Nikon COOLPIX A300 Referentie gids

Type
Referentie gids
DIGITALE CAMERA
Naslaggids
Lees deze handleiding grondig door voordat u de camera
gebruikt.
Om correct gebruik van de camera te verzekeren, vergeet
niet “Voor uw veiligheid” te lezen (pagina vi).
Bewaar deze handleiding na het lezen op een gemakkelijk
toegankelijke plaats voor later gebruik.
Nl
ii
Overzicht onderwerpen
U kunt naar deze pagina terugkeren door op rechtsonder op elke pagina te tikken of te
klikken.
Belangrijkste onderwerpen
Inleiding.............................................................................................................................................. iii
Inhoudsopgave ................................................................................................................................ ix
Onderdelen van de camera .......................................................................................................... 1
Aan de slag..........................................................................................................................................7
Basisbewerkingen voor opname en weergave ...................................................................14
Verbinding maken met een smart-apparaat (SnapBridge).............................................21
Opnamefuncties .............................................................................................................................30
Weergavefuncties...........................................................................................................................64
Films ....................................................................................................................................................75
De camera aansluiten op een televisie, printer of computer .........................................80
Het menu gebruiken .....................................................................................................................90
Technische opmerkingen......................................................................................................... 133
Algemene onderwerpen
Voor uw veiligheid Verbinding maken
met een smart-
apparaat
Een opnamestand
selecteren
Stand speciale
effecten
Stand Slim portret Beelden bewerken
(foto's)
Problemen
oplossen
Index
iii
Inleiding
Lees dit eerst
Inleiding
Dank u voor uw aankoop van de Nikon COOLPIX A300 digitale camera.
Symbolen en conventies in deze handleiding
Tik of klik op rechtsonder op elke pagina om “Overzicht onderwerpen” (Aii) weer te
geven.
Symbolen
SD-, SDHC- en SDXC-geheugenkaarten worden in deze handleiding “geheugenkaarten”
genoemd.
Smartphones en tablets worden in deze handleiding “smart-apparaten” genoemd.
Met “standaardinstelling” wordt de instelling bij aankoop bedoeld.
De namen van de menuopties die op de cameramonitor verschijnen en de namen van
knoppen of meldingen die op de computermonitor verschijnen, worden vet
weergegeven.
In sommige schermvoorbeelden in deze handleiding zijn afbeeldingen weggelaten om
aanduidingen op het scherm duidelijker weer te geven.
Lees dit eerst
Symbool Beschrijving
B
Dit symbool staat bij waarschuwingen en informatie die moeten worden
gelezen voordat u de camera gaat gebruiken.
C
Dit symbool staat bij opmerkingen en informatie die moeten worden
gelezen voordat u de camera gaat gebruiken.
A Dit pictogram verwijst naar andere pagina's met relevante informatie.
iv
Inleiding
Lees dit eerst
Informatie en voorzorgsmaatregelen
Permanente kennisoverdracht
Als onderdeel van Nikon's streven naar “permanente kennisoverdracht” via continue
productondersteuning en -informatie is er altijd nieuwe, bijgewerkte informatie online beschikbaar
op de volgende websites:
Voor gebruikers in de VS: http://www.nikonusa.com/
Voor gebruikers in Europa: http://www.europe-nikon.com/support/
Voor gebruikers in Azië, Oceanië, het Midden-Oosten en Afrika: http://www.nikon-asia.com/
Bezoek deze sites voor de nieuwste productinformatie, tips, antwoorden op veelgestelde vragen
(FAQ's) en algemeen advies over digitale beeldverwerking en fotografie. Neem voor meer
informatie contact op met de dichtstbijzijnde Nikon-vertegenwoordiger. Bezoek de onderstaande
website voor de contactgegevens.
http://imaging.nikon.com/
Gebruik uitsluitend elektronische accessoires van het merk Nikon
Nikon COOLPIX-camera's zijn ontwikkeld volgens de hoogste technologische standaarden en
bevatten complexe elektronische circuits. Alleen elektronische accessoires van het merk Nikon
(inclusief batterijladers, accu's, lichtnetadapters en USB-kabels), die door Nikon speciaal zijn
gecertificeerd voor gebruik met deze digitale camera van Nikon, zijn ontwikkeld om binnen de
operationele eisen en veiligheidseisen van deze elektronische circuits te werken en zijn met het
oog daarop getest en goedgekeurd.
HET GEBRUIK VAN ELEKTRONISCHE ACCESSOIRES DIE NIET DOOR NIKON ZIJN VERVAARDIGD, KAN
DE CAMERA BESCHADIGEN EN DE
NIKON-GARANTIE DOEN VERVALLEN.
Het gebruik van oplaadbare Li-ionbatterijen van derden die het Nikon holografische zegel niet
dragen, kan de normale werking van de camera verstoren of ertoe leiden dat de accu's oververhit
raken, ontbranden, barsten of lekken.
Neem voor meer informatie over originele Nikon-accessoires contact op met een door Nikon
erkende leverancier.
Voordat u belangrijke foto's gaat maken
Voordat u foto's gaat maken van belangrijke gelegenheden (zoals een huwelijk of een reis), kunt u
best enkele proefopnamen maken om te controleren of de camera goed werkt. Nikon is niet
aansprakelijk voor schade of gederfde inkomsten als gevolg van een defect aan uw camera.
Holografisch zegel: Dit zegel duidt aan
dat dit apparaat een origineel Nikon-
product is.
v
Inleiding
Lees dit eerst
Over de handleidingen
Geen enkel onderdeel van de bij dit product geleverde handleidingen mag worden
gereproduceerd, overgedragen, getranscribeerd, worden opgeslagen in een archiefsysteem of in
enige vorm worden vertaald naar enige taal, met enig middel, zonder voorafgaande schriftelijke
toestemming van Nikon.
De illustraties en scherminhoud in deze handleiding kunnen afwijken van het eigenlijke product.
Nikon behoudt zich het recht voor zonder voorafgaande aankondiging de specificaties van de
hardware en software die in deze handleidingen worden beschreven op elk gewenst moment te
wijzigen.
Nikon is niet aansprakelijk voor enige schade die voortvloeit uit het gebruik van dit product.
Nikon heeft alles in het werk gesteld om te zorgen dat de informatie in deze handleidingen juist
en volledig is en zou het op prijs stellen als u de Nikon-importeur op de hoogte brengt van
eventuele onjuistheden of omissies (zie de overige documentatie voor de adresgegevens).
Voldoen aan auteursrechtelijke bepalingen
Onder auteursrecht mogen foto's of opnamen van auteursrechtelijk beschermde werken, gemaakt
met de camera, niet worden gebruikt zonder toestemming van de houder van het auteursrecht.
Uitzonderingen zijn van toepassing op persoonlijk gebruik, maar houd er rekening dat zelfs
persoonlijk gebruik mogelijk beperkt is in het geval van foto's of opnamen van exposities of live
optredens.
Wegwerpen van opslagmedia
Houd er rekening mee dat bij het wissen van foto's of het formatteren van opslagmedia, zoals
geheugenkaarten of het interne camerageheugen, de oorspronkelijke beeldgegevens niet volledig
worden verwijderd. Met behulp van in de handel verkrijgbare software is het soms mogelijk
verwijderde bestanden op weggeworpen opslagmedia alsnog te herstellen, wat misbruik van
persoonlijke beeldgegevens tot gevolg kan hebben. De gebruiker is zelf verantwoordelijk voor de
privacybescherming met betrekking tot dergelijke gegevens.
Voor u een opslagmedium weggooit of overdraagt aan een andere persoon, die u
Standaardwaarden in het setup-menu (A91) uit te voeren om de camera-instellingen te
herstellen. Daarna verwijdert u alle gegevens met in de handel verkrijgbare verwijderingssoftware
of voert u Geheugenkaart form./Geheug. formatteren in het setup-menu uit om het medium
te formatteren, waarna u het volledig vult met beelden die geen persoonlijke informatie bevatten
(bijvoorbeeld beelden van de lege lucht).
Wees voorzichtig bij het fysiek vernietigen van geheugenkaarten en voorkom letsel en
beschadiging van eigendommen.
Conformiteitsmarkering
Volg de onderstaande procedure om een aantal conformiteitsmarkeringen weer te geven waaraan
de camera voldoet.
Druk op de d-knop M z-menupictogram M Conformiteitsmarkering M k-knop
vi
Inleiding
Voor uw veiligheid
Om schade aan eigendommen of letsel aan uzelf of anderen te voorkomen, lees “Voor uw
veiligheid” in zijn geheel door alvorens dit product te gebruiken.
Bewaar deze veiligheidsinstructies daar waar iedere gebruiker van dit product ze kan lezen.
Voor uw veiligheid
GEVAAR
Het niet in acht nemen van deze
voorzorgsmaatregelen, gemarkeerd met dit
pictogram, zorgt voor groot gevaar voor de
dood of ernstig letsel.
WAARSCHUWING
Het niet in acht nemen van deze
voorzorgsmaatregelen, gemarkeerd met dit
pictogram, kan de dood of ernstig letsel tot
gevolg hebben.
LET OP
Het niet in acht nemen van deze
voorzorgsmaatregelen, gemarkeerd met dit
pictogram, kan letsel of schade aan
eigendommen tot gevolg hebben.
WAARSCHUWING
Gebruik niet tijdens het lopen of het bedienen van een motorvoertuig. Het niet in acht
nemen van deze voorzorgsmaatregel kan ongelukken of ander letsel veroorzaken.
Dit product niet uit elkaar halen of aanpassen. Raak geen interne delen aan die worden
blootgesteld als gevolg van een val of ander ongeluk. Het niet in acht nemen van deze
voorzorgsmaatregelen kan een elektrische schok of ander letsel tot gevolg hebben.
Mocht u afwijkingen aan het product ontdekken zoals het produceren van rook, hitte of
ongebruikelijke geuren, ontkoppel dan onmiddellijk de accu of voedingsbron.
Voortgaand gebruik kan brand, brandwonden of ander letsel veroorzaken.
Houd droog. Niet met natte handen vastpakken. Pak de stekker niet met natte handen
vast. Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregelen kan brand of een
elektrische schok tot gevolg hebben.
Laat uw huid niet langdurig in contact komen met dit product terwijl deze in en uit het
stopcontact wordt gehaald. Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan
lichte brandwonden tot gevolg hebben.
Gebruik dit product niet in de aanwezigheid van ontvlambaar stof of gas zoals propaan,
benzine of spuitbussen. Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan een
explosie of brand tot gevolg hebben.
Richt de flitser niet op de bestuurder van een motorvoertuig. Het niet in acht nemen van
deze voorzorgsmaatregel kan ongelukken tot gevolg hebben.
vii
Inleiding
Voor uw veiligheid
Houd dit product uit de buurt van kinderen. Het niet in acht nemen van deze
voorzorgsmaatregel kan letsel of een defect aan het product tot gevolg hebben. Merk
bovendien op dat kleine onderdelen verstikkingsgevaar opleveren. Mocht een kind
onderdelen van dit product inslikken, zoek dan onmiddellijk medische hulp.
Wikkel, draai en raak niet verstrikt in de riemen om uw nek. Het niet in acht nemen van
deze voorzorgsmaatregel kan ongelukken tot gevolg hebben.
Gebruik geen accu's, laders of lichtnetadapters die niet specifiek zijn bedoeld voor
gebruik met dit product. Bij het gebruik van accu's, laders en lichtnetadapters die
bedoeld zijn voor gebruik met dit product, ga geen:
- Snoeren of kabels beschadigen, aanpassen, met overmatige kracht trekken aan of
buigen van kabels of ze onder zware voorwerpen plaatsen of ze blootstellen aan hitte
of vlammen.
- Reisadapters of adapters gebruiken die speciaal ontworpen zijn om van de ene
spanning naar een andere spanning over te schakelen, of met DC-naar-AC-
omvormers.
Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregelen kan brand of een elektrische
schok tot gevolg hebben.
Pak de stekker niet vast tijdens het opladen van het product of gebruik van de
lichtnetadapter tijdens onweersbuien. Het niet in acht nemen van deze
voorzorgsmaatregel kan een elektrische schok tot gevolg hebben.
Pak niet met blote handen vast op plaatsen die worden blootgesteld aan extreem hoge
en lage temperaturen. Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan
brandwonden of bevriezingsverschijnselen tot gevolg hebben.
LET OP
Schakel dit product uit wanneer het gebruik ervan verboden is. Schakel draadloze
functies uit wanneer het gebruik van draadloze apparatuur verboden is. De
radiofrequentie-emissies geproduceerd door dit product kunnen interfereren met
apparatuur aan boord van vliegtuigen of in ziekenhuizen of andere medische
faciliteiten.
Verwijder de accu en ontkoppel de lichtnetadapter als voor langere tijd geen gebruik
wordt gemaakt van dit product. Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel
kan brand of een defect aan het product tot gevolg hebben.
Raak geen bewegende delen van het objectief of andere bewegende delen aan. Het
niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan letsel tot gevolg hebben.
Laat de flitser niet flitsen terwijl deze in contact is met of zich nabij de huid of
voorwerpen bevindt. Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan
brandwonden of brand tot gevolg hebben.
Laat het product niet achter op een plaats waar het voor langere tijd wordt blootgesteld
aan extreem hoge temperaturen, zoals in een afgesloten auto of in direct zonlicht. Het
niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan brand of een defect aan het
product tot gevolg hebben.
viii
Inleiding
Voor uw veiligheid
GEVAAR voor oplaadbare accu's
Voorkom onjuist gebruik van accu's. Het niet in acht nemen van de volgende
voorzorgsmaatregelen kan ervoor zorgen dat de accu's lekken, oververhit raken,
scheuren of vlam vatten.
- Gebruik uitsluitend oplaadbare accu's die zijn goedgekeurd voor gebruik in dit
product.
- Stel accu's niet bloot aan vlammen of extreme hitte.
- Haal niet uit elkaar.
- Sluit de aansluitingen niet kort door ze in aanraking te laten komen met kettingen,
haarspelden of andere metalen voorwerpen.
- Stel accu's of de producten waarin ze worden geplaatst, niet bloot aan krachtige
fysieke schokken.
Probeer niet de oplaadbare batterijen EN-EL19 op te laden met een camera of lader die
niet specifiek is ontworpen om de EN-EL19 op te laden. Het niet in acht nemen van deze
voorzorgsmaatregel kan ervoor zorgen dat de accu's lekken, oververhit raken, scheuren
of vlam vatten.
Als accuvloeistof in aanraking komt met de ogen, spoel dan met veel schoon water en
zoek onmiddellijk medische hulp. Het uitstellen van deze handeling kan oogletsel tot
gevolg hebben.
WAARSCHUWING voor oplaadbare accu's
Houd accu's buiten bereik van kinderen. Mocht een kind een accu inslikken, zoek dan
onmiddellijk medische hulp.
Dompel accu's niet onder in water en stel ze niet bloot aan regen. Het niet in acht
nemen van deze voorzorgsmaatregel kan brand of een defect aan het product tot
gevolg hebben. Droog het product onmiddellijk met een handdoek of gelijkwaardig
voorwerp, mocht deze nat worden.
Stop het gebruik onmiddellijk indien u veranderingen aan de accu's opmerkt, zoals
verkleuring en vervorming. Stop met het opladen van EN-EL19 oplaadbare accu's als ze
niet binnen de opgegeven tijdsduur worden opgeladen. Het niet in acht nemen van
deze voorzorgsmaatregel kan ervoor zorgen dat de accu's lekken, oververhit raken,
scheuren of vlam vatten.
Isoleer de accupolen met tape alvorens deze weg te gooien. Oververhitting, scheuren of
brand kan het gevolg zijn indien metalen voorwerpen in aanraking komen met de
aansluiting. Recycle of gooi accu's weg overeenkomstig de lokale voorschriften.
Als accuvloeistof in aanraking komt met iemand zijn huid of kleding, spoel het getroffen
gebied dan onmiddellijk met veel schoon water. Het niet in acht nemen van deze
voorzorgsmaatregel kan huidirritatie tot gevolg hebben.
ix
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
Overzicht onderwerpen...................................................................................................... ii
Belangrijkste onderwerpen.................................................................................................................................... ii
Algemene onderwerpen......................................................................................................................................... ii
Inleiding................................................................................................................................... iii
Lees dit eerst ........................................................................................................................................... iii
Symbolen en conventies in deze handleiding......................................................................................... iii
Informatie en voorzorgsmaatregelen ............................................................................................................ iv
Voor uw veiligheid ................................................................................................................................ vi
Onderdelen van de camera ............................................................................................... 1
De camerabody ....................................................................................................................................... 2
De monitor................................................................................................................................................ 4
Voor opname.................................................................................................................................................................. 4
Voor weergave............................................................................................................................................................... 6
Aan de slag .............................................................................................................................. 7
De camerariem bevestigen................................................................................................................. 8
De accu en de geheugenkaart plaatsen......................................................................................... 9
De accu of geheugenkaart verwijderen ........................................................................................................ 9
Geheugenkaarten en intern geheugen......................................................................................................... 9
De accu opladen ................................................................................................................................... 10
Camera instellen ................................................................................................................................... 12
Basisbewerkingen voor opname en weergave ........................................................ 14
Beelden opnemen................................................................................................................................ 15
Films opnemen...................................................................................................................................... 17
Beelden afspelen .................................................................................................................................. 18
Beelden wissen...................................................................................................................................... 19
Het beeldselectiescherm voor wissen ......................................................................................................... 20
Verbinding maken met een smart-apparaat (SnapBridge).................................. 21
De SnapBridge-app installeren........................................................................................................ 22
De camera verbinden met een smart-apparaat ........................................................................ 23
De draadloze verbinding verbreken of activeren ................................................................................. 26
Beelden uploaden en op afstand bediende fotografie .......................................................... 27
Beelden uploaden .................................................................................................................................................... 27
Op afstand bediende fotografie ...................................................................................................................... 28
x
Inhoudsopgave
Als er in iOS een dialoogvenster betreffende Wi-Fi-verbindingen weergegeven
wordt................................................................................................................................................................................. 28
Als het niet lukt om beelden te uploaden ................................................................................................ 29
Opnamefuncties .................................................................................................................. 30
Een opnamestand selecteren........................................................................................................... 31
A (auto)-stand..................................................................................................................................... 32
De creatieve instelknop gebruiken ................................................................................................................ 32
x (Autom. scènekeuzekn.)-stand.................................................................................................. 34
Onderwerpstand (opname afgestemd op de opnameomstandigheden) ...................... 35
Tips en opmerkingen over onderwerpstand........................................................................................... 36
De functie Huid verzachten gebruiken....................................................................................................... 38
Opname met Panorama Assist......................................................................................................................... 39
Weergave met Panorama Assist...................................................................................................................... 41
Stand speciale effecten (effecten toepassen tijdens opname)............................................ 42
Stand Slim portret (Menselijke gezichten verbeteren bij opname)................................... 44
Gebruik van Glimlachtimer ................................................................................................................................. 46
Gebruik van Zelf-collage....................................................................................................................................... 47
Opnamefuncties instellen met de multi-selector..................................................................... 49
Flitsstand.................................................................................................................................................. 50
Zelfontspanner...................................................................................................................................... 52
Macro-stand (nemen van close-upfoto's).................................................................................... 54
Belichtingscompensatie (Helderheid aanpassen) .................................................................... 55
De zoom gebruiken ............................................................................................................................. 56
Scherpstellen.......................................................................................................................................... 57
De ontspanknop........................................................................................................................................................ 57
AF met doelopsporing gebruiken .................................................................................................................. 57
Gezichtsherkenning gebruiken........................................................................................................................ 58
Onderwerpen die niet geschikt zijn voor Autofocus.......................................................................... 59
Scherpstelvergrendeling...................................................................................................................................... 60
Standaardinstellingen (flitser, zelfontspanner enz.) ................................................................ 61
Functies die bij opname niet tegelijk kunnen worden gebruikt......................................... 63
Weergavefuncties ............................................................................................................... 64
Zoomweergave ..................................................................................................................................... 65
Miniatuurweergave/Kalenderweergave ...................................................................................... 66
Stand Sorteer op datum..................................................................................................................... 67
Beelden bewerken (foto's) ................................................................................................................ 68
Voor beelden worden bewerkt ........................................................................................................................ 68
Sneleffecten: Tint of stemming wijzigen.................................................................................................... 68
Snel retoucheren: Contrast en verzadiging verbeteren.................................................................... 69
D-Lighting: Helderheid en contrast verbeteren..................................................................................... 69
xi
Inhoudsopgave
Rode-ogencorrectie: Rode ogen corrigeren bij opname met flitser......................................... 70
Glamour-retouchering: Menselijke gezichten verbeteren.............................................................. 71
Kleine afbeelding: Het beeldformaat verkleinen................................................................................... 73
Uitsnede: Een uitgesneden kopie maken.................................................................................................. 74
Films ......................................................................................................................................... 75
Basisbewerkingen om films op te nemen en weer te geven................................................ 76
Bediening tijdens filmweergave ..................................................................................................... 79
De camera aansluiten op een televisie, printer of computer .............................. 80
Beelden gebruiken............................................................................................................................... 81
Beelden bekijken op een televisie.................................................................................................. 82
Beelden afdrukken zonder computer ........................................................................................... 83
De camera op een printer aansluiten........................................................................................................... 83
Beelden één voor één afdrukken .................................................................................................................... 84
Meerdere beelden afdrukken............................................................................................................................ 85
Beelden naar een computer overzetten (ViewNX-i) ................................................................ 87
Installeren ViewNX-i................................................................................................................................................. 87
Beelden naar een computer overzetten..................................................................................................... 87
Het menu gebruiken.......................................................................................................... 90
Menubewerkingen............................................................................................................................... 91
Het beeldselectiescherm...................................................................................................................................... 93
Menulijsten ............................................................................................................................................. 94
Het opnamemenu.................................................................................................................................................... 94
Het menu Slim portret ........................................................................................................................................... 95
Het filmmenu............................................................................................................................................................... 95
Het weergavemenu................................................................................................................................................. 96
Het netwerkmenu..................................................................................................................................................... 96
Het setup-menu......................................................................................................................................................... 97
Het opnamemenu (algemene opnameopties).......................................................................... 98
Beeldmodus (Beeldformaat en beeldkwaliteit)...................................................................................... 98
Het opnamemenu (stand A (Automatisch))......................................................................... 100
Witbalans (Tint aanpassen) .............................................................................................................................. 100
Continu-opnamen................................................................................................................................................. 102
ISO-waarde................................................................................................................................................................. 103
AF-veldstand ............................................................................................................................................................. 104
Autofocus-stand ..................................................................................................................................................... 107
Het menu Slim portret..................................................................................................................... 108
Zelf-collage ................................................................................................................................................................ 108
Knipperdetectie....................................................................................................................................................... 109
Het Weergavemenu.......................................................................................................................... 110
xii
Inhoudsopgave
Markeren voor upload......................................................................................................................................... 110
Diashow ....................................................................................................................................................................... 111
Beveiligen.................................................................................................................................................................... 112
Beeld draaien ............................................................................................................................................................ 112
Kopiëren (Kopiëren tussen geheugenkaart en intern geheugen) .......................................... 113
Het filmmenu ...................................................................................................................................... 114
Filmopties ................................................................................................................................................................... 114
Autofocus-stand ..................................................................................................................................................... 115
Film VR .......................................................................................................................................................................... 116
Windruisreductie .................................................................................................................................................... 116
Het netwerkmenu ............................................................................................................................. 117
Toetsenbord tekstinvoer bedienen ............................................................................................................ 118
Het setup-menu ................................................................................................................................. 119
Tijdzone en datum ................................................................................................................................................ 119
Monitorinstellingen .............................................................................................................................................. 121
Datumstempel......................................................................................................................................................... 123
Foto VR.......................................................................................................................................................................... 124
AF-hulplicht ............................................................................................................................................................... 125
Digitale zoom ........................................................................................................................................................... 125
Geluidsinstellingen................................................................................................................................................ 126
Automatisch uit....................................................................................................................................................... 126
Geheugenkaart form./Geheug. formatteren......................................................................................... 127
Taal/Language ......................................................................................................................................................... 128
Beeldcommentaar................................................................................................................................................. 128
Copyrightinformatie............................................................................................................................................. 129
Locatiegegevens .................................................................................................................................................... 130
Videostand.................................................................................................................................................................. 130
Opladen via computer........................................................................................................................................ 131
Standaardwaarden................................................................................................................................................ 132
Conformiteitsmarkering..................................................................................................................................... 132
Firmware-versie....................................................................................................................................................... 132
Technische opmerkingen.............................................................................................. 133
Mededelingen..................................................................................................................................... 134
Opmerkingen over draadloze communicatiefuncties ......................................................... 135
Verzorging van het product .......................................................................................................... 137
De camera................................................................................................................................................................... 137
De accu......................................................................................................................................................................... 138
De lichtnetlaadadapter....................................................................................................................................... 139
Geheugenkaarten.................................................................................................................................................. 140
Reinigen en opbergen ..................................................................................................................... 141
Reinigen ....................................................................................................................................................................... 141
xiii
Inhoudsopgave
Opslag ........................................................................................................................................................................... 141
Foutmeldingen................................................................................................................................... 142
Problemen oplossen......................................................................................................................... 146
Bestandsnamen.................................................................................................................................. 155
Optionele accessoires ...................................................................................................................... 156
Specificaties......................................................................................................................................... 157
Geschikte geheugenkaarten........................................................................................................................... 161
Index....................................................................................................................................................... 163
1
Onderdelen van de camera
Onderdelen van de camera
De camerabody................................................................................................................................. 2
De monitor.......................................................................................................................................... 4
2
Onderdelen van de camera
De camerabody
De camerabody
2453
6
1
10
9
11
12
88
7
Objectiefbescherming gesloten
1
Ontspanknop....................................................... 16
2
Zoomknop.............................................................56
f: Groothoek................................................ 56
g: Tele..................................................................56
h: Miniatuurweergave...........................66
i: Zoomweergave.......................................65
3
Hoofdschakelaar/camera-aan-lampje
...................................................................................... 12
4
Flitser.........................................................................50
5
Zelfontspannerlampje....................................53
AF-hulpverlichting
6
Objectief
7
Objectiefbescherming
8
Ingebouwde microfoon
9
Deksel van de stroomaansluiting (voor
aansluiting met optionele
lichtnetadapter)
10
Oogje voor camerariem .................................. 8
11
Deksel aansluitingen .......................................81
12
USB/AV-uit-aansluiting ...................................81
3
Onderdelen van de camera
De camerabody
1
8
9
4
2
5
3
6
7
11
10
12
13
1
Laadlampje............................................................ 10
Flitserlampje .........................................................50
2
b (e filmopname)-knop ..........................17
3
A (opnamestand)-knop
.......................................................31, 32, 35, 42, 44
4
c (weergave)-knop.......................................18
5
Multi-selector.......................................................91
6
k (selectie toepassen)-knop ....................91
7
l (wissen)-knop................................................19
8
d (menu)-knop.............................................91
9
Deksel batterijvak/
geheugenkaartsleuf........................................... 9
10
Statiefaansluiting ............................................159
11
Luidspreker
12
Monitor ...................................................................... 4
13
N-Mark (NFC antenne)....................................23
4
Onderdelen van de camera
De monitor
De informatie die op het opname- of weergavescherm wordt weergegeven is afhankelijk
van de instellingen en de gebruikstoestand van de camera.
Standaard wordt informatie weergegeven wanneer de camera wordt ingeschakeld en
wanneer u de camera bedient; de informatie verdwijnt na enkele seconden (wanneer Foto-
informatie is ingesteld op Automatische info in Monitorinstellingen (A121)).
Voor opname
De monitor
999
999
9999
9999
AF
AF
AE/AF-L
AE/AF-L
13
14
15
16
12
4
356
7
1
2
8
9
11
10
1718
999
999
29
m
0s
29
m
0s
10
10
F3.7
F3.7
F3.7
1/2 50
1/250
+ 1.0
+1.0
400
400
1
Opnamestand ......................31, 32, 35, 42, 44
2
Flitsstand.................................................................50
3
Macro-stand .........................................................54
4
Zoomaanduiding ...................................... 54, 56
5
Scherpstelaanduiding ....................................16
6
AE/AF-L-aanduiding ........................................40
7
Filmopties............................................................ 114
8
Beeldmodus .........................................................98
9
Panorama assist..................................................39
10
Foto VR-pictogram ........................................ 124
11
Film VR-pictogram .........................................116
12
Windruisreductie.............................................116
13
Belichtingscompensatiewaarde...............55
14
Resterende filmopnametijd ................76, 77
15
Aantal resterende opnamen (foto's)......16
16
Aanduiding intern geheugen....................16
17
F-waarde .................................................................57
18
Sluitertijd.................................................................57
5
Onderdelen van de camera
De monitor
2
2
10
10
PRE
PRE
5
5
24
26
27
19202122
31
28
33
38
39
40
41
42
44
43
29
36
37
32
34
35
25
30
23
999
999
29
m
0s
29
m
0s
10
10
F3.7
F3.7
F3.7
1/2 50
1/250
+ 1.0
+1.0
400
400
19
Scherpstelveld (AF met doelopsporing)
........................................................................... 57, 105
20
Scherpstelveld (voor handmatig of
centrum) ...................................................... 60, 104
21
Scherpstelveld (gezichtsherkenning,
dierherkenning) .......................38, 44, 58, 104
22
Scherpstelveld (onderwerp volgen)
.........................................................................105, 106
23
Locatiegegevens ............................................ 130
24
Pictogram Reisbestemming .................... 119
25
ISO-waarde......................................................... 103
26
Aanduiding batterijniveau ..........................16
27
Datumstempel................................................. 123
28
Aanduiding “Datum niet ingesteld” ... 147
29
Bluetooth-communicatieaanduiding
................................................................................... 117
30
Vliegtuigmodus ...............................................117
31
Wi-Fi-communicatieaanduiding ...........117
32
Zacht..........................................................................44
33
Witbalans .............................................................100
34
Foundation ............................................................44
35
Kleurtoon................................................................32
36
Huid verzachten .................................................44
37
Levendigheid ...............................................32, 44
38
Continu-opnamestand ...............................102
39
Pictogram Knipperdetectie ......................109
40
Uit de hand/statief............................................36
41
Aanduiding zelfontspanner ........................52
42
Glimlachtimer ......................................................46
43
Zelf-collage............................................................47
44
Dierenp. autom. ontsp....................................37
6
Onderdelen van de camera
De monitor
Voor weergave
29
m
00s29
m
00s
29
m
00s29
m
00s
999
/
999999
/
999
9999
/
99999999
/
9999
9
10
2 3456 7
12 13
1617
19
14
15
18
11
8
1
20
23
22
21
24
15/11/2016 15:3015/11/2016 15:30
9999.
JPG9999.
JPG
999
/
999999
/
999
1
Pictogram Sorteer op datum .....................67
2
Beveiligingspictogram ................................ 112
3
Pictogram Glamour-retouchering ..........71
4
Pictogram Sneleffecten ................................. 68
5
D-Lighting-pictogram ....................................69
6
Pictogram Snel retoucheren ...................... 69
7
Pictogram Rode-ogencorrectie ...............70
8
Aanduiding intern geheugen ...................16
9
Nummer huidig beeld/
totaal aantal beelden
10
Filmduur of verstreken weergavetijd
11
Beeldmodus .........................................................98
12
Panorama assist..................................................39
13
Filmopties ............................................................114
14
Pictogram Kleine afbeelding ......................73
15
Uitsnede-pictogram ................................65, 74
16
Volumeaanduiding ...........................................79
17
Gids Sneleffecten
18
Gids weergave Panorama assist
Gids filmweergave
19
Opnametijd
20
Opnamedatum
21
Aanduiding batterijniveau ...........................16
22
Aansluitaanduiding lichtnetlaadadapter
23
Bestandsnummer en -type.......................155
24
Aanduiding opgenomen
locatiegegevens ..............................................130
7
Aan de slag
Aan de slag
De camerariem bevestigen........................................................................................................... 8
De accu en de geheugenkaart plaatsen................................................................................... 9
De accu opladen .............................................................................................................................10
Camera instellen .............................................................................................................................12
8
Aan de slag
De camerariem bevestigen
De camerariem bevestigen
9
Aan de slag
De accu en de geheugenkaart plaatsen
Met de positieve en negatieve polen van de accu op de goede plaats, verplaatst u de
oranje batterijvergrendeling (3) en plaatst u de accu volledig in het vak (4).
Schuif de geheugenkaart in de sleuf tot deze op zijn plaats klikt (5).
Let op dat u de accu of geheugenkaart niet ondersteboven of omgekeerd plaatst; dit kan
tot een storing leiden.
B Een geheugenkaart formatteren
De eerste keer dat u een geheugenkaart in deze camera plaatst die eerder in een ander apparaat
werd gebruikt, dient u deze kaart met deze camera te formatteren.
Tijdens het formatteren van een geheugenkaart worden alle beelden en andere
gegevens op de geheugenkaart permanent verwijderd. Maak kopieën van beelden die u
wilt behouden voor u de geheugenkaart formatteert.
Plaats de geheugenkaart in de camera, druk op de d-knop en selecteer Geheugenkaart
form. in het setup-menu (A91).
De accu of geheugenkaart verwijderen
Zet de camera uit en controleer of het camera-aan-lampje en het scherm zijn uitgeschakeld
en open het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf.
Verplaats de batterijvergrendeling om de accu eruit te halen.
Duw de geheugenkaart voorzichtig in de camera om de geheugenkaart gedeeltelijk uit
te werpen.
Wees voorzichtig bij het hanteren van de camera, accu en geheugenkaart onmiddellijk
na het gebruik van de camera, want zij kunnen heel warm zijn.
Geheugenkaarten en intern geheugen
Cameragegevens, zoals beelden en films, kunnen worden opgeslagen in het interne
geheugen van de camera of op een geheugenkaart. Om het interne geheugen van de
camera te gebruiken, dient u de geheugenkaart te verwijderen.
De accu en de geheugenkaart plaatsen
Batterijvergrendeling
Geheugenkaartsleuf
10
Aan de slag
De accu opladen
Als een stekkeradapter* bij uw camera is meegeleverd, bevestigt u hem op de
lichtnetlaadadapter. Zodra deze twee aan elkaar vast zitten, kan het product beschadigd
raken als u de stekkeradapter met geweld probeert los te maken.
* De vorm van de stekkeradapter is afhankelijk van het land of de regio waar de camera
werd aangeschaft. Deze stap kan worden overgeslagen als de stekkeradapter permanent
op de lichtnetlaadadapter bevestigd is.
Het opladen start wanneer de camera wordt aangesloten op een stopcontact terwijl de
accu geplaatst is, zoals aangegeven in de illustratie. Het laadlampje knippert traag terwijl
de accu wordt opgeladen.
Wanneer het laden is voltooid, wordt het laadlampje uitgeschakeld. Trek de stekker van de
lichtnetlaadadapter uit het stopcontact en koppel daarna de USB-kabel los.
De oplaadtijd bedraagt ongeveer 2 uur en 40 minuten voor een volledig lege accu.
De accu kan niet worden opgeladen wanneer het laadlampje snel knippert, mogelijk
wegens een van de hieronder beschreven redenen.
- De omgevingstemperatuur is niet geschikt om op te laden.
- De USB-kabel of lichtnetlaadadapter is niet goed aangesloten.
- De accu is beschadigd.
De accu opladen
USB-kabel (meegeleverd)
Stopcontact
Lichtnetlaadadapter
Laadlampje
11
Aan de slag
De accu opladen
B Opmerkingen over de USB-kabel
Controleer de vorm en de richting van de pluggen en houd de pluggen niet in een hoek wanneer
u ze aansluit of loskoppelt.
B De camera inschakelen tijdens het opladen
Wanneer u op de hoofdschakelaar drukt terwijl wordt opgeladen met de lichtnetlaadadapter,
wordt de camera ingeschakeld in de weergavemodus en kunnen vastgelegde beelden worden
weergegeven. Opname is niet mogelijk.
C Opladen met een computer of batterijlader
U kunt de accu ook opladen door de camera aan te sluiten op een computer.
U kunt de batterijlader MH-66 (apart verkrijgbaar) gebruiken om de accu op te laden zonder de
camera te gebruiken.
12
Aan de slag
Camera instellen
1 Druk op de hoofdschakelaar om de camera in te schakelen.
Gebruik de multi-selector om instellingen te selecteren en aan te passen.
Een taalselectievenster wordt weergegeven. Gebruik
HI op de multi-selector om een taal te markeren en
druk op de k-knop om te selecteren.
De taal kan op elk gewenst moment worden gewijzigd
met behulp van de optie Taal/Language in het
setup-menu (A91).
2 Wanneer het dialoogvenster hiernaast
weergegeven wordt, drukt u zoals
hieronder aangegeven op de d- of k-
knop.
Wanneer u geen draadloze verbinding instelt met een
smart-apparaat: druk op d om door te gaan naar
stap 3.
Wanneer u een draadloze verbinding instelt met een
smart-apparaat: druk op de k-knop. Zie “Verbinding maken met een smart-apparaat
(SnapBridge)” (A21) voor meer informatie over de configuratieprocedure.
3 Gebruik HI om Ja te kiezen wanneer Tijdzone kiezen en datum
en tijd instellen? weergegeven wordt. Druk vervolgens op de k-
knop.
Camera instellen
Multi-selector
k-knop
(selectie toepassen)
Omhoog
Omlaag
Links
Rechts
Hoofdschakelaar
d-knop
Taal/Language
Annuleren
Later
Instell.
Met SnapBridge kunt u foto's naar uw
smartapparaart verzenden en delen.
Druk op 'MENU' als u dit scherm wilt
overslaan en SnapBridge later wilt
instellen via het menu Netwerk.
13
Aan de slag
Camera instellen
4 Markeer uw eigen tijdzone en druk op de
k-knop.
Om de zomertijd in te schakelen, drukt u op H. De klok
wordt één uur vooruitgezet en W verschijnt boven
aan de kaart. Druk op I om zomertijd uit te schakelen.
5 Gebruik HI om een datumnotatie te kiezen en druk op de k-
knop.
6 Voer de huidige datum en tijd in en druk
vervolgens op de k-knop.
Gebruik JK om items te markeren en HI om te
wijzigen.
Druk op de k-knop om de klok in te stellen.
7 Kies wanneer hierom wordt gevraagd Ja en druk op de k-knop.
Wanneer de configuratie voltooid is, verschijnt het opnamescherm.
U kunt de tijdzone wijzigen en de cameraklok instellen in Tijdzone en datum in het
configuratiemenu (A91).
TerugTerug
Datum en tijd
Bewerk.Bewerk.
M
J
D
u m
14
Basisbewerkingen voor opname en weergave
Basisbewerkingen voor opname en
weergave
Beelden opnemen..........................................................................................................................15
Films opnemen................................................................................................................................17
Beelden afspelen ............................................................................................................................18
Beelden wissen................................................................................................................................19
15
Basisbewerkingen voor opname en weergave
Beelden opnemen
In dit voorbeeld wordt de stand x (autom. scènekeuzekn.) gebruikt. In de stand x (autom.
scènekeuzekn.) herkent de camera automatisch het onderwerp van de opname wanneer u
een foto kadreert, zodat u nog eenvoudiger foto's kunt maken met instellingen die
aangepast zijn aan het onderwerp.
1 Houd de camera stevig vast.
Let op dat uw vingers en overige voorwerpen zich niet
voor het objectief, de flitser, de AF-hulpverlichting, de
microfoon of de luidspreker bevinden.
Als u opnamen in de portretstand (“staand”) maakt,
draait u de camera op zo'n manier dat de flitser zich
boven het objectief bevindt.
2 Kadreer de foto.
Verplaats de zoomknop om de zoompositie van het
objectief te veranderen.
Beelden opnemen
Uitzoomen Inzoomen
16
Basisbewerkingen voor opname en weergave
Beelden opnemen
Wanneer de camera de onderwerpstand herkent,
verandert het pictogram voor de opnamestand
dienovereenkomstig.
Aanduiding batterijniveau
b: Het batterijniveau is hoog.
B: Het batterijniveau is laag.
Aantal resterende opnamen
C wordt weergegeven wanneer er geen
geheugenkaart in de camera is geplaatst; beelden
worden opgeslagen in het interne geheugen.
3 Druk de ontspanknop half in.
De ontspanknop “half” indrukken betekent dat u de
knop indrukt tot het punt waar u een lichte
weerstand voelt en de knop dan zo ingedrukt
houdt.
Zodra het onderwerp scherp is, wordt
scherpstelveld of de scherpstelaanduiding in groen
weergegeven.
Wanneer u de digitale zoom gebruikt, stelt de
camera scherp in het midden van het beeld en
wordt het scherpstelveld niet weergegeven.
Als het scherpstelveld of de scherpstelaanduiding
knippert, kan de camera niet scherpstellen. Wijzig
de compositie en probeer de ontspanknop
opnieuw half in te drukken.
4 Druk, zonder uw vinger op te heffen, de
ontspanknop helemaal in.
B Opmerkingen over het opslaan van beelden of films
De aanduiding die het aantal resterende opnamen aangeeft of de aanduiding die de resterende
tijd aangeeft, knippert terwijl beelden of films worden opgeslagen. Open het deksel van het
batterijvak/de geheugenkaartsleuf niet en verwijder de accu of de geheugenkaart niet
terwijl een aanduiding knippert. Dit zou tot verlies van gegevens kunnen leiden of tot schade aan
de camera of de geheugenkaart.
Pictogram opnamestand
Aanduiding
batterijniveau
Aantal
resterende
opnamen
F3.7F3.7
F3.7
1/ 25 0
1/250
17
Basisbewerkingen voor opname en weergave
Films opnemen
C De functie Automatisch uit
Wanneer gedurende ongeveer een minuut geen handelingen worden uitgevoerd, wordt het
scherm uitgeschakeld, gaat de camera in stand-bymodus en vervolgens knippert het camera-
aan-lampje. De camera wordt uitgeschakeld nadat hij ongeveer drie minuten in stand-bymodus
is gebleven.
Om het scherm opnieuw in te schakelen terwijl de camera in stand-bymodus is, voert u een
handeling uit zoals drukken op de hoofdschakelaar of ontspanknop.
C Wanneer u een statief gebruikt
Het is aan te bevelen een statief te gebruiken om de camera te stabiliseren in de volgende
omstandigheden:
- Wanneer u bij weinig licht opnamen maakt met de flitsstand (A49) ingesteld op W (uit)
- Wanneer de zoom op een telepositie staat
Wanneer u een statief gebruikt om de camera tijdens de opname te stabiliseren, stelt u Foto VR
in op Uit in het setup-menu (A91) om mogelijke fouten door deze functie te voorkomen.
Geef het opnamescherm weer en druk op de
b (e filmopname)-knop om de filmopname te starten.
Druk opnieuw op de b (e)-knop om de opname te
beëindigen.
Om een film af te spelen, selecteert u een film in
schermvullende weergavestand en drukt u op de
k-knop.
Films opnemen
18
Basisbewerkingen voor opname en weergave
Beelden afspelen
1 Druk op de c (weergave)-knop
om naar de weergavestand te
gaan.
Als u de c-knop indrukt en ingedrukt
houdt terwijl de camera uitgeschakeld is,
schakelt de camera in met de
weergavestand.
2 Gebruik de multi-selector om het weer te
geven beeld te selecteren.
Houd HIJK ingedrukt om snel door de beelden te
bladeren.
Om terug te keren naar de opnamestand drukt u op de
A-knop of op de ontspanknop.
Wanneer e wordt weergegeven in de
schermvullende weergavestand, kunt u op de k-knop
drukken om een effect toe te passen op het beeld.
Verplaats de zoomknop naar g (i) in
de schermvullende weergavestand om
in te zoomen op een beeld.
Verplaats de zoomknop in de
schermvullende weergavestand naar
f (h) om te schakelen naar de
miniatuurweergavestand en meerdere
beelden op het scherm weer te geven.
Beelden afspelen
Het vorige beeld weergeven
Het volgende beeld weergeven
15/11/2016 15:30
15/11/2016 15:30
0004.
JPG
0004.
JPG
4
/
4
4
/
4
3.0
3.0
1
/
201
/
20
19
Basisbewerkingen voor opname en weergave
Beelden wissen
1 Druk op de l (wissen)-knop om
het beeld te wissen dat momenteel
op het scherm wordt weergegeven.
2 Gebruik HI van de multi-selector om de
gewenste wismethode te selecteren en
druk op de k-knop.
Om te sluiten zonder te verwijderen, drukt u op de
d-knop.
3 Selecteer Ja en druk op de k-knop.
Eenmaal gewiste beelden kunt u niet meer terughalen.
C Het vastgelegde beeld wissen in de opnamestand
Wanneer u de opnamestand gebruikt, drukt u op de l-knop om het laatst opgeslagen beeld te
wissen.
Beelden wissen
Wissen
Wis gesel. beeld(en)
Huidig beeld
Alle beelden
Ja
Nee
1 beeld wissen?
20
Basisbewerkingen voor opname en weergave
Beelden wissen
Het beeldselectiescherm voor wissen
1 Gebruik JK van de multi-selector om het
beeld te selecteren dat u wilt wissen.
Verplaats de zoomknop (A2) naar g (i) om naar de
schermvullende weergave te gaan, of naar f (h) om
naar de miniatuurweergave te gaan.
2 Gebruik HI om ON of OFF te selecteren.
Wanneer ON is geselecteerd, verschijnt een pictogram
onder het geselecteerde beeld. Herhaal stappen 1 en 2
om bijkomende beelden te selecteren.
3 Druk op de k-knop om de beeldselectie toe te passen.
Er verschijnt een bevestigingsscherm. Volg de instructies op het scherm voor de
bediening.
Wis gesel. beeld(en)
TerugTerug
Wis gesel. beeld(en)
TerugTerug
21
Verbinding maken met een smart-apparaat (SnapBridge)
Verbinding maken met een smart-
apparaat (SnapBridge)
De SnapBridge-app installeren .................................................................................................22
De camera verbinden met een smart-apparaat..................................................................23
Beelden uploaden en op afstand bediende fotografie ....................................................27
22
Verbinding maken met een smart-apparaat (SnapBridge)
De SnapBridge-app installeren
Wanneer u de SnapBridge-app installeert op uw smart-apparaat en een
draadloze verbinding instelt tussen het smart-apparaat en een door
SnapBridge ondersteunde camera, kunt u beelden die u gemaakt hebt met
de camera uploaden naar het smart-apparaat of het smart-apparaat
gebruiken om de sluiter van de camera te ontspannen (A27).
In deze handleiding vindt u meer informatie over de procedures voor
versie 2.0 van de SnapBridge-app. Gebruik altijd de recentste versie van de SnapBridge-
app. De bedieningsprocedures kunnen verschillen afhankelijk van de firmware van de
camera, de versie van de SnapBridge-app of het besturingssysteem van het smart-
apparaat.
Raadpleeg de handleiding van uw smart-apparaat voor meer informatie over de
bediening ervan.
1 Installeer de SnapBridge-app op het smart-apparaat.
Download de app via de Apple App Store® voor iOS en via Google Play
TM
voor Android
TM
.
Zoek naar “snapbridge” en installeer de app.
Ga naar de betreffende downloadsite voor meer informatie over ondersteunde
besturingssystemen.
De “SnapBridge 360/170-app” kan niet gebruikt worden met deze camera.
2 Schakel Bluetooth en Wi-Fi in op het smart-apparaat.
Gebruik de SnapBridge-app om verbinding te maken met de camera. Het is niet
mogelijk om verbinding te maken vanaf het scherm met Bluetooth-instellingen
op het smart-apparaat.
C Schermen in de SnapBridge-app
1 Hier kunt u meldingen van Nikon en de helpfunctie van de
SnapBridge-app bekijken, en de instellingen van de app
configureren.
2 Hier kunt u hoofdzakelijk verbindingsinstellingen voor smart-
apparaten en camera's configureren.
3 Hier kunt u de beelden die gedownload werden van de
camera bekijken, verwijderen of delen.
De SnapBridge-app installeren
132
23
Verbinding maken met een smart-apparaat (SnapBridge)
De camera verbinden met een smart-apparaat
Gebruik een voldoende opgeladen accu zodat de camera niet uitgeschakeld wordt
tijdens de procedure.
Plaats een geheugenkaart met voldoende vrije ruimte in de camera.
1 Camera: selecteer Menu Netwerk (A91)
M Verbind. met smart app. en druk op
de k-knop.
Het scherm in stap 2 wordt weergegeven wanneer u
de camera voor het eerst inschakelt. In dergelijke
gevallen is deze stap niet nodig.
2 Camera: druk op de k-knop wanneer het
venster hiernaast wordt weergegeven.
Er verschijnt een dialoogvenster met daarin de vraag of
u de NFC-functie wilt gebruiken. Als u van plan bent de
NFC-functie te gebruiken, raakt u met de NFC-antenne
van het smart-apparaat Y (N-Mark) op de camera aan.
Wanneer Koppelen starten? verschijnt op het smart-
apparaat, tikt u op OK en gaat u vervolgens door naar
stap 7. Als u niet van plan bent de NFC-functie te
gebruiken, druk dan op de k-knop.
3 Camera: controleer of het scherm
hiernaast wordt weergegeven.
Bereid het smart-apparaat voor en ga door naar de
volgende stap.
De camera verbinden met een smart-apparaat
Vliegtuigmodus
Verbind. met smart app.
Automat. verzendopties
Wi-Fi
Bluetooth
Standaardw. herstellen
Later
Instell.
Met SnapBridge kunt u foto's naar uw
smartapparaart verzenden en delen.
Druk op 'MENU' als u dit scherm wilt
overslaan en SnapBridge later wilt
instellen via het menu Netwerk.
Volg.Annuleren
Apparaten met NFC ingeschakeld:
raak het apparaat aan met de camera.
Apparaten met NFC uitgeschakeld:
druk op 'OK'.
Ga op uw smartapparaat naar de
appstore en zoek naar SnapBridge.
Open de SnapBridge-app nadat u
deze hebt geïnstalleerd.
Annuleren
Camera
App
24
Verbinding maken met een smart-apparaat (SnapBridge)
De camera verbinden met een smart-apparaat
4 Smart-apparaat: start de SnapBridge-app en tik
op Met camera koppelen.
Wanneer het dialoogvenster voor het selecteren van een
camera verschijnt, tikt u op de camera waarmee u verbinding
wilt maken.
Als u geen verbinding gemaakt hebt met de camera door
rechtsboven aan het scherm op Overslaan te tikken bij het
voor het eerst starten van de SnapBridge-app, tik dan op Met
camera koppelen op het tabblad A en ga door naar stap 5.
5 Smart-apparaat: tik op het scherm Met camera
koppelen op de naam van de camera.
Als er in iOS tijdens het verbinden een dialoogvenster verschijnt
met meer informatie over de procedure, controleer dan de
gegevens en tik op Begrepen (indien dit niet verschijnt, blader
dan naar beneden). Tik nogmaals op de naam van de camera
wanneer het scherm voor het selecteren van een accessoire
wordt weergegeven (het kan even duren voor de naam van de camera verschijnt).
6 Camera/smart-
apparaat: ga na of
hetzelfde getal (zes
cijfers) getoond wordt
op de camera en het
smart-apparaat.
Afhankelijk van de versie van
het besturingssysteem is het mogelijk dat het getal niet weergegeven wordt op iOS-
apparaten. Ga in dat geval door naar stap 7.
7 Camera/smart-apparaat: druk op de
k-knop op de camera en tik op
KOPPELEN in de SnapBridge-app.
OKAnnulerenAnnuleren
Controleer of dezelfde verificatiecode
wordt weergegeven op het
smartapparaat en druk op OK.
Verific.code
123456
25
Verbinding maken met een smart-apparaat (SnapBridge)
De camera verbinden met een smart-apparaat
8 Camera/smart-apparaat: voltooi de
verbindingsinstellingen.
Camera: druk op de k-knop wanneer het venster
hiernaast wordt weergegeven.
Smart-apparaat: tik op OK wanneer een dialoogvenster
verschijnt met daarin de melding dat de koppeling
voltooid is.
9 Camera: volg de instructies op het scherm om het
configuratieproces te voltooien.
Om samen met foto's ook locatiegegevens op te nemen, selecteert u Ja wanneer
Locatiegegevens downloaden van smartapparaat? wordt weergegeven. Schakel de
locatiegegevensfuncties op het smart-apparaat in en activeer Locatiegegevens
synchroniseren op het tabblad A M Auto koppelingsopties in de SnapBridge-app.
U kunt de cameraklok synchroniseren met de tijd die aangegeven wordt door het smart-
apparaat door Ja te selecteren wanneer Klok synchroniseren met smartapparaat?
wordt weergegeven. Schakel Klokken synchroniseren in op het tabblad A M Auto
koppelingsopties in de SnapBridge-app.
Het verbinden van de camera met het smart-apparaat is voltooid.
Foto's die genomen worden met de camera worden automatisch geüpload naar
het smart-apparaat.
C Meer leren over het gebruik van de SnapBridge-app
Raadpleeg de online-help voor meer informatie over het gebruik van de SnapBridge-app (open na
het verbinden het SnapBridge-appmenu M Help).
http://nikonimglib.com/snbr/onlinehelp/nl/index.html
Volg.
Uw camera en smartapparaat zijn
verbonden!
SnapBridge verzendt uw foto's naar
het smartapparaat terwijl u ze maakt.
26
Verbinding maken met een smart-apparaat (SnapBridge)
De camera verbinden met een smart-apparaat
C Als de verbinding mislukt is
Als de boodschap Kan geen verbinding maken. tijdens het verbinden weergegeven wordt op
de camera.
-Druk op de k-knop en herhaal de procedure vanaf stap 2 bij “De camera verbinden met een
smart-apparaat” (A23) om opnieuw verbinding te maken.
-Druk op de d-knop om de verbinding te annuleren.
U kunt het probleem mogelijk oplossen door de app opnieuw op te starten. Sluit de SnapBridge-
app volledig af en tik vervolgens opnieuw op het pictogram van de app om deze te starten.
Wanneer de app start, herhaalt u de procedure vanaf stap 1 bij “De camera verbinden met een
smart-apparaat” (A23).
Als de camera geen verbinding kan maken en er zich een fout voordoet in iOS, is de camera
mogelijk als een apparaat geregistreerd in iOS. Start in dergelijke gevallen de iOS-configuratieapp
en annuleer de registratie van het apparaat (naam van de camera).
De draadloze verbinding verbreken of activeren
Gebruik een van de volgende methodes om de verbinding te verbreken of te activeren.
Wijzig de instelling van Menu Netwerk M Vliegtuigmodus op de camera. U kunt deze
functie op Aan zetten om alle communicatiefuncties uit te schakelen op plaatsen waar
draadloze communicatie verboden is.
Wijzig de instelling van Menu Netwerk M Bluetooth M Verbinding op de camera.
Wijzig de instelling op het tabblad A M Auto koppelingsopties M Auto koppeling
in de SnapBridge-app.
Door deze instelling uit te schakelen, kunt u het accuverbruik van het smart-apparaat
verminderen.
27
Verbinding maken met een smart-apparaat (SnapBridge)
Beelden uploaden en op afstand bediende fotografie
Beelden uploaden
Beelden kunnen op drie verschillende manieren geüpload worden.
Films die met deze camera werden opgenomen, kunnen niet geüpload worden.
1
De beelden die geüpload worden hebben een formaat van 2 megapixels.
2
Wanneer Menu Netwerk M Bluetooth M Verzenden indien uitgesch. op de camera
ingesteld is op Aan, worden beelden automatisch geüpload naar het smart-apparaat, zelfs
wanneer de camera uitgeschakeld is.
3
Afhankelijk van de iOS-versie moet u het SSID van de camera selecteren wanneer u op OK tikt.
Zie “Als er in iOS een dialoogvenster betreffende Wi-Fi-verbindingen weergegeven wordt”
(A28) voor meer informatie.
B Opmerkingen over wanneer er een Wi-Fi-verbinding geactiveerd is
Als de slaapstand geactiveerd wordt op het smart-apparaat of u van de SnapBridge-app naar een
andere app overschakelt, wordt de Wi-Fi-verbinding verbroken.
Sommige functies van de SnapBridge-app kunnen tijdens een Wi-Fi-
verbinding niet gebruikt worden. Om een Wi-Fi-verbinding te
annuleren, tikt u op het tabblad A M F M Ja.
Beelden uploaden en op afstand bediende
fotografie
Automatisch beelden uploaden
naar het smart-apparaat wanneer
deze worden opgenomen.
1, 2
Menu Netwerk op de camera M Verzenden tijdens
opname M stel Foto's in op Ja.
Beelden selecteren op de camera
en deze uploaden naar het smart-
apparaat.
1, 2
Weergavemenu op de camera M gebruik Markeren
voor upload om beelden te selecteren.
Het smart-apparaat gebruiken om
beelden op de camera te
selecteren en deze te downloaden
naar het smart-apparaat.
Tabblad A in de SnapBridge-app M tik op Foto's
downloaden.
Er wordt een dialoogvenster betreffende Wi-Fi-
verbindingen weergegeven. Tik op OK
3
en selecteer
beelden.
28
Verbinding maken met een smart-apparaat (SnapBridge)
Beelden uploaden en op afstand bediende fotografie
Op afstand bediende fotografie
U kunt op een smart-apparaat tikken op het tabblad A in de SnapBridge-app M Afstand
bediende fotografie om de sluiter van de camera te ontspannen.
Volg de instructies in de SnapBridge-app om over te schakelen naar een Wi-Fi-
verbinding. Mogelijk wordt er in iOS een dialoogvenster betreffende Wi-Fi-verbindingen
weergegeven. Raadpleeg in dergelijke gevallen “Als er in iOS een dialoogvenster
betreffende Wi-Fi-verbindingen weergegeven wordt” (A28).
Als er in iOS een dialoogvenster betreffende Wi-Fi-
verbindingen weergegeven wordt
De SnapBridge-app verbindt de camera normaal via Bluetooth met een smart-apparaat.
U moet echter overschakelen naar een Wi-Fi-verbinding wanneer u Foto's downloaden of
op afstand bediende fotografie gebruikt. Afhankelijk van de iOS-versie moet u de verbinding
handmatig omschakelen. Volg in dat geval de volgende procedure om de verbinding in te
stellen.
1 Noteer het SSID van de camera (standaard is dit
de naam van de camera) en het wachtwoord die
weergegeven worden op het scherm van het
smart-apparaat en tik vervolgens op Opties
bekijken.
U kunt het SSID of wachtwoord wijzigen via Menu Netwerk M
Wi-Fi M Type Wi-Fi-verbinding op de camera. Wij raden u
aan het wachtwoord regelmatig te wijzigen om uw privacy te
vrijwaren. Verbreek de draadloze verbinding wanneer u het
wachtwoord wijzigt (A26).
2 Selecteer in de lijst met verbindingen het SSID
dat u genoteerd hebt in stap 1.
Wanneer u voor het eerst een draadloze verbinding instelt,
moet u het wachtwoord invoeren dat u genoteerd hebt in stap
1. Let goed op eventuele kleine en grote letters. Bij volgende
verbindingen hoeft u het wachtwoord niet meer in te voeren.
De Wi-Fi-verbinding is voltooid wanneer G weergegeven
wordt naast het SSID van de camera (zie het scherm hiernaast).
Keer terug naar de SnapBridge-app en bedien de app.
29
Verbinding maken met een smart-apparaat (SnapBridge)
Beelden uploaden en op afstand bediende fotografie
Als het niet lukt om beelden te uploaden
Als de verbinding verbroken wordt terwijl er beelden geüpload worden via de functie
Verzenden tijdens opname of Markeren voor upload van de camera, is het mogelijk
dat de verbinding hersteld wordt en het uploaden van de beelden hervat wordt
wanneer u de camera uit- en daarna weer inschakelt.
Mogelijk lukt het uploaden wel wanneer u de verbinding
verbreekt en daarna herstelt. Tik op het tabblad A in de
SnapBridge-app M D M Camera vergeten M de camera
waarvan u de verbinding wilt verbreken M Ja* om de
verbinding te verbreken. Volg daarna de instructies bij “De
camera verbinden met een smart-apparaat” (A23) om opnieuw verbinding te maken.
* In iOS zal er een dialoogvenster over apparaatregistratie verschijnen. Start de iOS-
configuratieapp en annuleer de registratie van het apparaat (naam van de camera).
B Opmerkingen over het uploaden van beelden en op afstand bediende
fotografie
Tijdens het bedienen van de camera wordt het uploaden mogelijk geannuleerd of lukt het
mogelijk niet om beelden te uploaden of op afstand bediende fotografie te gebruiken.
Als de onderstaande instellingen geconfigureerd zijn op de camera, is het niet mogelijk om
beelden te uploaden of op afstand bediende fotografie te gebruiken. Wijzig de instellingen of
keer terug naar de weergavestand.
- Continu in de A (auto)-stand
- Sport, Panorama assist of Dierenportret (indien ingesteld op V Continu) in de
onderwerpstand
- Zelf-collage of wanneer Knipperdetectie ingesteld is op Aan in de stand Slim portret
30
Opnamefuncties
Opnamefuncties
Een opnamestand selecteren ....................................................................................................31
A (auto)-stand...............................................................................................................................32
x (Autom. scènekeuzekn.)-stand............................................................................................34
Onderwerpstand (opname afgestemd op de opnameomstandigheden) ................35
Stand speciale effecten (effecten toepassen tijdens opname)......................................42
Stand Slim portret (Menselijke gezichten verbeteren bij opname).............................44
Opnamefuncties instellen met de multi-selector...............................................................49
Flitsstand ...........................................................................................................................................50
Zelfontspanner................................................................................................................................52
Macro-stand (nemen van close-upfoto's)..............................................................................54
Belichtingscompensatie (Helderheid aanpassen)..............................................................55
De zoom gebruiken .......................................................................................................................56
Scherpstellen....................................................................................................................................57
Standaardinstellingen (flitser, zelfontspanner enz.)..........................................................61
Functies die bij opname niet tegelijk kunnen worden gebruikt...................................63
31
Opnamefuncties
Een opnamestand selecteren
De volgende opnamestanden zijn beschikbaar.
x Autom. scènekeuzekn.
De camera herkent automatisch het onderwerp van de opname wanneer u een foto
kadreert, zodat u nog eenvoudiger foto's kunt maken met instellingen die aangepast zijn
aan het onderwerp.
b Onderwerpstand
De camera-instellingen worden geoptimaliseerd voor het onderwerp dat u selecteert.
D Speciale effecten
Pas effecten op beelden toe tijdens de opname.
F Slim portret
Gebruik glamour-retouchering om menselijke gezichten te verbeteren tijdens de
opname, en gebruik de glimlachtimer- of zelf-collage-functie om foto's te nemen.
A Autostand
Gebruikt voor algemene opnamen. De instellingen kunnen worden gewijzigd
overeenkomstig de opnameomstandigheden en het gewenste type opname.
1 Wanneer het opnamescherm
wordt weergegeven, drukt u op de
A (opnamestand)-knop.
2 Gebruik HI van de multi-
selector om een opnamestand
te selecteren, en druk op de
k-knop.
Wanneer de onderwerpstand of
speciale effectenstand is geselecteerd,
selecteert u K om een
onderwerpstand of effect te selecteren
vooraleer u op de k-knop drukt.
C Help-weergave
De beschrijvingen van functies worden weergegeven terwijl de opnamestand wordt gewijzigd of
terwijl het instelscherm wordt weergegeven.
U kunt de beschrijvingen tonen of verbergen met Help-weergave in Monitorinstellingen in het
setup-menu.
Een opnamestand selecteren
Autom. scènekeuzekn.
32
Opnamefuncties
A (auto)-stand
Gebruikt voor algemene opnamen. De instellingen kunnen worden aangepast
overeenkomstig de opnameomstandigheden en het gewenste type opname.
U kunt de manier wijzigen waarop de camera het scherp te stellen gebied van het beeld
selecteert, door de instelling voor AF-veldstand te wijzigen (A104).
De standaardinstelling is AF met doelopsporing (A57).
Beschikbare functies in de stand A (auto)
Creatieve instelknop (A32)
Flitsstand (A50)
Zelfontspanner (A52)
Macro-stand (A54)
Opnamemenu (A98)
De creatieve instelknop gebruiken
U kunt tijdens de opname de helderheid (belichtingscorrectie), levendigheid en kleurtoon
aanpassen.
1 Druk op K van de multi-selector.
A (auto)-stand
Ga naar de opnamestand M A (opnamestand)-knop M A (auto)-stand M k-knop
Ga naar de opnamestand M A (opnamestand)-knop M A (auto)-stand M k-knop
33
Opnamefuncties
A (auto)-stand
2 Gebruik JK om een item te selecteren.
F Kleurtoon: hiermee kunt u de tint (rood/blauw)
van het volledige beeld aanpassen.
G Levendigheid: hiermee kunt u de levendigheid
van het volledige beeld aanpassen.
o Helderheid (Bel. +/-): hiermee kunt u de
helderheid van het volledige beeld aanpassen.
3 Gebruik HI om het niveau aan te
passen.
U kunt een voorbeeld van de resultaten bekijken op
het scherm.
Om een ander item in te stellen, keert u terug naar stap
2.
Selecteer y Sluiten om de schuifknop te verbergen.
Selecteer P Herstel en druk op de k-knop om alle
instellingen te annuleren. Keer terug naar stap 2 en pas
de instellingen opnieuw aan.
4 Druk op de k-knop als de instelling voltooid is.
De instellingen worden toegepast en de camera keert terug naar het opnamescherm.
C Instellingen van de creatieve instelknop
Deze functie kan mogelijk niet worden gebruikt in combinatie met andere functies (A63).
De instellingen voor de helderheid (belichtingscorrectie), levendigheid en kleurtoon blijven
opgeslagen in het geheugen van de camera, zelfs als de camera uitgezet is.
Zie “Het histogram gebruiken” (A55) voor meer informatie.
Helderheid (Bel. +/-)
Helderheid (Bel. +/-)
Schuifknop
Histogram
34
Opnamefuncties
x (Autom. scènekeuzekn.)-stand
De camera herkent automatisch het onderwerp van de opname wanneer u een foto
kadreert, zodat u nog eenvoudiger foto's kunt maken met instellingen die aangepast zijn
aan het onderwerp.
Wanneer de camera automatisch het onderwerp van de opname herkent, verandert het
pictogram voor de opnamestand op het opnamescherm dienovereenkomstig.
B Opmerkingen over stand x (Autom. scènekeuzekn.)
In sommige opnameomstandigheden selecteert de camera mogelijk niet de gewenste
instellingen. Selecteer in dit geval een andere opnamestand (A31).
Wanneer de digitale zoom wordt gebruikt, verandert het pictogram van de opnamestand in d.
Beschikbare functies in de stand x (Autom. scènekeuzekn.)
Flitsstand (A50)
Zelfontspanner (A52)
Belichtingscompensatie (A55)
Beeldmodus (A98)
x (Autom. scènekeuzekn.)-stand
Ga naar de opnamestand M A (opnamestand)-knop M x (autom. scènekeuzekn.)
stand M k-knop
e Portret (om close-up-portretten van een of twee mensen te maken)
b
Portret (om portretten van een grote groep mensen of beelden met veel achtergrond
te maken)
f Landschap
h Nachtportret (om close-up-portretten van een of twee mensen te maken)
c
Nachtportret (om portretten van een grote groep mensen of beelden met veel
achtergrond te maken)
g Nachtlandschap
i Close-up
j Tegenlicht (om foto's te maken van andere onderwerpen dan mensen)
d Tegenlicht (om portretfoto's te maken)
d Andere onderwerpen
35
Opnamefuncties
Onderwerpstand (opname afgestemd op de opnameomstandigheden)
Wanneer een onderwerp is geselecteerd, worden de camera-instellingen automatisch
geoptimaliseerd voor het geselecteerde onderwerp.
* Het pictogram van het laatst geselecteerde onderwerp wordt weergegeven.
1
De camera stelt scherp op oneindig.
2
De camera stelt scherp op het gebied in het midden van het beeld.
3
Het gebruik van een statief is aanbevolen omdat de sluitertijd lang is. Stel Foto VR (A124) in
op Uit in het setup-menu als u een statief gebruikt om de camera bij opname te stabiliseren.
Onderwerpstand (opname afgestemd op de
opnameomstandigheden)
Ga naar de opnamestand M A (opnamestand)-knop M b (tweede pictogram van
boven*) M K M HI M selecteer een onderwerp M k-knop
b Portret (standaardinstelling) i Schemering
1, 2, 3
c Landschap
1, 2
j Nachtlandschap
1, 2, 3
(A36)
d Sport
2
(A36) k Close-up (A36)
e Nachtportret
3
u Voedsel (A36)
f Party/binnen
2
(A36) m Vuurwerk
1, 3
(A37)
Z Strand
2
o Tegenlicht
2
(A37)
z Sneeuw
2
U Panorama assist (A39)
h Zonsondergang
2, 3
O Dierenportret (A37)
36
Opnamefuncties
Onderwerpstand (opname afgestemd op de opnameomstandigheden)
Tips en opmerkingen over onderwerpstand
Terwijl de ontspanknop helemaal ingedrukt wordt gehouden, maakt de camera continu
ongeveer 6 beelden met een snelheid van ongeveer 1,1 bps (als de beeldmodus is ingesteld op
x).
De beeldsnelheid bij continuopnamen hangt af van de huidige instelling voor de beeldstand, de
gebruikte geheugenkaart of de opnameomstandigheden.
Scherpstelling, belichting en tint worden ingesteld op de waarden bepaald voor het eerste beeld
in elke reeks.
Om de effecten van cameratrilling te vermijden, dient u de camera stevig vast te houden. Stel
Foto VR (A124) in op Uit in het setup-menu als u een statief gebruikt om de camera bij
opname te stabiliseren.
In het scherm dat verschijnt nadat j Nachtlandschap is geselecteerd, selecteert u u Uit de
hand of w Statief.
u Uit de hand (standaardinstelling): Selecteer deze optie om opnamen te maken met minder
waasvorming en minder ruis, zelfs wanneer de camera uit de hand wordt bediend.
w Statief: Selecteer deze optie wanneer u een statief of een andere methode gebruikt om de
camera tijdens de opname te stabiliseren.
- Vibratiereductie is uitgeschakeld, zelfs als Foto VR (A124) in het setup-menu is ingesteld op
Aan.
Macro-stand (A54) is ingeschakeld en de camera zoomt automatisch naar de dichtstbijzijnde
positie waarop kan worden scherpgesteld.
U kunt het scherpstelveld verplaatsen. Druk op de k-knop, gebruik HIJK van de multi-
selector om het scherpstelveld te verplaatsen en druk op de k-knop om de instelling toe te
passen.
Macro-stand (A54) is ingeschakeld en de camera zoomt automatisch naar de dichtstbijzijnde
positie waarop kan worden scherpgesteld.
U kunt de tint aanpassen met HI van de multi-selector. De
instelling voor de tint blijft opgeslagen in het geheugen van
de camera, ook wanneer de camera wordt uitgeschakeld.
U kunt het scherpstelveld verplaatsen. Druk op de k-knop,
gebruik HIJK van de multi-selector om het
scherpstelveld te verplaatsen en druk op de k-knop om de
instelling toe te passen.
d Sport
f Party/binnen
j Nachtlandschap
k Close-up
u Voedsel
8
m
0s
8
m
0s
1400
1400
37
Opnamefuncties
Onderwerpstand (opname afgestemd op de opnameomstandigheden)
De sluitertijd is vast ingesteld op vier seconden.
De zoom is beperkt tot vier vaste posities.
De flitser gaat altijd af.
Wanneer u de camera op een hond of kat richt, herkent de camera het gezicht van het dier en
stelt hierop scherp. Standaard wordt de sluiter automatisch losgelaten wanneer het gezicht van
een hond of kat wordt gedetecteerd (dierenp. autom. ontsp.).
In het scherm dat verschijnt nadat O Dierenportret is geselecteerd, selecteert u
U Enkelvoudig of V Continu.
- U Enkelvoudig: Wanneer het gezicht van een kat of hond wordt gedetecteerd, legt de
camera één beeld vast.
- V Continu: Wanneer het gezicht van een kat of hond wordt gedetecteerd, legt de camera
continu drie beelden vast.
B Dierenp. autom. ontsp. en Zelfportrettimer
Druk op J (n) van de multi-selector om de instellingen Dierenp. autom. ontsp. en
Zelfportrettimer te wijzigen.
- Y: De camera herkent het gezicht van een hond of kat en laat automatisch de sluiter los.
- r5s: De camera detecteert het gezicht van een hond, kat of mens. De sluiter wordt automatisch
losgelaten 5 seconden nadat de ontspanknop werd ingedrukt.
- OFF: De camera ontspant de sluiter niet automatisch, zelfs als het gezicht van een hond, kat of
mens wordt gedetecteerd. Druk de ontspanknop in.
Dierenp. autom. ontsp. is ingesteld op OFF nadat vijf serieopnamen werden gemaakt.
Opnemen is ook mogelijk door de ontspanknop in te drukken, ongeacht de instelling voor
Dierenp. autom. ontsp.. Wanneer V Continu is geselecteerd, kunt u continu foto's maken
terwijl u de ontspanknop helemaal ingedrukt houdt.
m Vuurwerk
o Tegenlicht
O Dierenportret
38
Opnamefuncties
Onderwerpstand (opname afgestemd op de opnameomstandigheden)
B Scherpstelveld
Wanneer de camera een gezicht detecteert, wordt het
gezicht weergegeven in een gele rand. Wanneer de camera
scherpstelt op een gezicht binnen een dubbele rand
(scherpstelveld), wordt de dubbele rand groen. Als geen
gezichten worden herkend, stelt de camera scherp op het
onderwerp in het midden van het beeld.
In bepaalde opnameomstandigheden kan het gezicht van
een dier mogelijk niet worden gedetecteerd en kunnen
andere onderwerpen binnen een rand worden
weergegeven.
De functie Huid verzachten gebruiken
Wanneer de sluiter wordt ontspannen terwijl een van de hierna vermelde
onderwerpstanden wordt gebruikt, detecteert de camera menselijke gezichten en wordt
het beeld verwerkt om de huidtinten te verzachten (tot drie gezichten).
Stand Slim portret (A44)
- De mate van het Huid verzachten-effect kan worden aangepast.
x (autom. scènekeuzekn.)-stand (A34)
Portret of onderwerpstand Nachtportret (A35)
Bewerkingsfuncties zoals Huid verzachten kunnen worden toegepast op opgeslagen
beelden met behulp van Glamour-retouchering (A71), zelfs na de opname.
B Opmerkingen over Huid verzachten
Het kan langer duren dan normaal om beelden na de opname op te slaan.
In bepaalde opnameomstandigheden worden de gewenste resultaten van de functie Huid
verzachten niet verkregen en kan de functie Huid verzachten worden toegepast op delen van
het beeld zonder gezichten.
8
m
0s
8
m
0s
1400
1400
39
Opnamefuncties
Onderwerpstand (opname afgestemd op de opnameomstandigheden)
Opname met Panorama Assist
Als u een statief gebruikt, is het eenvoudiger om een foto te kadreren. Wanneer u een statief
gebruikt om de camera tijdens de opname te stabiliseren, stelt u Foto VR (A124) in op Uit
in het setup-menu.
* Het pictogram van het laatst geselecteerde onderwerp wordt weergegeven.
1 Gebruik JK van de multi-selector om
een richting te selecteren waarin beelden
aan elkaar worden gevoegd, en druk op
de k-knop.
Gebruik indien nodig de flitsstand (A50), de
zelfontspanner (A52), de macro-stand (A54) en de
belichtingscorrectie (A55) in deze stap.
Druk op de k-knop om de richting opnieuw te
selecteren.
2 Kadreer het eerste gedeelte van
het panoramabeeld en maak de
eerste foto.
De camera stelt scherp op het onderwerp
in het midden van het beeld.
Ongeveer een derde van het beeld wordt
doorschijnend weergegeven.
Om de opname te annuleren, drukt op de
k-knop.
3 Maak de volgende foto.
Plaats de omtrek van het volgende beeld
dusdanig, dat een derde van het beeld het
vorige beeld overlapt, en druk op de
ontspanknop.
Ga naar de opnamestand M A (opnamestand)-knop M b (tweede pictogram van
boven*) M K M HI M U (Panorama assist) M k-knop
8
m
0s8
m
0s
14001400
8
m
0s8
m
0s
14001400
EindeEinde
40
Opnamefuncties
Onderwerpstand (opname afgestemd op de opnameomstandigheden)
4 Druk op de k-knop als de opname
voltooid is.
De camera keert terug naar stap 1.
B Opmerkingen over Panorama assist
Tot drie beelden kunnen worden gemaakt en gecombineerd tot een panoramareeks. De
opname eindigt automatisch nadat het derde beeld werd gemaakt.
Een panoramabeeld kan mogelijk niet worden opgeslagen als het doorschijnende gedeelte van
een beeld niet goed uitgelijnd is met het onderwerp wanneer het volgende beeld wordt
gemaakt.
Het bereik van het beeld dat zichtbaar is in het opgeslagen beeld, is smaller dan het beeld dat
zichtbaar is op het scherm tijdens de opname.
Als de opname eindigt nadat alleen het eerste beeld werd gemaakt, kan de camera de weergave
van het beeld niet bladeren (A41).
De opname voor de panoramareeks wordt beëindigd als de functie automatisch uit (A126)
tijdens de opname de stand-by-stand oproept. Het is aan te bevelen de tijd die mag verstrijken
voor de functie automatisch uit wordt ingeschakeld, langer in te stellen.
Beelden kunnen niet worden gewist terwijl wordt opgenomen in de stand panorama assist.
Wanneer een nieuw beeld wordt gemaakt, keert u terug naar stap 1 en begint u opnieuw.
C R-aanduiding
In de onderwerpstand panorama assist worden de belichting,
de witbalans en de scherpstelling voor alle beelden in een
panorama vastgezet op de waarden voor het eerste beeld in de
reeks.
Wanneer het eerste beeld wordt gemaakt, verschijnt R
om aan te geven dat de belichting, de witbalans en de
scherpstelling vergrendeld zijn.
Einde
Einde
41
Opnamefuncties
Onderwerpstand (opname afgestemd op de opnameomstandigheden)
Weergave met Panorama Assist
Ga naar de weergavestand (A18), geef een beeld dat met
panorama assist werd opgenomen, weer in de
schermvullende weergavestand en druk vervolgens op de
k-knop om het beeld in de richting te bladeren die tijdens
de opname werd gebruikt.
De bedieningsknoppen worden tijdens de weergave op
het scherm weergegeven.
Gebruik JK van de multi-selector om een knop te
selecteren en druk vervolgens op de k-knop om de
hierna beschreven bewerkingen uit te voeren.
B Opmerkingen over Panorama assist-beelden
De beelden kunnen niet op deze camera worden bewerkt.
Deze camera kan de weergave mogelijk niet bladeren van, of inzoomen op, beelden die werden
gemaakt met panorama assist en werden vastgelegd met een ander merk of model digitale
camera.
B Opmerkingen over het afdrukken van panoramabeelden
Het volledige beeld kan mogelijk niet worden afgedrukt, afhankelijk van de instellingen van de
printer. Bovendien is het afdrukken eventueel onmogelijk, afhankelijk van de printer.
Functie
Pictogram
Beschrijving
Terugspoelen
A Houd de k-knop ingedrukt om snel achteruit te bladeren.
Vooruitspoelen
B Houd de k-knop ingedrukt om snel vooruit te bladeren.
Pauzeren E
Afspelen pauzeren. De hierna vermelde bewerkingen kunnen tijdens
pauze worden uitgevoerd.
C Houd de k-knop ingedrukt om terug te spoelen.
D Houd de k-knop ingedrukt om te bladeren.
F Automatisch bladeren hervatten.
Einde G Terug naar de schermvullende weergavestand.
0004.
JPG
0004.
JPG
4
/
4
4
/
4
15/11/2016 15:30
15/11/2016 15:30
42
Opnamefuncties
Stand speciale effecten (effecten toepassen tijdens opname)
Pas effecten op beelden toe tijdens de opname.
* Het pictogram van het laatst geselecteerde effect wordt weergegeven.
De camera stelt scherp op het gebied in het midden van het beeld.
Wanneer Selectieve kleur of Cross-process is
geselecteerd, gebruikt u HI van de multi-selector om
de gewenste kleur te selecteren, waarna u op de
k-knop drukt om de kleur toe te passen. Om de
kleurselectie te wijzigen, drukt u nogmaals op de
k-knop.
Stand speciale effecten (effecten toepassen
tijdens opname)
Ga naar de opnamestand M A (opnamestand)-knop M D (derde pictogram van
boven*) M K M HI M selecteer een effect M k-knop
Type Beschrijving
D Zacht
(standaardinstelling)
Verzacht het beeld door een lichte waas aan het volledige beeld toe te
voegen.
E Nostalgisch sepia
Voegt een sepia toon toe en vermindert het contrast om de
eigenschappen van een oude foto te simuleren.
F Hoogcontrast
monochr.
Verandert het beeld in zwart-wit en geeft het een scherp contrast.
I Selectieve kleur
Maakt een zwart-wit-beeld waarin alleen de opgegeven kleur
behouden blijft.
l Pop
Verhoogt de kleurverzadiging van het volledige beeld om een helder
uitzicht te creëren.
o Cross-process
Geeft het beeld een mysterieus uitzicht op basis van een specifieke
kleur.
m Speelgoedcamera-
eff. 1
Geeft het volledige beeld een geelachtige tint en maakt de rand van
het beeld donkerder.
n Speelgoedcamera-
eff. 2
Vermindert de kleurverzadiging van het volledige beeld en maakt de
rand van het beeld donkerder.
b Spiegelen
Creëert een bilateraal symmetrisch beeld waarvan de rechterhelft het
omgekeerde spiegelbeeld is van de linkerhelft.
Opslaan
43
Opnamefuncties
Stand speciale effecten (effecten toepassen tijdens opname)
Beschikbare functies in de stand Speciale effecten
Flitsstand (A50)
Zelfontspanner (A52)
Macro-stand (A54)
Belichtingscompensatie (A55)
Beeldmodus (A98)
44
Opnamefuncties
Stand Slim portret (Menselijke gezichten verbeteren bij opname)
U kunt een foto nemen met de glamour-retouchering-functie om menselijke gezichten te
verbeteren.
1 Druk op K van de multi-selector.
2 Pas een effect toe.
Gebruik JK om het gewenste effect te selecteren.
Gebruik HI om de intensiteit van het effect te
selecteren.
U kunt meerdere effecten tegelijk toepassen.
B Huid verzachten, l Foundation, Q Zacht,
G Levendigheid, o Helderheid (Bel. +/-)
Selecteer y Sluiten om de schuifknop te verbergen.
Na het configureren van de gewenste effecten, drukt u
op de k-knop om deze toe te passen.
3 Kadreer de foto en druk de ontspanknop in.
B Opmerkingen over de stand Slim portret
De intensiteit van het effect kan verschillen tussen het beeld op het opnamescherm en het
opgeslagen beeld.
Stand Slim portret (Menselijke gezichten
verbeteren bij opname)
Ga naar de opnamestand M A (opnamestand)-knop M F Slim portret-stand M
k-knop
Huid verzachten
Schuifknop
Effect
45
Opnamefuncties
Stand Slim portret (Menselijke gezichten verbeteren bij opname)
Beschikbare functies in de stand Slim portret
Glamour-retouchering (A44)
Glimlachtimer (A46)
Zelf-collage (A47)
Flitsstand (A50)
Zelfontspanner (A52)
Menu Slim portret (A108)
46
Opnamefuncties
Stand Slim portret (Menselijke gezichten verbeteren bij opname)
Gebruik van Glimlachtimer
Wanneer u op J van de multi-selector drukt om
a Glimlachtimer te selecteren en daarna op de k-knop
drukt, ontspant de camera de sluiter automatisch wanneer
deze een glimlachend gezicht detecteert.
Stel de glamour-retouchering-functie in voor u
glimlachtimer (A44) selecteert.
Wanneer u op de ontspanknop drukt om een foto te
nemen, wordt glimlachtimer beëindigd.
B Opmerkingen over Glimlachtimer
In bepaalde opnameomstandigheden kan de camera gezichten of een glimlach niet herkennen
(A58). De ontspanknop kan ook worden gebruikt om op te nemen.
C Wanneer het zelfontspannerlampje knippert
Wanneer u de glimlachtimer gebruikt, knippert het zelfontspannerlampje wanneer de camera een
gezicht detecteert; het lampje knippert snel onmiddellijk nadat de sluiter werd ontspannen.
Ga naar de opnamestand M A (opnamestand)-knop M F Slim portret-stand M
k-knop
Glimlachtimer
47
Opnamefuncties
Stand Slim portret (Menselijke gezichten verbeteren bij opname)
Gebruik van Zelf-collage
De camera kan een reeks in intervallen van vier of negen
beelden registreren en deze opslaan als één-beeld (een
collagebeeld).
1 Druk op J van de multi-selector om
n Zelf-collage te selecteren en druk op
de k-knop.
Er verschijnt een bevestigingsscherm.
Wanneer u op de d-knop drukt en Zelf-collage
selecteert voor u op J drukt, kunt u de instellingen
voor Aantal opnamen, Interval en Sluitergeluid
(A108) configureren.
Als u tijdens het opnemen glamour-retouchering wilt
toepassen, moet u het effect instellen voor u zelf-
collage (A44) selecteert.
Ga naar de opnamestand M A (opnamestand)-knop M F Slim portret-stand M
k-knop
15/11/2016 15:30
15/11/2016 15:30
0005.
JPG
0005.
JPG
5
/
5
5
/
5
Zelf-collage
48
Opnamefuncties
Stand Slim portret (Menselijke gezichten verbeteren bij opname)
2 Neem een foto.
Wanneer u de ontspanknop indrukt, start een aftelling
(ongeveer vijf seconden) en wordt de sluiter
automatisch ontspannen.
De camera ontspant de sluiter automatisch voor de
resterende foto's. Een aftelling start ongeveer drie
seconden voor de opname.
Het aantal opnamen wordt aangeduid door U op het
scherm. Het wordt tijdens opname groen
weergegeven en wijzigt naar wit na de opname.
3 Selecteer Ja en druk op de k-knop.
Het collagebeeld wordt opgeslagen.
Elk geregistreerd beeld wordt opgeslagen als een
individueel beeld, afzonderlijk van het collagebeeld.
B Opmerkingen over Zelf-collage
Als u de ontspanknop indrukt voor de camera het opgegeven aantal opnamen genomen heeft,
wordt de opname geannuleerd en wordt er geen collagebeeld opgeslagen. De foto's die
genomen werden voor de opname geannuleerd werd, worden opgeslagen als afzonderlijke
afbeeldingen.
Deze functie kan mogelijk niet worden gebruikt in combinatie met andere functies (A63).
2
Ja
Nee
Opslaan OK?
49
Opnamefuncties
Opnamefuncties instellen met de multi-selector
Wanneer het opnamescherm wordt weergegeven, kunt u op H (m) J (n) I (p) K (o)
van de multi-selector drukken om de volgende functies in te stellen.
m Flitsstand
U kunt een flitsstand selecteren overeenkomstig de opnameomstandigheden.
n Zelfontspanner
De camera ontspant de sluiter 10, 2 of 5 seconden nadat u op de ontspanknop hebt
gedrukt.
p Macro-stand
Gebruik de macro-stand om close-upfoto's te maken.
o Belichtingscompensatie
U kunt de algemene helderheid van het beeld aanpassen.
De functies die kunnen worden ingesteld verschillen naargelang de opnamestand.
Opnamefuncties instellen met de multi-selector
50
Opnamefuncties
Flitsstand
U kunt een flitsstand selecteren overeenkomstig de opnameomstandigheden.
1 Druk op H (m) van de multi-selector.
2 Selecteer de gewenste flitsstand (A51)
en druk op de k-knop.
Als de k-knop niet wordt ingedrukt, wordt de selectie
geannuleerd.
C Het flitserlampje
De status van de flitser kan worden gecontroleerd door de
ontspanknop half in te drukken.
- Aan: De flitser gaat af wanneer u de ontspanknop helemaal
indrukt.
- Knippert: De flitser wordt opgeladen. De camera kan geen
beelden maken.
- Uit: De flitser gaat niet af wanneer een foto wordt gemaakt.
Als de accu bijna leeg is, schakelt het scherm uit terwijl de
flitser wordt opgeladen.
Flitsstand
Automatisch
51
Opnamefuncties
Flitsstand
Beschikbare flitsstanden
B Opmerkingen over het gebruik van de flitser
Als u de flitser gebruikt terwijl de zoom in de groothoekstand staat, kan de beeldrand er donker
uitzien afhankelijk van de afstand tot het onderwerp.
Verplaats de zoom lichtjes naar tele om het probleem te verhelpen.
C De flitsstandinstelling
De instelling is mogelijk niet beschikbaar in bepaalde opnamestanden (A61).
De instelling die wordt gebruikt in de stand A (auto), wordt opgeslagen in het geheugen van
de camera, zelfs als de camera uitgezet is.
C Rode-ogenreductie
Als de camera rode ogen vaststelt terwijl een beeld wordt opgeslagen, wordt het gebied in kwestie
bewerkt om rode ogen te verminderen voor het beeld wordt opgeslagen.
Houd rekening met het volgende tijdens de opname:
Er is meer tijd nodig om beelden op te slaan.
Rode-ogenreductie zal in sommige situaties niet het gewenste resultaat opleveren.
In uitzonderlijke gevallen kan de rode-ogenreductie nodeloos worden toegepast op andere
delen van het beeld. In deze gevallen selecteert u een andere flitsstand en neemt u de foto
opnieuw.
U
Automatisch
De flitser gaat af wanneer dit nodig is, bijvoorbeeld als er weinig licht is.
De aanduiding voor de flitsstand wordt alleen direct na het uitvoeren van de
instelling op het opnamescherm weergegeven.
V
Autom. met rode-ogenred.
Minder rode ogen in portretten ten gevolge van de flitser.
W
Uit
De flitser gaat niet af.
Het is aan te bevelen een statief te gebruiken om de camera te stabiliseren wanneer
u in donkere omgevingen fotografeert.
X
Invulflits
De flitser wordt bij elke foto gebruikt. Gebruik deze stand om schaduwen en
onderwerpen in tegenlicht “in te vullen” (te verlichten).
Y
Lange sluitertijd
Geschikt voor avond- en nachtportretten met achtergronddecors. De invulflits gaat af
om het hoofdonderwerp te verlichten. De lange sluitertijd wordt gebruikt om in het
donker of bij weinig licht de achtergrond vast te leggen.
52
Opnamefuncties
Zelfontspanner
De camera is voorzien van een zelfontspanner, die de sluiter 10, 2 of 5 seconden na het
indrukken van de ontspanknop ontspant.
Stel Foto VR (A124) in op Uit in het setup-menu als u een statief gebruikt om de camera
bij opname te stabiliseren.
1 Druk op J (n) van de multi-selector.
2 Selecteer n10s, n2s of r5s en druk op
de k-knop.
n10s (10 seconden): Voor belangrijke gelegenheden,
zoals bruiloften.
n2s (2 seconden): Om cameratrilling te voorkomen.
r5s (5 seconden): Om zelfportretten te maken
(zelfportrettimer).
Als de k-knop niet wordt ingedrukt, wordt de selectie
geannuleerd.
Wanneer de opnamestand de onderwerpstand Dierenportret is, wordt Y (dierenp.
autom. ontsp.) en r5s (zelfportrettimer) weergegeven (A37). n10s en n2s kunnen
niet worden gebruikt.
Wanneer de opnamestand Slim portret is, kunt u ook a Glimlachtimer (A46), n Zelf-
collage (A47) of r5s Zelfportrettimer gebruiken naast n10s en n2s.
3 Kadreer de foto en druk de ontspanknop half in.
De scherpstelling en de belichting zijn ingesteld.
Zelfontspanner
Zelfontspanner
53
Opnamefuncties
Zelfontspanner
4 Druk de ontspanknop helemaal
in.
Het aftellen begint. Het
zelfontspannerlampje knippert en licht
daarna constant gedurende ongeveer één
seconde op voor de sluiter wordt
ontspannen.
Zodra de sluiter is ontspannen, wordt de
zelfontspanner weer op OFF gezet.
Om de aftelling te stoppen, drukt u
nogmaals op de ontspanknop.
F3.7
F3.7
F3.7
1/ 25 0
1/250
9
9
54
Opnamefuncties
Macro-stand (nemen van close-upfoto's)
Gebruik de macro-stand om close-upfoto's te nemen.
1 Druk op I (p) van de multi-selector.
2 Selecteer ON en druk op de k-knop.
Als de k-knop niet wordt ingedrukt, wordt de selectie
geannuleerd.
3 Verplaats de zoomknop om de
zoomfactor op een positie te zetten
waarbij F en de zoomaanduiding groen
worden weergegeven.
Wanneer de zoomfactor is ingesteld op een positie waarbij de zoomaanduiding groen
wordt weergegeven, kan de camera scherpstellen op onderwerpen tot op ca. 9 cm van
het objectief.
Wanneer de zoom op een positie staat waar G wordt weergegeven, kan de camera
scherpstellen op onderwerpen tot op circa 2 cm van het objectief.
C De instelling Macro-stand
De instelling is mogelijk niet beschikbaar in bepaalde opnamestanden (A61).
Als de instelling wordt gebruikt in de stand A (auto), blijft deze opgeslagen in het geheugen
van de camera, zelfs als de camera uitgezet is.
Macro-stand (nemen van close-upfoto's)
Macro-stand
55
Opnamefuncties
Belichtingscompensatie (Helderheid aanpassen)
U kunt de algemene helderheid van het beeld aanpassen.
1 Druk op K (o) van de multi-selector.
2 Selecteer een correctiewaarde en druk op
de k-knop.
Om het beeld helderder te maken, stelt u een positieve
(+) waarde in.
Om het beeld donkerder te maken, stelt u een
negatieve (–) waarde in.
De correctiewaarde wordt toegepast, ook zonder de
k-knop in te drukken.
Wanneer de opnamestand slim portret is, wordt het
scherm glamour-retouchering weergegeven in plaats
van het belichtingscorrectiescherm (A44).
Wanneer de opnamestand A (auto) is, wordt de creatieve instelknop weergegeven in
plaats van het belichtingscorrectiescherm (A32).
C Waarde voor belichtingscorrectie
De instelling is mogelijk niet beschikbaar in bepaalde opnamestanden (A61).
Als de instelling wordt gebruikt in de stand A (auto), blijft deze opgeslagen in het geheugen
van de camera, zelfs als de camera uitgezet is.
C Het histogram gebruiken
Een histogram is een grafiek die de toonverdeling van een beeld weergeeft. U kunt het histogram
gebruiken als leidraad wanneer u belichtingscorrectie gebruikt en opnames maakt zonder de
flitser.
De horizontale as toont de pixelhelderheid, met links de donkere tonen en rechts de lichte tonen.
De verticale as toont het aantal pixels.
Als u de belichtingscorrectiewaarde verhoogt, wordt de verdeling van toonwaarden naar rechts
verplaatst. Bij een verlaging wordt de verdeling naar links verplaatst.
Belichtingscompensatie (Helderheid aanpassen)
Belichtingscompensatie
Histogram
56
Opnamefuncties
De zoom gebruiken
Wanneer u de zoomknop verplaatst, verandert de
zoompositie van het objectief.
Om in te zoomen: Verplaats naar g
Om uit te zoomen: Verplaats naar f
Als u de camera inschakelt, gaat de zoom naar de
maximale groothoekstand.
Een zoomaanduiding verschijnt op het
opnamescherm zodra de zoomknop wordt verplaatst.
De digitale zoom, waarmee u het onderwerp verder
kunt vergroten tot ca. 4× de maximale optische
zoomverhouding, kan worden geactiveerd door de
zoomknop naar g te verplaatsen en vast te houden
wanneer de camera is ingezoomd naar de maximale optische zoomstand.
C Digitale zoom
De zoomaanduiding wordt blauw wanneer de digitale zoom wordt geactiveerd, en wordt geel
wanneer de zoomvergroting verder toeneemt.
Zoomaanduiding is blauw: De beeldkwaliteit is niet merkbaar gedaald door gebruik te maken
van de dynamische fijne zoom.
Zoomaanduiding is geel: Er zijn gevallen waarin de beeldkwaliteit merkbaar is gedaald.
De aanduiding blijft blauw over een breder gebied wanneer het beeldformaat kleiner is.
De zoomaanduiding wordt mogelijk niet blauw wanneer bepaalde instellingen voor continu-
opname of andere instellingen worden gebruikt.
De zoom gebruiken
Groothoek Tele
Optische
zoom
Digitale
zoom
57
Opnamefuncties
Scherpstellen
Het scherpstelveld is afhankelijk van de opnamestand.
De ontspanknop
AF met doelopsporing gebruiken
Wanneer AF-veldstand (A104) in de stand A (auto) is ingesteld op AF met
doelopsporing, stelt de camera scherp op de hierna beschreven wijze wanneer u de
ontspanknop half indrukt.
De camera detecteert het hoofdonderwerp en stelt
hierop scherp. Zodra het onderwerp scherp is, wordt
het scherpstelveld in groen weergegeven. Als een
menselijk gezicht wordt gedetecteerd, stelt de camera
hierop automatisch de scherpstelprioriteit in.
Wanneer geen hoofdonderwerp wordt gedetecteerd,
selecteert de camera automatisch een of meer van de
negen scherpstelvelden met het onderwerp dat zich
het dichtst bij de camera bevindt. Wanneer het
onderwerp scherp is, worden de scherpstelvelden die
scherp zijn in groen weergegeven.
Scherpstellen
Half indrukken
Om de scherpstelling en de belichting (sluitertijd en f-waarde)
in te stellen, drukt u de ontspanknop zachtjes in tot u een lichte
weerstand voelt. De scherpstel- en belichtingsinstellingen
blijven geblokkeerd zolang u de ontspanknop half ingedrukt
houdt.
Helemaal
indrukken
Druk de ontspanknop helemaal in om de sluiter te ontspannen
en een foto te maken.
Oefen niet te veel kracht uit wanneer u de ontspanknop
indrukt, want dit kan leiden tot cameratrilling en onscherpe
beelden. Druk voorzichtig op de knop.
F3.7F3.7F3.71/ 25 01/250
Scherpstelvelden
F3.7
F3.7
F3.7
1/ 25 0
1/250
Scherpstelvelden
58
Opnamefuncties
Scherpstellen
B Opmerkingen over AF met doelopsporing
Afhankelijk van de opnameomstandigheden kan het onderwerp dat de camera als
hoofdonderwerp bepaalt, variëren.
Het hoofdonderwerp kan bij bepaalde instellingen voor de Witbalans mogelijk niet worden
gedetecteerd.
De camera kan in de volgende situaties het hoofdonderwerp mogelijk niet detecteren:
- Wanneer het onderwerp zeer donker of helder is
- Wanneer het hoofdonderwerp geen duidelijk gedefinieerde kleuren heeft
- Wanneer de opname dusdanig wordt gekadreerd, dat het hoofdonderwerp zich aan de rand
van het scherm bevindt
- Wanneer het hoofdonderwerp bestaat uit een terugkerend patroon
Gezichtsherkenning gebruiken
In de volgende opnamestanden gebruikt de camera
gezichtsherkenning om automatisch scherp te stellen op
menselijke gezichten.
Stand e/b Portret, h/c Nachtportret of
d Tegenlicht in x (autom. scènekeuzekn.) (A34)
Onderwerpstand Portret of Nachtportret (A35)
Slim portret-stand (A44)
Wanneer AF-veldstand (A104) in de stand A (auto)
(A32) is ingesteld op Gezichtprioriteit.
Wanneer de camera meer dan één gezicht herkent, wordt een dubbele rand weergegeven
rond het gezicht waarop de camera scherpstelt, en wordt een enkele rand weergegeven
rond de andere gezichten.
Als de ontspanknop half wordt ingedrukt wanneer geen gezichten worden herkend:
In de stand x (autom. scènekeuzekn.) verandert het scherpstelveld afhankelijk van het
onderwerp.
In de onderwerpstanden Portret en Nachtportret of in de stand Slim portret stelt de
camera scherp in het midden van het beeld.
In de stand A (auto) selecteert de camera het scherpstelveld met het onderwerp dat
zich het dichtst bij de camera bevindt.
B Opmerkingen over gezichtsherkenning
De mate waarin de camera gezichten kan detecteren, is afhankelijk van diverse factoren,
waaronder de richting waarin de gezichten kijken.
In de volgende situaties kan de camera geen gezichten detecteren:
- Als een gezicht deels verscholen gaat achter een zonnebril of een ander voorwerp
- Als een gezicht te veel of te weinig ruimte beslaat in het beeld
8
m
0s
8
m
0s
1400
1400
59
Opnamefuncties
Scherpstellen
Onderwerpen die niet geschikt zijn voor Autofocus
De camera stelt in de volgende situaties mogelijk niet scherp zoals verwacht. In
uitzonderlijke gevallen wordt het onderwerp mogelijk niet scherpgesteld ondanks het feit
dat het scherpstelveld of de scherpstelaanduiding in groen wordt weergegeven:
Het onderwerp is zeer donker
Er zijn voorwerpen met sterk verschillende helderheid in de opnameomstandigheden
(bijvoorbeeld wanneer de zon achter het onderwerp staat en het onderwerp daardoor
zeer donker wordt)
Er is geen contrast tussen het onderwerp en de omgeving (bijvoorbeeld wanneer de
persoon op de foto een wit overhemd draagt en voor een witte muur staat)
Meerdere voorwerpen bevinden zich op verschillende afstanden van de camera
(bijvoorbeeld wanneer het onderwerp in een kooi zit)
Onderwerpen met terugkerende patronen (vensterjaloezieën, gebouwen met meerdere
rijen ramen met dezelfde vorm enz.)
Het onderwerp beweegt snel
Druk in bovengenoemde situaties de ontspanknop enkele malen half in om opnieuw
scherp te stellen, of stel scherp op een ander onderwerp dat zich op dezelfde afstand van de
camera bevindt als het gewenste onderwerp, en gebruik de scherpstelvergrendeling
(A60).
60
Opnamefuncties
Scherpstellen
Scherpstelvergrendeling
Opnemen met scherpstelvergrendeling wordt aanbevolen wanneer de camera het
scherpstelveld met het gewenste onderwerp niet activeert.
1 Stel AF-veldstand in op Centrum in de stand A (auto) (A104).
2 Positioneer het onderwerp in het
midden van het beeld en druk de
ontspanknop half in.
De camera stelt scherp op het onderwerp
en het scherpstelveld wordt in groen
weergegeven.
De belichting wordt ook vergrendeld.
3 Pas de compositie van de foto aan zonder
uw vinger op te heffen.
De afstand tussen de camera en het onderwerp mag
niet veranderen.
4 Druk de ontspanknop helemaal in om de
foto te maken.
F3.7F3.7
F3.7
1/ 25 0
1/250
F3.7F3.7F3.71 /2501/250
61
Opnamefuncties
Standaardinstellingen (flitser, zelfontspanner enz.)
De standaardinstellingen voor elke opnamestand worden hierna vermeld.
Standaardinstellingen (flitser, zelfontspanner
enz.)
Flitser
(A50)
Zelfontspanner
(A52)
Macro
(A54)
Belichtingscompensatie
(A55)
x (autom. scènekeuzekn.)
U
1
Uit
Uit
2
0,0
C (onderwerp)
b (portret) V Uit
Uit
3
0,0
c (landschap)
W
3
Uit
Uit
3
0,0
d (sport)
W
3
Uit
3
Uit
3
0,0
e (nachtportret)
V
4
Uit
Uit
3
0,0
f (party/binnen)
V
5
Uit
Uit
3
0,0
Z (strand) U Uit
Uit
3
0,0
z (sneeuw) U Uit
Uit
3
0,0
h (zonsondergang)
W
3
Uit
Uit
3
0,0
i (schemering)
W
3
Uit
Uit
3
0,0
j (nachtlandschap)
W
3
Uit
Uit
3
0,0
k (close-up) W Uit
Aan
3
0,0
u (voedsel)
W
3
Uit
Aan
3
0,0
m (vuurwerk)
W
3
Uit
3
Uit
3
0,0
3
o (tegenlicht)
X
3
Uit
Uit
3
0,0
U (panorama assist) W Uit Uit 0,0
O (dierenportret)
W
3
Y
6
Uit 0,0
62
Opnamefuncties
Standaardinstellingen (flitser, zelfontspanner enz.)
1
De camera selecteert automatisch de flitsstand die geschikt is voor het onderwerp dat de
camera heeft geselecteerd. W (uit) kan handmatig worden geselecteerd.
2
Kan niet worden gewijzigd. De camera gaat naar de macro-stand wanneer i is geselecteerd.
3
Kan niet worden gewijzigd.
4
Kan niet worden gewijzigd. De flitsstand is vastgezet op invulflits met rode-ogenreductie.
5
Kan naar synchronisatie met lange sluitertijd schakelen met de flitsstand rode-ogenreductie.
6
De zelfontspanner n10s en n2s kan niet worden gebruikt. Dierenp. autom. ontsp. (A37) en
zelfportrettimer (A37) kunnen worden in- of uitgeschakeld.
7
a Glimlachtimer (A46), n Zelf-collage (A47),- of r5s Zelfportrettimer kunnen
worden gebruikt naast de zelfontspanner n10s en n2s.
8
Het scherm Glamour-retouchering verschijnt (A44).
9
De creatieve instelknop wordt weergegeven (A32).
R (speciale effecten) W Uit Uit 0,0
F (slim portret) U Uit
7
Uit
3
8
A (auto) U Uit Uit
9
Flitser
(A50)
Zelfontspanner
(A52)
Macro
(A54)
Belichtingscompensatie
(A55)
63
Opnamefuncties
Functies die bij opname niet tegelijk kunnen worden gebruikt
Bepaalde functies kunnen niet met andere menu-opties worden gebruikt.
B Opmerkingen over digitale zoom
Afhankelijk van de opnamestand of de huidige instellingen is de digitale zoom mogelijk niet
beschikbaar (A125).
Wanneer digitale zoom geactiveerd is, stelt de camera scherp op het midden van het beeld.
Functies die bij opname niet tegelijk kunnen
worden gebruikt
Beperkte functie Optie Beschrijving
Flitsstand
Continu (A102)
Wanneer Continu is geselecteerd, kan de
flitser niet worden gebruikt.
Knipperdetectie (A109)
Wanneer Knipperdetectie is ingesteld op
Aan, kan de flitser niet worden gebruikt.
Zelfontspanner AF-veldstand (A104)
Wanneer Onderwerp volgen is
geselecteerd, kan de zelfontspanner niet
worden gebruikt.
Macro-stand AF-veldstand (A104)
Wanneer Onderwerp volgen is
geselecteerd, kan de macro-stand niet
worden gebruikt.
Beeldmodus ISO-waarde (A103)
Wanneer 3200 is geselecteerd, kan voor de
instelling van de beeldmodus alleen
r 2272×1704, q 1600×1200 of
O 640×480 worden geselecteerd. Als een
andere instelling voor de beeldmodus dan
hierboven is geselecteerd, wordt de
instelling voor de beeldmodus automatisch
gewijzigd in r 2272×1704 wanneer ISO-
waarde is ingesteld op 3200.
Witbalans
Kleurtoon (De creatieve
instelknop gebruiken)
(A32)
Wanneer Kleurtoon aangepast wordt met
de creatieve instelknop, is de instelling
Witbalans niet beschikbaar in het
opnamemenu.
AF-veldstand Digitale zoom (A125)
Wanneer de digitale zoom geactiveerd is,
stelt de camera scherp in het midden van
het beeld, ongeacht de instelling voor AF-
veldstand.
Knipperdetectie Zelf-collage (A47)
Wanneer Zelf-collage is ingesteld, is
Knipperdetectie uitgeschakeld.
Digitale zoom AF-veldstand (A104)
Wanneer Onderwerp volgen is
geselecteerd, kan de digitale zoom niet
word
en geb
ruikt.
64
Weergavefuncties
Weergavefuncties
Zoomweergave ...............................................................................................................................65
Miniatuurweergave/Kalenderweergave ................................................................................66
Stand Sorteer op datum...............................................................................................................67
Beelden bewerken (foto's) ..........................................................................................................68
65
Weergavefuncties
Zoomweergave
Verplaats de zoomknop naar g (i zoomweergave) in de schermvullende weergavestand
(A18) om in te zoomen op het beeld.
U kunt de zoomfactor wijzigen door de zoomknop te verplaatsen naar f (h) of g (i).
Om een ander gedeelte van het beeld te zien, drukt u op HIJK van de multi-selector.
Wanneer een ingezoomd beeld wordt weergegeven, drukt u op de k-knop om terug te
keren naar de schermvullende weergavestand.
C Beelden uitsnijden
Wanneer een ingezoomd beeld wordt weergegeven, kunt u op de d-knop drukken om het
beeld uit te snijden, zodat alleen het zichtbare gedeelte wordt opgeslagen als een afzonderlijk
bestand (A74).
Zoomweergave
3.03.0
15/11/2016 15:3015/11/2016 15:30
0004.
JPG0004.
JPG
4
/
44
/
4
g
(i)
f
(h)
Beeld wordt ingezoomd.Schermvullende
weergave
Gids weergegeven gebied
66
Weergavefuncties
Miniatuurweergave/Kalenderweergave
Door de zoomknop naar f (h miniatuurweergave) te verplaatsen in de schermvullende
weergavestand (A18), worden beelden als miniaturen weergegeven.
U kunt het aantal weergegeven miniaturen wijzigen door de zoomknop te verplaatsen
naar f (h) of g (i).
Wanneer de miniatuurweergavestand wordt gebruikt, drukt u op HIJK van de multi-
selector om een beeld te selecteren, waarna u op de k-knop drukt om dat beeld in de
schermvullende weergavestand weer te geven.
Wanneer u de kalenderweergavestand gebruikt, drukt u op HIJK om een datum te
selecteren, waarna u op de k-knop drukt om de beelden weer te geven die op die
datum werden vastgelegd.
B Opmerkingen over kalenderweergave
Beelden die werden vastgelegd toen de datum van de camera nog niet was ingesteld, worden
beschouwd als beelden die werden vastgelegd op 1 januari 2016.
Miniatuurweergave/Kalenderweergave
1
/
20
1
/
20
15/11/2016 15 :3 0
15/11/2016 15:30
0004.
JPG
0004.
JPG
1
/
20
1
/
20
Sun
M
on
Tue
W
ed
Thu
F
ri
Sat
28
28
28 29
29
29 30
30
30
27
27
27
26
26
26
25
25
25
24
24
24
23
23
2322
22
22
21
21
21
20
20
20
19
19
19
18
18
18
17
17
17
16
16
16
15
15
15
14
14
1413
13
13
12
12
12
11
11
11
10
10
10
9
9
8
8
7
7
6
6
5
5
4
4
3
3
2
2
1
1
4
4
11
2016
MiniatuurweergaveSchermvullende
weergave
Kalenderweergave
g
(i)
f
(h)
g
(i)
f
(h)
67
Weergavefuncties
Stand Sorteer op datum
Gebruik HI van de multi-selector om een datum te
selecteren en druk op de k-knop om de beelden weer te
geven die op de geselecteerde datum werden vastgelegd.
Functies in het weergavemenu (A110) kunnen
worden gebruikt voor de beelden van de geselecteerde
opnamedatum (behalve Kopiëren).
De volgende bewerkingen zijn mogelijk terwijl het
selectiescherm voor de opnamedatum wordt
weergegeven.
- d-knop: De volgende functies zijn beschikbaar.
Diashow
Beveiligen*
* Dezelfde instellingen kunnen worden toegepast op alle beelden die op de geselecteerde
datum werden vastgelegd.
- l-knop: Verwijdert alle beelden die op de geselecteerde datum werden vastgelegd.
B Opmerkingen bij de stand Sorteer op datum
De camera kan de 29 meest recente datums selecteren. Als er beelden voor meer dan 29 datums
zijn, worden alle beelden die vroeger werden opgeslagen dan de 29 recentste datums,
gecombineerd onder Overige.
De 9.000 recentste beelden kunnen worden weergegeven.
Beelden die werden vastgelegd toen de datum van de camera nog niet was ingesteld, worden
beschouwd als beelden die werden vastgelegd op 1 januari 2016.
Stand Sorteer op datum
Druk op de c-knop (weergavestand) M c-knop M C Sorteer op datum M k-knop
Sorteer op datum
68
Weergavefuncties
Beelden bewerken (foto's)
Voor beelden worden bewerkt
U kunt beelden heel eenvoudig op deze camera bewerken. Bewerkte kopieën worden als
aparte bestanden opgeslagen.
Bewerkte kopieën worden met dezelfde opnamedatum en -tijd opgeslagen als het
origineel.
C Beperkingen voor beelden bewerken
Een beeld kan tot 10 keer worden bewerkt.
U kunt mogelijk geen beelden van een bepaald formaat of met bepaalde bewerkingsfuncties
bewerken.
Sneleffecten: Tint of stemming wijzigen
Verwerk beelden met diverse effecten.
Schilderij, Foto-illustratie, Zacht portret, Portret (kleur + Z/W), Fisheye, Ster of
Miniatuureffect kunnen worden geselecteerd.
1 Geef het beeld waarop u een effect wilt
toepassen, weer in de schermvullende
weergavestand en druk op de k-knop.
2 Gebruik HIJK van de multi-selector
om het gewenste effect te selecteren en
druk op de k-knop.
Verplaats de zoomknop (A2) naar g (i) om naar de
schermvullende weergave te gaan, of naar f (h) om
naar de miniatuurweergave te gaan.
Om te sluiten zonder het bewerkte beeld op te slaan,
drukt u op de d-knop.
3 Selecteer Ja en druk op de k-knop.
Een bewerkte kopie wordt gemaakt.
Beelden bewerken (foto's)
15/11/2016 15:3015/11/2016 15:30
0004.
JPG0004.
JPG
4
/
4
AnnulerenAnnuleren Contr.Contr.
Sneleffecten
Schilderij Foto-illustratie Zacht portret
Portret
(kleur + Z/W)
Fisheye Ster
69
Weergavefuncties
Beelden bewerken (foto's)
Snel retoucheren: Contrast en verzadiging verbeteren
Gebruik HI van de multi-selector om de
intensiteit van het toegepaste effect te
selecteren en druk op de k-knop.
De bewerkte versie wordt rechts weergegeven.
Als u wilt sluiten zonder de kopie op te slaan, drukt u op J.
D-Lighting: Helderheid en contrast verbeteren
Gebruik HI van de multi-selector om
Uitvoeren te selecteren en druk op de
k-knop.
De bewerkte versie wordt rechts weergegeven.
Om te sluiten zonder de kopie op te slaan, selecteert u
Annuleren en drukt u op de k-knop.
Druk op de c-knop (weergavestand) M selecteer een beeld M d-knop M
Snel retoucheren M k-knop
Druk op de c-knop (weergavestand) M selecteer een beeld M d-knop M
D-Lighting M k-knop
Snel retoucheren
WaardeWaarde
Normaal
D-Lighting
Uitvoeren
Annuleren
70
Weergavefuncties
Beelden bewerken (foto's)
Rode-ogencorrectie: Rode ogen corrigeren bij opname
met flitser
Bekijk een voorbeeld van het resultaat en druk
op de k-knop.
Als u wilt sluiten zonder de kopie op te slaan, drukt u op J
van de multi-selector.
B Opmerkingen over rode-ogencorrectie
Rode-ogencorrectie kan alleen worden toegepast op beelden wanneer rode ogen worden
gedetecteerd.
De rode-ogencorrectie kan worden toegepast op huisdieren (honden of katten), zelfs als hun
ogen niet rood zijn.
Rode-ogencorrectie zal niet bij alle beelden het gewenste resultaat opleveren.
In uitzonderlijke gevallen kan de rode-ogencorrectie nodeloos worden toegepast op andere
delen van het beeld.
Druk op de c-knop (weergavestand) M selecteer een beeld M d-knop M
Rode-ogencorrectie M k-knop
OpslaanTerug
Rode-ogencorrectie
71
Weergavefuncties
Beelden bewerken (foto's)
Glamour-retouchering: Menselijke gezichten verbeteren
1 Gebruik HIJK van de multi-selector
om het gezicht te selecteren dat u wilt
retoucheren, en druk op de k-knop.
Wanneer er slechts één gezicht wordt gedetecteerd,
gaat u naar stap 2.
2 Gebruik JK om het effect te selecteren,
gebruik HI om het effectniveau te
selecteren en druk op de k-knop.
U kunt meerdere effecten tegelijk toepassen.
Wijzig of controleer de instellingen voor alle effecten
voor u op de k-knop drukt.
F (Klein gezicht), B (Huid verzachten),
l (Foundation), m (Glansreductie), E (Wallen onder
ogen verbergen), A (Grote ogen), G (Ogen witter maken), n (Oogschaduw),
o (Mascara), H (Tanden witter maken), p (Lippenstift), D (Wangen roder maken)
Druk op de d-knop om terug te keren naar het scherm om een persoon te selecteren.
3 Bekijk een voorbeeld van het resultaat en
druk op de k-knop.
Om de instellingen te wijzigen, drukt u op J om terug
te keren naar stap 2.
Om te sluiten zonder het bewerkte beeld op te slaan,
drukt u op de d-knop.
Druk op de c-knop (weergavestand) M selecteer een beeld M d-knop M
Glamour-retouchering M k-knop
Onderwerpselectie
TerugTerug
Klein gezicht
TerugTerug
Voorbeeld
Opslaan
72
Weergavefuncties
Beelden bewerken (foto's)
4 Selecteer Ja en druk op de k-knop.
Een bewerkte kopie wordt gemaakt.
B Opmerkingen over Glamour-retouchering
Er kan slechts een gezicht tegelijk worden bewerkt. Om een ander gezicht in hetzelfde beeld te
retoucheren, selecteert u de bewerkte kopie van het beeld en brengt u bijkomende wijzigingen
aan.
Afhankelijk van de richting waarin de gezichten kijken, of van de helderheid van de gezichten,
kan de camera de gezichten mogelijk niet nauwkeurig detecteren of werkt de functie Glamour-
retouchering niet zoals verwacht.
Als er geen gezichten worden gedetecteerd, wordt een waarschuwing getoond en verschijnt het
weergavemenu weer op het scherm.
De functie Glamour-retouchering is alleen beschikbaar voor beelden die werden vastgelegd met
een ISO-gevoeligheid van 1600 of minder en een beeldformaat van 640 × 480 of groter.
Ja
Nee
Opslaan OK?
73
Weergavefuncties
Beelden bewerken (foto's)
Kleine afbeelding: Het beeldformaat verkleinen
1 Gebruik HI van de multi-selector om
het gewenste kopieformaat te selecteren
en druk op de k-knop.
Beelden die werden vastgelegd met een beeldmodus-
instelling van z 5120×2880 worden opgeslagen
met een formaat 640 × 360, terwijl beelden die werden
gemaakt met een beeldmodus-instelling van
s 3864×3864 worden opgeslagen bij 480 × 480.
Druk op de k-knop om verder te gaan met stap 2.
2 Selecteer Ja en druk op de k-knop.
Een bewerkte kopie wordt gemaakt
(compressieverhouding van ongeveer 1:8).
Druk op de c-knop (weergavestand) M selecteer een beeld M d-knop M
Kleine afbeelding M k-knop
Kleine afbeelding
Ja
Nee
Kleine kopie maken?
74
Weergavefuncties
Beelden bewerken (foto's)
Uitsnede: Een uitgesneden kopie maken
1 Verplaats de zoomknop om het beeld te vergroten (A65).
2 Pas het beeld aan zodat alleen het
gedeelte dat u wil behouden wordt
weergegeven en druk vervolgens op de
d (menu)-knop.
Verplaats de zoomknop naar g (i) of f (h) om de
zoomfactor aan te passen. Stel een zoomfactor in
waarin u wordt weergegeven.
Gebruik HIJK van de multi-selector om te
bladeren naar het gedeelte van het beeld dat u wil weergeven.
3 Controleer of het gewenste uit te snijden
deel getoond wordt en druk vervolgens
op de k-knop.
4 Selecteer Ja en druk op de k-knop.
Een bewerkte kopie wordt gemaakt.
C Beeldformaat
De beeldverhouding (horizontale en verticale verhouding) van een uitgesneden beeld is
dezelfde als die van het originele beeld.
Een beeld dat bijgesneden wordt tot een formaat van 320 × 240 of kleiner, wordt klein
weergegeven op het weergavescherm.
3 .03.0
Opslaan
Uitsnijden
Ja
Nee
Dit beeld opslaan als
getoond?
75
Films
Films
Basisbewerkingen om films op te nemen en weer te geven .........................................76
Bediening tijdens filmweergave ...............................................................................................79
76
Films
Basisbewerkingen om films op te nemen en weer te geven
1 Geef het opnamescherm weer.
Controleer de resterende opnametijd voor films.
2 Druk op de b (e filmopname)-knop om
de filmopname te starten.
De camera stelt scherp op het onderwerp in het midden
van het beeld.
3 Druk opnieuw op de b (e filmopname)-knop om de opname te
beëindigen.
4 Selecteer een film in schermvullende
weergavestand en druk op de k-knop
om hem af te spelen.
Een beeld met een pictogram van filmopties is een
film.
Basisbewerkingen om films op te nemen en weer
te geven
8
m
0s
8
m
0s
1400
1400
Resterende
filmopnametijd
2
m
3
0s
2
m
3
0s
15/11/2016 15:30
15/11/2016 15:30
0010.
AVI
0010.
AVI
10s
10s
Filmopties
77
Films
Basisbewerkingen om films op te nemen en weer te geven
Filmkader
Het gebied dat is vastgelegd in een film verschilt afhankelijk van de Filmopties-
instellingen in het filmmenu.
Als Foto-informatie in Monitorinstellingen (A121) in het setup-menu is ingesteld
op Filmbeeld+autom. info, kunt u het gebied bevestigen dat in een film zal worden
vastgelegd voordat u de opname start.
Maximale filmopnametijd
Individuele filmbestanden kunnen niet groter zijn dan 2 GB of niet langer duren dan
29 minuten, zelfs als er voldoende vrije ruimte is op de geheugenkaart voor een langere
opname.
De resterende opnameduur voor één film wordt weergegeven op het opnamescherm.
De effectieve resterende opnameduur kan verschillen afhankelijk van de inhoud van de
film, de bewegingen van het onderwerp of het type geheugenkaart.
Geheugenkaarten met een SD Speed Class-classificatie van 6 of sneller worden
aanbevolen om films op te nemen (A161). De filmopname kan onverwachts stoppen
wanneer een geheugenkaart met een lagere Speed Class-waarde wordt gebruikt.
B Cameratemperatuur
De camera kan heet worden bij het langdurig opnemen van films of als de camera wordt
gebruikt op een hete locatie.
Als de binnenzijde van de camera zeer heet wordt tijdens het opnemen van films, stopt de
camera de opname automatisch.
De resterende tijd tot de camera stopt met opnemen (B10s) wordt weergegeven.
Als de camera gestopt is met opnemen, schakelt hij zichzelf uit.
Laat de camera uitgeschakeld tot de binnenzijde van de camera afgekoeld is.
78
Films
Basisbewerkingen om films op te nemen en weer te geven
Opmerkingen over filmopname
B Opmerkingen over het opslaan van beelden of films
De aanduiding die het aantal resterende opnamen aangeeft of de aanduiding die de resterende
tijd aangeeft, knippert terwijl beelden of films worden opgeslagen. Open het deksel van het
batterijvak/de geheugenkaartsleuf niet en verwijder de accu of de geheugenkaart niet
terwijl een aanduiding knippert. Dit zou tot verlies van gegevens kunnen leiden of tot schade aan
de camera of de geheugenkaart.
B Opmerking over opgenomen films
Wanneer de digitale zoom wordt gebruikt, kan de beeldkwaliteit lichtjes dalen.
Het geluid van de zoomknop, het zoomen, bewegingen van de objectiefaandrijving tijdens
autofocus, filmvibratiereductie en diafragma wanneer de helderheid wijzigt, kan worden
opgenomen.
Smear (A138), dat zichtbaar is op het scherm tijdens filmopname, wordt opgenomen in films.
Het is aan te bevelen heldere objecten, zoals de zon, weerkaatsing van de zon en elektrische
lampen te vermijden wanneer films worden opgenomen.
Afhankelijk van de afstand tot het onderwerp of de intensiteit van de toegepaste zoom kunnen
onderwerpen met terugkerende patronen (stoffen, vensters met lattenwerk enz.) gekleurde
strepen vertonen tijdens de filmopname en -weergave. Dit doet zich voor wanneer het patroon
in het onderwerp en de indeling van de beeldsensor elkaar storen; dit is geen defect.
B Opmerkingen over vibratiereductie tijdens filmopname
Wanneer Film VR (A116) in het filmmenu is ingesteld op Aan (hybride), wordt de beeldhoek
(m.a.w. het gebied dat zichtbaar is in het beeld) smaller tijdens filmopname.
Wanneer u een statief gebruikt om de camera tijdens de opname te stabiliseren, stelt u Film VR
in op Uit om mogelijke fouten door deze functie te voorkomen.
B Opmerkingen over autofocus voor filmopname
De autofocus levert mogelijk niet het gewenste resultaat (A59). In dit geval probeert u het
volgende:
1. Stel Autofocus-stand in het filmmenu in op Enkelvoudige AF (standaardinstelling) voor u de
filmopname start.
2. Kadreer een ander onderwerp (op dezelfde afstand van de camera als het gewenste onderwerp)
in het midden van het beeld, druk op de b (e filmopname)-knop om de opname te starten en
wijzig vervolgens de compositie.
79
Films
Bediening tijdens filmweergave
Om het volume aan te passen, verplaatst u de zoomknop
terwijl een film wordt weergegeven (A2).
De bedieningsknoppen worden op het scherm
weergegeven.
De hierna vermelde handelingen kunnen worden
uitgevoerd met JK van de multi-selector om een knop te
selecteren, waarna u op de k-knop drukt.
Bediening tijdens filmweergave
Functie
Pictogram
Beschrijving
Terugspoelen
A Houd de k-knop ingedrukt om de film terug te spoelen.
Snel
vooruit
B Houd de k-knop ingedrukt om de film snel vooruit te spoelen.
Pauzeren E
Afspelen pauzeren. De hierna vermelde bewerkingen kunnen tijdens
pauze worden uitgevoerd.
C
Spoel de film één beeld terug. Houd de k-knop ingedrukt om
continu terug te spoelen.
D
Spoel de film één beeld vooruit. Houd de k-knop ingedrukt
om continu vooruit te spoelen.
F Weergave hervatten.
Einde G Terugkeren naar de schermvullende weergavestand.
4s
Volumeaanduiding
4s
Wanneer
gepauzeerd
80
De camera aansluiten op een televisie, printer of computer
De camera aansluiten op een
televisie, printer of computer
Beelden gebruiken.........................................................................................................................81
Beelden bekijken op een televisie............................................................................................82
Beelden afdrukken zonder computer.....................................................................................83
Beelden naar een computer overzetten (ViewNX-i) ..........................................................87
81
De camera aansluiten op een televisie, printer of computer
Beelden gebruiken
U kunt niet alleen van de vastgelegde beelden genieten met de SnapBridge-app, maar u
kunt de beelden ook op verschillende manieren gebruiken door de camera te verbinden
met de hierna beschreven apparaten.
B Opmerkingen over het aansluiten van kabels op de camera
Schakel de camera uit voor u kabels aansluit of loskoppelt. Controleer de vorm en de richting van de
pluggen en houd de pluggen niet in een hoek wanneer u ze aansluit of loskoppelt.
Controleer of de accu van de camera voldoende opgeladen is. Als de lichtnetadapter EH-62G
(apart verkrijgbaar) wordt gebruikt, kan deze camera worden gevoed via een stopcontact.
Gebruik in geen geval een andere lichtnetadapter dan de EH-62G. Als u deze waarschuwing niet
in acht neemt, kan dat leiden tot oververhitting van of schade aan de camera.
Voor informatie over de aansluitmethodes en daaropvolgende handelingen, raadpleeg naast dit
document ook de documentatie die met het toestel werd meegeleverd.
Beelden gebruiken
Beelden bekijken op een televisie
Beelden en films die werden vastgelegd met de camera, kunnen worden
weergegeven op een televisie.
Aansluitmethode: Sluit de video- en audiopluggen van een optionele AV-
kabel aan op de ingangsaansluitingen van de televisie.
Beelden afdrukken zonder computer
Als u de camera aansluit op een PictBridge-compatibele printer, kunt u
beelden afdrukken zonder een computer te gebruiken.
Aansluitmethode: Sluit de camera rechtstreeks op de USB-poort van de
printer aan met de USB-kabel.
Beelden naar een computer overzetten (ViewNX-i)
U kunt beelden en films overzetten naar een computer zodat u ze kunt
bekijken en bewerken.
Aansluitmethode: Sluit de camera met de USB-kabel aan op de USB-poort
van de computer.
Voor u verbinding maakt met een computer, dient u ViewNX-i op de
computer te installeren.
Open het deksel voor
de aansluitingen.
Voer de plug in.
USB/AV-uit-aansluiting
82
De camera aansluiten op een televisie, printer of computer
Beelden bekijken op een televisie
1 Schakel de camera uit en sluit hem aan op de televisie.
Sluit de gele plug aan op de video-in-aansluiting en de witte plug op de audio-in-
aansluiting op de televisie.
Controleer de vorm en de richting van de pluggen en houd de pluggen niet in een hoek
wanneer u ze aansluit of loskoppelt.
2 Stel de ingang van de televisie in op externe video-invoer.
Raadpleeg de handleiding van uw televisie voor meer informatie.
3 Houd de c (weergave)-knop ingedrukt
om de camera aan te zetten.
Beelden worden weergegeven op de televisie.
Het scherm van de camera schakelt niet in.
Beelden bekijken op een televisie
Geel Wit
83
De camera aansluiten op een televisie, printer of computer
Beelden afdrukken zonder computer
Gebruikers van een PictBridge-compatibele printer kunnen de camera rechtstreeks op de
printer aansluiten en beelden afdrukken zonder gebruik te maken van een computer.
De camera op een printer aansluiten
1 Zet de printer aan.
2 Schakel de camera uit en sluit hem aan op de printer met de USB-
kabel.
Controleer de vorm en de richting van de pluggen en houd de pluggen niet in een hoek
wanneer u ze aansluit of loskoppelt.
3 De camera wordt automatisch ingeschakeld.
Het PictBridge-opstartscherm (1) verschijnt op het scherm van de camera, gevolgd
door het Afdrukselectie-scherm (2).
Beelden afdrukken zonder computer
Afdrukselectie
84
De camera aansluiten op een televisie, printer of computer
Beelden afdrukken zonder computer
B Als het PictBridge-opstartscherm niet wordt weergegeven
Wanneer Automatisch is geselecteerd voor Opladen via computer (A131), kunnen beelden
eventueel niet worden afgedrukt wanneer de camera rechtstreeks aangesloten is op bepaalde
printers. Als het PictBridge-opstartscherm niet verschijnt nadat de camera werd ingeschakeld, zet u
de camera uit en ontkoppelt u de USB-kabel. Stel Opladen via computer in op Uit en sluit de
camera opnieuw aan op de printer.
Beelden één voor één afdrukken
1 Gebruik JK van de multi-selector om het
gewenste beeld te selecteren en druk op
de k-knop.
Verplaats de zoomknop naar f (h) om naar de
miniatuurweergave te gaan, of naar g (i) om naar de
schermvullende weergave te gaan.
2 Gebruik HI om Kopieën te selecteren
en druk op de k-knop.
Gebruik HI om het gewenste aantal kopieën
(maximaal negen) in te stellen en druk op de k-knop.
3 Selecteer Papierformaat en druk op de
k-knop.
Selecteer het gewenste papierformaat en druk op de
k-knop.
Om af te drukken met de instelling voor het
papierformaat die op de printer is geconfigureerd,
selecteert u Standaard.
De op de camera beschikbare opties voor het
papierformaat zijn afhankelijk van de printer die u gebruikt.
4 Selecteer Afdrukken starten en druk op
de k-knop.
Het afdrukken begint.
Afdrukselectie
PictBridge
Kopieën
Papierformaat
Afdrukken starten
afdrukken
PictBridge
Kopieën
Papierformaat
Afdrukken starten
afdrukken
PictBridge
Kopieën
Papierformaat
Afdrukken starten
afdrukken
85
De camera aansluiten op een televisie, printer of computer
Beelden afdrukken zonder computer
Meerdere beelden afdrukken
1 Wanneer het Afdrukselectie-scherm
wordt weergegeven, drukt u op de
d (menu)-knop.
2 Gebruik HI van de multi-selector om
Papierformaat te selecteren en druk op
de k-knop.
Selecteer het gewenste papierformaat en druk op de
k-knop.
Om af te drukken met de instelling voor het
papierformaat die op de printer is geconfigureerd,
selecteert u Standaard.
De op de camera beschikbare opties voor het papierformaat zijn afhankelijk van de printer
die u gebruikt.
Om het afdrukmenu te sluiten, drukt u op de d-knop.
3 Selecteer Afdrukselectie of Druk alle
beelden af en druk op de k-knop.
Afdrukselectie
Afdrukmenu
Afdrukselectie
Druk alle beelden af
Papierformaat
Afdrukmenu
Afdrukselectie
Druk alle beelden af
Papierformaat
86
De camera aansluiten op een televisie, printer of computer
Beelden afdrukken zonder computer
Afdrukselectie
Selecteer de beelden (maximaal 99) en het aantal
kopieën (maximaal 9) voor elk beeld.
Gebruik JK van de multi-selector om beelden te
selecteren en gebruik HI om het aantal
afdrukken op te geven.
Beelden die zijn geselecteerd voor afdrukken,
herkent u aan M en het aantal af te drukken
kopieën. Om de afdrukselectie te annuleren, stelt u
het aantal kopieën in op 0.
Verplaats de zoomknop naar g (i) om naar de
schermvullende weergave te gaan, of naar f (h) om naar de miniatuurweergave te
gaan.
Druk op de k-knop als de instelling voltooid is. Wanneer het scherm voor de
bevestiging van het aantal kopieën wordt weergegeven, selecteert u Afdrukken
starten en drukt u op de k-knop om de afdruk te starten.
Druk alle beelden af
Er wordt een kopie afgedrukt van alle beelden die opgeslagen zijn in het interne
geheugen of op de geheugenkaart.
Wanneer het scherm voor de bevestiging van het aantal kopieën wordt weergegeven,
selecteert u Afdrukken starten en drukt u op de k-knop om de afdruk te starten.
Afdrukselectie
TerugTerug
87
De camera aansluiten op een televisie, printer of computer
Beelden naar een computer overzetten (ViewNX-i)
Installeren ViewNX-i
ViewNX-i is gratis software waarmee u beelden en films naar uw computer kunt overzetten
zodat u ze kunt bekijken en bewerken.
Om ViewNX-i te installeren, downloadt u de recentste versie van het ViewNX-i-
installatieprogramma op de volgende website en volgt u de instructies op het scherm om
de installatie te voltooien.
ViewNX-i: http://downloadcenter.nikonimglib.com
Voor de systeemvereisten en andere informatie raadpleegt u de Nikon-website voor uw
regio.
Beelden naar een computer overzetten
1 Maak een geheugenkaart klaar die beelden bevat.
U kunt elk van de volgende methoden gebruiken om beelden van een geheugenkaart naar
een computer over te zetten.
SD-geheugenkaartsleuf/kaartlezer: Plaats de geheugenkaart in de kaartsleuf van uw
computer of de kaartlezer (in de handel verkrijgbaar) die op de computer is aangesloten.
Directe USB-aansluiting: Schakel de camera uit en zorg ervoor dat de geheugenkaart in
de camera is geplaatst. Sluit de camera aan op de computer met de USB-kabel.
De camera wordt automatisch ingeschakeld.
B Opmerkingen over het aansluiten van de camera op een computer
Ontkoppel alle andere via USB gevoede apparaten van de computer. Wanneer u tegelijk de
camera en andere USB-toestellen op dezelfde computer aansluit, kan er een storing optreden
of kan er te veel stroom van de computer worden gevoerd, waardoor de camera of de
geheugenkaart beschadigd kan raken.
Beelden naar een computer overzetten
(ViewNX-i)
88
De camera aansluiten op een televisie, printer of computer
Beelden naar een computer overzetten (ViewNX-i)
Als een bericht wordt weergegeven dat u vraagt om een programma te kiezen, selecteert u
Nikon Transfer 2.
Wanneer Windows 7 wordt gebruikt
Als het dialoogvenster rechts wordt
weergegeven, dient u de volgende
stappen te volgen om Nikon Transfer 2
te selecteren.
1Klik onder Afbeeldingen en video's
importeren op Ander
programma. Een dialoogvenster
verschijnt waarin u een programma
kunt selecteren; selecteer
Nikon Transfer 2 en klik op OK.
2 Dubbelklik op het pictogram Nikon Transfer 2.
Wanneer Windows 10 of Windows 8.1 wordt
gebruikt
Als het dialoogvenster rechts verschijnt, klikt u op het
dialoogvenster en vervolgens op Bestand
importeren/Nikon Transfer 2.
Bij gebruik van OS X of macOS
Als Nikon Transfer 2 niet automatisch start, opent u de Fotolader-toepassing die bij Mac
is geleverd terwijl de camera en uw computer verbonden zijn, en selecteert u
Nikon Transfer 2 als standaardtoepassing die moet worden geopend wanneer de camera
met uw computer wordt verbonden.
Als de geheugenkaart een groot aantal beelden bevat, kan het enige tijd duren voordat
Nikon Transfer 2 start. Wacht tot Nikon Transfer 2 start.
B Opmerkingen over het aansluiten van de USB-kabel
De werking is niet gegarandeerd als de camera via een USB-hub op de computer is aangesloten.
C Meer informatie over het gebruik van ViewNX-i
Raadpleeg de online-help van ViewNX-i.
89
De camera aansluiten op een televisie, printer of computer
Beelden naar een computer overzetten (ViewNX-i)
2 Zodra Nikon Transfer 2 start, klikt u op Overspelen starten.
De beeldoverdracht begint. Wanneer de beeldoverdracht voltooid is, start ViewNX-i en
worden de overgezette beelden weergegeven.
3 Beëindig de verbinding.
Als u een kaartlezer of kaartsleuf gebruikt, kies dan de gepaste optie in het
besturingssysteem van de computer om de verwisselbare schijf die overeenstemt met de
geheugenkaart uit te werpen en haal de geheugenkaart uit de kaartlezer of kaartsleuf.
Wanneer de camera op een computer is aangesloten, schakelt u de camera uit en koppelt
u de USB-kabel los.
Overspelen starten
90
Het menu gebruiken
Het menu gebruiken
Menubewerkingen.........................................................................................................................91
Menulijsten .......................................................................................................................................94
Het opnamemenu (algemene opnameopties)....................................................................98
Het opnamemenu (stand A (Automatisch))................................................................... 100
Het menu Slim portret............................................................................................................... 108
Het Weergavemenu.................................................................................................................... 110
Het filmmenu ................................................................................................................................ 114
Het netwerkmenu ....................................................................................................................... 117
Het setup-menu........................................................................................................................... 119
91
Het menu gebruiken
Menubewerkingen
U kunt de volgende menu's instellen door op de d (menu)-knop te drukken.
A Opnamemenu
1, 2
D Filmmenu
1
G Weergavemenu
3
J Netwerkmenu
z Setup-menu
1
Druk op de d-knop wanneer het opnamescherm wordt weergegeven.
2
Menupictogrammen en beschikbare opties zijn afhankelijk van de opnamestand.
3
Druk op de d-knop wanneer het weergavescherm wordt weergegeven.
1 Druk op de d (menu)-knop.
Het menu wordt weergegeven.
2 Druk op J van de multi-
selector.
Het huidige menupictogram wordt
geel weergegeven.
3 Selecteer een
menupictogram en druk op
de k-knop.
De menuopties kunnen worden
geselecteerd.
Menubewerkingen
14001400
8
m
0s8
m
0s
Beeldmodus
Witbalans
Continu
ISO-waarde
AF-veldstand
Autofocus-stand
Opnamemenu
Menupictogrammen
Tijdzone en datum
Monitorinstellingen
Datumstempel
Foto VR
AF-hulplicht
Digitale zoom
Set-up
92
Het menu gebruiken
Menubewerkingen
4 Selecteer een menu-optie en
druk op de k-knop.
Bepaalde menu-opties kunnen,
afhankelijk van de huidige
opnamestand of de toestand van de
camera, niet worden ingesteld.
5 Selecteer een instelling en
druk op de k-knop.
De geselecteerde instelling wordt
toegepast.
Als u klaar bent met het menu, drukt
u op de d-knop.
Wanneer een menu wordt
weergegeven, schakelt u naar de
opnamestand door op de ontspanknop, de A-knop of de b (e)-knop te drukken.
Tijdzone en datum
Monitorinstellingen
Datumstempel
Foto VR
AF-hulplicht
Digitale zoom
Datumstempel
Datum
Uit
Datum en tijd
93
Het menu gebruiken
Menubewerkingen
Het beeldselectiescherm
Wanneer een beeldselectiescherm zoals rechts hiernaast
wordt weergegeven terwijl de camera wordt bediend,
volgt u de hierna beschreven procedures om de beelden
te selecteren.
1 Gebruik JK van de multi-selector om het
gewenste beeld te selecteren.
Verplaats de zoomknop (A2) naar g (i) om naar de
schermvullende weergave te gaan, of naar f (h) om
naar de miniatuurweergave te gaan.
Er kan slechts één beeld worden geselecteerd voor
Beeld draaien. Ga verder met stap 3.
2 Gebruik HI om ON of OFF te selecteren.
Wanneer ON wordt geselecteerd, verschijnt een
pictogram onder het beeld. Herhaal stappen 1 en 2 om
bijkomende beelden te selecteren.
3 Druk op de k-knop om de beeldselectie toe te passen.
Wanneer een bevestigingsvenster wordt weergegeven, volgt u de instructies op het
scherm om de handeling uit te voeren.
Beveiligen
TerugTerug
Beveiligen
TerugTerug
Beveiligen
TerugTerug
94
Het menu gebruiken
Menulijsten
Het opnamemenu
Algemene opnameopties
Autostand
Menulijsten
Ga naar de opnamestand M d-knop
Optie Standaardinstelling A
Beeldmodus x 5152×3864 98
Optie Standaardinstelling A
Witbalans Automatisch 100
Continu Enkelvoudig 102
ISO-waarde Automatisch 103
AF-veldstand AF met doelopsporing 104
Autofocus-stand Enkelvoudige AF 107
95
Het menu gebruiken
Menulijsten
Het menu Slim portret
Het filmmenu
Ga naar de opnamestand M d-knop M F-menupictogram M k-knop
Optie Standaardinstelling A
Zelf-collage
Aantal opnamen 4 108
Interval Middelmatig 108
Sluitergeluid Magisch 108
Knipperdetectie Uit 109
Ga naar de opnamestand M d-knop M D-menupictogram M k-knop
Optie Standaardinstelling A
Filmopties f 720/30p of V 720/25p 114
Autofocus-stand Enkelvoudige AF 115
Film VR Aan (hybride) 116
Windruisreductie Uit 116
96
Het menu gebruiken
Menulijsten
Het weergavemenu
1
Selecteer een beeld in het beeldselectiescherm. Zie “Het beeldselectiescherm” (A93) voor
meer informatie.
2
Bewerkte beelden worden als aparte bestanden opgeslagen. Sommige beelden kunnen niet
worden bewerkt.
Het netwerkmenu
Druk op de c-knop (weergavestand) M d-knop
Optie A
Markeren voor upload
1
110
Snel retoucheren
2
69
D-Lighting
2
69
Rode-ogencorrectie 70
Glamour-retouchering
2
71
Diashow 111
Beveiligen
1
112
Beeld draaien
1
112
Kleine afbeelding
2
73
Kopiëren
1
113
Druk op de d-knop M q-menupictogram M k-knop
Optie A
Vliegtuigmodus 117
Verbind. met smart app. 117
Automat. verzendopties 117
Wi-Fi 117
Bluetooth 117
Standaardw. herstellen 117
97
Het menu gebruiken
Menulijsten
Het setup-menu
Druk op de d-knop M z-menupictogram M k-knop
Optie A
Tijdzone en datum 119
Monitorinstellingen 121
Datumstempel 123
Foto VR 124
AF-hulplicht 125
Digitale zoom 125
Geluidsinstellingen 126
Automatisch uit 126
Geheugenkaart form./Geheug. formatteren 127
Taal/Language 128
Beeldcommentaar 128
Copyrightinformatie 129
Locatiegegevens 130
Videostand 130
Opladen via computer 131
Standaardwaarden 132
Conformiteitsmarkering 132
Firmware-versie 132
98
Het menu gebruiken
Het opnamemenu (algemene opnameopties)
Beeldmodus (Beeldformaat en beeldkwaliteit)
* Deze instelling kan ook worden gewijzigd in andere opnamestanden dan Automatisch. De
gewijzigde instelling wordt ook toegepast op andere opnamestanden.
Selecteer de combinatie van beeldformaat en compressieverhouding die moet worden
gebruikt tijdens het opslaan van beelden.
Hoe groter de instelling voor de beeldmodus, hoe sterker vergroot beelden kunnen worden
afgedrukt, en hoe lager de compressieverhouding, hoe hoger de kwaliteit van de beelden,
maar het aantal beelden dat kan worden opgeslagen is kleiner.
* De numerieke waarden wijzen op het aantal vastgelegde pixels.
Voorbeeld: x 5152×3864 = circa 20 megapixels, 5152 × 3864 pixels
Het opnamemenu (algemene opnameopties)
Ga naar de opnamestand * M d-knop M Beeldmodus M k-knop
Optie* Compressieverhouding
Beeldverhouding
(horizontaal t.o.v.
verticaal)
w 5152×3864P Circa 1:4 4:3
x 5152×3864 (standaardinstelling) Circa 1:8 4:3
i 3648×2736 Circa 1:8 4:3
r 2272×1704 Circa 1:8 4:3
q 1600×1200 Circa 1:8 4:3
O 640×480 Circa 1:8 4:3
z 5120×2880 Circa 1:8 16:9
s 3864×3864 Circa 1:8 1:1
99
Het menu gebruiken
Het opnamemenu (algemene opnameopties)
B Opmerkingen over beelden afdrukken met een beeldverhouding 1:1
Verander de printerinstelling in “Rand” wanneer u beelden afdrukt met een beeldverhouding 1:1.
Sommige printers kunnen geen beelden afdrukken met een beeldverhouding van 1:1.
B Opmerkingen over de beeldmodus
Deze functie kan mogelijk niet worden gebruikt in combinatie met andere functies (A63).
C Aantal beelden dat kan worden opgeslagen
Het aantal beelden dat bij benadering kan worden opgeslagen, kunt u tijdens de opname op het
scherm controleren (A16).
Merk op dat vanwege de JPEG-compressie het aantal beelden dat kan worden opgeslagen, sterk
afhankelijk is van de beeldinhoud, zelfs wanneer geheugenkaarten met dezelfde capaciteit en
dezelfde instelling voor de beeldmodus worden gebruikt. Bovendien kan het aantal beelden dat
kan worden opgeslagen, sterk verschillen volgens het merk van de geheugenkaart.
Als het aantal resterende opnamen 10.000 of meer bedraagt, wordt het aantal resterende
opnamen weergegeven als “9999”.
100
Het menu gebruiken
Het opnamemenu (stand A (Automatisch))
Witbalans (Tint aanpassen)
Pas de witbalans aan overeenkomstig de lichtbron of de weersomstandigheden, zodat de
kleuren in de beelden eruit zien zoals u ze met uw oog waarneemt.
B Opmerkingen over Witbalans
Zet de flitsstand op W (uit) wanneer de witbalans is ingesteld op een andere instelling dan
Automatisch en Flitser (A50).
Deze functie kan mogelijk niet worden gebruikt in combinatie met andere functies (A63).
Het opnamemenu (stand A (Automatisch))
Ga naar de opnamestand M A (opnamestand)-knop M A (auto)-stand M k-knop
M d-knop M Witbalans M k-knop
Optie Beschrijving
a Automatisch
(standaardinstelling)
De witbalans wordt automatisch aangepast.
b Handm.
voorinstelling
Wanneer het gewenste resultaat niet wordt verkregen met
Automatisch, Gloeilamplicht enz. (A101).
c Daglicht Voor opname bij zonlicht.
d Gloeilamplicht Voor opnamen bij gloeilamplicht.
e TL-licht Voor opnamen bij TL-verlichting.
f Bewolkt Voor opnamen bij bewolkt weer.
g Flitser Voor opnamen met de flitser.
101
Het menu gebruiken
Het opnamemenu (stand A (Automatisch))
Handm. voorinstelling gebruiken
Gebruik de volgende procedures om de witbalanswaarde te meten bij het licht dat tijdens
de opname zal worden gebruikt.
1 Plaats een wit of grijs referentievoorwerp onder de verlichting die
voor de foto wordt gebruikt.
2 Gebruik HI van de multi-selector om
Handm. voorinstelling te selecteren in
het Witbalans-menu en druk op de
k-knop.
Het objectief schuift voor meting uit naar de
zoomstand.
3 Selecteer Meten.
Om de laatst gemeten waarde toe te passen, selecteert
u Annuleren en drukt u op de k-knop.
4 Kadreer het witte of grijze
referentievoorwerp in het meetvenster en
druk op de k-knop om de waarde te
meten.
De sluiter wordt ontspannen en de meting wordt
uitgevoerd (er wordt geen beeld opgeslagen).
B Opmerkingen over Handm. voorinstelling
Een waarde voor de flitserbelichting kan niet worden gemeten met Handm. voorinstelling.
Wanneer u met behulp van de flitser opneemt, dient u Witbalans in te stellen op Automatisch of
Flitser.
AutomatischAutomatischAutomatisch
Handm. voorinstelling
DaglichtDaglichtDaglicht
GloeilamplichtGloeilamplichtGloeilamplicht
TL-lichtTL-lichtTL-licht
BewolktBewolktBewolkt
Witbalans
Handm. voorinstelling
Annuleren
Meten
Handm. voorinstelling
Annuleren
Meten
Meetvenster
102
Het menu gebruiken
Het opnamemenu (stand A (Automatisch))
Continu-opnamen
B Opmerkingen bij Continu-opnames
Scherpstelling, belichting en witbalans worden ingesteld op de waarden bepaald voor het eerste
beeld in elke reeks.
Het kan even duren om de beelden na de opname op te slaan.
Deze functie kan mogelijk niet worden gebruikt in combinatie met andere functies (A63).
Ga naar de opnamestand M A (opnamestand)-knop M A (auto)-stand M k-knop
M d-knop M Continu M k-knop
Optie Beschrijving
U Enkelvoudig
(standaardinstelling)
Er wordt één beeld vastgelegd telkens wanneer de ontspanknop wordt
ingedrukt.
V Continu
Wanneer de ontspanknop helemaal ingedrukt wordt gehouden,
worden beelden continu vastgelegd.
De beeldsnelheid voor continu-opnamen bedraagt circa 1,1 bps en
het maximale aantal continu-opnamen bedraagt circa 6 (wanneer
de beeldmodus is ingesteld op x 5152×3864).
103
Het menu gebruiken
Het opnamemenu (stand A (Automatisch))
ISO-waarde
Met een hogere ISO-waarde kunnen donkere onderwerpen worden vastgelegd. Bovendien
kunnen, zelfs bij onderwerpen met gelijke helderheid, foto's met kortere sluitertijden
worden gemaakt, waardoor waasvorming ten gevolge van cameratrilling en bewegingen
van het onderwerp kan worden beperkt.
Wanneer een hogere ISO-waarde wordt ingesteld, kunnen de beelden ruis bevatten.
B Opmerking over ISO-waarde
Deze functie kan mogelijk niet worden gebruikt in combinatie met andere functies (A63).
B Opmerking over ISO 3200
Wanneer ISO-waarde is ingesteld op 3200, zijn de
beschikbare Beeldmodus-instellingen beperkt tot
r 2272×1704, q 1600×1200 en O 640×480. X wordt op
het scherm weergegeven naast de aanduiding voor de ISO-
gevoeligheid.
C Weergave van ISO-waarde op het opnamescherm
Wanneer Automatisch is geselecteerd, wordt E weergegeven als de ISO-waarde automatisch
toeneemt.
Wanneer Vast bereik automatisch is geselecteerd, wordt de maximumwaarde voor de ISO-
waarde weergegeven.
Ga naar de opnamestand M A (opnamestand)-knop M A (auto)-stand M k-knop
M d-knop M ISO-waarde M k-knop
Optie Beschrijving
a Automatisch
(standaardinstelling)
De gevoeligheid wordt automatisch geselecteerd tussen ISO 80
tot 1600.
I Vast bereik
automatisch
Het bereik waarin de camera automatisch de ISO-waarde aanpast,
kan worden geselecteerd uit ISO 80-400 of ISO 80-800.
80, 100, 200, 400, 800,
1600, 3200
De ISO-waarde wordt vastgezet op de vastgestelde waarde.
3200
3200
104
Het menu gebruiken
Het opnamemenu (stand A (Automatisch))
AF-veldstand
Bepaal hoe de camera het scherpstelveld voor autofocus selecteert.
Ga naar de opnamestand M A (opnamestand)-knop M A (auto)-stand M k-knop
M d-knop M AF-veldstand M k-knop
Optie Beschrijving
a Gezichtprioriteit
Wanneer de camera een menselijk
gezicht detecteert, stelt deze
scherp op dat gezicht.
Zie “Gezichtsherkenning gebruiken”
(A58) voor meer informatie.
Wanneer een compositie zonder
menselijke onderwerpen of
gedetecteerde gezichten wordt
gekadreerd, selecteert de camera
automatisch een of meer van de
negen scherpstelvelden met het
onderwerp dat zich het dichtst bij
de camera bevindt wanneer de
ontspanknop half wordt ingedrukt.
x Handmatig
Gebruik HIJK van de multi-
selector om het scherpstelveld te
verplaatsen naar het gebied waarop
u wilt scherpstellen.
Om de multi-selector te
gebruiken om de flitsstand of
andere instellingen te
configureren, drukt u op de k-
knop. Om terug te keren naar het
verplaatsen van het
scherpstelveld, drukt u nogmaals
op de k-knop.
1400
1400
8
m
0s
8
m
0s
Scherpstelveld
F3.7
F3.7
F3.7
1/ 25 0
1/250
Scherpstelvelden
Bereik van verplaatsbaar
scherpstelveld
Scherpstelveld
105
Het menu gebruiken
Het opnamemenu (stand A (Automatisch))
B Opmerkingen over de AF-veldstand
Wanneer de digitale zoom geactiveerd is, stelt de camera scherp in het midden van het beeld,
ongeacht de instelling voor AF-veldstand.
Deze functie kan mogelijk niet worden gebruikt in combinatie met andere functies (A63).
y Centrum
De camera stelt scherp op het
onderwerp in het midden van het
beeld.
s Onderwerp
volgen
Gebruik deze functie om foto's te
maken van bewegende
onderwerpen. Registreer het
onderwerp waarop de camera
scherpstelt. Het scherpstelveld
verplaatst zich automatisch om het
onderwerp te volgen. Zie
“Onderwerp volgen gebruiken”
(A106) voor meer informatie.
M AF met
doelopsporing
(standaardinstelling)
Wanneer de camera het
hoofdonderwerp detecteert, stelt
deze scherp op dat onderwerp.
Zie “AF met doelopsporing
gebruiken” (A57) voor meer
informatie.
Optie Beschrijving
8
m
0s8
m
0s
14001400
Scherpstelveld
Start
F3.7
F3.7
F3.7
1/ 25 0
1/250
Scherpstelvelden
106
Het menu gebruiken
Het opnamemenu (stand A (Automatisch))
Onderwerp volgen gebruiken
1 Een onderwerp registreren.
Lijn het onderwerp dat u wilt volgen, uit met de rand
in het midden van het beeld en druk op de k-knop.
Wanneer het onderwerp geregistreerd is, wordt er een
gele rand (scherpstelveld) rond weergegeven en
begint de camera het onderwerp te volgen.
Als het onderwerp niet kan worden geregistreerd,
wordt de rand rood weergegeven. Wijzig de
compositie en probeer het onderwerp opnieuw te
registreren.
Om het registreren van het onderwerp te annuleren, drukt op de k-knop.
Als de camera het geregistreerde onderwerp niet meer kan volgen, verdwijnt het
scherpstelveld. Registreer het onderwerp opnieuw.
2 Druk de ontspanknop helemaal in om de
foto te maken.
Wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt terwijl het
scherpstelveld niet wordt weergegeven, stelt de
camera scherp op het onderwerp in het midden van
het beeld.
B Opmerkingen bij Onderwerp volgen
Als u handelingen zoals inzoomen uitvoert terwijl de camera het onderwerp volgt, wordt de
registratie geannuleerd.
Het onderwerp kan in bepaalde opnameomstandigheden niet worden gevolgd.
Ga naar de opnamestand M A (opnamestand)-knop M A (auto)-stand M k-knop
M d-knop M AF-veldstand M k-knop M s Onderwerp volgen M k-knop M
d-knop
Start
F3.7
F3.7
F3.7
1/ 25 0
1/250
107
Het menu gebruiken
Het opnamemenu (stand A (Automatisch))
Autofocus-stand
Bepaal hoe de camera scherpstelt wanneer foto's worden gemaakt.
C Autofocus-stand voor filmopname
De autofocus-stand voor filmopname kan worden ingesteld met Autofocus-stand (A115) in het
filmmenu.
Ga naar de opnamestand M A (opnamestand)-knop M A (auto)-stand M k-knop
M d-knop M Autofocus-stand M k-knop
Optie Beschrijving
A Enkelvoudige AF
(standaardinstelling)
De camera stelt alleen scherp wanneer de ontspanknop half
wordt ingedrukt.
B Fulltime-AF
De camera stelt continu scherp zelfs wanneer de ontspanknop
niet half wordt ingedrukt. U hoort het geluid van de
objectiefmotor terwijl de camera scherpstelt.
108
Het menu gebruiken
Het menu Slim portret
Zie “Beeldmodus (Beeldformaat en beeldkwaliteit)” (A98) voor meer informatie over
Beeldmodus.
Zelf-collage
Het menu Slim portret
Ga naar de opnamestand M A (opnamestand)-knop M F Slim portret-stand M
k-knop M d-knop M Zelf-collage M k-knop
Optie Beschrijving
Aantal opnamen
Stel het aantal opnamen in dat de camera automatisch
vastlegt (aantal vastgelegde beelden voor een samengesteld
beeld).
4 (standaardinstelling) of 9 kan worden geselecteerd.
Interval
Stelt de intervaltijd tussen elke opname in.
Kort, Middelmatig (standaardinstelling) of Lang kan
worden geselecteerd.
Sluitergeluid
Bepaal of het sluitergeluid moet worden geactiveerd bij
opname met de functie Zelf-collage.
Standaard, SLR, Magisch (standaardinstelling) of Uit kan
worden geselecteerd.
Dezelfde instelling die werd gespecificeerd voor
Sluitergeluid in Geluidsinstellingen in het setup-menu
wordt niet op deze instelling toegepast.
109
Het menu gebruiken
Het menu Slim portret
Knipperdetectie
B Opmerkingen over Knipperdetectie
Deze functie kan mogelijk niet worden gebruikt in combinatie met andere functies (A63).
Ga naar de opnamestand M A (opnamestand)-knop M F Slim portret-stand M
k-knop M d-knop M Knipperdetectie M k-knop
Optie Beschrijving
y Aan
De camera ontspant de sluiter
automatisch twee keer bij elke
opname en slaat één beeld op
waarin de ogen van het onderwerp
geopend zijn.
Als de camera een beeld heeft
opgeslagen waarin de ogen van
het onderwerp mogelijk
gesloten zijn, verschijnt het
dialoogvenster rechts
gedurende enkele seconden.
De flitser kan niet gebruikt worden.
Uit
(standaardinstelling)
Schakelt de knipperdetectie uit.
Er werd geknipperd op de foto
die zojuist werd genomen.
110
Het menu gebruiken
Het Weergavemenu
Zie “Beelden bewerken (foto's)” (A68) voor informatie over beeldbewerkingsfuncties.
Markeren voor upload
Selecteer foto's op de camera om deze met behulp van de SnapBridge-app te uploaden
naar een draadloos verbonden smart-apparaat.
Op het beeldselectiescherm (A93) selecteert u beelden of heft u hun selectie op voor de
functie Markeren voor upload.
Het uploadbare beeldformaat is beperkt tot 2 megapixels. Gebruik Foto's downloaden
in de SnapBridge-app om beelden met hun originele formaat te uploaden.
Films kunnen niet geselecteerd worden om te uploaden.
Merk op dat wanneer u Standaardwaarden (A132) selecteert in het setup-menu of
Standaardw. herstellen (A118) in het netwerkmenu, de door u gemaakte Markeren
voor upload-instellingen worden geannuleerd.
Het Weergavemenu
Druk op de c-knop (weergavestand) M d-knop MMarkeren voor upload M
k-knop
111
Het menu gebruiken
Het Weergavemenu
Diashow
Geef beelden een voor een weer in een automatische “diashow”. Wanneer filmbestanden in
de diashow worden weergegeven, wordt alleen het eerste beeld van elke film getoond.
1 Gebruik HI van de multi-selector om
Start te selecteren en druk op de
k-knop.
De diashow begint.
Om het interval tussen de beelden te wijzigen,
selecteert u Tussenpauze, druk op de k-knop en
geef het gewenste interval in voor u Start selecteert.
Om de diashow automatisch te herhalen, selecteert u
Herhalen en drukt u op de k-knop voor u Start selecteert.
De maximale afspeelduur bedraagt ongeveer 30 minuten, zelfs als Herhalen is
ingeschakeld.
2 Beëindig de diashow of start hem
opnieuw.
Het scherm rechts wordt weergegeven als de diashow
ten einde is of wordt gepauzeerd. Om de diashow te
sluiten, selecteert u G en drukt u op de k-knop. Om
de diashow te hervatten, selecteert u F en drukt u op
de k-knop.
Handelingen tijdens weergave
Gebruik JK van de multi-selector om het vorige/volgende beeld weer te geven. Houd
de knop ingedrukt om snel vooruit/achteruit te spoelen.
Druk op de k-knop om de diashow te pauzeren of te beëindigen.
Druk op de c-knop (weergavestand) M d-knop M Diashow M k-knop
Diashow
Tussenpauze
Start
Herhalen
PauzerenPauzeren
112
Het menu gebruiken
Het Weergavemenu
Beveiligen
De camera beveiligt geselecteerde beelden tegen ongewild wissen.
Selecteer beelden die u wilt beveiligen of annuleer de beveiliging van de beelden in het
beeldselectiescherm (A93).
Merk op dat door het formatteren van de geheugenkaart of het interne geheugen van de
camera alle gegevens inclusief beveiligde bestanden permanent worden gewist (A127).
Beeld draaien
Geef de richting op waarin de opgeslagen beelden worden weergegeven. U kunt beelden
90 graden rechtsom of 90 graden linksom draaien.
Selecteer een beeld in het beeldselectiescherm (A93). Wanneer het scherm Beeld draaien
verschijnt, drukt u op JK van de multi-selector om het beeld 90 graden te draaien.
Druk op de k-knop om de oriëntatie van de weergave te voltooien en deze oriëntatie-
informatie samen met het beeld op te slaan.
Druk op de c-knop (weergavestand) M d-knop M Beveiligen M k-knop
Druk op de c-knop (weergavestand) M d-knop M Beeld draaien M k-knop
Beeld draaien
TerugTerug
DraaienDraaien
Beeld draaien
TerugTerug
DraaienDraaien
Beeld draaien
TerugTerug
DraaienDraaien
90 graden linksom
draaien
90 graden
rechtsom draaien
113
Het menu gebruiken
Het Weergavemenu
Kopiëren (Kopiëren tussen geheugenkaart en intern
geheugen)
Beelden kunnen worden gekopieerd tussen een geheugenkaart en het interne geheugen.
Wanneer een geheugenkaart zonder beelden is geplaatst en de camera in
weergavestand staat, wordt Geheugen bevat geen beelden. weergegeven. Druk in dit
geval op de d-knop om Kopren te selecteren.
1 Gebruik HI van de multi-selector om
een bestemmingsoptie te selecteren
waarnaar beelden worden gekopieerd, en
druk op de k-knop.
2 Selecteer een kopieeroptie en druk op de
k-knop.
Als u Geselecteerde beelden kiest, gebruikt u het
beeldselectiescherm om beelden te specificeren (A93).
B Opmerkingen over het kopiëren van beelden
Alleen bestanden in formaten die door deze camera kunnen worden opgenomen, kunnen
worden gekopieerd.
De werking wordt niet gegarandeerd voor beelden die met een camera van een ander merk
werden gemaakt of die werden aangepast op een computer.
Druk op de c-knop (weergavestand) M d-knop M Kopiëren M k-knop
Camera kaart
Kaart camera
Kopiëren
Geselecteerde beelden
Alle beelden
Camera kaart
114
Het menu gebruiken
Het filmmenu
Filmopties
Selecteer de gewenste filmoptie voor de opname. De filmopties die kunnen worden
geselecteerd verschillen afhankelijk van de Videostand-instelling (A130).
Geheugenkaarten met een SD Speed Class-classificatie van 6 of sneller worden
aanbevolen om films op te nemen (A161).
* Wanneer wordt opgenomen in het interne geheugen, is de standaardinstelling g 480/30p
of W 480/25p en kan f 720/30p of V 720/25p niet worden geselecteerd.
Het filmmenu
Ga naar de opnamestand M d-knop M D-menupictogram M Filmopties M
k-knop
Optie
(Beeldformaat/
Beeldsnelheid)
Beeldformaat
Beeldverhouding
(horizontaal t.o.v. verticaal)
f 720/30p
V 720/25p
(standaardinstelling*)
1280 × 720 16:9
g 480/30p
W 480/25p
640 × 480 4:3
u 240/30p
q 240/25p
320 × 240 4:3
115
Het menu gebruiken
Het filmmenu
Autofocus-stand
Stel in hoe de camera scherpstelt in de filmstand.
Ga naar de opnamestand M d-knop M D-menupictogram M Autofocus-stand M
k-knop
Optie Beschrijving
A Enkelvoudige AF
(standaardinstelling)
Het scherpstellen wordt vergrendeld wanneer de filmopname
start.
Selecteer deze optie wanneer de afstand tussen de camera en het
onderwerp vrij constant blijft tijdens de filmopname.
B Fulltime-AF
De camera stelt continu scherp tijdens de filmopname.
Selecteer deze optie wanneer de afstand tussen de camera en het
onderwerp sterk wijzigt tijdens de opname. In de opgenomen
film kunt u mogelijk het geluid horen van de camera die
scherpstelt. Het gebruik van Enkelvoudige AF is aanbevolen om
te voorkomen dat het geluid van de scherpstellende camera de
opname stoort.
116
Het menu gebruiken
Het filmmenu
Film VR
Selecteer de instelling voor de vibratiereductie tijdens het opnemen van films.
Selecteer Uit wanneer u een statief gebruikt om de camera tijdens de opname te
stabiliseren.
B Opmerkingen over film VR
De effecten van cameratrilling kunnen in bepaalde situaties niet volledig worden vermeden.
Windruisreductie
Ga naar de opnamestand M d-knop M D-menupictogram M Film VR M k-knop
Optie Beschrijving
V Aan (hybride)
(standaardinstelling)
Voert optische correctie uit voor cameratrilling met behulp van
lens-shift VR en voert tegelijk elektronische VR uit met behulp van
beeldverwerking. De beeldhoek (m.a.w. het gebied dat zichtbaar
is in het beeld) wordt smaller.
g Aan
Voert correctie voor cameratrilling uit met behulp van lens-shift
VR.
Uit Er wordt geen correctie uitgevoerd.
Ga naar de opnamestand M d-knop M D-menupictogram M Windruisreductie M
k-knop
Optie Beschrijving
Y Aan
Vermindert het geluid dat optreedt wanneer de wind tijdens
filmopname over de microfoon blaast. Andere geluiden kunnen
tijdens de weergave moeilijk te horen zijn.
Uit (standaardinstelling) Windruisreductie is uitgeschakeld.
117
Het menu gebruiken
Het netwerkmenu
Configureer de instellingen voor het draadloos netwerk om de camera en een smart-
apparaat te verbinden.
Sommige instellingen kunnen niet gewijzigd worden wanneer er een draadloze
verbinding actief is. Verbreek de draadloze verbinding als u deze instellingen wilt
wijzigen.
Het netwerkmenu
Druk op de d-knop M J-menupictogram M k-knop
Optie Beschrijving
Vliegtuigmodus Selecteer Aan om alle draadloze verbindingen uit te schakelen.
Verbind. met smart app.
Selecteer deze optie wanneer u de camera met behulp van de
SnapBridge-app (A23) met een smart-apparaat wilt
verbinden.
Automat. verzendopties
Stel de voorwaarden in om automatisch beelden naar een
smart-apparaat te verzenden.
Het uploadbare beeldformaat is beperkt tot 2 megapixels.
Gebruik Foto's downloaden in de SnapBridge-app om
beelden met hun originele formaat te uploaden.
Wi-Fi
Type Wi-Fi-
verbinding
SSID*: Wijzig de SSID. Stel een alfanumerieke SSID in van 1- tot
32 karakters.
Verificatie/encryptie: Selecteer of de communicatie tussen
de camera en het verbonden smart-toestel al dan niet moet
worden beveiligd.
De communicatie wordt niet beveiligd als Open is
geselecteerd.
Wachtwoord*: Stel het wachtwoord in. Stel een alfanumeriek
wachtwoord in van 8-36 karakters.
Kanaal: Selecteer het kanaal dat wordt gebruikt voor draadloze
verbindingen.
Huidige
instellingen
Geef de huidige instellingen weer.
Bluetooth
Netwerkverbind-
ing
Selecteer Uitschakelen om Bluetooth-communicatie uit te
schakelen.
Gekoppelde
apparaten
Verander het smart-apparaat waarmee u verbinding wilt maken
of verwijder het verbonden smart-apparaat.
Er kunnen tot vijf smart-apparaten geregistreerd worden bij de
camera, maar de camera kan slechts met één apparaat tegelijk
verbinding maken.
Verzend.
indien
uitgesch.
Stel in of u wilt toelaten dat de camera met het smart-apparaat
communiceert wanneer de camera uitgeschakeld is of in de
stand-bymodus staat (A17).
118
Het menu gebruiken
Het netwerkmenu
* Zie “Toetsenbord tekstinvoer bedienen” (A118) voor meer informatie over het invoeren van
alfanumerieke tekens.
Toetsenbord tekstinvoer bedienen
Gebruik HIJK van de multi-selector om
alfanumerieke karakters te selecteren. Druk op de
k-knop om het geselecteerde karakter in het tekstveld
in te voeren en beweeg de cursor naar de volgende
ruimte.
Selecteer N of O op het toetsenbord en druk op de
k-knop om de cursor in het tekstveld te bewegen.
Druk op de l-knop om een karakter te wissen.
Selecteer P op het toetsenbord en druk op de k-knop
voor het toepassen van de instelling.
Standaardw. herstellen
Herstel alle instellingen van het netwerkmenu naar de
standaardwaarden.
Optie Beschrijving
SSID
VerwijderenVerwijderenTerugTerug
Tekstveld
Toetsenbord
119
Het menu gebruiken
Het setup-menu
Tijdzone en datum
Stel de cameraklok in.
* Kan alleen worden ingesteld wanneer Synchron. m. smartappar. is ingesteld op Uit.
Tijdzone instellen
1 Gebruik HI van de multi-selector om
Tijdzone te selecteren en druk op de
k-knop.
Het setup-menu
Druk op de d-knop M z-menupictogram M Tijdzone en datum M k-knop
Optie Beschrijving
Synchron. m.
smartappar.
Selecteer Aan om de datum en tijd te synchroniseren met een smart-
apparaat. Activeer de kloksynchronisatiefunctie van de SnapBridge-app.
Datum en tijd*
Selecteer een veld: Druk op JK van
de multi-selector.
Wijzig de datum en tijd: Druk op
HI.
Pas de instelling toe: Selecteer de
minuut-instelling en druk op de
k-knop.
Datumnotatie Selecteer Jaar/maand/dag, Maand/dag/jaar of Dag/maand/jaar.
Tijdzone*
Stel de tijdzone en de zomertijd in.
Wanneer Reisbestemming (x) wordt ingesteld nadat u de eigen
tijdzone (w) heeft ingesteld, wordt het tijdverschil tussen de
reisbestemming en de eigen tijdzone automatisch berekend en de
datum en tijd voor de geselecteerde regio worden opgeslagen.
Datum en tijd
Bewerk.Bewerk.
J
M
D
u m
Tijdzone en datum
Synchron. m. smartappar.
Datum en tijd
Datumnotatie
Tijdzone
120
Het menu gebruiken
Het setup-menu
2 Selecteer w Eigen tijdzone of
x Reisbestemming en druk op de
k-knop.
De datum en tijd die op het scherm worden
weergegeven, veranderen naarmate de eigen tijdzone
of de reisbestemming is geselecteerd.
3 Druk op K.
4 Gebruik JK om de tijdzone te selecteren.
Druk op H om de zomertijdfunctie in te schakelen,
waarna W wordt weergegeven. Druk op I om de
zomertijdfunctie uit te schakelen.
Druk op de k-knop om de tijdzone toe te passen.
Als de juiste tijd niet wordt weergegeven voor de
instelling van de eigen tijdzone of de tijdzone van de
reisbestemming, stelt u de juiste tijd in bij Datum en
tijd.
Tijdzone
Eigen tijdzone
Reisbestemming
Tijdzone
Eigen tijdzone
Reisbestemming
TerugTerug
121
Het menu gebruiken
Het setup-menu
Monitorinstellingen
Foto-informatie
Druk op de d-knop M z-menupictogram M Monitorinstellingen M k-knop
Optie Beschrijving
Foto-informatie Bepaal of informatie op het scherm wordt weergegeven.
Help-weergave
De beschrijvingen van functies worden weergegeven terwijl de
opnamestand wordt gewijzigd of terwijl het instelscherm wordt
weergegeven.
Standaardinstelling: Aan
Beeld terugspelen
Bepaal of het vastgelegde beeld onmiddellijk na de opname wel of niet
wordt weergegeven.
Standaardinstelling: Aan
Helderheid
Pas de helderheid aan.
Standaardinstelling: 3
Opnamestand Weergavestand
Info tonen
Automatische info
(standaardinstelling)
Dezelfde informatie als in Info tonen wordt weergegeven, en wordt
verborgen zoals in Info verbergen als gedurende enkele seconden geen
handelingen worden uitgevoerd. De informatie wordt opnieuw
weergegeven wanneer een handeling wordt uitgevoerd.
Info verbergen
8
m
0s
8
m
0s
1400
1400
4
/
4
4
/
4
15/11/2016 15:30
15/11/2016 15:30
0004.
JPG
0004.
JPG
122
Het menu gebruiken
Het setup-menu
Raster+autom.
info
Naast de informatie die
weergegeven is in Automatische
info, verschijnt een raster om foto's
beter te kunnen kadreren.
Het raster wordt niet weergegeven
wanneer films worden opgenomen.
Hetzelfde als Automatische info.
Filmbeeld+autom.
info
Naast de informatie die aangegeven
is in Automatische info, wordt
voor de filmopname begint een
raster weergegeven dat het gebied
aangeeft dat zal worden vastgelegd
wanneer films worden opgenomen.
Het filmraster wordt niet
weergegeven wanneer films
worden opgenomen.
Hetzelfde als Automatische info.
Opnamestand Weergavestand
8
m
0s8
m
0s
14001400
4
/
44
/
4
15/11/2016 15:3015/11/2016 15:30
0004.
JPG0004.
JPG
8
m
0s8
m
0s
14001400
4
/
44
/
4
15/11/2016 15:3015/11/2016 15:30
0004.
JPG0004.
JPG
123
Het menu gebruiken
Het setup-menu
Datumstempel
De opnamedatum en -tijd kunnen tijdens opname op
beelden worden gestempeld. De informatie kan zelfs
worden afgedrukt wanneer u een printer gebruikt die de
functie datum afdrukken niet ondersteunt.
B Opmerkingen over datumstempel
De in het beeld gestempelde datum en tijd vormt een permanent onderdeel van de
beeldgegevens en kan niet worden verwijderd. De datum en tijd kunnen niet op beelden
worden gestempeld nadat ze werden vastgelegd.
De datum en tijd kunnen niet worden gestempeld in de volgende situaties:
- Wanneer de onderwerpstand Panorama assist wordt gebruikt
- Wanneer films worden opgenomen
De gestempelde datum en tijd kunnen moeilijk leesbaar zijn wanneer een klein beeldformaat
wordt gebruikt.
C Een opnamedatum en -tijd afdrukken op beelden zonder datumstempel
U kunt beelden naar een computer overzetten en de ViewNX-i-software (A87) gebruiken om de
opnamedatum en -tijd op de beelden te stempelen wanneer ze worden afgedrukt.
Druk op de d-knop M z-menupictogram M Datumstempel M k-knop
Optie Beschrijving
f Datum De datum wordt gestempeld op de beelden.
S Datum en tijd De datum en tijd worden gestempeld op de beelden.
Uit (standaardinstelling) De datum en tijd worden niet gestempeld op de beelden.
15 .11. 201 6
15.11.2016
124
Het menu gebruiken
Het setup-menu
Foto VR
Selecteer de instelling voor de vibratiereductie tijdens het opnemen van foto's.
Selecteer Uit wanneer u een statief gebruikt om de camera tijdens de opname te
stabiliseren.
B Opmerkingen over Foto VR
Na het inschakelen van de camera of nadat werd omgeschakeld van de weergavestand naar de
opnamestand, wacht u tot het scherm voor de opnamestand klaar is voor u foto's maakt.
Beelden op het scherm van de camera kunnen onmiddellijk na opname wazig worden
weergegeven.
De effecten van cameratrilling kunnen in bepaalde situaties niet volledig worden vermeden.
Druk op de d-knop M z-menupictogram M Foto VR M k-knop
Optie Beschrijving
g Aan
(standaardinstelling)
Correctie voor cameratrilling wordt uitgevoerd met behulp van
lens-shift VR.
Uit Er wordt geen correctie uitgevoerd.
125
Het menu gebruiken
Het setup-menu
AF-hulplicht
Digitale zoom
B Opmerkingen over digitale zoom
De digitale zoom kan niet worden gebruikt in de volgende opnamestanden:
-Onderwerpstand Portret, Nachtportret of Dierenportret
-Stand Slim portret
De digitale zoom kan niet worden gebruikt in andere opnamestanden bij gebruik van bepaalde
instellingen (A63).
Druk op de d-knop M z-menupictogram M AF-hulplicht M k-knop
Optie Beschrijving
a Automatisch
(standaardinstelling)
De AF-hulpverlichting licht automatisch op wanneer u bij weinig
licht op de ontspanknop drukt. De verlichting heeft een bereik
van ongeveer 2,0 m in de maximale groothoekstand en een
bereik van ongeveer 1,5 m in de maximale telestand.
Merk op dat voor bepaalde onderwerpstanden of
scherpstelvelden de AF-hulpverlichting mogelijk niet oplicht.
Uit De AF-hulpverlichting gaat niet aan.
Druk op de d-knop M z-menupictogram M Digitale zoom M k-knop
Optie Beschrijving
Aan (standaardinstelling) Digitale zoom is ingeschakeld.
Uit Digitale zoom is uitgeschakeld.
126
Het menu gebruiken
Het setup-menu
Geluidsinstellingen
Automatisch uit
Stel de tijd in die verstrijkt voor de camera naar de stand-bystand gaat (A17).
U kunt 30 sec., 1min. (standaardinstelling), 5min. of 30 min. selecteren.
C De functie Automatisch uit instellen
De tijd die verstrijkt voordat de camera naar de stand-bystand gaat, ligt vast in de volgende
situaties:
Wanneer een menu wordt weergegeven: 3 minuten (wanneer automatisch uit is ingesteld op
30 sec. of 1min.)
Bij opname met Dierenp. autom. ontsp.: 5 minuten (wanneer automatisch uit is ingesteld op
30 sec. of 1min.)
Bij opname met Glimlachtimer: 5 minuten (wanneer automatisch uit is ingesteld op 30 sec. of
1min.)
Wanneer de lichtnetadapter EH-62G is aangesloten: 30 minuten
Wanneer een AV-kabel is aangesloten: 30 minuten
Wanneer Verbind. met smart app. is geselecteerd in het networkmenu: 30 minuten
Wanneer een draadloze verbinding tot stand is gebracht nadat de camera voor het eerst werd
ingeschakeld: 30 minuten
Druk op de d-knop M z-menupictogram M Geluidsinstellingen M k-knop
Optie Beschrijving
Knopgeluid
Wanneer Aan (standaardinstelling) is geselecteerd, geeft de
camera één pieptoon wanneer bewerkingen worden uitgevoerd,
twee pieptonen wanneer de camera heeft scherpgesteld op het
onderwerp en drie pieptonen wanneer er zich een fout voordoet.
Het opstartgeluid wordt ook weergegeven.
Geluiden zijn uitgeschakeld wanneer de onderwerpstand
Dierenportret wordt gebruikt.
Sluitergeluid
Wanneer Aan (standaardinstelling) is geselecteerd, wordt het
sluitergeluid weergegeven wanneer de sluiter wordt ontspannen.
Het sluitergeluid wordt niet weergegeven wanneer films
worden opgenomen of wanneer de onderwerpstand
Dierenportret wordt gebruikt.
Druk op de d-knop M z-menupictogram M Automatisch uit M k-knop
127
Het menu gebruiken
Het setup-menu
Geheugenkaart form./Geheug. formatteren
Gebruik deze optie om een geheugenkaart of het interne geheugen te formatteren.
Als u de geheugenkaarten of het interne geheugen formatteert, worden alle
gegevens permanent gewist. Gegevens die werden gewist, kunnen niet worden
hersteld. Sla belangrijke beelden op een computer op voordat u gaat formatteren.
Een geheugenkaart formatteren
Plaats een geheugenkaart in de camera.
Selecteer Geheugenkaart form. in het setup-menu en druk vervolgens op de k-knop.
Het interne geheugen formatteren
Haal de geheugenkaart uit de camera.
Selecteer Geheug. formatteren in het setup-menu en druk vervolgens op de k-knop.
Om het formatteren te starten, selecteert u Formatteren op het weergegeven scherm en
drukt u op de k-knop.
Zet de camera niet uit en open het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf niet
tijdens het formatteren.
Mogelijk lukt het niet om deze instelling te selecteren wanneer er een draadloze
verbinding actief is.
Druk op de d-knop M z-menupictogram M Geheugenkaart form./
Geheug. formatteren M k-knop
128
Het menu gebruiken
Het setup-menu
Taal/Language
Selecteer een taal voor de weergave van cameramenu's en berichten.
Beeldcommentaar
Voeg een commentaar die voordien werd geregistreerd, toe aan beelden die zullen worden
vastgelegd.
U kunt het toegevoegde commentaar stempelen op beelden die met behulp van de
SnapBridge-app naar een smart-apparaat zullen worden gestuurd. Raadpleeg de online-
help van de SnapBridge-app voor meer informatie.
U kunt het toegevoegde commentaar ook bekijken met ViewNX-i-metagegevens.
C Weergave van beeldcommentaar
Beeldcommentaar wordt niet weergegeven, ook niet als beelden worden afgespeeld op de
camera.
Druk op de d-knop M z-menupictogram M Taal/Language M k-knop
Druk op de d-knop M z-menupictogram M Beeldcommentaar M k-knop
Optie Beschrijving
Commentaar toevoegen
Een commentaar die
geregistreerd is bij
Commentaar invoeren,
wordt aan beelden
toegevoegd.
Selecteer Commentaar
toevoegen, druk op K en
zet het selectievakje op aan
(w). Wanneer u op de
k-knop drukt, is de
instelling geactiveerd en wordt de commentaar toegevoegd
aan de beelden die later worden vastgelegd.
Commentaar invoeren
U kunt een commentaar van maximaal 36 alfanumerieke tekens
registreren.
Selecteer Commentaar invoeren, druk op K en het
invoerscherm verschijnt. Zie “Toetsenbord tekstinvoer
bedienen” (A118) voor meer informatie over de
invoermethode.
Beeldcommentaar
Commentaar invoeren
Commentaar toevoegen
Bevest.
Instell.
129
Het menu gebruiken
Het setup-menu
Copyrightinformatie
Voeg auteursrechtelijke informatie die voordien werd geregistreerd, toe aan beelden die
zullen worden vastgelegd.
U kunt de toegevoegde auteursrechtelijke informatie stempelen op beelden die met
behulp van de SnapBridge-app naar een smart-apparaat zullen worden gestuurd.
Raadpleeg de online-help van de SnapBridge-app voor meer informatie.
U kunt de toegevoegde auteursrechtelijke informatie ook bekijken met ViewNX-i-metagegevens.
B Opmerkingen over auteursrechtelijke informatie
Om illegaal gebruik van de naam van de artiest of de eigenaar van het auteursrecht te
voorkomen wanneer de camera wordt uitgeleend of het eigendom ervan wordt overgedragen,
dient u de instelling Copyrightinfo toevoegen uit te schakelen. Zorg er ook voor dat de naam
van de artiest en de naam van de eigenaar van het auteursrecht leeg zijn.
Nikon is niet verantwoordelijk voor enigerlei problemen of schade ten gevolge van het gebruik
van Copyrightinformatie.
C Weergave van auteursrechtelijke informatie
Auteursrechtelijke informatie wordt niet weergegeven, zelfs als beelden worden afgespeeld op
de camera.
Wanneer er zowel voor Fotograaf als voor Copyright auteursrechtelijke informatie ingevoerd
wordt, wordt alleen de vermelding Copyright toegevoegd aan de beelden in de SnapBridge-app.
Druk op de d-knop M z-menupictogram M Copyrightinformatie M k-knop
Optie Beschrijving
Copyrightinfo
toevoegen
Auteursrechtelijke informatie die
geregistreerd is bij Fotograaf en Copyright
wordt toegevoegd aan de beelden.
Selecteer Copyrightinfo toevoegen,
druk op K en zet het selectievakje op
aan (w). Wanneer u op de k-knop
drukt, is de instelling geactiveerd en
wordt de auteursrechtelijke informatie
toegevoegd aan de beelden die later
zullen worden vastgelegd.
Fotograaf
U kunt een artiestnaam van maximaal 36 alfanumerieke tekens registreren.
Selecteer Fotograaf, druk op K en het invoerscherm verschijnt. Zie
“Toetsenbord tekstinvoer bedienen” (A118) voor meer informatie over de
invoermethode.
Copyright
U kunt de naam van de eigenaar van het auteursrecht met maximaal 54
alfanumerieke tekens registreren.
Selecteer Copyright, druk op K en het invoerscherm verschijnt. Zie
“Toetsenbord tekstinvoer bedienen” (A118) voor meer informatie over de
invoermethode.
Fotograaf
Copyright
Copyrightinformatie
Copyrightinfo toevoegen
Bevest.
Instell.
130
Het menu gebruiken
Het setup-menu
Locatiegegevens
Bepaal of informatie over de opnamelocatie wordt toegevoegd aan de beelden die u maakt.
Videostand
Pas de nodige instellingen voor aansluiting op een televisie aan.
Maak uw keuze uit NTSC en PAL.
Zowel NTSC als PAL zijn standaards voor analoge kleurentelevisie-uitzendingen.
De beschikbare beeldsnelheden in Filmopties (A114) zijn afhankelijk van de
ingestelde videostand.
Druk op de d-knop M z-menupictogram M Locatiegegevens M k-knop
Optie Beschrijving
Ophalen v. smartapparaat
Selecteer Ja om locatie-informatie van een smart-apparaat toe te
voegen aan de beelden die u maakt. Activeer de functie voor
locatie-informatie van de SnapBridge-app.
Positie
Geef de verkregen locatie-informatie weer.
De informatie wordt niet bijgewerkt terwijl ze wordt
weergegeven. Om de informatie bij te werken, dient u Positie
opnieuw uit te voeren.
Druk op de d-knop M z-menupictogram M Videostand M k-knop
131
Het menu gebruiken
Het setup-menu
Opladen via computer
B Opmerkingen over het laden met een computer
Bij aansluiting op een computer schakelt de camera in en begint hij op te laden. Als de camera
wordt uitgeschakeld, stopt het opladen.
Het duurt ongeveer 3 uur om een volledig lege accu op te laden. De laadtijd wordt groter
wanneer beelden worden overgezet terwijl de accu wordt geladen.
De camera schakelt automatisch uit als er gedurende 30 minuten geen communicatie met de
computer plaatsvindt nadat de accu volledig was geladen.
B Wanneer het laadlampje snel groen knippert
Opladen is niet mogelijk, waarschijnlijk wegens een van de hierna beschreven redenen.
De omgevingstemperatuur is niet geschikt om op te laden. Laad de accu binnenshuis op bij een
omgevingstemperatuur van 5 °C tot 35 °C.
De USB-kabel is niet correct aangesloten of de accu is defect. Zorg ervoor dat de USB-kabel
correct is aangesloten of vervang de accu indien nodig.
De computer staat in de slaapstand en levert geen stroom. Haal de computer uit de slaapstand.
De accu kan niet worden opgeladen omdat de computer geen stroom naar de camera kan
sturen ten gevolge van de instellingen of specificaties van de computer.
Druk op de d-knop M z-menupictogram M Opladen via computer M k-knop
Optie Beschrijving
a Automatisch
(standaardinstelling)
Wanneer de camera wordt aangesloten op een ingeschakelde
computer (A81), wordt de in de camera geplaatste accu
automatisch opgeladen met de stroombron van de computer.
Uit
De in de camera geplaatste accu wordt niet opgeladen wanneer
de camera is aangesloten op een computer.
132
Het menu gebruiken
Het setup-menu
Standaardwaarden
Wanneer Standaard is geselecteerd, worden de camera-instellingen gereset naar de
standaardwaarden.
De instellingen voor het netwerkmenu worden ook naar de standaardwaarden hersteld.
Bepaalde instellingen zoals Tijdzone en datum of Taal/Language worden niet
gereset.
Mogelijk lukt het niet om deze instelling te selecteren wanneer er een draadloze
verbinding actief is.
C Bestandsnummering resetten
Als u de bestandsnummering wil terugzetten op “0001”, wist u alle beelden die op de
geheugenkaart of in het interne geheugen zijn opgeslagen (A19) voordat u Standaardwaarden
selecteert.
Conformiteitsmarkering
Bekijk een aantal conformiteitsmarkeringen waaraan de camera voldoet.
Firmware-versie
Bekijk de huidige firmwareversie van de camera.
Mogelijk lukt het niet om deze instelling te selecteren wanneer er een draadloze
verbinding actief is.
Druk op de d-knop M z-menupictogram M Standaardwaarden M k-knop
Druk op de d-knop M z-menupictogram M Conformiteitsmarkering M k-knop
Druk op de d-knop M z-menupictogram M Firmware-versie M k-knop
133
Technische opmerkingen
Technische opmerkingen
Mededelingen .............................................................................................................................. 134
Opmerkingen over draadloze communicatiefuncties................................................... 135
Verzorging van het product .................................................................................................... 137
De camera ............................................................................................................................. 137
De accu................................................................................................................................... 138
De lichtnetlaadadapter .................................................................................................... 139
Geheugenkaarten .............................................................................................................. 140
Reinigen en opbergen............................................................................................................... 141
Reinigen................................................................................................................................. 141
Opslag .................................................................................................................................... 141
Foutmeldingen............................................................................................................................. 142
Problemen oplossen .................................................................................................................. 146
Bestandsnamen ........................................................................................................................... 155
Optionele accessoires ................................................................................................................ 156
Specificaties................................................................................................................................... 157
Geschikte geheugenkaarten .......................................................................................... 161
Index................................................................................................................................................. 163
134
Technische opmerkingen
Mededelingen
Mededeling voor Europese klanten
OPGELET
GEVAAR VOOR ONTPLOFFING ALS DE ACCU WORDT VERVANGEN DOOR EEN
VERKEERD TYPE.
DOE GEBRUIKTE ACCU'S VOLGENS DE INSTRUCTIES WEG.
Dit pictogram geeft aan dat elektrische en elektronische apparaten via
gescheiden inzameling moet worden afgevoerd.
Het volgende is alleen van toepassing op gebruikers in Europese landen:
Dit product moet gescheiden van het overige afval worden ingeleverd bij
een daarvoor bestemd inzamelingspunt. Gooi dit product niet weg als
huishoudafval.
Gescheiden inzameling en recycling helpt bij het behoud van natuurlijke bronnen en
voorkomt negatieve consequenties voor mens en milieu die kunnen ontstaan door
onjuist weggooien van afval.
Neem voor meer informatie contact op met de leverancier of de gemeentelijke
reinigingsdienst.
Dit symbool op de accu duidt aan dat de accu afzonderlijk moet worden
ingezameld.
Het volgende is alleen van toepassing op gebruikers in Europese landen:
Alle accu's, al dan niet voorzien van dit symbool, moeten afzonderlijk worden
ingezameld op een geschikt inzamelpunt. Gooi niet samen met het
huishoudelijk afval weg.
Neem voor meer informatie contact op met de leverancier of de gemeentelijke
reinigingsdienst.
Mededelingen
135
Technische opmerkingen
Opmerkingen over draadloze communicatiefuncties
Beperkingen voor draadloze apparaten
De draadloze zender/ontvanger in dit product voldoet aan de voorschriften voor draadloze
toepassingen in het land van verkoop en is niet bedoeld voor gebruik in andere landen
(producten die in de EU of EFTA werden aangeschaft, kunnen gelijk waar in de EU en EFTA
worden gebruikt). Nikon is niet aansprakelijk voor gebruik in andere landen. Gebruikers die
niet zeker weten wat het originele land van aankoop is, dienen contact op te nemen met
hun lokaal Nikon-servicecenter of met een door Nikon geautoriseerde
servicevertegenwoordiger. Deze beperking geldt alleen voor draadloos gebruik en niet voor
enig ander gebruik van het product.
Beveiliging
Een van de voordelen van dit product bestaat erin dat anderen vrij verbinding kunnen
maken om binnen het bereik gegevens draadloos uit te wisselen, maar het volgende kan
zich voordoen als de beveiliging niet geactiveerd is:
Gegevensdiefstal: mensen met kwade bedoelingen kunnen draadloze transmissies
onderscheppen om gebruiker-ID's, wachtwoorden en andere persoonlijke informatie te
stelen.
Ongeoorloofde toegang: onbevoegde gebruikers kunnen toegang krijgen tot het
netwerk en gegevens wijzigen of andere kwaadwillige handelingen uitvoeren. Merk op
dat wegens het ontwerp van draadloze netwerken gespecialiseerde aanvallen
ongeoorloofde toegang kunnen krijgen, zelfs wanneer de beveiliging geactiveerd is.
Nikon is niet verantwoordelijk voor gegevens- of informatielekken die tijdens de
gegevensoverdracht kunnen optreden.
Neem geen toegang tot netwerken waarvoor u geen toestemming heeft, zelfs als ze
worden weergegeven op uw smartphone of tablet. Dit kan worden beschouwd als
ongeoorloofde toegang. Neem alleen toegang tot netwerken waarvoor u de toelating
heeft.
Persoonlijke informatie en disclaimer
Gebruikersinformatie die op het product is geregistreerd en geconfigureerd, zoals
verbindingsinstellingen voor draadloos LAN en andere persoonlijke informatie, kan
worden gewijzigd en verloren gaan ten gevolge van bedieningsfouten, statische
elektriciteit, ongevallen, storingen, herstellingen of andere gebeurtenissen. Bewaar altijd
afzonderlijke kopieën van belangrijke informatie. Nikon is niet verantwoordelijk voor
directe of indirecte schade of winstderving ten gevolge van verandering of verlies van
inhoud die niet toe te schrijven is aan Nikon.
Voor u dit product weggooit of het overdraagt aan een andere eigenaar, voert u
Standaardwaarden in het setup-menu (A91) uit om alle in het product
geregistreerde en geconfigureerde gebruikersinformatie te verwijderen, zoals
verbindingsinstellingen voor draadloos LAN en andere persoonlijke informatie.
Nikon is niet verantwoordelijk voor enigerlei schade ten gevolge van het ongeoorloofde
gebruik van dit product door derden wanneer het product gestolen wordt of verloren
raakt.
Opmerkingen over draadloze
communicatiefuncties
136
Technische opmerkingen
Opmerkingen over draadloze communicatiefuncties
Voorzorgsmaatregelen wanneer dit product wordt geëxporteerd of wordt
meegenomen naar het buitenland
Dit product valt onder de United States Export Administration Regulations (EAR).
Toestemming van de regering van de Verenigde Staten is niet vereist voor export naar
andere landen dan de hier vermelde landen waarvoor op het moment van schrijven een
embargo of speciale controles gelden: Cuba, Iran, Noord-Korea, Soedan en Syrië (lijst
onderhevig aan veranderingen).
Mededeling voor Europese klanten
Conformiteitsverklaring (Europa)
Hierbij verklaart Nikon Corporation dat het radioapparatuurtype COOLPIX A300
overeenkomt met Richtlijn 2014/53/EU.
De volledige tekst van de EU-conformiteitsverklaring is beschikbaar op het volgende
internetadres:
http://imaging.nikon.com/support/pdf/DoC_A300.pdf.
Maximale stroomsterkte: 11,36 dBm (EIRP)
Werkfrequentie:
- Wi-Fi: 2.412–2.462 MHz (1–11 kanalen)
- Bluetooth: 2.402–2.480 MHz
- Bluetooth Low Energy: 2.402–2.480 MHz
- NFC: 13,56 MHz
137
Technische opmerkingen
Verzorging van het product
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht naast de waarschuwingen in “Voor uw
veiligheid” (Avi-viii) wanneer u dit apparaat gebruikt of opbergt.
De camera
Zorg ervoor dat de camera niet onderhevig is aan sterke schokken
Als de camera wordt blootgesteld aan sterke schokken of vibratie, kan deze defect raken. Raak
daarnaast het objectief of objectiefbescherming niet aan en oefen er geen kracht op uit.
Houd de camera droog
Als de camera in water wordt ondergedompeld of aan hoge luchtvochtigheid wordt blootgesteld,
raakt deze beschadigd.
Vermijd plotselinge temperatuurverschillen
Plotselinge temperatuurverschillen, die bijvoorbeeld kunnen optreden als u op een koude dag een
verwarmd gebouw binnengaat of verlaat, kunnen condensatie in de camera veroorzaken. U
voorkomt condensatie door de camera in de cameratas of in een plastic tas te doen voordat u deze
aan plotselinge temperatuurverschillen blootstelt.
Houd de camera uit de buurt van sterke magnetische velden
U mag deze camera niet gebruiken of opbergen in de buurt van apparatuur die een sterke
elektromagnetische straling of magnetische velden produceert. Als u dit toch doet, kan dit leiden
tot verlies van gegevens of een defecte camera.
Richt het objectief niet gedurende langere tijd op een sterke lichtbron
Richt het objectief niet gedurende langere tijd op de zon of een andere sterke lichtbron wanneer u
de camera gebruikt of opbergt. Blootstelling aan intens licht kan beschadiging van de beeldsensor
tot gevolg hebben of foto's een witte zweem geven.
Schakel de camera uit voordat u de stroombron of de geheugenkaart verwijdert of
loskoppelt
Verwijder de accu niet terwijl de camera aanstaat of terwijl beelden worden opgeslagen of gewist.
Het onderbreken van de stroom kan in dat geval leiden tot gegevensverlies of beschadiging van de
geheugenkaart of interne schakelingen.
Verzorging van het product
138
Technische opmerkingen
Verzorging van het product
Opmerkingen over de monitor
Monitoren (waaronder elektronische zoekers) worden met een extreme mate van precisie
gemaakt; minimaal 99,99 % van de pixels zijn werkende, en minder dan 0,01 % ontbreekt of is
defect. Het kan voorkomen dat deze schermen pixels bevatten die altijd oplichten (wit, rood,
blauw of groen) of altijd uitstaan (zwart), dit is geen defect en heeft geen effect op de
afbeeldingen vastgelegd door het apparaat.
Bij helder licht zijn de beelden op de monitor mogelijk niet goed te zien.
Oefen geen druk uit op de monitor. Dit kan tot schade of een defect leiden. Als de monitor
beschadigd raakt, dient u erop te letten dat u zich niet verwondt aan de glassplinters en te
voorkomen dat de vloeibare kristallen in de monitor in aanraking komen met uw huid, ogen of
mond.
Opmerkingen over smear
Witte of gekleurde strepen kunnen zichtbaar zijn wanneer heldere onderwerpen in de monitor
worden gekadreerd. Dit fenomeen, dat we “smear” noemen, doet zich voor wanneer zeer helder
licht op de beeldsensor valt; dit is eigen aan beeldsensoren en vormt geen storing. Smear kan ook
de vorm aannemen van een gedeeltelijke verkleuring op de monitor tijdens de opname. Deze
verkleuring verschijnt niet in beelden die met de camera worden opgeslagen, behalve bij films.
Wanneer films worden opgenomen, is het aan te bevelen heldere onderwerpen, zoals de zon,
weerkaatst zonlicht en elektrische lampen te vermijden.
De accu
Voorzorgsmaatregelen bij gebruik
De accu kan zeer warm worden na gebruik.
Gebruik de accu niet bij een omgevingstemperatuur onder 0 °C of boven 40 °C want dit kan
leiden tot schade of een defect.
Als u onregelmatigheden opmerkt zoals buitensporige hitte, rook of een ongebruikelijke geur die
van de accu komt, stop dan onmiddellijk met het gebruik en raadpleeg uw leverancier of een
door Nikon erkende servicedienst.
Nadat u de accu uit de camera of de optionele batterijlader heeft gehaald, dient u de accu in een
plastic tas enz. te plaatsen om deze te isoleren.
De accu opladen
Controleer het batterijniveau voordat u de camera gaat gebruiken en laad de accu zo nodig op.
Laad de accu binnenshuis op bij een omgevingstemperatuur van 5 °C tot 35 °C voor u deze
gebruikt.
Als de accu heel warm wordt, laadt deze mogelijk niet goed of volledig op en kan dit nadelig zijn
voor de prestaties van de accu. De accu kan zeer warm worden na gebruik. Laat de accu afkoelen
voordat u deze oplaadt.
Wanneer u de accu in deze camera oplaadt met de lichtnetlaadadapter of een computer, wordt
de accu niet opgeladen bij batterijtemperaturen onder 0 °C of boven 45 °C.
Verwijder de accu uit de lader zodra deze volledig is opgeladen. Doet u dat niet, dan is dat
nadelig voor de prestaties van de accu.
De accu kan tijdens het opladen warm worden. Dit is echter geen defect.
139
Technische opmerkingen
Verzorging van het product
Reserveaccu's meenemen
Neem waar mogelijk volledig geladen reserveaccu's mee wanneer u beelden wil maken van
belangrijke gebeurtenissen.
Een koude accu gebruiken
Bij koud weer neemt de accucapaciteit gewoonlijk af. Als een lege accu bij lage temperatuur wordt
gebruikt, schakelt de camera mogelijk niet in. Houd reserveaccu's bij de hand op een warme plaats
en verwissel ze zo nodig. Een koude accu die weer op temperatuur is gekomen, kan soms een deel
van de lading terugkrijgen.
Contactpunten van de accu
Vuil op de contactpunten kan ertoe leiden dat de camera niet werkt. Als de contactpunten van de
accu vuil worden, veegt u deze voor gebruik af met een schone, droge doek.
Een lege accu opladen
Als u de camera in- of uitschakelt terwijl een lege accu in de camera is geplaatst, kan dit de
gebruiksduur van de accu verkorten. Laad de lege accu vóór gebruik op.
De accu opbergen
Haal de accu altijd uit de camera of uit de optionele batterijlader wanneer deze niet wordt
gebruikt. Wanneer de accu in de camera zit, worden er minieme hoeveelheden energie aan
onttrokken, zelfs als de camera niet wordt gebruikt. Hierdoor kan de accu te ver leeglopen en kan
deze eventueel niet meer werken.
Laad de accu minstens één keer om de zes maanden op en laat deze volledig leeglopen voor u
deze weer opbergt.
Plaats de accu in een plastic zak enz. om deze te isoleren en berg deze op in een koele plaats. De
accu moet worden bewaard op een droge plaats met een omgevingstemperatuur van 15 °C tot
25 °C. Bewaar de accu niet op hete of extreem koude plekken.
Gebruiksduur van de accu
Als de tijd die nodig is voordat een volledig opgeladen accu leeg is aanzienlijk afneemt bij gebruik
op kamertemperatuur betekent dit dat de accu moet worden vervangen. Koop een nieuwe accu.
Gebruikte accu's recyclen
Vervang de accu als deze niet meer kan worden opgeladen. Gebruikte accu's bevatten kostbare
grondstoffen. Recycleer gebruikte accu's volgens de plaatselijke voorschriften voor klein chemisch
afval.
De lichtnetlaadadapter
De lichtnetlaadadapter EH-72P is enkel bedoeld voor gebruik met compatibele toestellen.
Gebruik hem niet met een apparaat van een ander merk of model.
Gebruik in geen geval een lichtnetadapter van een ander merk of model dan de
lichtnetlaadadapter EH-72P of de USB-lichtnetadapter. Als u deze waarschuwing niet in acht
neemt, kan dat leiden tot oververhitting van of schade aan de camera.
De EH-72P is compatibel met stopcontacten voor 100 V–240 V AC, 50/60 Hz. Bij gebruik in andere
landen dient u eventueel een stekkeradapter (in de handel verkrijgbaar) te gebruiken. Neem voor
meer informatie over stekkeradapters contact op met uw reisbureau.
140
Technische opmerkingen
Verzorging van het product
Geheugenkaarten
Voorzorgsmaatregelen bij gebruik
Gebruik uitsluitend SD-geheugenkaarten (Secure Digital) (A161).
Houd rekening met de voorzorgsmaatregelen die vermeld zijn in de documentatie bij de
geheugenkaart.
Plak geen labels of stickers op geheugenkaarten.
Formatteren
Formatteer de geheugenkaart niet met een computer.
De eerste keer dat u een geheugenkaart in deze camera plaatst die eerder in een ander apparaat
werd gebruikt, dient u deze kaart met deze camera te formatteren. Het is aan te bevelen nieuwe
geheugenkaarten met deze camera te formatteren voor u ze met deze camera gebruikt.
Tijdens het formatteren van een geheugenkaart worden alle beelden en andere
gegevens op de geheugenkaart permanent verwijderd. Maak kopieën van beelden die u
wilt behouden voor u de geheugenkaart formatteert.
Als het bericht Ongeformatteerde kaart. Kaart formatteren? wordt weergegeven wanneer
de camera wordt ingeschakeld, moet u de geheugenkaart formatteren. Als er gegevens zijn die u
niet wilt verwijderen, selecteert u Nee. Kopieer de vereiste gegevens naar een computer enz. Als
u de geheugenkaart wil formatteren, selecteert u Ja. Het bevestigingsvenster verschijnt. Om het
formatteren te starten, drukt u op de k-knop.
Doe het volgende niet tijdens formatteren, terwijl gegevens worden geschreven naar of
verwijderd van de geheugenkaart of tijdens gegevensoverdracht naar een computer. Dit zou tot
verlies van gegevens kunnen leiden of tot schade aan de camera of de geheugenkaart:
- Het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf openen om de accu of de geheugenkaart
te verwijderen/te plaatsen.
- De camera uitschakelen.
- De lichtnetadapter loskoppelen.
141
Technische opmerkingen
Reinigen en opbergen
Reinigen
Gebruik geen alcohol, thinner of andere vluchtige chemicaliën.
Opslag
Verwijder de accu als de camera voor langere tijd niet wordt gebruikt. Haal de camera
minstens eenmaal per maand uit de opslag om schimmel te voorkomen. Schakel de camera
in en druk een aantal keer op de ontspanknop alvorens de camera weer op te bergen.
Bewaar de camera niet op de volgende plaatsen:
Slecht geventileerde plaatsen of plaatsen met een vochtigheid van meer dan 60 %
Blootgesteld aan temperaturen boven 50 °C of onder –10 °C
In de nabijheid van apparaten die sterke elektromagnetische velden genereren, zoals
televisie- of radiotoestellen
Om de accu op te bergen, houdt u rekening met de voorzorgsmaatregelen in “De accu”
(A138) in “Verzorging van het product” (A137).
Reinigen en opbergen
Objectief
Raak glazen onderdelen niet met uw vingers aan. Verwijder stof of pluisjes met een
blaasbalgje (gewoonlijk een rubberen bal met een spuitmondje waaruit lucht
wordt geblazen). Vingerafdrukken en ander vuil dat niet met een blaasbalgje kan
worden verwijderd, kunt u met een zachte doek van het objectief vegen, waarbij u
een ronddraaiende beweging maakt vanuit het midden van het objectief naar de
randen toe. Als u het objectief op deze manier niet kunt reinigen, veegt u het
objectief schoon met een doek die licht is bevochtigd met objectiefreiniger.
Monitor
Verwijder vuil en stof met behulp van een blaasbalgje. Verwijder vingerafdrukken
en andere vlekken van de monitor met een zachte, droge doek, waarbij u erop let
dat u geen druk op de monitor uitoefent.
Camerabody
Verwijder vuil, stof of zand met behulp van een blaasbalgje en veeg de
camerabody voorzichtig af met een zachte, droge doek. Na gebruik van de camera
aan het strand of in een andere zanderige omgeving, dient u zand, stof en zout te
verwijderen met een droge doek die licht is bevochtigd met water. Droog de
camera daarna grondig af. Let erop dat vuil of stof in de camera schade kan
veroorzaken die niet door de garantie wordt gedekt.
142
Technische opmerkingen
Foutmeldingen
Raadpleeg de volgende tabel als een foutmelding verschijnt.
Foutmeldingen
Melding Oorzaak/Oplossing A
De batterijtemperatuur is
te hoog. De camera wordt
uitgeschakeld.
De camera schakelt automatisch uit. Wacht tot de
camera of de accu afgekoeld is voor u deze weer
gebruikt.
De camera schakelt uit om
oververhitting te
voorkomen.
Geheugenkaart
beschermd tegen
overschrijven.
De beveiligingsschakelaar is vergrendeld (“lock”).
Schuif de beveiligingsschakelaar naar de schrijfstand
(“write”).
Deze kaart kan niet
gebruikt worden.
Er heeft zich een fout voorgedaan tijdens toegang tot
de geheugenkaart.
Gebruik een goedgekeurde geheugenkaart.
Controleer of de aansluitingen schoon zijn.
Controleer of de geheugenkaart correct is
geplaatst.
9, 161
Deze geheugenkaart kan
niet gelezen worden.
Ongeformatteerde kaart.
Kaart formatteren?
De geheugenkaart is niet geformatteerd voor
gebruik in de camera.
Formatteren wist alle gegevens die op de
geheugenkaart opgeslagen zijn. Als u kopieën van
beelden wilt behouden, dient u Nee te selecteren en
de kopieën op een computer of een ander medium
op te slaan voor u de geheugenkaart formatteert.
Selecteer Ja en druk op de k-knop om de
geheugenkaart te formatteren.
140
Geen geheugen meer. Wis beelden of plaats een nieuwe geheugenkaart. 9, 19
143
Technische opmerkingen
Foutmeldingen
Beeld kan niet worden
opgeslagen.
Er heeft zich een fout voorgedaan tijdens het opslaan
van het beeld.
Plaats een nieuwe geheugenkaart of formatteer de
geheugenkaart of het interne geheugen.
127
De camera kan geen nieuwe bestandsnummers
genereren.
Plaats een nieuwe geheugenkaart of formatteer de
geheugenkaart of het interne geheugen.
127
Er is onvoldoende ruimte om de kopie op te slaan.
Wis beelden van het doelmedium.
19
Beeld kan niet worden
gewijzigd.
Controleer of de beelden kunnen worden bewerkt. 68, 151
Kan film niet opnemen.
Er heeft zich een time-out fout voorgedaan tijdens
het opslaan van de film op de geheugenkaart.
Gebruik een snellere geheugenkaart.
78, 161
Geheugen bevat geen
beelden.
Er staan geen beelden in het interne geheugen of op
de geheugenkaart.
Verwijder de geheugenkaart om beelden in het
interne geheugen weer te geven.
Om beelden die opgeslagen zijn in het interne
geheugen van de camera, te kopiëren naar de
geheugenkaart, drukt u op de d-knop om
Kopiëren in het weergavemenu te selecteren.
9
113
Bestand bevat geen
beeldgegevens.
Het bestand werd niet gemaakt of bewerkt met deze
camera.
Het bestand kan niet worden weergegeven op deze
camera.
Bekijk het bestand met een computer of het apparaat
dat werd gebruikt om dit bestand te maken of
bewerken.
Dit bestand kan niet
weergegeven worden.
Alle beelden zijn
verborgen.
Er zijn geen beelden beschikbaar voor een diashow
enz.
111
Dit beeld kan niet gewist
worden.
Het beeld is beveiligd.
Schakel de beveiliging uit.
112
Melding Oorzaak/Oplossing A
144
Technische opmerkingen
Foutmeldingen
Geen toegang.
De camera kan het signaal van het smart-apparaat
niet ontvangen. Verbind de camera en het smart-
apparaat opnieuw draadloos.
Raak met een NFC-compatibel smart-apparaat de
camera aan.
Selecteer Verbind. met smart app. in het
netwerkmenu.
23, 117
Wi-Fi-verbinding
beëindigd.
De Wi-Fi-verbinding wordt in de volgende situaties
beëindigd:
Slechte verbindingskwaliteit.
Het batterijniveau is laag.
Een kabel of geheugenkaart wordt geplaatst of
verwijderd.
Gebruik een voldoende geladen accu, koppel de
televisie, computer of printer los van de camera en
breng de draadloze verbinding opnieuw tot stand.
12, 117
Zet de camera uit en weer
aan.
Als de fout zich blijft voordoen, neemt u contact op
met uw leverancier of met een door Nikon erkende
servicedienst.
146
Communicatiefout
Er is een fout opgetreden tijdens de communicatie
met de printer.
Schakel de camera uit en sluit de USB-kabel weer aan.
83
Systeemfout
Er is een fout opgetreden in de interne schakelingen
van de camera.
Zet de camera uit, verwijder de accu en plaats deze
terug, en zet de camera weer aan. Als de fout zich
blijft voordoen, neemt u contact op met uw
leverancier of met een door Nikon erkende
servicedienst.
146
Printerfout: controleer
printerstatus
Als het probleem opgelost is, selecteert u Hervatten
en drukt u op de k-knop om het afdrukken te
hervatten.*
Printerfout: controleer
papier.
Plaats papier van het gewenste formaat, selecteer
Hervatten en druk op de k-knop om het afdrukken
te hervatten.*
Printerfout: papierstoring.
Verwijder het vastgelopen papier, selecteer
Hervatten en druk op de k-knop om het afdrukken
te hervatten.*
Melding Oorzaak/Oplossing A
145
Technische opmerkingen
Foutmeldingen
* Raadpleeg de printerhandleiding voor meer instructies en informatie.
Printerfout: geen papier.
Plaats papier van het gewenste formaat, selecteer
Hervatten en druk op de k-knop om het afdrukken
te hervatten.*
Printerfout: controleer inkt.
Er is een probleem met de inkt van de printer.
Controleer de inkt, selecteer Hervatten en druk op
de k-knop om het afdrukken te hervatten.*
Printerfout: geen inkt.
Vervang de inktpatroon, selecteer Hervatten en
druk op de k-knop om het afdrukken te hervatten.*
Printerfout: beschadigd
bestand.
Er is een probleem met het af te drukken
beeldbestand.
Selecteer Annuleren en druk op de k-knop om het
afdrukken te annuleren.
Melding Oorzaak/Oplossing A
146
Technische opmerkingen
Problemen oplossen
Als de camera niet naar behoren functioneert, raadpleeg dan eerst de volgende algemene
problemen voordat u zich tot de leverancier of tot een door Nikon erkende servicedienst
wendt.
Problemen met de stroomvoorziening, het scherm, instellingen
Problemen oplossen
Probleem Oorzaak/Oplossing A
De camera is
ingeschakeld, maar
reageert niet.
Wacht totdat de opname beëindigd is.
Als het probleem zich blijft voordoen, zet u de camera uit.
Als de camera niet uitschakelt, verwijder dan de batterij of
batterijen en plaats ze terug, of, als u een lichtnetadapter
gebruikt, koppel de lichtnetadapter dan los en sluit hem
vervolgens weer aan.
Merk op dat ondanks het feit dat alle gegevens die op dat
moment worden opgenomen verloren zullen gaan,
gegevens die al werden geregistreerd niet beïnvloed zullen
worden door het verwijderen of loskoppelen van de
stroombron.
De camera kan niet
worden
ingeschakeld.
De accu is leeg.
9, 10,
139
De camera gaat
zonder
waarschuwing uit.
De camera schakelt automatisch uit om stroom te sparen
(automatische uitschakelfunctie).
De camera en de accu werken mogelijk niet goed bij lage
temperaturen.
De binnenzijde van de camera is heet geworden. Laat de
camera rusten tot de binnenzijde van de camera afgekoeld is
en probeer daarna opnieuw.
17
138
De monitor geeft
geen beeld.
De camera staat uit.
De camera schakelt automatisch uit om stroom te sparen
(automatische uitschakelfunctie).
Het flitserlampje knippert terwijl de flitser wordt opgeladen.
Wacht tot het opladen voltooid is.
De camera is aangesloten op een televisie of computer.
De camera en het smart-apparaat zijn verbonden via een
Wi-Fi-verbinding en de camera wordt met de
afstandsbediening bediend.
12
17
De camera wordt
heet.
De camera kan heet worden bij het langdurig opnemen van
films of wanneer de camera wordt gebruikt op een hete locatie;
dit is geen storing.
147
Technische opmerkingen
Problemen oplossen
De in de camera
geplaatste accu kan
niet worden
opgeladen.
Controleer alle aansluitingen.
Wanneer de camera aangesloten is op een computer, wordt
de camera mogelijk niet opgeladen wegens een van de
hierna beschreven redenen.
- Uit is geselecteerd voor Opladen via computer in het
setup-menu.
- Het opladen stopt als de camera wordt uitgeschakeld.
- De accu kan niet worden opgeladen als de schermtaal en
de datum en tijd van de camera niet werden ingesteld, of
als de datum en tijd werden gereset nadat de klokaccu van
de camera leeggeraakt was. Gebruik de
lichtnetlaadadapter om de accu op te laden.
- Het laden van de accu kan stoppen wanneer de computer
naar de slaapstand gaat.
- Afhankelijk van de computerspecificaties, de instellingen
en de status kan de accu mogelijk niet worden opgeladen.
10
91, 131
12
Het beeld op de
monitor is niet
goed te zien.
De omgeving is te helder.
- Ga naar een donkere plaats.
Pas de helderheid van het scherm aan. 121
O knippert op het
scherm.
Als de cameraklok niet werd ingesteld, knippert O op het
opnamescherm en worden vóór het instellen van de klok
beelden en films opgeslagen met als datum respectievelijk
“00/00/0000 00:00” en “01/01/2016 00:00”. Stel de juiste
datum en het juiste tijdstip in voor Tijdzone en datum in het
setup-menu.
De cameraklok is niet zo nauwkeurig als gewone uurwerken
of klokken. Vergelijk de tijd van de cameraklok nu en dan met
de tijd van een meer nauwkeurige klok en pas de tijd indien
nodig aan.
5, 119
Datum en tijd van
de opname zijn
onjuist.
Er worden geen
aanduidingen op
het scherm
weergegeven.
Info verbergen is geselecteerd voor Foto-informatie in
Monitorinstellingen van het setup-menu.
121
Datumstempel
niet beschikbaar.
Tijdzone en datum werd niet ingesteld in het setup-menu. 119
De datum wordt
niet op beelden
gestempeld, zelfs
wanneer
Datumstempel is
ingeschakeld.
De huidige opnamestand ondersteunt de functie
Datumstempel niet.
De datum kan niet worden gestempeld op films.
123
Probleem Oorzaak/Oplossing A
148
Technische opmerkingen
Problemen oplossen
Opnameproblemen
Het scherm voor
het instellen van de
tijdzone en de
datum wordt
weergegeven
wanneer de
camera wordt
ingeschakeld.
De klokaccu is leeg; alle standaardwaarden zijn hersteld.
Configureer de instellingen van de camera opnieuw.
De interne klokbatterij wordt gebruikt om de cameraklok te
voeden en bepaalde instellingen te bewaren. De oplaadtijd
van de klokbatterij bedraagt ongeveer 10 uur wanneer u de
accu's in de camera plaatst of de lichtnetadapter (apart
verkrijgbaar) verbindt met de camera. De klokbatterij werkt
gedurende meerdere dagen, zelfs wanneer de accu uit de
camera wordt verwijderd.
De
standaardwaarden
zijn hersteld.
De camera maakt
geluid.
Wanneer Autofocus-stand is ingesteld op Fulltime-AF of in
bepaalde opnamestanden is het mogelijk dat de camera een
hoorbaar scherpstelgeluid produceert.
31, 107,
115
Probleem Oorzaak/Oplossing A
Kan niet
overschakelen naar
de opnamestand.
De camera kan niet naar de opnamestand worden geschakeld
wanneer hij via de lichtnetlaadadapter verbonden is met een
stopcontact.
81
Kan geen foto's
nemen of films
opnemen.
Wanneer de camera zich in de weergavestand bevindt, drukt
u op de A-knop, de ontspanknop of de b (e)-knop.
Wanneer menu's worden weergegeven, drukt u op de
d-knop.
De flitser laadt op zolang het flitserlampje knippert.
De accu is leeg.
2, 18
91
50
9, 10,
139
De camera kan niet
scherpstellen.
Het onderwerp bevindt zich te dichtbij. Probeer op te nemen
in de stand Autom. scènekeuzekn., de onderwerpstand
Close-up of de macro-stand.
Er kan moeilijk worden scherpgesteld op het onderwerp.
Stel AF-hulplicht in het setup-menu in op Automatisch.
Zet de camera uit en weer aan.
31, 34,
36, 49,
54
59
125
Beelden zijn
onscherp.
Gebruik de flitser.
Verhoog de ISO-waarde.
Gebruik Foto VR voor het maken van foto's en Film VR voor
het opnemen van films.
Gebruik een statief om de camera te stabiliseren (als u tegelijk
de zelfontspanner gebruikt, zijn de resultaten nog beter).
50
103
116, 124
52
Probleem Oorzaak/Oplossing A
149
Technische opmerkingen
Problemen oplossen
Lichtstrepen of
gedeeltelijke
verkleuring zijn
zichtbaar op het
scherm.
Smear kan zich voordoen wanneer zeer helder licht op de
beeldsensor valt. Wanneer u films opneemt, is het aan te
bevelen heldere objecten, zoals de zon, weerkaatsingen van de
zon en elektrische lampen, te vermijden.
78, 138
Er worden heldere
vlekken
weergegeven in
beelden die
werden vastgelegd
met de flitser.
Het flitslicht wordt weerkaatst door deeltjes in de lucht. Stel de
flitsstand in op W (uit).
50
Flitser treedt niet in
werking.
De flitsstand is ingesteld op W (uit).
Er werd een onderwerpstand geselecteerd die de flitser beperkt.
Een functie die de flitser blokkeert, is ingeschakeld.
50
61
63
De optische zoom
kan niet worden
gebruikt.
De optische zoom kan niet worden gebruikt wanneer films
worden opgenomen.
78
Digitale zoom kan
niet worden
gebruikt.
Digitale zoom is ingesteld op Uit in het setup-menu.
De digitale zoom kan niet worden gebruikt in bepaalde
opnamestanden of bij gebruik van bepaalde instellingen in
andere functies.
125
63, 125
Beeldmodus niet
beschikbaar.
Een functie die de Beeldmodus beperkt, is ingeschakeld. 63
Geen geluid
wanneer de sluiter
ontspant.
Uit is geselecteerd voor Sluitergeluid in Geluidsinstellingen
van het setup-menu. In bepaalde opnamestanden en
instellingen hoort u geen geluid, zelfs als Aan geselecteerd is.
126
AF-hulpverlichting
gaat niet aan.
Uit is geselecteerd voor AF-hulplicht in het setup-menu. De
AF-hulpverlichting gaat, afhankelijk van de positie van het
scherpstelveld of de huidige onderwerpstand, eventueel niet
aan, zelfs wanneer Automatisch is geselecteerd.
125
Beelden zijn
vlekkerig.
Het objectief is vuil. Reinig het objectief. 141
Kleuren zijn
onnatuurlijk.
De witbalans of de tint is niet goed aangepast. 36, 100
Willekeurig
verspreide pixels
(“ruis”) worden in
het beeld
weergegeven.
Het onderwerp is donker en de sluitertijd is te lang of de ISO-
waarde is te groot. U kunt ruis op de volgende manieren
verminderen:
De flitser gebruiken
Een lagere ISO-waarde instellen
50
103
Probleem Oorzaak/Oplossing A
150
Technische opmerkingen
Problemen oplossen
Willekeurig
verspreide pixels
(“ruis”) worden in
films weergegeven.
Bij het opnemen van films bij zwakke belichting kan het beeld
ruis vertonen. Dit is het geval wanneer de ISO-gevoeligheid
toeneemt en dit wijst niet op een storing.
Beelden zijn te
donker
(onderbelicht).
De flitsstand is ingesteld op W (uit).
Het flitsvenster is afgedekt.
Het onderwerp bevindt zich buiten het bereik van de flitser.
Pas belichtingscorrectie aan.
Verhoog de ISO-waarde.
Het onderwerp wordt langs achter verlicht. Selecteer de
onderwerpstand Te ge nl ic ht of stel de instelling voor de
flitsstand in op X (invulflits).
50
15
158
55
103
37, 50
Beelden zijn te
helder
(overbelicht).
Pas belichtingscorrectie aan. 55
Onverwachte
resultaten wanneer
de flitser is
ingesteld op V
(automatisch met
rode-
ogenreductie).
Gebruik een andere opnamestand dan Nachtportret en wijzig
de flitsstand in een andere instelling dan V (automatisch met
rode-ogenreductie) en probeer de foto opnieuw te maken.
50, 61
Huidtinten worden
niet verzacht.
In bepaalde opnameomstandigheden kunnen huidtinten
van gezichten niet worden verzacht.
Voor beelden met vier of meer gezichten probeert u het
effect Huid verzachten in Glamour-retouchering te
gebruiken in het weergavemenu.
38
71
Het opslaan van
beelden neemt
enige tijd in beslag.
Het opslaan van beelden kan langer duren in de volgende
situaties:
Wanneer de functie ruisonderdrukking actief is, bijvoorbeeld
wanneer in een donkere omgeving wordt opgenomen
Wanneer de flitsstand is ingesteld op V (automatisch met
rode-ogenreductie)
Wanneer de functie Huid verzachten wordt toegepast tijdens
de opname
Wanneer de continu-opnamestand wordt gebruikt
51
38, 108
102
Gekleurde cirkels of
lichtstrepen
verschijnen op het
scherm of in
beelden.
Wanneer u opneemt met tegenlicht of wanneer een zeer sterke
lichtbron (bijvoorbeeld zonlicht) in het beeld voorkomt, kunnen er
gekleurde cirkels of lichtstrepen (beeldschaduwen) zichtbaar zijn.
Wijzig de positie van de lichtbron of kadreer het beeld dusdanig,
d
at de
lichtbron buiten het beeld valt en probeer opnieuw.
Probleem Oorzaak/Oplossing A
151
Technische opmerkingen
Problemen oplossen
Weergaveproblemen
Probleem Oorzaak/Oplossing A
Bestand kan niet
worden
weergegeven.
Deze camera kan mogelijk geen beelden weergeven die
werden opgeslagen met een digitale camera van een ander
merk of model.
Deze camera kan mogelijk geen films weergeven die werden
opgenomen met een digitale camera van een ander merk of
model.
Deze camera kan mogelijk geen gegevens weergeven die
werden bewerkt op een computer.
Kan niet op beeld
inzoomen.
De zoomweergave kan niet worden gebruikt met films.
Voor kleine beelden is de zoomfactor die op het scherm
wordt weergegeven, mogelijk niet compatibel met de
effectieve zoomfactor.
Deze camera kan mogelijk niet inzoomen op beelden die
werden vastgelegd met een digitale camera van een ander
merk of model.
Beeld kan niet
worden bewerkt.
Sommige beelden kunnen niet worden bewerkt. Beelden die
reeds werden bewerkt, kunnen niet opnieuw worden
bewerkt.
Er is onvoldoende vrije ruimte op de geheugenkaart of in het
interne geheugen.
Deze camera kan geen beelden bewerken die met een
andere camera vastgelegd zijn.
Bewerkingsfuncties die voor beelden worden gebruikt, zijn
niet beschikbaar voor films.
41, 68
152
Technische opmerkingen
Problemen oplossen
Problemen met externe toestellen
Probleem Oorzaak/Oplossing A
Het lukt niet om
een draadloze
verbinding in te
stellen met een
smart-apparaat.*
Wanneer u voor het eerst een draadloze verbinding instelt, is
het aan te raden “Verbinding maken met een smart-apparaat
(SnapBridge)” te raadplegen.
Zie ook “Als de verbinding mislukt is”.
Wanneer er al een draadloze verbinding ingesteld is, voer dan
de volgende handelingen uit.
- Schakel de camera uit en daarna weer in.
- Start de SnapBridge-app opnieuw.
- Verbreek de verbinding en herstel deze vervolgens.
Controleer de instellingen in Menu Netwerk op de camera.
-Stel Vliegtuigmodus in op Uit.
-Stel Bluetooth M Verbinding in op Inschakelen.
Als er twee of meer smart-apparaten geregistreerd zijn bij de
camera, selecteer u het smart-apparaat waarmee u
verbinding wilt maken in Menu Netwerk M Bluetooth M
Gekoppelde apparaten op de camera. Als er twee of meer
camera's geregistreerd zijn in de SnapBridge-app, schakelt u
in de app naar de camera waarmee u verbinding wilt maken.
Gebruik een voldoende opgeladen accu.
Plaats een geheugenkaart met voldoende vrije ruimte in de
camera.
Koppel de USB-kabel los.
Schakel Bluetooth, Wi-Fi en de locatiegegevensfuncties in op
het smart-apparaat.
Schakel Auto koppeling op het tabblad A M Auto
koppelingsopties in de SnapBridge-app in. Als dit
uitgeschakeld is, kunnen Foto's downloaden en Afstand
bediende fotografie gebruikt worden, maar kunnen
beelden niet automatisch geüpload worden.
21
26
29
29
117
117
9
81
153
Technische opmerkingen
Problemen oplossen
Het lukt niet om
beelden te
uploaden naar een
smart-apparaat dat
via een draadloze
verbinding
verbonden is met
de SnapBridge-
app.*
Voer de hierna beschreven handelingen uit bij automatisch
uploaden.
- Stel het volgende in op de camera: Menu Netwerk M
Verzenden tijdens opname M Foto's M Ja.
-Schakel Auto koppeling op het tabblad A M Auto
koppelingsopties in de SnapBridge-app in.
-Schakel Automatisch downloaden op het tabblad A M
Auto koppelingsopties in de SnapBridge-app in.
-Als Menu Netwerk M Bluetooth M Verzenden indien
uitgesch. op de camera ingesteld is op Uit, schakel dan
de camera in of stel deze functie in op Aan.
Mogelijk lukt het niet om beelden te uploaden of wordt het
uploaden geannuleerd wanneer u de camera bedient.
Afhankelijk van de status van de camera lukt het mogelijk niet
om beelden te uploaden of kan het uploaden geannuleerd
worden.
Zie ook “Als het niet lukt om beelden te uploaden”.
117
117
29
29
Het lukt niet om op
afstand bediende
fotografie te
gebruiken vanaf een
smart-apparaat dat
via een draadloze
verbinding
verbonden is met de
SnapBridge-app.*
Als er onvoldoende vrije ruimte is in het interne geheugen of
op de geheugenkaart, kunt u op afstand bediende fotografie
niet gebruiken. Verwijder overbodige beelden of plaats een
geheugenkaart met voldoende vrije ruimte in de camera.
Mogelijk lukt het niet om op afstand bediende fotografie te
gebruiken wanneer de camera bediend wordt.
Afhankelijk van de status van de camera lukt het mogelijk niet
om op afstand bediende fotografie te gebruiken.
29
Het lukt niet om via
de
Snap
Bridge-app
foto's te downloaden
met hun originele
formaat.*
Voor Verzenden tijdens opname en Markeren voor upload
op de camera is het beeldformaat dat geüpload kan worden,
beperkt tot 2 megapixels. Gebruik Foto's downloaden in de
SnapBridge-app om foto's met hun originele formaat te
uploaden.
Beelden die
opgeslagen zijn op
de camera worden
niet weergegeven
op een verbonden
smart-apparaat of
computer.
Als het aantal beelden dat op een geheugenkaart in de camera
opgeslagen is hoger is dan 10.000, worden de beelden die
daarna opgenomen worden mogelijk niet weergegeven op een
verbonden apparaat.
Verminder het totale aantal opgeslagen beelden op de
geheugenkaart. Zet de beelden die u wilt houden over naar
een computer enz.
Beelden worden
niet weergegeven
op een televisie.
Videostand is niet correct ingesteld in het setup-menu.
De geheugenkaart bevat geen beelden.
Verwijder de geheugenkaart om beelden in het interne
geheugen weer te geven.
91, 130
9
Probleem Oorzaak/Oplossing A
154
Technische opmerkingen
Problemen oplossen
* Zie “Verbinding maken met een smart-apparaat (SnapBridge)” (A21) en de online-help van
SnapBridge.
Nikon Transfer 2
start niet als de
camera is
aangesloten op
een computer.
De camera staat uit.
De accu is leeg.
De USB-kabel is niet correct aangesloten.
De camera wordt niet herkend door de computer.
De computer is niet ingesteld om Nikon Transfer 2
automatisch te starten. Voor meer informatie over
Nikon Transfer 2 raadpleegt u de helpinformatie in ViewNX-i.
81, 131
81, 87
Het PictBridge-
opstartscherm
wordt niet
weergegeven als
de camera
aangesloten is op
een printer.
Bij bepaalde PictBridge-compatibele printers wordt het
PictBridge-opstartscherm mogelijk niet weergegeven en
kunnen geen beelden worden afgedrukt wanneer
Automatisch geselecteerd is voor Opladen via computer in
het setup-menu. Stel Opladen via computer in op Uit en sluit
de camera opnieuw aan op de printer.
91, 131
Voor afdrukken
gemarkeerde
beelden worden
niet weergegeven.
De geheugenkaart bevat geen beelden.
Verwijder de geheugenkaart om beelden in het interne
geheugen af te drukken.
9
Kan het
papierformaat niet
selecteren met de
camera.
De camera kan niet worden gebruikt om in de volgende
situaties het papierformaat te selecteren, zelfs als u afdrukt op
een PictBridge-compatibele printer. Gebruik de printer om het
papierformaat te selecteren.
De printer ondersteunt de papierformaten niet die door de
camera worden opgegeven.
De printer selecteert het papierformaat automatisch.
Probleem Oorzaak/Oplossing A
155
Technische opmerkingen
Bestandsnamen
De bestandsnamen van beelden of films zijn op de volgende manier opgebouwd.
Bestandsnaam: DSCN 0001 .JPG
(1) (2) (3)
Bestandsnamen
(1) Identificatie
Niet getoond op het scherm van de camera.
DSCN: Originele foto's, films
SSCN: Kopieën van kleine foto
RSCN: Uitgesneden kopieën
FSCN: Beelden die werden gemaakt met een andere
beeldbewerkingsfunctie dan uitsnede en kleine afbeelding
(2) Bestandsnummer
Toegewezen in stijgende volgorde, beginnend met “0001” en eindigend
met “9999”.
(3) Extensie
Geeft het bestandsformaat aan.
.JPG: Foto's
.AVI: Films
156
Technische opmerkingen
Optionele accessoires
De beschikbaarheid is afhankelijk van het land of de regio.
Raadpleeg onze website of brochures voor de recentste informatie.
Optionele accessoires
Batterijlader
MH-66 Batterijlader
De oplaadtijd bedraagt ongeveer 1 uur en 50 minuten voor een volledig
lege accu.
Lichtnetadapter
Lichtnetadapter EH-62G
(aansluiten zoals aangegeven)
Zorg ervoor dat de kabel van de stroomaansluiting volledig in de sleuf van
de stroomaansluiting zit voordat u de lichtnetadapter in het batterijvak
invoert. Zorg er daarnaast voor dat de kabel van de stroomaansluiting
volledig in de sleuf van het batterijvak zit voordat u het deksel van het
batterijvak/de geheugenkaartsleuf sluit. Als een deel van de kabel uit de
sleuven steekt, kan het deksel of de kabel beschadigd raken wanneer het
deksel wordt gesloten.
AV-kabel AV-kabel EG-CP14
157
Technische opmerkingen
Specificaties
Nikon COOLPIX A300 digitale camera
Specificaties
Type
Digitale compactcamera
Aantal effectieve pixels
20,1 miljoen (beeldverwerking kan het aantal effectieve pixels
beperken)
Beeldsensor
1
/2,3 inch type CCD; totaal aantal pixels: circa 20,48 miljoen
Objectief
NIKKOR-objectief met 8× optische zoom
Brandpuntsafstand
4,5–36,0 mm (beeldhoek komt overeen met die van een
25–200 mm objectief in 35mm kleinbeeldformaat [135])
f/-waarde
f/3,7–6,6
Constructie
8 elementen in 7 groepen
Zoomfactor digitale zoom
Tot 4× (beeldhoek komt overeen met die van een circa 800 mm
objectief in 35mm kleinbeeldformaat [135])
Vibratiereductie
Lens-shift (foto's)
Lens-shift en elektronische VR (films)
Autofocus (AF)
Contrastdetectie-AF
Scherpstelbereik
[W]: Circa 50 cm–,
[T]: Circa 1,5 m–
Macro-stand: Circa 2 cm– (groothoekpositie)
(Alle afstanden gemeten vanaf het midden van het voorvlak
van het objectief)
Selectie scherpstelveld
Gezichtprioriteit, centrum, handmatig met 99 scherpstelvelden,
onderwerp volgen, AF met doelopsporing
Monitor
6,7 cm (2,7 inch), circa 230.000 beeldpunten, TFT-LCD-scherm
met anti-reflectiecoating en aanpasbare helderheid in 5 niveaus
Beelddekking
(opnamestand)
Circa 99 % horizontaal en verticaal (vergeleken met de
effectieve foto)
Beelddekking
(weergavestand)
Circa 99 % horizontaal en verticaal (vergeleken met de
effectieve foto)
Opslag
Media
Intern geheugen (circa 19 MB), SD/SDHC/SDXC-geheugenkaart
Bestandssysteem
Compatibel met DCF, Exif 2.3 en
Bestandsindelingen
Foto's: JPEG
Films: AVI (Motion-JPEG-compatibel)
158
Technische opmerkingen
Specificaties
Beeldformaat
(pixels)
20M (Hoog) [5152 × 3864P]
20M [5152 × 3864]
10M [3648 × 2736]
4M [2272 × 1704]
2M [1600 × 1200]
VGA [640 × 480]
16:9 (14M) [5120 × 2880]
1:1 [3864 × 3864]
ISO-waarde
(standaard
uitvoergevoeligheid)
ISO 80–1600
ISO 3200 (beschikbaar wanneer Autostand wordt gebruikt)
Belichting
Lichtmeetstand
Matrixmeting, centrumgericht (bij digitale zoom minder dan
2×), spotmeting (digitale zoom 2× of meer)
Belichtingsregeling
Geprogrammeerde automatische belichting en
belichtingscorrectie (–2,0 – +2,0 EV in stappen van
1
/3 EV)
Sluiter
Mechanische en CCD elektronische sluiter
Snelheid
1
/1500–1 sec.
4 sec. (onderwerpstand Vuurwerk)
Diafragma
Elektromagnetische selectie ND-filter (–3 AV)
Bereik
2 stappen (f/3,7 en f/10,5 [W])
Zelfontspanner
10 sec., 2 sec.
5 sec. (Zelfportrettimer)
Flitser
Bereik (circa)
(ISO-waarde:
Automatisch)
[W]: 0,5–2,8 m
[T]: 1,5 m
Flitserregeling
DDL automatisch flitsen met monitorvoorflitsen
Interface
USB-aansluiting
Hi-Speed USB
Ondersteunt Direct Print (PictBridge)
Ook gebruikt als AV-uit-aansluiting (NTSC of PAL kan worden
geselecteerd voor video-uitgang.)
159
Technische opmerkingen
Specificaties
Alle metingen worden uitgevoerd conform de Camera and Imaging Products
Association (CIPA)-normen en richtlijnen.
1
Gebruiksduur van de batterij komt niet overeen met het gebruik van SnapBridge en kan variëren
afhankelijk van de gebruiksomstandigheden, inclusief temperatuur, het interval tussen
opnamen en de tijdsduur dat menu's en beelden worden weergegeven.
2
Individuele filmbestanden kunnen niet groter zijn dan 2 GB of niet langer dan 29 minuten. De
opname kan eindigen voor deze limiet wordt bereikt als de temperatuur van de camera te hoog
wordt.
Wi-Fi (Draadloos LAN)
Standaards
IEEE 802.11b/g (standaard draadloos LAN-protocol)
Frequentie
2412–2462 MHz (1-11 kanalen)
Verificatie
Open system, WPA2-PSK
Bluetooth
Communicatieprotocollen
Bluetooth-specificatie versie 4.1
Ondersteunde talen
Arabisch, Bengaals, Bulgaars, Chinees (Vereenvoudigd en
Traditioneel), Tsjechisch, Deens, Nederlands, Engels, Fins, Frans,
Duits, Grieks, Hindi, Hongaars, Indonesisch, Italiaans, Japans,
Koreaans, Marathi, Noors, Perzisch, Pools, Portugees (Europees
en Braziliaans), Roemeens, Russisch, Servisch, Spaans, Zweeds,
Tamil, Telugu, Thai, Turks, Oekraïens, Vietnamees
Voedingsbronnen
Eén oplaadbare Li-ionbatterij EN-EL19 (meegeleverd)
Lichtnetadapter EH-62G (apart verkrijgbaar)
Oplaadtijd
Circa 2 uur 40 minuten (wanneer de lichtnetlaadadapter EH-72P
wordt gebruikt en er geen lading beschikbaar is)
Gebruiksduur van de accu
1
Foto's
Circa 240 opnamen bij gebruik van EN-EL19
Films (effectieve
gebruiksduur van de accu
voor opname)
2
Circa 45 minuten bij gebruik van EN-EL19
Statiefaansluiting
1/4 (ISO 1222)
Afmetingen (B × H × D)
Circa 95,9 × 58,0 × 20,1 mm (exclusief uitstekende delen)
Gewicht
Circa 119 g (inclusief accu en geheugenkaart)
Gebruiksomstandigheden
Temperatuur
0 °C tot 40 °C
Luchtvochtigheid
85 % of minder (geen condens)
160
Technische opmerkingen
Specificaties
Oplaadbare li-ionbatterij EN-EL19
Lichtnetlaadadapter EH-72P
De symbolen op dit product geven het volgende weer:
D AC, E DC, F Klasse II-apparatuur (De constructie van het product is dubbel geïsoleerd.)
Nikon kan niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele fouten in deze handleiding.
Het uiterlijk en de specificaties van dit product kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd.
Type Oplaadbare lithium-ionbatterij
Nominale capaciteit 3,7 V DC, 700 mAh
Gebruikstemperatuur 0 °C tot 40 °C
Afmetingen (B × H × D) Circa 31,5 × 39,5 × 6 mm
Gewicht Circa 14,5 g
Nominale invoer 100–240 V AC, 50/60 Hz, 0,07–0,04 A
Nominale uitvoer 5,0 V DC, 550 mA
Gebruikstemperatuur 0 °C tot 40 °C
Afmetingen (B × H × D) Circa 55 × 22 × 54 mm (exclusief stekkeradapter)
Gewicht Circa 46 g (exclusief stekkeradapter)
161
Technische opmerkingen
Specificaties
Geschikte geheugenkaarten
De camera ondersteunt SD-, SDHC-, en SDXC-geheugenkaarten.
Geheugenkaarten met een SD Speed Class-classificatie van 6 of sneller worden
aanbevolen om films op te nemen. Wanneer u een geheugenkaart met een lagere Speed
Class-waarde gebruikt, kan de filmopname onverwachts stoppen.
Als u een kaartlezer gebruikt, zorg er dan voor dat deze compatibel is met uw
geheugenkaart.
Neem contact op met de fabrikant voor meer informatie over eigenschappen, werking
en gebruiksbeperkingen.
Informatie over handelsmerken
Windows is een geregistreerd handelsmerk of handelsmerk van Microsoft
Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Het Bluetooth®-woordmerk en logo's zijn geregistreerde handelsmerken die
eigendom zijn van Bluetooth SIG, Inc. en elk gebruik van dergelijke merken door
Nikon Cooperation is onder licentie.
Apple®, App Store®, de Apple-logo's, Mac, OS X, macOS, iPhone®, iPad®, iPod touc
en iBooks zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van Apple Inc. in de
VS en andere landen.
Android en Google Play zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van
Google Inc. De Android-robot wordt gereproduceerd of aangepast op basis van
materiaal dat door Google is gemaakt en gedeeld, en wordt gebruikt volgens de
voorwaarden van de Creative Commons-licentie 3.0 (Naamsvermelding).
iOS is een handelsmerk of geregistreerd handelsmerk van Cisco Systems, Inc. in de
Verenigde Staten en/of andere landen en wordt onder licentie gebruikt.
Adobe, het logo van Adobe en Reader zijn handelsmerken of geregistreerde
handelsmerken van Adobe Systems Incorporated in de Verenigde Staten en/of
andere landen.
De SDXC-, SDHC- en SD-logo's zijn handelsmerken van SD-3C, LLC.
PictBridge is een handelsmerk.
Wi-Fi en het Wi-Fi-logo zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van de
Wi-Fi Alliance.
De N-Mark is een handelsmerk of geregistreerd handelsmerk van NFC Forum, Inc. in
de Verenigde Staten en in andere landen.
162
Technische opmerkingen
Specificaties
Alle overige handelsnamen die in deze handleiding of in andere documentatie bij
uw Nikon-product worden vermeld, zijn handelsmerken of geregistreerde
handelsmerken van hun respectieve eigenaars.
AVC Patent Portfolio-licentie
Dit product is gelicentieerd onder de AVC Patent Portfolio-licentie voor persoonlijk en
niet-commercieel gebruik van een consument om (i) video te coderen die voldoet aan
de AVC-standaard (“AVC-video”) en/of (ii) AVC-video te decoderen die werd gecodeerd
door een consument die betrokken is bij een persoonlijke en niet-commerciële
activiteit en/of werd verkregen van een videoleverancier die een licentie heeft om
AVC-video te leveren. Er wordt geen licentie voor andere toepassingen verleend of
ingesloten. Meer informatie vindt u bij MPEG LA, L.L.C.
Zie http://www.mpegla.com.
FreeType Licentie (FreeType2)
Delen van deze software zijn beschermd door het auteursrecht © 2012 The
FreeType Project (http://www.freetype.org). Alle rechten voorbehouden.
MIT Licentie (HarfBuzz)
Delen van deze software zijn beschermd door het auteursrecht © 2016 The
HarfBuzz Project (http://www.freedesktop.org/wiki/Software/HarfBuzz). Alle
rechten voorbehouden.
“Made for iPod,” “Made for iPhone,” and “Made for iPad” mean that an electronic
accessory has been designed to connect specifically to iPod, iPhone, or iPad,
respectively, and has been certified by the developer to meet Apple performance
standards. Apple is not responsible for the operation of this device or its
compliance with safety and regulatory standards. Please note that the use of this
accessory with iPod, iPhone, or iPad may affect wireless performance.
163
Technische opmerkingen
Index
Symbolen
x Stand Autom. scènekeuzekn.
..................................................................... 31, 34
C Onderwerpstand....................... 31, 35
R Stand speciale effecten......... 31, 42
F Stand Slim portret ................... 31, 44
A Autostand..................................... 31, 32
c Weergavestand.................................... 18
C Stand Sorteer op datum.................. 67
z Setup-menu................................. 91, 119
J Menu Netwerk......................... 91, 117
g (Tele) ................................................... 18, 56
f (Groothoek).................................. 18, 56
i Zoomweergave........................... 18, 65
h Miniatuurweergave................ 18, 66
A Opnamestandknop ................... 3, 31
c Weergaveknop.............................. 3, 18
b (e filmopname)-knop ............. 3, 17
k Selectie toepassen-knop.................... 3
d Menu-knop................................... 3, 91
l Wissen-knop ..................................... 3, 19
Y N-Mark ................................................ 3, 23
m Flitsstand ......................................... 49, 50
n Zelfontspanner........................... 49, 52
p Macro-stand ................................ 49, 54
o Belichtingscompensatie....... 49, 55
R ........................................................ 40
A
Aanduiding batterijniveau .................... 16
Aanduiding intern geheugen ........ 4, 6
Aanduiding opgenomen
locatiegegevens................................ 6, 130
Aantal opnamen....................................... 108
Aantal resterende opnamen..... 16, 99
Accu................................................ 9, 10, 160
AF met doelopsporing............... 57, 105
Afdrukken................................... 81, 84, 85
AF-hulplicht......................................... 2, 125
AF-veldstand .............................................. 104
App...................................................................... 22
Autofocus.............................. 78, 107, 115
Autofocus-stand .......................... 107, 115
Autom. met rode-ogenred.................... 51
Automat. verzendopties ...................... 117
Automatisch flitsen .................................... 51
Automatisch uit............................... 17, 126
Autostand ............................................. 31, 32
AV-kabel .................................... 81, 82, 156
B
Batterijlader........................................ 11, 156
Batterijvak...................................................... 156
Batterijvergrendeling................................... 9
Beeld draaien .............................................. 112
Beeld terugspelen.................................... 121
Beeldcommentaar................................... 128
Beelden bewerken..................................... 68
Beelden kopiëren ...................................... 113
Beeldformaat................................................. 98
Beeldkwaliteit................................................ 98
Beeldmodus................................................... 98
Belichtingscompensatie.......................... 55
Bestandsnamen......................................... 155
Beveiligen...................................................... 112
Bewolkt........................................................... 100
Bluetooth....................................................... 117
C
Camera-aan-lampje ...................................... 2
Close-up k.......................................... 35, 36
Compressieverhouding.......................... 98
Computer.............................................. 81, 87
Conformiteitsmarkering....................... 132
Index
164
Technische opmerkingen
Index
Continu........................................................... 102
Copyrightinformatie............................... 129
Creatieve instelknop ................................. 32
Cross-process o....................................... 42
D
Daglicht.......................................................... 100
Datum en tijd.................................... 12, 119
Datumnotatie.............................................. 119
Datumstempel........................................... 123
Deksel aansluitingen.......................... 2, 81
Deksel batterijvak/geheugenkaartsleuf
................................................................................... 3
Diashow.......................................................... 111
Dierenp. autom. ontsp............................. 37
Dierenportret O............................... 35, 37
Digitale zoom .................................. 56, 125
Direct Print....................................................... 83
D-Lighting....................................................... 69
Dynamic Fine Zoom.................................. 56
E
EH-72P............................................................. 160
EN-EL19 .......................................................... 160
Enkelvoudig................................................. 102
Enkelvoudige AF.......................... 107, 115
F
Film VR ............................................................. 116
Filmmenu............................................ 91, 114
Filmopname........................................ 17, 76
Filmopties ..................................................... 114
Filmweergave..................................... 17, 79
Firmware-versie......................................... 132
Flitser........................................................... 2, 50
Flitser uit ........................................................... 51
Flitserlampje........................................... 3, 50
Flitsstand ................................................ 50, 51
Formatteren......................................... 9, 127
Foto VR............................................................ 124
Foto-informatie.......................................... 121
Fulltime-AF...................................... 107, 115
Functies die niet tegelijk kunnen
worden gebruikt......................................... 63
F-waarde........................................................... 57
G
Geheugenkaart............................ 140, 161
Geheugenkaarten formatteren
..................................................................... 9, 127
Geheugenkaartsleuf ..................................... 9
Geluidsinstellingen.................................. 126
Gezichtprioriteit........................................ 104
Gezichtsherkenning.................................. 58
Glamour-retouchering.................. 44, 71
Glimlachtimer............................................... 46
Gloeilamplicht............................................ 100
Groothoek....................................................... 56
H
Half indrukken ............................................... 57
Handm. voorinstelling........................... 101
Helderheid.................................................... 121
Help-weergave ................................ 31, 121
Hoofdschakelaar ................................... 2, 12
Hoogcontrast monochr. F................. 42
Huid verzachten.......................................... 38
Huidige instellingen ............................... 117
I
In-/uitzoomen .............................................. 56
Ingebouwde microfoon............................. 2
Intern geheugen............................................. 9
Intern geheugen formatteren.......... 127
Interval ............................................................ 108
Invulflits ............................................................. 51
ISO-waarde................................................... 103
K
Kalenderweergave..................................... 66
Kleine afbeelding......................................... 73
165
Technische opmerkingen
Index
Knipperdetectie ........................................ 109
Knopgeluid................................................... 126
L
Laadlampje......................................................... 3
Landschap c................................................ 35
Lange sluitertijd............................................ 51
Lichtnetadapter............................... 81, 156
Lichtnetlaadadapter.................... 10, 160
Locatiegegevens ...................................... 130
Luidspreker......................................................... 3
M
Macro-stand .................................................. 54
Markeren voor upload............................ 110
Menu Netwerk ................................. 91, 117
Menu Slim portret.......................... 91, 108
Miniatuurweergave......................... 18, 66
Monitor............................................ 3, 4, 141
Monitorinstellingen ................................. 121
Multi-selector.......................................... 3, 91
N
Nachtlandschap j ........................ 35, 36
Nachtportret e ........................................... 35
Nostalgisch sepia E ............................... 42
O
Objectief................................................. 2, 157
Objectiefbescherming................................ 2
Onderwerp volgen.................... 105, 106
Onderwerpstanden ................................... 35
Ontspanknop.................................................... 2
Oogje voor camerariem............................. 2
Oplaadbare li-ionbatterij ..................... 160
Opladen ............................................... 10, 131
Opladen via computer........................... 131
Opname.................................................. 15, 31
Opnamemenu................................... 91, 98
Opnamestand ............................................... 31
Optionele accessoires ........................... 156
Optische zoom ............................................ 56
P
Panorama assist U ........................ 35, 39
Papierformaat .................................... 84, 85
Party/binnen f................................ 35, 36
PictBridge.............................................. 81, 83
Polsriem................................................................ 8
Pop l ............................................................ 42
Portret b.......................................................... 35
Printer ...................................................... 81, 83
R
Resterende filmopnametijd....... 76, 77
Rode-ogencorrectie.................................. 70
S
Schemering i ............................................. 35
Schermvullende weergave .................. 65
Scherpstelaanduiding ...................... 4, 16
Scherpstellen ............................................. 104
Scherpstelveld............................................... 57
Scherpstelvergrendeling....................... 60
SD-geheugenkaart .................... 140, 161
Selectieve kleur I .................................... 42
Setup-menu....................................... 91, 119
Sluitergeluid................................... 108, 126
Sluitertijd........................................................... 57
SnapBridge-app .......................................... 22
Sneeuw z....................................................... 35
Snel retoucheren........................................ 69
Sneleffecten................................................... 68
Speelgoedcamera-eff. 1 m................. 42
Speelgoedcamera-eff. 2 n................ 42
Sport d.................................................. 35, 36
Stand Slim portret...................................... 44
Stand Sorteer op datum ........................ 67
Stand speciale effecten .......................... 42
Standaardw. herstellen......................... 117
Standaardwaarden.................................. 132
166
Technische opmerkingen
Index
Statiefaansluiting............................... 3, 159
Strand Z.......................................................... 35
T
Taal/Language........................................... 128
Tegenlicht o ..................................... 35, 37
Tele....................................................................... 56
Televisies................................................ 81, 82
Tijdsverschil................................................... 119
Tijdzone........................................................... 119
Tijdzone en datum................................... 119
TL-licht ............................................................ 100
U
Uitsnede........................................................... 74
USB/AV-uit-aansluiting............................... 2
USB-kabel......................... 10, 81, 83, 87
V
Vast bereik automatisch....................... 103
Verbinden met smart apparaat........ 117
Videostand ................................................... 130
ViewNX-i ........................................................... 87
Vliegtuigmodus.......................................... 117
Voedsel u ............................................. 35, 36
Volume .............................................................. 79
Vuurwerk m........................................ 35, 37
W
Weergave......................................................... 18
Weergave Panorama assist ................... 41
Weergavemenu .............................. 91, 110
Weergavestand ............................................ 18
Wi-Fi................................................................... 117
Windruisreductie....................................... 116
Wissen................................................................ 19
Witbalans....................................................... 100
Z
Zacht D.......................................................... 42
Zelf-collage .................................................... 47
Zelfontspanner............................................. 52
Zelfontspannerlampje...................... 2, 53
Zelfportret-timer............................... 37, 52
Zomertijd....................................................... 119
Zonsondergang u...................................... 35
Zoomknop............................................... 2, 56
Zoomweergave................................. 18, 65
© 2016 Nikon Corporation
YP7K03(1F)
6MN6771F-03
Deze handleiding mag op geen enkele manier volledig of
gedeeltelijk (behalve voor korte citaten in kritische artikelen of
besprekingen) worden gereproduceerd zonder de schriftelijke
toestemming van NIKON CORPORATION.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180

Nikon COOLPIX A300 Referentie gids

Type
Referentie gids