MEETINSTRUMENT
BEDIENINGSVOORSCHRIFTEN
INSCHAKELEN
Sluit het stroomsnoer aan op het lichtnet en zet de inschakelknop (op
achterpaneel) op ‘1’ (aan). OF
Verbind de batterijkabel met de battery-input (op achterpaneel) en schakel de
batterij-eenheid op ‘ON’. OF
Indien aanwezig, schakel de interne batterij op ‘ON’ (schakelaar op achterpaneel).
Deze schakelaar werkt onafhankelijk van de hoofdschakelaar.
NB: Laat het apparaat 5 minuten stabiliseren indien ‘TRACK’ functie is gekozen.
KIJKHOEK Stel de kantelvoet in om de beste
kijkhoek te bereiken.
NULINSTELLING Stel op nul met instelling op ‘TRACK’ functie en zonder belasting van de
krachtopnemer (instelling op achterpaneel).
EENHEDEN Het indrukken van ‘SELECT UNITS’ geeft de eerstvolgende beschikbare eenheid
(zie handleiding voor beschikbare eenheden).
BEDIENINGSFUNCTIES Kies als volgt:-
UITLEZING Kies TRACK.
Het scherm vertoont de aflezing van de krachtopnemer.
FILTER Zet op ‘ON’ om signaalfilter te kiezen.
GEHEUGEN Kies ‘MEMORY’. Op het scherm wordt het toenemend signaal van de
krachtopnemer gevolgd en wordt het maximum vastgehouden.
Om het scherm op nul te stellen moet ‘MEMORY RESET’ ingedrukt worden.
AUTOMATISCHE
NULSTELLING (Registratie
van eerste piekbalasting)
Kies ‘MEMORY’ en ‘AUTO RESET’. Stel ‘AUTO RESET TRIGGER LEVEL’ zoals
op tegenovergestelde zijde aangegeven.
Het scherm volgt een toenemend signaal van de krachtopnemer totdat het signaal
daalt onder de plek, zoals ingseteld me ‘AUTO RESET TRIGGER LEVEL’.
Zodra een maximum wordt bereikt zal het scherm dit maximum enige tijd
vasthouden en daarna automatisch weer op nul stellen. (zie bedieningshandleiding
voor het instellen van de tijdsduur).
LIMIETDETECTIEFUNCTIE (OPTIE ALLEEN OP ETS EN DTS INSTRUMENTEN)
LIMITS OFF De limietdetector is uitgezet.
SET UPPER LIMIT Instelling van het bovenste instelpunt, aflezing op het scherm.
SET LOWER LIMIT Instelling van het onderste instelpunt, aflezing op het scherm.
LOWER LIMIT ONLY
UPPER LIMIT ONLY
OR BOTH LIMITS
Kies zoals gewenst. Zondra het signaal van de krachtopnemer het omslagpunt
overschrijdt, veranderdt de status van de limietdetector.
RESET RELAY LATCH Indrukken voor nulstelling van de relais (indien afslagfunctie is gekozen).
HET INSTRUMENT IS NU GEREED VOOR GEBRUIK
ZIE TEGENOVERGESTELDE ZIJDE VOOR FUNCTIE TEST, GEBRUIK EN HET
INSTELLEN VAN HET ‘AUTO RESET TRIGGER LEVEL’