Electrolux ERG22600 Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Kühlschrank / fridge
refrigerateur / koelkast
BEDIENUNGSANLEITUNG
INSTRUCTION BOOKLET
MODE D’EMPLOI
GEBRUIKSAANWIJZING
ERG17600
ERG22600
2222780-30
DE
GB
FR
NL
Verpakkingsinformatie apparaat
De materialen, aangeduid met dit symbool kun-
nen worden gerecycleerd.
>PE< voor polyethyleen, bijv. verpakkingsmateriaal
>PS< voor polystyreen, bijv. vulmaterialen (altijd CFK-
vrij)
>POM< polyoxymethyleen, bijv. plastic clips.
Alle materialen zijn milieuvriendelijk! Informatie over de
ophaalkalender of de inzamelplaatsen krijgt u bij het
plaatselijke afvalbeheer.
37
Tips voor het gebruik van de gebruikshandleiding
De volgenden symbolen vergemakkelijken het lezen van de gebruikshandleiding:
Veiligheidsaanwijzingen met betrekking tot het gebruik van het apparaat
Adviezen voor een correct gebruik en een optimale benutting van het apparaat.
Veiligheidsaanwijzingen
Informatie omtrent het milieu. Leest u voor u uw
nieuwe koelkast in gebruik neemt deze gebruikshan-
dleiding aandachtig door. Dit zijn veiligheidsaanwi-
jzingen. We verzoeken u derhalve de volgenden pun-
ten voor de installatie van het apparaat en de in bedri-
jf name aandachtig door te lezen. Er wordt aanbevolen
deze gebruikshandleiding goed te bewaren en ze bij
een eventuele verkoop van het apparaat aan de
nieuwe eigenaar te overhandigen.
Gebruik in de huishouding
De koel- en/of diepvrieskasten zijn bedoeld voor het
bewaren en/of het invriezen van levensmiddelen.
Controleert u voor het in bedrijf nemen of het apparaat
niet beschadigd is. Eventuele transportschade onverwijld
aan de handelaar mededelen.
Het apparaat is zwaar. Scherpe metaalkanten aan de
achter- en de onderzijde van het apparaat vormen een
risico op letsels. Bij het opstellen of het verplaatsen moe-
ten beschermende handschoenen worden gedragen.
Indien de installatie van het apparaat een wijziging van
de elektrische huisinstallatie zou vereisen, dan mag deze
alleen worden uitgevoerd door een elektromonteur.
Controleren of het netsneoer niet door de achterijde
van het apparaat wordt geklemd, en beschadigd wordt.
Een beschadigd netsnoer kan oververhitten en brand
veroorzaken.
Geen zware voorwerpen resp. het apparaat zelf op het
netsnoer plaatsen. Gevaar op kortsluiting en brand!
De netstekker nooit bij het snoer uit het stopcontact
trekken, met name niet bij het uit een nis trekken van het
apparaat. Een beschadiging van het netsnoer kan kort-
sluiting, brand en/of een elektrische schol veroorzaken.
Geen elektrische toestellen (bijv. ijsmachines) in het
apparaat plaatsen.
Geen koolzuurhoudende dranken in het vriesvak plaat-
sen, ze kunnen exploderen.
Consumptie-ijs en ijsblokjes niet meteen vanuit het
vriesvak in de mond nemen. Zeer koud ijs kan aan de lip-
pen of de tong vastvriezen en kwetsuren veroorzaken.
Diepgekoelde waren niet met de handen aanraken. De
handen zouden kunnen vastvriezen.
Probeer bij een storing of een defect niet het apparaat
zelf te herstellen. Elektrische apparaten mogen alleen
door een elektromonteur worden hersteld, omdat anders
door onoordeelkundige herstellingen gevolgschade kan
ontstaan. Richt u tot de dichtstbijgelegen klantendienst, en
vraag naar originele vervangonderdelen.
Veiligheid voor kinderen
De delen van het verpakkingsmateriaal (bijv. kunststo-
fomhullingen, polystyrol) kunnen voor kinderen gevaarlijk
zijn. Gevaar op verstikken! In geval van de afvoer van het
apparaat moet het aansluitsnoer worden doorgeknipt en
het deurslot onbruikbaar worden gemaakt, zodat spelende
kinderen zich niet in het apparaat kunnen insluiten.
Milieunormen
Het apparaat mag niet worden afgevoerd met het huisvuil
of het afval. Informatie over de ophaalkalender of de inza-
melplaatsen krijgt u bij het plaatselijke afvalbeheer.
Weggooien van oude apparaten
Het symbool op het product of op de verpakking
wijst erop dat dit product niet als huishoudafval mag wor-
den behandeld. Het moet echter naar een plaats worden
gebracht waar elektrische en elektronische apparatuur
wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de
correcte manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijk
voor mens en milieu negatieve gevolgen die zich zouden
kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalbehandel-
ing. Voor meer details in verband met het recyclen van dit
product, neemt u het best contact op met de gemeen-
telijke instanties, het bedrijf of de dienst belast met de ver-
wijdering van huishoudafval of de winkel waar u het prod-
uct hebt gekocht.
Afvoer
Afgedrukt op papier met milieuvriendelijke technieken
NL
38
Veiligheidsinstructies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .37
Bediening / Veiligheidsaanwijzingen ..............................................................38
Energiespaartips / Bedieningsdeel / Koelgedeelte / Het apparaat starten / Temperature adjustment . . . . . . . . . . . . .39
Temperatuurindicatie / SUPERCOOL-functie / Temperaturen / Het apparaat uitschakelen / Uitrusting koelgedeelte
Bergvakken deur / Leggers / Flessenvak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .40
Luchtvochtigheidsinstelling / Storing foods / Vriesvak / SUPERFROST-functie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .41
Temperaturen in het vriesdeel / Invriezen van levensmiddelen / Uitrusting vriesdeel / Bereiden ijsblokjes . . . . . . . .42
Onderhoud / Ontdooien ........................................................................42
Vriesgedeelte / Reinigen .......................................................................43
In geval van storing / Klantendienst en vervangonderdelen / Technische specificaties . . . . . . . . . . . . . . . . . .44
Inbouwen / Afmetingen ........................................................................45
Garantievoorwaarden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .46
Reparatievoorwaarden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .47
Inhoud
Bediening
Veiligheidsaanwijzingen
De fabrikant neemt geen verantwoordelijkheid voor
fouten, die door onoordeelkundig gebruik van het pro-
duct of het gebruik er van voor andere dan in de
gebruiksaanwijzing beschreven doeleinden worden
veroorzaakt.
Bij een hoge regelaarstand kunnen negatieve tempera-
turen optreden! Attentie: Flessen kunnen exploderen.
Kunststofdelen kunnen door agressieve substanties,
zoals bijv. de sappen van citrusvruchten, azijnhouden-
de levensmiddelen en vetzuren, en door voedingsoli_n
worden aangetast.
Geen brandbare vloeistoffen en gassen bewaren in het
toestel. Explosiegevaar!
In het vriesgedeelte mogen naast sterke alcoholische
dranken geen vloeistoffen, speciaal koolzuurhoudende
dranken, in flessen worden bewaard.
Diepgevroren producten niet met natte handen aanra-
ken (handschoenen dragen)! Op dezelfde manier ook
nooit handijsjes meteen na het uit het vriesdeel consu-
meren. Er bestaat gevaar op vastvriezen resp. het ont-
staan van vriesblaren.
EERSTE HULP: Meteen onder stromend, koud water
houden! Niet wegtrekken!
39
Bediening
Energiespaartips:
De omgevingstemperatuur heeft invloed op het stroom-
verbruik van het apparaat.
Standplaatsen in de buurt van verwarmingsapparaten
of met rechtstreekse zonnestraling moeten absoluut
worden vermeden. Indien mogelijk opstellen op een
plaats met een omgevingstemperatuur, die ligt aan de
onderzijde van de aangegeven temperatuurklasse.
Letten op een goede ventilatie en ontluchting van het
apparaat. De ventilatie- en ontluchtingsgleuven niet
afdekken.
Overbodige temperatuurinstellingen moeten worden
vermeden.
Warme etenswaren eerst laten afkoelen tot op kamer-
temperatuur en pas daarna bergen.
Vloeistoffen alleen in afgesloten recipi_nten bewaren.
Lang en overbodig openen van het apparaat vermijden.
De verdamper regelmatig reinigen (zie Ontdooien en
reiniging).
Een te dikke rijmlaag op de verdamper veroorzaakt
onnodig stroomverbruik. Lichte rijmafzettingen kunnen
van tijd tot tijd met een kunststof schraper worden
verwijderd.
Bedieningsdeel
A - Netindicatie
B - Toets aan/uit
C - Toets temperatuurinstelling (+ = warmer)
D - Temperatuurindicatie
E - Toets temperatuurinstelling (- = kouder)
F - SUPERFROST-indicatie
G - SUPERFROST-toets
H - SUPERCOOL-indicatie
I - SUPERCOOL-toets
Koelgedeelte
Het apparaat starten
Stekker van het apparaat in het stopcontact steken.
Toets AAN/UIT (B) indrukken. De groene netspanning-
sindicatie (A) licht op.
Op een van de toetsen + (C) of - (E) drukken. De tem-
peratuurindicatie schakelt over en geeft de ingestelde
doeltemperatuur aan.
Voor u ivoor het eerst iets in het apparaat opbergt de
koelkast eerst ong. 4 uren op de hoogste regelaarstand
voorkoelen
+5°C is de juiste bewaartemperatuur voor gekoelde pro-
ducten.
Temperature adjustment
Door één van te drukken +. (C) of -. (E) knopen het is
mogelijk om van de daadwerkelijke temperatuur (de
temperatuurindicator wordt aangestoken en blijft statio-
nair) op de nominale temperatuur (de knipoogjes van
de temperatuurindicator) over te schakelen.
Door één van de knopen te blijven drukken, verandert
de nominale temperatuur 1°C.
Als geen knoop wordt gedrukt, komt de temperatuurin-
dicator automatisch op de daadwerkelijke temperatuur
na ongeveer 5 seconden terug.
40
Bediening
Temperatuurindicatie
De temperatuurindicatie geeft meer informatie.
Bij normaal bedrijf wordt de temperatuur aangegeven,
die op dat ogenblik in het koelgedeelte voorhanden is
(de werkelijke temperatuur).
Tijdens de temperatuurinstelling wordt knipperend de
op dat ogenblik ingestelde koeltemperatuur aangege-
ven (doemtemperatuur).
Attentie: De temperatuurindicatie kan de werkelijke tem-
peratuur tot 24 uren vertraagd aanduiden.
SUPERCOOL-functie
De SUPERCOOL-functie versnelt het afkoelen van verse
levensmiddelen en beschermt tegelijk de al aanwezige
levensmiddelen tegen ongewenst opwarmen. Daarbij
wordt automatisch een doeltemperatuur van +2 °C aange-
geven.
Door indrukken van de toets SUPERCOOL (I) wordt de
SUPERCOOL-functie ingeschakeld. De gele indicatie
(H) licht op.
Door nogmaals indrukken van de toets SUPERCOOL
kan de SUPERCOOL-functie op elk ogenblik handma-
tig worden beëindigd. De gele indicatie dooft.
Indien de SUPERCOOL-functie niet handmatig wordt
be_indigd, schakelt de elektronica van het apparaat de
SUPERCOOL-functie na ong. 6 uren uit.
Bij stroomuitval wordt de SUPERCOOL-functie uitge-
schakeld!
Temperaturen
In de koelruimte zijn er verschillenden temperatuurgebie-
den. Boven is het het warmst, op de afdekking van het
groentenvak het koudst. De binnentemperaturen worden
beïnvloed door de volgende factoren.
De temperatuur in de kamer
Het aantal keren dat de deur wordt geopend
De hoeveelheid bewaarde levensmiddelen
De plaats van het apparaat
Het apparaat uitschakelen
Voor het uitschakelen de toets AAN/UIT net zo lang inge-
drukt houden tot de temperatuurindicatie dooft.
De gekozen temperatuurinstelling wordt blijft behouden,
ook na een netonderbreking.
Uitrusting koelgedeelte
Bergvakken deur
Voor het instellen en het reinigen kunnen de bergvallen
in de deur uit de houder worden genomen.
Leggers
De afstand tussen de verschillende leggers kan naar wens
worden veranderd. Daartoe de legger achteraan opheffen
en zo ver naar voren trekken, tot hij naar boven of naar
onder kan worden bewogen en uitgenomen. De legger op
de gewenste positie terug inschuiven.
Flessenvak
Het aan een legger opgehangen flessenvak dient om fles-
sen en dozen in te leggen. Om het flessenvak uit te
nemen de glazen legger achteraan opheffen, en met een
licht druk uittrekken. Het flessenvak afnemen en de gla-
zen legger terugplaatsen.
41
Bediening
Luchtvochtigheidsinstelling
Voor het legvak boven het fruit- en het groentenvak
bevindt zich een instelbaar verluchtingsrooster.
De opening van de verluchtingsgleuven kan met behulp
van een schuiver traploos geregeld worden.
Schuiver naar rechts: verluchtingsgleuven open.
Schuiver naar links: verluchtingsgleuven gesloten.
Bij open verluchtingsgleuven heeft de lucht in de fruit- en
groenteschalen omwille van de sterkere luchtcirculatie
een lagere luchtvochtigheid.
Bij gesloten verluchtingsgleuven blijft het natuurlijke
vochtgehalte van de levensmiddelen in het fruit- en het
groentenvak langer behouden.
Storing foods
Bij het opbergen moet er worden op gelet, dat de koude
lucht kan circuleren. De koele waren mogen nooit recht-
streeks in aanraking komen met de achterzijde van de bin-
nenruimte van de koelkast. Ze kunnen vastvriezen, zodat
bij het uitnemen van de producten resten blijven kleven
aan de achterste wand, die de afloop van het dooiwater
kunnen verstoppen.
Levensmiddelen zoals kaas, worst, fruit, groenten,
gekookte spijzen, aangemaakte salades enz. verpakt
resp. afgedekt bewaren. Dan blijven ook de natuurlijke fri-
sheid en het aroma behouden. De levensmiddelen moe-
ten volgens de verschillende temperatuurgebieden wor-
den opgeborgen:
Boter, kaas
- in het botervlootje resp. kaasvak in de binnendeur
Eieren
- in de binnendeur
Fruit, groente, salade
- in het groentenvak
Worst, vlees
- onderaan (onderste legger resp. afdekking groentenvak)
Melkproducten, conserven, dozen
- bovenaan of in de deur
Flessen, tubes
- in de binnendeur
Vriesvak
Belangrijk!
Bij stroomuitval het apparaat niet openen. De diepgevro-
ren waren bederven niet bij een korte onderbreking (zie
aanduiding 'Opslagtijd bij storing' in de catalogus resp. de
folder) en als het apparaat vol zit. Indien dit niet het geval
is de ontdooide levensmiddelen zo snel mogelijk verbrui-
ken. Een temperatuurverhoging van diepgevroren produc-
ten verkort de bewaartijd.
In bedrijf nemen
Zie In bedrijf nemen koelgedeelte.
Temperatuurregeling
De temperatuur wordt met de toetsen voor de temperatuu-
rinstelling gemeenschappelijk ingesteld voor de koel- en
de vriesruimte. Zie Bediening koelgedeelte.
-18°C is de juiste bewaartemperatuur voor ingevroren
levensmiddelen en diepvrieskost
SUPERFROST-functie
De SUPERFROST-functie versnelt het invriezen van
verse levensmiddelen en beschermt tegelijk de al bewaar-
de waren tegen ongewenst opwarmen.
- Door indrukken van de toets SUPERFROST (G) wordt
de SUPERFROST-functie ingeschakeld. De gele indi-
catie (F) licht op.
- Door nogmaals indrukken van de toets SUPERFROST
kan de SUPERFROST-functie op elk ogenblik handma-
tig worden be_indigd. De gele indicatie dooft.
- Als de SUPERFROST-functie niet handmatig wordt
afgesloten, dan schakelt de elektronica van het appa-
raat haar na 24 uren uit. De gele indicatie dooft.
Als de stroom uitvalt wordt de SUPERFROST-functie
uitgeschakeld!
42
Onderhoud
Trek de stekker uit het stopcontact voor u het
apparaat onderhoudt.
Dit apparaat bevat koolwaterstoffen in de
koeleenheid: onderhoud en herladen moeten wor-
den uitgevoerd door geautoriseerde technici.
Ontdooien
Koelgedeelte
Het ontdooien van het koelgedeelte gebeurt automa-
tisch. Het dooiwater loopt weg via een recipiënt aan de
achterzijde van het apparaat, boven de compressormotor,
waar het verdampt.
Het is erg belangrijk regelmatig het aftapgat voor het
dooi-water te reinigen.
Bediening
Temperaturen in het vriesdeel
De binnentemperaturen worden door de volgende facto-
ren beïnvloed:
- De temperatuur in de ruimte
- Het aantal keren dat de deur wordt geopend
- De hoeveelheid bewaarde levensmiddelen
- De opstelling van het apparaat
Attentie: Bij opwarming van het vriesdeel moet de toe-
stand van de diepvriesproducten worden gecontroleerd.
Invriezen van levensmiddelen
Voor het invriezen de SUPERFROST-functie 24 uren voor
het invriezen - bij kleine hoeveelheden 4- 6 uren -
inschakelen.
Uitrusting vriesdeel
Bereiden ijsblokjes
Met dit apparaat kunt u ijsblokjes maken.
De ijsblokjesschaal voor 3/4 met water vullen, en in het
vriesvak plaatsen.
De ijsblokjes laten zich gemakkelijk uit de schaal los
maken, indien ze onder stromend water worden gehou-
den.
43
Vriesgedeelte
Verwijder de rijm met een plastic schraper.
Zodra de dikte van de ijslaag groter wordt van 5 mm
moet het apparaat volledig worden ontdooid.
Doe dat als volgt:
Verwijder het opgeslagen voedsel, draai het in verschil-
lende lagen krantenpapier en plaats het op een koele
plaats.
Trek de stekker uit het stopcontact of draai de ther
mostaat knop in de stand “O”.
Laat de deur open, plaats een bak op de bovenste leg-
ger van het koelgedeelte, onder het aftapgat, en verwi-
jder de plug zoals afgebeeld.
Droog zodra het ontdooien klaar is het interieur grondig
op, en plaats de plug terug.
Draai de thermostaatknop terug in de vereiste stand of
steek de stekker terug in het stopcontact.
Plaats het eerder verwijderde voedsel terug in de
koelkast.
Gebruik nooit scherpe metalen gereedschappen
om het ijs van de verdamper te schrapen, u zou
hel kunnen beschadigen.
Gebruik geen mechanische of andere kunstmatige
middelen om het ontdooiingsproces te versnellen,
andere dan aanbevolen door de fabrikant.
Reinigen
Gebruik nooit metalen voorwerpen om uw appa-
raat te reinigen: het zou beschadigd kunnen
raken. Gebruik NOOIT detergenten, schuurpoeder,
sterk geurende reinigingsproducten of was om de bin-
nenzijde te reinigen omdat deze het oppervlak zullen
beschadigen en een sterke geur nalaten.
Reinig de binnenzijde met warm water en sodabicar-
bonaat. Spoelen en grondig drogen.
Als het apparaat niet in gebruik is
Koppel het apparaat los van het stroomnet. Verwijder alle
voedsel en reinig het apparaat, en laat de deuren open om
onaangename geurtjes te vermijden.
Het lampje vervangen
Als het lampje stuk zou gaan, eerst het apparaat uit-
schakelen en de stekker uit het stopcontact trekken.
Druk op de nok achteraan en schuif tegelijkertijd de
afdekkap in de richting van de pijl.
Vervang de almp door een van hetzelfde vermo-
gen (het maximale vermogen staat aangeduid op
de kap).
De technische informatie op het typeplaatje aan de linkerzijde binnen in het toestel.
Indien de stroom uitvalt terwijl er voedsel in het vriesgedeelte ligt de deur hiervan niet openen. Het
bevroren voedsel blijft goed indien de onderbreking niet te lang duurt (tot 12 uren) en het vriesgedeelte
vol is. In het andere geval wordt aanbevolen het voedsel binnen korte termijn te verbruiken (een temperatu-
urstijging van bevroren voedsel verkort de bewaarduur).
44
In geval van storing
Sommige problemen kunnen een oorzaak hebben die gemakkelijk kan worden verholpen voor u de technische
dienst contacteert. Volg deze instructies:
Störung
Abhilfe
De deur sluit niet.
Het gewicht is groter dan de opslaggrens van het deurvak. Verspreid
het gewicht beter, of neem er enkele producten uit.Het apparaat is niet
correct geïnstalleerd. Kijk het gedeelte “Inbouwen” na.
Het is te warm in de koelkast.
Stel een lagere temperatuur in. Verdeel de producten zodat de koude
lucht er omheen kan circuleren. Zorg er voor dat de deur volledig ges-
loten is, en dat de isolatiestrip volledig en zuiver is. De temperatu ur
van de ruimte waarin de koelkast staat is hoger dan de normale kamer
temperatuur.complete and clean.The temperature where the cabinet is
placed is above normal room temperature.
Het is te koud in de koelkast.
Stel een hogere temperatuur in.
De compressor werkt doorlopend.
Stel de thermostaatknop in op een lager cijfer.
De temperatuur van de ruimte waarin de koelkast staat is hoger dan
de normale kamertemperatuur.
Controleer of er voldoende ventilatie is en of de ventilatie-openingen
open zijn.
De oorzaak kan ook zijn het opbergen van grote hoeveelheden voeds-
el en/of het frequent openen/sluiten van de deur.
Er staat water in/buiten de koelkast.
Soms is dit normaal. Tijdens het automatisch ontdooien verdampt er
ijs op de koelplaat.
Er komt water op de vloer.
Plaats de aftapslang aan de achterzijde van de behuizing boven het opvangb-
akje.
Geluiden
Soms is dit normaal. De temperatuursturing kan klikgeluiden veroorza-
ken bij het aansluiten of het loskoppelen van het systeem.
Het geïnjecteerde koelgas kan een gorgelgeluid produceren als het
door de buizen loopt.
De motor kan een zoemgeluid produceren en/of licht slaan.
Het gebruikte isolatiemateriaal heeft de neiging het geluidsniveau licht
te vergroten, maar zorgt voor een betere isolatie en een lager energie-
verbruik.
Klantendienst en vervangonderdelen
Indien u de remedie voor een storing niet kunt vinden in
deze bedieningshandleiding, neem dan contact op met uw
verdeler of met onze klantendienst en raadpleeg de
garantiekaart. Het selectief bestellen van vervangonder-
delen kan onnodig reizen en kosten besparen.
Bezorg daarom altijd deze informatie:
Modelnaam
Modelnummer (PNC)
Serienummer (S-nr.)
Deze informatie kan worden teruggevonden op het
typeplaatje binnen in het toestel op de linkerzijde. We
adviseren u deze informatie hier in te vullen, zodat u
ze bij de hand heeft indien nodig.
Technischespecificaties
45
Installatie
Hanteer het apparaat met uiterste zorg zodat u de
koeleenheid niet beschadigt, met daaropvolgend
mogelijk vloeistoflekken.
Tijdens de normale werking warmen de verdamper
en de compressor aan de achterzijde van het appa-
raat duidelijk op. Zorg altijd voor voldoende venti-
latie: een tekort hieraan kan leiden tot een storing en
mogelijk verlies van voedsel. Zie de installatie-
instructies.
Belangrijk: indien het netsnoer beschadigd is moet
het worden vervangen door een speciaal snoer of een
geheel, beschikbaar bij de fabrikant of zijn vertegenwo-
ordiger.
Plaatsing
Pak het toestel uit, en controleer of het in goede staat
is en vrij van transportschade.
Plaats de koelkast niet in rechtstreeks zonlicht of vlak
bij warmtebronnen.
Vermijd langdurig blootstellen van het apparaat aan
rechtstreeks zonlicht.
Voor veiligheidsredenen moet de minimale ventilatie
zijn zoals afgebeeld in fig.
Attentie: houd de ventilatieopeningen vrij van hinder-
nissen.
Het noodzakelijk de nis te voorzien van een ventilatiesleuf
met de volgende afmetingen:
Diepte 50 mm
Breedte 540 mm
De klimaatcategorie kan gevonden worden op het
typeplaatje, dat zich binnen het apparaat bevindt aan de
linkerzijde.
De volgende tabel geeft de correcte omgevingstempera-
tuur voor elke klimaatcategorie:
Klimaatcategorie voor een omgevingstemperatuur
SN + 10 to +32°C
N + 16 to +32°C
ST + 18 to +38°C
T + 18 to +43°C
Indien de omgevingstemperatuur zich niet binnen het
gebied bevindt, aangegeven voor de categorie van het
apparaat, kan de aangegeven bewaartemperatuur niet
worden gegarandeerd. Het wordt daarom aanbevolen
het voedsel zo snel mogelijk te verbruiken.
Elektrische aansluiting
Controleer voor u het apparaat in het stopcontact steekt of
de spanning en de frequentie, aangegeven op het type-
plaatje overeenkomen met de netspanning.
De spanning mag ±6% verschillen van de aangegeven
spanning.
Voor gebruik bij andere spanningen moet een auto-trans-
formator met de juiste grootte worden gebruikt.
Belangrijk
Het apparaat moet worden geaard.
De netstekker is met dit doeleinde van een contact voorzi-
en.
Indien het gebruikte stopcontact niet geaard is, het appa-
raat afzonderlijk aarden volgens de geldende bepalingen.
Raadpleeg een gespecialiseerde technicus.
De fabrikant wijst elke verantwoordelijkheid af indien
de veiligheidsaanwijzingen hierboven niet worden
opgevolgd.
46
Dit apparaat voldoet aan de volgende E.E.G. richtlij-
nen:
-87/308 EEC of 2/6/87 in verband met het
onder drukken van radiostoringen.
-73/23 EEC of 19.2.73 (laagspanningsrichtlijn)
met de daar op volgende wijzigingen.
-89/336 EEC of 3.5.89 (richtlijn elektromagne-
tische compatibiliteit) met de daar op volgende-
wijzigingen.
Attentie!
Het moet mogelijk het apparaat los te koppelen van de
netvoeding; het stopcontact moet dus na de installatie
gemakkelijk toegankelijk blijven.
Inbouwen
Afmetingen
Zie de meegeleverde “Installatie-instructies”.
Controleer na de installatie van het apparaat en zeker na
het veranderen van de scharnieren of de deur correct afs-
luit rondom. Een niet afsluitende deurafdichting kan leiden
tot hevig aanvriezen en tot een groter stroomverbruik.
Waarschuwing!
Indien de omgevingstemperatuur laag is (bijv. in de
winter) kan het gebeuren dat de pakking niet perfect
aansluit op de behuizing. Wacht in dat geval tot de
pakking aansluit, of versnel dit proces door het onderdeel
op te warmen met een gewone haardroger.
GARANTIEVOORWAARDEN (NL)
Onze producten worden met de grootst mogelijke zorgvuldigheid geproduceerd. Desondanks kan het voorkomen dat
er een defect optreedt. Onze servicedienst zal dit op verzoek herstellen, zowel binnen als buiten de garantietermijn. De
levensduur van het product wordt daardoor niet negatief beïnvloed.
Onderstaande garantievoorwaarden zijn gestoeld op de EU Richtlijn 99/44/EG en het Burgerlijk Wetb oek. De
daaruit voortvloeiende rechten blijven onverlet.
Ook de garantieverplichtingen van de verkoper naar de eindgebruiker blijven onaangetast.
Voor dit product verlenen wij garantie volgens onderstaande voorwaarden:
1. Wij verhelpen kosteloos met inachtneming van de voorwaarden 2 tot en met 15 gebreken aan het pro-
duct die zich openbaren binnen 24 maanden vanaf de datum van levering aan de eindgebruiker. In geval van profes-
sioneel of daarmee gelijk te stellen gebruik is de garantie beperkt tot 12 maanden. Voor tweedehands producten geldt
eveneens een termijn van 12 maanden.
2. De garantieprestatie houdt in dat het product kosteloos wordt teruggebracht in de toestand die het had voor het
defect optrad. Gebrekkige onderdelen worden hersteld of vervangen. Kosteloos vervangen onderdelen worden ons
eigendom.
3. Het gebrek moet terstond gemeld worden om mogelijke verdere schade te voorkomen. De garantieaan-
spraak vervalt indien het gebrek niet binnen twee maanden na vaststelling is gemeld.
4. Voor een beroep op garantie dient het aankoopbewijs met aankoop- en/of leveringsdatum te worden over-
legd. Bij ontbreken daarvan dient ander overtuigend bewijs te worden overlegd.
5. De garantie heeft geen betrekking op schade aan kwetsbare onderdelen, zoals (vitrokeramisch) glas, kunststof, rub-
ber, die ontstaan is door onzorgvuldig gebruik.
6. De garantie heeft geen betrekking op kleine afwijkingen van de gestelde kwaliteit die voor de waarde en deugdelijk-
heid van het product onbeduidend zijn.
7. De garantie geldt evenmin voor schade veroorzaakt door:
a. chemische en elektrochemische inwerking van water,
b. abnormale milieuomstandigheden in het algemeen,
c. voor het product oneigenlijke bedrijfsomstandigheden,
d. contact met agressieve stoffen.
8. De garantie heeft geen betrekking op gebreken door transportschade die buiten onze verantwoordelijkheid is ont-
staan, niet-vakkundige installatie of montage, verkeerd gebruik, gebrekkig onderhoud, of het niet in acht nemen van de
gebruiks-of montageaanwijzingen.
9. Het recht op garantie vervalt wanneer het defect werd veroorzaakt door herstelling of ingrepen door der-
den die niet bevoegd of niet deskundig zijn, of wanneer het product voorzien werd van toebehoren of onderdelen die
niet origineel zijn en daardoor een defect veroorzaken.
10. Producten die gemakkelijk kunnen worden vervoerd dienen te worden overhandigd aan of gezonden naar
onze servicedienst. Herstelling ter plaatse kan slechts worden gevraagd voor grote of ingebouwde producten.
11. Indien het product zodanig is ingebouwd, ondergebouwd, opgehangen of geplaatst dat de benodigde tijd voor het
in- en uitbouwen samen meer dan 30 minuten bedraagt, worden de hierdoor ontstane extra kosten aan de gebruiker
in rekening gebracht. Schade die ontstaat door abnormale in- of uitbouw komt ten laste van de gebruiker.
12. Indien binnen de garantieperiode de herstelling van hetzelfde defect herhaaldelijk mislukt of de herstelling-
kosten disproportioneel zijn wordt in overleg met de gebruiker een gelijkwaardige vervanging geleverd. In geval van
vervanging behouden we ons het recht voor om een vergoeding te rekenen naar rato van de verstreken gebruiksperi-
ode.
13. Herstelling onder garantie heeft geen verlenging van de garantietermijn noch aanvang van een nieuwe garantieter-
mijn tot gevolg.
14. Op herstellingen geven wij een garantie van 12 maanden, uitsluitend op hetzelfde gebrek.
15. Verdere of andere aanspraken, in het bijzonder vergoeding van schade ontstaan buiten het product, zijn uitgeslo-
ten voor zover een aansprakelijkheid niet wettelijk is vastgelegd.
16. In geval van aansprakelijkheid zal een vergoeding de aankoopwaarde van het product niet overtreffen, tenzij wet-
telijk anders is bepaald.
Deze garantievoorwaarden gelden voor in Nederland gekochte en/of in gebruik zijnde producten. Indien een product
naar het buitenland wordt gebracht dient de gebruiker na te gaan of het product voldoet aan de technische voorwaar-
den (o.a. spanning, frequentie, installatievoorschriften, gassoort, klimaatomstandigheden) in het betreffende land.
Voor in het buitenland aangeschafte producten dient de gebruiker zich te vergewissen van de bepalingen in
Nederland. Noodzakelijke of gewenste aanpassingen vallen niet onder de garantie, en kunnen niet altijd worden aan-
gebracht. Ook na afloop van de garantietermijn staat onze servicedienst u ter beschikking.
Electrolux Service
Vennootsweg 1
2404 CG ALPHEN AAN DEN RIJN
Service-informatielijn tel. (0172) 468 300
(voor bezoek servicetechnicus en onderdelen)
46
Consumentenbelangen tel. (0172) 468 172
(voor algemene, product- of gebruiksinformatie)
www.electrolux.nl
REPARATIEVOORWAARDEN
Onze reparatievoorwaarden zijn conform de afspraak tussen de Consumentenbond en Vlehan*.
Art. 1 Aan de consument zal na een melding van een storing zo mogelijk direct, doch uiterlijk binnen één werkdag wor-
den medegedeeld op welke dag het bezoek van de technicus zal plaatsvinden. De reparatie zal als regel binnen zeven
werkdagen na de melding zijn uitgevoerd.
Art. 2 a) Alvorens de reparatie wordt verricht zal de technicus een onderzoek uitvoeren naar de vermoedelijke oorzaak
van de gemelde storing. Aan de hand hiervan zal hij een zo nauwkeurig mogelijke, gespecificeerde begroting maken
van de totale reparatiekosten inclusief voorrijkosten en diagnose-kosten. Desgevraagd zal deze begroting door de tech-
nicus schriftelijk worden vastgelegd.
b) Indien de consument met het begrote bedrag niet akkoord gaat, zal op verzoek het te repareren toestel worden
teruggebracht in de staat waarin het aan de technicus werd aangeboden. Nadat dit is geschied, zullen alleen de kosten
van voorrijden en arbeidsloon in rekening worden gebracht op basis van de werkelijke bestede tijd, danwel van een
vooraf vastgesteld tarief.
Art. 3 Indien tijdens het uitvoeren van de reparatie duidelijk wordt dat:
a) de oorspronkelijke reparatie door redelijkerwijs niet te voorziene omstandigheden niet tegen het begrote bedrag kan
worden uitgevoerd, of
b) ook andere dan in de begroting voorziene reparaties noodzakelijk zijn, zal overleg met de consument plaats-
vinden en een herziene kostenbegroting worden gemaakt.
In geval de consument daarmee alsnog niet akkoord gaat, geldt eveneens het in artikel 2b bepaalde.
Art. 4 De reparatie zal zoveel mogelijk tijdens het eerste bezoek worden uitgevoerd. Indien om het toestel in werken-
de staat te brengen een tweede bezoek noodzakelijk is, zal:
a) direct, doch uiterlijk binnen één werkdag door de betreffende service-organisatie of door de technicus met
de consument de datum voor een tweede bezoek worden afgesproken.
b) een herhalingsbezoek zal als regel binnen tien werkdagen na de melding plaatsvinden.
c) voor een t weede of daaropvolgend bezoek zal geen voorrijtarief in rekening worden gebracht, tenzij de noodzaak
voor een herhalingsbezoek aan de consument is toe te schrijven.
Art. 5 De consument ontvangt een gespecificeerde rekening met vermelding van type en serienummer van het appa-
raat, omschrijving van de diagnose, toegepaste tarieven, gebruikte onderdelen en materialen en een korte omschrijving
van de verrichte werkzaamheden. De betaling van de rekening dient tegen afgifte van een reparatienota direct
contant of door middel van een gegarandeerd betaalmiddel plaats te vinden.
Art. 6 Op elke uitgevoerde en betaalde reparatie zal bij normaal huishoudelijk gebruik een volledige garantie van mini-
maal 3 maanden worden gegeven. Deze garantie omvat het kosteloos uitvoeren van een hernieuwde reparatie. Op de
uitgewisselde en betaalde onderdelen geldt een garantietermijn van 12 maanden. Bij een beroep op garantie op de
reparatie dient de consument op verzoek de gespecificeerde rekening van de voorgaande reparatie aan de
technicus te overleggen.
Art. 7 Indien na driemaal uitvoeren van eenzelfde reparatie hetzelfde defect bij normaal huishoudelijk gebruik
opnieuw optreedt binnen de onder art. 6 bedoelde garantietermijn en redelijkerwijs een afdoend resultaat bij
het opnieuw uitvoeren van de reparatie niet verwacht kan worden, zal aan de consument een nieuw exem-
plaar of soortgelijk toestel van hetzelfde merk worden aangeboden tegen bijbetaling op basis van een per product te
bepalen jaarlijks afschrijvingspercentage.
Art. 8 Vervangen onderdelen stelt de technicus weer ter beschikking van de consument, met uitzondering van de onder
garantie of tegen een gereduceerde prijs vervangen onderdelen.
Art. 9 Een reparatie dient op zodanige wijze te worden uitgevoerd, dat een toestel daarna weer volledig voldoet aan
de veiligheidsvoorschriften, die op grond van een van fabriekswege aangebracht veiligheidskeurmerk gelden, danwel
bij het ontbreken daarvan, aan de wettelijke vereisten terzake. Dit houdt ondermeer in, dat reparaties moeten worden
uitgevoerd met originele en door de fabrikant ook terzake van veiligheidskeurmerken en -voorschriften gega-
randeerde onderdelen.
*) Vereniging Leveranciers van Huishoudelijke Apparaten in Nederland.
48
www.electrolux.com
www.electrolux.be
www.electrolux.nl
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17

Electrolux ERG22600 Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor

Gerelateerde artikelen