Vega VEGACAP 98 Handleiding

Type
Handleiding
Handleiding
Capacitieve staafmeetsonde voor
niveausignalering
VEGACAP 98
Relais (DPDT)
Document ID: 33760
2
Inhoudsopgave
VEGACAP 98 • Relais (DPDT)
33760-NL-210507
Inhoudsopgave
1 Over dit document ................................................................................................................... 3
1.1 Functie ............................................................................................................................. 3
1.2 Doelgroep ........................................................................................................................ 3
1.3 Gebruikte symbolen ......................................................................................................... 3
2 Voor uw veiligheid .................................................................................................................... 4
2.1 Geautoriseerd personeel .................................................................................................. 4
2.2 Correct gebruik ................................................................................................................. 4
2.3 Waarschuwing voor misbruik ............................................................................................ 4
2.4 Algemene veiligheidsinstructies ....................................................................................... 4
2.5 EU-conformiteit ................................................................................................................ 5
2.6 Veiligheidsinstructies voor Ex-omgeving .......................................................................... 5
2.7 Milieuvoorschriften ........................................................................................................... 5
3 Productbeschrijving ................................................................................................................ 6
3.1 Constructie ....................................................................................................................... 6
3.2 Werking ............................................................................................................................ 7
3.3 Bediening ......................................................................................................................... 7
3.4 Verpakking, transport en opslag ....................................................................................... 8
4 Monteren ................................................................................................................................... 9
4.1 Algemene instructies ........................................................................................................ 9
4.2 Montage-instructies ........................................................................................................ 10
5 Op de voedingsspanning aansluiten ................................................................................... 12
5.1 Aansluiting voorbereiden ................................................................................................ 12
5.2 Aansluitschema eenkamerbehuizing .............................................................................. 12
6 In bedrijf nemen ..................................................................................................................... 14
6.1 Algemeen ....................................................................................................................... 14
6.2 Bedieningselementen .................................................................................................... 14
6.3 Functietabel .................................................................................................................... 16
7 Service en storingen oplossen............................................................................................. 18
7.1 Onderhoud ..................................................................................................................... 18
7.2 Storingen oplossen ........................................................................................................ 18
7.3 Elektronica vervangen .................................................................................................... 21
7.4 Procedure in geval van reparatie .................................................................................... 21
8 Demonteren ............................................................................................................................ 22
8.1 Demontagestappen ........................................................................................................ 22
8.2 Afvoeren ......................................................................................................................... 22
9 Bijlage ..................................................................................................................................... 23
9.1 Technische gegevens ..................................................................................................... 23
9.2 Afmetingen ..................................................................................................................... 26
9.3 Industrieel octrooirecht ................................................................................................... 27
9.4 Handelsmerken .............................................................................................................. 27
Uitgave: 2021-03-05
3
1 Over dit document
VEGACAP 98 • Relais (DPDT)
33760-NL-210507
1 Over dit document
1.1 Functie
Deze handleiding geeft u de benodigde informatie over de montage,
aansluiting en inbedrijfname en bovendien belangrijke instructies voor
het onderhoud, het oplossen van storingen, het vervangen van onder-
delen en de veiligheid van de gebruiker. Lees deze daarom door voor
de inbedrijfname en bewaar deze handleiding als onderdeel van het
product in de directe nabijheid van het instrument.
1.2 Doelgroep
Deze handleiding is bedoeld voor opgeleid vakpersoneel. De inhoud
van deze handleiding moet voor het vakpersoneel toegankelijk zijn en
worden toegepast.
1.3 Gebruikte symbolen
Document ID
Dit symbool op de titelpagina van deze handleiding verwijst naar de
Document-ID. Door invoer van de document-ID op www.vega.com
komt u bij de document-download.
Informatie, aanwijzing, tip: dit symbool markeert nuttige aanvullen-
de informatie en tips voor succesvol werken.
Opmerking: dit symbool markeert opmerkingen ter voorkoming van
storingen, functiefouten, schade aan instrument of installatie.
Voorzichtig: niet aanhouden van de met dit symbool gemarkeerde
informatie kan persoonlijk letsel tot gevolg hebben.
Waarschuwing: niet aanhouden van de met dit symbool gemar-
keerde informatie kan ernstig of dodelijk persoonlijk letsel tot gevolg
hebben.
Gevaar: niet aanhouden van de met dit symbool gemarkeerde infor-
matie heeft ernstig of dodelijk persoonlijk letsel tot gevolg.
Ex-toepassingen
Dit symbool markeert bijzondere instructies voor Ex-toepassingen.
Lijst
De voorafgaande punt markeert een lijst zonder dwingende volgorde.
1 Handelingsvolgorde
Voorafgaande getallen markeren opeenvolgende handelingen.
Afvoeren batterij
Dit symbool markeert bijzondere instructies voor het afvoeren van
batterijen en accu's.
4
2 Voor uw veiligheid
VEGACAP 98 • Relais (DPDT)
33760-NL-210507
2 Voor uw veiligheid
2.1 Geautoriseerd personeel
Alle in deze documentatie beschreven handelingen mogen alleen
door opgeleid en door de eigenaar van de installatie geautoriseerd
vakpersoneel worden uitgevoerd.
Bij werkzaamheden aan en met het instrument moet altijd de beno-
digde persoonlijke beschermende uitrusting worden gedragen.
2.2 Correct gebruik
De VEGACAP 98 is een sensor voor niveausignalering.
Gedetailleerde informatie over het toepassingsgebied is in hoofdstuk
" Productbeschrijving" opgenomen.
De bedrijfsveiligheid van het instrument is alleen bij correct gebruik
conform de specicatie in de gebruiksaanwijzing en in de evt. aanvul-
lende handleidingen gegeven.
Handelingen die verder gaan dan hetgeen beschreven in de ge-
bruiksaanwijzing mogen uit veiligheids- en garantie-overwegingen
alleen door personeel worden uitgevoerd dat is geautoriseerde door
de leverancier. Eigenmachtig ombouwen of veranderen is uitdrukkelijk
verboden.
2.3 Waarschuwing voor misbruik
Bij ondeskundig of verkeerd gebruik kunnen van dit product toepas-
singsspecieke gevaren uitgaan, zoals bijvoorbeeld overlopen van
de container door verkeerde montage of instelling. Dit kan materiële,
persoonlijke of milieuschade tot gevolg hebben. Bovendien kunnen
daardoor de veiligheidsspecicaties van het instrument worden
beïnvloed.
2.4 Algemene veiligheidsinstructies
Het instrument voldoet aan de laatste stand van de techniek rekening
houdend met de geldende voorschriften en richtlijnen. Het mag alleen
in technisch optimale en bedrijfsveilige toestand worden gebruikt. De
exploitant is voor het storingsvrije bedrijf van het instrument verant-
woordelijk. Bij gebruik in agressieve of corrosieve media, waarbij een
storing van het instrument tot een gevaarlijke situatie kan leiden, moet
de exploitant door passende maatregelen de correcte werking van
het instrument waarborgen.
Door de gebruiker moeten de veiligheidsinstructies in deze handlei-
ding, de nationale installatienormen en de geldende veiligheidsbepa-
lingen en ongevallenpreventievoorschriften worden aangehouden.
Ingrepen anders dan die welke in de handleiding zijn beschreven mo-
gen uit veiligheids- en garantie-overwegingen alleen door personeel
worden uitgevoerd, dat daarvoor door de fabrikant is geautoriseerd.
Eigenmachtige ombouw of veranderingen zijn uitdrukkelijk verboden.
Uit veiligheidsoverwegingen mogen alleen de door de fabrikant goed-
gekeurde toebehoren worden gebruikt.
5
2 Voor uw veiligheid
VEGACAP 98 • Relais (DPDT)
33760-NL-210507
Om gevaren te vermijden moeten de op het instrument aangebrachte
veiligheidssymbolen en -instructies worden aangehouden.
2.5 EU-conformiteit
Het instrument voldoet aan de wettelijke eisen van de geldende
EU-richtlijnen. Met de CE-markering bevestigen wij de succesvolle
beproeving.
De CE-conformiteitsverklaring vindt u in het download-bereik onder "
www.vega.com".
2.6 Veiligheidsinstructies voor Ex-omgeving
Voor toepassingen in explosiegevaarlijke omgevingen (Ex) mogen
alleen apparaten met de bijbehorende Ex-certicering worden
gebruikt. Neem de Ex-specieke veiligheidsinstructies in acht. Deze
zijn onderdeel van de handleiding en worden met elk instrument met
Ex-certicering meegeleverd.
2.7 Milieuvoorschriften
De bescherming van de natuurlijke levensbronnen is een van de be-
langrijkste taken. Daarom hebben wij een milieumanagementsysteem
ingevoerd met als doel, de bedrijfsmatige milieubescherming con-
stant te verbeteren. Het milieumanagementsysteem is gecerticeerd
conform DIN EN ISO 14001.
Help ons, te voldoen aan deze eisen en houdt rekening met de mi-
lieu-instructies in deze handleiding.
Hoofdstuk " Verpakking, transport en opslag"
Hoofdstuk " Afvoeren"
6
3 Productbeschrijving
VEGACAP 98 • Relais (DPDT)
33760-NL-210507
3 Productbeschrijving
3.1 Constructie
De levering bestaat uit:
Niveauschakelaar VEGACAP 98
De verdere leveringsomvang bestaat uit:
Documentatie
Handleiding VEGACAP 98
Evt. andere certicaten
Informatie:
In de handleiding worden ook optionele instrumentkenmerken
beschreven. De betreende leveringsomvang is gespeciceerd in de
bestelspecicatie.
De VEGACAP 98 bestaat uit de componenten:
Procesaansluiting met meetsonde
Behuizing met elektronica
Deksel behuizing
1
2
3
Fig. 1: VEGACAP 98
1 Deksel behuizing
2 Behuizing met elektronica
3 Procesaansluiting
De typeplaat bevat de belangrijkste gegevens voor de identicatie en
toepassing van het instrument:
Artikelnummer
Serienummer
Technische gegevens
Artikelnummers documentatie
Met de serienummers is het mogelijk via " www.vega.com", " Zoeken"
de uitleveringsgegevens van het instrument op te roepen. Naast op
de typeplaat op het instrument is het serienummer ook intern in het
instrument vermeld.
Leveringsomvang
Componenten
Typeplaat
7
3 Productbeschrijving
VEGACAP 98 • Relais (DPDT)
33760-NL-210507
3.2 Werking
De VEGACAP 98 is een voordelige niveauschakelaar voor vloeistof-
fen en stortgoederen waarbij geen inregeling nodig is.
Deze is ideaal geschikt voor overvul- of droogloopbeveiliging in aan-
hechtende, geleidbare media. De VEGACAP 98 werkt in producten
vanaf een diëlektrische constante van 1,5. De procesaansluiting is
een schroefdraad G1½.
Meetelektrode, product en tankwand vormen een elektrische con-
densator. De capaciteit van de condensator wordt in wezen door drie
factoren beïnvloed.
1
2
3
Fig. 2: Werkingsprincipe - plaatcondensator
1 Afstand elektrodenvlakken
2 Grootte elektrodenvlakken
3 Soort diëlektricum tussen de elektroden
De elektrode en de tankwand zijn daarbij de condensatorplaten. Het
product is het diëlektricum. Vanwege de hogere diëlektrische con-
stante van het product ten opzicht van lucht neemt de capaciteit van
de condensator bij toenemende bedekking van de elektrode toe.
De capaciteitsverandering wordt door de elektronica omgezet in een
schakelcommando.
De VEGACAP 98 is een compact instrument, d.w.z deze kan zonder
externe versterker worden toegepast. De geïntegreerde elektronica
analyseert het niveausignaal en stelt een schakelsignaal ter beschik-
king. Met dit schakelsignaal kunt u een nageschakelt instrument
direct bedienen (bijv. een waarschuwingsinrichting, een pomp, enz.).
De specicaties betreende voedingsspanning vindt u in hoofdstuk "
Technische gegevens".
3.3 Bediening
De meetsonde kan op de elektronica worden aangepast op de
DK-waarde van het product.
Een schakelcommando kan zowel bij bedekking als ook bij het vrijko-
men van de elektrode worden uitgestuurd.
Toepassingsgebied
Werkingsprincipe
Voedingsspanning
8
3 Productbeschrijving
VEGACAP 98 • Relais (DPDT)
33760-NL-210507
Op de elektronica vindt u de volgende aanwijs- en bedieningsele-
menten:
Controlelamp voor aanwijzing van de schakeltoestand
Potentiometer voor aanpassing schakelpunt (afgedekt)
DIL-schakelaar voor bedrijfsstandenomschakeling
3.4 Verpakking, transport en opslag
Uw instrument werd op weg naar de inbouwlocatie beschermd door
een verpakking. Daarbij zijn de normale transportbelastingen door
een beproeving verzekerd conform ISO 4180.
Bij standaard instrumenten bestaat de verpakking uit karton; deze is
milieuvriendelijke en herbruikbaar. Bij speciale uitvoeringen wordt ook
PE-schuim of PE-folie gebruikt. Voer het overblijvende verpakkings-
materiaal af via daarin gespecialiseerde recyclingbedrijven.
Het transport moet rekening houdend met de instructies op de trans-
portverpakking plaatsvinden. Niet aanhouden daarvan kan schade
aan het instrument tot gevolg hebben.
De levering moet na ontvangst direct worden gecontroleerd op volle-
digheid en eventuele transportschade. Vastgestelde transportschade
of verborgen gebreken moeten overeenkomstig worden behandeld.
De verpakkingen moeten tot aan de montage gesloten worden
gehouden en rekening houdend met de extern aangebrachte opstel-
lings- en opslagmarkeringen worden bewaard.
Verpakkingen, voor zover niet anders aangegeven, alleen onder de
volgende omstandigheden opslaan:
Niet buiten bewaren
Droog en stofvrij opslaan
Niet aan agressieve media blootstellen
Beschermen tegen directe zonnestralen
Mechanische trillingen vermijden
Opslag- en transporttemperatuur zie " Appendix - Technische
gegevens - Omgevingscondities"
Relatieve luchtvochtigheid 20 … 85 %.
Bij een gewicht van de instrumenten meer dan 18 kg (39,68 lbs) moe-
ten voor het tillen en dragen daarvoor geschikte inrichtingen worden
gebruikt.
Verpakking
Transport
Transportinspectie
Opslag
Opslag- en transporttem-
peratuur
Tillen en dragen
9
4 Monteren
VEGACAP 98 • Relais (DPDT)
33760-NL-210507
4 Monteren
4.1 Algemene instructies
Opmerking:
Het instrument mag uit veiligheidsoverwegingen alleen binnen de
toegestane procesomstandigheden worden gebruikt. De specicaties
daarvan vindt u in hoofdstuk " Technische gegevens" van de handlei-
ding resp. op de typeplaat.
Waarborg voor de montage, dat alle onderdelen van het instrument
die in aanraking komen met het proces, geschikt zijn voor de optre-
dende procesomstandigheden.
Daarbij behoren in het bijzonder:
Meetactieve deel
Procesaansluiting
Procesafdichting
Procesomstandigheden zijn in het bijzonder:
Procesdruk
Procestemperatuur
Chemische eigenschappen van het medium
Abrasie en mechanische inwerkingen
Het instrument is voor normale en uitgebreide omgevingsomstandig-
heden conform DIN/EN/IEC/ANSI/ISA/UL/CSA 61010-1 geschikt. Het
kan zowel binnen als buiten worden gebruikt.
In principe kan de niveauschakelaar in iedere willekeurige positie
worden ingebouwd. Het instrument moet wel zodanig worden gemon-
teerd, dat de elektrode zich op de hoogte van het gewenste schakel-
punt bevindt.
Neem voor het uitvoeren van laswerkzaamheden aan de silo de
elektronica uit de sensor. U voorkomt daarmee beschadigingen aan
de elektronica door inductieve koppeling.
Aard de meetsonde voor het lassen direct op de staaf resp. de kabel.
Bij schroefdraaduitvoeringen mag de behuizing niet worden gebruikt
voor inschroeven van het instrument! Het vastdraaien kan op die ma-
nier schade aan het draaimechaniek van de behuizing veroorzaken.
Gebruik voor het inschroeven het daarvoor bedoelde zeskant.
Gebruik de aanbevolen kabel (zie hoofdstuk " Op de voedingsspan-
ning aansluiten") en draai de kabelwartel vast aan.
U beschermt uw instrument extra tegen het binnendringen van vocht
door de aansluitkabel voor de kabelwartel naar beneden te leiden.
Regen- en condenswater kan dan afdruipen. Dit geldt vooral bij bui-
tenopstelling of in ruimten waar met een hoge vochtigheid rekening
moet worden gehouden (bijv. vanwege reinigingsprocessen) of op
gekoelde resp. verwarmde tanks.
Procescondities
Geschiktheid voor de om-
gevingsomstandigheden
Schakelpunt
Laswerkzaamheden
Gebruik
Vochtigheid
10
4 Monteren
VEGACAP 98 • Relais (DPDT)
33760-NL-210507
Fig. 3: Maatregelen tegen het binnendringen van vocht
Bij over- of onderdruk in de tank moet u de procesaansluiting afdich-
ten. Controleer vooraf of het afdichtingsmateriaal bestendig is tegen
het product en de procestemperatuur.
De maximaal toelaatbare druk vindt u in het hoofdstuk " Technische
gegevens" of op de typeplaat van de sensor.
Metrisch schroefdraad
Bij instrumentbehuizingen met metrisch schroefdraad zijn de ka-
belwartels af fabriek ingeschroefd. Deze zijn met kunststof pluggen
afgesloten als transportbeveiligingen.
U moet deze pluggen verwijderen voordat de elektrische aansluitin-
gen worden gemaakt.
NPT-schroefdraad
Bij instrumentbehuizingen met zelfafdichtende NPT-schroefdraad
kunnen de kabelwartels niet af fabriek worden ingeschroefd. De vrije
openingen van de kabeldoorvoeren zijn daarom met rode stofbe-
schermdoppen afgesloten als transportbeveiliging.
De beschermdoppen moeten voor de inbedrijfname door toegela-
ten kabelwartels worden vervangen of met geschikte blindpluggen
worden afgesloten.
4.2 Montage-instructies
Wanneer het instrument in de vulstroom is ingebouwd, kan dit onge-
wenste foutieve metingen tot gevolg hebben. Monteer het instrument
daarom op een plaats in de tank, waar geen storende invloeden,
zoals bijv. van vulopeningen, roerwerken enz. kunnen optreden.
Druk/vacuüm
Kabelinvoeren -
NPT-schroefdraad
Kabelwartels
Instromend medium
11
4 Monteren
VEGACAP 98 • Relais (DPDT)
33760-NL-210507
Fig. 4: Instromend medium
12
5 Op de voedingsspanning aansluiten
VEGACAP 98 • Relais (DPDT)
33760-NL-210507
5 Op de voedingsspanning aansluiten
5.1 Aansluiting voorbereiden
Let altijd op de volgende veiligheidsinstructies:
Waarschuwing:
Alleen in spanningsloze toestand aansluiten.
De elektrische aansluiting mag alleen door opgeleide en door de
eigenaar geautoriseerde vakspecialisten worden uitgevoerd.
Sluit het instrument in principe zodanig aan, dat spanningsloos
aansluiten en losmaken op de klemmen mogelijk is.
Sluit de voedingsspanning aan conform de aansluitschema's hierna.
De elektronica CAP E31R is in veiligheidsklasse I uitgevoerd. Voor het
aanhouden van deze veiligheidsklasse is het absoluut noodzakelijk,
dat de randaarde op de interne aardaansluitklem wordt aangesloten.
Let daarvoor op de algemene installatievoorschriften.
De specicaties betreende voedingsspanning vindt u in hoofdstuk "
Technische gegevens".
Het instrument wordt met standaard 3-aderige kabel zonder afscher-
ming aangesloten. Indien elektromagnetische instrooiingen worden
verwacht, die boven de testwaarden van de EN 61326 voor industrië-
le omgeving liggen, moet afgeschermde kabel worden gebruikt.
Waarborg, dat de gebruikte kabel de voor de maximaal optredende
omgevingstemperatuur benodigde temperatuurbestendigheid en
brandveiligheid heeft.
Gebruik kabels met ronde doorsnede. Een kabelbuitendiameter van
5 … 9 mm zorgt voor een goede afdichtende werking in de kabelwar-
tel. Wanneer u kabel met een andere diameter of doorsnede gebruikt,
vervang dan de afdichting of gebruik een geschikt kabelwartel.
Opmerking:
Let er bij het plaatsen van de behuizingsdeksel op, dat het kijkglas
zich boven de controlelamp van de elektronica bevindt.
5.2 Aansluitschema eenkamerbehuizing
Het verdient aanbeveling de VEGACAP 98 zodanig aan te sluiten, dat
het schakelcircuit bij niveaumelding, kabelbreuk of storing is geopend
(fail safe).
De relais worden altijd in de rusttoestand getoond.
De beide relais (DPDT) werken synchroon. Daarmee kan bijv. tegelij-
kertijd een claxon en een magneetventiel worden aangestuurd.
Veiligheidsinstructies
aanhouden
Voedingsspanning
Verbindingskabel
Aansluitschema
13
5 Op de voedingsspanning aansluiten
VEGACAP 98 • Relais (DPDT)
33760-NL-210507
234 56 7
+
L1
N
81
1
2
3
Fig. 5: Aansluitschema
1 Relaisuitgang
2 Relaisuitgang
3 Voedingsspanning
Wanneer inductieve lasten of hogere stromen worden geschakeld,
wordt de goudlaag op de relaiscontactvlakken permanent bescha-
digd. Het contact is daarna niet meer geschikt voor het schakelen van
laagspanningscircuits.
Inductieve lasten ontstaan ook door de aansluiting op een PLC-in-
gang of -uitgang en/of in combinatie met lange kabels. Voer hier
altijd maatregelen uit voor vonkblussing ter bescherming van de
relaiscontacten (bijv. Z-diode) of gebruik een elektronica-uitvoering
met transistoruitgang.
Aansluiting op een PLC
14
6 In bedrijf nemen
VEGACAP 98 • Relais (DPDT)
33760-NL-210507
6 In bedrijf nemen
6.1 Algemeen
De getallen tussen haakjes hebben betrekking op de navolgende
afbeeldingen.
Op de elektronica vindt u de volgende aanwijs- en bedieningsele-
menten:
Potentiometer voor schakelpuntaanpassing
DIL-schakelaar voor omschakeling bedrijfsstanden - A/B
Controle-LED
Opmerking:
Stel voor de inbedrijfname van de VEGACAP 98 met de bedrijfsstan-
denschakelaar (5) de bedrijfsstand in. Wanneer u de bedrijfsstanden-
schakelaar (5) naderhand omschakelt, verandert de schakeluitgang.
D.w.z. nageschakelde apparaten worden eventueel aangestuurd.
6.2 Bedieningselementen
3
4
5
6
1
2
Fig. 6: Elektronica met relaisuitgang
1 Typeplaat
2 Aansluitklemmen
3 Trekbeugel
4 Controle-LED
5 DIL-schakelaar voor bedrijfsstandenomschakeling
6 Potentiometer voor schakelpuntaanpassing
De schakeltoestand van de elektronica kan bij gesloten behuizing
worden gecontroleerd (alleen kunststof behuizing) zie " Functietabel".
Opmerking:
Let er bij het plaatsen van de behuizingsdeksel op, dat het kijkglas
zich boven de controlelamp (LED) van de elektronica bevindt.
Functie/opbouw
15
6 In bedrijf nemen
VEGACAP 98 • Relais (DPDT)
33760-NL-210507
Voor het instellen van de VEGACAP 98 maakt u eerst met een
schroevendraaier de vier schroeven aan de bovenzijde van het instru-
ment los en neemt vervolgens het deksel van de behuizing af.
Met de potentiometer kunt u het schakelpunt aanpassen op het
stortgoed.
De elektronica hoeft niet te worden ingeregeld en een aanpassing is
alleen in uitzonderingsgevallen noodzakelijk. Zie " Uitzonderingen".
Met de bedrijfsstandenschakelaar (3) kunt u de schakeltoestand van
het relais veranderen. U kunt daarmee de gewenste bedrijfsstand in-
stellen (A - maximum bewaking resp. overvulbeveiliging, B - minimum
bewaking resp. droogloopbeveiliging).
Het verdient aanbeveling, de aansluiting in ruststroomprincipe uit te
voeren (relaiscontact bij het bereiken van het schakelpunt spannings-
loos), omdat het relais bij een geconstateerde storing of spannings-
uitval dezelfde (veilige) toestand aanneemt.
Controlelamp voor aanwijzing van de schakeltoestand.
Controlelamp aan = relais spanningsloos
Het meetsysteem is direct bedrijfsgereed.
Het schakelpunt hoeft bij VEGACAP 98 niet meer te worden ingesteld.
De meetsonde heeft een actieve top en een afschermingssegment.
Door het afschermingssegment wordt de zogenaamde staande capa-
citeit, die na de inbouw van de meetsonde door de tank ontstaat, voor
het grootste deel gecompenseerd.
De elektronica is af fabriek op de basiscapaciteit van de meetsonde
ingeregeld. De relaisuitgang schakelt bij bedekking in het bereik van
de actieve top (actieve top: 90 mm/3,5 in) van de elektrode.
Wisselende diëlektrische constanten van de producten, zoals bijvoor-
beeld in mengtanks optreden, zijn voor de schakelnauwkeurigheid
binnen de actieve top geen probleem. De keuze van de elektrode-
lengte is daarom belangrijk, omdat de lengte van de elektrode het
schakelpunt bepaalt. Deze kan op de elektrode niet worden verscho-
ven.
In uitzonderingsgevallen, bijvoorbeeld in leidingen, of wanneer de
meetsonde heel dicht bij de tankwand is gemonteerd, kan het ge-
beuren, dat de meetsonde al in onbedekte toestand een overvulling
(bedekking) meldt.
In dit geval moet het schakelpunt opnieuw worden ingeregeld.
De tank hoeft echter voor de inregeling niet te worden gevuld en de
schakelpuntinstelling is ook in gedemonteerde toestand mogelijk.
In de volgende gevallen is opnieuw inregelen nodig:
Bij kleine inbouwomstandigheden met hoge staande capaciteit
(bijv. in leidingen enz.)
Na het vervangen van de elektronica
Schakelpuntaanpassing
(6)
Bedrijfsstandenomscha-
keling (5)
Controle-LED (4)
Schakelpuntinstelling
Uitzonderingen
16
6 In bedrijf nemen
VEGACAP 98 • Relais (DPDT)
33760-NL-210507
Ga voor een nieuwe inregeling als volgt te werk:
1. Waarborg, dat de meetsonde niet is bedekt.
2. Doorstoot de afdekking van de potentiometer (6) met een schroe-
vendraaier.
3. Draai de daaronder liggende potentiometer (6) eerst linksom
(max. 20 slagen), tot de controlelamp de toestand "bedekt" meldt.
Bedrijfsstand A (overvulbeveiliging) = controlelamp gaat branden
Bedrijfsstand B (droogloopbeveiliging) = controlelamp gaat uit
Wanneer deze toestand is bereikt, kunt u met de volgende stap
doorgaan.
4. Verdraai de potentiometer (6) heel langzaam (vanwege de dem-
ping) rechtsom, tot de controlelamp de toestand onbedekt meldt.
Bedrijfsstand A (overloopbeveiliging) = controlelamp gaat uit
Bedrijfsstand B (droogloopbeveiliging) = controlelamp gaat
branden
5. Verdraai de potentiometer (6) rechtsom conform de volgende
tabel.
6. De meetsonde is nu bedrijfsklaar.
Gevoeligheid
Standaard Zeer gevoelig
extra slagen Diëlektrische constan-
te > 2
= 2 slagen
Diëlektrische constan-
te > 1,5
= 1 slag
Tab. 1: Aantal extra slagen voor de potentiometer (6)
Opmerking:
Bij de meting van producten met bijzonder lage diëlektrische constan-
te kan het aantal slagen conform tabel 1 tot 1 worden gereduceerd.
Bij geleidende, hechtende producten is deze instelling te gevoelig.
Opmerking:
Let er bij het plaatsen van de behuizingsdeksel op, dat het kijkglas
zich boven de controlelamp van de elektronica bevindt.
6.3 Functietabel
De volgende tabel geeft een overzicht van de schakeltoestanden
afhankelijk van de ingestelde bedrijfsstand en het niveau.
Niveau Schakeltoestand Controle-LED
Bedrijfsstand A
Overvulbeveiliging
53 4
(8)(6) (7)
Relais stroomge-
leidend
Nieuwe inregeling
17
6 In bedrijf nemen
VEGACAP 98 • Relais (DPDT)
33760-NL-210507
Niveau Schakeltoestand Controle-LED
Bedrijfsstand A
Overvulbeveiliging
53 4
(8)(6) (7)
Relais spannings-
loos
Bedrijfsstand B
Droogloopbevei-
liging
53 4
(8)(6) (7)
Relais stroomge-
leidend
Bedrijfsstand B
Droogloopbevei-
liging
53 4
(8)(6) (7)
Relais spannings-
loos
Uitval voedings-
spanning
(bedrijfsstand
A/B)
Willekeurig
53 4
(8)(6) (7)
Relais spannings-
loos
18
7 Service en storingen oplossen
VEGACAP 98 • Relais (DPDT)
33760-NL-210507
7 Service en storingen oplossen
7.1 Onderhoud
Bij correct gebruik is bij normaal bedrijf geen bijzonder onderhoud
nodig.
De reiniging zorgt er tevens voor, dat de typeplaat en de markering op
het instrument zichtbaar zijn.
Let hiervoor op het volgende:
Gebruik alleen reinigingsmiddelen, die behuizing, typeplaat en
afdichtingen niet aantasten.
Gebruik alleen reinigingsmethoden, die passen bij de bescher-
mingsklasse van het instrument
7.2 Storingen oplossen
Het is de verantwoordelijkheid van de eigenaar van de installatie,
geschikte maatregelen voor het oplossen van optredende storingen
te nemen.
De eerste maatregel is het controleren van het uitgangssignaal. In
veel gevallen kunnen oorzaken langs deze weg worden vastgesteld
en kunnen de storingen worden opgelost.
Wanneer deze maatregelen echter geen resultaat hebben, neem dan
in dringende gevallen contact op met de VEGA service-hotline onder
tel.nr. +49 1805 858550.
De hotline staat ook buiten kantoortijden 7 dagen per week, 24 uur
per dag ter beschikking. Omdat wij deze service wereldwijd aanbie-
den, wordt deze in de Engelse taal verleend. De service is gratis,
alleen de normale telefoonkosten komen voor uw rekening.
Fout Oorzaak Oplossen
Het instrument meldt
bedekt zonder product-
bedekking
Het instrument meldt
niet-bedekt met product-
bedekking
Verkeerde bedrijfsstand
gekozen
Correcte bedrijfsstand op de bedrijfsstanden-
schakelaar instellen (A - overvulbeveiliging, B
- droogloopbeveiliging). De aansluiting moet conform
het ruststroomprincipe worden uitgevoerd.
Voedingsspanning te laag Bedrijfsspanning controleren
Kortsluiting binnen de sen-
sor, bijv. door vocht in de
behuizing.
Elektronica uit de meetsonde verwijderen. Weerstand
tussen de stekkeraansluitingen controleren. Zie de vol-
gende instructies.
Elektronica defect Bedrijfsstandenschakelaar (A/B) bedienen. Wanneer
het instrument omschakelt, kan het instrument mecha-
nisch zijn beschadigd. Wanneer de schakelfunctie bij
de juiste bedrijfsstand weer niet correct functioneert,
moet u de meetsonde ter reparatie aan ons opsturen.
Bedrijfsstandenschakelaar bedienen. Wanneer de
meetsonde daarna niet omschakelt, is de elektronica
defect. Elektronica vervangen.
Onderhoud
Reiniging
Gedrag bij storingen
Storingen verhelpen
24-uurs service hotline
Schakelsignaal contro-
leren
19
7 Service en storingen oplossen
VEGACAP 98 • Relais (DPDT)
33760-NL-210507
Elektronica uit de meetsonde verwijderen. Weerstand tussen de
stekkeraansluitingen controleren.
Tussen geen van de aansluitingen mag een verbinding bestaan
(hoogohmig). Indien wel een verbinding bestaat, het instrument ver-
vangen of ter reparatie verzenden.
6
7
4
3
C
PH
C
M
2 M
Ω
2 M
Ω
2 M
Ω
3
2
1
Fig. 7: Weerstand binnen de sensor controleren
1 Contact 1 (middenpen)
2 Faseverstelcondensator
3 Meetcondensator
Meet met een ohmmeter (bereik MΩ) de weerstandswaarden tussen
de volgende contacten.
Contact 4 na contact 1 (middenpen)
De weerstand moet 2 MΩ zijn.
Wanneer de weerstand minder is, wijst dit op vocht in de behuizing of
een fout in de elektrode-isolatie. Een mogelijke oorzaak kon ook een
niet geïsoleerde elektrode zijn, die in geleidend (vochtig) product is
ingezet.
Wanneer de weerstand groter is of de verbinding is verbroken, is de
oorzaak meestal een contactfout in de adapterplaat of een defecte
weerstand door krachtige elektrostatische ontladingen.
In beide gevallen moet de meetsonde af fabriek worden gerepareerd.
Weerstand binnen de
sensor controleren
20
7 Service en storingen oplossen
VEGACAP 98 • Relais (DPDT)
33760-NL-210507
Contact 4 t.o.v. tank
De elektrische verbinding tussen contact 4 en de metalen tank (niet
de inschroefsok of de meetsondeens) moet zo goed mogelijk zijn.
Meet met een ohmmeter (zo klein mogelijk bereik) de weerstands-
waarde tussen contact 4 en de tank.
Kortsluiting (0 … 3 Ω) - optimale verbinding
Weerstand > 3 Ω - slechte verbinding
Wanneer de weerstandswaarde > 3 Ω, kan corrosie aan het in-
schroefdraad resp. aan de ens de oorzaak zijn of het inschroefdraad
is bijvoorbeeld met teonband omwikkeld.
Controleer de verbinding met de tank. Indien geen verbinding bestaat,
kunt u een kabel van de externe aardklem naar de tank aansluiten.
Let erop, dat gecoate enzen in elk geval via de aardklem met de tank
moeten worden verbonden.
Contact 7 naar contact 1 (middenpen)
De weerstand moet oneindig zijn (> 10 MΩ)
Wanneer de weerstand minder is, kan vocht zijn binnengedrongen
of de compensatiecondensator resp. de fasevestelcondensator is
defect.
Contact 3 (afscherming) naar contact 4
De weerstand moet 2 MΩ zijn.
Bij lagere waarden is de elektrode-isolatie defect of er is vocht de
behuizing binnengedrongen.
Bij hogere waarden is een contactfout in de adapterplaat aanwezig of
de weerstand is defect.
Geen fout
Wanneer u geen fout in de meetsonde vindt, dan vervangt u de elek-
tronica door een gelijksoortige elektronica (indien aanwezig).
Wanneer de storing verdwijnt na het plaatsen van de nieuwe elektro-
nica, dan moet u een nieuwe inregeling met de nieuwe elektronica
uitvoeren, omdat de elektronica een bepaalde spreiding in de speci-
caties heeft.
Blijft de storing aanwezig of staat geen vervangende elektronica ter
beschikking, dan verstuurt u de meetsonde ter reparatie.
Contact 3 (afscherming) naar contact 1 (middenpen)
De weerstand moet 2 MΩ zijn.
Bij lagere waarden is de elektrode-isolatie defect of er is vocht de
behuizing binnengedrongen.
Bij hogere waarden is een contactfout in de adapterplaat aanwezig of
de weerstand is defect.
Afhankelijk van de oorzaak van de storing en genomen maatrege-
len moeten evtentueel de in hoofdstuk " Inbedrijfname" beschreven
handelingen opnieuw worden genomen resp. op plausibiliteit en
volledigheid worden gecontroleerd.
Gedrag na oplossen
storing
21
7 Service en storingen oplossen
VEGACAP 98 • Relais (DPDT)
33760-NL-210507
7.3 Elektronica vervangen
Wanneer de elektronica moet worden vervangen, gebruik dan een
elektronica van het type CAP E31R
Ga als volgt tewerk:
1. Voedingsspanning uitschakelen
2. Maak de vier schroeven van het deksel van de behuizing los met
een kruiskopschroevendraaier.
3. Deksel behuizing afnemen
4. De schroeven van de aansluitklemmen met een schroevendraaier
losmaken.
5. Aansluitkabels uit de klemmen trekken.
6. De beide schroeven met een torx-schroevendraaier losmaken.
7. De trekbeugel van de oude elektronica uitklappen en daarmee de
oude elektronica uittrekken.
8. Nieuwe elektronica vergelijken met de oude. De typeplaat op de
elektronica moet overeenkomen met de typeplaat van de oude
elektronica.
9. De nieuwe elektronica plaatsen.
10. De beide bevestigingsschroeven met een torx-schroevendraaier
inschroeven en vastdraaien.
11. Aansluitkabel door de kabelwartel leiden.
12. Aderuiteinden conform het aansluitschema in de open klemmen
steken en aandraaien.
13. Controleer of de kabels goed in de klemmen zijn bevestigd door
licht hieraan te trekken.
14. Kabelwartel dichtdraaien en op lekdichtheid controleren. De
afdichtring moet de kabel geheel omsluiten.
15. Nieuwe inregeling uitvoeren. Zie daarvoor hoofdstuk " In bedrijf
nemen, nieuwe inregeling".
16. Deksel behuizing vastschroeven
Het vervangen van de elektronica is nu afgerond.
7.4 Procedure in geval van reparatie
Een retourformulier instrument en gedetailleerde informatie over de
procedure vindt u in het download-gebied van onze homepage. U
helpt ons op die manier, de reparatie snel en zonder extra overleg te
kunnen uitvoeren.
Ga in geval van reparatie als volgt te werk:
Omschrijving van de opgetreden storing.
Het instrument schoonmaken en goed inpakken
Het ingevulde formulier en eventueel een veiligheidsspecicatie-
blad buiten op de verpakking aanbrengen.
Adres voor retourzending bij uw vertegenwoordiging opvragen. U
vindt deze op onze homepage.
22
8 Demonteren
VEGACAP 98 • Relais (DPDT)
33760-NL-210507
8 Demonteren
8.1 Demontagestappen
Waarschuwing:
Let voor het demonteren goed op gevaarlijke procesomstandigheden
zoals bijv. druk in de tank, hoge temperaturen, agressieve of toxische
media enz.
Houdt de hoofdstukken " Monteren" en " Op de voedingsspanning
aansluiten" aan en voer de daar genoemde handelingen uit in omge-
keerde volgorde.
8.2 Afvoeren
Het instrument bestaat uit recyclebare materialen. Voer het daarom af
naar een gespecialiseerd recyclingbedrijf. Houd daarbij de nationale
voorschriften aan.
23
9 Bijlage
VEGACAP 98 • Relais (DPDT)
33760-NL-210507
9 Bijlage
9.1 Technische gegevens
Algemene specicaties
Materiaal 316 L komt overeen met 1.4404 of 1.4435.
Materialen, in aanraking met medium
Ʋ Procesaansluiting - schroefdraad PP
Ʋ Procesafdichting Klingersil C-4400
Ʋ Isolatie (volledig geïsoleerd) PP
Materialen, niet in aanraking met medium
Ʋ Behuizing Kunststof PBT (polyester), gietaluminium poedergecoat
Ʋ Afdichting tussen behuizing en deksel
behuizing
Siliconen
Ʋ Aardklem 316L
Ʋ Kabelwartel PA, roestvast staal, messing
Ʋ Afdichting kabelwartel NBR
Ʋ Afsluitplug kabelwartel PA
Procesaansluitingen
Ʋ Pijpschroefdraad, cilindrisch (DIN
3852-A)
G1½
Gewicht
Ʋ Instrumentgewicht 0,8 … 4 kg (0.18 … 8.82 lbs)
Ʋ Staafgewicht ø 33 mm (1.3 in) ca. 560 g/m (6 oz/ft)
Sensorlengte (L) 150 … 2000 mm (5.91 … 78.74 ft)
Actieve top (LA) 90 mm (3.898 in)
Max. zijwaartse belasting 5 Nm (3.7 lbf ft)
Max. aandraaimoment (procesaanslui-
ting - schroefdraad)
30 Nm (22 lbf ft)
Aandraaimoment voor NPT-kabelwartels en conduit-buizen
Ʋ Kunststof behuizing max. 10 Nm (7.376 lbf ft)
Ʋ Aluminium behuizing max. 50 Nm (36.88 lbf ft)
Meetfrequentie 430 kHz
Uitgangsgrootheid
Uitgang Relaisuitgang (DPDT), 2 potentiaalvrije omschakelcon-
tacten
Schakelspanning
Ʋ Min. 10 mV
Ʋ Max. 253 V AC, 253 V DC
Bij stroomcircuits > 150 V AC/DC moeten de relaiscon-
tacten zich in hetzelfde circuit bevinden.
24
9 Bijlage
VEGACAP 98 • Relais (DPDT)
33760-NL-210507
Schakelstroom
Ʋ Min. 10 µA
Ʋ Max. 3 A AC, 1 A DC
Schakelvermogen
Ʋ Min. 50 mW
Ʋ Max. 750 VA AC, 54 W DC
Wanneer inductieve lasten of hogere stromen worden
geschakeld, wordt de goudlaag op de relaiscontactvlak-
ken permanent beschadigd. Het contact is daarna niet
meer geschikt voor het schakelen van signaalcircuits.
Potentiaalscheiding > 500 V DC
Contactmateriaal (relaiscontacten) AgNi (Au-geplateerd) of AgSnO (Au-geplateerd)
Bedrijfsstanden (omschakelbaar) A (overvulbeveiliging)/B (droogloopbeveiliging)
Schakelvertraging
Ʋ Bij bedekking 0,7 s
Ʋ Bij vrijkomen 0,7 s
Ʋ Bij storing 1 s
Omgevingscondities
Omgevingstemperatuur aan behuizing -40 … +80 °C (-40 … +176 °F)
Opslag- en transporttemperatuur -40 … +80 °C (-40 … +176 °F)
Procescondities
Procesdruk drukloos
Procestemperatuur VEGACAP 98 van PP -30 … +80 °C (-22 … +176 °F)
Diëlektrische constante ≥ 1,5
Elektromechanische gegevens
Opties voor de kabelinstallatie
Ʋ Kabelinvoer M20 x 1,5, ½ NPT
Ʋ Kabelwartel M20 x 1,5, ½ NPT
Ʋ Blindplug M20 x 1,5, ½ NPT
Ʋ Afsluitkap ½ NPT
Schroefklemmen voor aderdiameter tot 1,5 mm² (AWG 16)
Bedieningselementen
Bedrijfsstandenschakelaar
Ʋ A Minimaal niveaudetectie resp. droogloopbeveiliging
Ʋ B Maximaal niveaudetectie resp. overvulbeveiliging
Potentiometer Schakelpuntaanpassing
25
9 Bijlage
VEGACAP 98 • Relais (DPDT)
33760-NL-210507
Voedingsspanning
Bedrijfsspanning 20 … 253 V AC, 50/60 Hz, 20 … 72 V DC (bij
U > 60 V DC mag de omgevingstemperatuur max.
50 °C/122 °F zijn)
Opgenomen vermogen 1 … 9 VA (AC), ca. 1,5 W (DC)
Elektrische veiligheidsmaatregelen
Beschermingsgraad IP66/IP67 (NEMA Type 4X)
Toepassingshoogte boven zeeniveau tot 5000 m (16404 ft)
Overspanningscategorie
Ʋ tot 2000 m (6562 ft) III
Ʋ tot 5000 m (16404 ft) II
Veiligheidsklasse I
Toelatingen
Instrumenten met toelatingen kunnen afhankelijk van de uitvoering verschillende technische speci-
caties hebben.
Bij deze moeten daarom de bijbehorende toelatingsdocumenten worden aangehouden. Deze zijn
in de leveringsomvang opgenomen of kunnen via invoer van het serienummer van uw instrument in
het zoekveld op www.vega.com en via de algemene download-sectie worden gedownload.
26
9 Bijlage
VEGACAP 98 • Relais (DPDT)
33760-NL-210507
9.2 Afmetingen
85 mm (3.35")
90 mm (3.54")
20 mm
(0.79")
21 mm
(0.83")
28 mm
(1.1")
ø 33 mm
(1.3")
~ 76 mm
(2.99")
SW 60
(2.36")
G1½
L
Fig. 8: VEGACAP 98, schroefdraaduitvoering G1½ A (ISO 228 T1)
L Sensorlengte, zie hoofdstuk " Technische gegevens"
27
9 Bijlage
VEGACAP 98 • Relais (DPDT)
33760-NL-210507
9.3 Industrieel octrooirecht
VEGA product lines are global protected by industrial property rights. Further information see
www.vega.com.
VEGA Produktfamilien sind weltweit geschützt durch gewerbliche Schutzrechte.
Nähere Informationen unter www.vega.com.
Les lignes de produits VEGA sont globalement protégées par des droits de propriété intellectuel-
le. Pour plus d'informations, on pourra se référer au site www.vega.com.
VEGA lineas de productos están protegidas por los derechos en el campo de la propiedad indu-
strial. Para mayor información revise la pagina web www.vega.com.
Линии продукции фирмы ВЕГА защищаются по всему миру правами на интеллектуальную
собственность. Дальнейшую информацию смотрите на сайте www.vega.com.
VEGA系列产品在全球享有知识产权保护。
进一步信息请参见网站< www.vega.com
9.4 Handelsmerken
Alle gebruikte merken en handels- en bedrijfsnamen zijn eigendom van hun rechtmatige eigenaar/
auteur.
Printing date:
VEGA Grieshaber KG
Am Hohenstein 113
77761 Schiltach
Germany
33760-NL-210507
De gegevens omtrent leveromvang, toepassing, gebruik en bedrijfsomstandighe-
den van de sensoren en weergavesystemen geeft de stand van zaken weer op het
moment van drukken.
Wijzigingen voorbehouden
© VEGA Grieshaber KG, Schiltach/Germany 2021
Phone +49 7836 50-0
www.vega.com
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28

Vega VEGACAP 98 Handleiding

Type
Handleiding