Bosch pie 611 t14e de handleiding

Categorie
Kookplaten
Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

PIB6..E1.., PIE6..T1.., PIL8..T1..
*9000308253* 9000308253
[de] Gebrauchsanleitung..........................2
[nl] Gebruiksaanwijzing...................................... 12
[fr] Mode d’emploi ...............................................21
[it] Istruzioni per l’uso..........................................30
7
Aufheizen und Warmhalten
Eintopf (z. B. Linsen)
Milch**
In Wasser gegarte Würste**
1-2
1.-2.
3-4
-
-
-
Auftauen und Erwärmen
Tiefgehlter Spinat
Tiefgehltes Gulasch
2.-3.
2.-3.
5-15 Min.
20-30 Min.
Auf kleiner Flamme kochen und garen
Kartoffelklöße
Fisch
Weiße Saucen, z. B. Béchamel
Aufgeschlagene Saucen, z. B. Bernaise, Hollandaise
4.-5.*
4 -5*
1-2
3-4
20-30 Min.
10-15 Min.
3-6 Min.
8-12 Min.
Kochen, Dampfgaren, Anbraten
Reis (mit doppelter Wassermenge)
Milchreis
Pellkartoffeln
Salzkartoffeln
Pasta
Eintopf, Suppen
Gemüse
Tiefgehltes Gemüse
Eintopf mit dem Schnellkochtopf
2-3
2-3
4-5
4-5
6 -7*
3.-4.
2.-3.
3.-4.
4.-5.
15-30 Min.
25-35 Min.
25-30 Min.
15-25 Min.
6-10 Min.
15-60 Min.
10-20 Min.
7-20 Min.
-
Schmoren
Rouladen
Schmorbraten
Gulasch
4-5
4-5
3.-4.
50-60 Min.
60-100 Min.
50-60 Min.
Braten**
Filet, natur oder paniert
Filet, tiefgekühlt
Kotelett, natur oder paniert
Steak (3 cm dick)
Geflügelbrust (2 cm dick)
Geflügelbrust, tiefgekühlt
Fisch und Fischfilet, natur
Fisch und Fischfilet, paniert
Tiefgekühlter, panierter Fisch, z. B. Fischstäbchen
Krabben und Garnelen
Tiefkühlgerichte, z. B. Bratgerichte
Pfannkuchen
Omelett
Spiegelei
6-7
6-7
6-7
7-8
5-6
5-6
5-6
6-7
6-7
7-8
6-7
6-7
3.-4.
5-6
6-10 Min.
8-12 Min.
8-12 Min.
8-12 Min.
10-20 Min.
10-30 Min.
8-20 Min.
8-20 Min.
8-12 Min.
4-10 Min.
6-10 Min.
nacheinander frittieren
nacheinander frittieren
3-6 Min.
Frittieren** (150-200g nacheinander in 1-2 l Öl)
Tiefkühlprodukte, z. B. Pommes frites, Hähnchen-Nuggets
Kroketten, tiefgekühlt
Fleischbällchen
Fleisch, z. B. Hühnerteile
Fisch, paniert oder im Bierteig
Gemüse, Pilze, paniert oder im Bierteig, z. B. Champignons
Konditoreiware, z. B. Windbeutel, Früchte im Bierteig
8-9
7-8
7-8
6-7
6-7
6-7
4-5
nacheinander frittieren
Fortkochstufe Fortkochdauer in
Minuten
* Fortkochen ohne Deckel
** ohne Deckel
12
é Inhoudsopgave
Raadgevingen en waarschuwingen omtrent de veiligheid...12
Veiligheidsaanwijzingen.................................................................. 12
Oorzaken van schade..................................................................... 13
Bescherming van het milieu....................................................14
Verwijdering van afvalstoffen op een milieuvriendelijke manier
............................................................................................................. 14
Tips om energie te besparen ........................................................ 14
Koken op Inductie .................................................................... 14
Voordelen van het Koken op Inductie ......................................... 14
Geschikte pannen............................................................................ 14
Het apparaat leren kennen ......................................................15
Het bedieningspaneel ..................................................................... 15
De kookzones................................................................................... 15
Restwarmte-indicator....................................................................... 15
Programmeren van de kookplaat...........................................16
In- en uitschakelen van de kookplaat .......................................... 16
De kookzone afstellen .................................................................... 16
Kooktabel .......................................................................................... 16
Kinderslot.................................................................................. 17
Het activeren en deactiveren van het kinderslot ....................... 17
Het permanente kinderslot inschakelen of uitschakelen........ 17
Functie Powerboost ................................................................. 18
Gebruiksbeperkingen ..................................................................... 18
Activeren............................................................................................ 18
Uitschakelen ..................................................................................... 18
Automatische tijdslimiet.......................................................... 18
Basisinstellingen...................................................................... 18
Naar de basisinstellingen gaan .................................................... 19
Onderhoud en reiniging .......................................................... 19
Kookplaat .......................................................................................... 19
Omlijsting van de kookplaat .......................................................... 19
Repareren van storingen........................................................ 19
Normaal geluid tijdens de werking van het apparaat............... 20
Servicedienst............................................................................ 20
Produktinfo
Meer informatie over producten, accessoires, onderdelen en
diensten vindt u op het internet: www.bosch-home.com en in
de online-shop: www.bosch-eshop.com
ã=Raadgevingen en waarschuwingen omtrent de veiligheid
Lees deze instructies aandachtig door. Alleen dan kunt u het
apparaat op de juiste wijze gebruiken.
Bewaar de gebruiks- en montage-instructies. Indien u het
apparaat aan iemand anders overdraagt, geef dan ook de
documentatie van het apparaat mee.
Controleer het apparaat na het uitpakken. Indien het apparaat
schade heeft opgelopen tijdens het transport, schakel het dan
niet in, maar neem contact op met de technische dienst en leg
de veroorzaakte schade schriftelijk vast. Doet u dat niet, dan
gaat elk recht op een schadevergoeding verloren.
Veiligheidsaanwijzingen
Dit apparaat werd uitsluitend voor huishoudelijk gebruik
ontworpen. De kookplaat mag uitsluitend gebruikt worden voor
het bereiden van voedsel. Laat het apparaat niet onbeheerd
achter als het aan staat.
Veilig gebruik
Voor een veilig gebruik van dit apparaat mogen volwassenen
en kinderen die wegens
lichamelijke, zintuiglijke of psychische beperkingen,
onervarenheid of onwetendheid
niet bekwaam zijn om dit apparaat te gebruiken, dat alleen
doen onder toezicht van een verantwoordelijk volwassen
persoon.
Houd kinderen in de gaten en voorkom dat zij met het apparaat
gaan spelen.
Olie en vet zijn te warm
Brandgevaar!
De hete olie en vet zijn gemakkelijk ontvlambaar. Laat
oververhitte olie of oververhit vet niet onbewaakt achter. Indien
de olie of het vet vlam vat, blus het vuur dan nooit met water.
Doof de vlammen met een doek of een bord. Schakel de
kookzone uit.
Het bereiden van voedsel au bain-marie
Met de bereidingswijze au bain-marie kan het voedsel worden
verwarmd in een pan die op zijn beurt in een grotere pan water
wordt geplaatst. Zo wordt het voedsel op langzame en
constante wijze verwarmd, door middel van het warme water en
niet rechtstreeks door de warmte van de kookzone. Bij het
bereiden van voedsel au bain-marie moet worden vermeden
dat blikken, glazen flessen of andere materialen in aanraking
komen met de bodem van de pan water, om te voorkomen dat
het glas van de plaat en de pan breken door oververhitting van
de kookzone.
Hete kookplaat
Gevaar van brandwonden!
Raak hete kookzones niet aan. Houd kinderen uit de buurt van
de kookplaat.
Brandgevaar!
Leg nooit ontvlambare voorwerpen op de kookplaat.
Bewaar geen ontvlambare voorwerpen of spuitbussen in de
laden onder de kookplaat.
Vochtige bodems van pannen en vochtige kookplaten
Gevaar van verwondingen!
Als zich vocht tussen de bodem van de pan en de kookzone
bevindt, kan dit dampdruk veroorzaken. Bijgevolg zou de pan
kunnen opspringen. Zorg ervoor dat de kookzone en de
bodem van de pan altijd droog zijn.
Barsten in de kookplaat
Gevaar van elektrische ontlading!
Sluit het apparaat van het verdeelnet af indien de kookplaat
stuk of gebarsten is.
Neem contact op met de technische dienst.
13
De kookzone verwarmt, maar de visuele indicatie werkt niet
Gevaar voor brandwonden!
Schakel de kookzone uit als de indicator niet werkt. Neem
contact op met de technische dienst.
De kookplaat wordt uitgeschakeld
Brandgevaar!
Als de kookplaat automatisch uitgaat en niet kan worden
gebruikt, kan hij op een later tijdstip alsnog vanzelf aan gaan.
Om dit te voorkomen moet de kookplaat van de stroom worden
afgesloten. Neem contact op met de technische dienst.
Plaats geen metalen voorwerpen op de inductieplaat
Gevaar voor brandwonden!
Laat geen messen, vorken, lepels, deksels of andere metalen
voorwerpen op de kookplaat liggen; deze kunnen heel snel
heet worden.
Onderhoud van de ventilator
Gevaar van beschadiging!
Deze plaat is uitgerust met een ventilator, die zich aan de
onderzijde bevindt. Indien er zich onder de kookplaat een lade
bevindt, mogen daar geen kleine of papieren voorwerpen in
worden bewaard. Als deze namelijk worden geabsorbeerd
kunnen ze de ventilator beschadigen of de koeling
verslechteren.
Attentie!
Tussen de inhoud van de lade en de inlaat van de ventilator
moet een afstand van ten minste 2 cm worden aangehouden.
Onjuist uitgevoerde reparaties
Gevaar van een elektrische ontlading!
Onjuist uitgevoerde reparaties zijn gevaarlijk. Zet het apparaat
uit als het defect is. Neem contact op met de technische dienst.
Het repareren en vervangen van defecte aansluitkabels mag
uitsluitend uitgevoerd worden door behoorlijk opgeleid
personeel van de Technische Dienst.
Attentie!
Dit apparaat voldoet aan de reglementeringen inzake de
veiligheid en de elektromagnetische compatibiliteit. Personen
met een pacemaker dienen uit de buurt te blijven van het
apparaat als dat aan staat. Het is onmogelijk om te garanderen
dat 100% van deze mechanismen die op de markt zijn voldoen
aan de geldige regelgeving omtrent elektromagnetische
compatibiliteit en dat er zich geen interferenties voordoen die
de juiste werking in gevaar brengen. Ook is het mogelijk dat
personen met andere soorten mechanismen, zoals
hoorapparaten, enige vorm van hinder kunnen ondervinden.
De kookplaat uitschakelen
Schakel de kookplaat na elk gebruik altijd uit met de
hoofdschakelaar. Wacht niet tot de kookplaat automatisch
uitschakelt bij het ontbreken van een pan.
Oorzaken van schade
Attentie!
Ruwe bodems van pannen kunnen krassen op de kookplaat
veroorzaken.
Plaat nooit lege plannen op de kookzones. Dit kan schade
veroorzaken.
Plaats geen hete pannen op het bedieningspaneel, de
indicatorzones of op de omlijsting van de kookplaat. Dit kan
schade veroorzaken.
Als er harde of scherpe voorwerpen op de kookplaat vallen,
kan dit de plaat beschadigen.
Aluminiumfolie en plastic bakken smelten als ze op een hete
kookzone gelegd worden. Het gebruik van beschermplaten
op de kookplaat wordt afgeraden.
Algemeen overzicht
In de onderstaande tabel vindt u de meest voorkomende
vormen van schade:
Schade Oorzaak Maatregel
Vlekken Gemorst voedsel Verwijder gemorst voedsel onmiddellijk met een glasschraper.
Ongeschikte reinigingsproducten Gebruik reinigingsproducten die geschikt zijn voor kookplaten.
Krassen Zout, suiker en zand Gebruik de kookplaat niet als werkoppervlak of steun.
Ruwe bodems van pannen kunnen
krassen op de vitroceramische plaat
veroorzaken
Controleer de pannen.
Verkleuringen Ongeschikte reinigingsproducten Gebruik reinigingsproducten die geschikt zijn voor kookplaten.
Aanraking van de pannen Til kookpannen en koekenpannen op om ze te verplaatsen.
Afbladderingen Suiker, levensmiddelen met een hoog
suikergehalte
Verwijder gemorst voedsel onmiddellijk met een glasschraper.
14
Bescherming van het milieu
Pak het apparaat uit en gooi het verpakkingsmateriaal op
milieuvriendelijke wijze weg.
Verwijdering van afvalstoffen op een
milieuvriendelijke manier
Tips om energie te besparen
Doe altijd de bijbehorende deksel op de pan. Bij koken
zonder deksel op de pan is het energieverbruik vier keer zo
hoog.
Gebruik pannen met een dikke en vlakke bodem. Pannen
met bolle bodems verhogen het energieverbruik.
De diameter van de bodem van de pan moet overeenkomen
met de afmeting van de kookzone. Deze is over het
algemeen groter dan de diameter van de bodem van de pan.
Indien de diameter van de pan niet overeenkomt met die van
de kookzone, is het beter dat deze groter is dan de afmeting
van de kookzone. Zo niet, dan gaat de helft van de energie
verloren. Controleer: Of de fabrikant de diameter van de
bovenkant van pan heeft aangegeven.
Kies pannen met een afmeting die geschikt is voor de
hoeveelheid voedsel die u gaat bereiden. Een grote pan die
maar halfvol is, verbruikt veel energie.
Kook met weinig water. Zo wordt energie bespaard en blijven
bovendien vitamines en mineralen van de groente behouden.
Selecteer een lagere kookstand.
Koken op Inductie
Voordelen van het Koken op Inductie
Koken op Inductie betekent een radicale verandering van de
traditionele wijze van verwarmen, aangezien de warmte
rechtstreeks in de pan wordt gegenereerd. Daarom biedt het
een aantal voordelen:
Tijdbesparing bij het koken en frituren; doordat de pan
rechtstreeks wordt verwarmd.
Dit werkt energiebesparend.
Eenvoudiger in onderhoud en reiniging Overgelopen
voedingswaren verbranden minder snel.
Kook- en veiligheidscontrole; de plaat levert energie of stopt
de energietoevoer onmiddellijk als op de controleknop
gedrukt wordt. De inductiekookzone levert geen warmte meer
af als de pan wordt weggenomen, ook al wordt het apparaat
voor die tijd niet uitgeschakeld.
Geschikte pannen
Ferromagnetische pannen
Uitsluitend geschikt voor inductiekoken zijn ferromagnetische
pannen zoals van:
geëmailleerd staal
gietijzer
speciale pannen voor inductie van roestvrij staal.
Kijk, om te weten of de pannen geschikt zijn, of ze worden
aangetrokken door een magneet.
Speciale pannen voor inductie
Er bestaat een ander soort pannen speciaal voor inductie, met
een geheel ferromagnetische bodem. Controleer de diameter,
deze kan zowel van invloed zijn op de pandetectie als op het
kookresultaat.
Niet geschikte pannen
Gebruik nooit pannen van:
dun normaal staal
glas
aardewerk
koper
aluminium
Kenmerken van de bodem van de pan
De kenmerken van de bodem van de pannen kunnen invloed
hebben op de homogeniteit van het kookresultaat. Pannen die
gemaakt zijn van materialen die warmte verspreiden, zoals
"sandwich" pannen van roestvrij staal, verdelen de warmte op
gelijkmatige wijze, waardoor tijd en energie worden bespaard.
Geen pan of ongeschikte afmeting
Als er geen pan op de geselecteerde kookzone wordt geplaatst
of als deze niet van het geschikte materiaal is of geen
geschikte afmeting heeft, knippert de kookstand op de
indicator van de kookzone. Plaats een geschikte pan, zodat het
knipperen stopt. Als er meer dan 90 seconden wordt gewacht
gaat de kookzone automatisch uit.
Lege pannen of pannen met een dunne bodem
Verwarm geen lege pannen en gebruik geen pannen met
dunne bodem. De kookplaat is uitgerust met een intern
veiligheidssysteem, maar een lege pan kan zo snel heet
worden dat de functie “automatisch uitschakelen" geen tijd
heeft om te reageren, waardoor de temperatuur erg kan
oplopen. De bodem van de pan kan smelten en het glas van de
kookplaat beschadigen. Raak in dat geval de pan niet aan en
schakel de kookzone uit. Als het apparaat na het afkoelen niet
werkt, neem dan contact op met de technische dienst.
Pandetectie
Iedere kookzone heeft een minimumlimiet voor pandetectie, die
afhankelijk is van het materiaal van de pan die wordt gebruikt.
Daardoor mag alleen de kookzone worden gebruikt die het
meest geschikt is voor de pan.
Dubbele of driedubbele kookzone
Deze zones kunnen pannen van verschillende afmetingen
herkennen. Afhankelijk van het materiaal en de eigenschappen
van de pan, past de zone zich automatisch aan en wordt alleen
de enkele zone geactiveerd, ofwel de hele zone, waarbij het
geschikte vermogen wordt geleverd voor goede
kookresultaten.
Dit apparaat is geïdentificeerd conform de Richtlijn
betreffende Afgedankte Elektrische en Elektronische
Apparatuur WEEE 2002/96/EG. Deze richtlijn
omschrijft het kader voor de recyclage en het
hergebruik van afgedankte apparaten binnen het hele
Europese grondgebied.
15
Het apparaat leren kennen
Deze gebruiksinstructies kunnen op de diverse kookplaten
toegepast worden. Op pagina 2 staat een algemeen overzicht
van de modellen met informatie over hun afmetingen.
Het bedieningspaneel
Bedieningsvlakken
Bij het aanraken van een symbool wordt de overeenkomstige
functie geactiveerd.
Aanwijzingen
De instellingen wijzigen niet als er verschillende symbolen
tegelijk aangeraakt worden. Hierdoor kan de
programmeerzone worden gereinigd in geval van gemorst
voedsel.
Zorg ervoor dat de bedieningsvlakken altijd droog zijn. Vocht
heeft een negatieve invloed op de werking.
De kookzones
Restwarmte-indicator
De kookplaat beschikt over een restwarmte-indicator in elke
kookzone, die aanduidt welke nog warm zijn. Raak kookzones
met die indicatie niet aan.
Ook als de plaat uitgeschakeld is,blijft
œ/, branden zo lang de
kookzone warm is.
Als de pan van de plaat genomen wordt voordat de kookzone
uitgeschakeld is, verschijnen afwisselend de indicator
œ/ en
de geselecteerde kookstand.
$DQZLM]LQJHQYRRUGH
YHUPRJHQVVWDQG³É
GHRSHUDWLRQDOLWHLW¯
GHUHVWZDUPWH¤
GH3RZHUERRVWIXQFWLH°
%HGLHQLQJVYODNYRRU
#KHWNLQGHUVORW
%HGLHQLQJVYODN
YRRUGH
KRRIGVFKDNHODDU
%HGLHQLQJVYODNNHQ
YRRUKHW
VHOHFWHUHQYDQGH
YHUPRJHQVVWDQG
%HGLHQLQJVYODNYRRU
GH
ÃZDUPKRXG]RQH
Kookzone Activeren en deactiveren
$
Enkelvoudige kookzone Gebruik een pan met de geschikte maat.
æ
Braadzone De zone wordt automatisch ingeschakeld als een pan gebruikt wordt waarvan
de bodem dezelfde maat heeft als de buitenste zone.
q
Resistieve warmhoudzone*
Druk op symbool
Û.**
* Activering van de kookzone: De overeenstemmende indicator gaat branden.
** De restwarmte-indicator gaat branden.
Gebruik enkel pannen die geschikt zijn voor koken op inductie, zie hoofdstuk “Geschikte pannen".
16
Programmeren van de kookplaat
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe een kookzone kan worden
afgesteld. In de tabel staan de kookstanden en de
bereidingstijden voor verschillende gerechten vermeld.
In- en uitschakelen van de kookplaat
De kookplaat wordt in- en uitgeschakeld met de
hoofdschakelaar.
Inschakelen: druk op het symbool
%. De indicator boven de
hoofdschakelaar zal gaan branden. De kookplaat is klaar om te
werken.
Uitschakelen: druk op het symbool
% tot de indicator boven de
hoofdschakelaar dooft. Alle kookzones zijn uitgeschakeld. De
indicator voor de restwarmte zal blijven branden tot de
kookzones voldoende afgekoeld zijn.
Aanwijzing: De kookplaat wordt automatisch uitgeschakeld als
de kookzones langer dan 20 seconden gedoofd zijn.
De kookzone afstellen
Selecteer de gewenste kookstand met de symbolen + en -.
Kookstand 1 = minimumvermogen.
Kookstand 9 = maximumvermogen.
Elke kookstand beschikt over een tussenliggende afstelling.
Deze wordt aangegeven met een punt.
Selecteer de kookstand.
De kookplaat moet ingeschakeld zijn.
1. Druk op het symbool + of - van de gewenste kookzone. Op
de visuele indicator gaat
branden.
2. Druk tijdens de volgende 10 seconden, op het symbool + of -
. De basisinstelling wordt weergegeven.
Symbool + kookstand 9.
Symbool - kookstand 4.
3. De kookstand wijzigen: druk op het symbool + of - tot de
gewenste kookstand verschijnt.
Schakel de kookzone uit
Druk op het symbool + of - tot
verschijnt. De kookzone wordt
uitgeschakeld als de restwarmte-indicatie verschijnt.
Aanwijzing: Als er geen pan op de inductiekookzone geplaatst
wordt, zal de gekozen kookstand beginnen knipperen. Na het
verstrijken van een tijd gaat de kookzone uit.
Kooktabel
In de volgende tabel worden enkele voorbeelden gegeven.
De bereidingstijden zijn afhankelijk van de kookstand, het type,
het gewicht en de kwaliteit van het voedsel. Daarom zijn er
variaties.
De kookstanden beïnvloeden het kookresultaat.
Roer puree, gebonden soep en dikke sauzen af en toe om.
Gebruik de kookstand 9 als u begint te koken.
 
Doorkook-
stand
Doorkookduur in minuten
Smelten
Chocolade, chocoladeglazuur, boter, honing
Gelatine
1-1.
1-1.
-
-
Opwarmen en warm houden
Maaltijdsoep (bv. linzen)
Melk**
Worstjes opgewarmd in water**
1-2
1.-2.
3-4
-
-
-
Ontdooien en verwarmen
Diepvriesspinazie
Diepvriesgoulash
2.-3.
2.-3.
5-15 min.
20-30 min.
Op een zacht vuurtje gaarstoven, op een zacht vuurtje koken
Aardappel-gehaktballen
Vis
Witte sauzen, bv. bechamel
Geklopte sauzen, bv. bearnaisesaus, Hollandse saus
4.-5.*
4 -5*
1-2
3-4
20-30 min.
10-15 min.
3-6 min.
8-12 min.
* Doorkoken zonder deksel
** Zonder deksel
17
Kinderslot
De kookplaat kan beveiligd worden tegen ongewilde
inschakeling, om te voorkomen dat kinderen de kookzones
kunnen inschakelen.
Het activeren en deactiveren van het
kinderslot
De kookplaat moet uitgeschakeld zijn.
Activeren: houd het symbool
@ gedurende circa 4 seconden
ingedrukt. De indicator
@ gaat gedurende 10 seconden
branden. De kookplaat is geblokkeerd.
Deactiveren: houd het symbool
@ gedurende circa 4
seconden ingedrukt. De blokkering is gedeactiveerd.
Het permanente kinderslot inschakelen of
uitschakelen
Met deze functie wordt het kinderslot altijd automatisch
ingeschakeld als de kookplaat wordt uitgezet.
Activeren en deactiveren
Zie paragraaf “Standaardinstellingen".
Koken, stomen, sauteren
Rijst (met twee keer zoveel water)
Rijstpap
Aardappelen in de schil
Geschilde aardappelen met zout
Pasta.
Eenpansgericht, soep
Groente
Diepvriesgroenten
Koken met de snelkookpan
2-3
2-3
4-5
4-5
6 -7*
3.-4.
2.-3.
3.-4.
4.-5.
15-30 min.
25-35 min.
25-30 min.
15-25 min.
6-10 min.
15-60 min.
10-20 min.
7-20 min.
-
Sudderen
Rollade
Stoofschotel
Goulash
4-5
4-5
3.-4.
50-60 min.
60-100 min.
50-60 min.
Braden**
Filets, al dan niet gepaneerd
Diepvriesfilets
Koteletten, al dan niet gepaneerd
Biefstuk (3 cm dikte)
Borst (2 cm dikte)
Diepvriesborst
Vis en visfilet, ongepaneerd
Vis en visfilet, gepaneerd
Gepaneerde diepvriesvis, bv. vissticks
Garnalen en steurgarnalen
Diepvriesgerechten, bv. gesauteerd
Pannenkoeken
Omelet
Gebakken eieren
6-7
6-7
6-7
7-8
5-6
5-6
5-6
6-7
6-7
7-8
6-7
6-7
3.-4.
5-6
6-10 min.
8-12 min.
8-12 min.
8-12 min.
10-20 min.
10-30 min.
8-20 min.
8-20 min.
8-12 min.
4-10 min.
6-10 min.
een portie na de andere frituren
een portie na de andere frituren
3-6 min.
Frituren** (150-200g per portie in 1-2 l olie)
Diepvriesproducten, bv. patat, kipnuggets
Diepvrieskroketten
Gehaktballen
Vlees, bijv., stukjes kip
Vis, gepaneerd of in bierdeeg
Groenten, paddenstoelen, gepaneerd of in bierdeeg, bv. champignons
Banket, bv. beignets, fruit in bierdeeg
8-9
7-8
7-8
6-7
6-7
6-7
4-5
een portie na de andere frituren
Doorkook-
stand
Doorkookduur in minuten
* Doorkoken zonder deksel
** Zonder deksel
18
Functie Powerboost
Met de functie Powerboost kan het voedsel sneller verhit
worden dan wanneer de kookstand
Š gebruikt wordt.
Gebruiksbeperkingen
Deze functie zal beschikbaar zijn in alle kookzones zo lang de
andere zone van dezelfde groep niet in werking is (zie
afbeelding). Zo niet, dan knippert op de visuele indicator de
geselecteerde kookzone
y Š; vervolgens wordt de kookstand
automatisch aangepast
Š.
Activeren
1. Selecteer de gewenste kookstand Š.
2. Druk op het symbool +. De visuele indicator van de kookzone
gaat branden
. De functie is nu geactiveerd.
Uitschakelen
Druk op het symbool -. De zal niet langer aangeduid worden
en de kookzone zal terugkeren naar de kookstand
Š. De
functie Powerboost is nu gedeactiveerd.
Aanwijzing: Onder bepaalde omstandigheden kan de
Powerboost functie automatisch uitgeschakeld worden om de
elektronische onderdelen aan de binnenzijde van de plaat te
beschermen.
Automatische tijdslimiet
Indien de kookzone gedurende lange tijd in werking is en er
geen enkele wijziging in de instelling uitgevoerd wordt, dan
wordt de automatische tijdslimiet geactiveerd.
De kookzone wordt niet meer verhit. De visuele indicator van
de kookzone knippert afwisselend
en .
De indicator gaat uit als er op een willekeurig symbool wordt
gedrukt. Nu kan de kookzone opnieuw ingesteld worden.
Wanneer de automatische limiet geactiveerd is, wordt deze
geregeld volgens de geselecteerde kookstand (van 1 tot 10
uur).
Basisinstellingen
Het apparaat beschikt over diverse basisinstellingen. Deze
instellingen kunnen worden aangepast aan de behoeften van
de gebruiker.
*URHS
*URHS
*URHS
*URHS
Indicator Functie
™‚
Permanent kinderslot
Gedeactiveerd.*
Geactiveerd.
™ƒ
Akoestische signalen
De meeste akoestische signalen zijn gedeactiveerd.
Sommige akoestische signalen zijn gedeactiveerd.
ƒ Alle akoestische signalen zijn geactiveerd.*
™ˆ
Functie Power-Management
= Gedeactiveerd.*
= 1000 W minimumvermogen
. = 1500 W
ƒ = 2000 W
...
Š of Š. = maximumvermogen van de plaat.
™‹
Terugkeren naar de basisinstellingen
Persoonlijke instellingen.*
Terug naar de fabrieksinstellingen.
*Fabrieksinstelling
19
Naar de basisinstellingen gaan
De kookplaat moet uitgeschakeld zijn.
1.De kookplaat inschakelen.
2.Druk binnen de volgende 10 seconden het symbool @
gedurende 4 seconden in.
Links van het scherm verschijnt
™‚ en rechts .
3.Druk op symbool @ totdat de indicator van de gewenste
functie getoond wordt.
4.Selecteer vervolgens de gewenste instelling met de
symbolen + en -.
5.Houd het symbool @ nogmaals gedurende meer dan 4
seconden ingedrukt.
De instellingen zijn op de juiste wijze opgeslagen.
Afsluiten
Om de instellingen af te sluiten, de kookplaat met de
hoofdschakelaar uitschakelen.
Onderhoud en reiniging
De raadgevingen en waarschuwingen in dit hoofdstuk zijn
bedoeld voor het optimaal schoonmaken en onderhouden van
de kookplaat.
Kookplaat
Reiniging
Maak de kookplaat na ieder gebruik schoon. Op die manier
voorkomt u dat aangekoekte resten verbranden. Maak de
kookplaat pas schoon als hij voldoende afgekoeld is.
Gebruik alleen reinigingsproducten die geschikt zijn voor
kookplaten. Volg de aanwijzingen op de verpakking van het
product op.
Gebruik nooit:
Schuurmiddelen
Agressieve schoonmaakmiddelen zoals ovensprays of
vlekkenmiddel
Schuursponzen
Hogedrukreinigers of stoommachines
Glasschraper
Verwijder hardnekkig vuil met een glasschraper.
1.Verwijder het beschermkapje van de schraper
2.Maak het oppervlak van de kookplaat met het mesje schoon.
Maak het oppervlak van de kookplaat niet met het
beschermkapje van de schraper schoon, er kunnen anders
krassen op komen.
ã=Risico op verwondingen!
Het mes is erg scherp. Gevaar voor snijwonden. Bescherm het
mesje als het niet gebruikt wordt. Vervang het mesje
onmiddellijk als het gebreken vertoont.
Onderhoud
Gebruik een speciaal middel voor het onderhoud en de
bescherming van de kookplaat. Volg de raadgevingen en
waarschuwingen op de verpakking op.
Omlijsting van de kookplaat
Om schade aan de omlijsting van de kookplaat te vermijden,
moeten de volgende aanwijzingen worden opgevolgd:
Gebruik alleen warm water met een beetje zeep
Gebruik nooit scherpe of bijtende producten
Gebruik de glasschraper niet
Repareren van storingen
Vaak zijn storingen het gevolg van kleinigheden. Neem de
volgende raadgevingen en waarschuwingen in acht alvorens
contact op te nemen met de Technische Dienst.
Indicator Storing Maatregel
geen De stroom is uitgevallen. Controleer met andere elektrische apparaten of de stroom is uitgeval-
len.
Het apparaat is niet aangesloten volgens
het aansluitschema.
Controleer of het apparaat is aangesloten volgens het aansluit-
schema.
Storing in het elektronische systeem. Als de storing na de voorgaande controles niet is opgelost, neem
dan contact op met de technische dienst.
* Als de indicatie blijft branden, neem dan contact op met de Technische dienst.
Zet geen hete pannen op het bedieningspaneel.
20
Normaal geluid tijdens de werking van het
apparaat
De technologie van het verwarmen door inductie is gebaseerd
op het ontstaan van elektromagnetische velden die ervoor
zorgen dat de warmte rechtstreeks op de bodem van de pan
wordt voortgebracht. De pannen kunnen, afhankelijk van hun
bouw, geluiden of trillingen voortbrengen, zoals hieronder
worden genoemd:
Een diep gezoem zoals in een transformator
Dit geluid ontstaat tijdens het koken op een hoge kookstand.
De oorzaak daarvan is de hoeveelheid energie die de
kookplaat aan de pan overdraagt. Het geluid verdwijnt of
vermindert zodra de kookstand wordt verlaagd.
Een laag fluitend geluid
Dit geluid ontstaat als de pan leeg is. Het geluid verdwijnt zodra
er water of voedsel in de pan wordt gedaan.
Knisperen
Dit geluid doet zich voor bij pannen die bestaan uit lagen van
verschillende materialen. Het geluid komt door de trillingen die
ontstaan op de verbindingsvlakken van de verschillende
materialen. Dit geluid is afkomstig van de pan. De hoeveelheid
voedsel en de bereidingswijze kunnen variëren.
Hoge fluitende geluiden
De geluiden ontstaan met name in pannen die bestaan uit
lagen van verschillende materialen, zodra deze worden
aangezet op de hoogste stand en op twee kookzones tegelijk.
Deze fluitende geluiden verdwijnen of worden minder zodra het
vermogen wordt verlaagd.
Geluid van de ventilator
Voor een goed gebruik van het elektronische systeem moet de
kookplaat op een gecontroleerde temperatuur werken. Daartoe
is de kookplaat uitgerust met een ventilator die steeds als de
temperatuur wordt vastgesteld door middel van de
verschillende kookstanden gaat werken. De ventilator kan ook
door inertie werken, nadat de kookplaat is uitgezet, als de
gedetecteerde temperatuur nog te hoog is.
De omschreven geluiden zijn normaal en maken deel uit van de
inductietechnologie en duiden niet op een storing.
Servicedienst
Wanneer uw apparaat gerepareerd moet worden, staat onze
servicedienst voor u klaar.
E-nummer en FD-nummer
Geef wanneer u contact opneemt met de servicedienst altijd
het productnummer (E-nr.) en het fabricagenummer (FD-nr.)
van het apparaat op. Het typeplaatje met de nummers vindt u
op het identificatiebewijs van het apparaat.
Let erop dat het bezoek van een technicus van de servicedienst
in het geval van een verkeerde bediening ook tijdens de
garantietijd kosten met zich meebrengt.
De contactgegevens in alle landen vindt u in de bijgesloten lijst
met Servicedienstadressen.
Verzoek om reparatie en advies bij storingen
Vertrouw op de competentie van de producent. Zo bent u er
zeker van dat de reparatie wordt uitgevoerd door geschoolde
onderhoudstechnici, die beschikken over de originele
onderdelen voor uw huishoudelijke apparaten.
knippert
Het bedieningspaneel is vochtig of er ligt
iets op.
Droog de zone van het bedieningspaneel of neem het voorwerp weg.
Ҥ +nummer /
š + nummer /
¡ + nummer
Storing in het elektronische systeem. Sluit de kookplaat van het verdeelnet af. Wacht 30 seconden alvo-
rens hem weer aan te sluiten.
”‹ / ”Š
Er is een interne fout in de werking opge-
treden.
Sluit de kookplaat van het verdeelnet af. Wacht 30 seconden alvo-
rens hem weer aan te sluiten.
”ƒ
Het elektronische systeem is oververhit
geraakt en heeft de overeenkomstige
kookzone uitgeschakeld.
Wacht totdat het elektronische systeem voldoende afgekoeld is. Druk
vervolgens op een willekeurig symbool van de kookplaat.*
”…
Het elektronische systeem is oververhit
geraakt en heeft alle kookzones uitgescha-
keld.
—‚
Onjuiste voedingsspanning, overschrijding
van de normale werklimieten
Neem contact op met uw elektriciteitsleverancier.
—ƒ / —„
De kookzone is oververhit en werd uitge-
schakeld om uw kookplaat te beschermen.
Wacht tot het elektronische systeem voldoende afgekoeld is en zet
de kookplaat weer aan.
Indicator Storing Maatregel
* Als de indicatie blijft branden, neem dan contact op met de Technische dienst.
Zet geen hete pannen op het bedieningspaneel.
NL 020 430 3 430
B 070 222 141
26
Sécurité-enfants
Il est possible d'assurer la plaque de cuisson contre une
connexion involontaire pour empêcher les enfants d'allumer les
zones de cuisson.
Activer et désactiver la sécurité-enfants
La plaque de cuisson doit être éteinte.
Activer : appuyer sur le symbole
@ pendant env. 4 secondes.
L'indicateur
@ s'allume pendant 10 secondes. La plaque de
cuisson reste bloquée.
Désactiver : appuyer sur le symbole
@ pendant env. 4
secondes. Le blocage a été désactivé.
Activer et désactiver la sécurité-enfants
permanente
Avec cette fonction, la sécurité-enfants est activée
automatiquement seulement si la plaque de cuisson est éteinte.
Activer et désactiver
Voir chapitres "Réglages de base".
Faire bouillir, cuire à la vapeur, réchauffer
Riz (avec double quantid'eau)
Riz au lait
Pommes de terre non pelées
Pommes de terre pelées et salées
Pâtes
Ragoût, soupes
gumes
Légumes, surgelés
Ragoût avec cocotte-minute
2-3
2-3
4-5
4-5
6 -7*
3.-4.
2.-3.
3.-4.
4.-5.
15-30 min.
25-35 min.
25-30 min.
15-25 min.
6-10 min.
15-60 min.
10-20 min.
7-20 min.
-
Cuire à l'étouffée
Rouleau à la viande
Estouffade
Goulasch
4-5
4-5
3.-4.
50-60 min.
60-100 min.
50-60 min.
Rôtir**
Filets, nature ou panés
Filets surgelés
Côtes, nature ou panées
Bifsteck (3 cm d'épaisseur)
Blanc de poulet (2 cm d'épaisseur)
Blanc de poulet, surgelé
Poisson et filet de poisson, au naturel
Poisson et filet de poisson pané
Poisson pané surgelé, par exemple bâtonnets de poisson
Gambas et crevettes
Plats surgelés, par ex. poêlées
Crêpes
Omelettes
Oeufs au plat
6-7
6-7
6-7
7-8
5-6
5-6
5-6
6-7
6-7
7-8
6-7
6-7
3.-4.
5-6
6-10 min.
8-12 min.
8
-12 min.
8-12 min.
10-20 min.
10-30 min.
8-20 min.
8-20 min.
8-12 min.
4-10 min.
6-10 min.
frire une portion après l'autre
frire une portion après l'autre
3-6 min.
Frire** (150-200g une portion après l'autre dans 1-2 l d'huile)
Produits surgelés, par ex., pommmes de terre frites, nuggets de poulet
Croquettes surgelées
Boulettes de viande
Viande, par ex. morceaux de poulet
Poisson pané ou en beignets
Légumes, champignons, panés ou en beignets, par ex., champignons
Pâtisserie, par ex., beignets, fruits en beignets
8-9
7-8
7-8
6-7
6-7
6-7
4-5
Faire frire une portion après
l'autre
Position de mijo-
tage
Durée de mijotage en minutes
* Mijoter sans couvercle
** Sans couvercle
35
Sicurezza bambini
Il piano di cottura può essere protetto contro collegamenti
involontari per impedire che i bambini accendano le zone di
cottura.
Attivazione e disattivazione della sicurezza
bambini
Il piano di cottura deve essere spento.
Attivazione: premere sul simbolo
@ per 4 secondi circa. La
spia
@ si illumina per 10 secondi. Il piano di cottura viene
bloccato.
Disattivazione: premere sul simbolo
@ per 4 secondi circa. Il
blocco viene disattivato.
Attivare e disattivare la sicurezza permanente
bambini
Con questa funzione, la sicurezza bambini si attiva
automaticamente a condizione che si spenga il piano di
cottura.
Attivazione e disattivazione
Vedere il paragrafo "Impostazioni di base".
Bollire, cucinare a vapore, rosolare
Riso (con quantità doppia d'acqua)
Riso al latte
Patate con la buccia
Patate pelate al sale
Pasta
Stufato, minestre
Verdure
Verdure, surgelati
Cotti in pentola a pressione
2-3
2-3
4-5
4-5
6-7*
3.4.
2.3.
3.4.
4.5.
15-30 min.
25-35 min.
25-30 min.
15-25 min.
6-10 min.
15-60 min.
10-20 min.
7-20 min.
-
Cuocere a fuoco lento
Rollato di carne
Stufato
Gulasch
4-5
4-5
3.4.
50-60 min.
60-100 min.
50-60 min.
Arrostire
Bistecche, al naturale o impanate
Bistecche surgelate
Braciole, al naturale o impanate
Bistecca (3 cm di spessore)
Petto (2 cm di spessore)
Petto, surgelato
Pesce e filetto di pesce al naturale
Pesce e filetto di pesce impanato
Pesce impanato surgelato, ad es. bastoncini di pesce
Gamberi e gamberetti
Piatti surgelati, ad es. soffritti
Crêpe
Frittata
Uova fritte
6-7
6-7
6-7
7-8
5-6
5-6
5-6
6-7
6-7
7-8
6-7
6-7
3.4.
5-6
6-10 min.
8-12 min.
8-12 min.
8-12 min.
10-20 min.
10-30 min.
8-20 min.
8-20 min.
8-12 min.
4-10 min.
6-10 min.
friggere una alla volta
friggere una alla volta
3-6 min.
Friggere** (150-200g per porzione in 1-2 l di olio)
Prodotti surgelati, ad es. patatine fritte, nugget di pollo
Crocchette surgelate
Polpette
Carne, ad es. pezzi di pollo
Pesce impanato o in pastella
Verdure, funghi, impanati o in pastella, ad es. champignon
Pasticceria, ad es. meringhe, frutta fritta in pastella
8-9
7-8
7-8
6-7
6-7
6-7
4-5
friggere una por-
zione alla volta
Livello di cottura a
fuoco lento
Durata della cottura
a fuoco lento in
minuti
* Prosecuzione della cottura senza coperchio
** Senza coperchio
(900917)
Robert Bosch Hausgeräte GmbH
Carl-Wery-Straße 34
81739nchen
DEUTSCHLAND

Documenttranscriptie

PIB6..E1.., PIE6..T1.., PIL8..T1.. [de] Gebrauchsanleitung ..........................2 [nl] Gebruiksaanwijzing...................................... 12 *9000308253* 9000308253 [fr] Mode d’emploi ...............................................21 [it] Istruzioni per l’uso..........................................30 Fortkochstufe Fortkochdauer in Minuten Eintopf (z. B. Linsen) 1-2 - Milch** 1.-2. - In Wasser gegarte Würste** 3-4 - Tiefgekühlter Spinat 2.-3. 5-15 Min. Tiefgekühltes Gulasch 2.-3. 20-30 Min. Kartoffelklöße 4.-5.* 20-30 Min. Fisch 4 -5* 10-15 Min. Weiße Saucen, z. B. Béchamel 1-2 3-6 Min. Aufgeschlagene Saucen, z. B. Bernaise, Hollandaise 3-4 8-12 Min. Reis (mit doppelter Wassermenge) 2-3 15-30 Min. Milchreis 2-3 25-35 Min. Pellkartoffeln 4-5 25-30 Min. Salzkartoffeln 4-5 15-25 Min. Pasta 6 -7* 6-10 Min. Eintopf, Suppen 3.-4. 15-60 Min. Gemüse 2.-3. 10-20 Min. Tiefgekühltes Gemüse 3.-4. 7-20 Min. Eintopf mit dem Schnellkochtopf 4.-5. - Rouladen 4-5 50-60 Min. Schmorbraten 4-5 60-100 Min. Gulasch 3.-4. 50-60 Min. Filet, natur oder paniert 6-7 6-10 Min. Filet, tiefgekühlt 6-7 8-12 Min. Kotelett, natur oder paniert 6-7 8-12 Min. Steak (3 cm dick) 7-8 8-12 Min. Geflügelbrust (2 cm dick) 5-6 10-20 Min. Geflügelbrust, tiefgekühlt 5-6 10-30 Min. Fisch und Fischfilet, natur 5-6 8-20 Min. Fisch und Fischfilet, paniert 6-7 8-20 Min. Tiefgekühlter, panierter Fisch, z. B. Fischstäbchen 6-7 8-12 Min. Krabben und Garnelen 7-8 4-10 Min. Tiefkühlgerichte, z. B. Bratgerichte 6-7 6-10 Min. Pfannkuchen 6-7 nacheinander frittieren Omelett 3.-4. nacheinander frittieren Spiegelei 5-6 3-6 Min. Tiefkühlprodukte, z. B. Pommes frites, Hähnchen-Nuggets 8-9 nacheinander frittieren Kroketten, tiefgekühlt 7-8 Fleischbällchen 7-8 Fleisch, z. B. Hühnerteile 6-7 Fisch, paniert oder im Bierteig 6-7 Gemüse, Pilze, paniert oder im Bierteig, z. B. Champignons 6-7 Konditoreiware, z. B. Windbeutel, Früchte im Bierteig 4-5 Aufheizen und Warmhalten Auftauen und Erwärmen Auf kleiner Flamme kochen und garen Kochen, Dampfgaren, Anbraten Schmoren Braten** Frittieren** (150-200g nacheinander in 1-2 l Öl) * Fortkochen ohne Deckel ** ohne Deckel 7 é Inhoudsopgave Raadgevingen en waarschuwingen omtrent de veiligheid... 12 Veiligheidsaanwijzingen.................................................................. 12 Oorzaken van schade ..................................................................... 13 Bescherming van het milieu.................................................... 14 Verwijdering van afvalstoffen op een milieuvriendelijke manier ............................................................................................................. 14 Tips om energie te besparen ........................................................ 14 Koken op Inductie .................................................................... 14 Voordelen van het Koken op Inductie ......................................... 14 Geschikte pannen............................................................................ 14 Het apparaat leren kennen ...................................................... 15 Het bedieningspaneel ..................................................................... 15 De kookzones................................................................................... 15 Restwarmte-indicator....................................................................... 15 Programmeren van de kookplaat........................................... 16 In- en uitschakelen van de kookplaat .......................................... 16 De kookzone afstellen .................................................................... 16 Kooktabel .......................................................................................... 16 Kinderslot.................................................................................. 17 Het activeren en deactiveren van het kinderslot ....................... 17 Het permanente kinderslot inschakelen of uitschakelen........ 17 Functie Powerboost ................................................................. 18 Gebruiksbeperkingen ..................................................................... 18 Activeren............................................................................................ 18 Uitschakelen ..................................................................................... 18 Automatische tijdslimiet.......................................................... 18 Basisinstellingen...................................................................... 18 Naar de basisinstellingen gaan .................................................... 19 Onderhoud en reiniging .......................................................... 19 Kookplaat .......................................................................................... 19 Omlijsting van de kookplaat .......................................................... 19 Repareren van storingen ........................................................ 19 Normaal geluid tijdens de werking van het apparaat............... 20 Servicedienst............................................................................ 20 Produktinfo Meer informatie over producten, accessoires, onderdelen en diensten vindt u op het internet: www.bosch-home.com en in de online-shop: www.bosch-eshop.com ã=Raadgevingen en waarschuwingen omtrent de veiligheid Lees deze instructies aandachtig door. Alleen dan kunt u het apparaat op de juiste wijze gebruiken. Het bereiden van voedsel au bain-marie Controleer het apparaat na het uitpakken. Indien het apparaat schade heeft opgelopen tijdens het transport, schakel het dan niet in, maar neem contact op met de technische dienst en leg de veroorzaakte schade schriftelijk vast. Doet u dat niet, dan gaat elk recht op een schadevergoeding verloren. Met de bereidingswijze au bain-marie kan het voedsel worden verwarmd in een pan die op zijn beurt in een grotere pan water wordt geplaatst. Zo wordt het voedsel op langzame en constante wijze verwarmd, door middel van het warme water en niet rechtstreeks door de warmte van de kookzone. Bij het bereiden van voedsel au bain-marie moet worden vermeden dat blikken, glazen flessen of andere materialen in aanraking komen met de bodem van de pan water, om te voorkomen dat het glas van de plaat en de pan breken door oververhitting van de kookzone. Veiligheidsaanwijzingen Hete kookplaat Dit apparaat werd uitsluitend voor huishoudelijk gebruik ontworpen. De kookplaat mag uitsluitend gebruikt worden voor het bereiden van voedsel. Laat het apparaat niet onbeheerd achter als het aan staat. Gevaar van brandwonden! Veilig gebruik Brandgevaar! Voor een veilig gebruik van dit apparaat mogen volwassenen en kinderen die wegens ■ Bewaar de gebruiks- en montage-instructies. Indien u het apparaat aan iemand anders overdraagt, geef dan ook de documentatie van het apparaat mee. ■ lichamelijke, zintuiglijke of psychische beperkingen, ■ onervarenheid of onwetendheid niet bekwaam zijn om dit apparaat te gebruiken, dat alleen doen onder toezicht van een verantwoordelijk volwassen persoon. Raak hete kookzones niet aan. Houd kinderen uit de buurt van de kookplaat. ■ Leg nooit ontvlambare voorwerpen op de kookplaat. Bewaar geen ontvlambare voorwerpen of spuitbussen in de laden onder de kookplaat. Vochtige bodems van pannen en vochtige kookplaten Gevaar van verwondingen! Houd kinderen in de gaten en voorkom dat zij met het apparaat gaan spelen. Als zich vocht tussen de bodem van de pan en de kookzone bevindt, kan dit dampdruk veroorzaken. Bijgevolg zou de pan kunnen opspringen. Zorg ervoor dat de kookzone en de bodem van de pan altijd droog zijn. Olie en vet zijn te warm Barsten in de kookplaat Brandgevaar! Gevaar van elektrische ontlading! De hete olie en vet zijn gemakkelijk ontvlambaar. Laat oververhitte olie of oververhit vet niet onbewaakt achter. Indien de olie of het vet vlam vat, blus het vuur dan nooit met water. Doof de vlammen met een doek of een bord. Schakel de kookzone uit. Sluit het apparaat van het verdeelnet af indien de kookplaat stuk of gebarsten is. Neem contact op met de technische dienst. 12 De kookzone verwarmt, maar de visuele indicatie werkt niet Gevaar voor brandwonden! Schakel de kookzone uit als de indicator niet werkt. Neem contact op met de technische dienst. De kookplaat wordt uitgeschakeld Brandgevaar! Als de kookplaat automatisch uitgaat en niet kan worden gebruikt, kan hij op een later tijdstip alsnog vanzelf aan gaan. Om dit te voorkomen moet de kookplaat van de stroom worden afgesloten. Neem contact op met de technische dienst. Plaats geen metalen voorwerpen op de inductieplaat Gevaar voor brandwonden! Laat geen messen, vorken, lepels, deksels of andere metalen voorwerpen op de kookplaat liggen; deze kunnen heel snel heet worden. Onderhoud van de ventilator Het repareren en vervangen van defecte aansluitkabels mag uitsluitend uitgevoerd worden door behoorlijk opgeleid personeel van de Technische Dienst. Attentie! Dit apparaat voldoet aan de reglementeringen inzake de veiligheid en de elektromagnetische compatibiliteit. Personen met een pacemaker dienen uit de buurt te blijven van het apparaat als dat aan staat. Het is onmogelijk om te garanderen dat 100% van deze mechanismen die op de markt zijn voldoen aan de geldige regelgeving omtrent elektromagnetische compatibiliteit en dat er zich geen interferenties voordoen die de juiste werking in gevaar brengen. Ook is het mogelijk dat personen met andere soorten mechanismen, zoals hoorapparaten, enige vorm van hinder kunnen ondervinden. De kookplaat uitschakelen Schakel de kookplaat na elk gebruik altijd uit met de hoofdschakelaar. Wacht niet tot de kookplaat automatisch uitschakelt bij het ontbreken van een pan. Oorzaken van schade Gevaar van beschadiging! Deze plaat is uitgerust met een ventilator, die zich aan de onderzijde bevindt. Indien er zich onder de kookplaat een lade bevindt, mogen daar geen kleine of papieren voorwerpen in worden bewaard. Als deze namelijk worden geabsorbeerd kunnen ze de ventilator beschadigen of de koeling verslechteren. Attentie! ■ ■ ■ Attentie! Tussen de inhoud van de lade en de inlaat van de ventilator moet een afstand van ten minste 2 cm worden aangehouden. Onjuist uitgevoerde reparaties ■ ■ Gevaar van een elektrische ontlading! Onjuist uitgevoerde reparaties zijn gevaarlijk. Zet het apparaat uit als het defect is. Neem contact op met de technische dienst. Ruwe bodems van pannen kunnen krassen op de kookplaat veroorzaken. Plaat nooit lege plannen op de kookzones. Dit kan schade veroorzaken. Plaats geen hete pannen op het bedieningspaneel, de indicatorzones of op de omlijsting van de kookplaat. Dit kan schade veroorzaken. Als er harde of scherpe voorwerpen op de kookplaat vallen, kan dit de plaat beschadigen. Aluminiumfolie en plastic bakken smelten als ze op een hete kookzone gelegd worden. Het gebruik van beschermplaten op de kookplaat wordt afgeraden. Algemeen overzicht In de onderstaande tabel vindt u de meest voorkomende vormen van schade: Schade Vlekken Krassen Oorzaak Maatregel Gemorst voedsel Verwijder gemorst voedsel onmiddellijk met een glasschraper. Ongeschikte reinigingsproducten Gebruik reinigingsproducten die geschikt zijn voor kookplaten. Zout, suiker en zand Gebruik de kookplaat niet als werkoppervlak of steun. Controleer de pannen. Ruwe bodems van pannen kunnen krassen op de vitroceramische plaat veroorzaken Verkleuringen Afbladderingen Ongeschikte reinigingsproducten Gebruik reinigingsproducten die geschikt zijn voor kookplaten. Aanraking van de pannen Til kookpannen en koekenpannen op om ze te verplaatsen. Suiker, levensmiddelen met een hoog Verwijder gemorst voedsel onmiddellijk met een glasschraper. suikergehalte 13 Bescherming van het milieu Pak het apparaat uit en gooi het verpakkingsmateriaal op milieuvriendelijke wijze weg. ■ ■ Verwijdering van afvalstoffen op een milieuvriendelijke manier Dit apparaat is geïdentificeerd conform de Richtlijn betreffende Afgedankte Elektrische en Elektronische Apparatuur WEEE 2002/96/EG. Deze richtlijn omschrijft het kader voor de recyclage en het hergebruik van afgedankte apparaten binnen het hele Europese grondgebied. Tips om energie te besparen ■ Doe altijd de bijbehorende deksel op de pan. Bij koken zonder deksel op de pan is het energieverbruik vier keer zo hoog. ■ ■ Gebruik pannen met een dikke en vlakke bodem. Pannen met bolle bodems verhogen het energieverbruik. De diameter van de bodem van de pan moet overeenkomen met de afmeting van de kookzone. Deze is over het algemeen groter dan de diameter van de bodem van de pan. Indien de diameter van de pan niet overeenkomt met die van de kookzone, is het beter dat deze groter is dan de afmeting van de kookzone. Zo niet, dan gaat de helft van de energie verloren. Controleer: Of de fabrikant de diameter van de bovenkant van pan heeft aangegeven. Kies pannen met een afmeting die geschikt is voor de hoeveelheid voedsel die u gaat bereiden. Een grote pan die maar halfvol is, verbruikt veel energie. Kook met weinig water. Zo wordt energie bespaard en blijven bovendien vitamines en mineralen van de groente behouden. ■ Selecteer een lagere kookstand. ■ aluminium Koken op Inductie Voordelen van het Koken op Inductie Koken op Inductie betekent een radicale verandering van de traditionele wijze van verwarmen, aangezien de warmte rechtstreeks in de pan wordt gegenereerd. Daarom biedt het een aantal voordelen: ■ ■ ■ ■ Tijdbesparing bij het koken en frituren; doordat de pan rechtstreeks wordt verwarmd. Dit werkt energiebesparend. Eenvoudiger in onderhoud en reiniging Overgelopen voedingswaren verbranden minder snel. Kook- en veiligheidscontrole; de plaat levert energie of stopt de energietoevoer onmiddellijk als op de controleknop gedrukt wordt. De inductiekookzone levert geen warmte meer af als de pan wordt weggenomen, ook al wordt het apparaat voor die tijd niet uitgeschakeld. Geschikte pannen Ferromagnetische pannen Uitsluitend geschikt voor inductiekoken zijn ferromagnetische pannen zoals van: ■ geëmailleerd staal ■ gietijzer ■ speciale pannen voor inductie van roestvrij staal. Kijk, om te weten of de pannen geschikt zijn, of ze worden aangetrokken door een magneet. Speciale pannen voor inductie Er bestaat een ander soort pannen speciaal voor inductie, met een geheel ferromagnetische bodem. Controleer de diameter, deze kan zowel van invloed zijn op de pandetectie als op het kookresultaat. Niet geschikte pannen Gebruik nooit pannen van: ■ dun normaal staal ■ glas ■ aardewerk ■ koper 14 Kenmerken van de bodem van de pan De kenmerken van de bodem van de pannen kunnen invloed hebben op de homogeniteit van het kookresultaat. Pannen die gemaakt zijn van materialen die warmte verspreiden, zoals "sandwich" pannen van roestvrij staal, verdelen de warmte op gelijkmatige wijze, waardoor tijd en energie worden bespaard. Geen pan of ongeschikte afmeting Als er geen pan op de geselecteerde kookzone wordt geplaatst of als deze niet van het geschikte materiaal is of geen geschikte afmeting heeft, knippert de kookstand op de indicator van de kookzone. Plaats een geschikte pan, zodat het knipperen stopt. Als er meer dan 90 seconden wordt gewacht gaat de kookzone automatisch uit. Lege pannen of pannen met een dunne bodem Verwarm geen lege pannen en gebruik geen pannen met dunne bodem. De kookplaat is uitgerust met een intern veiligheidssysteem, maar een lege pan kan zo snel heet worden dat de functie “automatisch uitschakelen" geen tijd heeft om te reageren, waardoor de temperatuur erg kan oplopen. De bodem van de pan kan smelten en het glas van de kookplaat beschadigen. Raak in dat geval de pan niet aan en schakel de kookzone uit. Als het apparaat na het afkoelen niet werkt, neem dan contact op met de technische dienst. Pandetectie Iedere kookzone heeft een minimumlimiet voor pandetectie, die afhankelijk is van het materiaal van de pan die wordt gebruikt. Daardoor mag alleen de kookzone worden gebruikt die het meest geschikt is voor de pan. Dubbele of driedubbele kookzone Deze zones kunnen pannen van verschillende afmetingen herkennen. Afhankelijk van het materiaal en de eigenschappen van de pan, past de zone zich automatisch aan en wordt alleen de enkele zone geactiveerd, ofwel de hele zone, waarbij het geschikte vermogen wordt geleverd voor goede kookresultaten. Het apparaat leren kennen Deze gebruiksinstructies kunnen op de diverse kookplaten toegepast worden. Op pagina 2 staat een algemeen overzicht van de modellen met informatie over hun afmetingen. Het bedieningspaneel $DQZLM]LQJHQYRRUGH YHUPRJHQVVWDQG³É GHRSHUDWLRQDOLWHLW¯ GHUHVWZDUPWH‡¤ GH3RZHUERRVWIXQFWLH° %HGLHQLQJVYODNYRRU #KHWNLQGHUVORW %HGLHQLQJVYODN YRRUGH KRRIGVFKDNHODDU %HGLHQLQJVYODNNHQ YRRUKHW VHOHFWHUHQYDQGH YHUPRJHQVVWDQG Bedieningsvlakken Bij het aanraken van een symbool wordt de overeenkomstige functie geactiveerd. %HGLHQLQJVYODNYRRU GH ÃZDUPKRXG]RQH Aanwijzingen De instellingen wijzigen niet als er verschillende symbolen tegelijk aangeraakt worden. Hierdoor kan de programmeerzone worden gereinigd in geval van gemorst voedsel. ■ ■ Zorg ervoor dat de bedieningsvlakken altijd droog zijn. Vocht heeft een negatieve invloed op de werking. De kookzones Kookzone Activeren en deactiveren $ Enkelvoudige kookzone Gebruik een pan met de geschikte maat. æ Braadzone De zone wordt automatisch ingeschakeld als een pan gebruikt wordt waarvan de bodem dezelfde maat heeft als de buitenste zone. q Resistieve warmhoudzone* Druk op symbool Û.** * Activering van de kookzone: De overeenstemmende indicator gaat branden. ** De restwarmte-indicator gaat branden. Gebruik enkel pannen die geschikt zijn voor koken op inductie, zie hoofdstuk “Geschikte pannen". Restwarmte-indicator De kookplaat beschikt over een restwarmte-indicator in elke kookzone, die aanduidt welke nog warm zijn. Raak kookzones met die indicatie niet aan. Ook als de plaat uitgeschakeld is,blijft œ/ •, branden zo lang de kookzone warm is. Als de pan van de plaat genomen wordt voordat de kookzone uitgeschakeld is, verschijnen afwisselend de indicator œ/• en de geselecteerde kookstand. 15 Programmeren van de kookplaat In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe een kookzone kan worden afgesteld. In de tabel staan de kookstanden en de bereidingstijden voor verschillende gerechten vermeld. In- en uitschakelen van de kookplaat De kookplaat wordt in- en uitgeschakeld met de hoofdschakelaar. Inschakelen: druk op het symbool %. De indicator boven de hoofdschakelaar zal gaan branden. De kookplaat is klaar om te werken. Uitschakelen: druk op het symbool % tot de indicator boven de hoofdschakelaar dooft. Alle kookzones zijn uitgeschakeld. De indicator voor de restwarmte zal blijven branden tot de kookzones voldoende afgekoeld zijn. Selecteer de kookstand. De kookplaat moet ingeschakeld zijn. 1. Druk op het symbool + of - van de gewenste kookzone. Op de visuele indicator gaat ‹ branden. 2. Druk tijdens de volgende 10 seconden, op het symbool + of - . De basisinstelling wordt weergegeven. Symbool + kookstand 9. Symbool - kookstand 4.   Aanwijzing: De kookplaat wordt automatisch uitgeschakeld als de kookzones langer dan 20 seconden gedoofd zijn. De kookzone afstellen Selecteer de gewenste kookstand met de symbolen + en -. Kookstand 1 = minimumvermogen. Kookstand 9 = maximumvermogen. 3. De kookstand wijzigen: druk op het symbool + of - tot de Elke kookstand beschikt over een tussenliggende afstelling. Deze wordt aangegeven met een punt. Schakel de kookzone uit gewenste kookstand verschijnt. Druk op het symbool + of - tot ‹ verschijnt. De kookzone wordt uitgeschakeld als de restwarmte-indicatie verschijnt. Aanwijzing: Als er geen pan op de inductiekookzone geplaatst wordt, zal de gekozen kookstand beginnen knipperen. Na het verstrijken van een tijd gaat de kookzone uit. Kooktabel In de volgende tabel worden enkele voorbeelden gegeven. De kookstanden beïnvloeden het kookresultaat. De bereidingstijden zijn afhankelijk van de kookstand, het type, het gewicht en de kwaliteit van het voedsel. Daarom zijn er variaties. Roer puree, gebonden soep en dikke sauzen af en toe om. Gebruik de kookstand 9 als u begint te koken. Doorkookstand Doorkookduur in minuten Chocolade, chocoladeglazuur, boter, honing 1-1. - Gelatine 1-1. - Maaltijdsoep (bv. linzen) 1-2 - Melk** 1.-2. - Worstjes opgewarmd in water** 3-4 - Diepvriesspinazie 2.­-3. 5-15 min. Diepvriesgoulash 2.­-3. 20-30 min. Aardappel-gehaktballen 4.­-5.* 20-30 min. Vis 4 -5* 10-15 min. Witte sauzen, bv. bechamel 1-2 3-6 min. Geklopte sauzen, bv. bearnaisesaus, Hollandse saus 3-4 8-12 min. Smelten Opwarmen en warm houden Ontdooien en verwarmen Op een zacht vuurtje gaarstoven, op een zacht vuurtje koken * Doorkoken zonder deksel ** Zonder deksel 16 Doorkookstand Doorkookduur in minuten Rijst (met twee keer zoveel water) 2-3 15-30 min. Rijstpap 2-3 25-35 min. Aardappelen in de schil 4-5 25-30 min. Geschilde aardappelen met zout 4-5 15-25 min. Pasta. 6 -7* 6-10 min. Eenpansgericht, soep 3.­-4. 15-60 min. Groente 2.­-3. 10-20 min. Diepvriesgroenten 3.­-4. 7-20 min. Koken met de snelkookpan 4.­-5. - Rollade 4-5 50-60 min. Stoofschotel 4-5 60-100 min. Goulash 3.­-4. 50-60 min. Filets, al dan niet gepaneerd 6-7 6-10 min. Diepvriesfilets 6-7 8-12 min. Koteletten, al dan niet gepaneerd 6-7 8-12 min. Biefstuk (3 cm dikte) 7-8 8-12 min. Borst (2 cm dikte) 5-6 10-20 min. Diepvriesborst 5-6 10-30 min. Vis en visfilet, ongepaneerd 5-6 8-20 min. Vis en visfilet, gepaneerd 6-7 8-20 min. Gepaneerde diepvriesvis, bv. vissticks 6-7 8-12 min. Garnalen en steurgarnalen 7-8 4-10 min. Diepvriesgerechten, bv. gesauteerd 6-7 6-10 min. Pannenkoeken 6-7 een portie na de andere frituren Omelet 3.­-4. een portie na de andere frituren Gebakken eieren 5-6 3-6 min. Diepvriesproducten, bv. patat, kipnuggets 8-9 een portie na de andere frituren Diepvrieskroketten 7-8 Gehaktballen 7-8 Vlees, bijv., stukjes kip 6-7 Vis, gepaneerd of in bierdeeg 6-7 Groenten, paddenstoelen, gepaneerd of in bierdeeg, bv. champignons 6-7 Banket, bv. beignets, fruit in bierdeeg 4-5 Koken, stomen, sauteren Sudderen Braden** Frituren** (150-200g per portie in 1-2 l olie) * Doorkoken zonder deksel ** Zonder deksel Kinderslot De kookplaat kan beveiligd worden tegen ongewilde inschakeling, om te voorkomen dat kinderen de kookzones kunnen inschakelen. Het activeren en deactiveren van het kinderslot De kookplaat moet uitgeschakeld zijn. Activeren: houd het symbool @ gedurende circa 4 seconden ingedrukt. De indicator @ gaat gedurende 10 seconden branden. De kookplaat is geblokkeerd. Deactiveren: houd het symbool @ gedurende circa 4 seconden ingedrukt. De blokkering is gedeactiveerd. Het permanente kinderslot inschakelen of uitschakelen Met deze functie wordt het kinderslot altijd automatisch ingeschakeld als de kookplaat wordt uitgezet. Activeren en deactiveren Zie paragraaf “Standaardinstellingen". 17 Functie Powerboost Met de functie Powerboost kan het voedsel sneller verhit worden dan wanneer de kookstand Š gebruikt wordt. Activeren Gebruiksbeperkingen 2. Druk op het symbool +. De visuele indicator van de kookzone Deze functie zal beschikbaar zijn in alle kookzones zo lang de andere zone van dezelfde groep niet in werking is (zie afbeelding). Zo niet, dan knippert op de visuele indicator de geselecteerde kookzone › y Š; vervolgens wordt de kookstand automatisch aangepast Š. *URHS *URHS       *URHS   1. Selecteer de gewenste kookstand Š. gaat branden ›. De functie is nu geactiveerd. Uitschakelen Druk op het symbool -. De › zal niet langer aangeduid worden en de kookzone zal terugkeren naar de kookstand Š. De functie Powerboost is nu gedeactiveerd. Aanwijzing: Onder bepaalde omstandigheden kan de Powerboost functie automatisch uitgeschakeld worden om de elektronische onderdelen aan de binnenzijde van de plaat te beschermen.  *URHS Automatische tijdslimiet Indien de kookzone gedurende lange tijd in werking is en er geen enkele wijziging in de instelling uitgevoerd wordt, dan wordt de automatische tijdslimiet geactiveerd. De kookzone wordt niet meer verhit. De visuele indicator van de kookzone knippert afwisselend ” en ‰. De indicator gaat uit als er op een willekeurig symbool wordt gedrukt. Nu kan de kookzone opnieuw ingesteld worden. Wanneer de automatische limiet geactiveerd is, wordt deze geregeld volgens de geselecteerde kookstand (van 1 tot 10 uur). Basisinstellingen Het apparaat beschikt over diverse basisinstellingen. Deze instellingen kunnen worden aangepast aan de behoeften van de gebruiker. Indicator Functie ™‚ Permanent kinderslot ‹ Gedeactiveerd.* ‚ Geactiveerd. ™ƒ Akoestische signalen ‹ De meeste akoestische signalen zijn gedeactiveerd. ‚ Sommige akoestische signalen zijn gedeactiveerd. ƒ Alle akoestische signalen zijn geactiveerd.* ™ˆ Functie Power-Management ‹ = Gedeactiveerd.* ‚ = 1000 W minimumvermogen ‚. = 1500 W ƒ = 2000 W ... Š of Š. = maximumvermogen van de plaat. ™‹ Terugkeren naar de basisinstellingen ‹ Persoonlijke instellingen.* ‚ Terug naar de fabrieksinstellingen. *Fabrieksinstelling 18 Naar de basisinstellingen gaan 4. Selecteer vervolgens de gewenste instelling met de symbolen + en -. De kookplaat moet uitgeschakeld zijn. 1. De kookplaat inschakelen. 2. Druk binnen de volgende 10 seconden het symbool @ gedurende 4 seconden in. 5. Houd het symbool @ nogmaals gedurende meer dan 4 seconden ingedrukt. De instellingen zijn op de juiste wijze opgeslagen. Afsluiten Links van het scherm verschijnt ™‚ en rechts ‹. Om de instellingen af te sluiten, de kookplaat met de hoofdschakelaar uitschakelen. 3. Druk op symbool @ totdat de indicator van de gewenste functie getoond wordt. Onderhoud en reiniging De raadgevingen en waarschuwingen in dit hoofdstuk zijn bedoeld voor het optimaal schoonmaken en onderhouden van de kookplaat. Kookplaat Reiniging Maak de kookplaat na ieder gebruik schoon. Op die manier voorkomt u dat aangekoekte resten verbranden. Maak de kookplaat pas schoon als hij voldoende afgekoeld is. Gebruik alleen reinigingsproducten die geschikt zijn voor kookplaten. Volg de aanwijzingen op de verpakking van het product op. Gebruik nooit: ■ ■ Schuurmiddelen Agressieve schoonmaakmiddelen zoals ovensprays of vlekkenmiddel 1. Verwijder het beschermkapje van de schraper 2. Maak het oppervlak van de kookplaat met het mesje schoon. Maak het oppervlak van de kookplaat niet met het beschermkapje van de schraper schoon, er kunnen anders krassen op komen. ã=Risico op verwondingen! Het mes is erg scherp. Gevaar voor snijwonden. Bescherm het mesje als het niet gebruikt wordt. Vervang het mesje onmiddellijk als het gebreken vertoont. Onderhoud Gebruik een speciaal middel voor het onderhoud en de bescherming van de kookplaat. Volg de raadgevingen en waarschuwingen op de verpakking op. Omlijsting van de kookplaat ■ Schuursponzen Om schade aan de omlijsting van de kookplaat te vermijden, moeten de volgende aanwijzingen worden opgevolgd: ■ Hogedrukreinigers of stoommachines ■ Gebruik alleen warm water met een beetje zeep Glasschraper ■ Gebruik nooit scherpe of bijtende producten Verwijder hardnekkig vuil met een glasschraper. ■ Gebruik de glasschraper niet Repareren van storingen Vaak zijn storingen het gevolg van kleinigheden. Neem de volgende raadgevingen en waarschuwingen in acht alvorens contact op te nemen met de Technische Dienst. Indicator Storing Maatregel geen De stroom is uitgevallen. Controleer met andere elektrische apparaten of de stroom is uitgevallen. Het apparaat is niet aangesloten volgens het aansluitschema. Controleer of het apparaat is aangesloten volgens het aansluitschema. Storing in het elektronische systeem. Als de storing na de voorgaande controles niet is opgelost, neem dan contact op met de technische dienst. * Als de indicatie blijft branden, neem dan contact op met de Technische dienst. Zet geen hete pannen op het bedieningspaneel. 19 Indicator Storing Maatregel “ knippert Het bedieningspaneel is vochtig of er ligt iets op. Droog de zone van het bedieningspaneel of neem het voorwerp weg. “§ +nummer / Storing in het elektronische systeem. š + nummer / ¡ + nummer Sluit de kookplaat van het verdeelnet af. Wacht 30 seconden alvorens hem weer aan te sluiten. ”‹ / ”Š Er is een interne fout in de werking opgetreden. Sluit de kookplaat van het verdeelnet af. Wacht 30 seconden alvorens hem weer aan te sluiten. ”ƒ Het elektronische systeem is oververhit geraakt en heeft de overeenkomstige kookzone uitgeschakeld. Wacht totdat het elektronische systeem voldoende afgekoeld is. Druk vervolgens op een willekeurig symbool van de kookplaat.* ”… Het elektronische systeem is oververhit geraakt en heeft alle kookzones uitgeschakeld. —‚ Onjuiste voedingsspanning, overschrijding Neem contact op met uw elektriciteitsleverancier. van de normale werklimieten —ƒ / —„ De kookzone is oververhit en werd uitge- Wacht tot het elektronische systeem voldoende afgekoeld is en zet schakeld om uw kookplaat te beschermen. de kookplaat weer aan. * Als de indicatie blijft branden, neem dan contact op met de Technische dienst. Zet geen hete pannen op het bedieningspaneel. Normaal geluid tijdens de werking van het apparaat De technologie van het verwarmen door inductie is gebaseerd op het ontstaan van elektromagnetische velden die ervoor zorgen dat de warmte rechtstreeks op de bodem van de pan wordt voortgebracht. De pannen kunnen, afhankelijk van hun bouw, geluiden of trillingen voortbrengen, zoals hieronder worden genoemd: Een diep gezoem zoals in een transformator Dit geluid ontstaat tijdens het koken op een hoge kookstand. De oorzaak daarvan is de hoeveelheid energie die de kookplaat aan de pan overdraagt. Het geluid verdwijnt of vermindert zodra de kookstand wordt verlaagd. Een laag fluitend geluid Dit geluid ontstaat als de pan leeg is. Het geluid verdwijnt zodra er water of voedsel in de pan wordt gedaan. Knisperen Dit geluid doet zich voor bij pannen die bestaan uit lagen van verschillende materialen. Het geluid komt door de trillingen die ontstaan op de verbindingsvlakken van de verschillende materialen. Dit geluid is afkomstig van de pan. De hoeveelheid voedsel en de bereidingswijze kunnen variëren. Hoge fluitende geluiden De geluiden ontstaan met name in pannen die bestaan uit lagen van verschillende materialen, zodra deze worden aangezet op de hoogste stand en op twee kookzones tegelijk. Deze fluitende geluiden verdwijnen of worden minder zodra het vermogen wordt verlaagd. Geluid van de ventilator Voor een goed gebruik van het elektronische systeem moet de kookplaat op een gecontroleerde temperatuur werken. Daartoe is de kookplaat uitgerust met een ventilator die steeds als de temperatuur wordt vastgesteld door middel van de verschillende kookstanden gaat werken. De ventilator kan ook door inertie werken, nadat de kookplaat is uitgezet, als de gedetecteerde temperatuur nog te hoog is. De omschreven geluiden zijn normaal en maken deel uit van de inductietechnologie en duiden niet op een storing. Servicedienst Wanneer uw apparaat gerepareerd moet worden, staat onze servicedienst voor u klaar. E-nummer en FD-nummer Verzoek om reparatie en advies bij storingen NL 020 430 3 430 B 070 222 141 Geef wanneer u contact opneemt met de servicedienst altijd het productnummer (E-nr.) en het fabricagenummer (FD-nr.) van het apparaat op. Het typeplaatje met de nummers vindt u op het identificatiebewijs van het apparaat. Vertrouw op de competentie van de producent. Zo bent u er zeker van dat de reparatie wordt uitgevoerd door geschoolde onderhoudstechnici, die beschikken over de originele onderdelen voor uw huishoudelijke apparaten. Let erop dat het bezoek van een technicus van de servicedienst in het geval van een verkeerde bediening ook tijdens de garantietijd kosten met zich meebrengt. De contactgegevens in alle landen vindt u in de bijgesloten lijst met Servicedienstadressen. 20 Position de mijotage Durée de mijotage en minutes Faire bouillir, cuire à la vapeur, réchauffer Riz (avec double quantité d'eau) 2-3 15­-30 min. Riz au lait 2-3 25­-35 min. Pommes de terre non pelées 4-5 25­-30 min. Pommes de terre pelées et salées 4-5 15­-25 min. Pâtes 6 -7* 6­-10 min. Ragoût, soupes 3.­-4. 15­-60 min. Légumes 2.­-3. 10­-20 min. Légumes, surgelés 3.­-4. 7­-20 min. Ragoût avec cocotte-minute 4.­-5. - Rouleau à la viande 4-5 50­-60 min. Estouffade 4-5 60­-100 min. Goulasch 3.­-4. 50­-60 min. Filets, nature ou panés 6-7 6­-10 min. Filets surgelés 6-7 8­-12 min. Côtes, nature ou panées 6-7 8­-12 min. Bifsteck (3 cm d'épaisseur) 7-8 8­-12 min. Blanc de poulet (2 cm d'épaisseur) 5-6 10­-20 min. Blanc de poulet, surgelé 5-6 10­-30 min. Poisson et filet de poisson, au naturel 5-6 8­-20 min. Poisson et filet de poisson pané 6-7 8­-20 min. Poisson pané surgelé, par exemple bâtonnets de poisson 6-7 8­-12 min. Gambas et crevettes 7-8 4­-10 min. Plats surgelés, par ex. poêlées 6-7 6­-10 min. Crêpes 6-7 frire une portion après l'autre Omelettes 3.­-4. frire une portion après l'autre Oeufs au plat 5-6 3-6 min. Produits surgelés, par ex., pommmes de terre frites, nuggets de poulet 8-9 Croquettes surgelées 7-8 Faire frire une portion après l'autre Boulettes de viande 7-8 Viande, par ex. morceaux de poulet 6-7 Poisson pané ou en beignets 6-7 Légumes, champignons, panés ou en beignets, par ex., champignons 6-7 Pâtisserie, par ex., beignets, fruits en beignets 4-5 Cuire à l'étouffée Rôtir** Frire** (150-200g une portion après l'autre dans 1-2 l d'huile) * Mijoter sans couvercle ** Sans couvercle Sécurité-enfants Il est possible d'assurer la plaque de cuisson contre une connexion involontaire pour empêcher les enfants d'allumer les zones de cuisson. Activer et désactiver la sécurité-enfants La plaque de cuisson doit être éteinte. Activer : appuyer sur le symbole @ pendant env. 4 secondes. L'indicateur @ s'allume pendant 10 secondes. La plaque de cuisson reste bloquée. 26 Désactiver : appuyer sur le symbole @ pendant env. 4 secondes. Le blocage a été désactivé. Activer et désactiver la sécurité-enfants permanente Avec cette fonction, la sécurité-enfants est activée automatiquement seulement si la plaque de cuisson est éteinte. Activer et désactiver Voir chapitres "Réglages de base". Livello di cottura a fuoco lento Durata della cottura a fuoco lento in minuti Riso (con quantità doppia d'acqua) 2-3 15-30 min. Riso al latte 2-3 25-35 min. Patate con la buccia 4-5 25-30 min. Patate pelate al sale 4-5 15-25 min. Pasta 6-7* 6-10 min. Stufato, minestre 3.­4. 15-60 min. Verdure 2.­3. 10-20 min. Verdure, surgelati 3.­4. 7-20 min. Cotti in pentola a pressione 4.­5. - Rollato di carne 4-5 50-60 min. Stufato 4-5 60-100 min. Gulasch 3.­4. 50-60 min. Bistecche, al naturale o impanate 6-7 6-10 min. Bistecche surgelate 6-7 8-12 min. Braciole, al naturale o impanate 6-7 8-12 min. Bistecca (3 cm di spessore) 7-8 8-12 min. Petto (2 cm di spessore) 5-6 10-20 min. Petto, surgelato 5-6 10-30 min. Pesce e filetto di pesce al naturale 5-6 8-20 min. Pesce e filetto di pesce impanato 6-7 8-20 min. Pesce impanato surgelato, ad es. bastoncini di pesce 6-7 8-12 min. Gamberi e gamberetti 7-8 4-10 min. Piatti surgelati, ad es. soffritti 6-7 6-10 min. Crêpe 6-7 friggere una alla volta Frittata 3.­4. friggere una alla volta Uova fritte 5-6 3-6 min. Prodotti surgelati, ad es. patatine fritte, nugget di pollo 8-9 Crocchette surgelate 7-8 friggere una porzione alla volta Polpette 7-8 Carne, ad es. pezzi di pollo 6-7 Pesce impanato o in pastella 6-7 Verdure, funghi, impanati o in pastella, ad es. champignon 6-7 Pasticceria, ad es. meringhe, frutta fritta in pastella 4-5 Bollire, cucinare a vapore, rosolare Cuocere a fuoco lento Arrostire Friggere** (150-200g per porzione in 1-2 l di olio) * Prosecuzione della cottura senza coperchio ** Senza coperchio Sicurezza bambini Il piano di cottura può essere protetto contro collegamenti involontari per impedire che i bambini accendano le zone di cottura. Attivazione e disattivazione della sicurezza bambini Il piano di cottura deve essere spento. Attivazione: premere sul simbolo @ per 4 secondi circa. La spia @ si illumina per 10 secondi. Il piano di cottura viene bloccato. Disattivazione: premere sul simbolo @ per 4 secondi circa. Il blocco viene disattivato. Attivare e disattivare la sicurezza permanente bambini Con questa funzione, la sicurezza bambini si attiva automaticamente a condizione che si spenga il piano di cottura. Attivazione e disattivazione Vedere il paragrafo "Impostazioni di base". 35 Robert Bosch Hausgeräte GmbH Carl-Wery-Straße 34 81739 München DEUTSCHLAND (900917)
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40

Bosch pie 611 t14e de handleiding

Categorie
Kookplaten
Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor