![](//vs1.manuzoid.nl/store/data-gzf/a42358e573770b37364a4a226f863437/2/000307659.htmlex.zip/bg5.jpg)
25C19 5
NEDERLANDS
■ Draai de boorhouder stevig vast door de
boorhoudersleutel in een van de gaten in
de zijkant van de boorhouder te steken en
rechtsom te draaien.
■ Om de boor te verwijderen, gaat u in
omgekeerde volgorde te werk.
Neem voor het plaatsen of
verwijderen van een boor altijd
de netstekker uit het stopcontact.
Gebruik van de stofopvang (fig. B)
De stofopvang wordt gebruikt bij het boren
in plafonds.
■ Schuif de stofopvang (10) op de schacht
van de boor en monteer de boor zoals
hierboven beschreven in de boorhouder.
Monteren van de zijhandgreep (fig. A)
■ Draai de zijhandgreep (7) los.
■ Schuif de houder van de zijhandgreep
over de boorhouder op de machine.
■ Draai de zijhandgreep in de gewenste
stand en draai hem stevig vast.
Monteren van de diepteaanslag (fig. A)
De diepteaanslag wordt gebruikt om de
maximale boordiepte te beperken.
■ Draai de handgreep (7) los.
■ Steek de diepteaanslag (6) in het gat in de
houder van de zijhandgreep.
■ Stel de diepteaanslag in op de gewenste
boordiepte.
■ Draai de handgreep weer stevig vast.
Selecteren van de functie (fig. A)
De machine dient voor gebruik op de
gewenste functie (boren, hamerboren of
beitelen) te worden ingesteld.
■ Voor boren zonder hameren (in zachte
steen, hout of staal) draait u de
hamerfunctie-schakelaar (2) in de stand
en de beitelfunctie-schakelaar (3) in de
stand
.
■ Voor hamerboren (in beton of harde
steen) draait u de hamerfunctie-
schakelaar (2) in de stand en de
beitelfunctie-schakelaar (3) in de stand
.
■ Voor beitelen draait u de hamerfunctie-
schakelaar (2) in de stand
en de
beitelfunctie-schakelaar (3) in de stand
.
In deze stand draait de boorhouder niet.
Verdraai de schakelaars (2) en (3)
uitsluitend bij uitgeschakelde
machine.
Aanwijzingen voor gebruik
■ Voor het aanbrengen van een boor of
beitel altijd de schacht eerst invetten.
■ Een koude machine waarmee gebeiteld
gaat worden moet eerst gedurende enige
minuten onbelast draaien zodat het vet
zich goed door het mechanisme van de
machine kan verspreiden.
■ Indien de machine niet goed klopt eerst
controleren of de schakelaar op kloppen
staat en de boor of beitel goed in de
boorhouder zit.
■ De los bijgeleverde boorhouder kan niet
gebruikt worden om te hamerboren!
■ Door trillingen kan er lichte olielekkage
ontstaan via de naden in het huis. De boutjes
dienen dan te worden aangedraaid.
In- en uitschakelen (fig. A)
■ Om de machine in te schakelen, drukt u
de aan/uit-schakelaar (1) in.
■ Om de machine uit te schakelen, laat u de
aan/uit-schakelaar los.
Controleren en vervangen van de
koolborstels (fig. A)
De koolborstels dienen regelmatig te worden
gecontroleerd.
■ Verwijder de koolborstelhouders (9) en
reinig de koolborstels.
■ Vervang in geval van slijtage beide
koolborstels tegelijk.
■ Breng de koolborstelhouders weer aan.