Samsung AC100MXADNH/EU Installatie gids

Type
Installatie gids
Airconditioner
Installatiehandleiding
AC✴✴✴MXADH / AC✴✴✴MXASH
Dank u voor uw aankoop van deze airconditioner van Samsung.
Voordat u het apparaat bedient, verzoeken wij u deze handleiding zorgvuldig te lezen en
te bewaren voor raadpleging in de toekomst.
2 Nederlands
Inhoud
Ga voor informatie over de milieuverbintenissen en product specifieke wettelijke verplichtingen van Samsung naar: samsung.com/
uk/aboutsamsung/samsungelectronics/corporatecitizenship/data_corner.html
Veiligheidsinformatie 3
Algemene informatie 3
De unit installeren 4
Stroomtoevoerleiding, zekering of beveiligingsschakelaar 4
Installatieprocedure 5
Stap 1 De installatielocatie kiezen 5
Stap 2 De buitenunit op zijn plek vastzetten 8
Stap 3 De stroomsnoeren, de communicatiekabels en de bedieningen aansluiten 9
Stap 4 optioneel: het stroomsnoer verlengen 14
Stap 5 De koelleiding aansluiten 16
Stap 6 optioneel: Snijden en affakkelen van de leidingen 17
Stap 7 Olievangers installeren 18
Stap 8 De luchtleiding aansluiten en het circuit ontluchten 18
Stap 9 Koelmiddel toevoegen (R-410A) 19
Stap 10 Uitvoeren van gaslektesten 22
Stap 11 De aftapslang aansluiten op de buitenunit 23
Stap 12 Isoleren van de koelmiddelleidingen 23
Stap 13 De aarding controleren 24
Stap 14 Definitieve controle en proefbedrijf uitvoeren 25
Extra procedures 27
Koelmiddel naar beneden pompen 28
De binnen- en buitenunits verplaatsen 28
De afsluiter gebruiken 29
Bijlagen 30
Probleemoplossing 30
Technische specificaties 31
3Nederlands
Veiligheidsinformatie
WAARSCHUWING
• Risico's of onveilige praktijken die kunnen leiden tot
ernstig persoonlijk letsel of overlijden.
LET OP
• Risico's of onveilige praktijken die kunnen leiden tot licht
persoonlijk letsel of materiële schade.
Volg de onderstaande voorzorgsmaatregelen zorgvuldig.
Deze zijn van essentieel belang om de veiligheid van de
apparatuur te garanderen.
WAARSCHUWING
• Koppel de stroomtoevoer naar de airconditioner altijd
los voordat onderhoud wordt gepleegd of toegang
wordt verkregen tot de interne onderdelen.
• Controleer of het installeren en testen worden
uitgevoerd door gekwalificeerd personeel.
• Controleer of de airconditioner niet wordt geplaatst op
een zeer toegankelijke locatie.
Algemene informatie
WAARSCHUWING
• Lees de inhoud van deze handleiding zorgvuldig door
voordat de airconditioner wordt geïnstalleerd en bewaar
de handleiding op een veilige plaats zodat deze na
installatie kan dienen als referentie.
• Voor maximale veiligheid moeten personen die de
unit installeren, de volgende waarschuwingen altijd
zorgvuldig lezen.
• Bewaar de werkings- en installatiehandleiding op een
veilige plaats en geef deze bij verkoop of overdracht
van de airconditioner aan de nieuwe eigenaar.
• Deze handleiding legt de installatie uit van een
binnenunit met een gesplitst systeem met twee
units van SAMSUNG. Het gebruik van andere typen
eenheden met verschillende beheersystemen kan de
units beschadigen en de garantie ongeldig maken. De
fabrikant is niet aansprakelijk voor schade als gevolg
van het gebruik van niet-conforme units.
• Er is bepaald dat dit apparaat voldoet aan de
laagspanningsrichtlijn (2006/95/EC), de richtlijn
elektromagnetische compatibiliteit (2004/108/EC) en de
machinerichtlijn (2006/42/EC) van de Europese Unie.
• De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade die
voortkomt uit ongeautoriseerde aanpassingen of
onjuiste elektrische aansluitingen en de vereisten
zoals uiteengezet in de tabel 'Werkingslimieten' in de
handleiding. Dergelijke wijzigingen maken de garantie
onmiddellijk ongeldig.
• De airconditioner mag alleen worden gebruikt voor de
toepassingen waarvoor het apparaat is ontworpen: de
binnenunit is niet geschikt voor installatie in ruimten die
worden ingezet als wasruimte.
• Gebruik de units niet als deze zijn beschadigd. Als er
problemen optreden, schakel de unit dan uit en koppel
deze los van de stroomtoevoer.
• Om elektrische schok, brand en letsel te
voorkomen, moet de unit altijd worden gestopt,
de beschermingsschakelaar worden uitgeschakeld
en contact worden opgenomen met de technische
ondersteuning van SAMSUNG als de unit rook
produceert, als het stroomsnoer heet of beschadigd is of
als de unit veel lawaai maakt.
• Zorg ervoor dat de unit, elektrische aansluitingen,
leidingen met koelmiddel en beschermingen regelmatig
worden geïnspecteerd. Deze bewerkingen mogen alleen
door gekwalificeerd personeel worden uitgevoerd.
• De unit bevat bewegende delen, die te allen tijde buiten
bereik van kinderen moeten worden gehouden.
• Probeer de unit niet zelf te repareren, te verplaatsen, te
wijzigen of opnieuw te installeren. Als deze bewerkingen
worden uitgevoerd door niet-geautoriseerd personeel,
kunnen deze elektrische schokken of brand veroorzaken.
• Plaats geen containers met vloeistof of andere objecten
op de unit.
• Alle materialen die zijn gebruikt voor het vervaardigen en
verpakken van de airconditioner kunnen worden gerecycled.
• Het verpakkingsmateriaal en gebruikte batterijen van de
afstandsbediening (optioneel) moeten in overeenstemming
met de huidige wetgeving worden afgevoerd.
• De airconditioner bevat koelmiddel dat als speciaal
afval moet worden afgevoerd. Aan het eind van de
levensduur moet de airconditioner worden afgevoerd
naar geautoriseerde centra of worden geretourneerd
naar de verkoper zodat deze op juiste en veilige wijze
kan worden afgevoerd.
• Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door personen
(waaronder ook kinderen) met een verminderd fysiek,
zintuiglijk of geestelijk vermogen of gebrek aan kennis
en ervaring, tenzij iemand die voor hun veiligheid
verantwoordelijk is toezicht op hen houdt of hen
aanwijzingen geeft over het gebruik van het apparaat.
Kinderen moeten worden gesuperviseerd om te
controleren dat ze niet met het apparaat spelen.
Veiligheidsinformatie
Veiligheidsinformatie
4
Veiligheidsinformatie
Nederlands
Veiligheidsinformatie
• Bij gebruik in Europa: Dit apparaat kan gebruikt worden
door kinderen van 8 jaar of ouder en personen met een
verminderd fysiek, zintuiglijk of geestelijk vermogen
of gebrek aan kennis en ervaring indien er toezicht
op hen wordt gehouden of ze aanwijzingen hebben
gekregen over het veilige gebruik en de risico’s hiervan
begrijpen. Kinderen mogen niet met het apparaat spelen.
Het reinigen en dagelijkse onderhoud van het apparaat
mag niet zonder supervisie door kinderen worden
uitgevoerd.
De unit installeren
WAARSCHUWING
BELANGRIJK: Bij het installeren van de unit moeten altijd
eerst de koelingsleidingen worden aangesloten en daarna
de elektrische verbindingen.
• Inspecteer het product bij ontvangst om te verzekeren
dat het niet is beschadigd tijdens het transport. Als het
product beschadigd lijkt, INSTALLEER HET DAN NIET
en meld de schade onmiddellijk bij de transporteur of
de verkoper (als de installateur of de geautoriseerde
technicus het materiaal bij de verkoper heeft opgehaald).
• Voer na het afronden van de installatie altijd een
functionele test uit. Leg de gebruiker ook uit hoe de
airconditioner moet worden bediend.
• Gebruik de airconditioner niet in omgevingen met
gevaarlijke substanties of in de buurt van apparatuur
waarbij open vlammen vrijkomen, om brand, explosies
en/of letsel te voorkomen.
• Onze units moeten worden geïnstalleerd volgens
de ruimtevereisten zoals aangegeven in de
installatiehandleiding, om de toegankelijkheid van beide
zijden te garanderen en de uitvoering van onderhoud en
reparaties mogelijk te maken. De onderdelen van de unit
moeten toegankelijk en eenvoudig te demonteren zijn,
zonder mensen en voorwerpen in gevaar te brengen.
• Om deze reden worden kosten voor toegang
tot en reparatie van de units (onder VEILIGE
OMSTANDIGHEDEN, zoals beschreven in geldende
regelgevingen) met harnassen, ladders, steigers of
een ander hefsysteem, indien niet is voldaan aan de
voorwaarden in deze installatiehandleiding, NIET gedekt
door de garantie en worden aan de eindklant doorbelast.
Stroomtoevoerleiding, zekering of
beveiligingsschakelaar
WAARSCHUWING
• Zorg er altijd voor dat de voeding in overeenstemming
is met huidige veiligheidsnormen. Installeer de
airconditioner altijd in overeenstemming met de huidige
plaatselijke veiligheidsnormen.
• Controleer altijd of een geschikte aardingsaansluiting
beschikbaar is.
• Controleer of de spanning en frequentie van de voeding
overeenkomt met de specificaties en of de geïnstalleerde
stroom voldoende is om de werking van elk ander
huishoudelijk apparaat te waarborgen dat op dezelfde
elektrische leidingen is aangesloten.
• Controleer altijd of de uitschakel- en
beschermingsschakelaars de juiste afmetingen hebben.
• Controleer of de airconditioner op de voeding is
aangesloten in overeenstemming met de instructies
in het bedradingsdiagram dat in de handleiding is
opgenomen.
• Controleer altijd of de elektrische aansluitingen
(kabelinvoer, kabelsplitsingen, beschermingen...) in
overeenstemming zijn met de elektrische specificaties en
met de instructies in het bedradingsschema. Controleer
altijd of alle aansluitingen in overeenstemming zijn met
de normen die van toepassing zijn op de installatie van
airconditioners.
• Apparaten die van de stroomtoevoer ontkoppeld zijn,
moeten geheel ontkoppeld zijn volgens de voorwaarden
van de overspanningscategorie.
• Zorg ervoor dat u het stroomsnoer niet wijzigt, de draad
niet verlengt en geen meerdere draden aansluit.
Dit kan elektrische schokken of brand veroorzaken
wegens slechte aansluiting, slechte isolatie of
overschrijding van de stroomgrens.
Wanneer de draad moet worden verlengd wegens
schade aan het stroomsnoer, raadpleeg dan "Stap
4 Optioneel: het stroomsnoer verlengen" in de
installatiehandleiding.
5Nederlands
Installatieprocedure
Installatieprocedure
Installatieprocedure
Stap 1 De installatielocatie kiezen
Vereisten voor de installatielocatie
• Plaats de buitenunit niet op de zijkant of bovenkant.
Als u deze voorwaarde niet respecteert, kan de
compressor- of smeerolie in het koelcircuit lopen en
de unit ernstig beschadigen.
• Installeer de unit op een goed geventileerde locatie,
buiten bereik van direct zonlicht en harde wind.
• Installeer de unit op een locatie waar hij geen
doorgangen of paden hindert.
• Installeer de unit op een locatie die uw buren niet
stoort of overlast veroorzaakt, ze zouden last
kunnen hebben van het geluid van de luchtstroom
die de unit verlaat.
• Installeer de unit op een locatie waar de leidingen
en snoeren eenvoudig op de binnenunit aangesloten
kunnen worden.
• Installeer de unit op een vlakke, stabiele ondergrond
die het gewicht van de unit kan dragen. Anders kan
de unit tijdens het gebruik lawaai maken en trillen.
• Installeer de unit zo dat de luchtstroom gericht is op
een open zone.
• Houd voldoende ruimte vrij rond de buitenunit, met
name van een stereo-installatie, computer, radio enz.
Zekering
Bediening
1 m of meer
1 m of meer
1,5 m of meer
1,5 m of meer
300 mm
Stereo
Computer enz.
Buitenunit
200 mm
Luchtgeleidingsleiding (dit product wordt niet door Samsung geleverd)
Binnenunit
• Installeer de unit op een hoogte waar de basis stevig
bevestigd kan worden.
• Verzeker u ervan dat water dat uit de aftapslang
loopt, veilig en correct wordt afgevoerd.
LET OP
• U hebt zojuist een airconditioningsysteem
gekocht dat door uw installatiespecialist
geïnstalleerd is.
• Dit apparaat moet geïnstalleerd worden volgens
de nationale regelgeving voor elektrische
installaties.
• Instaleer uw buitenunit niet op een steun aan een
muur maar zet hem op een vloer indien de unit
zwaarder is dan 60 kg netto.
• Als de buitenunit aan de zeezijde wordt
geïnstalleerd, zorg er dan voor dat deze niet direct
wordt blootgesteld aan de zeewind. Als u geen
goede plek kunt vinden waar de zeewind niet blaast,
maak dan een beschermwand of beschermend
hekwerk.
Installeer de buitenunit op een locatie (zoals bij
een gebouw) waar deze beschut is tegen zeewind.
Als dit niet gebeurt, kan dit leiden tot schade aan
de buitenunit.
Zeewind Zeewind
Zee Zee
Buitenunit Buitenunit
• Als niet kan worden voorkomen dat de unit
aan de zeezijde wordt geplaatst, maak dan een
beschermwand rond de unit om de zeewind tegen te
houden.
• Maak een beschermwand van stevig materiaal als
beton om de zeewind tegen te houden. Controleer of
de hoogte en breedte van de bescherming 1,5 keer
de maat van de buitenunit bedragen. Zorg er ook
voor dat er een ruimte van meer dan 700 mm tussen
de beschermwand en de buitenunit blijft bestaan,
zodat de uitlaatlucht kan worden geventileerd.
Beschermwand
Buitenunit
Zeewind
Zee
6
Installatieprocedure
Nederlands
Installatieprocedure
LET OP
• Afhankelijk van de status van de stroomtoevoer, kan
een instabiele stroomvoorziening of spanning een
storing van de onderdelen of het besturingssysteem
veroorzaken. (Aan het schip of op plaatsen waar
stroom van een elektrische generator enz. wordt
gebruikt.)
• Plaats de unit op een locatie waar water zonder
problemen kan worden afgevoerd.
• Als u problemen hebt met het vinden van een locatie
zoals hierboven beschreven, neem dan contact op
met de fabrikant voor meer informatie.
• Zorg ervoor dat het zeewater en stof van de
warmtewisselaar van de buitenunit worden
gereinigd en maak gebruik van corrosieremmers.
(Minstens eenmaal per jaar.)
Afmetingen van de buitenunit
Type A
AC090MXADKH/AC090MXADNH/AC100MXADKH/
AC100MXADNH/AC120MXADKH/AC120MXADNH/
AC120MXASEH
998
977
537
528
620
940
330
384
360
675
Type B
AC140MXADKH/AC140MXADNH
620
330
384
360
1210
1185
940
567
558
675
Minimale vrije ruimte voor de buitenunit
Bij het installeren van 1 buitenunit
(Eenheid: mm)
300 of meer
1500 of meer
300 of
meer
600 of
meer
300 of
meer
2000 of
meer
1500 of
meer
600 of
meer
300 of
meer
1500 of
meer
300 of
meer
Bij het installeren van meer dan 1 buitenunit
(Eenheid: mm)
1500 of
meer
600 of
meer
3000 of
meer
3000 of
meer
300 of
meer
600 of
meer
600 of
meer
1500 of
meer
300 of
meer
1500 of meer
600 of
meer
600 of
meer
7Nederlands
Installatieprocedure
300 of
meer
600 of
meer
600 of
meer
600 of
meer
300 of
meer
300 of meer
300 of meer
500 of meer 500 of meer
LET OP
• De buitenunit moet geïnstalleerd worden volgens
de aangegeven afstanden zodat hij van elke kant
toegankelijk is, om de juiste werking en reparatie en
het juiste onderhoud van de unit te garanderen.
De onderdelen van de buitenunit moeten in veilige
omstandigheden voor mensen en de unit kunnen
worden bereikt en verwijderd.
WAARSCHUWING
• Moet lamel van staaftype gebruiken. Gebruik geen
lamel voor regenbescherming.
[Lamel van staaftype] [Lamel voor regenbescherming]
• Lamelspecificaties.
Hoekcriteria: minder dan 20°
Criteria voor openingsverhouding: groter dan 80%
De buitenunit verplaatsen met een touw
1 Voordat u de buitenunit verplaatst, brengt u
twee draadkabels van 8 m of langer aan zoals
aangegeven.
2 Om schade en krassen doeltreffend te voorkomen,
brengt u een stuk stof aan tussen de buitenunit en
de kabels.
3 De buitenunit verplaatsen.
Draadkabel
Doek ter bescherming
van de plaat
8
Installatieprocedure
Nederlands
Installatieprocedure
Stap 2 De buitenunit op zijn plek
vastzetten
Installeer de buitenunit op een harde, stabiele
ondergrond om overlast door trillingsgeluid te
voorkomen. Indien u de unit hoog plaatst of op een
plaats waar hij is blootgesteld aan harde wind, moet
u de unit stevig aan een steun bevestigen (de muur of
een aarding).
Bevestig de buitenunit met ankerbouten. Zorg ervoor
dat de ankerbouten zich op 20 mm of meer van de
onderkant bevinden.
(Eenheid : mm)
Gat voor ankerbout
LET OP
• Installeer een aftapleiding op het laagste punt van
de onderkant, voor de afvoer van de buitenunit.
• Indien u de buitenunit op een dak plaatst, moet u de
unit waterdicht maken en de sterkte van de zolder
controleren.
• Controleer of de wand het gewicht van het rek en de
buitenunit kan dragen.
• Installeer het rek zo dicht als mogelijk bij de kolom.
Optioneel: De buitenunit vast zetten op een
wand met een rek
Zacht rubber, ontworpen om trillingen van rek naar
wand te stoppen. (niet bij het product geleverd)
Ontworpen om resttrillingen
van de buitenunit naar het rek te dempen.
(niet bij het product geleverd)
Ankerbout
Basisoppervlak
20 mm
• Installeer correct pakkingmateriaal om het geluid en
de trillingen te beperken die door de buitenunit aan
de wand worden doorgegeven.
LET OP
• Controleer het volgende wanneer u een
luchtleidinggoot installeert:
De schroeven beschadigen de koperen buis niet.
De luchtleidinggoot is stevig op de ventilatiekap
bevestigd.
9Nederlands
Installatieprocedure
Stap 3 De stroomsnoeren, de
communicatiekabels en de
bedieningen aansluiten
U moet de volgende drie elektriciteitskabels op de
buitenunit aansluiten:
• Het hoofdstroomsnoer tussen de secundaire
beveiligingsschakelaar en de buitenunit.
• Het stroomsnoer tussen de buitenunit en de
binnenunit.
• De communicatiekabel tussen de buitenunit en de
binnenunit.
LET OP
• Tijdens de installatie sluit u eerst de
koelmiddelaansluitingen aan en vervolgens de
elektrische aansluitingen. Indien u de unit de-
installeert, ontkoppelt u eerste de elektrische
snoeren en vervolgens de koelmiddelaansluitingen.
• Sluit de airconditioning aan op het aardingssysteem
voordat u de elektrische aansluitingen aansluit.
OPMERKING
• Indien u buitenunit is ontworpen voor de
Russische of Europese markt, moet u indien
nodig de elektriciteitsmaatschappij raadplegen
om voor installatie de impedantie van het
elektriciteitssysteem in te schatten en beperken.
Voorbeelden van een airconditioningsysteem
Bij gebruik van een aardlekschakelaar (ELCB) voor één
fase
MCCB
1
ELB
Hoofdst-
roomsnoer
Communicatiekabel
Stroomsnoer van buiten naar
binnen
Aarding
Buitenunit
OF
Binnenunit
ELCB
1
Bij gebruik van een aardlekschakelaar (ELCB) voor een
vieraderig systeem met drie fasen (3P4W)
ELB
Hoofdst-
roomsnoer
Communicatiekabel
Stroomsnoer van buiten naar
binnen
Aarding
Buitenunit
OF
Binnenunit
MCCB
3
ELCB
3
LET OP
• Indien de buitenunit geïnstalleerd wordt op een
locatie die gevoelig is voor elektriciteitslekken of
overstroming, moet u een ELCB installeren.
10
Installatieprocedure
Nederlands
Installatieprocedure
Het hoofdstroomsnoer aansluiten
Bij gebruik van een ELB voor 1 fase en 3 fasen
1(L) 2(N) L1(R) L2(S) L3(T) N
F1 F2
1(L) 2(N) L N
F1 F2
MCCB
ELB
Stroomtoevoer
Elektronische
onderdelenkast
Volgens het model kan de
unit er anders uitzien
dan op de afbeelding.
Binnenunit
1 fasen
3 fasen
Hoofdst-
roomsnoer
Communicatiekabel
Communicatiekabel
Hoofdstroomsnoer 3
fasen 4 draden
(AC 380V)
Stroomsnoer
van buiten
naar binnen
Stroomsnoer
van buiten
naar binnen
Kabelbinder
Kabelbinder
LET OP
• U moet het stroomsnoer aansluiten op de stroomsnoeraansluiting en bevestigen met een klem.
• Onevenwichtige stroom moet binnen 2% van de geleverde voeding gehouden worden.
Als de stroom bijzonder onevenwichtig is, kan dit de levensduur van de condensator verkorten. Als de
onevenwichtige stroom meer dan 4% van de geleverde voeding betreft, wordt de binnenunit beschermd,
gestopt en geeft een foutmelding aan.
• Om het product te beschermen tegen water en mogelijke schokken, moet u het stroomsnoer en het
verbindingssnoer tussen de buiten- en de binnenunit door goten leiden (met de juiste IP-index en
materiaalselectie voor uw toepassing).
• Zorg ervoor dat de hoofdstroomaansluiting plaatsvindt via een schakelaar die alle polen ontkoppelt, met een
contactopening van minstens 3 mm.
• Apparaten die van de stroomtoevoer ontkoppeld zijn, moeten geheel ontkoppeld zijn volgens de voorwaarden van de
overspanningscategorie.
• Houd een afstand van 50 mm of meer aan tussen het stroomsnoer en de communicatiekabel.
11Nederlands
Installatieprocedure
Specificaties aansluitblok hoofdstroom
• Specificaties aansluitblok 1 fase
AC090/100/120/140MXADKH, AC120MXASEH
1(L) 2(N)
F1 F2
L N
15 12 11,4
10,1
• Specificaties aansluitblok 3 fase
AC090/100/120/140MXADNH
1(L) 2(N) L1(R) L2(S) L3(T) N
9,95 11,55 10,1
F1 F2
11,4
Specificaties hoofdstroomsnoer
Het stroomsnoer wordt niet met de airconditioner meegeleverd.
• Selecteer het stroomsnoer volgens de relevante lokale en nationale regelgevingen.
• De draadafmetingen moeten voldoen aan de geldende lokale en nationale wet.
• Specificaties voor de bedrading, het stroomsnoer en vertakkingen komen overeen met het lokale snoer.
Een fase
Binnenunit Buitenunit Hz Volt Min. Max. Koelen Verwarmen Binnenunit Totaal MCA MFA
AC090MN4DKH
AC090MXADKH
50 220 tot 240 198 264 24,0 24,0 1,0 25,0 25,0 30,0
AC090MN4PKH
50 220 tot 240 198 264 24,0 24,0 1,5 25,5 25,5 30,0
AC090MNMDKH
50 220 tot 240 198 264 24,0 24,0 2,5 26,5 26,5 30,0
AC100MN4DKH
AC100MXADKH
50 220 tot 240 198 264 24,0 24,0 1,0 25,0 25,0 30,0
AC100MN4PKH
50 220 tot 240 198 264 24,0 24,0 1,5 25,5 25,5 30,0
AC100MNMDKH
50 220 tot 240 198 264 24,0 24,0 2,5 26,5 26,5 30,0
AC100MNCDKH
50 220 tot 240 198 264 24,0 24,0 2,0 26,0 26,0 30,0
AC100MNTDEH
50 220 tot 240 198 264 24,0 24,0 1,1 25,1 25,1 30,0
AC120MN4DKH
AC120MXADKH
50 220 tot 240 198 264 24,0 24,0 1,0 25,0 25,0 30,0
AC120MN4PKH
50 220 tot 240 198 264 24,0 24,0 1,5 25,5 25,5 30,0
AC120MNMDKH
50 220 tot 240 198 264 24,0 24,0 2,5 26,5 26,5 30,0
AC120MNCDKH
50 220 tot 240 198 264 24,0 24,0 2,0 26,0 26,0 30,0
AC120MNMSEH
AC120MXASEH 50 220 tot 240 198 264 24,0 24,0 3,5 27,5 27,5 30,0
AC140MN4DKH
AC140MXADKH
50 220 tot 240 198 264 32,0 32,0 1,0 33,0 33,0 40,0
AC140MN4PKH
50 220 tot 240 198 264 32,0 32,0 1,5 33,5 33,5 40,0
AC140MNMDKH
50 220 tot 240 198 264 32,0 32,0 2,5 34,5 34,5 40,0
AC140MNCDKH
50 220 tot 240 198 264 32,0 32,0 2,0 34,0 34,0 40,0
3 fasen
Binnenunit Buitenunit Hz Volt Min. Max. Koelen Verwarmen Binnenunit Totaal MCA MFA
AC090MNMDKH
AC090MXADNH 50 380 tot 415 342 456,5 16,1 16,1 2,5 18,6 18,6 18,6
AC100MN4DKH
AC100MXADNH
50 380 tot 415 342 456,5 16,1 16,1 1,0 17,1 17,1 17,1
AC100MN4PKH
50 380 tot 415 342 456,5 16,1 16,1 1,5 17,6 17,6 17,6
AC100MNMDKH
50 380 tot 415 342 456,5 16,1 16,1 2,5 18,6 18,6 18,6
AC100MNCDKH
50 380 tot 415 342 456,5 16,1 16,1 2,0 18,1 18,1 18,1
AC100MNTDEH
50 380 tot 415 342 456,5 16,1 16,1 1,1 17,2 17,2 17,2
AC120MN4DKH
AC120MXADNH
50 380 tot 415 342 456,5 16,1 16,1 1,0 17,1 17,1 17,1
AC120MN4PKH
50 380 tot 415 342 456,5 16,1 16,1 1,5 17,6 17,6 17,6
AC120MNMDKH
50 380 tot 415 342 456,5 16,1 16,1 2,5 18,6 18,6 18,6
AC120MNCDKH
50 380 tot 415 342 456,5 16,1 16,1 2,0 18,1 18,1 18,1
AC140MN4DKH
AC140MXADNH
50 380 tot 415 342 456,5 16,1 16,1 1,0 17,1 17,1 17,1
AC140MN4PKH
50 380 tot 415 342 456,5 16,1 16,1 1,5 17,6 17,6 17,6
AC140MNMDKH
50 380 tot 415 342 456,5 16,1 16,1 2,5 18,6 18,6 18,6
AC140MNCDKH
50 380 tot 415 342 456,5 16,1 16,1 2,0 18,1 18,1 18,1
12
Installatieprocedure
Nederlands
Installatieprocedure
OPMERKING
1 Spanningsbereik
• De units kunnen gebruikt worden op elektrische
systemen waarvan de geleverde spanning aan de
unitaansluiting binnen de aangegeven maximum-
en minimumgrens blijft.
2 De maximum toegelaten spanningsschommeling
tussen fasen is 2%.
3 De draadafmetingen en het type moeten voldoen
aan de geldende lokale en nationale wet.
• Draadafmeting: Gebaseerd op de MCA-waarde.
• Draadtype: 60245 IEC57(IEC) of H05RN-
F(CENELEC) of hoger.
4 MFA wordt gebruikt voor keuze van de
beveiligingsschakelaar en als onderbreker bij
aardingsdefecten (aardlekschakelaar).
5 MCA vertegenwoordigt de maximale inputstroom.
• MFA vertegenwoordigt de capaciteit die MCA kan
accepteren
• Afkortingen
MCA: Min. Circuit Amps. (A)
MFA: Max. Fuse Amps. (A)
6 Dit apparaat voldoet aan IEC 61000-3-12 indien
de kortsluitstroom Ssc hoger is dan Ssc (*2) of
hieraan gelijk is op het interfacepunt tussen de
stroomlevering van de gebruiker en het openbare
systeem. Het is de verantwoordelijkheid van de
installateur of gebruiker van het apparaat om,
indien nodig door de elektriciteitsleverancier te
raadplegen, ervoor te zorgen dat de apparatuur
uitsluitend is aangesloten op een stroomtoevoer met
een kortsluitstroom Ssc hoger dan Ssc(*2) of hieraan
gelijk.
Model Ssc[MVA]
AC090MXADKH 2,7
AC090MXADNH 1,4
AC100MXADKH 2,7
AC100MXADNH 1,4
AC120MXADKH 1,9
AC120MXADNH 3,0
AC120MXASEH 1,9
AC140MXADKH 0,9
AC140MXADNH 2,9
Bedradingsschema van Bediening Stiltemodus
(AC090/100/120/140MXAD*H)
Buitenunit
ASSY Control Out
Spanningsvrij contact
Het stroomsnoer en de communicatiekabel
tussen de buiten- en de binnenunit aansluiten
1 fasen
L N
F1 F2
1(L) 2(N) L N
F1 F2
Stroomsnoer van
buiten naar binnen
Voor het aansluiten van
de stroom- en communicatiesnoeren
Hoofdstroomsnoer Communicatiekabel
Kabelbinder
Binnenunit
Buitenunit
13Nederlands
Installatieprocedure
3 fasen
L N
F1 F2
1(L) 2(N) L1(R) L2(S) L3(T) N
F1 F2
Binnenunit
Stroomsnoer van
buiten naar binnen
Hoofdstroomsnoer 3
fasen 4 draden (AC 380V)
Communicatiekabel
Kabelbinder
Buitenunit
OPMERKING
• Leg de bedrading zo dat de voorkap niet ophoog
komt wanneer u bedradingswerkzaamheden uitvoert
en bevestig de voorkap zorgvuldig.
• De aardingsdraad voor de binnenunit en het
verbindingssnoer met de buitenunit moeten
worden aangesloten op een vertinde zachtkoperen
oogaansluiting met een M4-schroefgat (NIET
MEEGELEVERD MET DE ACCESSOIRES VOOR DE
UNIT).
Specificaties stroomaansluiting van buiten
naar binnen
• Sluit de snoeren aan op de ronde klemaansluiting op
het klemmenbord.
• Scherm een ronde kabelschoen en een aansluitdeel
van het stroomsnoer af en sluit aan.
Zilversoldeer
Nominale
kabelafmetingen
(mm²)
Nominale
schroefafmetingen
(mm)
B D d1 E F L d2 t
Standaardafmeting
(mm)
Tolerantie
(mm)
Standaardafmeting
(mm)
Tolerantie
(mm)
Standaardafmeting
(mm)
Tolerantie
(mm)
Min.
(mm)
Min.
(mm)
Max.
(mm)
Standaardafmeting
(mm)
Tolerantie
(mm)
Min.
(mm)
4/6
4 9,5
±0,2 5,6
+0,3
-0,2
3,4 ±0,2 6
5 20 4,3
+0,2
0
0,9
8 15 9 28,5 8,4
+0,4
0
10 8 15 ±0,2 7,1
+0,3
-0,2
4,5 ±0,2 7,9 9 30 8,4
+0,4
0
1,15
16 8 16 ±0,2 9
+0,3
-0,2
5,8 ±0,2 9,5 13 33 8,4
+0,4
0
1,45
25
8 12
±0,3 11,5
+0,5
-0,2
7,7 ±0,2 11
15
34
8,4
+0,4
0
1,7
8 16,5 13 8,4
35
8 16
±0,3 13,3
+0,5
-0,2
9,4 ±0,2 12,5
13 38 8,4
+0,4
0
1,8
8 22 13 43 8,4
50 8 22 ±0,3 13,5
+0,5
-0,2
11,4 ±0,3 17,5 14 50 8,4
+ 0,4
0
1,8
70 8 24 ±0,4 17,5
+0,5
-0,4
13,3 ±0,4 18,5 20 51 8,4
+ 0,4
0
2,0
14
Installatieprocedure
Nederlands
Installatieprocedure
• Sluit alleen de nominale kabels aan.
• Gebruik een schroevendraaier waarmee het
aangegeven aanhaalmoment op de schroeven kan
worden toegepast.
• Als de aansluiting losraakt, kan er een vuurboog
ontstaan en brand veroorzaken. Als de aansluiting te
strak bevestigd is, kan deze beschadigd raken.
Aanhaalmoment (kgfcm)
M4 12,0 tot 18,0
M5 20,0 tot 30,0
• 1 Nm = 10 kgfcm
LET OP
• U kunt de kabels aansluiten op het elektrische
gedeelte of door de gaten eronder, afhankelijk van
de plek.
• Verbind de communicatiekabels tussen de
binnenunits en buitenunits door een goot om ze te
beschermen tegen externe invloeden en leidt de
goot samen met de koelleiding door de muur.
• Verwijder alle bramen rond het knock-outgat
en bevestig de kabel aan de knock-out van de
buitenunit met voering en bus met een elektrische
isolatie zoals rubber enz.
• De kabel moet door een beschermgoot lopen.
• Houd een afstand van 50 mm of meer aan tussen het
stroomsnoer en de communicatiekabel.
• Als de kabels door het gat aangesloten worden,
verwijdert u de bodemplaat.
Specificaties stroomsnoer een
communicatiekabels van buiten naar binnen
Stroomtoevoer binnenunit
Stroomtoevoer
Max./Min.
(V)
Stroomsnoer
binnenunit
1ø, 220-240V,
50 Hz
±10%
1,5
mm²
, 3 draden
Communicatiekabel
0,75 tot 1,5 mm², 2 draden
• Stroomsnoeren van onderdelen van apparatuur voor
buitengebruik mogen niet lichter zijn dan flexibele
polychloropreen-mantelsnoeren. (Codetoekenning
IEC:60245 IEC 57 / CENELEC: H05RN-F of IEC:60245
IEC 66/CENELEC: H07RN-F)
• Indien u de binnenunit installeert in een
computerruimte of werkruimte, gebruikt u
het dubbel afgeschermde (aluminiumtape/
polyestervlecht + koper) snoer van het type
FROHH2R.
Stap 4 optioneel: het stroomsnoer
verlengen
1 Bereid de volgende hulpmiddelen voor.
Hulpmiddelen Spec. Vorm
Krimptang MH-14
Verbindingshuls (mm)
20 x Ø 6,5 (H
x BuD)
Isolatietape
Breedte 19
mm
Krimpbuisje (mm)
70 x Ø 8,0 (L
x BuD)
2 Haal de afscherming los van het rubber en draad
van het stroomsnoer, zoals getoond in de afbeelding.
• Haal 20 mm snoerafscherming los van de vooraf
geïnstalleerde buis.
LET OP
• Raadpleeg de installatiehandleiding voor
informatie over de specificaties van
stroomsnoeren voor binnen- en buitenunits.
• Na het loshalen van snoerdraden van de vooraf
geïnstalleerde buis moet een krimpbuisje worden
geplaatst.
Stroomsnoer
(Eenheid: mm)
20 20 20
60
120
180
Vooraf geïnstalleerde buis voor het stroomsnoer
(Eenheid: mm)
20
15Nederlands
Installatieprocedure
3 Plaats de beide zijden van de kerndraad van het
stroomsnoer in de verbindingshuls.
• Methode 1: Duw de kerndraad door de huls vanaf
beide kanten.
• Methode 2: Draai de kernen samen en duw ze
door de huls.
Verbindingshuls Verbindingshuls
Methode 1 Methode 2
4 Comprimeer de twee punten met behulp van een
krimptool; draai om en comprimeer nog twee punten
op dezelfde locatie.
• De compressiegrootte moet 8,0 zijn.
Afmeting
compressie
• Trek na het comprimeren aan beide zijden
van de draad om te controleren dat er goed
samengedrukt is.
4 keer comprimeren.
5 mm
4 keer comprimeren.
5 mm
Methode 1 Methode 2
5 Omwikkel tweemaal of meer met isolatietape
en plaats het krimpbuisje in het midden van de
isolatietape.
Drie of meer lagen isolatie zijn vereist.
Methode 1 Methode 2
Isolatietape
40 mm
35 mm
Isolatietape
6 Pas hitte toe op het krimpbuisje, zodat het
samenkrimpt.
Krimpbuisje
7 Omwikkel het buisje na het samenkrimpen met
isolatietape om het af te werken.
Isolatietape
LET OP
• Zorg ervoor dat de verbindingsdelen niet zijn
blootgesteld aan de buitenomgeving.
• Zorg ervoor dat u isolatietape en een krimpbuisje
uit goedgekeurd versterkt isolatiemateriaal gebruikt
dat hetzelfde niveau van houdspanning voor het
stroomsnoer heeft. (Overeenkomstig met de lokale
regelgeving voor extensies.)
WAARSCHUWING
• In geval van het verlengen van de elektrische
bedrading mag GEEN rond gevormde
drukaansluiting worden gebruikt.
Onvolledige draadaansluitingen kunnen een
elektrische schok of brand veroorzaken.
16
Installatieprocedure
Nederlands
Installatieprocedure
Stap 5 De koelleiding aansluiten
Items
Maximum toegestane lengte
Enkelvoudige installatie DPM-installatie
Toepasselijke buitenunitmodellen
AC090MXAD*H
AC100MXAD*H
AC120MXAD*H
AC120MXAS*H
AC140MXAD*H
AC100MXAD*H
AC120MXAD*H
AC140MXAD*H
Totale buislengte (L
1
+…+L
n+1
+a+b) - - 50 m 75 m
Hoofdleiding (L
1
) 50 m 75 m 30 m 50 m
Max. afstand tussen binnenunits (D) - - 10 m 10 m
Max. lengte na aftakking - - 15 m 15 m
Max. hoogteverschil tussen de
buitenunit en de binnenunits (h
1
)
30 m 30 m 30 m 30 m
Max. hoogteverschil tussen binnenunits
(h
2
)
- - 0,5 m 0,5 m
Max. verschil in buislengte tussen
binnenunits na vertakking
[L
2
-L
3
or L
2
-L
4
or L
2
-L
5
or a-b or (a+L
2
)-
(b+L
4
) or (a+L
3
)-(b+L
5
)]
- - 5 m 5 m
• ‘n’ is het aantal binnenunitaansluitingen van DPM.
Binnen
Binnen
Binnen
buiten
buiten
buiten
Binnen
Binnen
Binnen
Binnen
Binnen
Binnen
Binnen
buiten
L
1
L
1
L
2
L
2
D
D
D
D
h
2
h
2
L
3
L
3
L
4
L
4
L
5
L
1
a
b
D
L
1
L
2
L
3
h
1
h
2
h
1
h
1
h
1
n=1
n=2
n=3
n=4
• Gebruik een voegkit die alleen voor DPM is bedoeld.
• Temperatuurindex en minimale dikte van de koelleiding
Buitendiameter [mm] Minimale dikte [mm] Temperatuurindex
ø6,35 0,7
C1220T-O
ø9,52 0,7
ø12,70 0,8
ø15,88 1,0
ø15,88 0,8
C1220T-1/2H OF C1220T-Hø19,05 0,9
ø22,23 0,9
17Nederlands
Installatieprocedure
LET OP
• Verzeker u ervan dat u een C1220T-1/2H (halfharde)
leiding gebruikt voor meer dan Ø19,05 mm. Als u
een C1220T-O (zachte) leiding gebruikt voor Ø19,05
mm, kan de leiding breken en letsel veroorzaken.
Maak minstens één slag:
Geluid en trillingen zullen
worden gedempt.
• Volgens het model kan de unit er anders uitzien dan
op de tekening.
LET OP
• Nadat u de leidingen hebt aangesloten met de
knock-outbehandeling dicht u de ruimte rond de
leidingen af.
• Nadat u de leidingen hebt aangesloten, gaat u
precies zo te werk als in de handleiding staat
aangegeven, om interferentie met interne elementen
te voorkomen.
Stap 6 optioneel: Snijden en
affakkelen van de leidingen
1 Zorg ervoor dat u over het geschikte gereedschap
beschikt. (buissnijder, frees, flaring tool en
buishouder)
2 Als u de leidingen wilt inkorten, snijdt u ze met
een buissnijder, zorg ervoor dat de rand een hoek
van 90° blijft maken met de zijkant van de leiding.
Raadpleeg de onderstaande illustraties voor
voorbeelden van juist en onjuist afgesneden randen.
Buissnijder
Leidi
90°
Schuin
Ruw
Braam
3 Om gaslekken te voorkomen, verwijdert u alle
bramen van de afgesneden kant van de leiding met
een frees.
4 Plaats een wartelmoer op de buis en wijzig de flare.
D
A
D
45° ±2°
90° ±2°
Lei-
Wartel
Wartel
R 0,4 tot 0,8 mm
L
Buitendiameter (D) Diepte (A)
Afmetingen wartel
(L)
ø6,35 mm 14 tot 18 8,7 tot 9,1 mm
ø9,52 mm 34 tot 42 12,8 tot 13,2 mm
ø12,70 mm 49 tot 61 16,2 tot 16,6 mm
ø15,88 mm 68 tot 82 19,3 tot 19,7 mm
ø19,05 mm 100 tot 120 23,6 tot 24,0 mm
• 1 Nm = 10 kgfcm
5 Controleer de juiste flare, raadpleeg de onderstaande
illustraties voor voorbeelden van onjuist flaren.
Juist
Oplopend
Beschadigd
oppervlak
Gebarsten
Oneven
dikte
LET OP
• Als de buizen gesoldeerd moeten worden, verzeker u
er dan van dat OFN(Oxygen Free Nitrogen) door het
systeem stroomt.
• Het blaasdrukbereik van stikstof is 0,02 tot 0,05
MPa.
18
Installatieprocedure
Nederlands
Installatieprocedure
Stap 7 Olievangers installeren
Controleer de volgende lijst en installeer een
olievanger.
• Op basis van de koeling, installeert u deze alleen aan
de kant van de gasleiding.
• Installeer de olievanger alleen tussen de buitenunit
en de eerste aftakking en vervolgens elke 10 m.
• De buigingsradius (R) van de olievanger zijn als
volgt:
Buisdiameter
(D)
12,70 15,88 19,05 22,23 25,40 28,60 31,75
Buigingsradius
(R)
25 en
meer
32 en
meer
38 en
meer
41 en
meer
51 en
meer
57 en
meer
60 en
meer
• Hoogte van de olievanger (H): 4R ≤ H ≤ 6R
• Als de binnenunit hoger is geïnstalleerd dan de
buitenunit
H
R
Buitenunit
Binnenunit
Olievanger
(om de 10 m
installeren)
Stap 8 De luchtleiding aansluiten en
het circuit ontluchten
LET OP
• Zorg ervoor dat er tijdens de installatie geen lekkage
optreedt. Bij het herstellen van het koelmiddel moet
de compressor eerst worden geaard vóórdat de
verbindingsleiding wordt verwijderd. Als de leiding
voor koelmiddel niet juist is aangesloten en de
compressor werkt met de afsluiter open, wordt er
lucht aangezogen door de leiding, waardoor de druk
in de koelingscyclus abnormaal hoog wordt. Dit kan
explosies en letsel veroorzaken.
De lucht in de binnenunit en de leiding dient te worden
afgevoerd. Als er lucht in de koelleidingen achterblijft,
heeft dit invloed op de compressor en wordt de koel-/
verwarmingscapaciteit beperkt of treedt storing op.
De buitenunit is niet gevuld met koelmiddel voor het
aftappen van lucht. Gebruik de vacuümpomp zoals
aangegeven op de afbeelding rechts.
1 Sluit elke verbindingsleiding aan op de juiste
afsluiter en draai de wartelmoer aan.
2 Raadpleeg de afbeelding hieronder en draai de
wartelmoer op sectie D eerst handmatig aan
en vervolgens met een momentsleutel, met het
volgende aanhaalmoment:
Buitenunit
A (gas)
B (vloeistof)
D
C
Buitendiameter (D) Torsie (N⋅m)
ø6,35 14 tot 18
ø9,52 34 tot 42
ø12,70 49 tot 61
ø15,88 68 tot 82
ø19,05 100 tot 120
19Nederlands
Installatieprocedure
3 Sluit de laadslang van de lagedrukzijde van de
manometer aan op de beladen afsluiter met
onderhoudspoort zoals in de afbeelding wordt
getoond.
LET OP
• Het ontwerp en de vorm kunnen volgens het model
afwijken.
4 Open de afsluiter aan de lagedrukzijde (A) van de
manometer tegen de klok in.
A(gas)
B (vloeistof)
Buitenunit
Vacuüm-
pomp
5 Verwijder de lucht uit het systeem in ca. 10 minuten
met behulp van de vacuümpomp.
• Sluit het ventiel aan de lagedrukzijde van de
manometer rechtsom (met de klok mee).
• Let erop dat de drukmeter na ca. 10 minuten -0,1
MPa (-76 cmHg) aangeeft. Deze procedure is zeer
belangrijk om een gaslek te voorkomen.
• Schakel de vacuümpomp uit.
• Verwijder de slang van de lagedrukzijde van de
manometer.
6 Open de afsluiter van zowel de vloeistofkant als de
gaskant.
7 Installeer de draadbussen en de onderhoudspoortkap
op de afsluiter, en draai ze aan met een momentsleutel
en een aanhaalmoment van 183 kgfcm
8 Controleer op gaslekken.
• Controleer vooral de draadbussen van de
driewegklep (A-poort) en de onderhoudspoortkap
op gaslekken.
LET OP
• Sluit de binnenunit en de buitenunit aan met
behulp van leidingen met wartelaansluitingen (niet
meegeleverd). Gebruik voor de leidingen, geïsoleerd,
ongelaste, ontvet en gedesoxideerd koperen pijp (Cu
DHP type volgens ISO 1337 of UNI EN 12735-1),
geschikt voor werkdrukken van tenminste 4200 kPa
en voor een barstdruk van ten minste 20.700 kPa.
Koperleidingen voor sanitair gebruik zijn hiervoor
niet geschikt.
• Raadpleeg het onderdeel ‘Koelleiding aansluiten’
voor afmetingen en limieten (hoogteverschil,
leidinglengte, max. bochten, koelmiddellading enz.).
Stap 9 Koelmiddel toevoegen
(R-410A)
• De buitenunit is geladen met voldoende koelmiddel
voor de standaard leidingen. Als u langere leidingen
gebruikt, moet koelmiddel toegevoegd worden.
Dit kan uitsluitend worden uitgevoerd door een
gediplomeerde koelspecialist. Raadpleeg De
hoeveelheid toe te voegen koelmiddel berekenen
op pagina 20 voor het bepalen van de benodigde
hoeveelheid koelmiddel.
1 Controleer of de afsluiter volledig gesloten is.
2 Laad het koelmiddel door de onderhoudspoort van
de vloeistofafsluiter.
OPMERKING
• Laad het koelmiddel niet door de onderhoudspoort
van de gasafsluiter.
3 Als het laden van het koelmiddel zoals in de
bovenstaande stappen beschreven problemen
oplevert, neemt u de volgende stappen:
a Open de vloeistofafsluiter en de gasafsluiter.
b Schakel de airconditioning in door op de knop K2
op de PCB van de buitenunit te drukken.
c Laad het koelmiddel na ongeveer 30 minuten
door de onderhoudspoort van de gasafsluiter.
Binnenunit
Buitenunit
Stopklep
vloeistofkant(onderhoudspoort)
Stopklep gaskant(onderhoudspoort)
Balans
Ref
Vacuüm-
pomp
20
Installatieprocedure
Nederlands
Installatieprocedure
Belangrijke informatie over regelgeving met
betrekking tot het gebruikte koelmiddel
Dit product bevat gefluoreerde broeikasgassen.
Ventileer geen gas in de atmosfeer.
LET OP
• Informeer de gebruiker indien het systeem 5 tCOe
of meer fluorhoudend broeikasgas bevat. In dit
geval moet het minstens één keer per jaar worden
gecontroleerd op lekken, volgens de regelgeving
517/2014. Dit mag uitsluitend door gediplomeerd
personeel worden uitgevoerd.
• In het bovenstaande geval (5 tCOe of meer of
R-410A) moet de installateur (of erkend persoon
die verantwoordelijk is voor de eindcontrole) een
onderhoudsboek verstrekken met alle informatie
die overeenkomstig VERORDENING (EU) Nr.
517/2014 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE
RAAD van 16 april 2014 aangaande gefluoreerde
broeikasgassen.
Vul met onuitwisbare inkt het volgende in op het
meegeleverde label van het koelmiddel en op deze
handleiding.
•
: De standaardvulling van het product af fabriek.
•
:
De extra hoeveelheid in het veld bijgevuld
koelmiddel.
• + : De totale hoeveelheid koelmiddel.
Binnenunit
Buitenunit
Eenheid kg tCOe
, a
, b
+ , c
Type koelmiddel GWP-waarde
R-410A 2088
• GWP: Global Warming Potential
• Berekening van tCOe : kg x GWP / 1000
OPMERKING
a De standaardvulling van het product af fabriek:
raadpleeg het identificatieplaatje van de unit
b De extra hoeveelheid in het veld bijgevuld
koelmiddel (raadpleeg de bovenstaande
informatie voor de hoeveelheid bijgevuld
koelmiddel.)
c De totale hoeveelheid koelmiddel
d Verpakking met koelmiddel en verbindingsstuk
voor bijvullen
De hoeveelheid toe te voegen koelmiddel berekenen
De hoeveelheid extra koelmiddel varieert per installatiesituatie. Bepaal de situatie van de buitenunit voordat u
koelmiddel toevoegt. Dit kan uitsluitend worden uitgevoerd door een gediplomeerde koelspecialist.
Enkelvoudige installatie van buitenunit
Model
Lengte verbindingsleidingen (m)
0~30 30~40 40~50 50~60 60~70 70~75
AC090MXAD*H
AC100MXAD*H
AC120MXAD*H
AC120MXAS*H
0 +50 g/m voor meer dan 30 m - - -
AC140MXAD*H 0 +50 g/m voor meer dan 30 m
DPM-installatie van buitenunit
Model Diameter van L1, a & b -buis
Toestand van de
installatie
Hoeveelheid te laden extra koelmiddel
AC100MXAD*H
AC120MXAD*H
Ø9,52 L
1
+ ... + L
n+1
≤ 50 m
(L
1
+a+b-5) x 40 [g] + (L
2
+...+L
n+1
) x 30 [g]
Als (L
1
+a+b)< 5 m, (L
2
+...+L
n+1
) x 30 [g]
AC140MXAD*H Ø9,52 L
1
+ ... + L
n+1
≤ 75 m
(L
1
+a+b-5) x 40 [g] + (L
2
+...+L
n+1
) x 30 [g]
Als (L
1
+a+b)< 5 m, (L
2
+...+L
n+1
) x 30 [g]
• ‘n’ is het aantal binnenunitaansluitingen van DPM.
21Nederlands
Installatieprocedure
DPM installeren
DPM-toegestane buiten- en binnenunitmodellen
DPM-toegestane buiten- en binnenunitmodellen
Buitenunit
Aansluiting
voor 2 IDU's
Aansluiting
voor 3 IDU's
Aansluiting
voor 4 IDU's
Binnenunit Binnenunit Binnenunit
AC100MXAD*H AC052MN*DKH AC035MN*DKH -
AC120MXAD*H AC060MN*DKH AC052MN*DKH AC035MN*DKH
AC140MXAD*H AC071MN**KH AC052MN*DKH AC035MN*DKH
• De installatie van meerdere binnenunits moet
bestaan uit units met dezelfde capaciteit.
e.g. Wanneer u de buitenunit AC100MXADKH
installeert als DPM-combinatie zoals een
verbinding van 2 of 3 binnenunits, is alleen
de combinatie van twee AC035MN*DKH of
drie AC052MN*DKH beschikbaar.
Vereiste ruimte voor binnen- en buitenunits en
installatie van leidingen
(Raadpleeg pagina 5~7 van de installatiespecificatie.)
• Twee binnenunits moeten worden geïnstalleerd in
één ruimte die niet door een muur is gescheiden.
• De afstand tussen twee binnenunits mag max. een
rechte lijn van 10 m zijn.
• Na aftakking is de maximale afstand tussen
de leidingen die met de twee binnenunits zijn
verbonden 1 m.
• Het hoogteverschil tussen twee units mag max. 0,5
m bedragen.
• Gebruik de voegkit die uitsluitend voor DPM is
bedoeld. (Raadpleeg onderstaande tabel)
DPM-
KIT
Verbinding met
2 binnenunits
Verbinding met
3 binnenunits
Verbinding met
4 binnenunits
MXJ-2D2509K MXJ-3D2509K MXJ-4D2509K
De communicatielijn en bedrade afstandsbediening
verbinden
• In het geval van een verbinding met 2 binnenunits
F1/F2F1/F2
F1/F2
L/NL/N
L/N
Buitenuni
t
Afstandsb
ediening
Binne
nunit
#1
Binne
nunit
#2
• In het geval van een verbinding met 3 binnenunits
Buitenuni
t
Afstandsb
ediening
F1/F2F1/F2 F1/F2F1/F2
F1/F2
L/NL/N L/NL/N
L/N
Binne
nunit
#1
Binne
nunit
#2
Binne
nunit
#3
• In het geval van een verbinding met 4 binnenunits
Buitenuni
t
Afstandsb
ediening
F1/F2F1/F2 F1/F2F1/F2 F1/F2F1/F2
F1/F2
L/NL/N L/NL/N L/NL/N
L/N
Binne
nunit
#1
Binne
nunit
#2
Binne
nunit
#3
Binne
nunit
#4
• De bedrade afstandsbediening kan worden gebruikt
met elk van de DPM-binnenunits.
Bediening en specificatie
• De twee, de drie of de vier reeksen binnenunits
met DPM-installatie die door bedrade en draadloze
afstandsbediening worden bediend werken op
dezelfde manier. (Alle bedieningselementen zoals
AAN/UIT, koeling/verwarming/ontvochtiging/
ventilatie, hoge/gemiddelde/lage wind, bepaling
lamelhoek/zwaai worden eveneens toegepast.)
• Thermo OFF die stopt wanneer de
binnentemperatuur de ingestelde temperatuur
bereikt, werkt door de gemiddelde sensorwaarde
van de binnentemperatuur op alle binnenunits.
• Wanneer een van de diverse binnenunits een
probleem heeft, beschermen ze de werking of
stoppen ze met werken.
22
Installatieprocedure
Nederlands
Installatieprocedure
Instructie voor installatie en bediening
• U moet de DPM installeren volgens de bovenstaande
installatiespecificatie en de factoren verwijderen
die een elektrische lading geven aan de beide
binnenunits tijdens installatie en bediening.
(Verwarmer / venster / voordeur / ventilatie /
partitie die de ruimte verdeelt)
• U dient voldoende instructies te geven over de
bedieningsmethode en specificatiefuncties aan
gebruikers en ingevulde opgelet-zinnen op de
bedrade afstandsbediening wanneer nodig.
<De airconditioners in deze ruimte zijn een
speciaal type en moeten gelijktijdig worden
bediend.>
Stel de binnenhoeveelheid in met de hoofdschakelaar
(K1, K2)
• Houd de K1-schakelaar ingedrukt om de instelmodus
in te voeren op het aantal geïnstalleerde
binnenunits: Controleer het "A0"-teken op 7-segment
Druk op de K2-schakelaar om het aantal
geïnstalleerde binnenunits in te stellen:
Vb.) Als er twee binnenunits zijn, druk dan
tweemaal op de K2-schakelaar en controleer
het "A2"-teken op 7-segment.
Als er drie binnenunits zijn, druk dan
driemaal op de K3-schakelaar en controleer
het "A3"-teken op 7-segment.
Als er vier binnenunits zijn, druk dan
viermaal op de K4-schakelaar en controleer
het "A4"-teken op 7-segment.
Druk op de K1-schakelaar om de instelling van
het aantal geïnstalleerde binnenunits te voltooien:
Controleer het "AA"-teken op 7-segment.
Stap 10 Uitvoeren van gaslektesten
LEKTEST MET STIKSTOF (voordat de afsluiters geopend
worden)
Om kleine koelmiddellekken te ontdekken, moet de
installateur het hele systeem onder druk zetten met
stikstof (met behulp van een cilinder met drukbeperker)
op een druk boven 4 MPa (meter), voordat het opnieuw
vacuüm getrokken wordt en de R-410A weer wordt
gecirculeerd.
LEKTEST MET R-410A (nadat de afsluiters geopend
worden)
Laat alle stikstof uit het systeem ontsnappen voordat
u de afsluiters opent en een vacuüm creëert. Na het
openen van de afsluiters controleert u op lekken
met behulp van een lekdetector voor het koelmiddel
R-410A.
Zodra alle aansluitingen voltooid zijn, controleert u op
mogelijke lekken met behulp van een speciaal voor
HFK-koelmiddelen ontworpen lekdetector.
A(gas)
B (vloeistof)
• Het ontwerp en de vorm kunnen volgens het model
afwijken.
23Nederlands
Installatieprocedure
Stap 11 De aftapslang aansluiten op
de buitenunit
Wanneer u de airconditioning als verwarming gebruikt,
kan zich ijs ophopen. Tijdens het ontdooien (defrost)
moet het condenswater veilig afgevoerd worden.
Daarom moet u een aftapslang installeren op de
buitenunit, volgens de onderstaande instructies.
1 Laat minimaal 80 mm ruimte open tussen de
onderkant van de buitenunit en de grond voor
installatie van de afvoerslang, zoals aangegeven in
de afbeelding.
2 Plaats de afvoerdop in het gat aan de onderkant van
de buitenunit.
3 Sluit de afvoerslang aan op de afvoerdop.
4 Zorg ervoor dat het afgetapte water correct en veilig
wordt afgevoerd.
80 mm 13 mm
5 Sluit de aftapgaten die niet in gebruik zijn af met
aftappluggen en aftapdoppen.
Afvoerkap (3 st.)
Afvoerdop (1 st.)
• Zorg ervoor dat het rek niet onder het aftapgat
wordt geplaatst bij installatie.
• Als het product wordt geïnstalleerd in een streek
met zware sneeuwval, moet u genoeg ruimte
overlaten tussen het product en de grond.
Stap 12 Isoleren van de
koelmiddelleidingen
Zodra u het systeem op lekken hebt gecontroleerd, kunt
u de leidingen en slang isoleren.
1 Om condensatieproblemen te voorkomen, plaatst u
isolatie rond elke koelmiddelleiding.
Geen
opening
NBR
OPMERKING
• Zorg ervoor dat u de isolatie laat overlappen bij het
isoleren van de leiding.
• Het isolatiemateriaal moet geproduceerd zijn
volgens de Europese regelgeving reg. EEC / EU
2037/ 2000 dat het gebruik van beschermende
isolatie zonder CFK en HCFK-gassen voor de
gezondheid en het milieu vereist.
LET OP
• Gebruik ingesneden isolatiemateriaal voor het
isoleren van de leiding.
2 Selecteer de isolatie van de koelmiddelleiding.
• Isoleer de gas- en koelmiddelleiding met de dikte
die voor de leidingafmeting vereist is.
• De standaard omstandigheid is een
binnentemperatuur onder 30 °C en een
vochtigheid van 85%. Indien u installeert in een
omgeving met een hoge vochtigheid, gebruikt
u een dikkere isolatie volgens de onderstaande
tabel. Als u in negatieve omstandigheden
installeert, gebruikt u een dikkere isolatie.
• Het isolatiemateriaal moet minimaal bestand zijn
tegen 120 °C.
24
Installatieprocedure
Nederlands
Leiding Leidingafmeting
Isolatietype
(verwarming/koeling)
Opmerkingen
Standaard
[Minder dan
30 °C, 85%]
Hoge
vochtigheid
[Meer dan
30 °C, 85%]
EPDM, NBR
Vloeistofleiding
Ø6,35~Ø9,52 9 t 9 t
Interne
temperatuur
hoger dan
120 °C
Ø12,7~Ø19,05 13 t 13 t
Gasleiding
ø6,35 13 t 19 t
Ø9,52~Ø19,05 19 t 25 t
• Bij het installeren van isolatie in de onderstaande
locaties en omstandigheden, gebruikt u dezelfde
isolatie als vereist voor een hoge vochtigheid.
<Geologische omstandigheid>
Locaties met een hoge vochtigheid, zoals de
kust, heetwaterbronnen, de nabijheid van
een meer of rivier, en een richel (wanneer
een gedeelte van het gebouw bedekt is met
aarde en zand).
<Bestemmingslocatie>
Plafond van een restaurant, sauna, zwembad
enz.
<Staat van het gebouw>
Een plafond dat vaak wordt blootgesteld aan
vochtigheid en koelte is niet geschikt.
Bijv. de leiding die geïnstalleerd is in de
gang van een studentenhuis/flat of bij een
uitgang die vaak opent en sluit.
De locatie waar de leiding is geïnstalleerd
is bijzonder vochtig door het ontbreken van
een ventilatiesysteem.
Stap 13 De aarding controleren
Als het stroomcircuit niet geaard is of als de
aarding niet voldoet aan de specificaties, moet
een aardingselektrode geïnstalleerd worden. De
overeenkomstige accessoires worden niet met de
airconditioner meegeleverd.
1 Selecteer een aardingselektrode die voldoet aan de
specificaties in de afbeelding.
2 Sluit de slang aan op de hiervoor bedoelde
aansluiting.
• Kies voor een harde grond, die een hogere
aardingsweerstand heeft dan losse, zanderige of
kiezelgrond.
• Op afstand van ondergrondse bouwwerken
of infrastructuren, zoals gasleidingen,
waterleidingen, telefoonleidingen en
ondergrondse leidingen.
• Minstens 2 meter verwijderd van een
bliksemafleider en de kabel hiervan.
OPMERKING
• De aardingsdraad voor de telefoonlijn kan niet
gebruikt worden om de airconditioner te aarden.
50 cm
30 cm
Koolstofplastic
Naar aardingsschroef
Staalkern
Terminal M4
Met PVC
geïsoleerde
geelgroene
draad
3 Rol isolerend tape rond de andere leidingen die naar
de buitenunit leiden.
4 Installeer een geelgroene aardingsdraad:
• Als de aardingsdraad te kort is, verbindt u deze
mechanisch met een verlengdraad en beschermt
deze met isolerend tape (begraaf de verbinding
niet).
• Houd de aardedraad op zijn plaats met nieten.
OPMERKING
• Als de aardingselektrode geïnstalleerd is op een
locatie met druk verkeer, moet de draad stevig
bevestigd worden.
25Nederlands
Installatieprocedure
5 Controleer de installatie zorgvuldig door de
aardingsweerstand te meten met een hiervoor
bedoelde tester. Als de weerstand boven het vereiste
niveau komt, plaatst u de elektrode dieper in de
grond of verhoogt het aantal aardingselektrodes.
6 Sluit de aardingsdraad aan op de elektriciteitskast in
de buitenunit.
Stap 14 Denitieve controle en
proefbedrijf uitvoeren
1 Controleer de stroomtoevoer tussen de buitenunit en
de secundaire beveiligingsschakelaar.
• 1 fase stroomtoevoer : L, N
• 3 fase stroomtoevoer : R, S, T, N
2 Controleer de binnenunit.
a Controleer dat u het stroomsnoer en
communicatiekabels correct hebt aangesloten.
(Als het stroomsnoer en de communicatiekabels
onjuist zijn aangesloten of zijn omgewisseld,
wordt de PCB beschadigd).
b Controleer dat de thermistorsensor, de
aftappomp/slang en het scherm correct zijn
aangesloten.
3 Druk op K1 of K2 op de PCB van de buitenunit om
de testmodus in te schakelen en stop.
Toets Druktype Modus
Scherm
SEG 1 SEG 2 SEG 3 SEG 4
K1 Kort
1e
Testmodus
verwarming
2e
Testmodus
ontdooiing
3e Stop
K2 Kort
1e Koeltest
2e
Controle van
omvormer
3e Pomp omlaag
K3 Kort 1e
Resetten
Eco-modus
vrijgeven
Testmodus ontdooiing
Omstandigheid 1: De buitentemperatuur is lager dan
10 °C.
Omstandigheid 2: Alle temperatuuromstandigheden
moeten voldoen aan de ontdooivoorwaarden.
K1 K2 K3 K4
4 Controleer na 12 minuten bediening de temperatuur
van de afgevoerde lucht van de binnenunit.
• Koelmodus (controle binnenunit) Temp.
inlaatlucht - Temp. uitlaatlucht: Tussen 10 °C en
12 °C
• Verwarmingsmodus (controle binnenunit)
Temp. uitlaatlucht - Temp. inlaatlucht: Tussen 11°C
en 14°C
• In verwarmingsmodus kan de motor van de
ventilator van de binnenunit uit blijven om te
voorkomen dat koude lucht in de ruimte wordt
geblazen.
5 De stroomtoevoer van de buitenunit resetten en de
ecomodus (stand-by) uitschakelen:
• Buitenunits types A, B : Raadpleeg afmetingen
van de buitenunit op pagina 6.
• Druk langer dan 1 s op de knop K3 om de
stroomtoevoer van de buitenunit te resetten en
de ecomodus (stand-by) uit te schakelen.
Eco-modus: Stand-by voor het minimaliseren van het
energieverbruik
26
Installatieprocedure
Nederlands
Installatieprocedure
6 Weergavemodus: Door op de knop K4 te drukken, wordt informatie weergeven over de systeemstatus (zie
hieronder).
K4 kort
drukken
Weergave SEG1 SEG2 SEG3 SEG4 Eenheid
1 Gebruiksfrequentie 1 Honderdtallen Tientallen Eenheden Hz
2 Huidige frequentie 2 Honderdtallen Tientallen Eenheden Hz
3
Het aantal verbonden
binnenunits
3 Honderdtallen Tientallen Eenheden st.
4 Omgevingstemperatuursensor 4 + / - Tientallen Eenheden °C
5 Compressorafvoersensor 5 Honderdtallen Tientallen Eenheden °C
6 Eva-Mid sensor 6 + / - Tientallen Eenheden °C
7 Condensorsensor 7 + / - Tientallen Eenheden °C
8 Stroom 8 Tientallen Eenheden Eerste decimaal A
9 Tpm buitenventilator 9 Duizendtal Honderdtallen Tientallen rpm
10 Doel ontlaadtemperatuur A Honderdtallen Tientallen Eenheden °C
11 EEV B Honderdtallen Tientallen Eenheden stap
12
De som van de capaciteit van
de binnenunits
C Tientallen Eenheden Eerste decimaal kW
13 Beveiliging D
0: Koelen
1: Verwarmen
Beveiliging
0: Geen beveiliging
1: Vriezen
2: Ononderbroken
ontdooien
3: Overbelasting
4: Ontladen
5: Totale elektrische
stroom
Frequentiestatus
0: Normaal
1: Stand-by
2: Laag
3: Up_limit
4: Down_limit
-
14 IPM-temperatuur E Honderdtallen Tientallen Eenheden -
15 Het aantal binnenunits F - - - -
Weergave SEG1 SEG2 SEG3 SEG4
K4 lang
drukken
- Hoofd micom-versie
Jaar
(dec)
Maand
(Hex)
Datum (tientallen) Datum (eenheden)
Na kort
drukken 1
Micom-versie inverter
Jaar
(Hex)
Maand
(Hex)
Datum (tientallen) Datum (eenheden)
Na kort
drukken 2
E2P-version
Jaar
(Hex)
Maand
(Hex)
Datum (tientallen) Datum (eenheden)
• Lang drukken K4 (Hoofd micom-ver.) 1 keer meer kort drukken (Micom-ver. inverter) 1 keer meer kort
drukken (E2P-ver.)
27Nederlands
Extra procedures
Extra procedures
Extra procedures
7 Optie dipswitch
AAN
1 2 3 4 1 2 3 4
AAN
SW507 SW508
• SW507-optie
Aan (standaard) Uit
Schakelaar 1 - -
Schakelaar 2
Sneeuwpreventiecontrole
uitschakelen
Sneeuwpreventiecontrole
inschakelen
Schakelaar 3
Optie geruisloze modus
Schakelaar 4
Schakelaar 3 Schakelaar 4
Bediening
Aan Aan
Geruisloze modus
uitschakelen
Aan Uit Stiltemodus stap 1
Uit Aan Stiltemodus stap 2
Uit Uit Stiltemodus stap 3
• Indien de sneeuwpreventiecontrole is
ingeschakeld, kan de ecomodus (stand-by niet
worden ingeschakeld
• SW508-optie
Aan (standaard) Uit
Schakelaar 1
Autom. geruisloze
modus
Handm. geruisloze
modus
Schakelaar 2 - -
Schakelaar 3 - -
Schakelaar 4 - -
8 Het adres handmatig instellen (hoge bediening)
• Schakel de airconditioner uit en houd de
K2-schakelaar even ingedrukt om naar de
Optiemodus te gaan. (Initiële waarde: 00AU)
U kunt niet naar de Optiemodus gaan
wanneer de airconditioner aan staat.
• Stel het adres in in SEG3 en SEG4 door kort op de
K2-schakelaar te drukken.
Optie SEG1 SEG2 SEG3 SEG4 Functie
Kanaaladres
0 0 A U
Het adres wordt
automatisch ingesteld.
00 tot 15
Het adres wordt
handmatig ingesteld.
U kunt een waarde
instellen van 0 tot 15.
• Houd de K2-schakelaar even ingedrukt om het
adres op te slaan en de Optiemodus af te sluiten.
Elk segment knippert 3 seconden in de huidige
weergavestatus. Als u het adres moet wijzigen,
reset u het systeem en herhaalt u alle stappen.
Houd de K1-schakelaar ingedrukt om af te sluiten
zonder op te slaan.
Als u de instelling naar de fabrieksstandaard wilt
terugplaatsen, houd dan de K4-knop ingedrukt terwijl
u in de optie-instelmodus bent.
Als u de K4-knop ingedrukt houdt, wordt
de instelling naar de fabrieksstandaard
teruggeplaatst maar dat betekent niet dat de
teruggezette instelling is bewaard. Houd de K2-
knop ingedrukt. Wanneer de segmenten tonen
dat trackingmodus actief is, wordt de instelling
bewaard
28
Extra procedures
Nederlands
Extra procedures
Koelmiddel naar beneden pompen
Pump-down wordt uitgevoerd wanneer een verdamper
is vervangen of de unit naar een andere locatie wordt
verplaatst.
1 Verwijder de kap aan de lagedrukkant.
2 Draai de afsluiter aan de lagedrukkant rechtsom
om hem te sluiten en sluit een drukventiel
(lagedrukkant) aan op de onderhoudsafsluiter. Open
de afsluiter weer.
3 Schakel de unit in testmodus koelen door te drukken
op K2. (Controleer of de compressor werkt)
4 Draai de afsluiter aan de hogedrukkant rechtsom om
hem te sluiten.
5 Wanneer de drukmeter ‘0’ aangeeft, drukt u de
afsluiter aan de lagedrukkant rechtsom om hem te
sluiten.
6 Schakel de airconditioner uit door te drukken op K3.
7 Sluit alle afsluiters.
B (vloeistof)
A(gas)
De binnen- en buitenunits verplaatsen
1 Pump-down van koelmiddel Zie Koelmiddel naar
beneden pompen op pagina 28.
2 Verwijder het stroomsnoer.
3 Ontkoppel de verbindingskabel tussen de buiten- en
binnenunits.
4 Verwijder de wartelmoeren die de leidingen
verbinden met de binnenunits. Dek de leidingen
van de binnenunit en de andere leidingen nu af met
een dop of een vinylplug om het binnendringen van
vreemd materiaal te voorkomen.
5 Ontkoppel de leidingen die met de buitenunis
verbonden zijn. Dek de afsluiters van de buitenunits
en de andere leidingen nu af met een dop of een
vinylplug om het binnendringen van vreemd
materiaal te voorkomen.
Opmerking: zorg ervoor dat u de
verbindingsleidingen in het midden niet buigt en
sla ze samen met de snoeren op.
6 Verplaats de buiten- en binnenunits.
7 Verwijder de montageplaat van de binnenunit en
verplaats deze.
29Nederlands
Extra procedures
De afsluiter gebruiken
De afsluiter openen
1 Open de dop en draai de afsluiter linksom met
behulp van een zeskantsleutel.
2 Draai tot de as gestopt wordt.
Aanhaalmoment voor dop bijvulpoort
(raadpleeg de tabel)
Kern voor
bijvullen
Spoel
Aanhaalmoment voor dop lichaam
(raadpleeg de tabel)
R-22 : Schroefgang van de schroef - 7/16-20UNF
R-410A : Schroefgang van de schroef - 1/2-20UNF
3 Draai de dop stevig vast.
Buitendiameter
(mm)
Aanhaalmoment
Dop lichaam (N⋅m)
Dop bijvulpoort
(N⋅m)
ø6,35
20 tot 25
10 tot 12
Ø9,52
20 tot 25
Ø12,70
25 tot 30
Ø15,88
30 tot 35
Groter dan
Ø19,05
35 tot 40
(1 Nm=10 kgfcm)
OPMERKING
• Pas geen overdreven druk toe op de afsluiter en
gebruik altijd speciale gereedschappen. Anders kan
de afsluitkast beschadigd worden en het achterblad
lekken.
• Als het waterdichte pakking lekt, draait u de as
een halve slag terug, draait de afsluitkast aan en
controleert weer op lekken. Als het niet meer lekt,
draait u de as stevig aan.
De afsluiter sluiten
1 Verwijder de dop.
2 Draai de afsluiter rechtsom met behulp van een
zeskantsleutel.
3 Draai de as aan tot de afsluiter het sluitpunt heeft
bereikt.
4 Draai de dop stevig vast.
LET OP
• Als u de onderhoudspoort gebruikt, moet u altijd ook
een laadslang gebruiken.
• Controleer op lekken van koelmiddel na het
aandraaien van de dop.
• Gebruik een spanner en sleutel om de afsluiter te
openen/sluiten.
30 Nederlands
Bijlagen
Bijlagen
Probleemoplossing
De onderstaande tabel geeft een overzicht van de uit te voeren zelfdiagnose. Voor bepaalde foutmeldingen moet u
contact opnemen met een erkend onderhoudscentrum.
Als er tijdens het gebruik een storing optreedt, wordt dit weergeven op de PCB LED van de buitenunit, zowel de
MAIN PCB als de INVERTER PCB.
Nr.
Foutcode Betekenis Opmerkingen
1 E108 Fout door dubbel communicatieadres Controleer de binnenunit op een herhaald hoofdadres
2 E121
Fout in kamertemperatuursensor van de binnenunit (dicht of
open)
Kamerthermistor binnenunit open/dicht
3 E122 Fout in EVA_IN-sensor van de binnenunit (dicht of open) EVA_IN-thermistor binnenunit open/dicht
4 E123 Fout EVA OUT sensor binnenunit (Kort of Open) EVA_OUT-thermistor binnenunit open/dicht
5 E153 Fout op vlotterschakelaar (2e detectie)
Vlotterschakelaar binnenunit open/kort controleer de werking
van de aftappomp
6 E154 Fout ventilator binnenunit Controleer de werking van de ventilator van de binnenunit
7 E198 Fout op warmtezekering binnenunit (open)
Warmtezekering open controleer het klemmenblok van de
binnenunit
8 E201
Communicatiefout tussen de binnenunit en de buitenunit (pre-
trackingfout of indien het werkelijke aantal binnenunits niet
overeenkomt met de instelling voor het aantal binnenunits in
de buitenunit).
Fout door communicatie trackingfout na eerste inschakeling
(de fout komt voor onafhankelijk van het aantal units).
Controleer het aantal dat in de buitenunit is ingesteld
9 E202
Communicatiefout tussen de binnenunit en de buitenunit
(indien er geen reactie komt van de binnenunits na het
voltooien van de tracking)
Controleer de elektrische verbinding en de instellingen tussen
de binnenunit en de buitenunit
10 E203
Communicatiefout tussen de buitenunit en de hoofd micom
(voor bedieningen PF #4 tot #6 wordt de fout bepaald wanneer
de compressor wordt ingeschakeld).
Controleer de elektrische verbinding en de instellingen tussen
de buitenunit en de MAIN PBA - INVERTER PBA
11 E221 Fout in buitentemperatuursensor (dicht of open) Controleer de buitensensor (open/dicht)
12 E231 Fout in COND OUT-sensor van de buitenunit (dicht of open) Controleer de COND OUT-sensor (open/dicht)
13 E251
Fout in ontlaadtemperatuursensor van compressor 1 (dicht of
open)
Controleer de ontlaadsensor (open/dicht)
14 E320 Fout in OLP-sensor (dicht of open) Controleer de OLP-sensor (open/dicht)
15 E403 Compressorstoring door vorstbeveiligingscontrole Controleer de buitencontrole
16 E404 Systeemstoring door overbelastingbeveiligingscontrole Controleer de compressor bij het opstarten
17 E416 Systeemstoring door ontlaadtemperatuur -
18 E422 Blokkering in de hogedrukleiding
1. Controleer of de onderhoudsafsluiter open is.
2. Controleer op koelmiddellekken (leidingverbindingen,
warmtewisselaar) en laad indien nodig bij
3. Controleer of er blokkades bestaan in het koelmiddelcircuit
(binnen- en buitenunit)
4. Controleer of extra koelmiddel is toegevoegd na verlenging
van de leidingen
19 E425 Omgewisselde of open fase Controleer of fase 3 open of omgewisseld is
20 E440
Verwarming beperkt bij buitentemperatuur boven Theat_high
value (standaard:30°C)
1. Controleer het beperkte temperatuurbereik voor de
verwarming.
2. Controleer de buitentemperatuursensor.
21 E441
Koeling beperkt bij buitentemperatuur onder Theat_high value
(standaard:0°C)
1 . Controleer het beperkte temperatuurbereik voor de koeling.
2. Controleer de buitentemperatuursensor.
Bijlagen
31Nederlands
Bijlagen
Nr.
Foutcode Betekenis Opmerkingen
22 E458 Ventilatorsnelheid FAN1 ERROR
23 E461 Fout door storing in inverter compressor -
24 E462 Systeemstoring door overspanning -
25 E463 Overspanning trippen/PFC overspanningsfout OLP-sensor controleren
26 E464 IPM overspanning(O.C)
1.Controleer of de onderhoudsafsluiter open is.
2. Controleer de toestand van het koelmiddel.
3. Controleer of de verbindingsdraad en de leiding OK zijn.
4. Controleer de compressor.
27 E465 Comp. overbelastingfout -
28 E466 DC-aansluitingsfout over/onderspanning Controleer wisselspanning en spanning DC-aansluiting
29 E467
Fout door abnormaal draaien van de compressor of niet
aangesloten compressordraad
Controleer de compressorbedrading
30 E468 Fout in stroomsensor (dicht of open) Controleer de PBA van de buitenunit inverter.
31 E469 Fout in spanningssensor DC-aansluiting (dicht of open) -
32 E470 Lees/schrijffout EEPROM buitenunit (optie) Controleer de EEPROM-data van de buitenunit
33 E471 Lees/schrijffout EEPROM buitenunit (H/W) Controleer de EEPROM-PBA van de buitenunit
34 E472 Wisselstroomtoevoer nul geen signaal -
35 E473 Computervergrendelingsfout -
36 E474 Fout in IPM Heat Sink-sensor van inverter 1 (dicht of open) Controleer de PBA van de buitenunit inverter.
37 E475 Fout in ventilator inverter 2 FAN2 ERROR
38 E484 Fout PFC-overbelasting (overspanning) Controleer de PBA van de buitenunit inverter.
39 E485 Fout in stroomtoevoersensor van inverter 1 (dicht of open) Controleer de EEPROM-PBA van de buitenunit
40 E500 IPM oververhittingsfout in inverter 1 Controleer de PBA van de buitenunit inverter.
41 E508 Smart Install is niet geïnstalleerd -
42 E554 Gaslek gedetecteerd Controleer het koelmiddel
43 E556
Fout door niet overeenkomende capaciteit buiten- en
binnenunit
Controleer de capaciteit van de binnen- en buitenunit
44 E557 Fout DPM-afstandsbedieningoptie Controleer de binnenoptiecode
45 E590 Checksumfout EEPROM inverter -
46 E660 Bootcodefout inverter -
Technische specicaties
Model Nettogewicht Netto afmetingen (B x D x H)
AC090MXADKH 72,0 kg 940 mm × 330 mm × 998 mm
AC090MXADNH 72,0 kg 940 mm × 330 mm × 998 mm
AC100MXADKH 72,0 kg 940 mm × 330 mm × 998 mm
AC100MXADNH 72,0 kg 940 mm × 330 mm × 998 mm
AC120MXADKH 77,0 kg 940 mm × 330 mm × 998 mm
AC120MXADNH 77,0 kg 940 mm × 330 mm × 998 mm
AC120MXASEH 77,0 kg 940 mm × 330 mm × 998 mm
AC140MXADKH 87,0 kg 940 mm × 330 mm × 1210 mm
AC140MXADNH 87,0 kg 940 mm × 330 mm × 1210 mm
SAMSUNG ELECTRONICS CO., LTD.
SGEC : 107, Hanamsandan 6beon-ro, Gwangsan-gu, Gwangju-si, Korea 62218
Samsung Electronics (UK) Ltd, Euro QA Lab.
Blackbushe Business Park. Saxony Way, Yateley, Hampshire. GU46 6GG United Kingdom
DB68-06383A-02
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32

Samsung AC100MXADNH/EU Installatie gids

Type
Installatie gids