinden.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
11
Gebruik de dampkap nooit zonder vetfilters om te voorkomen dat
zich vuil en vet in de dampkap afzetten,
waardoor deze op den duur niet meer goed zal functioneren.
Hou ermee rekening dat de dampkap bij het koken door de opstij-
gende hitte erg warm kan worden.
Raak de ommanteling en de vetfilters pas aan wanneer de dampkap
is afgekoeld.
Installatie volgens de voorschriften
Controleer in de specificaties van de fabrikant of uw kooktoestel
in combinatie met een dampkap mag worden gebruikt.
Het is niet toegestaan de dampkap boven stookplaatsen voor
vaste brandstoffen te monteren.
Als de afstand tussen kookplaat en dampkap te klein is, kan dit
schade aan de dampkap veroorzaken.
Tussen de kookplaat en de onderkant van de dampkap moeten de
afstanden worden aangehouden die staan vermeld in het hoofdstuk:
“Montage”, tenzij de fabrikant van de kookplaat een grotere afstand
aangeeft.
Worden er onder de dampkap verschillende kooktoestellen gebruikt
waarvoor verschillende afstanden gelden, dan moet de grootste af-
stand worden aangehouden.
Volg voor het monteren van de dampkap de aanwijzingen in het
hoofdstuk “Installatie” op.
Onderdelen kunnen scherpe randen hebben en tot verwondingen
leiden.
Draag bij het monteren handschoenen die bescherming bieden te-
gen snijwonden.
Gebruik voor de luchtafvoerleiding enkel buizen of slangen van
onbrandbaar materiaal. Die zijn bij uw Miele-handelaar of via de
Technische Dienst van Miele verkrijgbaar.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
12
De lucht mag niet worden afgevoerd via een afvoerschoorsteen
die wordt gebruikt voor de afvoer van rook of gas, noch via een
schacht die wordt gebruikt voor de ontluchting van ruimten waarin
wordt gestookt.
Wanneer de lucht moet worden afgevoerd via een schoorsteen die
niet meer in gebruik is, dient u eerst de officiële voorschriften te
raadplegen.
Reiniging en onderhoud
Er kan brand ontstaan als het toestel niet volgens de aanwijzingen
in deze gebruiksaanwijzing wordt gereinigd.
De stoom van een stoomreiniger kan terechtkomen op onderdelen
die onder spanning staan en een kortsluiting veroorzaken.
Gebruik voor het reinigen van de dampkap nooit een stoomreiniger.
Accessoires en onderdelen
Gebruik uitsluitend Miele-accessoires om te voorkomen dat ga-
rantieaanspraken vervallen. Worden er andere onderdelen gemon-
teerd of ingebouwd, dan vervalt het recht op waarborg en/of pro-
ductaansprakelijkheid.
Enkel bij gebruik van originele Miele-onderdelen garandeert Miele
dat aan de veiligheidseisen wordt voldaan. Defecte onderdelen mo-
gen alleen door originele Miele-onderdelen worden vervangen.
Miele geeft u na het einde van de serieproductie een leveringsga-
rantie van maximaal 15jaar en minimaal 10jaar voor essentiële re-
serve-onderdelen.
Uw bijdrage aan de bescherming van het milieu
13
Afdanken van de verpakking
De verpakking zorgt ervoor dat u het
toestel kunt hanteren en beschermt het
toestel tegen transportschade. Het ver-
pakkingsmateriaal is uitgekozen met het
oog op een zo gering mogelijke belas-
ting van het milieu en de mogelijkheden
voor recyclage.
Door hergebruik van verpakkingsmateri-
aal wordt er op grondstoffen bespaard.
Gebruik materiaalspecifieke inzame-
lings- en retouropties voor recyclebaar
materiaal. Uw Miele vakhandelaar
neemt de transportverpakking terug.
Het oude toestel afdanken
Elektrische en elektronische toestellen
bevatten meestal waardevolle materia-
len. Ze bevatten ook stoffen, mengsels
en onderdelen die nodig waren om de
toestellen goed en veilig te laten func-
tioneren. Wanneer u uw oude toestel bij
het gewone huisvuil gooit of er niet
goed mee omgaat, kunnen deze stoffen
schadelijk zijn voor de gezondheid en
het milieu. Gooi uw oude toestellen
daarom nooit weg met het gewone
huisvuil.
Lever het toestel in bij een gratis, ge-
meentelijk inzameldepot voor elek-
trische en elektronische toestellen, bij
uw vakhandelaar of bij Miele. U bent
wettelijk zelf verantwoordelijk voor het
wissen van eventuele persoonlijke ge-
gevens op het oude toestel. U bent
wettelijk verplicht om niet compleet in-
gebouwde gebruikte batterijen en ac-
cu's alsmede lampen die onbeschadigd
kunnen worden verwijderd, te verwij-
deren. Breng deze naar een geschikte
inzamellocatie, waar u ze gratis kunt in-
leveren. Het oude toestel moet tot die
tijd buiten het bereik van kinderen wor-
den opgeslagen.
Overzicht dampkap
14
Overzicht dampkap
15
aLuchtafvoertuit
bBedieningselementen
cAntigeurfilter
Wegwerp- of regenereerbare antigeurfilter
Accessoires die voor luchtcirculatie achteraf nog besteld kunnen worden
dVetfilter
eUittrekbaar wasemscherm
fKookplaatverlichting
gSensortoets voor het in- en uitschakelen van de dampkap
hSensortoetsen voor het in- en uitschakelen van de afzuiging en voor het instel-
len van het afzuigvermogen
iSensortoets voor de naloopfunctie
jSensortoets voor de bedrijfsurenteller van de vetfilter
kSensortoets voor de bedrijfsurenteller van de anti-geurfilters
lSensortoets voor het in- en uitschakelen en dimmen van de kookplaatverlich-
ting
mSensortoetsen voor de keuze en de weergave van de verlichtingsstanden
Hoe werkt uw toestel?
16
De dampkap kan op de volgende ma-
nieren worden gebruikt:
Werking met luchtafvoer
De aangezogen lucht wordt door de
vetfilters gereinigd en naar buiten afge-
voerd.
Luchtcirculatie
(Alleen mogelijk met ombouwset en ac-
tievekoolstoffilters. Deze zijn bij te be-
stellen. Zie hoofdstuk: “Technische ge-
gevens”)
De aangezogen lucht wordt door de
vetfilter en bovendien door de actieve-
koolstoffilter gereinigd en wordt daarna
weer in de keuken geleid.
Eerste ingebruikneming
17
Luchtafvoer of luchtcirculatie
selecteren
De dampkap is geschikt voor luchtaf-
voer en luchtcirculatie. Het vermogen
van de afzuiging wordt aangepast op
de gekozen werkingswijze. Standaard
is luchtcirculatie ingesteld. Voor lucht-
afvoer moet de dampkap opnieuw in-
gesteld worden.
Er wordt overgeschakeld op luchtafvoer
door de bedrijfsurenteller voor de anti-
geurfilter(s) te deactiveren.
Raak de aan-uittoets aan.
Alle symbolen branden minder fel.
Houd de toets voor de nalooptijd
ingedrukt totdat de symbolen vetfil-
ter en antigeurfilter branden.
Raak het antigeurfiltersymbool
aan.
Het antigeurfiltersymbool en één van
de vermogensstanden gaan knipperen.
Druk dan op de toets B.
Bevestig de procedure met de anti-
geurfiltertoets.
Alle controlelampjes gaan uit.
Luchtafvoer is ingesteld.
Bevestigt u de procedure niet binnen
4minuten na het instellen, dan neemt
het toestel automatisch de oude instel-
ling weer over.
Miele@home instellen
Voorwaarde:
- Een WiFi-netwerk
- De Miele-app
- Een gebruikersaccount bij Miele.
Het gebruikersaccount kunt u aan-
maken via de Miele-app.
Uw dampkap heeft een geïntegreerde
WiFi-module. Verbind de dampkap met
uw wifi-netwerk. Daarna kunt u de
dampkap met de Miele-app bedienen.
Als uw Miele-kookplaat ook in het eigen
WiFi-netwerk is opgenomen, kunt u de
automatische besturing van de damp-
kap met de Con@ctivity-functie ge-
bruiken.Als uw Miele-kookplaat ook in
het eigen WiFi-netwerk is opgenomen,
kunt u de automatische besturing van
de dampkap met de Con@ctivity-func-
tie gebruiken.
Het signaal van uw WiFi-netwerk
moet voldoende sterk zijn op de lo-
catie waar uw damkap geïnstalleerd
wordt.
U kunt verbinding maken met uw eigen
WiFi-netwerk met de Miele-app of via
WPS.
Eerste ingebruikneming
18
Beschikbaarheid van Miele@home
Het gebruik van de Miele-app is afhan-
kelijk van de beschikbaarheid van de
Miele@home-services in uw land.
De service Miele@home is niet in elk
land beschikbaar.
Informatie over de beschikbaarheid
vindt u op de website www.miele.com.
Miele-app
De Miele-app kunt u gratis downloaden
uit de Apple App Store® of de Google
Play Store™.
Met de app verbinden
U kunt de netwerkverbinding met de
Miele-app tot stand brengen.
Installeer de Miele app op uw mobie-
le toestel.
Om via de app te kunnen aanmelden,
dient u te beschikken over:
1. Het wachtwoord van uw WiFi-net-
werk
2. Het wachtwoord van uw dampkap
Het wachtwoord van de dampkap be-
staat uit de laatste 9cijfers van het pro-
ductienummer op het typeplaatje.
Het typeplaatje is zichtbaar nadat u de
vetfilter hebt verwijderd.
Start de toestelaanmelding in de app.
Volg de aanmeldingsstappen.
Als u gevraagd wordt om de WiFi van
de dampkap te activeren, gaat u als
volgt te werk:
Eerste ingebruikneming
19
Raak de aan-uittoets aan.
Alle symbolen branden minder fel.
Houd de toets voor de nalooptijd
ingedrukt totdat de symbolen vetfil-
ter en antigeurfilter branden.
Druk dan op de toets 2.
2 licht continu op, 3 knippert.
De dampkap is tijdens de volgende
2minuten klaar voor de verbinding.
Volg de overige aanwijzingen in de
app op.
Na succesvolle verbinding branden 2 en
3 continu.
Verlaat de verbindingsmodus van de
dampkap door op de toets naloop
te drukken.
De dampkap kan nu met de app be-
diend worden.
Via WPS verbinden
Uw WiFi-router moet geschikt zijn
voor WPS (WiFi Protected Setup).
Raak de aan-uittoets aan.
Alle symbolen branden minder fel.
Houd de toets voor de nalooptijd
ingedrukt totdat de symbolen vetfil-
ter en antigeurfilter branden.
Druk dan op de toets 2.
2 licht continu op, 3 knippert.
De WiFi-verbinding moet gelijktijdig op
de dampkap en op uw WPS-router ge-
start worden.
Druk na enkele seconden op de toets
B op de dampkap.
Na korte tijd licht 2 continu op, 3 en B
knipperen.
De dampkap is tijdens de volgende
tweeminuten klaar voor de verbinding.
Eerste ingebruikneming
20
Start de WPS-verbinding op uw WiFi-
router.
Na succesvolle verbinding branden 2 en
3 continu.
Verlaat de verbindingsmodus van de
dampkap door op de toets naloop
te drukken.
De dampkap kan nu met de app be-
diend worden.
Als er geen verbinding kon worden ge-
maakt, kan het zijn dat u de WPS op uw
router niet snel genoeg heeft ingescha-
keld. Herhaal de vorige stappen.
Tip: Gebruik de verbinding via de Miele
app als uw WiFi-router niet over WPS
beschikt.
WiFi afmelden (terugzetten naar de
fabrieksinstellingen)
Om een nieuwe WiFi-verbinding te ma-
ken moet eerst de bestaande WiFi-ver-
binding verbroken worden.
Raak de aan-uittoets aan.
Alle symbolen branden minder fel.
Houd de toets voor de nalooptijd
ingedrukt totdat de symbolen vetfil-
ter en antigeurfilter branden.
Druk dan op de toets 1.
Bij een bestaande WiFi-verbinding
branden 2 en 3 continu.
De dampkap is tijdens de volgende
twee minuten klaar voor het verbreken
van de verbinding.
Eerste ingebruikneming
21
Druk dan op de toets 1.
2 licht continu op en 3 knippert.
Na enkele seconden knipperen 2 en 3.
De verbinding is verbroken.
Verlaat de afmeldmodus van de
dampkap door op de toets uitloop
te drukken.
De WiFi-verbinding is verbroken. Er kan
een nieuwe verbinding worden ge-
maakt.
Con@ctivity instellen
Con@ctivity beschrijft de directe com-
municatie tussen een elektrische kook-
plaat van Miele en een Miele-dampkap.
Hiermee kan de dampkap automatisch
bestuurd worden, afhankelijk van de
status van een daaronder liggende los-
se elektrische Miele-kookplaat.
- Nadat de kookplaat is ingeschakeld,
gaan de kookplaatverlichting en na
korte tijd de afzuiging van de damp-
kap automatisch aan.
- Tijdens het kookproces kiest de
dampkap automatisch het juiste af-
zuigvermogen. De vermogensstand
van de afzuiging hangt af van het
aantal ingeschakelde kookplaten en
van de gekozen kookstanden.
- Nadat de kookplaat is uitgeschakeld,
gaan na een uitlooptijd ook de afzui-
ging en de kookplaatverlichting van
de dampkap automatisch uit.
Gedetailleerde informatie over deze
functie vindt u in het hoofdstuk: 'Bedie-
ning'.
Eerste ingebruikneming
22
Con@ctivity via het eigen WiFi-net-
werk (Con@ctivity 3.0)
Voorwaarde:
- Eigen WiFi-netwerk
- Kookplaat die geschikt is voor wifi
Neem de dampkap en uw kookplaat
in het eigen WiFi-netwerk op (zie pa-
ragraaf “Miele@home installeren”).
Con@ctivity wordt automatisch geacti-
veerd.
Con@ctivity via een directe WiFi-ver-
binding (Con@ctivity 3.0)
Voorwaarde(n):
- Kookplaat die geschikt is voor
WiFi
Als u geen eigen netwerk heeft, kunt u
een directe verbinding tussen kookplaat
en dampkap tot stand brengen.
Raak de aan-uittoets aan.
Alle symbolen branden minder fel.
Houd de toets voor de nalooptijd
ingedrukt totdat de symbolen vetfil-
ter en antigeurfilter branden.
Druk dan op de toets 3.
2 licht continu op, 3 knippert.
De dampkap is tijdens de volgende
2minuten klaar voor de verbinding.
Eerste ingebruikneming
23
Start de WiFi-verbinding op de kook-
plaat. Zie daarvoor de gebruiksaan-
wijzing van de kookplaat.
Na succesvolle verbinding branden 2 en
3 continu.
Verlaat de verbindingsmodus van de
dampkap door op de toets naloop
te drukken.
Con@ctivity is nu geactiveerd.
Als de directe WiFi-verbinding tot
stand is gebracht, kunnen de kook-
plaat en dampkap niet in een eigen
netwerk opgenomen worden. Mocht u
dit later toch wensen, dan dient u
eerst de directe WiFi-verbinding tus-
sen kookplaat en dampkap uit te
schakelen (zie paragraaf “WiFi afmel-
den”).
Verbinding herhalen
Als er geen verbinding mogelijk is, knip-
peren 2 en 3 of wordt de procedure
door de dampkap afgebroken.
Verbreek de verbinding met de
dampkap (zie paragraaf “Wifi afmel-
den”) en met de kookplaat.
Herhaal de verbinding.
Bediening (automatische werking)
24
Wanneer Con@ctivity is geactiveerd,
werkt de dampkap altijd in de automa-
tische functie (zie hoofdstuk: “Eerste
ingebruikname”, paragraaf “Con@ctivi-
ty instellen”).
Zie hoofdstuk “Bediening (Handmatige
bediening)”, paragraaf “Koken zonder
Con@ctivity-functie” als u de damp-
kap handmatig wenst te bedienen.
Koken met de Con@ctivity-
functie (Automatische bedie-
ning)
Schakel een kookplaat in op een wil-
lekeurige stand.
De verlichting van de dampkap gaat
aan.
Trek de luifel uit.
De afzuiging start op stand 2.
Tijdens het kookproces kiest de damp-
kap automatisch het juiste afzuigvermo-
gen.
Dit is gebaseerd op het totale vermogen
dat op dat moment voor de kookplaat is
ingeschakeld, nl. het aantal ingescha-
kelde kookzones en de ingeschakelde
kookstanden.
Wanneer u bij de kookplaat een ho-
gere kookstand inschakelt of wanneer
u meerdere kookzones inschakelt,
kiest de dampkap een hogere vermo-
gensstand.
Wanneer u bij de kookplaat een lage-
re kookstand inschakelt of wanneer u
één of meer kookzones uitschakelt,
kiest de dampkap een lagere vermo-
gensstand.
Voorbeelden voor de vermogensstanden 1
tot en met B
Reactietijd
De dampkap reageert met vertraging.
Een wijziging in de vermogensstand van
de kookplaat hoeft namelijk niet meteen
tot meer of minder dampontwikkeling te
leiden.
De vertraging is ook toe te schrijven aan
het feit dat de kookplaat de informatie
met tussenpozen naar de dampkap ver-
zendt.
De reactie van de dampkap volgt na en-
kele seconden of enkele minuten.
Bediening (automatische werking)
25
Bij het braden
U schakelt bijvoorbeeld voor het ver-
hitten van een pan, een kookplaat op
de hoogste stand in. Circa 10secon-
den tot 4minuten daarna zet u deze
op een lagere stand (60seconden tot
5minuten bij een Highlight-kook-
plaat).
De dampkap herkent dat u aan het bra-
den bent.
De dampkap gaat aan. Nadat de kook-
plaat op een lagere stand is gezet,
wordt de dampkap naar stand3 terug-
geschakeld en blijft deze circa 5minu-
ten op deze stand staan.
Daarna wordt het afzuigvermogen van
de dampkap weer door de Con@ctivity-
functie gestuurd.
U kunt het afzuigvermogen ook voortij-
dig handmatig wijzigen.
Uitschakelen
Schakel alle kookzones uit.
De afzuiging van de dampkap wordt in
de minuten daarna stap voor stap op
een lagere stand gezet en tenslotte he-
lemaal uitgeschakeld.
Dan wordt de keukenlucht gezuiverd
van eventueel nog aanwezige dampen
en geurtjes.
- Van de intensiefstand wordt de afzui-
ging direct teruggeschakeld naar
stand 3.
- Van stand 3 wordt de afzuiging na ca.
1minuut teruggeschakeld naar stand
2.
- Van stand 2 wordt de afzuiging na
2minuten teruggeschakeld naar
stand 1.
- Van stand 1 wordt de afzuiging na
2minuten uitgeschakeld.
- 30 seconden daarna wordt de kook-
plaatverlichting uitgeschakeld.
We zijn klaar met koken.
Als de luifel uitgetrokken blijft, wordt de
dampkap automatisch weer ingescha-
keld, nadat het kookplaat wordt inge-
schakeld:
enkele seconden nadat het kookplaat is
ingeschakeld, schakelt de afzuiging in,
eerst kort in stand 2, vervolgens direct
in stand 1. Daarna begint de automa-
tische bediening.
Bediening (automatische werking)
26
De automatische functie tijde-
lijk uitschakelen
U kunt de automatische functie tijdens
het koken tijdelijk uitschakelen, en wel
als volgt:
kies handmatig een andere vermo-
gensstand of
schakel de dampkap handmatig uit of
u activeert de functie uitloop van
de dampkap. De afzuiging gaat na de
gekozen uitlooptijd uit, de verlichting
blijft ingeschakeld.
De functies van de dampkap kunnen nu
met de hand worden bediend (zie
hoofdstuk “Bediening (Handmatige be-
diening)”).
Terug naar de automatische functie
U kunt terug naar de automatische
functie en wel als volgt:
- kies handmatig een vermogensstand
en wacht circa 5minuten voordat u
de dampkap weer gaat bedienen, of
- kies handmatig een vermogensstand
die overeenkomt met de automa-
tische vermogensstand, of
- zorg ervoor dat de afzuiging van de
dampkap en de kookplaat minstens
30seconden uitgeschakeld zijn ge-
weest.
De eerstvolgende keer dat u de kook-
plaat weer inschakelt, start deze weer
in de automatische functie.
U hebt de mogelijkheid om de damp-
kap tijdens een volledige kookbeurt
handmatig te bedienen.
Schakel daarvoor de afzuiging van de
dampkap voor de kookplaat in.
Als na het koken de dampkap en de
kookplaat minstens 30seconden uitge-
schakeld waren, start de kookplaat de
volgende keer opnieuw in de automa-
tische functie.
Bediening (handmatige werking)
27
Koken zonder Con@ctivity-
functie (Handmatige bediening)
Onder de volgende voorwaarden kunt u
de dampkap met de hand bedienen:
- De Con@ctivity-functie is niet geacti-
veerd.
- U heeft de Con@ctivity-functie tijde-
lijk gedeactiveerd (Zie hoofdstuk “Be-
diening (Automatische bediening)”,
paragraaf “De automatische functie
tijdelijk uitschakelen”).
Afzuiging inschakelen
Schakel de afzuiging in, zodra u begint
met koken. Hierdoor worden kook-
dampen vanaf het eerste moment afge-
zogen.
Trek het wasemscherm eruit. Trek het
wasemscherm er helemaal uit voor
een optimale afzuiging en een laag
geluidsniveau.
De afzuiging start op stand2.
Afzuigvermogen kiezen
Voor lichte tot zware kookdampen en
geuren kunt u kiezen tussen de vermo-
gensstanden 1 tot en met 3.
Wanneer u aanbraadt waarbij veel
damp en geur vrijkomt, raden wij u aan
om stand B, de “boosterstand”, te ge-
bruiken.
Kies de gewenste vermogensstand
door op de knoppen 1 tot B te druk-
ken.
Tweede boosterstand kiezen
Als u de boosterstand kiest, brandt
het symbool B. Als u nog een keer
een hogere vermogensstand wilt,
dient u de toets B opnieuw aan te ra-
ken.
Het symbool B brandt.
De tweede boosterstand is geactiveerd.
De afzuigcapaciteit wordt gedurende
korte tijd verhoogd.
De boosterstanden terugschakelen
Als powermanagement geactiveerd is
(vooraf ingesteld), wordt de eerste
boosterstand B na 5minuten automa-
tisch naar stand 3 teruggeschakeld.
De tweede boosterstand B wordt na
2minuten teruggeschakeld (ook als po-
wermanagement gedeactiveerd is).
Bediening (handmatige werking)
28
Nalooptijd inschakelen
Laat de afzuiging na het koken nog en-
kele minuten werken. De keukenlucht
wordt gezuiverd van eventueel nog aan-
wezige dampen en geurtjes.
Resten in de dampkap en en de geur-
tjes die hierdoor ontstaan worden voor-
komen.
De naloopfunctie biedt de mogelijkheid,
dat de afzuiging na een gekozen tijd au-
tomatisch uitschakelt.
Tip na het koken de toets naloop
aan als de afzuiging ingeschakeld is.
- 1xvoor 5minuten uitlooptijd, waarbij
5 gaat branden.
- 2xvoor 15minuten uitlooptijd, waar-
bij 15 gaat branden.
- Als u opnieuw op de toets naloop
drukt, blijft de afzuiging ingescha-
keld. ( dooft).
Afzuiging uitschakelen
Als u de toets van de actieve vermo-
gensstand nogmaals aanraakt, wordt
de afzuiging uitgeschakeld.
Ook als u het wasemscherm in-
schuift, wordt de afzuiging uitgescha-
keld.
Kookplaatverlichting in- en uit-
schakelen/dimmen
Door het wasemscherm uit of in te
schuiven of op de verlichtingstoets
te drukken, kunt u de kookplaatver-
lichting in- en uitschakelen.
Als u bij een ingeschoven wasem-
scherm alleen de kookplaatverlichting
wilt inschakelen, drukt u op de aan-
uittoets en daarna op de ver-
lichtingstoets.
Wanneer u de verlichting inschakelt,
brandt de verlichting op maximale
sterkte. Alle 3balken naast de ver-
lichtingstoets branden.
Wilt u de verlichting zwakker hebben,
blijf dan op toets van de verlich-
ting drukken. De verlichting wordt
zwakker totdat u de toets loslaat.
Wilt u de verlichting weer sterker heb-
ben, druk dan opnieuw op toets ver-
lichting en blijf erop drukken. De
verlichting wordt sterker totdat u de
toets loslaat.
U kunt ook 3helderheidsniveaus kie-
zen door de balken naast de ver-
lichtingstoets aan te raken.
Veiligheidsuitschakeling
Als powermanagement uitgeschakeld
is, worden de afzuiging en de kook-
plaatverlichting na 12uur automatisch
uitgeschakeld.
Druk om ze weer in te schakelen op
de aan-uittoets.
Instellingen wijzigen
29
Bedrijfsurenteller voor de vet-
filters wijzigen
U kunt de bedrijfsurenteller aan uw
kookgewoonten aanpassen.
Vanuit de fabriek is een reinigingsinter-
val van 30uur ingesteld.
- Kies 20uur wanneer u veel braadt en
frituurt.
- Als u slechts af en toe kookt, kunt u
ook een korter reinigingsinterval kie-
zen. Daardoor voorkomt u dat aange-
koekt vet verhardt en het reinigen
daardoor moeilijker wordt.
- Kies een langere reinigingsinterval
van 40of50uur wanneer u regelma-
tig zeer vetarm kookt.
Raak de aan-uittoets aan.
Alle symbolen branden minder fel.
Houd de toets voor de nalooptijd
ingedrukt totdat de symbolen vetfil-
ter en antigeurfilter branden.
Raak het vetfiltersymbool aan.
Het symbool vetfilter en één van de
vermogensstanden gaan knipperen.
De standen 1 tot en met B geven aan
hoeveel uren zijn ingesteld:
Stand 1........................................ 20uur
Stand 2........................................ 30uur
Stand 3........................................ 40uur
Stand B....................................... 50uur
Kies met de sensortoetsen de ge-
wenste tijd.
Bevestig de procedure met de toets
vetfilter. Bevestigt u de procedure
niet binnen 4minuten na het instellen,
dan neemt het toestel automatisch de
oude instelling weer over.
Instellingen wijzigen
30
Bedrijfsurenteller anti-geurfil-
ter wijzigen of deactiveren
De anti-geurfilters zijn nodig voor lucht-
circulatie.
U kunt de bedrijfsurenteller aan uw
kookgewoonten aanpassen.
Voor luchtafvoer moet deze uitgescha-
keld worden.
Standaard is een wisselinterval van
180uur ingesteld.
Raak de aan-uittoets aan.
Alle symbolen branden minder fel.
Houd de toets voor de nalooptijd
ingedrukt totdat de symbolen vetfil-
ter en antigeurfilter branden.
Raak het antigeurfiltersymbool
aan.
Het antigeurfiltersymbool en één van
de vermogensstanden gaan knipperen.
De standen 1 tot en met B geven aan
hoeveel uren zijn ingesteld:
Stand 1...................................... 120uur
Stand 2...................................... 180uur
Stand 3...................................... 240uur
Stand B....................... niet geactiveerd
Kies met de sensortoetsen de ge-
wenste tijd.
Bevestig de procedure met de anti-
geurfiltertoets. Bevestigt u de pro-
cedure niet binnen 4minuten na het
instellen, dan neemt het toestel auto-
matisch de oude instelling weer over.
Powermanagement deactiveren
Onthoud dat deactiveren kan leiden tot
een verhoogd energieverbruik.
Powermanagement deactiveren/acti-
veren
Raak de aan-uittoets aan.
Alle symbolen branden minder fel.
Houd de toets voor de nalooptijd
ingedrukt.
Na enkele seconden branden de symbo-
len vetfilter en antigeurfilter, na nog
eens 5seconden brandt indicator 1 van
de vermogensweergave van de afzuiging.
Raak daarna volgende toetsen achter
elkaar aan:
- de toetsverlichting ,
- de 1 toets en weer op
- de toetsverlichting.
Als het powermanagement ingeschakeld
is, branden de standen1enB continu.
Als dit is uitgeschakeld, knipperen de
standen1enB.
Raak de toets1 aan om het power-
management te deactiveren.
De standen 1 en B knipperen.
Activeer het powermanagement door
de toetsB aan te raken.
De standen 1 en B branden continu.
Druk op toets uitloop om de pro-
cedure te bevestigen.
Alle lampjes gaan uit.
Als u de procedure niet binnen 4minu-
ten bevestigt, neemt het toestel auto-
matisch de oude instelling over.
Instellingen wijzigen
31
Geluidssignaal sensortoetsen
Als u met de sensortoetsen een functie
kiest, klinkt er ter bevestiging een kort
geluidssignaal.
Het geluidssignaal kan worden uitge-
schakeld.
Raak de aan-uittoets aan.
Alle symbolen branden minder fel.
Houd de toets voor de nalooptijd
ingedrukt totdat de symbolen vetfil-
ter en antigeurfilter branden.
Druk dan op de toets B.
Het geluidssignaal is uitgeschakeld.
Ga op dezelfde manier te werk als u
het geluidssignaal weer wilt inscha-
kelen.
Nadat de dampkap losgekoppeld is
geweest van het elektriciteitsnet of na-
dat zich een stroomstoring heeft voor-
gedaan, wordt het geluidssignaal au-
tomatisch weer ingeschakeld, ook
wanneer het daarvoor was uitgescha-
keld.
Tips om energie te besparen
32
Deze dampkap werkt zeer efficiënt en
energiebesparend. Volgende maatre-
gelen ondersteunen u bij het spaarzame
gebruik:
- Zorg bij het koken voor een goede
ventilatie van de keuken. Stroomt bij
luchtafvoer niet voldoende lucht, dan
werkt de dampkap niet efficiënt en
zijn er verhoogde werkingsgeluiden.
- Kook op een zo laag mogelijke kook-
stand. Weinig kookdampen beteke-
nen een lage vermogensstand aan de
dampkap en hierdoor ook minder
stroomverbruik.
- Maak de filters geregeld schoon of
vervang ze. Door erg vette filters
wordt het vermogen verlaagd en be-
staat er brandgevaar. Voorts bestaat
dan een risico voor de hygiëne.
- Gebruik de Con@ctivity-functie. De
dampkap wordt automatisch in- en
uitgeschakeld. De dampkap kiest de
optimale vermogensstand voor des-
betreffende situatie en zorgt zo voor
een laag energieverbruik.
- Als u de dampkap handmatig be-
dient, let dan op het volgende:
Controleer het ingestelde vermo-
gen op de dampkap. Meestal is
een lage vermogensstand vol-
doende. Gebruik de boosterstand
alleen als dat nodig is.
Schakel als er veel damp vrijkomt
tijdig naar een hogere vermogens-
stand. Dat is efficiënter dan door
langdurig afzuigen te proberen
dampen terug te zuigen die zich al
in de keuken hebben verspreid.
Let erop om de dampkap na het
koken weer uit te schakelen.
Als na het koken de lucht in de
keuken nog gezuiverd moet wor-
den van aanwezige damp en geu-
ren, gebruikt u de uitloopfunctie.
De afzuiging wordt na de gekozen
uitlooptijd automatisch uitgescha-
keld.
Reiniging en onderhoud
33
Koppel de dampkap bij elk on-
derhoud en reiniging los van de voe-
ding (zie hoofdstuk: “Veiligheidsin-
structies en waarschuwingen”).
Behuizing
Algemeen
Het oppervlak en de bedienings-
elementen zijn gevoelig voor krassen
en kerven.
Neem dus de volgende tips in acht.
Maak alle oppervlakken en bedie-
ningselementen enkel schoon met
een vaatdoekje, afwasmiddel en
warm water.
Wrijf het oppervlak vervolgens met
een zachte doek droog.
Gebruik geen
- reinigingsmiddel dat soda, zuur,
chloor of oplosmiddelen bevat,
- schurend reinigingsmiddel zoals
schuurpoeder of -crème, schuur-
sponsjes of gebruikte sponsen waar-
in restjes schuurmiddel zitten.
Roestvrijstalen oppervlakken
Neem de algemene regels in acht en
gebruik daarnaast een niet-schurend
reinigingsmiddel dat speciaal geschikt
is voor roestvrij staal.
Gebruik, om te voorkomen dat de op-
pervlakken snel weer vuil worden, ook
een onderhoudsmiddel voor roestvrij
staal (verkrijgbaar bij Miele).
Bijzondere opmerkingen voor glazen
oppervlakken
Neem hiervoor de algemene regels in
acht. Gebruik daarnaast een reini-
gingsmiddel dat speciaal geschikt is
voor glas.
Reiniging en onderhoud
34
Bedrijfsurenteller
De dampkap registreert de uren dat de-
ze in werking is.
De bedrijfsurentellers geven door het
oplichten van het vetfiltersymbool of
het anti-geurfiltersymbool aan wan-
neer de filters moeten worden vervan-
gen.
U kunt de bedrijfsurenteller aan uw
kookgewoonten aanpassen (zie hoofd-
stuk “Instellingen wijzigen”).
Vetfilters
Brandgevaar
Een verzadigd vetfilter is brandbaar.
Reinig de vetfilter regelmatig.
De recycleerbare metalen vetfilter in het
toestel neemt de vaste deeltjes uit de
keukendampen op (vet, stof etc.) en
zorgt er zo voor dat de dampkap niet
vuil wordt.
De vetfilter moet regelmatig worden ge-
reinigd.
Een sterk vervuilde vetfilter vermindert
het afzuigvermogen en zorgt voor
meer vervuiling van de dampkap en
de keuken.
Reinigingsinterval
Aangekoekt vet wordt na verloop van
tijd hard en het wordt dan steeds moei-
lijker om de filters schoon te krijgen. U
kunt de vetfilter daarom het beste om
de 3–4weken schoonmaken.
De bedrijfsurenteller geeft aan, wanneer
de vetfilters moeten worden gereinigd.
Het symbool vetfilter gaat dan bran-
den.
De vetfilter uitnemen
Een vetfilter kan makkelijk uit uw
handen glippen.
Daarbij kunnen de vetfilter en de
kookplaat beschadigd raken.
Houd de vetfilter bij het verwijderen,
reinigen en terugplaatsen daarom
goed vast.
Trek het wasemscherm eruit.
Houd de vetfilter vast met de rechter-
hand. Druk op de vergrendeling aan
de linkerkant.
Trek de vetfilter naar beneden en ver-
wijder deze.
Reiniging en onderhoud
35
De vetfilter met de hand reinigen
Reinig de vetfilter in warm water met
een afwasborstel en een zacht hand-
afwasmiddel. Gebruik het handaf-
wasmiddel niet geconcentreerd.
Ongeschikte reinigingsmiddelen
Vetfilters kunnen beschadigd raken
door reinigingsmiddelen die daarvoor
niet geschikt zijn.
De volgende reinigingsmiddelen mogen
niet worden gebruikt:
- kalkoplossende reinigingsmiddelen
- schuurpoeder of schuurcrème
- agressieve allesreinigers en vetoplos-
sprays
- ovenspray
Vetfilter in de vaatwasser reinigen
Plaats de vetfilter verticaal of schuin
in het onderrek. Let erop dat de
sproeiarm vrij kan bewegen.
Gebruik een reinigingsmiddel dat ge-
schikt is voor huishoudelijk gebruik.
Kies een programma met een tempe-
ratuur tussen de 50°C en 65°C.
Houd er bij reiniging van de vetfilter in
de vaatwasser rekening mee dat ge-
bruik van sommige reinigingsmiddelen
tot verkleuringen van het metaal van
de vetfilter kan leiden. Dit heeft geen
nadelig effect op de werking van de
vetfilter.
Na het reinigen
Leg de vetfilter na het schoonmaken
nog op een vochtopnemend voor-
werp te drogen.
Wanneer de vetfilter uitgenomen is,
kan u de bereikbare onderdelen van
de behuizing van vet ontdoen. Op die
manier voorkomt u brandgevaar.
Plaats de vetfilter terug.
Reiniging en onderhoud
36
De bedrijfsurenteller voor de vetfilter
resetten
Na de reiniging moet de bedrijfsurentel-
ler worden gereset.
Controleer of de afzuiging aan is en
raak dan circa 3seconden de vetfil-
tertoets aan totdat alleen nog
stand 1 knippert.
Het symbool vetfilter gaat uit.
Vetfilter vervangen
Door regelmatig gebruik en reiniging
kunnen de filteroppervlakken verslijten.
Wanneer u schade vaststelt, vervangt u
de vetfilter.
U kunt de vetfilter via Miele (zie achter-
aan in deze gebruiksaanwijzing) of de
Miele vakhandelaar verkrijgen.
Actieve koolstoffilter
Bij luchtcirculatie dient u naast de vetfil-
ter ook nog 2anti-geurfilters te ge-
bruiken. De anti-geurfilters binden de
kookgeurtjes.
De anti-geurfilters worden in het wa-
semscherm boven de vetfilter geplaatst.
U kunt de anti-geurfilters in de webshop
van Miele, bij Miele zelf (zie achter in
deze gebruiksaanwijzing) of bij de
Miele-vakhandelaar verkrijgen.
De type-aanduiding vindt u in het
hoofdstuk “Technische gegevens”.
Reiniging en onderhoud
37
Antigeurfilter plaatsen/vervangen
Om de anti-geurfilters te kunnen ge-
bruiken, moeten de bijbehorende
frames gemonteerd zijn. Bekijk daar-
voor het montageschema.
Verwijder de vetfilter uit de dampkap.
Verwijder de verpakking van de anti-
geurfilters.
Druk de anti-geurfilters in de frames,
totdat ze goed vastklikken.
Plaats de vetfilter terug.
Als u de anti-geurfilters verwijdert,
drukt u het lipje van de houder een
beetje naar voren, trekt u de anti-
geurfilters naar beneden en verwijdert
ze.
Vervangingsfrequentie
Vervang de anti-geurfilters altijd zodra
de kookluchtjes niet meer voldoende
opgenomen worden, maar uiterlijk elke
zes maanden.
De werkingsurenteller geeft aan wan-
neer de anti-geurfilters moet worden
vervangen. Het symbool van het anti-
geurfilter gaat dan branden.
De bedrijfsurenteller voor de anti-
geurfilter terugzetten naar fabrieksin-
stellingen
Na de vervanging moet de urenteller
worden gereset.
Controleer of de afzuiging aan is en
raak de antigeurfiltertoets dan cir-
ca 3seconden aan, totdat alleen
stand 1 knippert.
Het antigeurfiltersymbool gaat uit.
Anti-geurfilters weggooien
Gooi de gebruikte anti-geurfilters bij
het huisvuil.
Regenereerbare antigeurfilters
Voor deze dampkap zijn regenereerbare
antigeurfilters verkrijgbaar. U kunt ze in
de oven regenereren en vaker ge-
bruiken.
Raadpleeg voor het gebruik de bijbeho-
rende gebruiksaanwijzing.
Installatie
*INSTALLATION*
38
Voor de installatie
Neem voordat u met de installa-
tie begint de informatie in dit hoofd-
stuk en in het hoofdstuk: “Veilig-
heidsinstructies en waarschuwingen”
in acht.
Montagetips
- Om alle kookdampen op te kunnen
vangen, moet de dampkap precies in
het midden boven de kookplaat zijn
gemonteerd.
- Zorg ervoor dat de kookplaat niet
groter is dan de dampkap, liefst klei-
ner.
- De plaats waar de dampkap komt te
hangen moet makkelijk toegankelijk
zijn. In geval van een storing moet
een technicus makkelijk bij de damp-
kap kunnen komen en deze ongehin-
derd kunnen demonteren. Let bij het
monteren van de dampkap dus ook
op de plaatsing van kasten, planken,
plafond- of decorelementen in de
omgeving van de dampkap.
Installatiemateriaal
1luchtafvoertuit
voor een luchtafvoerleiding 150mm
1terugslagklep
Te plaatsen in de uitblaastuit van de
motoreenheid (niet bij luchtcirculatie).
4montageplaten
voor de montage in een kast van
600mm breed
2 montagehaken
voor de montage in een kast van
900mm breed (alleen voor toestellen
met een breedte van 896mm)
2klemveren
voor de montage in een kast van
900mm breed (alleen voor toestellen
met een breedte van 896mm)
1afstandslijst
voor het afdekken van de opening tussen
de achterkant van het toestel en de muur
2diepteaanslagen
om ervoor te zorgen dat het wasem-
scherm minder ver kan worden inge-
schoven
Installatie
*INSTALLATION*
39
4schroeven M4x8mm
4 (8)* schroeven 4x15mm
4schroeven 4x30mm
8 (12)* schroeven 4x15mm
4 schroeven M4x12mm*
4 schroeven M4x8,5mm*
2schroeven 3,9x7,5mm met afdek-
kapjes
* bij toestellen met een breedte van
896mm
Montage
Installation
Montaje
Montaggio
Montering
Montagem
Asennus
Montageschema
De montagestappen zijn in het monta-
geschema afzonderlijk beschreven.
Montagemateriaal voor de luchtcir-
culatie
Voor de luchtcirculatie heeft u de vol-
gende bij te bestellen accessoires no-
dig.
Montageset DKFS31-x
bevat 2houders en 2anti-geurfilters
(DKFS31-P met anti-geurfilters voor
eenmalig gebruik of DKFS31-R met re-
genereerbare anti-geurfilters)
Montageset DUU15x
bevat luchtombuiger, slang en slang-
klemmen (DUU150 voor de bovenkant
van de kast of DUU151 voor de zij-
kanten of het front van de kast).
Installatie
*INSTALLATION*
40
Afmetingen van het toestel
Afbeelding1: DAS4630 in een kast met een breedte van 600mm.
De tekening is geen maatstaf
Installatie
*INSTALLATION*
41
Afbeelding2: DAS4930 in een kast met een breedte van 900mm.
De tekening is geen maatstaf
Bekijk voor het zij-aanzicht afbeelding1
Installatie
*INSTALLATION*
42
Afbeelding3: DAS4930 in een kast met een breedte van 600mm of van 900mm
met vakken aan de zijkant.
De tekening is geen maatstaf
Bekijk voor het zij-aanzicht afbeelding1
Voetnoten bij afbeeldingen1 tot en met3:
aOm de dampkap te bevestigen, moet de kast aan de voorkant een bodemplaat
hebben.
bAls er een tussenwand is, moet u deze er kunnen uithalen.
cLuchtafvoer of luchtcirculatie met ombouwset DUU150
dInstelbaar met diepteaanslag
* In deze inbouwsituatie sluit het scherm op de voorkant van de kast aan. Als u de
dampkap verder naar voren of naar achteren plaatst, dient u de afmetingen dien-
overeenkomstig aan te passen.
Installatie
*INSTALLATION*
43
Afstand tussen kookplaat en dampkap (S)
Tussen de onderkant van de dampkap en de plek waar gekookt, gebakken, ge-
braden, gegrilleerd of gefrituurd wordt, moet een minimumafstand worden aan-
gehouden. Deze kunt u hieronder vinden.
Geeft de fabrikant echter een grotere afstand aan, houd dan deze aan.
Neem ook de veiligheidsinstructies en waarschuwingen in het gelijknamige
hoofdstuk in acht.
Kooktoestel Minimumafstand S
Elektrische kookplaat 450mm
Grill en friteuse (elektrisch) 650mm
Een gaskookplaat met verschillende branders met een
totale capaciteit van 12,6 kW,
waarbij geen brander een capaciteit van > 4,5 kW heeft.
650mm
Een gaskookplaat met verschillende branders met een
totale capaciteit van >12,6 kW en > 21,6 kW,
waarbij geen brander een capaciteit van 4,8 kW heeft.
760mm
Een gaskookplaat met verschillende branders met een
totale capaciteit van >21,6 kW,
of met bij één brander een capaciteit van > 4,8 kW.
niet mogelijk
Een losse gaskookplaat met een capaciteit van 6 kW 650mm
Een losse gaskookplaat met een capaciteit van > 6 kW en
8,1 kW
760mm
Een losse gaskookplaat met een capaciteit van > 8,1 kW niet mogelijk
Installatie
*INSTALLATION*
44
Diepteaanslag plaatsen (optio-
neel)
U heeft de mogelijkheid om ervoor te
zorgen dat het wasemscherm minder
ver ingeschoven kan worden.
Als het ingeschoven wasemscherm bij-
voorbeeld niet gelijk moet komen met
de voorkant van de kast, maar met de
voorkant van de meubeldeur, dan kunt
u dit met de diepteaanslag instellen.
U heeft de mogelijkheid om de aanslag
tot 50mm naar voren te verplaatsen.
De diepteaanslagen moeten worden ge-
plaatst, voordat u de dampkap in de
geleiders van het wasemscherm instal-
leert. Na de installatie kunt u de diepte-
aanslagen in de gewenste positie vast-
zetten.
Steek de diepteaanslagen vanaf de
achterkant in de geleiders van het
wasemscherm. De afstelling is afhan-
kelijk van de vraag hoe ver u de aan-
slag naar voren wilt verplaatsen.
- X = 2 tot 18mm: lip van de diepte-
aanslag naar achteren
- X = 19 tot 50mm: lip van de diep-
teaanslag naar voren
Installeer de dampkap.
Trek het wasemscherm eruit.
Schuif de afdekkingen van de ge-
leiders naar voren.
Installatie
*INSTALLATION*
45
Schuif de diepteaanslagen tot aan de
weergegeven positie naar voren.
Schuif de afdekkingen weer terug.
Schuif het wasemscherm voorzichtig
in tot aan de gewenste positie.
De diepteaanslagen worden daarbij
naar de gewenste positie verschoven.
Markeer met een potlood de achter-
kant van het wasemscherm op de af-
dekking.
Trek het wasemscherm eruit.
Draai de schroeven (3,9x7,5mm)
door de afdekkingen om de diepte-
aanslagen vast te zetten. De positie
van de schroeven hangt ervan af hoe
de lip van de diepteaanslag is ge-
plaatst.
- lip van de diepteaanslag naar ach-
teren: 10mm voor de markering
- lip van de diepteaanslag naar vo-
ren: 10mm achter de markering
Installatie
*INSTALLATION*
46
Luchtafvoerleiding
Gelijktijdig gebruik van de damp-
kap en een toestel dat lucht in die-
zelfde ruimte verbruikt kan gevaarlijk
zijn! Er kunnen giftige gassen vrijko-
men.
Neem beslist de veiligheidsinstruc-
ties en waarschuwingen in het gelijk-
namige hoofdstuk in acht.
Laat in ieder geval door de plaatse-
lijke schoorsteenveger controleren of
een veilig gebruik van de luchtafvoer
gewaarborgd is.
Voor de luchtafvoer mogen alleen
gladde buizen of flexibele luchtaf-
voerleidingen van niet-brandbaar
materiaal gebruikt worden.
Voor een zo groot mogelijk afzuigver-
mogen en een zo laag mogelijk geluids-
niveau moeten de volgende punten in
acht worden genomen:
- De diameter van de luchtafvoerlei-
ding mag niet kleiner zijn dan die van
de luchtafvoertuit (zie het hoofdstuk
Afmetingen”). Dit geldt vooral bij het
gebruik van platte afvoerkanalen.
- De luchtafvoerleiding moet zo kort en
recht mogelijk zijn.
- Gebruik alleen bochten met een grote
doorsnede.
- Er mogen geen knikken in de luchtaf-
voerleiding komen en de luchtafvoer-
leiding mag niet in elkaar gedrukt
worden.
- Alle verbindingspunten moeten stevig
zijn en mogen niet lekken.
- Als de luchtafvoerleiding kleppen
heeft, moeten deze bij het inscha-
kelen van de dampkap worden geo-
pend.
Iedere beperking in de luchtstroming
vermindert de afzuigcapaciteit en
verhoogt het geluidsniveau.
Schoorsteen
Als de verbruikte lucht door een
schoorsteen afgevoerd moet worden,
moet de invoerbuis in stromingsrichting
geplaatst worden.
Als de schoorsteen door meerdere ven-
tilatietoestellen gebruikt wordt, moet de
doorsnede ervan groot genoeg zijn.
Installatie
*INSTALLATION*
47
Terugslagklep
Gebruik een terugslagklep in het
luchtafvoersysteem.
Een terugslagklep zorgt ervoor dat er
geen ongewenste luchtuitwisseling tus-
sen kamer en buitenlucht plaatsvindt
als de dampkap uitgeschakeld is.
Als de verbruikte lucht naar buiten afge-
voerd wordt, kan het beste een Miele
muurkast of een Miele dakdoorvoer ge-
installeerd worden (na te bestellen ac-
cessoire). Deze beschikken over een
geïntegreerde terugslagklep.
Als uw afzuiginstallatie geen terugslag-
klep heeft, wordt een terugslagklep bij
de dampkap meegeleverd.
De terugslagklep wordt in de uitblaas-
tuit van de ventilator geplaatst.
Condenswater
Als de luchtafvoerleiding bijvoorbeeld
door koele ruimtes of over zolders
wordt gelegd, kan door temperatuurver-
schillen condenswater in de luchtaf-
voerleiding ontstaan. Isoleer de luchtaf-
voerleiding om temperatuurverschillen
te verkleinen.
Als de luchtafvoerleiding horizontaal ge-
legd wordt, dient u voor een verval van
minstens 1cm per meter te zorgen. Het
verval voorkomt dat er condenswater in
de dampkap kan lopen.
Naast de isolatie van de luchtafvoerlei-
ding raden wij aan een anti-condens-
voorziening te installeren die het con-
denswater opneemt en verdampt.
Anti-condensvoorzieningen zijn verkrijg-
baar als bij te bestellen accessoire voor
luchtafvoerleidingen met een diameter
van 125mm of 150mm.
Plaats de anti-condensvoorziening
loodrecht en zo dicht mogelijk boven de
uitblaastuit van de dampkap. De pijl op
de ommanteling geeft de uitblaasrich-
ting aan.
Miele is niet aansprakelijk voor func-
tionele gebreken of schade die veroor-
zaakt wordt door een ontoereikende
luchtafvoerleiding.
Installatie
*INSTALLATION*
48
Geluiddemper
Voor extra geluiddemping kan in de
luchtafvoerleiding een geluiddemper
worden geplaatst (na te bestellen ac-
cessoire).
Bij de luchtafvoer dempt de geluiddem-
per zowel afzuiggeluiden die naar bui-
ten dringen als geluiden die van buiten
via de luchtafvoerleiding de keuken bin-
nendringen (zoals straatlawaai). Daarom
wordt de geluiddemper zo dicht moge-
lijk voor de opening geplaatst waar-
langs de lucht afgevoerd wordt .
Bij luchtcirculatie wordt de geluiddem-
per tussen de uitblaastuit en de uit-
blaasrooster geplaatst . Controleer de
inbouwruimte.
Installatie
*INSTALLATION*
49
Elektrische aansluiting
De dampkap is standaard “stekker-
klaar” uitgerust voor aansluiting op een
geaard stopcontact.
Als het stopcontact niet goed bereik-
baar is of als er sprake is van een vaste
aansluiting, zorg er dan voor dat er voor
elke pool een werkschakelaar is.
Brandgevaar door oververhitting.
Het gebruik van de dampkap via ver-
deelstekkers en verlengsnoeren kan
tot overbelasting van de kabels lei-
den.
Gebruik om veiligheidsredenen geen
verdeelstekkers en verlengsnoeren.
De elektrische installatie moet conform
VDE0100 zijn uitgevoerd.
Om veiligheidsredenen raden we aan
een verliesstroomschakelaar van het ty-
pe te gebruiken in de huisinstallatie
waarin u de dampkap installeert.
Een beschadigde aansluitkabel mag al-
leen door een speciale aansluitkabel
van hetzelfde type worden vervangen
(verkrijgbaar bij Miele). Om veiligheids-
redenen mag de kabel alleen door een
gekwalificeerde vakman of door een
technicus van Miele worden vervangen.
Op het typeplaatje en in de gebruiks-
aanwijzing staat informatie over het no-
minale verbruik en de bijbehorende ze-
kering. Vergelijk deze informatie met de
gegevens van de elektrische aansluiting
ter plaatse.
Raadpleeg bij twijfel een elektricien.
Tijdelijke of permanente werking op een
autonoom of niet-netgekoppeld stroom-
voorzieningssysteem (zoals stand-al-
onenetten, back-upsystemen) is moge-
lijk. Voorwaarde voor het gebruik is dat
de energievoorzieningsinstallatie vol-
doet aan de bepalingen van EN50160
of een vergelijkbare standaard. De wer-
king van in de huisinstallatie en in dit
Miele product aanwezige veiligheids-
maatregelen moeten ook in geïsoleerd
of in niet-netsynchroon bedrijf gewaar-
borgd zijn of de veiligheidsmaatregelen
in de installatie moeten door gelijkwaar-
dige maatregelen vervangen worden.
Zoals beschreven in de huidige publica-
tie van VDE-AR-E2510-2.
Klantendienst
50
Op www.miele.com/service vindt u in-
formatie over hoe u zelf storingen kunt
verhelpen en over Miele onderdelen.
Contact bij storingen
Voor storingen die u niet zelf kunt ver-
helpen, waarschuwt u uw Miele vakhan-
delaar of de klantendienst van Miele.
De klantendienst van Miele kunt u onli-
ne boeken op www.miele.com/ser-
vice.
De contactgegevens van de klanten-
dienst van Miele vindt u achteraan in
dit document.
De klantendienst van Miele heeft de ty-
peaanduiding en het fabricagenummer
nodig (Fabr./SN/nr.). Beide gegevens
vindt u op het typeplaatje.
Positionering van het typepla-
tje
Het typeplaatje is zichtbaar nadat u de
vetfilter hebt verwijderd.
Garantie
De garantietermijn voor dit toestel be-
draagt 2 jaar.
Voor meer informatie, zie de bijge-
voegde garantievoorwaarden.
Technische gegevens
51
Motor van de afzuiging 160W
Kookplaatverlichting 3W
Totale aansluitwaarde 163W
Netspanning, frequentie AC 230V, 50Hz
Zekering 10A
Lengte van de aansluitkabel 1,5m
Gewicht
DAS4630 12kg
DAS4930 14kg
WiFi-module
Frequentieband 2,400–2,4835GHz
Maximaal zendvermogen <100mW
Accessoires die voor luchtcirculatie achteraf nog besteld kun-
nen worden
Voor de luchtcirculatie heeft u de volgende montagesets nodig:
- DUU150 of DUU151
- DKFS31-P of DKFS31-R (regenereerbaar). De montagesets bevatten 2anti-
geurfilters en de vereiste inbouwframes voor de eerste plaatsing.
Voor de aankoop achteraf heeft u de anti-geurfilters DKF31-P of DKF31-R (rege-
nereerbaar) nodig. De verpakkingen bevatten 2anti-geurfilters.
Technische gegevens
52
Verklaring van overeenstemming
Hierbij verklaart Miele dat deze dampkap voldoet aan de Richtlijn 2014/53/EU.
De volledige tekst van de EU-verklaring van overeenstemming is te vinden op een
van de volgende internetadressen:
- Producten, download, op www.miele.be/nl
- Service, informatie aanvragen, gebruiksaanwijzingen, op https://miele.be/ge-
bruiksaanwijzingen door de productnaam of het fabricagenummer in te geven
Instructie voor vergelijkende onderzoeken
De bepaling van de energie-efficiëntie moet in bij luchtafvoer uitgevoerd worden.
Standaard is luchtcirculatie ingesteld. Er wordt overgeschakeld op luchtafvoer
door de bedrijfsurenteller voor de geurfilter(s) te deactiveren (zie 'Eerste ingebruik-
name').
Technische gegevens
53
Productkaart voor huishoudelijke dampkappen
volgens gedelegeerde verordening (EU) Nr. 65/2014 en verordening (EU) Nr.
66/2014
MIELE
Identificatie van het model DAS 4630
Jaarlijks energieverbruik (AECdampkap) 23,5 kWh/jaar
Energie-efficiëntieklasse A+++
Energie-efficiëntie-index (EEIdampkap) 28,9
Hydrodynamische efficiëntie (FDEdampkap) 41,3
Hydrodynamische-efficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt) A
Verlichtingsefficiëntie (LEdampkap) 110,0 lx/W
Verlichtingsefficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt) A
Vetfilteringsefficiëntie 95,1%
Vetfilteringsefficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt) A
Gemeten luchtdebiet op het beste-efficiëntiepunt 363,1 m3/h
Luchtstroom (minimumsnelheid) 180 m3/h
Luchtstroom (maximumsnelheid) 403 m3/h
Luchtstroom (intensieve of boostmodus) 725 m3/h
Max. luchtstroom (Qmax)725 m3/h
Gemeten luchtdruk op het beste-efficiëntiepunt 478 Pa
A-gewogen geluidsemissie (minimumsnelheid) 38 dB
A-gewogen geluidsemissie (maximumsnelheid) 56 dB
A-gewogen geluidsemissie in de intensieve of boostmodus 70 dB
Gemeten elektrisch opgenomen vermogen op het beste-efficiëntiepunt 116,8 W
Elektriciteitsverbruik in de uit-stand (Po) W
Elektriciteitsverbruik in de stand-by-stand (Ps) 0,35 W
Nominaal vermogen van het verlichtingssysteem 3,0 W
Gemiddelde verlichting van het verlichtingssysteem op het kookopper-
vlak
330 Ix
Tijdstoenamefactor 0,5
Technische gegevens
54
Productkaart voor huishoudelijke dampkappen
volgens gedelegeerde verordening (EU) Nr. 65/2014 en verordening (EU) Nr.
66/2014
MIELE
Identificatie van het model DAS 4930
Jaarlijks energieverbruik (AECdampkap) 23,4 kWh/jaar
Energie-efficiëntieklasse A+++
Energie-efficiëntie-index (EEIdampkap) 28,9
Hydrodynamische efficiëntie (FDEdampkap) 41,3
Hydrodynamische-efficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt) A
Verlichtingsefficiëntie (LEdampkap) 100,0 lx/W
Verlichtingsefficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt) A
Vetfilteringsefficiëntie 96,0%
Vetfilteringsefficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt) A
Gemeten luchtdebiet op het beste-efficiëntiepunt 360,9 m3/h
Luchtstroom (minimumsnelheid) 184 m3/h
Luchtstroom (maximumsnelheid) 404 m3/h
Luchtstroom (intensieve of boostmodus) 722 m3/h
Max. luchtstroom (Qmax)722 m3/h
Gemeten luchtdruk op het beste-efficiëntiepunt 479 Pa
A-gewogen geluidsemissie (minimumsnelheid) 37 dB
A-gewogen geluidsemissie (maximumsnelheid) 55 dB
A-gewogen geluidsemissie in de intensieve of boostmodus 70 dB
Gemeten elektrisch opgenomen vermogen op het beste-efficiëntiepunt 116,2 W
Elektriciteitsverbruik in de uit-stand (Po) W
Elektriciteitsverbruik in de stand-by-stand (Ps) 0,35 W
Nominaal vermogen van het verlichtingssysteem 3,0 W
Gemiddelde verlichting van het verlichtingssysteem op het kookopper-
vlak
300 Ix
Tijdstoenamefactor 0,5
Duitsland
Miele & Cie. KG
Carl-Miele-Straße 29
33332 Gütersloh
nv Miele België
Z.5 Mollem 480
1730 Mollem (Asse)
Maak een afspraak in het Miele Experience Center
in Brussel, Mollem, Antwerpen of Hasselt
Herstellingen aan huis en andere inlichtingen: 02/451.16.16
Internet: www.miele.be
M.-Nr. 12 312 170 / 04nl-BE
DAS4630, DAS4930
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56

Miele DAS 4930 Handleiding

Type
Handleiding