6. Druk de remhendel enkele malen in om te
controleren of de werking stroef wordt.
7. Verwijder de remblokafstandstukken, monteer het wiel en controleer vervolgens of de
rotor en remblokhouder elkaar niet raken. Als deze elkaar raken, afstellen aan de hand
van de instructies onder "Monteren van de remblokhouder".
8. Breng na het controleren van het oliepeil de dop van de reservoirtank aan.
9. Zet de remhendel in de uitgangspositie terug.
Technische montage-instructies SI-8FF0A-002
Algemene veiligheidsinformatie
• Het rijden van afdalingen en freerijden zijn potentieel gevaarlijke activiteiten. Er
bestaat het risico betrokken te raken bij een ongeluk dat ernstig of zelfs
dodelijk letsel kan veroorzaken. Het wordt ten sterkste aanbevolen dat de
rijders gebruik maken van hoofdbescherming en beschermende kleding en dat
zij alvorens te gaan rijden hun fietsen aan een grondige veiligheidscontrole
onderwerpen. Denk er aan dat u voor uw eigen risico rijdt en dat u uw ervaring
en capaciteiten bijzonder nauwkeurig in acht dient te nemen.
• Het M810 remsysteem is bedoeld voor het rijden van afdalingen en freerijden en het
remvermogen is veel krachtiger dan dat van andere remmen. Rijders dienen zichzelf in een
bekende omgeving vertrouwd te maken met de grotere prestaties van deze rem alvorens
op de hierboven beschreven wijze de fiets te gaan gebruiken. Als u uwzelf niet vertrouwd
maakt met het prestatieniveau van deze rem, kunt u betrokken raken bij een ongeluk dat
ernstig of zelfs dodelijk letsel kan veroorzaken.
Verder maken de prestaties van de remmen deze ongeschikt voor het rijden op straten in
de stad. Als het niet te vermijden is met de fiets in straatverkeer te rijden, hierbij uiterste
voorzichtigheid in acht nemen.
• Neem extra voorzichtigheid in acht en houd uw vingers uit de buurt van
de draaiende schijfremrotor tijdens montage of onderhoud aan het wiel.
De rotor is bijzonder scherp en kan ernstig letsel aan uw vingers
toebrengen als deze in de openingen van de draaiende rotor beklemd raken.
• De remblokhouder en de rotor zullen tijdens het gebruik van de remmen heet worden, dus
raak deze onderdelen tijdens het fietsen of onmiddellijk na het afstappen van de fiets niet
aan, omdat anders de kans bestaat dat u brandwonden oploopt. Controleer alvorens te
proberen de remmen af te stellen of de remonderdelen voldoende afgekoeld zijn.
• De benodigde remafstand zal langer zijn bij nat weer.
Verminder uw snelheid en trek de remmen tijdig en voorzichtig aan.
• Als het wegdek nat is, zullen de banden gemakkelijker slippen. Als de banden slippen,
bestaat de kans dat u van de fiets valt. Om dit te voorkomen, uw snelheid verminderen en
de remmen tijdig en voorzichtig aantrekken.
• Controleer steeds alvorens u met de fiets gaat rijden of de voor- en achterremmen correct
functioneren.
• Wees voorzichtig en laat geen olie of vet in aanraking komen met de rotor en de
remblokken, anders bestaat de kans dat de remmen niet correct functioneren.
• Als er per ongeluk olie of vet op de remblokken terechtkomt, dient u de remblokken te
vernieuwen. Als er olie of vet op de rotor terechtkomt, dient u de rotor te reinigen. Als dit
niet gebeurt, bestaat de kans dat de remmen niet correct functioneren.
• Controleer alvorens met de fiets te gaan rijden of de dikte van elk
remblok 0,5 mm of meer is.
• Dampstremming kan zich voordoen wanneer de remmen continu
worden gebruikt. Om deze toestand te verhelpen, de remhendel
kortstondig loslaten.
• Gebruik uitsluitend originele Shimano minerale olie. Als andere soorten olie worden
gebruikt, kan dit problemen met de remwerking opleveren en er toe leiden dat het systeem
onbruikbaar wordt.
• Gebruik uitsluitend olie uit een pas geopend blik en gebruik olie die afgetapt is van de
ontluchtingsnippel niet opnieuw. Oude olie of reeds gebruikte olie kan water bevatten dat
dampstremming in het remsysteem kan veroorzaken.
• Zorg er voor dat er geen water of luchtbellen in het remsysteem terechtkomen, omdat
anders de kans op dampstremming bestaat. Wees speciaal voorzichtig tijdens het
verwijderen van de dop van de reservoirtank.
• Als voor het afstellen van de lengte van de remslang de slang wordt afgeknipt of wanneer
de remslang van links naar rechts of vice versa wordt verwisseld, de slang ontluchten aan
de hand van de stappen (5), (8) tot en met (10) zoals aangegeven in "Bijvullen van
minerale olie en ontluchten" in de montage-instructies.
• Bij het ondersteboven of op zijn kant plaatsen van de fiets, is het mogelijk dat er wat
luchtbellen in de reservoirtank van het remsysteem achterblijven wanneer de dop van de
reservoirtank wordt aangebracht of dat deze zich in verschillende onderdelen van het
remsysteem verzamelen nadat dit gedurende langere tijd gebruikt is. Het M810
schijfremsysteem is niet geschikt om ondersteboven te worden geplaatst. Als de fiets
ondersteboven of op zijn kant wordt geplaatst, bestaat de kans dat de luchtbellen in de
reservoirtank in de richting van de remblokhouder verplaatst worden. Als er in deze
toestand met de fiets wordt gereden, bestaat de kans dat de remmen niet functioneren en
dat er een ernstig ongeluk veroorzaakt wordt.
Als de fiets ondersteboven of op zijn kant is geplaatst, de remhendel enkele malen
indrukken om te controleren of de remmen normaal functioneren alvorens met de fiets te
gaan rijden. Als de remmen niet normaal functioneren, deze aan de hand van de volgende
procedure afstellen.
• Als zich olielekkages voordoen, het gebruik van de remmen onmiddellijk stoppen en de
juiste reparaties uitvoeren. Als u blijft doorgaan met fietsen terwijl olie lekt, bestaat het
gevaar dat de remmen plotseling niet meer functioneren.
• Als de quick release hendel zich aan dezelfde zijde als de rotor bevindt, bestaat het gevaar
dat deze de rotor hindert, dus controleer of er geen hinder is.
• Het is van vitaal belang dat u de werking van het remsysteem van uw fiets volledig
begrijpt. Indien het remsysteem niet op de juiste wijze gebruikt wordt, kan dit tot gevolg
hebben dat u de macht over het stuur verliest of tot een ongeluk leiden waarbij u ernstige
verwondingen kunt oplopen. Omdat de bediening van elke fiets verschillend is, dient u de
juiste remtechnieken te leren (zoals de kracht waarmee de remhendel ingedrukt dient te
worden alsmede de overige bedieningseigenschappen van uw fiets). Raadpleeg hiervoor
het instructieboekje van uw fiets en een professionele fietsenhandelaar en oefen uw rij- en
remtechniek.
• Als de voorrem te krachtig wordt aangetrokken, bestaat de kans dat het wiel blokkeert en
dat de fiets over de kop slaat wat ernstig letsel kan veroorzaken.
• De M810 schijfremmen zijn bestemd voor het leveren van optimale prestaties wanneer
deze gebruikt worden in combinatie met de BR-M810 (remblokhouder), BL-M810
(remhendel), SM-RT79/M/L (rotor) en de Shimano remblokeenheid.
■ Behandeling van de minerale olie
• Gebruik bij de behandeling een veiligheidsbril en vermijd aanraking met de
ogen. Aanraking met de ogen kan irritatie veroorzaken.
In het geval van aanraking met de ogen, deze met schoon water uitspoelen
en onmiddellijk medische hulp inroepen.
• Gebruik bij de behandeling handschoenen. Aanraking met de huid kan
huiduitslag en irritatie veroorzaken.
In het geval van aanraking met de huid, deze goed met water en zeep
wassen.
• Het inademen van olienevel of dampen kan braken veroorzaken. Bedek neus
en mond met een stofmasker en werk op een goed geventileerde plaats.
Als u olienevel of damp heeft ingeademd, onmiddellijk naar een plaats met
frisse lucht gaan. Doe een deken om. Houd uzelf warm en stabiel en roep
deskundige medische hulp in.
• Niet drinken. Dit kan braken of diarree veroorzaken.
• Buiten het bereik van kinderen houden.
• Het olieblik niet inknippen, lassen of onder druk brengen, aangezien dit
ontploffing of brand kan veroorzaken.
• Opruimen van afgewerkte olie : Houd u bij het opruimen aan de landelijk
geldende milieuwetgeving. Neem bij het
gereedmaken van de olie voor het opruimen
de nodige voorzichtigheid in acht.
• Aanwijzingen : Houd het blik gesloten om binnendringen van vuil en vocht te
voorkomen en bewaar dit op een koele, donkere plaats buiten
het bereik van direct zonlicht of hitte.
■ Inloopperiode
• Schijfremmen hebben een inloopperiode en de remkracht zal geleidelijk aan
met het verloop van de inloopperiode toenemen. Zorg er voor dat u op de
toename van de remkracht voorbereid bent wanneer u de remmen tijdens de
inloopperiode gebruikt. Hetzelfde doet zich voor wanneer de remblokken of
de rotor vernieuwd worden.
■ Bij het reinigen met een compressor
• Als u bij het demonteren van het huis van de remblokhouder voor het
reinigen van de interne onderdelen gebruik maakt van een compressor, er
rekening mee houden dat vocht van de perslucht op de onderdelen van de
remblokhouder achterblijft. Laat de onderdelen van de remblokhouder
voldoende drogen alvorens de remblokhouder te monteren.
• Bij het gebruik van het speciaal gereedschap (TL-FC36) voor het verwijderen
en monteren van de rotorbevestigingsring, er op letten de buitenzijde van de
rotor niet met uw handen aan te raken. Draag handschoenen om uw handen
tegen verwonding te beschermen.
Opmerking
• Voor verbetering van het remvermogen zijn de BR-M810 remblokhouders
uitgerust met zuigers (4) en is er een kleine ruimte tussen de rotor en de
remblokken. Dit kan tot gevolg hebben dat de rotor en de remblokken soms
met elkaar in aanraking komen.
• Als het montageuitsteeksel van de remklauw en de vork niet parallel zijn,
bestaat de kans dat de rotor en de remklauw elkaar raken.
• Het wordt aanbevolen de remblokafstandstukken te monteren wanneer het
fietswiel verwijderd wordt. De remblokafstandstukken voorkomen dat de
zuiger naar buiten komt als de remhendel wordt ingedrukt wanneer het wiel
verwijderd is.
• Als de remhendel wordt ingedrukt zonder dat de remblokafstandstukken
gemonteerd zijn, zullen de zuigers verder dan naar normaal naar buiten
gedrukt worden. Gebruik een platte schroevendraaier of een soortgelijk
gereedschap om de remblokken terug te duwen. Let er op daarbij de
buitenzijden van de remblokken niet te beschadigen. (Als de remblokken niet
gemonteerd zijn, de zuigers recht naar binnen drukken en er op letten ze
daarbij niet te beschadigen.)
Als het moeilijk is de remblokken of de zuigers terug te duwen, de dop van
de reservoirtank verwijderen en vervolgens nogmaals proberen. (Het is
mogelijk dat er dan enige olie uit de reservoirtank lekt.)
• Gebruik isopropyl alcohol, zeepwater of een droge doek bij het reinigen of
het uitvoeren van onderhoud aan het remsysteem. Gebruik geen in de
handel verkrijgbare remreinigingsmiddelen of smeermiddelen, aangezien
deze beschadiging van onderdelen als afdichtingen kunnen veroorzaken.
• Bij het demonteren van de remblokhouder de zuigers niet verwijderen.
• Als de rotor versleten, gescheurd of kromgetrokken is, dient deze vernieuwd
te worden.
• Dit product is niet gegarandeerd tegen beschadiging welke het gevolg is van
bijvoorbeeld het maken van sprongen met de fiets of het vallen van de fiets,
behalve als dergelijke beschadigingen het gevolg zijn van defecte materialen
of fabricagemethoden.
• Onderdelen zijn niet gegarandeerd tegen natuurlijke slijtage of veroudering
dat het gevolg is van normaal gebruik.
• Shimano schijfremsystemen zijn niet compatibel met tandemfietsen.
Aangezien tandemfietsen een groot totaalgewicht hebben, neemt bij gebruik
van de remmen de belasting op het remsysteem toe. Als hydraulische
schijfremmen met tandemfietsen gebruikt worden, wordt de olietemperatuur
te hoog en kan er dampverstopping optreden of kunnen er scheurtjes in de
remslangen ontstaan wat tot gevolg heeft dat de remmen niet meer
functioneren.
• Zorg er voor dat u de montage-instructies heeft en lees deze nauwkeurig
alvorens de onderdelen te monteren. Loszittende, versleten of
beschadigde onderdelen kunnen tot gevolg hebben dat u met de fiets komt
te vallen en ernstig letsel oploopt. Het wordt ten zeerste aanbevolen
uitsluitend gebruik te maken van originele Shimano vervangingsonderdelen.
• Lees deze technische montage-instructies nauwkeurig en bewaar ze op een
veilige plaats voor toekomstige referentie.
< Als de remwerking traag is wanneer de hendel wordt ingedrukt >
Stel de remhendel zodanig af dat deze parallel ten opzichte van de grond staat en druk
vervolgens de remhendel voorzichtig enkele malen in en wacht totdat de luchtbellen
naar de reservoirtank terugkeren. Het wordt aanbevolen vervolgens de dop van de
reservoirtank te verwijderen en de reservoirtank met minerale olie te vullen totdat er
geen luchtbellen meer over zijn.
Als de remmen nog steeds traag werken, het remsysteem ontluchten.
(Zie "Bijvullen van minerale olie en ontluchten".)
Schijfremsysteem
Voor de montage van dit product zijn de volgende gereedschappen
vereist.
Plaats van gebruik
Rotormontagering
Bevestigingsbout van remhendel
Bevestigingsbout van remblokhouder/Bevestigingsbouten van adapter
Bevestigingsbout van remslang
Dop van reservoirtank
Kabelsteun
Ontluchtingsnippel
TL-LR10 / LR15, TL-FC36
Inbussleutel 4 mm
Inbussleutel 5 mm
Bevestigingsas van remblok Inbussleutel 3 mm
8 mm steeksleutel / Inbussleutel 3 mm
Phillips schroevendraaier #1
Phillips schroevendraaier #2
Dopsleutel 7 mm
Gereedschap
Montage
■ Monteren van de remhendel (BL-M810)
Bevestig de remhendel zoals aangegeven in de illustratie.
(Controleer of de remhendel tijdens de bediening de
schakelhendel niet hindert. Zie ook de montage-
instructies voor de schakelhendel. Bij bepaalde
typen kan het noodzakelijk zijn dat de
schakelhendel als eerste gemonteerd wordt als
gevolg van de positie van de
schakelhendelbevestigingsbouten.)
Controleer in het geval van het monteren van onderdelen aan een koolstof
frame/stuurdelen de aanbeveling van de fabrikant van het koolstof frame/delen
omtrent het aantrekkoppel om beschadiging van het koolstof materiaal door een
te hoog aantrekkoppel en/of het losraken van onderdelen als gevolg van een te
laag aantrekkoppel te voorkomen.
Aantrekkoppel van remhendel:
6 - 8 N·m {60 - 80 kgf·cm}
■ Monteren van de slang
Zie de montage-instructies voor de SM-BH80-SB remslang (SI-8H40) voor
bijzonderheden over het monteren van de slang. Zorg ervoor tijdens het
monteren de slang niet te verdraaien.
8 mm steeksleutel
• Verwijder het afstandsstuk voor ontluchten (geel) en monteer vervolgens de remblokken.
• Plaats het wiel met de rotor er aan in het frame.
■ Monteren van de remblokhouder (BR-M810)
Remblokken
Afstandsstuk voor
ontluchten (geel)
Aantrekkoppel:
2 - 4 N·m {20 - 40 kgf·cm}
Borgveer
< Voorzijde >
< Voorzijde >
< Achterzijde >
Aantrekkoppel:
6 - 8 N·m {60 - 80 kgf·cm}
Aantrekkoppel:
6 - 8 N·m {60 - 80 kgf·cm}
Remblokhouder
Rotor
Adapter
Bevestigingsbouten
van remblokhouder
Bevestigingsbouten
van remblokhouder
Bevestigingsbouten
van adapter
Bevestigingsbouten
van adapter
Monteer bij internationale standaard bevestigingen adapters aan de remblokhouders voor
post-type bevestigingen. (Er zijn afzonderlijke voor en achter adapters beschikbaar.)
1. Draai de bevestigingsbouten van de remblokhouder los zodat de remblokhouder zijdelings
verplaatst kan worden en monteer vervolgens de adapter aan het frame.
2. Druk de remhendel zodanig in dat de rotor door de remblokken vastgeklemd wordt en draai
vervolgens de bevestigingsbouten van de remblokhouder vast.
● Internationale standaard montagetype ● Stang-gemonteerde montagetype
Monteer provisorisch de
remblokhouder aan het frame (zodat
de remblokhouder zijdelings verplaatst
kan worden), druk de remhendel
zodanig in dat de rotor door de
remblokken vastgeklemd wordt en
draai vervolgens de bevestigingsbouten
van de remblokhouder vast.
Om te voorkomen dat de bouten losraken kan er gebruik worden gemaakt van een dopmethode
of een draadringmethode. Gebruik de methode die het meest geschikt is voor de voorvork en het
frame.
< Voorzijde >
Dopmethode
Draadringmethode
< Achterzijde >
Kapjes
Kapje
Kapjes
Stang-gemonteerd type
< Voorzijde > < Achterzijde >
Draad
Draad
Gebruik bij C-vormige geleiders en
kabelaanslagen van het normale type
voor het bevestigen de speciale
Shimano kraag (afzonderlijk
verkrijgbare onderdelen), zoals
aangegeven in de illustratie.
Druk de remhendel enkele malen in en controleer of de remmen al dan niet normaal
functioneren. Controleer ook of er geen zichtbare tekenen zijn van olielekkage.
Aantrekkoppel:
0,3 - 0,5 N·m {3 - 5 kgf·cm}
< C-vormige geleider > < Normaal type kabelaanslag >
Aantrekkoppel:
2 - 4 N·m {20 - 40 kgf·cm}
■ Remblokken vernieuwen
Onderhoud
Opmerking: Het M810 remsysteem is zodanig geconstrueerd dat wanneer de
remblokken versleten raken, de zuigers geleidelijk aan naar buiten
schuiven waardoor de speling tussen de rotor en de remblokken
automatisch wordt afgesteld. Bij het vernieuwen van de remblokken dienen
daarom de zuigers in hun oorspronkelijke posities teruggeduwd te worden.
Vernieuw de remblokken als na het olie bijvullen olie op
de remblokken is terechtgekomen, of als de remblokken
afgesleten zijn tot een dikte van 0,5 mm of als de
remblokdrukveren met de rotor in aanraking komen.
1. Verwijder het wiel uit het frame en verwijder de
remblokken zoals aangegeven in de illustratie.
2. Reinig de zuigers en de directe omgeving daarvan.
3. Verwijder de dop van de reservoirtank aan de hand van
stap (1) in “Bijvullen van minerale olie”.
4. Duw de zuiger volledig naar binnen en
let er op deze daarbij niet te
verdraaien. (Het is echter mogelijk dat
er dan wat olie uit de reservoirtank
vloeit.)
5. Monteer de nieuwe remblokken en monteer
vervolgens de remblokafstandsstukken
(rood). Let er daarbij op dat u niet vergeet
ook de borgveren te monteren.
Remblokken
Remblokafstandstuk
(rood)
Borgveer
■ Afstelling wanneer de zuigers niet correct werken
Het mechanisme van de remblokhouder omvat vier zuigers. Als deze zuigers niet goed
werken of ongelijkmatig uitsteken of als de remblokken in contact blijven met de rotor, de
zuigers aan de hand van de volgende procedure afstellen.
1. Verwijder het wiel en de remblokken.
Reinig de zuigers en hun directe omgeving en verwijder de dop van de reservoirtank.
2. Duw de zuiger recht naar binnen, zonder deze te verdraaien. Het is echter mogelijk dat
er dan wat olie uit de reservoirtank vloeit.
3. Monteer de remblokken en de remblokafstandstukken (rood).
4. Druk de remhendel volledig in en druk deze daarna nog enkele malen in zodat de vier
zuigers alle naar hun uitgangsposities terugkeren.
5. Verwijder de remblokafstandstukken, monteer het wiel en controleer vervolgens of de
rotor en de remblokhouder elkaar niet raken. Als deze elkaar raken, afstellen met behulp
van vulringen.
6. Breng na het controleren van het oliepeil de dop van de reservoirtank aan.
■ Minerale olie vernieuwen
Het wordt aanbevolen de olie in de reservoirtank te vernieuwen als deze ernstig verkleurd
raakt.
Bevestig een slang met een zak aan de ontluchtingsnippel, open vervolgens de
ontluchtingsnippel en tap de olie af. U kunt daarbij de remhendel indrukken om het
aftappen van de olie te bespoedigen. Na het aftappen van de olie, het systeem met nieuwe
minerale olie vullen. Zie "Bijvullen van minerale olie en ontluchten". Gebruik uitsluitend
originele Shimano minerale olie.
Ruim de afgewerkte olie op overeenkomstig de landelijk geldende milieuwetgeving.
Lees de montage-instructies voor het “Bijvullen van minerale olie en
ontluchten” tesamen met deze montage-instructies.
Bereikafstelbout
■ Afstelling van het bereik
Draai de bereikafstelbout aan
(rechtsom) om het bereik smaller te
maken en draai deze los (linksom)
om het bereik breder te maken.
WAARSCHUWING
LET OP
■ Inrijgen van de wielspaken
Controleer of de spaken zijn ingeregen zoals aangegeven in de illustratie.
Radiaalmontage mag niet worden toegepast.
Rijg de spaken in zoals aangegeven in Afbeelding 1 hieronder voor de
linkerzijde van het voorwiel (de zijde waar de rotor gemonteerd is) en de linker
en rechter zijden van het achterwiel en zoals aangegeven in Afbeelding 2
hieronder voor de rechterzijde van het voorwiel.
Draairichting
van wiel
Linksvoor Linksachter Rechtsachter Rechtsvoor
Afb. 2Afb. 1
Afstelschroef voor
vrije slag
Rotor
Remblok
Raakpunt
Raakpunt van
remblok
■ Afstelling van de vrije slag
Wanneer de afstelschroef voor de vrije
slag wordt losgedraaid, neemt de vrije
slag van de remhendel toe, zodat u deze
op de gewenste instelling kunt afstellen.
Remblokhouder
Remhendel
Rotor
Slang
BR-M810
BL-M810
SM-RT79/M/L
SM-BH80-SB
Minerale Olie
Kabelsteun
Remblokeenheid
Metalen
remblokken
SM-HANG
SM-DB-OIL
D02S
Voor het verkrijgen van de beste prestaties wordt het aanbevolen gebruik te
maken van de onderstaande combinatie van onderdelen.
Rotormontagering
TL-LR10 / LR15
■ Monteren van de rotor
< Voorzijde >
• SM-RT79L (203mm)
• SM-RT79M (180mm)
• SM-RT79 (160mm)
< Achterzijde >
• SM-RT79L (203mm)
• SM-RT79M (180mm)
• SM-RT79 (160mm)
Aantrekkoppel:
40 - 50 N·m {400 - 500 kgf·cm}
Borgring van rotorbevestiging
TL-FC36
Aantrekkoppel:
40 - 50 N·m {400 - 500 kgf·cm}
Slang
Banjo
O-ringen
Inbussleutel 3 mm
Bij het gebruik van het speciaal gereedschap (TL-FC36) voor het verwijderen en
monteren van de rotorbevestigingsring, er op letten de buitenzijde van de rotor
niet met uw handen aan te raken. Draag handschoenen om uw handen tegen
verwonding te beschermen.
LET OP
Zuiger
SI-8FF0A-002-03
Dampstremming is een verschijnsel waarbij de olie binnen in het remsysteem verhit
raakt, waardoor water of luchtbellen die in het remsysteem aanwezig zijn gaan uitzetten.
Dit kan vervolgens een plotselinge toename in de remhendelslag veroorzaken.
* Montage-instructies in andere talen zijn beschikbaar op : http://techdocs.shimano.com
Opmerking: Specificaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving gewijzigd worden. (Dutch)
Aantrekkoppel:
5 - 6 N·m {50 - 60 kgf·cm}
Aantrekkoppel:
5 - 7 N·m {50 - 70 kgf·cm}
Bij remhendel uiteinde Bij remblokhouder uiteinde