NL
32
Dergelijke defecte aansluitkabels worden gebruikt
ofschoon ze levensgevaarlijk zijn op grond van de
beschadigde isolatie. Kabels, stekkers en
stopcontacten moeten voldoen aan de hieronder
vermelde voorwaarden. Kabels voor het aansluiten
van bodemfrezen moeten voorzien zijn van een
rubberisolatie.
De aansluitkabels moeten minstens van het type
H05RN-F en drieaderig zijn. De benaming van het
type moet op de aansluitkabel van het gereedschap
gedrukt staan. Koop enkel gekenmerkte
aansluitkabels! Stekkers en koppelingen van
aansluitkabels moeten van rubber zijn en
spatwaterdicht zijn. De aansluitkabels mogen niet
willekeurig lang zijn. Voor langere aansluitkabels zijn
geleiders met een grotere doorsnede vereist.
Aansluit- en verbindingskabels moeten regelmatig op
schade worden gecontroleerd. Let er op dat de
kabels tijdens de controle stroomloos zijn. Wind de
aansluitkabel van het gereedschap helemaal af.
Controleer ook de invoeringen van de aansluitkabel,
op stekkers en koppelingen, op knikplaatsen.
6. Bediening
6.1 Inbedrijfstelling
Sluit de aansluitkabel van de bodemfrees aan op de
stekker (fig. 7, pos. A) en beveilig de aansluitkabel
d.m.v. de trekontlastingsklem (fig. 7, pos. 5).
Let op! Om het ongewild aanzetten van het
gereedschap te voorkomen, is de schuifbeugel
voorzien van een tweepuntsschakelaar (fig. 8, pos. A)
die moet worden ingedrukt voordat de schakelhendel
(fig. 8, pos. B) kan worden ingedrukt. Als u de
schakelhendel loslaat, wordt het gereedschap
meteen uitgeschakeld. Voer deze procedure
meermaals uit om er zeker van te zijn dat uw
gereedschap naar behoren werkt. Voordat u een
herstelling of onderhoudswerkzaamheid op het
gereedschap verricht dient u er zich van te
vergewissen dat de freesmessen niet draaien en het
gereedschap gescheiden is van het net.
Dankzij de geïntegreerde hoogteafstelinrichting kan
het geleidewiel aan de gewenste werkdiepte worden
aangepast. Borgschroef (fig. 3 , pos. 13) losdraaien
en verwijderen. Geleidewiel naar de gewenste stand
(fig. 3, pos. A-E) brengen. Borgschroef opnieuw
aanbrengen en aanhalen.
De door de geleidestelen vastgelegde
veiligheidsafstand tussen het gereedschap en de
gebruiker dient steeds in acht te worden genomen. Bij
het veranderen van de bewerkingsrichting op bermen
en hellingen dient u bijzonder voorzichtig te werk te
gaan. Let op een veilige stand, draag schoenen met
slipvaste zolen met stroef profiel en een lange broek.
Werk steeds dwars over de helling.
Wees bijzonder voorzichtig bij het achteruit bewegen
en trekken van het gereedschap, struikelgevaar!
6.2 Instructies voor het correct werken
Plaats het gereedschap aan het begin van het te
bewerken stuk grond en hou het aan de schuifbeugel
goed vast voordat u het gereedschap inschakelt.
Leid de freesmessen over het te bewerken vlak.
Om een keurig bewerkte grond te bereiken leidt u het
gereedschap in zo recht mogelijke banen. De banen
moeten elkaar steeds met enkele centimeters
overlappen zodat er geen stroken blijven staan.
Zet de motor op tijd stop als u aan het einde van het
te bewerken vlak bent aangekomen. Voordat u het
gereedschap opheft (b.v. om van richting te
veranderen) dient u de motor stop te zetten.
De onderkant van het gereedschap schoon houden
en aangekoekte aarde beslist verwijderen.
Aankoekingen bemoeilijken het starten en
verminderen de werkdiepte.
Op hellingen moet de werkrichting dwars t.o.v. de
helling verlopen. Voordat u eender welke controles
van de freesmessen verricht dient u zeker de motor
stop te zetten en de netstekker uit het stopcontact te
verwijderen.
Let op!
De freesmessen blijven na het stopzetten van de
motor nog enkele seconden draaien. Probeer deze
nooit te stoppen. Indien de draaiende freesmessen
een voorwerp raken, het gereedschap uitschakelen
en wachten tot de freesmessen helemaal stilstaan.
Controleer daarna de toestand van de freesmessen.
Indien die beschadigd zijn moeten ze worden
vervangen.
Leg de gebruikte aansluitkabel van het gereedschap
in bochten voor het gebruikte stopcontact op de
grond klaar. Werk al weggaand van het stopcontact of
de kabel en let er op dat de aansluitkabel van het
gereedschap steeds op de reeds bewerkte grond ligt
om te voorkomen dat u met de freesmessen over de
kabel rijdt.