Vega VEGAKON 66 Handleiding

Type
Handleiding
Handleiding
Conductieve meerstaafs-
niveauschakelaar voor vloeistoen
VEGAKON 66
Relais (DPDT)
Document ID: 32649
2
Inhoudsopgave
VEGAKON 66 • Relais (DPDT)
32649-NL-190426
Inhoudsopgave
1 Over dit document ................................................................................................................... 4
1.1 Functie ............................................................................................................................. 4
1.2 Doelgroep ........................................................................................................................ 4
1.3 Gebruikte symbolen ......................................................................................................... 4
2 Voor uw veiligheid .................................................................................................................... 5
2.1 Geautoriseerd personeel .................................................................................................. 5
2.2 Correct gebruik ................................................................................................................. 5
2.3 Waarschuwing voor misbruik ............................................................................................ 5
2.4 Algemene veiligheidsinstructies ....................................................................................... 5
2.5 Veiligheidsmarkering op het instrument ............................................................................ 6
2.6 EU-conformiteit ................................................................................................................ 6
2.7 Milieuvoorschriften ........................................................................................................... 6
3 Productbeschrijving ................................................................................................................ 7
3.1 Constructie ....................................................................................................................... 7
3.2 Werking ............................................................................................................................ 8
3.3 Bediening ......................................................................................................................... 9
3.4 Opslag en transport .......................................................................................................... 9
4 Monteren ................................................................................................................................. 11
4.1 Algemene instructies ...................................................................................................... 11
4.2 Montage-instructies ........................................................................................................ 12
5 Op de voedingsspanning aansluiten ................................................................................... 13
5.1 Aansluiting voorbereiden ................................................................................................ 13
5.2 Aansluitinstructies .......................................................................................................... 13
5.3 Aansluitschema .............................................................................................................. 14
6 In bedrijf nemen ..................................................................................................................... 15
6.1 Algemeen ....................................................................................................................... 15
6.2 Bedieningselementen .................................................................................................... 15
6.3 Schakelpuntinstelling ..................................................................................................... 16
6.4 Functietabel .................................................................................................................... 19
7 Service en storingen oplossen............................................................................................. 21
7.1 Onderhoud ..................................................................................................................... 21
7.2 Elektronica vervangen .................................................................................................... 21
7.3 Simulatie van schakelfuncties ........................................................................................ 22
7.4 Meetsonde inkorten ....................................................................................................... 22
7.5 Procedure in geval van reparatie .................................................................................... 22
8 Demonteren ............................................................................................................................ 24
8.1 Demontagestappen ........................................................................................................ 24
8.2 Afvoeren ......................................................................................................................... 24
9 Bijlage ..................................................................................................................................... 25
9.1 Technische gegevens ..................................................................................................... 25
9.2 Afmetingen ..................................................................................................................... 27
9.3 Industrieel octrooirecht ................................................................................................... 28
9.4 Handelsmerken .............................................................................................................. 28
3
Inhoudsopgave
VEGAKON 66 • Relais (DPDT)
32649-NL-190426
Uitgave: 2019-02-25
4
1 Over dit document
VEGAKON 66 • Relais (DPDT)
32649-NL-190426
1 Over dit document
1.1 Functie
Deze handleiding geeft u de benodigde informatie over de montage,
aansluiting en inbedrijfname en bovendien belangrijke instructies voor
het onderhoud, het oplossen van storingen, het vervangen van onder-
delen en de veiligheid van de gebruiker. Lees deze daarom door voor
de inbedrijfname en bewaar deze handleiding als onderdeel van het
product in de directe nabijheid van het instrument.
1.2 Doelgroep
Deze handleiding is bedoeld voor opgeleid vakpersoneel. De inhoud
van deze handleiding moet voor het vakpersoneel toegankelijk zijn en
worden toegepast.
1.3 Gebruikte symbolen
Document ID
Dit symbool op de titelpagina van deze handleiding verwijst naar de
Document-ID. Door invoer van de document-ID op www.vega.com
komt u bij de document-download.
Informatie, tip, instructie
Dit symbool markeert nuttige aanvullende informatie.
Voorzichtig: bij niet aanhouden van deze waarschuwing kunnen
storingen of foutief functioneren ontstaan.
Waarschuwing: bij niet aanhouden van deze waarschuwingen kan
persoonlijk letsel en/of zware materiële schade ontstaan.
Gevaar: bij niet aanhouden van deze waarschuwing kan ernstig
persoonlijk letsel en/of onherstelbare schade aan het instrument
ontstaan.
Ex-toepassingen
Dit symbool markeert bijzondere instructies voor Ex-toepassingen.
SIL-toepassingen
Dit symbool markeert instructies betreende de functionele veiligheid,
die bij veiligheidsrelevante toepassing bijzonder zorgvuldig moeten
worden aangehouden.
Lijst
De voorafgaande punt markeert een lijst zonder dwingende volgorde.
→
Handelingsstap
Deze pijl markeert een afzonderlijke handeling.
1 Handelingsvolgorde
Voorafgaande getallen markeren opeenvolgende handelingen.
Afvoeren batterij
Dit symbool markeert bijzondere instructies voor het afvoeren van
batterijen en accu's.
5
2 Voor uw veiligheid
VEGAKON 66 • Relais (DPDT)
32649-NL-190426
2 Voor uw veiligheid
2.1 Geautoriseerd personeel
Alle in deze documentatie beschreven handelingen mogen alleen
door opgeleid en door de eigenaar van de installatie geautoriseerd
vakpersoneel worden uitgevoerd.
Bij werkzaamheden aan en met het instrument moet altijd de beno-
digde persoonlijke beschermende uitrusting worden gedragen.
2.2 Correct gebruik
De VEGAKON 66 is een sensor voor niveausignalering.
Gedetailleerde informatie over het toepassingsgebied is in hoofdstuk
"Productbeschrijving" opgenomen.
De bedrijfsveiligheid van het instrument is alleen bij correct gebruik
conform de specicatie in de gebruiksaanwijzing en in de evt. aanvul-
lende handleidingen gegeven.
Handelingen die verder gaan dan hetgeen beschreven in de ge-
bruiksaanwijzing mogen uit veiligheids- en garantie-overwegingen
alleen door personeel worden uitgevoerd dat is geautoriseerde door
de leverancier. Eigenmachtig ombouwen of veranderen is uitdrukkelijk
verboden.
2.3 Waarschuwing voor misbruik
Bij ondeskundig of verkeerd gebruik kunnen van dit instrument
toepassingsspecieke gevaren uitgaan, zoals bijvoorbeeld overlopen
van de tank of schade aan installatiedelen door verkeerde montage
of instelling. Dit kan materiële, persoonlijke of milieuschade tot gevolg
hebben. Bovendien kunnen daardoor de veiligheidsspecicaties van
het instrument worden beïnvloed.
2.4 Algemene veiligheidsinstructies
Het instrument voldoet aan de laatste stand van de techniek rekening
houdend met de geldende voorschriften en richtlijnen. Het mag alleen
in technisch optimale en bedrijfsveilige toestand worden gebruikt. De
exploitant is voor het storingsvrije bedrijf van het instrument verant-
woordelijk. Bij gebruik in agressieve of corrosieve media, waarbij een
storing van het instrument tot een gevaarlijke situatie kan leiden, moet
de exploitant door passende maatregelen de correcte werking van
het instrument waarborgen.
De operator is verder verplicht, tijdens de gehele toepassingsduur de
overeenstemming van de benodigde bedrijfsveiligheidsmaatregelen
met de actuele stand van de betreende instituten vast te stellen en
nieuwe voorschriften aan te houden.
Door de gebruiker moeten de veiligheidsinstructies in deze handlei-
ding, de nationale installatienormen en de geldende veiligheidsbepa-
lingen en ongevallenpreventievoorschriften worden aangehouden.
Ingrepen anders dan die welke in de handleiding zijn beschreven mo-
gen uit veiligheids- en garantie-overwegingen alleen door personeel
6
2 Voor uw veiligheid
VEGAKON 66 • Relais (DPDT)
32649-NL-190426
worden uitgevoerd, dat daarvoor door de fabrikant is geautoriseerd.
Eigenmachtige ombouw of veranderingen zijn uitdrukkelijk verboden.
Uit veiligheidsoverwegingen mogen alleen de door de fabrikant goed-
gekeurde toebehoren worden gebruikt.
Om gevaren te voorkomen, moeten de op het instrument aange-
brachte veiligheidsmarkeringen en -instructies worden aangehouden
en moet de betekenis daarvan in deze handleiding worden nagele-
zen.
2.5 Veiligheidsmarkering op het instrument
De veiligheidssymbolen en -instructies die op het instrument zijn
aangebracht moeten worden aangehouden.
2.6 EU-conformiteit
Het instrument voldoet aan de wettelijke eisen uit de geldende
EU-richtlijnen. Met de CE-markering bevestigen wij de conformiteit
van het instrument met deze richtlijnen.
De EU-conformiteitsverklaring vindt u op onze homepage onder
www.vega.com/downloads.
2.7 Milieuvoorschriften
De bescherming van de natuurlijke levensbronnen is een van de be-
langrijkste taken. Daarom hebben wij een milieumanagementsysteem
ingevoerd met als doel, de bedrijfsmatige milieubescherming con-
stant te verbeteren. Het milieumanagementsysteem is gecerticeerd
conform DIN EN ISO 14001.
Help ons, te voldoen aan deze eisen en houdt rekening met de mi-
lieu-instructies in deze handleiding.
Hoofdstuk "Verpakking, transport en opslag"
Hoofdstuk "Afvoeren"
7
3 Productbeschrijving
VEGAKON 66 • Relais (DPDT)
32649-NL-190426
3 Productbeschrijving
3.1 Constructie
De levering bestaat uit:
Compacte niveauschakelaar VEGAKON 66
Documentatie
Deze gebruiksaanwijzing
De VEGAKON 66 bestaat uit de componenten:
Deksel behuizing
Behuizing met elektronica
Procesaansluiting met elektroden
1
2
3
Fig. 1: VEGAKON 66
1 Deksel behuizing
2 Behuizing met elektronica
3 Procesaansluiting met elektroden
Leveringsomvang
Componenten
8
3 Productbeschrijving
VEGAKON 66 • Relais (DPDT)
32649-NL-190426
De typeplaat bevat het serienummer van het instrument. Daarmee
kunt u via onze homepage de volgende gegevens van het instrument
vinden:
Productcode (HTML)
Leveringsdatum (HTML)
Opdrachtspecieke instrumentkenmerken (HTML)
Handleiding en beknopte handleiding op het tijdstip van uitlevering
(PDF)
Opdrachtspecieke sensorgegevens
Ga naar "www.vega.com" en voer in het zoekveld het serienummer
van uw instrument in.
Als alternatief kunt u de gegevens opzoeken via uw smartphone.
VEGA Tools-app uit de "Apple App Store" of de "Google Play
Store" downloaden
Data-matrixcode op de typeplaat van het instrument scannen of
Serienummer handmatig in de app invoeren
3.2 Werking
De conductieve compacte niveauschakelaars VEGAKON 66 registre-
ren grensniveaus van geleidende vloeistoen.
Wanneer minimaal twee elektroden met een geleidend medium
worden bedekt, dan stroomt geen wisselstroom (< 1 mA) van de mee-
telektrode naar de massa-elektrode.
1
3
2
Fig. 2: Werkingsprincipe
1 Massa-elektrode
2 Maximaal niveau (max.-elektrode)
3 Minimaal niveau (min.-elektrode)
Deze wisselstromen worden voor wat betreft de amplitude en fasepo-
sitie gemeten en in een schakelcommando omgezet.
Serienummer - instru-
ment zoeken
T
oepassingsgebied
Werkingsprincipe
9
3 Productbeschrijving
VEGAKON 66 • Relais (DPDT)
32649-NL-190426
De VEGAKON 66 kan daarom voor een betrouwbare detectie van
producten over een zeer groot geleidbaarheids- en viscositeitsbereik
worden ingezet.
Met twee meetelektroden kunt u een niveaudetectie realiseren, met
drie meetelektroden bijvoorbeeld een pomp- of tweepuntsregeling.
De VEGAKON 66 is een compact instrument, d.w.z deze kan zonder
externe versterker worden toegepast. De geïntegreerde elektronica
analyseert het niveausignaal en stelt een schakelsignaal ter beschik-
king. Met dit schakelsignaal kunt u een nageschakelt instrument
direct bedienen (bijv. een waarschuwingsinrichting, een pomp, enz.).
De specicaties betreende voedingsspanning vindt u in hoofdstuk
"Technische gegevens".
3.3 Bediening
De VEGAKON 66 is een compacte niveauschakelaar met geïnte-
greerde elektronicamodule.
Op de elektronica vindt u de volgende aanwijs- en bedieningsele-
menten:
Controlelamp voor aanwijzing van de schakeltoestand
Bedrijfsstandenomschakeling voor de keuze van het uitgangssig-
naal
DIL-schakelaar voor instelling van de demping
Draaischakelaar voor instelling regelwaarde
3.4 Opslag en transport
Uw instrument werd op weg naar de inbouwlocatie beschermd door
een verpakking. Daarbij zijn de normale transportbelastingen door
een beproeving verzekerd conform ISO 4180.
Bij standaard instrumenten bestaat de verpakking uit karton, is milieu-
vriendelijk en recyclebaar. De sensor is bovendien voorzien van een
beschermkap van karton. Bij speciale uitvoeringen wordt bovendien
PE-schuim of PE-folie gebruikt. Voer het overblijvende verpakkings-
materiaal af via gespecialiseerde recyclingbedrijven.
Het transport moet rekening houdend met de instructies op de trans-
portverpakking plaatsvinden. Niet aanhouden daarvan kan schade
aan het instrument tot gevolg hebben.
De levering moet na ontvangst direct worden gecontroleerd op volle-
digheid en eventuele transportschade. Vastgestelde transportschade
of verborgen gebreken moeten overeenkomstig worden behandeld.
De verpakkingen moeten tot aan de montage gesloten worden
gehouden en rekening houdend met de extern aangebrachte opstel-
lings- en opslagmarkeringen worden bewaard.
Verpakkingen, voor zover niet anders aangegeven, alleen onder de
volgende omstandigheden opslaan:
Niet buiten bewaren
Voedingsspanning
Verpakking
Tr
ansport
Transportinspectie
Opslag
10
3 Productbeschrijving
VEGAKON 66 • Relais (DPDT)
32649-NL-190426
Droog en stofvrij opslaan
Niet aan agressieve media blootstellen
Beschermen tegen directe zonnestralen
Mechanische trillingen vermijden
Opslag- en transporttemperatuur zie "Appendix - Technische
gegevens - Omgevingscondities"
Relatieve luchtvochtigheid 20 … 85 %.
Bij een gewicht van de instrumenten meer dan 18 kg (39,68 lbs) moe-
ten voor het tillen en dragen daarvoor geschikte inrichtingen worden
gebruikt.
Opslag- en transporttem-
peratuur
Tillen en dragen
11
4 Monteren
VEGAKON 66 • Relais (DPDT)
32649-NL-190426
4 Monteren
4.1 Algemene instructies
Waarborg, dat alle onderdelen van het apparaat die zich in het proces
bevinden, in het bijzonder sensorelement, procesafdichting en pro-
cesaansluiting, geschikt zijn voor de betreende procesomstandighe-
den. Daartoe behoren in het bijzonder de procesdruk, procestempe-
ratuur en de chemische eigenschappen van het medium.
De specicaties daarvoor vindt u in hoofdstuk "Technische gegevens"
en op de typeplaat.
Het instrument is geschikt voor normale en aanvullende omgevings-
condities conform DIN/EN/IEC/ANSI/ISA/UL/CSA 61010-1.
Gebruik de aanbevolen kabel (zie hoofdstuk "Op de voedingsspan-
ning aansluiten") en draai de kabelwartel vast aan.
U beschermt uw VEGAKON 66 extra tegen het binnendringen van
vocht door de aansluitkabel voor de kabelwartel naar beneden te
leiden. Regen- en condenswater kan dan afdruipen. Dit geldt vooral
bij buitenopstelling of in ruimten waar met een hoge vochtigheid
rekening gehouden moet worden (bijvoorbeeld vanwege reinigings-
processen) of op gekoelde resp. verwarmde tanks.
Waarborg voor het behoud van de beschermingsklasse van het in-
strument, dat de deksel van de behuizing tijdens bedrijf altijd gesloten
en eventueel geborgd is.
Waarborg, dat de in hoofdstuk "Technische gegevens" aangegeven
vervuilingsgraad bij de aanwezige omstandigheden past.
Fig. 3: Maatregelen tegen het binnendringen van vocht
Bij over- of onderdruk in de tank moet u de procesaansluiting afdich-
ten. Controleer vooraf of het afdichtingsmateriaal bestendig is tegen
het product en de procestemperatuur.
De maximaal toelaatbare druk vindt u in het hoofdstuk "Technische
gegevens" of op de typeplaat van de sensor.
Metrisch schroefdraad
Bij instrumentbehuizingen met metrisch schroefdraad zijn de ka-
belwartels af fabriek ingeschroefd. Deze zijn met kunststof pluggen
afgesloten als transportbeveiligingen.
Geschiktheid voor de
procesomstandigheden
Geschiktheid voor de om
-
gevingsomstandigheden
Vochtigheid
Druk/vacuüm
Kabelinvoeren -
NPT-schroefdraad
Kabelwartels
12
4 Monteren
VEGAKON 66 • Relais (DPDT)
32649-NL-190426
U moet deze pluggen verwijderen voordat de elektrische aansluitin-
gen worden gemaakt.
NPT-schroefdraad
Bij instrumentbehuizingen met zelfafdichtende NPT-schroefdraad
kunnen de kabelwartels niet af fabriek worden ingeschroefd. De vrije
openingen van de kabeldoorvoeren zijn daarom met rode stofbe-
schermdoppen afgesloten als transportbeveiliging.
De beschermdoppen moeten voor de inbedrijfname door toegela-
ten kabelwartels worden vervangen of met geschikte blindpluggen
worden afgesloten.
4.2 Montage-instructies
Roerwerken, installatietrillingen e.d. kunnen de niveauschakelaar
blootstellen aan sterke zijwaartse krachten.
De meetsonde mag tijdens bedrijf geen ingebouwde onderdelen of
de tankwand aanraken. Indien nodig, moet u daarom het uiteinde van
de sonde isolerend xeren. Breng daarvoor direct boven het uiteinde
van de elektrode een geïsoleerde steun aan.
1
2
1
2
Fig. 4: Meetsonde xeren
1 Meetsonde
2 Kunststofbus aan uiteinde sonde resp. zijkant gemonteerd
Roerwerken
13
5 Op de voedingsspanning aansluiten
VEGAKON 66 • Relais (DPDT)
32649-NL-190426
5 Op de voedingsspanning aansluiten
5.1 Aansluiting voorbereiden
Let altijd op de volgende veiligheidsinstructies:
Waarschuwing:
Alleen in spanningsloze toestand aansluiten.
De elektrische aansluiting mag alleen door opgeleide en door de
eigenaar geautoriseerde vakspecialisten worden uitgevoerd.
Sluit het instrument in principe zodanig aan, dat spanningsloos
aansluiten en losmaken op de klemmen mogelijk is.
Opmerking:
Installeer een goed toegankelijke scheidingsinrichting voor het instru-
ment. De scheidingsinrichting moet voor het instrument zijn gemar-
keerd (IEC/EN61010).
Sluit de voedingsspanning aan conform de aansluitschema's hierna.
De elektronica KONE60R is in veiligheidsklasse I uitgevoerd. Voor het
aanhouden van deze veiligheidsklasse is het absoluut noodzakelijk,
dat de randaarde op de interne aardaansluitklem wordt aangesloten.
Let daarvoor op de algemene installatievoorschriften.
De specicaties betreende voedingsspanning vindt u in hoofdstuk
"Technische gegevens".
Het instrument wordt met standaard 3-aderige kabel zonder afscher-
ming aangesloten. Indien elektromagnetische instrooiingen worden
verwacht, die boven de testwaarden van de EN 61326 voor industrië-
le omgeving liggen, moet afgeschermde kabel worden gebruikt.
Waarborg, dat de gebruikte kabel de voor de maximaal optredende
omgevingstemperatuur benodigde temperatuurbestendigheid en
brandveiligheid heeft.
Gebruik kabels met ronde doorsnede. Een kabelbuitendiameter van
5 … 9 mm zorgt voor een goede afdichtende werking in de kabelwar-
tel. Wanneer u kabel met een andere diameter of doorsnede gebruikt,
vervang dan de afdichting of gebruik een geschikt kabelwartel.
5.2 Aansluitinstructies
Gevaar:
Schakel voor de aansluitwerkzaamheden eerst de voeding uit.
Sluit de netspanning aan conform de aansluitschema's.
De meetsondestaven zijn met nummers gemarkeerd. Deze vindt u op
de procesaansluiting onder het schroefdraad.
Veiligheidsinstructies
aanhouden
Voedingsspanning
Verbindingskabel
Markering van de meets-
ondestaven
14
5 Op de voedingsspanning aansluiten
VEGAKON 66 • Relais (DPDT)
32649-NL-190426
2
1
3
1
2
3
Fig. 5: Nummering van de meetsonden - aanzicht van onderen
1 Massastaaf - is even lang of langer dan de min.-staaf
2 Max.-staaf - de lengte hiervan bepaalt het bovenste schakelniveau (kortste
staaf)
3 Min.-staaf - de lengte hiervan bepaalt het onderste schakelniveau (middel-
ste staaf)
5.3 Aansluitschema
Bedoelt voor het schakelen van externe spanningsbronnen op relais,
magneetschakelaar, magneetventielen, signaallampen, claxons, enz.
12
-
+
L1 N
345
678
1
2
Fig. 6: Elektronica met relaisuitgang
1 Relaisuitgang
2 Voedingsspanning
Potentiaalvrije relaisuit-
gang
15
6 In bedrijf nemen
VEGAKON 66 • Relais (DPDT)
32649-NL-190426
6 In bedrijf nemen
6.1 Algemeen
Op de elektronica vindt u de volgende aanwijs- en bedieningsele-
menten:
DIL-schakelaar voor bedrijfsstandenomschakeling
DIL-schakelaar voor instelling van de demping
Draaischakelaar voor instelling regelwaarde
Controlelamp voor aanwijzing van de schakeltoestand
6.2 Bedieningselementen
876
5
4
3
1
2
max. 250V AC 5A 750VA
max. 250V DC 1A 54W
20...72V DC
20...250V AC
L
N
+-
R
KON E66R
max
min
K
TEST
0.1
TEST
300
100
30
0.3
1
3
10
A
2s
6s
12s
B
off
off
off
1
27
6
3
45
1 Aansluitklemmen
2 Controlelamp (LED)
3 Draaischakelaar: instelling regelwaarde
4 Keuzeschakelaar: schakelvertraging
5 Keuzeschakelaar: bedrijfsmodus (A/B) VEGAKON 66
6 Typeplaat
7 Trekbeugel
De controle-LED kan bij gesloten behuizing worden gecontroleerd.
Voor de instelling van de VEGAKON 66 maakt u met een schroeven-
draaier eerst de vier schroeven op de bovenzijde van het instrument
los en neemt u de deksel weg.
Met de draaischakelaar kunt u de gevoeligheid van het instrument
instellen. Daarbij is de stand 0,1 kΩ het minst gevoelig en de schake-
laarstand 300 kΩ het meest gevoelig. Zie ook tabel "schakelpuntin-
stelling".
Functie/opbouw
Contr
ole-LED (2)
Draaischak
elaar: instel-
ling regelwaarde (3)
16
6 In bedrijf nemen
VEGAKON 66 • Relais (DPDT)
32649-NL-190426
Op het DIL-schakelaarblok bevinden zich drie schakelaars, waar-
mee u de in- en uitschakelvertraging kunt instellen. Daarmee kunt u
bijvoorbeeld het continu schakelen van het instrument verhinderen,
wanneer het niveau zich binnen het grenswaardebereik bevindt.
De schakelvertraging heeft betrekking op de schakeltoestand van de
beide relaisuitgangen.
Met de schakelaars (2 s, 6 s, 12 s) kunt u de schakelvertraging in het
bereik van 0 tot 20 seconden instellen. De tijden van de geactiveerde
tijdschakelaar worden opgeteld. Wanneer bijvoorbeeld de schake-
laars 2 s en 12 s zijn geactiveerd, is de schakelvertraging 14 s.
Met de bedrijfsstandomschakeling (A/B) kunt u de schakeltoestand
van de uitgang veranderen. U kunt daarmee de gewenste bedrijfs-
stand conform de "functietabel" instellen (A - maximaal niveaude-
tectie resp. overvulbeveiliging, B - minimaal niveaudetectie resp.
droogloopbeveiliging).
Maak de bevestigingsschroeven van de elektronica los. Klap de
trekbeugel naar boven. Met de trekbeugel kunt u de elektronica uit de
behuizing trekken.
6.3 Schakelpuntinstelling
Stand draaischakelaar
Schakelpunt bij circa 1 cm bedekking.
Stand draaischakelaar Geleidbaarheid (medium)
Test max. Schakelgedrag bij volledige bedek-
king wordt gesimuleerd
0,1 kΩ (ongevoelig) > 6,6 mS
0,3 kΩ > 1,7 mS
1 kΩ > 540 µS
3 kΩ > 180 µS
10 kΩ > 54 µS
30 kΩ > 20 µS
100 kΩ > 5,7 µS
300 kΩ (gevoelig) > 1,6 µS
Test min. Leegtoestand wordt gesimuleerd
Voorbeelden voor productgeleidbaarheden
Medium Geleidbaarheid Aanbevolen stand
draaischakelaar
Leidingwater
0,2 mS 3 kΩ
Zout water (3,5 %) 35 mS 0,1 kΩ
Bier 1,4 mS 1 kΩ
Vruchtensap 2 mS 0,3 kΩ
Keuzeschakelaar: scha-
kelvertraging (4)
Bedrijfsstandenomscha-
keling (5)
Trekbeugel (7)
17
6 In bedrijf nemen
VEGAKON 66 • Relais (DPDT)
32649-NL-190426
Medium Geleidbaarheid Aanbevolen stand
draaischakelaar
Melk, yoghurt
3 mS 0,3 kΩ
Ketchup 15 mS 0,1 kΩ
Bij een horizontaal gemonteerd instrument bepaalt de montagehoog-
te het aanspreekniveau.
Bij verticaal gemonteerde instrumenten wordt de aanspreekhoogte
bepaald door de lengte van de meetsondestaven.
Verandering van het aanspreekniveau door verdraaien van de geleid-
baarheidsdraaischakelaar is niet zinvol.
Om het aanspreekniveau aan te passen, kunt u de meetstaven
inkorten door deze af te zagen. Schroef de staven voor het inkorten
uit het kunststof inschroefdeel van de sensor, om de meetsonde niet
te beschadigen.
De nummers van de staven zijn aan de onderkant van het inschroef-
draad vermeld.
De massastaaf (nr. 1) moet even lang of langer zijn, dan de langste
van de andere staven.
De max.-staaf (nr. 2) denieert bij eenpuntsschakelaars het aan-
spreekniveau of bij tweepuntsregeling het bovenste schakelniveau.
Het is dus de kortste staaf.
De min.-staaf (nr. 3) denieert het onderste schakelniveau, en moet
daarom altijd langer zijn, dan de max.-staaf. Bij instrumenten voor
eenpuntsniveaudetectie is deze niet aanwezig.
De elektronica herkent, of een min.-staaf is ingeschroefd en schakelt
automatisch over van één- naar tweepuntsregeling.
Bij goed geleidende producten (> 3 ms) stelt u de draaischakelaar -
geleidbaarheidsinstelling (3) over het algemeen in op de schakelaar-
stand 3 kΩ. Daarmee is het instrument al compleet ingesteld.
Houd daarbij de instructies in de tabel "voorbeelden van productge-
leidbaarheden" aan. De aanbevolen instellingen houden rekening met
invloeden zoals bijvoorbeeld condensaatvorming en lichte afzettin-
gen.
Bij gevaar voor ernstige afzettingen en condensaatvorming stelt u de
draaischakelaar een stand ongevoeliger in.
Hoe u de schakeltoestand van de uitgang kunt kiezen, vindt u in de
"Functietabel".
De volgende instellingen gelden voor producten met lage geleidbaar-
heid (< 3 mS)
1. Vul de tank tot de kortste meetelektrode circa 1 cm is bedekt.
2. Schakel de voedingsspanning in
3. Stel de A/B-omschakelaar in op bedrijfsmodus A
4. Stel de draaischakelaar in op de stand "TEST min."
Bepalen van het aan-
spreekniveau
Standaardinstelling
Niveausignalering voor
max.-signaal
18
6 In bedrijf nemen
VEGAKON 66 • Relais (DPDT)
32649-NL-190426
5. Draai de draaischakelaar langzaam rechtsom tot de rode LED
brandt
Het instrument is op het product aangepast, d.w.z. het relais wordt bij
maximaal niveau spanningsloos.
De volgende instellingen gelden voor producten met lage geleidbaar-
heid (< 3 mS)
1. Maak de tank leeg tot de min. meetelektrode nog circa 1 cm is
bedekt
2. Schakel de voedingsspanning in
3. Stel de A/B-omschakelaar in op bedrijfsmodus B
4. Stel de draaischakelaar in op de stand "TEST max."
5. Draai de draaischakelaar langzaam linksom tot de rode LED
brandt
Het instrument is op het product aangepast, d.w.z. het relais wordt bij
minimaal niveau spanningsloos.
De volgende instellingen gelden voor producten met lage geleidbaar-
heid (< 3 mS)
1. Vul de tank tot de kortste meetelektrode circa 1 cm is bedekt.
2. Schakel de voedingsspanning in
3. Stel de A/B-omschakelaar in op bedrijfsmodus A
4. Stel de draaischakelaar in op de stand "TEST min."
5. Draai de draaischakelaar langzaam rechtsom tot de rode LED
brandt
Het instrument is op het product aangepast, d.w.z. het relais wordt bij
het bereiken van het max. niveau spanningsloos. Pas bij het onder-
schrijden van de min. elektrode wordt het relais weer bekrachtigd.
Voorbeeld: een vulpomp wordt bij het onderschrijden van het
min.-signaal ingeschakeld, vult de tank tot het bereiken van het
max.-signaal en wordt dan uitgeschakeld.
De volgende instellingen gelden voor producten met lage geleidbaar-
heid (< 3 mS)
1. Maak de tank leeg tot de min. meetelektrode nog circa 1 cm is
bedekt
2. Schakel de voedingsspanning in
3. Stel de A/B-omschakelaar in op bedrijfsmodus B
4. Stel de draaischakelaar in op de stand "TEST max."
5. Draai de draaischakelaar langzaam linksom tot de rode LED
brandt
Het instrument is op het product aangepast, d.w.z. het relais wordt bij
het bereiken van het max. niveau bekrachtigd. Pas bij het onderschrij-
den van de min. elektrode wordt het relais weer spanningsloos.
Niveausignalering voor
min.-signaal
T
weepuntsr
egeling
A-modus
Tweepuntsregeling
B-modus
19
6 In bedrijf nemen
VEGAKON 66 • Relais (DPDT)
32649-NL-190426
Voorbeeld: een aftappomp wordt bij het onderschrijden van het
min.-signaal ingeschakeld, tapt de tank af tot het bereiken van het
min.-signaal en wordt dan uitgeschakeld.
Bij meerdere identieke meetpunten (hetzelfde product) is de inrege-
ling van één enkel instrument met product voldoende. De vastgelegde
schakelaarstand kan op alle andere instrumenten worden overgeno-
men.
Wanneer de productgeleidbaarheid bekend is, kan de schakelpuntin-
stelling conform de inbedrijfname van de tabel "instelling draaischa-
kelaar" worden uitgevoerd.
Bij het vervangen van de elektronica is het voldoende, de instelling
van de oude elektronica over te nemen.
6.4 Functietabel
De volgende tabel geeft een overzicht van de schakeltoestanden
afhankelijk van de ingestelde bedrijfsstand en het niveau.
Niveau Schakeltoestand
relaismodule
E60R
Controle-LED
Bedrijfsstand A
Overvulbeveiliging
1
Relais stroomge-
leidend
53 4
(8)(6) (7)
Brandt niet
Bedrijfsstand A
Overvulbeveiliging
2
Relais spannings-
loos
53 4
(8)(6) (7)
Brandt
Bedrijfsstand B
Droogloopbevei-
liging
3
Relais stroomge-
leidend
53 4
(8)(6) (7)
Brandt niet
Bedrijfsstand B
Droogloopbevei-
liging
4
Relais spannings-
loos
53 4
(8)(6) (7)
Brandt
Drooginregeling
20
6 In bedrijf nemen
VEGAKON 66 • Relais (DPDT)
32649-NL-190426
Niveau Schakeltoestand
relaismodule
E60R
Controle-LED
Uitval voedings-
spanning
(bedrijfsstand
A/B)
Relais spannings-
loos
53 4
(8)(6) (7)
Brandt niet
1 Maximum bewaking - tank leeg
2 Maximum bewaking - tank vol
3 Minimum bewaking - tank vol
4 Minimum bewaking - tank leeg
Opmerking:
Wanneer de VEGAKON 66 als oliewaarschuwing in water wordt
gebruikt, dan moet de elektrode na het signaleren van olie (= leeg-
melding) aansluitend worden gereinigd van de olievervuiling, omdat
anders terugschakelen naar water niet is gewaarborgd.
21
7 Service en storingen oplossen
VEGAKON 66 • Relais (DPDT)
32649-NL-190426
7 Service en storingen oplossen
7.1 Onderhoud
Bij correct gebruik is bij normaal bedrijf geen bijzonder onderhoud
nodig.
De reiniging zorgt er tevens voor, dat de typeplaat en de markering op
het instrument zichtbaar zijn.
Let hiervoor op het volgende:
Gebruik alleen reinigingsmiddelen, die behuizing, typeplaat en
afdichtingen niet aantasten.
Gebruik alleen reinigingsmethoden, die passen bij de bescher-
mingsklasse van het instrument
7.2 Elektronica vervangen
Over het algemeen kunnen alle elektronica-units serie KONE66
onderling worden uitgewisseld. Indien u elektronica met een andere
signaaluitgang wilt gebruiken, dan vindt u de daarbij passende ge-
bruiksaanwijzing op onze homepage onder downloads.
Ga als volgt tewerk:
1. Voedingsspanning uitschakelen
2. Deksel behuizing afschroeven
3. Klemkoppelingen met een schroevendraaier losmaken
4. Aansluitkabels uit de klemmen trekken
5. De beide bevestigingsschroeven met een schroevendraaier
(kruiskop) losmaken
6. Trekbeugel optillen en ouder elektronica uittrekken
7. Nieuwe elektronica vergelijken met de oude. De typeplaat op de
elektronica moet overeenkomen met de typeplaat van de oude
elektronica.
8. Instellingen van alle bedieningselementen van de oude elektroni-
ca noteren.
De bedieningselementen van de nieuwe elektronica op dezelfde
waarden instellen als de oude elektronica.
9. De beide bevestigingsschroeven met een kruiskopschroeven-
draaier indraaien en vasttrekken.
10. Aderuiteinden conform aansluitschema in de open klemmen
steken
11. Schroefklemmen vastdraaien
12. Controleer of de kabels goed in de klemmen zijn bevestigd door
licht hieraan te trekken
13. Kabelwartel op lekdichtheid controleren. De afdichtring moet de
kabel geheel omsluiten.
14. Deksel behuizing vastschroeven
Het vervangen van de elektronica is nu afgerond.
Onderhoud
Reiniging
22
7 Service en storingen oplossen
VEGAKON 66 • Relais (DPDT)
32649-NL-190426
Zodra u de elektronica plaatst, is de VEGAKON 66 weer bedrijfsklaar.
7.3 Simulatie van schakelfuncties
Met de draaischakelaar voor de geleidbaarheidsinstelling kan volledi-
ge bedekking of leegmelding worden gesimuleerd.
Het niveau hoeft daarvoor niet te worden veranderd. U kunt daarmee
zeer eenvoudig het aanspreken van nageschakelde meld- en schake-
linrichtingen controleren. Delen van de sensorelektronica worden bij
deze test ook gecontroleerd.
De volgende schakelaarstanden simuleren de schakeltoestanden:
Schakelaarstand "Test max." volledige bedekking (max.)
Schakelaarstand "Test min." leegmelding (min.)
7.4 Meetsonde inkorten
De staven van de meetsonde kunnen worden ingekort.
De meetsondestaven zijn met nummers gemarkeerd. Deze vindt u op
de procesaansluiting onder het schroefdraad.
2
1
3
1
2
3
Fig. 7: Nummering van de meetsonden - aanzicht van onderen
1 Massastaaf - is even lang of langer dan de min.-staaf
2 Max.-staaf - de lengte hiervan bepaalt het bovenste schakelniveau (kortste
staaf)
3 Min.-staaf - de lengte hiervan bepaalt het onderste schakelniveau (middel-
ste staaf)
Opmerking:
Let erop bij het inkorten van de meetstaven, dat de klem 1 overeen-
komt met de langste meetstaaf en klem 2 met de kortste meetstaaf.
7.5 Procedure in geval van reparatie
Een formulier voor retourzenden van het instrument en gedetailleerde
informatie overr de procedure vindt u in het downloadgedeelte van
www.vega.com.
U helpt on zo, de reparatie snel en zonder tijdverlies vanwege vragen
uit te voeren.
Wanneer een reparatie nodig is, gaat u als volgt te werk:
Omschrijving van de opgetreden storing.
Markering van de meets-
ondestaven
23
7 Service en storingen oplossen
VEGAKON 66 • Relais (DPDT)
32649-NL-190426
Het instrument schoonmaken en goed inpakken
Het ingevulde formulier en eventueel een veiligheidsspecicatie-
blad buiten op de verpakking aanbrengen.
Vraag het adres voor de retourzending op bij uw vertegenwoordi-
ging. Deze vindt u op onze homepage www.vega.com.
24
8 Demonteren
VEGAKON 66 • Relais (DPDT)
32649-NL-190426
8 Demonteren
8.1 Demontagestappen
Waarschuwing:
Let voor het demonteren goed op gevaarlijke procesomstandigheden
zoals bijv. druk in de tank, hoge temperaturen, agressieve of toxische
media enz.
Houdt de hoofdstukken "Monteren" en "Op de voedingsspanning
aansluiten" aan en voer de daar genoemde handelingen uit in omge-
keerde volgorde.
8.2 Afvoeren
Het instrument bestaat uit materialen die door gespecialiseerde recy-
clingbedrijven weer kunnen worden hergebruikt. Wij hebben daarom
de elektronica eenvoudig demonteerbaar ontworpen en gebruiken
recyclebare materialen.
WEEE-richtlijn
Het instrument valt niet onder de EU-WEEE-richtlijn. Conform artikel 2
van deze richtlijn zijn elektrische en elektronische apparaten daarvan
uitgezonderd, wanneer deze onderdeel van een ander apparaat zijn,
dat niet onder het geldigheidsgebied van de richtlijn valt. Dit zijn o.a.
vaste industriële installaties.
Voer het apparaat direct via een gespecialiseerde recyclingbedrijf af
en gebruik daarvoor niet de gemeentelijke afvalverwerking.
Wanneer u niet de mogelijkheid heeft, het ouder instrument goed af te
voeren, neem dan met ons contact op voor terugname en afvoer.
25
9 Bijlage
VEGAKON 66 • Relais (DPDT)
32649-NL-190426
9 Bijlage
9.1 Technische gegevens
Aanwijzingvoorgecerticeerdeinstrumenten
Voor gecerticeerde instrumenten (bijv. met Ex-certicering) gelden de technische specicaties
in de bijbehorende veiligheidsinstructies. Deze kunnen, bijv. bij de procesomstandigheden of de
voedingsspanning, van de hier genoemde specicaties afwijken.
Algemenespecicaties
Materiaal 316Ti komt overeen met 1.4571, 316L komt overeen met 1.4404 of 1.4435
Materialen, in aanraking met medium
Ʋ Procesaansluiting - schroefdraad PP (Polypropyleen)
Ʋ Elektrode 316Ti, Alloy C22 (2.4602)
Ʋ Procesafdichting Klingersil C-4400
Materialen, niet in aanraking met medium
Ʋ Behuizing Kunststof PBT (polyester), gietaluminium poedergecoat
Ʋ Afdichtring tussen behuizing en dek-
sel behuizing
Siliconen
Ʋ Aardklem 316L
Ʋ Kabelwartel PA, roestvast staal, messing
Ʋ Afdichting kabelwartel NBR
Ʋ Afsluitplug kabelwartel PA
Gewichten
Ʋ Met kunststof behuizing 550 g (19.4 oz)
Ʋ met aluminium behuizing 850 g (30 oz)
Ʋ Elektrode 100 g/m (1.1 oz/ft)
Meetsondelengte (L)
Ʋ min. 120 mm (4.7 in)
Ʋ max. 4000 mm (157.5 in)
Procesaansluitingen
Ʋ Schroefdraad (DIN 3852-A) G1½ (PN 25)
Meetspanning ca. 3 V
e
Meetstroom < 3 mA
Uitgangsgrootheid
Uitgang Relaisuitgang (DPDT), 2 potentiaalvrije omschakelcon-
tacten
Schakelspanning
max. 253 V AC/DC
Bij stroomcircuits > 150 V AC/DC moeten de relaiscon-
tacten zich in hetzelfde circuit bevinden.
Schakelstroom
max. 3 A AC (cos phi > 0,9), 1 A DC
Schakelvermogen
Ʋ Min. 50 mW
26
9 Bijlage
VEGAKON 66 • Relais (DPDT)
32649-NL-190426
Ʋ Max. 750 VA AC, 40 W DC (bei U < 40 V DC)
Wanneer inductieve lasten of hogere stromen worden
geschakeld, wordt de goudlaag op de relaiscontactvlak-
ken permanent beschadigd. Het contact is daarna niet
meer geschikt voor het schakelen van signaalcircuits.
Contactmateriaal (relaiscontacten)
AgNi of AgSnO2 met telkens 3 µm verguld
Bedrijfsstanden (omschakelbaar)
Ʋ A Maximaal niveaudetectie resp. overvulbeveiliging
Ʋ B Minimaal niveaudetectie resp. droogloopbeveiliging
Schakelvertraging
0,5 … 20 s
Omgevingscondities
Omgevingstemperatuur aan behuizing
-40 … +70 °C (-40 … +158 °F)
Omgevingstemperatuur bij bedrijfsspan-
ning > 60 V DC
-40 … +50 °C (-40 … +122 °F)
Opslag- en transporttemperatuur -40 … +80 °C (-40 … +176 °F)
Procescondities
Toegestane procestemperatuur
-40 … +100 °C (-40 … +212 °F)
Procesdruk -1 … 6 bar/-100 … 600 kPa (-14.5 … 87 psig)
Elektrische geleidbaarheid product min. 5 µS/cm bij 30 mm elektrodenbedekking
Elektromechanische gegevens
Kabelwartel
Ʋ Met relaismodule 1 x kabelwartel M20 x 1,5; 1 x blindplug M20 x 1,5 (ka-
belwartel M20 x 1,5 meegeleverd)
Schroefklemmen voor aderdiameter tot 1,5 mm² (AWG 16)
Voedingsspanning
Bedrijfsspanning
20 … 253 V AC, 50/60 Hz, 20 … 72 V DC (bij
U > 60 V DC mag de omgevingstemperatuur max.
50 °C/122 °F zijn)
Opgenomen vermogen 1 … 9 VA (AC), ca. 1,5 W (DC)
Elektrische veiligheidsmaatregelen
Beschermingsgraad
Ʋ Kunststof behuizing IP 66 (NEMA Type 4X)
Ʋ Aluminium behuizing IP 66/IP 67 (NEMA Type 4X)
Vervuilingsgraad
1)
4
Overspanningscategorie II
Veiligheidsklasse I
1)
Bij toepassing met voldoende beschermingsklasse.
27
9 Bijlage
VEGAKON 66 • Relais (DPDT)
32649-NL-190426
9.2 Afmetingen
SW 60 mm
(1.61")
G1½ A
90 mm (3.54")
20 mm
(0.79")
85 mm (3.35")
~ 76 mm
(2.99")
24 mm
(0.95")
L2
L3
L1
Lmin. = 120 mm
Lmax. = 4.000 mm
ø 4 mm
(0.16")
92,5 mm (3.64")
Fig. 8: VEGAKON 66 met drie elektroden
De lengte van de elektrode is gerekend vanaf het afdichtvlak van het inschroefdraad.
De metalen staven zijn daarom 92,5 mm korter.
L1 Lengte massa-elektrode vanaf afdichtvlak
L2 Lengte max.-elektrode vanaf afdichtvlak
L3 Lengte min.-elektrode vanaf afdichtvlak
28
9 Bijlage
VEGAKON 66 • Relais (DPDT)
32649-NL-190426
9.3 Industrieel octrooirecht
VEGA product lines are global protected by industrial property rights. Further information see
www.vega.com.
VEGA Produktfamilien sind weltweit geschützt durch gewerbliche Schutzrechte.
Nähere Informationen unter www.vega.com.
Les lignes de produits VEGA sont globalement protégées par des droits de propriété intellectuel-
le. Pour plus d'informations, on pourra se référer au site www.vega.com.
VEGA lineas de productos están protegidas por los derechos en el campo de la propiedad indu-
strial. Para mayor información revise la pagina web www.vega.com.
Линии продукции фирмы ВЕГА защищаются по всему миру правами на интеллектуальную
собственность. Дальнейшую информацию смотрите на сайте www.vega.com.
VEGA系列产品在全球享有知识产权保护。
进一步信息请参见网站<www.vega.com
9.4 Handelsmerken
Alle gebruikte merken en handels- en bedrijfsnamen zijn eigendom van hun rechtmatige eigenaar/
auteur.
29
Notes
VEGAKON 66 • Relais (DPDT)
32649-NL-190426
30
Notes
VEGAKON 66 • Relais (DPDT)
32649-NL-190426
31
Notes
VEGAKON 66 • Relais (DPDT)
32649-NL-190426
Printing date:
VEGA Grieshaber KG
Am Hohenstein 113
77761 Schiltach
Germany
32649-NL-190426
De gegevens omtrent leveromvang, toepassing, gebruik en bedrijfsomstandighe-
den van de sensoren en weergavesystemen geeft de stand van zaken weer op het
moment van drukken.
Wijzigingen voorbehouden
© VEGA Grieshaber KG, Schiltach/Germany 2019
Phone +49 7836 50-0
Fax +49 7836 50-201
www.vega.com
1 / 1