NOT FOR REPRODUCTION
2 billygoat.com
Specificaties
AFMETINGEN
Totale lengte 31" (0.79 m)
Totale breedte 27" (0.69 m)27" (0.69 m)
Totale hoogte 48" (1.20 m)
Totaal gewicht van de eenheid 204 lbs (DL902HEU),207lbs
(DL1302HEU),267lbs
(DL1402SEEU, DL1802VEU,
DL1802VEEU)
Max Bediening op helling 25°
MOTOR
Past op modellen: DL902HEU
Motor: Model GX270UTQA2
Motor: Type Honda
Motor: Brandstofcapaciteit 5,6 qt (5,35 L)
Motor: Oliecapaciteit 1,16 qt (1,1 L)
MOTOR
Past op modellen: DL1302HEU
Motor: Model GX390UTQA2
Motor: Type Honda
Motor: Brandstofcapaciteit 6,9qt (6,5L)
Motor: Oliecapaciteit 1,16qt (1,1L)
MOTOR
Past op modellen: DL1402SEEU
Motor: Type EX400DS6030*1
Motor: Model Subaru
Motor: Brandstofcapaciteit 7,4qt (7,0L)
Motor: Oliecapaciteit 1,3qt (1,2L)
MOTOR
Past op modellen: DL1802VEU
Motor: Model 3564420298F1
Motor: Type Briggs and Stratton
Motor: Brandstofcapaciteit 9,00qt (8,52L)
Motor: Oliecapaciteit 1,75qt (1,66L)
MOTOR
Past op modellen: DL1802VEEU
Motor: Model 3564470299F1
Motor: Type Briggs and Stratton
Motor: Brandstofcapaciteit 9,00qt (8,52L)
Motor: Oliecapaciteit 1,75qt (1,66L)
Gebruiksveiligheid
Lees de veiligheidsregels die zijn uiteengezet in de
Algemene veiligheids- en garantiehandleiding die bij deze
gebruikershandleiding wordt meegeleverd in uw Billy
GoatDebris Loader onderdelenzak en literatuurassemblage.
Volg de regels nauw op. Het niet naleven van deze
voorschriften kan ertoe leiden dat u de controle over de
machine verliest of kan leiden tot ernstig persoonlijk of
dodelijk letsel voor u of omstanders of materiële schade aan
eigendommen of apparatuur.
De waarschuwingsdriehoek ( ) in de tekst duidt op
belangrijke voorzorgsmaatregelen of waarschuwingen die
moeten worden opgevolgd.
Onderdelenzak en literatuurassemblage
Onderdeel P/N
Garantiekaart 400972
Gebruikershandleiding 812508
Algemene veiligheids- en
waarschuwingshandleiding
100294
Geïllustreerd onderdelenboekje 812510
Veiligheidsvergrendelsysteem
Als de slangkoppeling is geïnstalleerd (zoals afgebeeld
in Figuur 1), is de schakelaar open en is de motor niet
geaard, zodat de motor kan draaien. De slang moet over de
schakelaar worden geïnstalleerd en de schakelhendel moet
de schakelaar inschakelen om de motor te starten.
NOT FOR REPRODUCTION
3
1
Veiligheidsstickers
2
Onderdeel Onderdeelnummer
A 811215
B 790232
C 790142
D 400268
E 400424
F 810736
G 100330
H 790301
I 100252
Verpakkingschecklist
Uw Billy Goat-vuilniscontainer wordt vanuit de fabriek in
één doos verzonden en vereist enige montage. U moet
de uitlaatelleboog, het mondstuk, de handvatlus voor het
NOT FOR REPRODUCTION
4 billygoat.com
mondstuk, de slangarmen, slangbanden, slangkoppeling
en klemmen monteren met behulp van de bijbehorende
hardware.
LEESalle veiligheidsinstructies voordat u het apparaat
monteert.
WEES VOORZICHTIGbij het verwijderen van de eenheid uit
de verpakking.
VOEG OLIE TOE aan de motor voordat u deze start.
Opmerking:Een batterij is niet inbegrepen! Uw Billy Goat-
puinlader heeft een 12V, 40AH, 240CCA min. U1-serie
groepsbatterij nodig voor de juiste pasvorm.
Verpakkingsonderdelen checklist
3
I.D. Onderdeel DL902HEU,
DL1302HEU,
DL1402SEEU
DL1802VEU,
DL1802VEEU
A Uitlaatbocht 813603 813603
B Slanggiekmontage 810880 (8"
DL9-13)
810868 (10"
DL14)
810868 (10")
C Giekkettingmontage 791117-S 791117-S
D Handvatmondstuk 791116-S 791116-S
E Mondstukvoeding 811007-S (8"
voor DL9-13)
811005-S (10"
voor DL14)
811005-S (10")
F Slangklem 810566 (8")
810706-01 (10")
810706-01 (10")
G Bandslanggiek 810880 (8")
810868 (10")
810868 (10")
I.D. Onderdeel DL902HEU,
DL1302HEU,
DL1402SEEU
DL1802VEU,
DL1802VEEU
H Slang 812390 (8" X
16.5')
811244 (8")
791033-S (10")
791033-S (10")
J Ring (mondstukvoeding) 8172020 8172020
K Bout (mondstukvoeding) 8041032 8041032
L Moer (mondstukvoeding) 8165002 8165002
M Moer (bandslanggiek) 8165001 8165001
N Bout (bocht) 8024058 8024058
O Moer (bocht) 8165003 8165003
P Bout (bandslanggiek) 8041013 8041013
Hardware voor de eerste
opstellingsmontage
4
I.D. Onderdeelnummer AANTAL
J 8172020 4
K 8041032 2
L 8165002 2
M 8165001 1
N 8024058 8
O 8165003 8
P 8041013 1
Q 791027 2
R 791057 1
Montage
Hoofdeenheid monteren
Dit apparaat moet vóór gebruik stevig worden bevestigd
aan een oplegger, vrachtwagenbed of ander soortgelijk
oppervlak. Gebruik dit apparaat niet in een vrijstaande
NOT FOR REPRODUCTION
5
positie. De eenheid is niet stabiel totdat deze op zijn plaats is
bevestigd. Bevestig de unit door de basis van de unit en het
montageoppervlak te bouten met behulp van 3/8"-bouten, met
ringen en borgmoeren.
5
Eerste opstellingsmontage
1. Bevestig de eenheid stevig aan het bed van een
vrachtwagen of aan een aanhangwagen, zodat de uitlaat
in een afgesloten container wordt geloosd.
2. Bevestig de slanggiek aan de slang door de arm door de
ringen aan de bovenkant van de behuizing te schuiven.
3. Schuif de slang op de inlaat van de behuizing en zorg
ervoor dat de uitschakelschakelaar onder de slang is
geplaatst (of dat het vacuüm niet start). Plaats vervolgens
de ratelriem (niet afgebeeld in 3) over en rond het
uiteinde van de slang om hem vast te maken aan de
behuizing.
4. Monteer de handgreep van het mondstuk op de
mondstukinlaat met behulp van bouten, ringen en moeren
(items J, K en L in de afbeelding)3).
5. Bevestig het gemonteerde mondstuk aan de slang met
de slangklem. Voordat u de slangklem vastdraait, plaatst
u de handgreep van het mondstuk omhoog wanneer de
slang wordt uitgerekt om draaien te voorkomen. Laad op
slangmontage tijdens inschakeling.
6. Monteer de slang om de slang en bevestig de ketting
tussen de flenzen van de slangband met behulp van een
tapbout en borgmoer. Bevestig de ketting aan de arm en
de schroef op de slangband. Zie “De slanggiek afstellen”
voor meer informatie.
7. Bevestig de uitlaatbocht stevig met de moeren en bouten
(items N en O in afbeelding4).
8. Installeer een standaard 12 volt gazon- en tuinaccu
“U1”-serie (niet meegeleverd) met minstens 240 koude
startkammen en een 40 ampère uur door gebruik te
maken van een batterijbeugel, duwbeugels, ringen
en borgmoeren. Alleen modellen DL1402SEEU en
DL1802VEEU hebben een batterij nodig.
9. Bevestig de rode batterijkabel aan de + aansluiting en de
zwarte batterijkabel aan - aansluiting op de batterij.
Bediening
Stofzuigen
Belangrijk:Als de machine is uitgeschakeld en de bougie is
losgekoppeld, controleer dan vóór elk gebruik de staat van de
vervangbare voering en vervang deze indien nodig.
Uitlaatrichting en afstand:Uitlaatrichting en -afstand
worden geregeld door de rotatie van de uitlaatbocht. Typisch
is het de bedoeling dat afval wordt afgevoerd naar de
achterzijde van de container. De richting van de uitlaat
wordt aangepast door de uitlaatbocht in de gewenste
richting te draaien en vervolgens de bocht aan de behuizing
te bevestigen met de meegeleverde hardware. Zie het
hoofdstuk Eerste installatie monteren voor instructies over het
monteren van de bocht.
VOORZICHTIG
De bocht is zwaar. Wees voorzichtig bij het verstellen.
Sta nooit recht onder de bocht terwijl u de richting van de
uitlaat verstelt. Richt de uitlaat nooit in een gebied waar
omstanders het pad van het puin kunnen passeren.
Inlaatwerking:Terwijl de volledig geassembleerde machine
draait, beweegt u het mondstuk in vloeiende bewegingen
over vuil. Zorg dat er altijd lucht in het mondstuk stroomt,
samen met het vuil. Blokkeer het mondstuk niet volledig
tijdens het stofzuigen omdat dit de prestaties vermindert en
verstopping vergroot.
6
NOT FOR REPRODUCTION
6 billygoat.com
Voor het verwijderen van zwaarder puin of vuil dat op de
grond is geplakt, schuift u het mondstuk naar voren om de
zuigkracht rond het vuil te concentreren.
7
Verstellen van de slanggiek
Een goede afstelling van de giek voorkomt dat de
meeste slangklompen ontstaan en maximaliseert de
vacuümprestaties door de slang recht en loodrecht op de
behuizing te houden. Breng een van de koppelingen naar
een ander gedeelte van de ketting omhoog of omlaag om
hoogteaanpassingen uit te voeren.
8
I.D. Beschrijving
A Slang
I.D. Beschrijving
B Slangband (strek de slang uit voordat
u vastklemt)
Slangonderhoud
Om de levensduur van de slang te verlengen, draait u de
slang periodiek en plaatst u het mondstuk en de koppeling op
de voorplaat van het apparaat. Dit zorgt ervoor dat de slang
niet aan slechts één zijde slijt, waardoor de levensduur wordt
verlengd.
Houd de slang zo recht mogelijk en vermijd scherpe bochten
tijdens het gebruik voor de beste pick-up en om klompen
te voorkomen. Sleep de slang nooit. Verwijder en berg de
slang altijd op voordat u het apparaat vervoert. Sla de slang
recht en plat op om flexibiliteit te behouden voor het volgende
gebruik.
Batterij-onderhoud
Deze procedure is alleen voor modellen met elektrische start.
Goed onderhoud kan de levensduur van een batterij
verlengen. Volg deze aanbevelingen om te zorgen voor de
beste prestaties van uw batterij en een lange levensduur:
• Zorg dat de batterijlading niet te laag wordt. Als de
machine niet wordt gebruikt, laadt u de batterij om de 4 -
6 weken op met een lader voor 2 ampère. Laat de motor
minstens 45 minuten draaien om de batterij op de juiste
manier op te laden.
• Bewaar een niet-gebruikte batterij in een droge ruimte die
niet bevriest.
• Laad een reeds opgeladen batterij niet op. In theorie
kunt u onze batterij niet overladen met een druppellader;
Wanneer een batterij echter volledig is opgeladen en
de lader nog steeds is ingeschakeld, genereert deze
warmte die schadelijk kan zijn voor de batterij. Een
volledig opgeladen batterij zal 12V-13,2V lezen met een
voltmeter.
• Probeer de motor niet te starten als de batterij bijna leeg
is.
Onderhoudsprocedures
Een verstopte slang ontstoppen
Terwijl de motor loopt en de eenheid is bevestigd aan een
aanhanger, vrachtwagenbed of ander soortgelijk oppervlak,
moet u de slang in een rechte lijn volledig uitrekken om de
verstopping los te maken. Als de verstopping niet verdwijnt,
schakel het apparaat dan uit en laat de motor volledig tot
stilstand komen. Verwijder de slang en maak de slangklomp
handmatig schoon.
VOORZICHTIG
Het verstopte puin kan scherp zijn. Draag altijd stevige
handschoenen bij het verwijderen van klompen.
Een verstopte behuizing of uitlaatbocht
ontstoppen
NOT FOR REPRODUCTION
7
1. Schakel de motor uit en wacht tot de rotor helemaal tot
stilstand is gekomen.
2. Ontkoppel bougiekabels en batterijkabels.
3. Verwijder de slang uit de behuizing en bepaal waar de
verstopping zich bevindt.
4. Maak indien mogelijk de verstopping vrij via de
inlaatopening. Mogelijk moet de inlaatadapter worden
verwijderd om toegang te krijgen tot de behuizing.
5. Als de verstopping in de bocht zit, verwijder dan
voorzichtig de bocht en haal de verstopping weg.
VOORZICHTIG
Bocht is erg zwaar. Sta niet direct onder de bocht tijdens
het verwijderen.
GEVAAR
De verstopping kan scherpe materialen bevatten. Maak de
verstopping schoon met stevige handschoenen.
6. Sluit de vonkdraad opnieuw aan.
De voering vervangen
1. Verwijder de riem waarmee de slang aan de voorplaat is
bevestigd.
2. Wrik de slang voorzichtig van de voorplaat.
3. Verwijder de voorplaat. Gebruik een 1/2"-sleutel om de
moeren van de voorste plaat los te maken. Schuif de
voorplaat weg en leg opzij.
Opmerking:DL9-13-serie heeft zes (6) voorplaatmoeren.
DL14-18-serie heeft tien (10) moeren. DL29-37-serie heeft
twaalf (12) moeren.
4. Verwijder de bocht. Gebruik een 9/16"-sleutel om de acht
(8) bouten en moeren los te maken waarmee de bocht
aan de flens van de behuizing is bevestigd.
VOORZICHTIG
Bocht is erg zwaar. Sta niet direct onder de bocht tijdens
het verwijderen.
5. Verwijder de tien (10) bouten en moeren waarmee de
voering aan de behuizing is bevestigd. Gebruik een
inbussleutel van 3/16 inch op de knopbouten. Gebruik
tegelijkertijd een 1/2"-sleutel op de moeren om de
hardware los te maken.
6. Met de hardware waarmee de voering is bevestigd,
verwijderd, reikt u in de overgang van bocht naar
behuizing. Pak de voering vast en trek deze uit de
bovenkant van de overgang.
7. Schuif de nieuwe voering in de behuizing via de overgang
van bocht naar behuizing. Bevestig de hardware die in
stap 5 is verwijderd opnieuw om de nieuwe voering aan
de behuizing te bevestigen.
8. Draai stap 2-4 om. Wanneer u de slang
opnieuw aanbrengt, plaatst u de slang over de
veiligheidsvergrendelingsschakelaar. Zie de sectie
Veiligheidsvergrendeling van deze handleiding voor meer
informatie.
De waaier vervangen
1. Wacht tot de motor is afgekoeld en trek de bougiekabels
aan beide zijden van de motor los.
2. Maak de negatieve (zwarte) batterijkabel los van de
batterij.
3. Haal de slang uit de eenheid.
4. Maak de slang los van de giekmontage.
5. Verwijder de inlaatbehuizing met een 9/16" dopsleutel en
sleutel om 12 borgmoeren te verwijderen. Zorg ervoor dat
het inlaatmontage opzij ligt, zonder de kabelboom van de
veiligheidsschakelaar te zwaar te belasten.
6. Verwijder de waaierbout en de borgring met behulp van
een slagmoersleutel. Zie afbeelding9.
9
7. Schuif de waaier eruit.
8. Wanneer de waaier vrij is van de motoras, lijnt u de
waaier uit met de opening en trekt u deze recht uit de
behuizing.
9. Monteer de nieuwe waaier in omgekeerde volgorde met
een nieuwe waaierbout, onderlegring en borgring.
10. Draai de rotorbout vast. Koppel de rotorbout aan tot
33-38 ft.lbs (45-52 N.m) voor de DL9-18-serie. Koppel
de rotorbout aan tot 175-180 ft.lbs (237-244 N.m) voor
DL29-37-serie.
11. Herhaal stap 2 tot en met 5 in omgekeerde volgorde.
12. Installeer de bougiekabels.
De accu opladen
Laat de motor minstens 45 minuten draaien om de batterij op
de juiste manier op te laden. Als de batterij leeg raakt, moet u
een druppellader gebruiken om hem op te laden.
NOT FOR REPRODUCTION
8 billygoat.com
OPGEPAST De lader moet een uitgang hebben van
12 volt bij niet meer dan 2 ampère. Het gebruik van een
lader met hogere versterkers zal aanzienlijke schade
veroorzaken aan de batterij.
• Bij 1 amp moet de batterij mogelijk 48 uur worden
opgeladen.
• Bij 2 amp moet de batterij mogelijk 24 uur worden
opgeladen.
Opmerking:Met behulp van de terugloopstarter laadt de
motor NIET een lege of sterk ontladen batterij op.
Opmerking:Wanneer de batterij volledig is opgeladen,
koppelt u eerst de oplader los van het stopcontact. Koppel
vervolgens de draden van de batterijlader los van de
batterij. Als de draden van de batterijlader op de batterij zijn
aangesloten, ontlaadt de batterij zichzelf.
NOT FOR REPRODUCTION
9
Periodiek onderhoud
Onderhouds Werkzaamheid Ieder gebruik elke 50 uur elke 100 uur elke 250 uur elke 300 uur
Controleer het motoroliepeil X
Motorolie verversen X
Controleer luchtfilter X
Maak luchtfilter schoon X*
Vervang het luchtfilter X*
Bougie controleren/afstellen X
De bougie te vervangen X
Inspecteer de batterij op corrosie of lekken X
Inspecteer de accupool op corrosie X
Controleer/verstel de klepspelingen X
Controleer de dikte van de vervangende voering op
slijtage
X
Controleer de motor en verwijder deze X
Reinig de slang X
Inspecteer op losse, versleten of beschadigde
onderdelen
X
Controleer op overmatige trillingen X
Reinig wagenvuller X
Controleer de staat van de brandstofleidingen X
Controleer de dichtheid van de hardware X
* Of indien nodig
NOT FOR REPRODUCTION
11
Probleemoplossingstabel
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Zal niet stofzuigen of heeft slechte
vacuümprestaties
• Mondstuk is begraven in puin
• Slang of uitlaat is verstopt
• Overmatige hoeveelheid puin
• Trek het mondstuk uit de puin
• Ontstop de slang of uitlaat (zie het hoofdstuk
Onderhoud voor meer informatie)
Motor start niet (Starter doet het niet)
• Batterij is bijna of helemaal leeg
• De accukabel is losgekoppeld of de accupool
is gecorrodeerd
• Kabelboom is slecht of losgekoppeld van
vergrendelingsschakelaar
• Laad de batterij op of vervang deze als de
batterij geen lading kan houden
• Reinig de accupool en de kabel en sluit
vervolgens opnieuw aan
• Installeer de slangkoppeling stevig
op het apparaat en controleer of de
vergrendelingsschakelaar is ingeschakeld
door de hendel
• Controleer de kabelboomverbinding
Motor slaat wel aan, maar wil niet starten.
• Gashendel en/of stopschakelaar staat in de
“UIT”-stand
• De motor is zonder benzine
• Benzine in de motor is slecht of oud
• Bougiekabel is niet aangesloten
• Het luchtfilter is vies
• Controleer stopschakelaars, gasklep en
benzine
• Sluit de bougiekabel aan
• Reinig of vervang de luchtfilter
• Neem zo nodig contact op met gekwalificeerd
onderhoudspersoneel
Motor is vergrendeld en stopt niet
• Puin zit vast in de waaier
• Motor heeft prestatieproblemen
• Zie het gedeelte Onderhoud “Een verstopte
behuizing of uitlaatbocht ontstoppen” en volg
de instructies
• Neem contact op met een onderhoudsdealer
bij motorproblemen
Motor blijft niet aan Oliereservoir te vol Tap olie af en vul bij tot het juiste niveau is bereikt.
NOT FOR REPRODUCTION
12 billygoat.com
Accessoires
Slangvervangingskits Uitlaatslangenkits Oplegger DL
Standaard op DL-eenheden. Lange, heldere
polyurethaanslang. Verkrijgbaar in diameters van
8", 10", 12" en 14".
Verlengt de uitlaatafstand met behulp van een
flexibele polyurethaan of stalen slang.
Zware veerasoplegger ontworpen voor het
slepen van uw DL. Hiermee kan de unit worden
gemonteerd voor ophaling aan de achterkant.
8" x 16,5' slang P/N 812390 (alleen DL902HEU)
8" x 10' slang P/N 811244 (DL1302H,
DL1302HEU)
10" x 10' slang P/N 791033 (DL1402SE,
DL1402SEEU, DL1802V, DL1802VE, DL1802VEU,
DL1802VEEU)
12" x 10' slang P/N 791034 (DL2901VE/VEMM)
14"x 10' slang P/N 792208 (DL3701VE)
7" x 5' flexibele polyurethaanslang S/N 812300
8" x 5' flexibele polyurethaanslang S/N 791107
8" x 5' flexibele stalen slang, P/N 791106
Veerasoplegger P/N 791152 (ALLEEN DL29-37-
serie)
Hangende uitbreidingsset Swingende trekhaak Uitlaatverlengset
Hiermee kan de DL aan een verticaal zijpaneel
hangen (niet voor gebruik tijdens transport).
Hiermee kan de DL worden vastgemaakt aan een
trekhaak en worden uitgetrokken voor eenvoudiger
opruimen.
Vergroot de hoogte van de uitlaatelleboog.
P/N 812260 (ALLEEN DL9-18-serie) P/N SAH34 (ALLEEN DL9-18-serie) 15,63" Extensie P/N 812123-S (DL9-18-serie)
12" Extensie P/N 792117-S (DL29-37-serie)
18" Extensie P/N 792113-S (DL29-37-serie)
24" Extensie P/N 792119-S (DL29-37-serie)
NOT FOR REPRODUCTION
NOT FOR REPRODUCTION
-
1
-
2
-
3
-
4
-
5
-
6
-
7
-
8
-
9
-
10
-
11
-
12
-
13
