7 Storingen
Uw apparaat is zo ontworpen en gebouwd, dat een veilige
werking en lange levensduur gegarandeerd zijn. Mocht er
desondanks een storing optreden, dan svp eerst controleren
of de storing door een bedieningsfout werd veroorzaakt. In dit
geval moeten wij de ontstane kosten ook in de garantieperiode
in rekening brengen. Volgende storingen kunt u zelf verhelpen:
Het apparaat functioneert niet.
→
Het apparaat is niet ingeschakeld.
u
Apparaat inschakelen.
→
De stekker zit niet goed in het stopcontact.
u
Stekker controleren.
→
De zekering van het stopcontact is niet in orde.
u
Zekering controleren.
De compressor blijft lopen.
→
De compressor schakelt bij een verminderde koudebe-
hoefte over op een lager toerental. Hoewel de looptijd daar-
door langer is, wordt energie bespaard.
u
Dat is bij energiebesparende modellen normaal.
→
SuperFrost is ingeschakeld.*
u
Om de levensmiddelen snel af te koelen, draait de
compressor langer. Dit is normaal.*
→
SuperCool is ingeschakeld.*
u
Om de levensmiddelen snel af te koelen, draait de
compressor langer. Dit is normaal.*
Een led aan de onderachterkant van het apparaat (bij de
compressor) knippert regelmatig om de 15 seconden*.
→
De inverter is met een foutdiagnose led uitgevoerd.
u
Het knipperen is normaal.
Geluiden zijn te luid.
→
Toerentalgeregelde* compressoren kunnen naar aanleiding
van de verschillende draaisnelheden verschillende geluiden
veroorzaken.
u
Het geluid is normaal.
Een borrelen en klateren
→
Dit geluid komt van het koelmiddel, dat door het koelcircuit
stroomt.
u
Het geluid is normaal.
Een zacht klikken
→
Het geluid ontstaat bij het automatisch in- en uitschakelen
van het koelaggregaat (de motor).
u
Het geluid is normaal.
Een brommend geluid. Kan voor korte tijd iets luider zijn,
wanneer het koelaggregaat (de motor) inschakelt.
→
Bij ingeschakelde SuperFrost, nieuw opgeslagen levens-
middelen of na lang geopende deur wordt het koelver-
mogen automatisch verhoogd.*
u
Het geluid is normaal.*
→
Bij ingeschakelde SuperCool, nieuw opgeslagen levens-
middelen of na lang geopende deur wordt het koelver-
mogen automatisch verhoogd.*
u
Het geluid is normaal.*
→
Bij nieuw opgeslagen levensmiddelen of na lang geopende
deur wordt het koelvermogen automatisch verhoogd.*
u
Het geluid is normaal.*
→
De omgevingstemperatuur is te hoog.
u
Oplossing: (zie 1.2 Toepassingsgebied van het apparaat)
Trilgeluiden
→
Het apparaat staat niet vast op de vloer. Daardoor gaan
voorwerpen en meubels in de buurt van het lopende
koelaggregaat trillen.
u
Lijn het apparaat via de stelvoeten uit.
u
Flessen en bakken uit elkaar drukken.
In de temperatuurdisplay wordt aangegeven: F0 tot F9
→
Het betreft een storing.
u
Neem contact op met de Technische Dienst (zie 6 Onder-
houd) .
In de temperatuurdisplay brandt DEMO.
→
De demonstratie-modus is geactiveerd.
u
Neem contact op met de Technische Dienst (zie 6 Onder-
houd) .
Het apparaat is aan de buitenkant warm*.
→
De warmte van het koelmiddelcircuit wordt gebruikt om
condenswater te voorkomen.
u
Dit is normaal.
Temperatuur is niet laag genoeg.
→
De deur is niet goed gesloten.
u
Deur van het apparaat sluiten.
→
Niet voldoende be- en ontluchting.
u
Ventilatieroosters vrijmaken en reinigen.
→
De omgevingstemperatuur is te hoog.
u
Oplossing: (zie 1.2 Toepassingsgebied van het apparaat) .
→
Het apparaat werd te vaak of te lang geopend.
u
Afwachten of de benodigde temperatuur weer vanzelf wordt
bereikt. Zo niet, contact opnemen met de Technische
Dienst (zie 6 Onderhoud) .
→
U heeft teveel nieuwe levensmiddelen zonder SuperFrost
opgeslagen.*
u
Oplossing: (zie 5.4.4 SuperFrost*) *
→
De temperatuur is verkeerd ingesteld.
u
Stel de temperatuur lager in en controleer deze na 24 uur.
→
Het apparaat staat te dicht bij een warmtebron (fornuis,
verwarming enz.).
u
Verander de standplaats van het apparaat of van de warm-
tebron.
De binnenverlichting brandt niet.
→
Het apparaat is niet ingeschakeld.
u
Apparaat inschakelen.
→
De deur was langer dan 15 min. open.
u
De binnenverlichting schakelt zich bij een geopende deur
na ca. 15 min. automatisch uit.
→
Als de binnenverlichting niet brandt, maar de temperatuur-
weergave brandt, is de lamp (levering met LED-lamp)
defect.
WAARSCHUWING
Gevaar voor verwonding door LED-lamp!
De lichtintensiteit van de led-verlichting komt overeen met risi-
cogroep RG 2.
Wanneer de afdekking wordt verwijderd:
u
Niet met optische lenzen vanuit de directe nabijheid direct
in de verlichting kijken. Daarbij kunnen de ogen worden
beschadigd.
u
Lampje vervangen (zie 6 Onderhoud) .
Bij omgevingstemperaturen lager dan 15 °C wordt het
apparaat bij het rechter zijwandvlak van de koelruimte
plaatselijk licht verwarmd.
→
Dat gebeurt bij deze functie automatisch.
u
Dit is normaal.
8 Uitzetten
8.1 Apparaat uitschakelen
u
Toets On/Off
Fig. 3 (1)
indrukken, totdat het display donker
wordt. Toets loslaten.
w
Wanneer het apparaat niet kan worden uitgeschakeld, is de
kinderbeveiliging actief (zie 5.2 Kinderbeveiliging) .
Storingen
12 * afhankelijk van model en uitvoering