Datalogging
Het interne datalogger-geheugen kan tot 500 metingen opslaan. De metingen kunnen manueel, met
een druk op de knop, of automatisch, tegen een geprogrammeerde testsnelheid, worden
opgeslagen.
Testsnelheid
De testsnelheid kan worden ingesteld op 0 (manueel), 1, 2, 5, 10, 30, 60, 600, 1800 of 3600
seconden.
1. Met de meter UIT, druk en houd de HOLD en REC knop ingedrukt.
2. Druk op de POWER knop.
3. Wanneer het display de testsnelheid toont, laat de HOLD en REC knop los.
4. Gebruik de UNIT knop om de gewenste testsnelheid te kiezen.
5. Druk op de REC knop om de keuze op te slaan. De meter produceert drie tonen. Dit geeft
aan dat de testsnelheid succesvol is opgeslagen.
6. Volg de automatische of manuele dataloggingsprocedures in de volgende paragrafen.
7. Zet de meter uit om terug te keren naar de normale werking.
Automatische datalogging
1. Stel de gewenste testsnelheid in zoals beschreven (niet instellen op ‘0’).
2. Zet de meter uit en dan aan.
3. Druk op de REC knop om de dataloggingsfunctie te openen. Het REC symbool verschijnt op
het display (linkerbovenhoek).
4. Druk op de LOGGER knop om het dataloggen te starten. Het display geeft kort de
testsnelheid aan en de REC indicator knippert.
5. U hoort een geluidstoon telkens een meting wordt opgeslagen.
6. Druk de LOGGER knop gedurende ingedrukt om het dataloggen te pauzeren/hervatten.
7. Druk en houd de REC knop gedurende 2 seconden ingedrukt om de dataloggingsmodus te
verlaten.
Manuele datalogging
1. Stel de testsnelheid in op ‘0’ zoals hiervoor beschreven.
2. Zet de meter uit en dan aan.
3. Druk op de REC knop om de dataloggingsfunctie te openen. Het REC symbool verschijnt
op het display.
4. Druk op de LOGGER knop. Het display geeft kort de ‘0’ testsnelheid aan.
5. Druk nogmaals op de LOGGER knop om een gegevenspunt te loggen. De REC indicator
knippert en u hoort een geluidstoon. Herhaal deze stap om het gewenste aantal metingen
op te slaan.
6. Druk en houd de REC knop gedurende 2 seconden ingedrukt om de dataloggingsmodus te
verlaten.
Het geheugen wissen
1. Met de meter UIT, druk en houd de HOLD en REC knop ingedrukt.
2. Druk op de POWER knop.
3. Wanneer het display de testsnelheid toont, laat de HOLD en REC knop los.
4. Druk en houd de REC knop gedurende > 5 seconden ingedrukt. Het display geeft 0 aan als
het geheugen is gewist.
5. Zet de meter uit om terug te keren naar de normale werking.