Documenttranscriptie
Installeer de stereo-installatie niet in een krappe
ruimte, zoals een boekenkast of ingebouwde kast.
Dit apparaat is geclassificeerd
als een KLASSE 1 LASER
product.
De “CLASS 1 LASER
PRODUCT” aanduiding
bevindt zich aan de achterkant
van het apparaat.
Dit waarschuwingslabel bevindt zich binnenin het
apparaat.
Het MD-deck MDS-SP55 is
ontworpen voor gebruik met het
compacte hificomponentensysteem
CMT-SP55TC
Indien aangesloten op het compacte hificomponentensysteem CMT-SP55TC biedt dit
MD-deck de onderstaande mogelijkheden (zie
blz. 4).
Automatisch in- en uitschakelen
Het MD-deck wordt samen met het compacte hificomponentensysteem CMT-SP55TC in- en
uitgeschakeld.
Synchroonopname
U kunt heel gemakkelijk een CD opnemen op een
MD (zie blz. 12 en 15).
Automatische bronkeuze
Dit apparaat bevat voor memory back-up een batterij
die niet vervangen hoeft te worden tijdens de
levensduur van het apparaat.
Raadpleeg uw leverancier indien na zeer intensief of
langdurig gebruik de batterij vervangen moet worden.
Om gevaar of schade door kortsluiting te voorkomen
mag de batterij alleen vervangen worden door
vakbekwaam servicepersoneel.
Gooi de batterij niet weg, maar lever
hem in als KCA.
U kunt van een andere bron overschakelen naar
het MD-deck en een MD afspelen door gewoon
H op het MD-deck in te drukken (zie blz. 6).
Schakelklok
U kunt ontwaken met muziek of een
radioprogramma opnemen op een vooraf bepaald
tijdstip. Voor bijzonderheden, zie “In slaap vallen
met muziek” en “Ontwaken met muziek” in de
gebruiksaanwijzing van de CMT-SP55TC en
“Radioprogramma’s opnemen met de timer” op
blz. 20.
Afstandsbediening
Amerikaanse en andere octrooien in licentie van
Dolby Laboratories.
2NL
U kunt het MD-deck bedienen met de
afstandsbediening die is meegeleverd met de
CMT-SP55TC.
Inhoudsopgave
Voorbereidingen
Aansluiten van het systeem ....................... 4
Afspelen
Afspelen van een MD ............................... 6
Muziekstukken op een MD in willekeurige
volgorde afspelen
— SHUFFLE-afspeelfunctie .............. 7
Programmeren van muziekstukken op een
MD — PROGRAM-afspeelfunctie .... 8
Herhaald afspelen van muziekstukken
op de MD
— REPEAT-afspeelfunctie ................ 9
Gebruik van het MD-display ................... 10
Opnemen
Alvorens met het opnemen te
beginnen ........................................... 11
Opnemen van een CD op een MD
— CD-MD-synchroonopname ......... 12
Een tape opnemen op een MD ................ 13
Uw favoriete muziekstukken van een CD
opnemen op een MD
— CD-MD-synchroonopname ......... 15
Uw favoriete passages opnemen op een
MD — Handmatige opname ............ 16
Opnemen van een MD op een tape ......... 17
Opnemen van de radio
— Handmatige opname .................... 19
Radioprogramma’s opnemen met
de timer ............................................. 20
Inlassen van een 3-seconden interval
tussen de muziekstukken
— Smart Space ................................. 22
Opnamestart met 6 seconden muziek
uit het buffergeheugen
— Tijdmachine-opname ................... 23
Aanbrengen van muziekstuknummers .... 24
Instellen van het opnameniveau .............. 26
Mono-opnamen ....................................... 27
Monteren
Alvorens met het monteren te
beginnen ........................................... 28
Invoeren van MD-titels
— NAME-functie ............................. 29
Wissen van opnamen
— ERASE-functie ............................ 31
Verplaatsen van opgenomen
muziekstukken
— MOVE-functie ............................. 34
Onderverdelen van opgenomen
muziekstukken
— DIVIDE-functie ........................... 35
Samenvoegen van opgenomen
muziekstukken
— COMBINE-functie ...................... 37
Ongedaan maken van de laatste wijziging
— UNDO-functie ............................. 38
Los verkrijgbare
componenten
NL
Aansluiten van een digitale
component ........................................ 39
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen ............................ 41
Systeembeperkingen van MD’s .............. 42
Verhelpen van storingen ......................... 43
Zelfdiagnose-display ............................... 44
Meldingen ............................................... 45
Technische gegevens ............................... 46
Index ........................................................ 47
3NL
Voorbereidingen
Aansluiten van het systeem
Volg de onderstaande procedure 1 t/m 3 op om MDS-SP55 met behulp van de bijgeleverde snoeren aan
te sluiten.
Opmerking
Alvorens u de systeemcomponenten op elkaar gaat aansluiten, dient u de stekker uit het stopcontact te trekken.
Indien u de systeemcomponenten op elkaar aansluit terwijl de stekker in het stopcontact zit, kan het systeem defect
raken.
AM-raamantenne
FM-antenne
Achterpaneel
Tuner
Versterker
Rechter
luidspreker
Linker
luidspreker
CD-speler
Tapedeck
MD-deck
4NL
Voorbereiding
1 Zet de componenten in deze volgorde op elkaar:
tuner, versterker, CD-speler, tapedeck en MDdeck.
2 Maak de systeemkabel die is meegeleverd met
de CMT-SP55TC los van de SYSTEM
CONTROL 3-aansluitingen op de tuner en het
tapedeck.
2 Sluit de SYSTEM CONTROL 3aansluitingen van achtereenvolgens de
tuner, het tapedeck en het MD-deck aan
door gebruikmaking van de
systeemkabel die is meegeleverd met de
MDS-SP55.
1 Sluit de bijgeleverde digitale kabel aan
SY
ST
EM
op DIGITAL OPTICAL OUT op de
CD-speler en DIGITAL OPTICAL CD
IN 1 op het MD-deck.
Verwijder de doppen van de aansluitingen en
steek daarna de stekkers erin totdat deze
vastklikken.
SY
ST
EM
CO
NT
RO
L3
CO
NT
RO
L3
DIG
OP
ITA
L
TIC
AL
OU
ST
EM
CO
NT
RO
Opmerkingen
CO
NT
RO
L2
• De systeemkabel wordt gebruikt om signalen
en elektriciteit van de ene naar de andere
component te verzenden zodat deze gekoppeld
aan elkaar kunnen worden bediend.
Steek de stekker er horizontaal in totdat deze
vastklikt, aangezien het systeem anders niet
correct zal werken.
• Houd de systeemkabel uit de buurt van de
antennes om ruis of storing te voorkomen.
L3
CD
DIG
ITA
LO
PT
ICA
L
3 Nadat u alle aansluitingen hebt
AU
X
IN
gemaakt, steekt u de stekker in het
stopcontact.
1
IN
2
Voorbereidingen
SY
SY
ST
EM
T
Opstelling van de componenten
naast elkaar
Wanneer u alle aansluitingen hebt voltooid, kunt u
de componenten naar wens anders opstellen.
Tip
Alle informatie van het MD-deck MDS-SP55
verschijnt op het display van de tuner van de
CMT-SP55TC.
5NL
Afspelen
Afspelen van een MD
3
Druk op N.
Het afspelen begint.
U kunt een MD afspelen zoals een CD.
Om het systeem in te schakelen, drukt u op ?/1
(spanning). Het MD-deck wordt automatisch
ingeschakeld.
Muziekstuknummer
Afspeeltijd
`/1
?/1
(spanning)
Om
Te pauzeren
Druk op X.
Druk opnieuw op X of druk
op N om het afspelen te
hervatten.
Een muziekstuk te
kiezen
Druk op . of >.
Een punt in een
muziekstuk te vinden
Houd tijdens het afspelen
m of M ingedrukt en
laat deze bij het gewenste
punt los.
De MD te verwijderen
Druk op A op het MD-deck.
3
2
Doe het volgende
Het afspelen te stoppen Druk op x.
Het volume in te stellen Druk op VOLUME + of –.
Tips
1
Plaats een MD.
Met het pijltje naar het deck gericht
Met de labelkant naar boven en het
schuifdeksel aan de rechterkant
2
6NL
• Bij stap 3 kunt u beginnen met afspelen vanaf het
gewenste muziekstuk.
1 Druk op het nummer van het muziekstuk
waarnaar u wilt luisteren.
Om muziekstuknummer 11 of hoger te
kiezen
Druk eenmaal op >10 en daarna op de
cijfertoetsen van het muziekstuknummer.
Om bijvoorbeeld muziekstuk 32 te kiezen, drukt
u achtereenvolgens op >10, 3 en 2.
Om muziekstuknummer 100 of hoger te
kiezen
Druk tweemaal op >10 en daarna op de
cijfertoetsen van het muziekstuknummer.
2 Druk op N.
• U kunt overschakelen van een andere bron naar het
MD-deck en het afspelen van een MD laten
beginnen door gewoon op H op het MD-deck te
drukken (Automatische bronkeuze).
Opmerking
Druk op MD om over te schakelen op
de functie MD.
Gebruik geen MD waarvan het label buiten de rand
uitsteekt of waarop het label niet op de juiste plaats is
aangebracht. Door zulke labels kan het MD-deck
defect raken.
Muziekstukken op een
MD in willekeurige
volgorde afspelen
— SHUFFLE-afspeelfunctie
Om de SHUFFLE-afspeelfunctie
uit te schakelen
Druk op x om de SHUFFLE-afspeelfunctie uit te
schakelen en druk daarna herhaald op PLAY
MODE totdat “SHUFFLE” en “PROGRAM”
verdwijnen.
Tip
U kunt alle muziekstukken op een MD in
willekeurige volgorde afspelen.
Om een muziekstuk over te slaan, drukt u op >.
Om terug te gaan naar het begin van het huidige
muziekstuk, drukt u op .. U kunt echter niet
teruggaan naar het vorige muziekstuk.
`/1
2
3
1
Afspelen
1
Druk op MD om over te schakelen op
de functie MD.
2
Druk in de stopstand herhaald op PLAY
MODE totdat “SHUFFLE” verschijnt.
3
Druk op N.
Het afspelen in willekeurige volgorde begint.
7NL
Programmeren van
muziekstukken op een
MD — PROGRAM-afspeelfunctie
3
Om muziekstuknummer 11 of
hoger te kiezen
Druk eenmaal op >10 en daarna op de
cijfertoetsen van het muziekstuknummer.
Om bijvoorbeeld muziekstuk 32 te kiezen,
drukt u achtereenvolgens op >10, 3 en 2.
U kunt een programma creëren van maximaal 25
muziekstukken in de volgorde waarin u deze wilt
afspelen.
Om muziekstuknummer 100
of hoger te kiezen
`/1
Druk tweemaal op >10 en daarna op de
cijfertoetsen van het muziekstuknummer.
2
3
Gekozen
muziekstuknummer
4
5
2
8NL
Druk op MD om over te schakelen op
de functie MD.
Druk in de stopstand herhaald op PLAY
MODE totdat “PROGRAM” verschijnt.
Totale
afspeeltijd
Om nog meer muziekstukken te
programmeren, herhaalt u stap 3.
Elke keer wanneer u muziekstukken
programmeert, wordt de totale tijd van het
programma weergegeven. U kunt een
programma van maximaal 25 muziekstukken
samenstellen.
1
1
Druk op het nummer van het
muziekstuk waarnaar u wilt luisteren.
Laatst
geprogrammeerde
muziekstuknummer
5
Totale
afspeeltijd
Druk op N.
Alle muziekstukken worden in de
geprogrammeerde volgorde afgespeeld.
Om
Doe het volgende
Te stoppen met
geprogrammeerd
afspelen
Druk op x en druk daarna
herhaald op PLAY MODE
totdat “PROGRAM” en
“SHUFFLE” zijn verdwenen.
Een muziekstuk toe
te voegen aan het
programma (in de
stopstand)
Volg de stap 3.
Het gehele
programma te
wissen
Volg de stappen 1 en 2, en
druk daarna op CLEAR en
houd deze ingedrukt.
Herhaald afspelen van
muziekstukken op de
MD — REPEAT-afspeelfunctie
Tijdens afspelen in normale, willekeurige of
geprogrammeerde volgorde kunt u de
muziekstukken op een MD herhaald afspelen.
`/1
Tips
• Bij stap 3 kunt u het gewenste muziekstuk kiezen
met . of >.
Druk herhaald op . of > totdat het gewenste
muziekstuknummer verschijnt en druk daarna op
ENTER/YES.
• Uw programma blijft in het geheugen bewaard
nadat het is afgespeeld. Om hetzelfde programma
nogmaals af te spelen, drukt u op N.
• Indien u probeert om 26 of meer muziekstukken te
programmeren, verschijnt “Program Full!!”.
• Wanneer de totale afspeeltijd van uw MDprogramma meer dan 199 minuten is, verschijnt
“---m--s”.
REPEAT
, Druk tijdens het afspelen op REPEAT
totdat “REPEAT” of “REPEAT 1”
verschijnt.
Afspeelmodus
Herhaalde
muziekstukken
Normaal afspelen
Alle muziekstukken in
normale volgorde
Afspelen in
willekeurige
volgorde (blz. 7)
Alle muziekstukken in
willekeurige volgorde
Afspelen in
geprogrammeerde
volgorde (blz. 8)
Alle muziekstukken in
de geprogrammeerde
volgorde
Afspelen
REPEAT: Voor alle muziekstukken op de
MD.
REPEAT 1*: Voor slechts één muziekstuk.
* Tijdens afspelen in willekeurige of
geprogrammeerde volgorde is herhaling van
één muziekstuk niet mogelijk.
Om de REPEAT-afspeelfunctie
uit te schakelen
Druk op REPEAT totdat “REPEAT” of
“REPEAT 1” is verdwenen.
9NL
Gebruik van het MDdisplay
U kunt het totale aantal muziekstukken, de totale
afspeeltijd en de resterende afspeeltijd van de MD
controleren.
`/1
In de stopstand
t Totaal aantal muziekstukken en totale
afspeeltijd
r
Resterende opnametijd (alleen bij een
voor opnemen geschikte MD)
Bij een voorbespeelde MD verschijnt de
disctitel.
r
Disctitel*3
r
Klokdisplay
*3 “No Name” verschijnt indien er geen disctitel is
ingevoerd.
Tips
DISPLAY
, Druk op DISPLAY.
Elke keer wanneer u tijdens afspelen in
normale volgorde of in de stopstand deze
toets indrukt, verandert het display als volgt:
Tijdens afspelen in normale
volgorde
t Verstreken afspeeltijd en het muziekstuknummer van huidig muziekstuk
r
Resterende afspeeltijd en het muziekstuknummer van huidig muziekstuk
r
Resterende afspeeltijd van de MD*1
r
Muziekstuktitel van huidig muziekstuk*2
r
Klokdisplay
*1 Tijdens afspelen in geprogrammeerde volgorde
wordt de resterende afspeeltijd van het programma
aangegeven.
2
* “No Name” verschijnt indien er geen
muziekstuktitel is ingevoerd.
10NL
• U kunt een muziekstuktitel tijdens het afspelen
controleren. Wanneer u op SCROLL drukt,
verschijnt er een muziekstuktitel bewegend op het
display. Om de bewegende muziekstuktitel stop te
zetten, drukt u op een willekeurig punt tijdens de
bewegende weergave op SCROLL. Om de
bewegende weergave te hervatten, drukt u opnieuw
op SCROLL.
• Om een disctitel of een muziekstuktitel in te voeren,
zie “Invoeren van MD-titels” op blz. 29.
• Wanneer de totale afspeeltijd meer dan 199 minuten
is, verschijnt “---m--s”.
Opnemen
Alvorens met het
opnemen te beginnen
De MD (MiniDisc) maakt het mogelijk muziek
digitaal op te nemen en af te spelen met een
uitstekende geluidskwaliteit. Een ander kenmerk
van MD’s is het aanbrengen van
muziekstuknummers. Door het aanbrengen van
muziekstuknummers kunt u een bepaalde passage
later snel terugvinden en de opgenomen
muziekstukken gemakkelijk monteren. De manier
waarop de signalen worden opgenomen en de
muziekstuknummers worden vastgelegd verschilt
echter afhankelijk van de opnamebron.
Wanneer de opnamebron de
volgende is:
• De CD-speler van dit systeem
(CMT-SP55TC)
– Het MD-deck maakt een digitale opname.*1
– De muziekstuknummers worden automatisch
aangebracht zoals op de oorspronkelijke CD.
• De tuner of het tapedeck van dit
systeem of andere analoge
componenten die zijn aangesloten
op de AUX IN-aansluitbussen van
CMT-SP55TC (bijvoorbeeld een
Videorecorder)
– Het MD-deck maakt een analoge opname.
– Een muziekstuknummer wordt aangebracht aan
het begin van elke opname. Wanneer u echter
de opnamefunctie Level Synchro Recording
(zie blz. 24) inschakelt, worden er automatisch
muziekstuknummers aangebracht in
overeenstemming met het niveau van het
ingangssignaal.
*1 Zie blz. 42 voor bijzonderheden over de
beperkingen op digitale opnamen.
*2 Het geluid dat tijdens het opnemen via de
luidsprekers wordt voortgebracht, is de audio van
de AUX IN-aansluitbussen. Wanneer u een digitale
aansluiting maakt, dient u dus ook altijd een
analoge aansluiting te maken.
*3 Indien een digitale component niet is aangesloten
op de DIGITAL OPTICAL AUX IN-aansluitbus
door gebruikmaking van een optische kabel, zal
het MD-deck een analoge opname maken.
Op een MD worden de muziekstuknummers
(volgorde van de muziekstukken), de informatie over
het begin- en eindpunt van elk muziekstuk, enz.
opgenomen in het TOC*4 -gebied, onafhankelijk van
de geluidsinformatie. Hierdoor kunt u opgenomen
muziekstukken snel monteren door de TOCinformatie te wijzigen.
*4 TOC: Table of Contents (Inhoudsopgave)
Na het opnemen
, Druk op A op het MD-deck om de MD
te verwijderen of druk op ?/1 (spanning)
om het systeem uit te schakelen.
“TOC” licht op of begint te knipperen. De
inhoudsopgave wordt bijgewerkt en de
opname is voltooid.
Alvorens u de stekker uit het
stopcontact trekt
Wanneer de inhoudsopgave (TOC: Table of
Contents) van de MD is bijgewerkt, is het
opnemen van de MD beëindigd. De
inhoudsopgave wordt bijgewerkt wanneer u de
MD verwijdert of op ?/1 drukt om het systeem uit
te schakelen. Trek de stekker niet uit het
stopcontact voordat de inhoudsopgave is
bijgewerkt (terwijl “TOC” brandt) of terwijl de
inhoudsopgave wordt bijgewerkt (terwijl “TOC”
knippert), dit om ervan verzekerd te zijn dat de
opname volledig wordt uitgevoerd.
Beschermen van een
opgenomen MD
• Om een MD te beschermen tegen abusievelijk
opnemen, schuift u het nokje aan de zijkant van de
MD open. Met het nokje in deze positie kan er niet
meer op de MD worden opgenomen. Om op de MD
te kunnen opnemen, schuift u het nokje weer dicht
om de opening af te dekken.
Afspelen/Opnemen
• Andere digitale componenten die
zijn aangesloten op de DIGITAL
OPTICAL AUX IN-aansluitbus van
MDS-SP55 (bijvoorbeeld een DVDspeler)
– Het MD-deck maakt een digitale opname.*1*2*3
– De muziekstuknummers worden op
verschillende manieren aangebracht,
afhankelijk van de bron waarvan u opneemt.
Opmerking betreffende de
muziekstuknummers op een MD
Nokje
Verschuif het nokje
• Indien de MD is beschermd tegen abusievelijk
opnemen, verschijnen beurtelings “C11” en
“Protected” en kan er niet op de MD worden
opgenomen. Verwijder de MD en verschuif daarna
het nokje aan de zijkant van de MD om de opening
af te dekken.
11NL
Opnemen van een CD op
een MD — CD-MD-synchroonopname
1
Met het pijltje naar het deck gericht
U kunt een CD digitaal opnemen op een MD en
daarbij de muziekstuknummers in dezelfde
volgorde als op de CD aanbrengen.
U kunt ook een programma van uw favoriete
muziekstukken opnemen (zie blz. 15).
Om het systeem in te schakelen, drukt u op ?/1
(spanning). Het MD-deck wordt automatisch
ingeschakeld.
3
?/1 (spanning)
2
Plaats een voor opnemen geschikte MD.
Met de labelkant naar boven en het
schuifdeksel aan de rechterkant
2
Druk op A op de CD-speler en plaats
een CD in de disc-lade.
Met de labelkant naar boven.
Wanneer u een CD-single (8 cm CD)
afspeelt, dient u deze op de binnenste
cirkel van de lade te plaatsen.
Om de disc-lade te sluiten, drukt u opnieuw
op A.
3
Draai FUNCTION totdat “CD”
verschijnt.
4
Druk op CD SYNC REC op het MDdeck.
De CD SYNC REC-indicator licht op.
Het MD-deck staat nu in de wachtstand voor
opnemen en de CD-speler in de pauzestand
voor afspelen.
4
12NL
5
5
Druk op H op het MD-deck.
Het opnemen begint.
Wanneer de opname is beëindigd, stoppen de
CD-speler en het MD-deck automatisch.
Om
Doe het volgende
De opname te stoppen Druk s op het MD-deck of
de CD-speler.
De MD en CD te
verwijderen
Een tape opnemen op
een MD
U kunt een tape analoog opnemen op een MD.
Hiervoor kunt u gebruikmaken van tape van
TYPE I (normale tape) en TYPE II (CrO2). Het
opnameniveau wordt automatisch ingesteld.
Druk in de stopstand op A op
het MD-deck en de CDspeler.
6
3
5
2
Tips
• Indien de MD voor een gedeelte reeds opnamen
bevat, begint het opnemen na het laatst opgenomen
muziekstuk. Om de opnamen te wissen, zie “Wissen
van opnamen” op blz. 31.
• Al naar gelang de disc worden soms ook de CD
TEXT-gegevens gekopieerd. Indien “CD-TEXT”
tijdens het opnemen knippert, drukt u eerst op
NAME EDIT op de afstandsbediening en
vervolgens op ENTER/YES om de titel van het
huidige muziekstuk op te nemen. (Indien “CDTEXT” brandt, wordt de titel automatisch
opgenomen.)
Opmerking
Opnemen
Indien de MD is beschermd tegen abusievelijk
opnemen, verschijnen beurtelings “C11” en
“Protected” en kan er niet op de MD worden
opgenomen. Verwijder de MD en verschuif daarna
het nokje aan de zijkant van de MD om de opening af
te dekken (zie blz. 11).
4
wordt vervolgd
13NL
Een tape opnemen op een MD
(vervolg)
5
Druk op H op het MD-deck.
Het opnemen begint.
1
Plaats een voor opnemen geschikte MD.
6
Druk op H op het tapedeck.
Met het pijltje naar het deck gericht
Om de opname te stoppen
Druk op s op het MD-deck.
Tips
Met de labelkant naar boven en het
schuifdeksel aan de rechterkant
2
Druk op A op het tapedeck om de
cassettelade te openen en plaats een
tape.
Met de kant waarop u wilt opnemen
omhoog gericht
• Indien de MD voor een gedeelte reeds opnamen
bevat, begint het opnemen na het laatst opgenomen
muziekstuk. Om de opnamen te wissen, zie “Wissen
van opnamen” op blz. 31.
• Indien de functie Smart Space is geactiveerd en er
tijdens het opnemen gedurende ongeveer
3 seconden of langer (maar minder dan 30
seconden) geen geluid wordt ingevoerd, vervangt
het MD-deck deze stilte door een niet-opgenomen
interval van circa 3 seconden en gaat het opnemen
verder. Indien er echter sprake is van ruis, wordt
deze functie soms niet geactiveerd.
Opmerking
Indien de MD is beschermd tegen abusievelijk
opnemen, verschijnen beurtelings “C11” en
“Protected” en kan er niet op de MD worden
opgenomen. Verwijder de MD en verschuif daarna
het nokje aan de zijkant van de MD om de opening af
te dekken (zie blz. 11).
Om de cassettelade te sluiten, drukt u
opnieuw op A.
3
Draai FUNCTION totdat “TAPE”
verschijnt.
4
Druk op z REC op het MD-deck.
Het MD-deck staat nu in de wachtstand voor
opnemen.
Af te spelen kant van tape
>>> verschijnt voor de voorkant en <<< voor
de achterkant. Om de niet aangegeven kant
af te spelen, drukt u op s op het tapedeck.
Verwijder de cassette om deze om te keren
en volg daarna opnieuw de stappen 3 en 4.
14NL
Uw favoriete
muziekstukken van een
CD opnemen op een MD
De muziekstukken kiezen
1
Druk op CD op de afstandsbediening
om over te schakelen op de functie CD.
Plaats een CD.
— CD-MD-synchroonopname
Met de PROGRAM-afspeelfunctie kunt u uw
favoriete muziekstukken op een CD kiezen en
deze vervolgens in de geprogrammeerde volgorde
opnemen op een MD door gebruikmaking van de
synchroon-opnamefunctie. Indien de MD voor een
gedeelte reeds opnamen bevat, begint het
opnemen na het laatst opgenomen muziekstuk.
2
Druk herhaald op PLAY MODE op de
afstandsbediening totdat “PROGRAM”
verschijnt.
3
Druk op het nummer van het
muziekstuk dat u wilt opnemen.
Om muziekstuknummer 11 of
hoger te kiezen
6
Druk eenmaal op >10 en daarna op de
cijfertoetsen van het muziekstuknummer.
Om bijvoorbeeld muziekstuk 32 te kiezen,
drukt u achtereenvolgens op >10, 3 en 2.
4
Om nog meer muziekstukken te
programmeren, herhaalt u stap 3.
Elke keer wanneer u muziekstukken
programmeert, wordt de totale tijd van het
programma weergegeven. U kunt een
programma van maximaal 25 muziekstukken
samenstellen.
7
`/1
2
3
5
Plaats een voor opnemen geschikte MD.
6
Druk op CD SYNC REC op het MDdeck.
Opnemen
Opnemen op een MD
Het MD-deck staat nu in de wachtstand voor
opnemen en de CD-speler in de pauzestand
voor afspelen.
7
1
Druk op H op het MD-deck.
Het afspelen van de CD en het opnemen op
de MD beginnen.
Wanneer de opname is beëindigd, stoppen de
CD-speler en het MD-deck automatisch.
wordt vervolgd
15NL
Uw favoriete muziekstukken van
een CD opnemen op een MD
(vervolg)
Om de opname te stoppen
Uw favoriete passages
opnemen op een MD
Druk op s op het MD-deck.
— Handmatige opname
Indien de MD tijdens het
opnemen vol raakt
In dit geval stoppen de CD-speler en het MD-deck
automatisch.
Opmerking
Indien de MD is beschermd tegen abusievelijk
opnemen, verschijnen beurtelings “C11” en
“Protected” en kan er niet op de MD worden
opgenomen. Verwijder de MD en verschuif daarna
het nokje om de opening af te dekken (zie blz. 11).
Bij handmatig opnemen kunt u alleen de door u
gewenste muziekstukken van een CD opnemen of
ergens midden op een tape met opnemen
beginnen. Indien de MD voor een gedeelte reeds
opnamen bevat, begint het opnemen na het laatst
opgenomen muziekstuk.
3
Invoeren van titels tijdens het
opnemen
Wanneer “CD-TEXT” tijdens het opnemen oplicht
of knippert, kunt u de CD TEXT-gegevens als
volgt opnemen op de MD:
• Automatisch tijdens het opnemen
Wanneer u opneemt op een nog lege of volledig
gewiste (zie blz. 32) MD en “CD TEXT”
brandt, worden de CD TEXT-gegevens
automatisch opgenomen.
• Handmatig tijdens het opnemen
Wanneer “CD-TEXT” knippert, drukt u eerst
op NAME EDIT op de afstandsbediening en
vervolgens op ENTER/YES om de titel van het
huidige muziekstuk op te nemen.
Opmerking
4
1
Plaats een voor opnemen geschikte MD.
2
Draai FUNCTION op de versterker
totdat “CD” of “TAPE” verschijnt.
• CD: Opnemen van de CD
• TAPE: Opnemen van de tape
3
Al naar gelang de disc worden de CD TEXTgegevens soms niet automatisch gekopieerd.
Druk op z REC op het MD-deck.
Het MD-deck staat nu in de wachtstand voor
opnemen.
4
Druk op H op het MD-deck.
Het opnemen begint.
5
Druk op H op de CD-speler of H of
h op het tapedeck.
Om de opname te stoppen
Druk op s op het MD-deck.
16NL
Tips
• Indien u FUNCTION draait terwijl er nog wordt
opgenomen, stoppen het MD-deck en de CD-speler
automatisch.
• Tijdens het opnemen kunt u de resterende
opnametijd op de MD controleren door indrukken
van DISPLAY.
Opmerking
Indien de MD is beschermd tegen abusievelijk
opnemen, verschijnen beurtelings “C11” en
“Protected” en kan er niet op de MD worden
opgenomen. Verwijder de MD en verschuif daarna
het nokje aan de zijkant van de MD om de opening af
te dekken (zie blz. 11).
Opnemen van een MD op
een tape
U kunt een MD analoog opnemen op een tape,
met de muziekstukken in dezelfde volgorde als op
de oorspronkelijke MD.
U kunt ook een programma van uw favoriete
muziekstukken opnemen.
Opnemen van muziekstukken
in dezelfde volgorde als op de
oorspronkelijke MD
7
Plaats een blanco tape.
2
Plaats een MD.
3
Draai FUNCTION op de versterker
totdat “MD” verschijnt.
4
Druk op z REC op het tapedeck.
Opnemen
1
Het tapedeck staat nu in de wachtstand voor
opnemen.
5
Druk op H op het tapedeck om het
opnemen te laten beginnen vanaf de
voorkant.
Om het opnemen te laten beginnen
vanaf de achterkant, drukt u op h op
het tapedeck.
wordt vervolgd
17NL
Opnemen van een MD op een
tape (vervolg)
6
Druk herhaald op DIRECTION op het
tapedeck totdat g verschijnt om op
één kant op te nemen, of op h (of
j) om op beide kanten op te nemen.
Uw favoriete muziekstukken
van een MD opnemen
Met de PROGRAM-afspeelfunctie kunt u uw
favoriete muziekstukken op een MD kiezen en
deze vervolgens in de geprogrammeerde volgorde
opnemen op een tape.
Als u voor opname op beide kanten kiest en
de voorkant halverwege een muziekstuk ten
einde is, wordt het gehele muziekstuk vanaf
het begin van de achterkant opnieuw
opgenomen. Wanneer u het opnemen vanaf
de achterkant laat beginnen, wordt de
opname aan het einde van de achterkant
stopgezet, zelfs indien u h kiest.
7
`/1
2
3
Druk op S op het tapedeck.
Het opnamen begint.
8
Druk op H op het MD-deck.
5
Het afspelen van de MD begint.
Wanneer de opname is beëindigd, stopt het
MD-deck.
1
Om te stoppen met opnemen
Druk op s op het tapedeck.
Tip
Wanneer u de ruis in hoogfrequente signalen die zijn
opgenomen op een laag niveau wilt verminderen,
druk dan na stap 6 op DOLBY NR zodat “DOLBY
NR” op het display verschijnt. Draai DOLBY NR om
de ruis te verminderen wanneer u dit soort signalen
weergeeft.
18NL
1
Druk op MD om over te schakelen op
de functie MD.
2
Druk in de stopstand herhaald op PLAY
MODE totdat “PROGRAM” verschijnt.
3
Druk op het nummer van het
muziekstuk waarnaar u wilt luisteren.
Om muziekstuknummer 11 of
hoger te kiezen
Druk eenmaal op >10 en daarna op de
cijfertoetsen van het muziekstuknummer.
Om bijvoorbeeld muziekstuk 32 te kiezen,
drukt u achtereenvolgens op >10, 3 en 2.
Opnemen van de radio
— Handmatige opname
U kunt een radioprogramma analoog opnemen op
een MD.
5
Om muziekstuknummer 100
of hoger te kiezen
Druk tweemaal op >10 en daarna op de
cijfertoetsen van het muziekstuknummer.
Gekozen
muziekstuknummer
4
Om nog meer muziekstukken te
programmeren, herhaalt u stap 3.
Elke keer wanneer u muziekstukken
programmeert, wordt de totale tijd van het
programma weergegeven. U kunt een
programma van maximaal 25 muziekstukken
samenstellen.
Totale
afspeeltijd
5
Plaats een blanco tape.
6
Volg de stappen 3 t/m 7 van “Opnemen
van muziekstukken in dezelfde volgorde
als op de oorspronkelijke MD” (zie
blz. 17).
1
Plaats een voor opnemen geschikte MD.
2
Druk herhaald op TUNER/BAND op de
tuner om “AM” of “FM” te kiezen.
3
Druk herhaald op TUNING MODE op
de tuner totdat “PRESET” verschijnt.
4
Druk op TUNING + of – op de tuner
om de gewenste voorgeprogrammeerde
zender te kiezen.
Opnemen
Laatst
geprogrammeerde
muziekstuknummer
6
Totale
afspeeltijd
Preselectienummer en frequentie (of
zendernaam* of RDS-zendernaam)
* De zendernaam verschijnt alleen indien u de
zender een naam hebt gegeven (zie de
gebruiksaanwijzing van de CMT-SP55TC).
wordt vervolgd
19NL
Opnemen van de radio (vervolg)
5
Druk op z REC op het MD-deck.
De z REC-indicator licht op.
Het MD-deck staat nu in de wachtstand voor
opnemen.
6
Druk op H op het MD-deck.
Het opnemen begint.
Om
Doe het volgende
De opname te stoppen
Druk op s op het MD-deck.
Te pauzeren
Druk op S op het MD-deck.
Druk opnieuw op S of druk
op H op het MD-deck om
de opname te hervatten.
De MD te verwijderen
Druk in de stopstand op A
op het MD-deck.
Radioprogramma’s
opnemen met de timer
Zorg dat u de radiozender hebt
voorgeprogrammeerd en vooraf de klok hebt
ingesteld (zie de gebruiksaanwijzing van de
CMT-SP55TC). U kunt een schakelklokopname
maken van een radioprogramma of van het
audiosignaal van een digitale component die is
aangesloten op AUX IN (zie blz. 39).
`/1
8
2
3–6
Tips
• Indien de MD voor een gedeelte reeds opnamen
bevat, begint het opnemen na het laatst opgenomen
muziekstuk. Om de opnamen te wissen, zie “Wissen
van opnamen” op blz. 31.
• Indien er tijdens het opnemen van een AMradioprogramma sprake is van ruis, verplaats dan de
AM-raamantenne om de ruis te onderdrukken of
sluit een aarddraad aan op de U aansluiting (zie de
gebruiksaanwijzing van de CMT-SP55TC).
3–6
1
Tref de nodige voorbereidingen bij de
geluidsbron die u wilt afspelen.
• Radio: Stem af op de
voorgeprogrammeerde radiozender (zie de
gebruiksaanwijzing van de
CMT-SP55TC).
• AUX: Stel de schakelklok van de
component die is aangesloten op
DIGITAL OPTICAL AUX IN. Voor
bijzonderheden, zie de gebruiksaanwijzing
van de aangesloten component.
Opmerking
Indien de MD is beschermd tegen abusievelijk
opnemen, verschijnen beurtelings “C11” en
“Protected” en kan er niet op de MD worden
opgenomen. Verwijder de MD en verschuif daarna
het nokje aan de zijkant van de MD om de opening af
te dekken (zie blz. 11).
2
Druk op CLOCK/TIMER SET.
3
Druk herhaald op . of > totdat
“SET MD REC” verschijnt en druk
daarna op ENTER/YES.
De uur-indicatie knippert.
20NL
3–6
4
Stel de starttijd voor opname in.
7
Druk herhaald op . of > om het uur in
te stellen en druk daarna op ENTER/YES.
De minuten-indicatie begint te knipperen.
Indien de MD voor een gedeelte reeds
opnamen bevat, begint het opnemen na het
laatst opgenomen muziekstuk.
8
Druk herhaald op . of > om de
minuten in te stellen en druk daarna op
ENTER/YES.
De uur-indicatie begint opnieuw te
knipperen.
5
Druk op ?/1 om het systeem uit te
schakelen.
Om de procedure te annuleren
Druk op CLOCK/TIMER SET.
Om de instelling te veranderen
Begin opnieuw vanaf stap 1.
Stel de stoptijd voor opname in volgens
de procedure bij stap 4.
“OFF TIME NG” verschijnt indien de
starttijd en de stoptijd hetzelfde zijn.
Verander de stoptijd.
6
Plaats een voor opnemen geschikte MD.
Druk herhaald op . of > om de
opnamebron te kiezen en druk daarna
op ENTER/YES.
* Wanneer u in mono opneemt op een MD.
** U kunt de aangesloten component als
opnamebron kiezen. Stel de timer van beide
systemen in op dezelfde tijd.
Wanneer u op ENTER/YES drukt,
verschijnen achtereenvolgens de starttijd, de
stoptijd en de andere instellingen. Daarna
verschijnt weer de oorspronkelijke indicatie.
“REC” licht op.
Druk op CLOCK/TIMER SELECT en druk
herhaald op . of > totdat “SEL MD REC”
verschijnt. Druk daarna op ENTER/YES.
U hoeft dan de start- en stoptijd niet elke keer
opnieuw in te stellen.
Om de timer uit te schakelen
Druk op CLOCK/TIMER SELECT en druk
herhaald op . of > totdat “TIMER OFF”
verschijnt.
Druk daarna op ENTER/YES.
Tips
• Circa 30 seconden vóór de starttijd wordt het
systeem automatisch ingeschakeld en bereidt het
zich voor op de timeropname. Het opnemen begint
zodra het systeem gereed is en kan dus in sommige
gevallen ook eerder beginnen dan op het ingestelde
tijdstip.
• Wanneer u van de radio opneemt, wordt de
zendernaam (of de frequentie indien aan de zender
geen naam is toegewezen) samen met de starttijd en
stoptijd automatisch opgenomen op de MD.
Opnemen
De indicatie verandert als volgt:
Wanneer u opneemt op een MD
t TUNER c MD
r
TUNER c MD (M)*
r
AUX** c MD
r
AUX c MD (M)
Om de instelling te controleren
of de timer te activeren
Opmerkingen
• U kunt de DAILY-timerfunctie niet tegelijkertijd
met de opname-timerfunctie gebruiken.
• Bedien het systeem niet vanaf het tijdstip waarop de
spanning wordt ingeschakeld totdat het opnemen
begint (ongeveer 30 seconden vóór de ingestelde
tijd).
• Indien de spanning eerder dan 30 seconden vóór de
ingestelde tijd is aangesloten, zal de timeropname
niet geactiveerd worden.
• De functies Smart Space en Level Synchro
Recording werken niet.
• Tijdens de opname wordt het volume tot het
minimum verminderd.
21NL
2,5 2,3,4
Inlassen van een
3-seconden interval
tussen de
muziekstukken — Smart Space
Tijdens het digitaal opnemen van een CD kunt u
met de functie Smart Space de stille passages
tussen muziekstukken automatisch laten
vervangen door een niet-opgenomen interval van
3 seconden. Wanneer bij andere soorten opnamen
de functie Smart Space is geactiveerd en er tijdens
het opnemen gedurende circa 3 seconden of langer
(maar minder dan 30 seconden) geen geluid wordt
ingevoerd, zal het MD-deck deze stilte vervangen
door een niet-opgenomen interval van circa
3 seconden en doorgaan met opnemen.
1
Aan
Druk op z REC op het MD-deck om
over te schakelen in de pauzestand voor
opnemen.
2
Druk op MENU/NO om “MD Setup ?”
te laten verschijnen en druk daarna op
ENTER/YES.
3
Draai l/L totdat “MD S.Space
OFF” (of “MD S.Space ON”) verschijnt
en druk daarna op ENTER/YES.
4
Draai l/L totdat “MD S.Space
ON” verschijnt en druk daarna op
ENTER/YES.
5
Druk op MENU/NO.
6
Druk op H op het MD-deck.
Vervangen door niet-opgenomen
interval van circa 3 seconden en
opnemen gaat door
Auto Cut: Wanneer de functie Smart Space is
geactiveerd en er tijdens het opnemen gedurende
30 seconden of langer geen geluid wordt
ingevoerd, zal het MD-deck deze stilte vervangen
door een niet-opgenomen interval van circa
3 seconden en overschakelen in de pauzestand
voor opnemen.
Geen geluidsinvoer gedurende 30
seconden of langer
Uit
Aan
Vervangen door niet-opgenomen
interval van 3 seconden en opnemen
wordt tijdelijk stopgezet
22NL
3,4
1
Geen geluidsinvoer gedurende minder
dan 30 seconden
Uit
6
Het opnemen begint.
Wanneer er een lange stilte van minder dan
30 seconden wordt ingevoerd, verschijnt
“Smart Space” en zal het MD-deck deze
stilte vervangen door een niet-opgenomen
interval van circa 3 seconden en doorgaan
met opnemen.
Wanneer er gedurende 30 seconden of langer
geen geluid wordt ingevoerd, verschijnt
“Auto Cut” en zal het MD-deck deze stilte
vervangen door een niet-opgenomen interval
van circa 3 seconden en overschakelen in de
pauzestand voor opnemen. Druk op H om
de opname opnieuw te laten beginnen.
Om de opname te stoppen
Druk op s op het MD-deck.
Om de functies Smart Space en
Auto Cut uit te schakelen
1 Druk tijdens de opnamepauze op MENU/NO.
Nadat “MD Setup ?” is verschenen, drukt u op
ENTER/YES.
2 Draai l/L totdat “MD S.Space ON”
verschijnt en druk daarna op ENTER/YES.
3 Draai l/L totdat “MD S.Space OFF”
verschijnt en druk daarna op ENTER/YES.
4 Druk op MENU/NO.
Tips
• De functies Smart Space en Auto Cut zijn in de
fabriek op “ON (Aan)” gezet.
• Wanneer u het systeem uitschakelt of de stekker uit
het stopcontact trekt, zal het MD-deck de laatste
instelling (“MD S.Space ON” of “OFF”) in het
geheugen bewaren.
Opnamestart met 6
seconden muziek uit het
buffergeheugen
— Tijdmachine-opname
Bij het opnemen van een FM-uitzending of een
satelliet-uitzending gaan de eerste paar seconden
van de uitzending vaak verloren omdat het even
kan duren voor u tot opnemen besluit en op de
opnametoets drukt. Om het verlies van dit
materiaal te voorkomen, zorgt de tijdmachineopnamefunctie ervoor dat voortdurend de meest
recente audiogegevens in een buffergeheugen
worden opgeslagen. Hierdoor kunt u steeds de
laatste 6 seconden aan audiogegevens (bij monoopnamen 12 seconden) opnemen die voorafgaan
aan het tijdstip waarop de eigenlijke opname
begint, zoals op de onderstaande afbeelding is
aangegeven:
Tijdstip, waarop u bij stap 5
op ENTER/YES drukt
Einde van het
programma dat u
wilt opnemen
Tijd
6 sec.
Begin van het programma dat u wilt opnemen
Opnemen
Opgenomen
gedeelte
wordt vervolgd
23NL
Opnamestart met 6 seconden
muziek uit het buffergeheugen
(vervolg)
3
5
Aanbrengen van
muziekstuknummers
U kunt muziekstuknummers als volgt aanbrengen:
• Automatisch tijdens het opnemen
1
Plaats een voor opnemen geschikte MD.
2
Draai FUNCTION op de versterker
totdat de geluidsbron waarvan u wilt
opnemen (d.w.z TUNER) verschijnt.
3
Druk op z REC op het MD-deck.
Het MD-deck staat nu in de wachtstand voor
opnemen.
Tijdens het opnemen van de CD-speler van dit
systeem (CMT-SP55TC) of componenten die zijn
aangesloten op de DIGITAL OPTICAL AUX INaansluitbus, worden de muziekstuknummers
automatisch aangebracht zoals op de
oorspronkelijke bron. Gebruik de opnamemethode
Level Synchro Recording om tijdens het opnemen
van de tuner op het tapedeck van dit systeem, of
componenten die zijn aangesloten op de AUX INaansluitbussen, automatisch de
muziekstuknummers te laten aanbrengen.
• Op een willekeurig punt tijdens het
opnemen
Tijdens het opnemen van elke willekeurige bron
kunt u op ieder gewenst tijdstip
muziekstuknummers aanbrengen.
• Na het opnemen
Gebruik de DIVIDE-functie (zie blz. 35).
4
Begin met het afspelen van de bron die
u wilt opnemen.
5
Op het punt waar u met de opname wilt
beginnen, drukt u op ENTER/YES.
Het opnemen van het programma begint met
de 6 seconden aan audiogegevens uit het
buffergeheugen.
Indien de MD voor een gedeelte reeds
opnamen bevat, begint het opnemen na het
laatst opgenomen muziekstuk.
Om de tijdmachine-opname te
stoppen
Druk op s op het MD-deck.
Opmerking
Het MD-deck begint met het opslaan van
audiogegevens wanneer het in de wachtstand voor
opnemen staat (stap 3) en u begint met het afspelen
van het programma. Indien er sinds het indrukken van
ENTER/YES minder dan 6 seconden zijn verstreken,
begint de tijdmachine-opname met minder dan 6
seconden aan audiogegevens.
24NL
Automatisch aanbrengen van
muziekstuknummers tijdens
het opnemen — Level Synchro Recording
De opnamefunctie Level Synchro Recording is in
de fabriek op “On (Aan)” gezet zodat de
muziekstuknummers automatisch worden
aangebracht. Indien “LEVEL-SYNC” tijdens het
opnemen niet op het display verschijnt, schakel
dan als volgt Level Synchro Recording in. Een
muziekstuknummer wordt automatisch
aangebracht telkens wanneer het ingangssignaal
langer dan twee seconden beneden een bepaald
niveau blijft en daarna weer naar een hoger niveau
terugkeert.
Opmerking
Muziekstuknummers worden niet automatisch
aangebracht indien de opnamebron veel ruis bevat.
1,4 1,2,3
Aanbrengen van
muziekstuknummers op
specifieke punten tijdens het
opnemen — Track Mark
Tijdens het opnemen kunt u op ieder gewenst
tijdstip muziekstuknummers aanbrengen, ongeacht
het soort geluidsbron.
2,3
1
Druk tijdens de opnamepauze op
MENU/NO om “MD Setup ?” te laten
verschijnen en druk daarna op ENTER/
YES.
2
Draai l/L totdat “MD T.Mark
Off” (of “MD T.Mark LSync”)
verschijnt en druk daarna op ENTER/
YES.
3
Draai l/L totdat “MD T.Mark
LSync” verschijnt en druk daarna op
ENTER/YES.
“LEVEL-SYNC” licht op.
4
z REC
, Wacht tijdens het opnemen totdat het
punt is bereikt waar u een
muziekstuknummer wilt toevoegen en
druk dan op z REC op het MD-deck.
De muziekstukken die volgen op het
toegevoegde muziekstuknummer worden
opnieuw genummerd.
Druk op MENU/NO.
Opnemen
Om de functie voor
automatisch aanbrengen van
muziekstuknummers uit te
schakelen
1 Druk tijdens de opnamepauze op MENU/NO.
Nadat “MD Setup ?” is verschenen, drukt u op
ENTER/YES.
2 Draai l/L totdat “MD T.Mark LSync”
verschijnt en druk daarna op ENTER/YES.
3 Draai l/L totdat “MD T.Mark Off”
verschijnt en druk daarna op ENTER/YES.
“LEVEL-SYNC” gaat uit.
4 Druk op MENU/NO.
Wanneer “LEVEL-SYNC” uit is, worden
muziekstuknummers alleen aan het begin van elke
opname aangebracht.
25NL
Instellen van het
opnameniveau
Wanneer u opneemt op een MD, kunt u het
opnameniveau instellen op het gewenste volume.
U kunt het opnameniveau niet alleen bij het
maken van een analoge opname instellen, maar
ook bij het maken van een digitale opname van
een CD, enz.
Nadat het opnameniveau is ingesteld, blijft het
gehandhaafd totdat u het opnieuw instelt.
1,5 1,2,4
2,3
1
Druk tijdens de opnamepauze op
MENU/NO om “MD Setup ?” te laten
verschijnen en druk daarna op ENTER/
YES.
2
Draai l/L totdat “Level Adjust”
verschijnt en druk daarna op ENTER/
YES.
3
Draai l/L om het opnameniveau
in te stellen.
De geluidsbron en het opnameniveau worden
aangegeven op het display. Het
opnameniveau kan worden ingesteld op een
waarde van –12 tot +12. Luister naar het
geluid en stel het niveau optimaal in. Zorg
ervoor dat op het display in het luidste
gedeelte niet de indicatie “OVER”
verschijnt.
Stel het niveau zo in dat niet de
indicatie “OVER” verschijnt.
26NL
4
Druk op ENTER/YES.
5
Druk op MENU/NO.
Opmerkingen
• Indien u het opnameniveau tijdens het opnemen
instelt, zoals midden in een muziekstuk, verandert
het volume op het punt waar u de instelling hebt
gemaakt.
• Indien “OVER” op het display verschijnt terwijl het
opnameniveau tussen –12 en 0 ligt, dient u het
audio-ingangsniveau en het volume van het
ingevoerde geluid te verlagen.
Mono-opnamen
De stereo-ingangssignalen van FM-uitzendingen
e.d. kunnen in mono worden opgenomen. Bij het
opnemen in mono is de MD-opnametijd ongeveer
tweemaal zo lang als de normale (stereo-)
opnametijd (d.w.z. op een MD met een
opnametijd van 60 minuten kunt u 120 minuten
aan mono-geluid opnemen).
6
6
Druk op z REC op het MD-deck.
Het MD-deck staat nu in de wachtstand voor
opnemen.
7
Druk op H op het MD-deck.
Het opnemen begint.
U zult het geluid horen zoals het uit de
geluidsbron komt (d.w.z. bij het opnemen
van een stereo-uitzending zult u het geluid in
stereo horen).
2 2,3,4
Om de opname te stoppen
Druk op s op het MD-deck.
Om terug te keren naar stereoopname
7 2,3,4
Draai FUNCTION op de versterker
totdat “MD” verschijnt.
2
Druk in de stopstand op MENU/NO om
“MD Edit Menu” te laten verschijnen en
draai l/L totdat “MD Setup ?”
verschijnt. Druk daarna op ENTER/
YES.
3
4
Draai l/L totdat “MD Stereo
Rec” (of “MD Mono Rec”) verschijnt
en druk daarna op ENTER/YES.
Draai l/L totdat “MD Mono
Rec” verschijnt en druk daarna op
ENTER/YES.
Tip
De betekenis van “MONO” links op het display
verschilt in overeenstemming met de MDafspeelmodus of -opnamemodus.
Terwijl de MD is stopgezet, tijdens het opnemen of
tijdens de opnamepauze, of terwijl de MD wordt
verwijderd:
t Indicatie dat de mono-opnamefunctie is ingesteld.
Opnemen
1
1 Druk in de stopstand op MENU/NO.
Draai l/L totdat “MD Setup ?”
verschijnt en druk daarna op ENTER/YES.
2 Draai l/L totdat “MD Mono Rec”
verschijnt en druk daarna op ENTER/YES.
3 Draai l/L totdat “MD Stereo Rec”
verschijnt en druk daarna op ENTER/YES.
Het systeem schakelt terug naar stereo-opname
en “MONO” gaat uit.
4 Druk op MENU/NO.
Tijdens het afspelen of het tijdelijk onderbreken van
het afspelen van de MD, of terwijl er een muziekstuk
wordt gekozen:
t Indicatie dat het muziekstuk dat op dat moment
wordt afgespeeld, of het gekozen muziekstuk, wordt
opgenomen in mono.
“MONO” licht op.
5
Draai FUNCTION totdat de geluidsbron
waarvan u wilt opnemen (bijvoorbeeld
TUNER) verschijnt.
27NL
Monteren
Alvorens met het
monteren te beginnen
U kunt de op een MD opgenomen muziekstukken
monteren. Door gebruikmaking van de
montagefuncties kunt u de muziekstukken op de
MD opnieuw rangschikken.
Montagefuncties
• NAME-functie — Invoeren van MD-titels
(blz. 29)
Met deze functie kunt u uw discs en
muziekstukken een titel geven. Voor de titels
kunt u gebruikmaken van hoofdletters, kleine
letters, cijfers en symbolen.
• ERASE-functie — Wissen van opnamen
(blz. 31)
Met deze functie kunt u één enkel muziekstuk,
alle muziekstukken tegelijk of een gedeelte van
een muziekstuk wissen.
• MOVE-functie — Veranderen van de
volgorde van muziekstukken (blz. 34)
Met deze functie kunt u de nummering van
muziekstukken veranderen.
• DIVIDE-functie — Toevoegen van
muziekstuknummers (blz. 35)
Met deze functie kunt u muziekstuknummers
toevoegen. Hierdoor kunt u snel uw favoriete
passages terugvinden.
• COMBINE-functie — Samenvoegen van
opgenomen muziekstukken (blz. 37)
Met deze functie kunt u twee muziekstukken
samenvoegen tot één muziekstuk. Ook kunt u
hiermee niet-opeenvolgende muziekstukken
samenvoegen, zoals muziekstuknummer 1 en 4,
enz.
• UNDO-functie — Ongedaan maken van
de laatste wijziging (blz. 38)
Met deze functie kunt u de laatste wijziging
ongedaan maken en de oorspronkelijke inhoud
van de MD van vóór de montage wordt
hersteld.
28NL
Alvorens met het monteren te
beginnen
U kunt een MD alleen in de volgende situaties
monteren:
• Wanneer de MD geschikt is voor opname.
• Wanneer de MD normaal wordt afgespeeld.
Alvorens met het monteren te beginnen, dient u de
volgende punten te controleren:
1
Controleer het nokje van de te monteren
MD.
Indien de MD is beschermd tegen
abusievelijk opnemen, verschijnen
beurtelings “C11” en “Protected” en kan de
MD niet worden gemonteerd.
Verschuif het nokje om de opening af te
dekken.
2
Druk in de stopstand herhaald op PLAY
MODE totdat “PROGRAM” en
“SHUFFLE” beide zijn verdwenen.
U kunt de MD alleen monteren tijdens
normaal afspelen. U kunt de MD niet
monteren tijdens afspelen in willekeurige of
geprogrammeerde volgorde.
Na het monteren
, Druk op A op het MD-deck om de MD
te verwijderen of druk op ?/1
(spanning) om het systeem uit te
schakelen.
“TOC” licht op, of begint te knipperen. De
inhoudsopgave (TOC: Table Of Contents)
wordt bijgewerkt en het monteren is
beëindigd.
Alvorens u de stekker uit het
stopcontact trekt
Wanneer de inhoudsopgave (TOC: Table of
Contents) van de MD is bijgewerkt, is het
monteren van de MD beëindigd. De
inhoudsopgave wordt bijgewerkt wanneer u de
MD verwijdert of op ?/1 drukt om het systeem uit
te schakelen. Trek de stekker niet uit het
stopcontact voordat de inhoudsopgave is
bijgewerkt (terwijl “TOC” brandt) of terwijl de
inhoudsopgave wordt bijgewerkt (terwijl “TOC”
knippert), dit om ervan verzekerd te zijn dat de
montage volledig wordt uitgevoerd.
Invoeren van MD-titels
1
— NAME-functie
U kunt als volgt titels samenstellen voor uw
opgenomen MD’s en muziekstukken.
Tijdens het opnemen
Druk op MD om over te schakelen op
de functie MD.
Om een muziekstuk een titel te geven, drukt
u herhaald op . of > totdat het
gewenste muziekstuknummer verschijnt.
2
Druk op NAME EDIT.
Het tekstinvoerscherm verschijnt en de
cursor knippert.
Indien “CD-TEXT” tijdens het opnemen van een
CD knippert op het display, kunt u de CD-disctitel
opnemen op de MD (zie blz. 16).
Na het opnemen
Gebruik de NAME-functie op deze bladzijde. U
kunt voor de disctitel en muziekstuktitels op één
MD in totaal ongeveer 1700 tekens invoeren.
Cursor
3
`/1
2,3
CURSORT
1,4
Bij elke druk op de toets verandert het
display als volgt:
A (hoofdletters) t a (kleine letters) t 0
(cijfers) t ! (symbolen) t
(spatie) t
A (hoofdletters) t …
7
CLEAR
Druk op CHARACTER om het
gewenste soort teken te laten
verschijnen.
4
5
1,4
Druk herhaald op . of > om het
gewenste teken te kiezen.
Om een spatie in te voeren
Ga naar stap 5 zonder indrukken van . of
>.
Het eerste teken kan geen spatie zijn.
Om een symbool in te voeren
U kunt de volgende 24 symbolen gebruiken.
!”#$%&’() +,–./:;<=>?@_ `
5
Druk op CURSORt.
Monteren
1
Het teken dat u bij stap 4 hebt gekozen, stopt
met knipperen en de cursor gaat naar rechts.
Cursor
wordt vervolgd
29NL
Invoeren van MD-titels (vervolg)
6
Herhaal de stappen 3 t/m 5 om de
volledige titel in te voeren.
Indien u zich hebt vergist
Druk op CURSORT of t totdat het teken
dat u wilt veranderen knippert, en herhaal
dan de stappen 3 t/m 5.
Om een teken te wissen
Druk op CURSORT of t totdat het teken
dat u wilt wissen knippert, en druk daarna op
CLEAR.
7
Druk op ENTER/YES om de titelinvoer
te beëindigen.
De titels die u hebt ingevoerd verschijnen in
volgorde op het scherm.
Om de titelinvoerfunctie uit te
schakelen
Druk op MENU/NO alvorens u de procedure
beëindigt.
Tip
U kunt een muziekstuk ook een titel geven terwijl dit
wordt afgespeeld. Het afspelen wordt herhaald totdat
u klaar bent met het invoeren van de titel.
Opmerking
Indien de MD is beschermd tegen abusievelijk
opnemen, verschijnen beurtelings “C11” en
“Protected” en kan de MD niet worden gemonteerd.
Verwijder de MD en verschuif daarna het nokje aan
de zijkant van de MD om de opening af te dekken
(zie blz. 11).
Controleren van de titels
Om de disctitels te controleren, drukt u in de
stopstand op SCROLL. Om de muziekstuktitel te
controleren, drukt u tijdens het afspelen op
SCROLL.
De titel verschijnt bewegend op het display. Druk
op SCROLL om het bewegen van de titels te laten
stoppen. Druk nogmaals op de toets om het
bewegen weer te laten beginnen.
30NL
Wissen van de titels
Om de disctitels en alle
muziekstuktitels in één keer te
wissen
1 Druk in de stopstand op MENU/NO.
2 Druk herhaald op . of > totdat “MD
Name ?” verschijnt en druk daarna op ENTER/
YES.
3 Druk herhaald op . of > totdat “MD Nm
Erase?” verschijnt.
4 Druk herhaald op . of > totdat “MD Nm
All Ers?” verschijnt en druk daarna op ENTER/
YES. “MD Nm All Ers??” verschijnt.
5 Druk op ENTER/YES.
“MD Complete!!” verschijnt en de disctitel en
alle muziekstuktitels zijn nu gewist.
Om een disctitel of een
muziekstuktitel te wissen
Volg de stappen 1 t/m 3 van “Om de disctitels en
alle muziekstuktitels in één keer te wissen”.
Terwijl “MD Nm Erase?” wordt weergegeven,
drukt u op ENTER/YES zodat “MD Nm Ers Disc”
verschijnt. Druk herhaald op . of > totdat
de disctitel of het muziekstuknummer met de te
wissen titel verschijnt en druk daarna op ENTER/
YES.
“MD Complete!!” verschijnt en de disctitel of de
muziekstuktitel is nu gewist.
Om de wisfunctie uit te
schakelen
Druk op MENU/NO alvorens u de procedure
beëindigt.
Om terug te keren naar de
toestand vóór het invoeren of
wissen van de titels
Desgewenst kunt u terugkeren naar de
oorspronkelijke situatie, maar alleen onmiddellijk
na het invoeren of wissen van een titel, door
gebruikmaking van de UNDO-functie (zie
blz. 38).
Wissen van opnamen
`/1
— ERASE-functie
Met dit MD-deck kunt u ongewenste
muziekstukken snel en gemakkelijk wissen. Ook
kunt u gewiste opnamen herstellen door
gebruikmaking van de UNDO-functie. U kunt
gewiste opnamen echter niet herstellen nadat u
andere montagefuncties hebt gebruikt.
Er zijn drie mogelijkheden voor het wissen van
opgenomen materiaal:
• Wissen van één muziekstuk (TRACK ERASEfunctie)
• Wissen van alle muziekstukken (ALL ERASEfunctie)
• Wissen van een gedeelte van een muziekstuk
(A-B ERASE-functie)
2
3,5
3,4
3,4
1
Wissen van één muziekstuk
— TRACK ERASE-functie
U kunt een muziekstuk wissen door gewoon het
betreffende muziekstuknummer in te voeren.
Wanneer u een muziekstuk wist, vermindert het
totale aantal muziekstukken op de MD met één en
worden alle muziekstukken die volgen op het
gewiste muziekstuk opnieuw genummerd.
1
Druk op MD om over te schakelen op
de functie MD.
2
Druk op MENU/NO om “MD Edit
Menu” te laten verschijnen.
3
Druk herhaald op . of > totdat
“MD Tr Erase ?” verschijnt en druk
daarna op ENTER/YES.
4
Druk herhaald op . of > totdat
het gewenste muziekstuknummer
verschijnt.
5
Druk op ENTER/YES.
Voorbeeld: Wissen van muziekstuk 2
Wis muziekstuk 2
Muziekstuknummer
2
A
1
Na
ERASE
3
B
C
2
A
4
D
3
C
D
Bij het wissen van meerdere muziekstukken is het
raadzaam om te beginnen bij de muziekstukken
met de hoogste nummers, dit om te voorkomen dat
de nog niet gewiste muziekstuknummers opnieuw
worden genummerd.
Monteren
Oorspronkelijke muziekstukken
1
“MD Complete!!” verschijnt enkele
seconden en het gekozen muziekstuk en de
titel ervan zijn nu gewist.
wordt vervolgd
31NL
Wissen van opnamen (vervolg)
Om TRACK ERASE uit te
schakelen
1
Druk op MD om over te schakelen op
de functie MD.
2
Druk op MENU/NO om “MD Edit
Menu” te laten verschijnen.
3
Druk herhaald op . of > totdat
“MD All Erase ?” verschijnt en druk
daarna op ENTER/YES.
Druk op MENU/NO alvorens u de procedure
beëindigt.
Om terug te keren naar de
toestand vóór TRACK ERASE
Desgewenst kunt u terugkeren naar de
oorspronkelijke situatie, maar alleen onmiddellijk
na het wissen van de muziekstukken, door
gebruikmaking van de UNDO-functie (zie
blz. 38).
Opmerking
“Erase???” verschijnt wanneer het muziekstuk op een
ander deck werd opgenomen of gemonteerd en tegen
wissen is beveiligd. Om het muziekstuk te wissen,
drukt u op ENTER/YES terwijl “Erase???” op het
display wordt weergegeven.
Wissen van alle
muziekstukken — ALL ERASE-functie
U kunt de disctitel en alle opgenomen
muziekstukken en de titels daarvan in één keer
wissen.
`/1
2
3,4
3
3
1
32NL
“MD All Erase ??” verschijnt.
4
Druk opnieuw op ENTER/YES.
“MD Complete!!” verschijnt enkele
seconden en de disctitel en alle opgenomen
muziekstukken en de titels ervan zijn nu
gewist.
Om ALL ERASE uit te schakelen
Druk op MENU/NO alvorens u de procedure
beëindigt.
Om terug te keren naar de
toestand vóór ALL ERASE
Desgewenst kunt u terugkeren naar de
oorspronkelijke situatie, maar alleen onmiddellijk
na het wissen van de muziekstukken, door
gebruikmaking van de UNDO-functie (zie
blz. 38).
Wissen van een gedeelte van
een muziekstuk — A-B ERASE-functie
2
U kunt op eenvoudige wijze een gedeelte van een
muziekstuk markeren en dit vervolgens wissen. U
kunt het gewenste gedeelte met intervallen van
een frame*, minuut of seconde verschuiven. Deze
functie is handig wanneer u na het opnemen van
een satelliet-uitzending of FM-uitzending
onnodige gedeelten wilt wissen.
* 1 frame is 1/86 seconde.
Voorbeeld: Wissen van een gedeelte van
muziekstuk 2
Punt A
Na A-B
ERASE
1
2
A
1
3
B-A
B-B
2
A
De MD wordt tijdelijk stopgezet.
3
Druk op MENU/NO om “MD Edit
Menu” te laten verschijnen.
4
Druk herhaald op . of > totdat
“MD A-B Erase ?” verschijnt en druk
daarna op ENTER/YES.
5
Druk opnieuw op ENTER/YES.
Punt B
Muziekstuknummer
Oorspronkelijke muziekstukken
“MD - Rehearsal -” en “MD Point A ok?”
verschijnen beurtelings terwijl het deck het
gekozen muziekstuk vanaf het begin tot aan
punt A afspeelt.
B-C
3
B-(A+C)
C
6
`/1
3
4,5,8
9,11
M
4,6,10 8
9
Druk op MD om over te schakelen op
de functie MD.
Druk op ENTER/YES wanneer de
positie van punt A juist is.
“MD Point B Set” verschijnt op het display
en er wordt begonnen met het afspelen om
het eindpunt van het te wissen gedeelte (punt
B) in te stellen.
1
1
Herhaal stap 6 totdat de positie van punt
A juist is.
Monteren
4,6,10
2
Terwijl u luistert, drukt u herhaald op
. of > om het beginpunt van het
te wissen gedeelte (punt A) te vinden.
U kunt het beginpunt met intervallen van
1/86 seconde (1 frame) verschuiven.
Om het punt met intervallen van een seconde
of minuut te verschuiven, drukt u eerst op
m of M zodat “s” of “m” gaat knipperen
en druk daarna op . of >.
7
m
Wanneer tijdens het afspelen van een
MD het beginpunt van het te wissen
gedeelte is bereikt (punt A), drukt u op
X.
Ga door met afspelen totdat punt B is
bereikt en druk daarna op ENTER/YES.
“MD A-B Ers” en “MD Point B ok?”
verschijnen beurtelings en het deck herhaalt
achtereenvolgens de paar seconden vóór punt
A en na punt B.
wordt vervolgd
33NL
Wissen van opnamen (vervolg)
10 Druk herhaald op . of > om punt
B te vinden.
De procedure is dezelfde als bij stap 6.
11 Druk op ENTER/YES wanneer de
positie van punt B juist is.
“MD Complete!!” verschijnt enkele
seconden en het gedeelte tussen punt A en B
is nu gewist.
Verplaatsen van
opgenomen
muziekstukken
— MOVE-functie
Met deze functie kunt u de volgorde van de
muziekstukken op de disc veranderen. Wanneer u
muziekstukken verplaatst, worden de
muziekstukken automatisch opnieuw genummerd.
Voorbeeld: Verplaatsen van muziekstuk 3 naar
positie 2
Om A-B ERASE uit te schakelen
Muziekstuknummer
Druk op MENU/NO alvorens u de procedure
beëindigt.
Oorspronkelijke muziekstukken
Om terug te keren naar de
toestand vóór A-B ERASE
Desgewenst kunt u terugkeren naar de
oorspronkelijke situatie, maar alleen onmiddellijk
na het wissen van de muziekstukken, door
gebruikmaking van de UNDO-functie (zie
blz. 38).
1
2
A
4
C
2
1
Na
MOVE
3
B
A
D
4
3
C
B
D
`/1
Opmerking
Indien “Impossible” op het display verschijnt, kan het
aangegeven gedeelte niet worden gewist. Dit gebeurt
soms wanneer hetzelfde muziekstuk reeds al te vaak
werd gemonteerd. Dit is geen mechanische storing,
maar hangt samen met de technische beperkingen van
het MD-systeem.
2
3,4,6
3,4,5
3,4,5
1
34NL
1
Druk op MD om over te schakelen op
de functie MD.
2
Druk op MENU/NO om “MD Edit
Menu” te laten verschijnen.
3
Druk herhaald op . of > totdat
“MD Move ?” verschijnt en druk daarna
op ENTER/YES.
4
Druk herhaald op . of > totdat
het muziekstuknummer dat u wilt
verplaatsen verschijnt en druk daarna op
ENTER/YES.
5
Druk herhaald op . of > totdat
het nummer van de nieuwe positie
verschijnt.
Onderverdelen van
opgenomen
muziekstukken
— DIVIDE-functie
Met deze functie kunt u muziekstuknummers
aanbrengen nadat de opname is beëindigd. Het
totale aantal muziekstukken vermeerdert met één
en alle muziekstukken die volgen op de
onderverdeelde muziekstukken worden opnieuw
genummerd.
Voorbeeld: Muziekstuk 2 onderverdelen in twee
muziekstukken
Muziekstuknummer
Oorspronkelijk
Nieuwe positie
muziekstuknummer van muziekstuk
6
1
Oorspronkelijke muziekstukken
2
A
3
B
C
Verdeel muziekstuk
2 in de muziekstukken
B en C
Druk op ENTER/YES.
“MD Complete!!” verschijnt enkele
seconden en het gekozen muziekstuk is nu
verplaatst.
D
1
Na
DIVIDE
2
A
Om de MOVE-functie uit te
schakelen
3
4
B
C
D
`/1
Druk op MENU/NO alvorens u de procedure
beëindigt.
Desgewenst kunt u terugkeren naar de
oorspronkelijke volgorde van de muziekstukken,
maar alleen onmiddellijk na het verplaatsen van de
opgenomen muziekstukken, door gebruikmaking
van de UNDO-functie (zie blz. 38).
2
3,4,6
m
M
3,4,5
Monteren
Om terug te keren naar de
volgorde van de muziekstukken
van vóór MOVE
3,4,5
1
1
Druk op MD om over te schakelen op
de functie MD.
wordt vervolgd
35NL
Onderverdelen van opgenomen
muziekstukken (vervolg)
2
Druk op MENU/NO om “MD Edit
Menu” te laten verschijnen.
3
Druk herhaald op . of > totdat
“MD Divide ?” verschijnt en druk
daarna op ENTER/YES.
4
Druk herhaald op . of > totdat
het muziekstuknummer dat u wilt
onderverdelen verschijnt en druk daarna
op ENTER/YES.
“MD - Rehearsal -” verschijnt en het
gedeelte dat moet worden onderverdeeld,
wordt herhaald afgespeeld.
5
Terwijl u meeluistert naar het geluid,
drukt u herhaald op . of > om
het gewenste punt van onderverdeling te
kiezen.
U kunt het punt verschuiven met intervallen
van 1/86 seconde (1 frame).
Om het punt met intervallen van een seconde
of minuut te verschuiven, drukt u eerst op
m of M zodat “s” of “m” gaat knipperen
en druk daarna op . of >.
6
Druk op ENTER/YES.
“MD Complete!!” verschijnt enkele
seconden en het nieuwe muziekstuk begint af
te spelen.
Om de DIVIDE-functie uit te
schakelen
Druk op MENU/NO alvorens u de procedure
beëindigt.
36NL
Om terug te keren naar de
situatie van vóór DIVIDE
Desgewenst kunt u terugkeren naar de
oorspronkelijke situatie, maar alleen onmiddellijk
na het onderverdelen van de muziekstukken, door
gebruikmaking van de UNDO-functie (zie
blz. 38). U kunt ook terugkeren naar de
oorspronkelijke situatie door gebruikmaking van
de COMBINE-functie (zie blz. 37).
Opmerkingen
• Wanneer u een muziekstuk met een titel
onderverdeelt, behoudt alleen het eerste van de twee
muziekstukken de titel.
Voorbeeld:
1
2
3
4
Andante Adagio
1
2
Andante Adagio
Allegro
3
4
5
Allegro
Het nieuwe muziekstuk heeft geen titel
• Indien u als positie van onderverdeling het
beginpunt of eindpunt van een muziekstuk kiest,
verschijnt “Impossible”. Druk in dat geval op .
of > om een andere positie te kiezen.
Samenvoegen van
opgenomen
muziekstukken
— COMBINE-functie
Met deze functie kunt u twee muziekstukken
samenvoegen tot één muziekstuk. Het totale aantal
muziekstukken vermindert met één en alle
muziekstukken die volgen op de samengevoegde
muziekstukken worden opnieuw genummerd.
1
Druk op MD om over te schakelen op
de functie MD.
2
Druk op MENU/NO om “MD Edit
Menu” te laten verschijnen.
3
Druk herhaald op . of > totdat
“MD Combine ?” verschijnt en druk
daarna op ENTER/YES.
4
Druk herhaald op . of > totdat
het nummer van het eerste van de twee
samen te voegen muziekstukken
verschijnt, en druk daarna op ENTER/
YES.
Voorbeeld: Samenvoegen van de muziekstukken 3
en 1
Muziekstuknummer
1
OorspronkeA
lijke muziekstukken
2
3
C
1
Na
COMBINE
4
B
2
A
C
D
Om bijvoorbeeld de muziekstukken 4 en 1
samen te voegen, kiest u 4.
3
B
D
Voorbeeld: Samenvoegen van de muziekstukken 1
en 4
Oorspronkelijke muziekstukken
1
2
A
1
Na
COMBINE
3
B
2
B
4
5
C
D
D
A
3
C
Eerste muziekstuk
5
4
Druk herhaald op . of > totdat
het nummer van het tweede van de twee
samen te voegen muziekstukken
verschijnt.
Tweede van de Nieuw
samen te voegen muziekstukmuziekstukken nummer
2
3,4,6
6
Druk op ENTER/YES.
Monteren
`/1
“MD Complete!!” verschijnt enkele
seconden en de muziekstukken zijn nu
samengevoegd.
Het afspelen begint.
3,4,5
3,4,5
wordt vervolgd
1
37NL
Samenvoegen van opgenomen
muziekstukken (vervolg)
Om de COMBINE-functie uit te
schakelen
Druk op MENU/NO alvorens u de procedure
beëindigt.
Om terug te keren naar de
situatie van vóór COMBINE
Desgewenst kunt u terugkeren naar de
oorspronkelijke situatie, maar alleen onmiddellijk
na het samenvoegen van de muziekstukken, door
gebruikmaking van de UNDO-functie (zie deze
blz.). U kunt ook terugkeren naar de
oorspronkelijke situatie door gebruikmaking van
de DIVIDE-functie (zie blz. 35).
Opmerkingen
• Indien beide samengevoegde muziekstukken van
een titel waren voorzien, zal de titel van het tweede
muziekstuk worden gewist.
• Indien “Impossible” op het display verschijnt,
kunnen de muziekstukken niet worden
samengevoegd. Dit gebeurt soms wanneer hetzelfde
muziekstuk reeds al te vaak werd gemonteerd. Dit is
geen mechanische storing, maar hangt samen met
de technische beperkingen van het MD-systeem.
Ongedaan maken van de
laatste wijziging
— UNDO-functie
Met deze functie kunt u de laatste wijziging
ongedaan maken zodat de oorspronkelijke inhoud
van de MD wordt hersteld.
Een wijziging door montage kan echter niet
ongedaan worden gemaakt indien u na de montage
één van de volgende handelingen hebt verricht:
• Verrichten van een andere montage.
• Indrukken van z REC of CD SYNC REC.
• Bijwerken van de inhoudsopgave (TOC) door
uitschakelen van het systeem of verwijderen
van de MD.
• De stekker uit het stopcontact trekken.
`/1
1
3,4
2
2
1
Druk in de stopstand op MENU/NO
zodat “MD Edit Menu” verschijnt.
2
Druk herhaald op . of > totdat
“MD Undo ?” verschijnt.
Wanneer er geen wijzigingen zijn
aangebracht die u ongedaan kunt maken, zal
“MD Undo ?” niet verschijnen.
38NL
3
Druk op ENTER/YES.
Eén van de volgende meldingen verschijnt
op het display, afhankelijk van de laatste
wijziging.
Gemaakte wijziging Melding
Invoeren van een
muziekstuktitel of
MD-titel
“MD Name Undo?”
Wissen van een
bestaande titel
Wissen van één
muziekstuk
“MD Erase Undo?”
Wissen van een
gedeelte van een
muziekstuk
4
Verplaatsen van een
muziekstuk
“MD Move Undo?”
Onderverdelen van
een muziekstuk
“MD Divide Undo?”
Samenvoegen van
muziekstukken
“MD Combine
Undo?”
Druk opnieuw op ENTER/YES.
“MD Complete!!” verschijnt enkele
seconden en de oorspronkelijke inhoud van
de MD van vóór de montage wordt hersteld.
Om de UNDO-functie uit te
schakelen
Aansluiten van een
digitale component
Sluit de digitale component aan door
gebruikmaking van audiosnoeren (niet
bijgeleverd) en een optische kabel (vierkante
optische stekkerbus, niet bijgeleverd). Het digitale
audiosignaal van de aangesloten component wordt
digitaal opgenomen op de MD.
De analoge aansluiting is bedoeld om mee te
luisteren naar de audio, en de digitale aansluiting
is bedoeld voor opname. Indien er geen analoge
aansluiting is, komt er geen geluid uit de
luidspreker. Het digitale audiosignaal van de
aangesloten component wordt opgenomen op de
MD. Indien de digitale component echter niet is
aangesloten op de DIGITAL OPTICAL AUX IN,
zal de audio die is aangesloten op de AUX IN
(analoog) worden opgenomen als analoog signaal.
Raadpleeg ook de gebruiksaanwijzing van de
betreffende component.
wordt vervolgd
Monteren/Los verkrijgbare componenten
Wissen van alle
muziekstukken
Los verkrijgbare
componenten
Druk op MENU/NO alvorens u de procedure
beëindigt.
39NL
Aansluiten van een digitale
component (vervolg)
1
Naar de audio-uitgang van een digitale
component
Sluit een optische kabel (vierkante
optische stekkerbus, niet bijgeleverd)
aan.
AUX
Tuner
1 Verwijder de dop
van de DIGITAL
OPTICAL AUX IN.
IN 2
AUX
2 Sluit een
optische
kabel aan.
IN 2
3 Sluit de kabel aan op de
digitale optische uitgang
van een digitale
component.
2
Sluit de audiosnoeren (niet bijgeleverd)
aan.
MD-deck
SY
ST
EM
CO
NT
RO
L1
L
OU
SY
Naar de digitale optische uitgang van een
digitale component
R
T
ST
IN
EM
CO
NT
RO
L2
Sluit de snoeren aan op de audio-uitgang
van een digitale component.
Tip
Schakel over op de functie “AUX” wanneer u het
geluid van aangesloten componenten beluistert of
opneemt.
40NL
Opmerkingen
Wanneer “OVER” verschijnt
tijdens het opnemen van de
aangesloten componenten
Tijdens het opnemen werd een signaal ingevoerd
dat hoger is dan het ingestelde opnameniveau.
Verricht de onderstaande bedieningshandelingen
en neem daarna de bron opnieuw op.
1 Druk tijdens het opnemen of tijdens de
opnamepauze tweemaal MENU/NO.
“Setup Menu” verschijnt.
2 Draai l/L totdat “Level Adjust ?”
verschijnt en druk daarna op ENTER/YES.
3 Draai l/L om het opnameniveau in te
stellen. Het opnameniveau kan worden
ingesteld op een waarde van –12 tot +12. Zorg
ervoor dat op het display in het luidste gedeelte
niet de indicatie “OVER” verschijnt.
4 Druk op ENTER/YES.
5 Druk op MENU/NO.
Opmerking
Indien “OVER” op het display verschijnt terwijl het
opnameniveau tussen –12 en 0 ligt, dient u het audioingangsniveau en het volume van het ingevoerde
geluid te verlagen.
Voorzorgsmaatregelen
Bedrijfsspanning (voor model
met spanningskiezer)
• Controleer vóór bediening van het systeem of de
bedrijfsspanning van uw systeem overeenkomt met
de plaatselijke netspanning.
• De spanningskiezer bevindt zich op de achterkant
van het apparaat.
Voor uw veiligheid
• Het systeem blijft op de stroombron (netspanning)
aangesloten zolang de stekker in het stopcontact zit,
zelfs indien het systeem zelf is uitgeschakeld.
• Trek de stekker uit het stopcontact als u denkt het
systeem geruime tijd niet te gebruiken.
Om de aansluiting van de stekker op het stopcontact
te verbreken, dient u de stekker vast te pakken. Trek
nooit aan het snoer zelf.
• Mocht er een vast voorwerp of vloeistof in het
systeem terechtkomen, trek dan de stekker uit het
stopcontact en laat het systeem eerst door een
deskundige controleren alvorens het weer in
gebruik te nemen.
• Het netsnoer mag uitsluitend door een erkend
servicecentrum worden vernieuwd.
• Wanneer u de stekker van het systeem in het
stopcontact steekt, begint het systeem met het
opladen voor de afstandsbedienings- en
timerfuncties. Hierdoor zal de buitenkant van het
apparaat warm worden. Dit is normaal.
Installeren
• Zorg dat de ventilatie van het systeem tijdens
gebruik is ingeschakeld.
Installeer het systeem op een plaats met voldoende
luchtcirculatie. U mag niets op het systeem
plaatsen.
• Installeer het systeem op een plaats met voldoende
ventilatie om ontwikkeling van hitte in het systeem
te voorkomen.
• Installeer het systeem niet in een hellende positie.
• Installeer het systeem niet:
– op uiterst warme of koude plaatsen
– op stoffige of vuile plaatsen
– in een zeer vochtige omgeving
– op plaatsen die aan trillingen onderhevig zijn
– op plaatsen die zijn blootgesteld aan direct
zonlicht.
Los verkrijgbare componenten/Aanvullende informatie
• Bij de meeste DVD-software is het maken van een
digitale opname verboden. Voor het opnemen van
DVD-software waarvan geen digitale opname mag
worden gemaakt, moet u de optische kabel
losmaken en een analoge opname maken.
• Met een ingebouwde bemonsteringsfrequentieomzetter kunt u het geluid van een
digitale component digitaal opnemen op het MDdeck, ongeacht de bronfrequentie (32 kHz,
44,1 kHz, 48,0 kHz).
• Indien de optische kabel niet is aangesloten of
onjuist is aangesloten, of indien de optische kabel is
aangesloten maar er een probleem is met het
ingevoerde digitale signaal, schakelt het systeem
automatisch over op analoog opnemen en wordt de
audio analoog opgenomen.
• Wanneer u de DIGITAL OUT-aansluitbus van de
DVD-speler aansluit op de DIGITAL OPTICAL
AUX IN-aansluitbus van het MD-deck, dient u de
DVD-speler zo in te stellen dat de signalen die via
de DIGITAL OUT-aansluitbus van de speler
worden uitgevoerd, worden gemengd zodat deze via
twee kanalen kunnen worden uitgevoerd (2-kanaals
lineaire PCM). Indien de DVD-speler is ingesteld
op 5.1-kanaals uitvoer, kunt u niet op de MD
opnemen.
Aanvullende
informatie
wordt vervolgd
41NL
Voorzorgsmaatregelen (vervolg)
Bediening
Indien het systeem rechtstreeks van een koude naar
een warme omgeving wordt gebracht, of in een zeer
vochtige kamer is geplaatst, kan vocht uit de lucht
condenseren op de lens in de CD-speler of het MDdeck. In dergelijke gevallen zal het systeem niet juist
werken. Verwijder de CD of MD en laat het systeem
ongeveer een uur ingeschakeld staan totdat de
condens is verdampt.
Transport
• Zorg dat u alle discs verwijdert en schakel het
systeem uit. Indien u het systeem verplaatst terwijl
de discs er nog in zitten, bestaat de kans dat u de
discs later niet meer kunt verwijderen.
• Alvorens u het systeem verplaatst, dient u het
systeem uit te schakelen en te controleren of alle
bedieningen zijn beëindigd.
Indien u vragen of problemen het betreffende uw
systeem, neem dan contact op met uw dichtstbijzijnde
Sony-handelaar.
Opmerkingen over MD’s
• Indien u probeert het schuifdeksel te openen door
dit te forceren, kan de disc worden beschadigd.
Indien het schuifdeksel opengaat, moet u dit
onmiddellijk sluiten zonder daarbij de geplaatste
disc aan te raken.
• Plak het label dat met de disc is bijgeleverd, alleen
op de aangegeven label-inkeping. Plak het label niet
rondom het schuifdeksel of op een andere plaats. De
vorm van de inkeping is afhankelijk van de disc.
Plaats
van label
Schuifdeksel
• Veeg de beschermhoes van de disc schoon met een
droge doek.
• Stel de MD niet bloot aan direct zonlicht of
warmtebronnen zoals een warmeluchtuitlaat. Laat
uw MD niet achter in een auto die in direct zonlicht
is geparkeerd.
Reiniging van de behuizing
Gebruik hiervoor een zachte doek, licht bevochtigd
met een oplossing van mild schoonmaakmiddel.
42NL
Systeembeperkingen
van MD’s
Het opnamesysteem in uw MD-deck heeft een
aantal beperkingen die hieronder zijn beschreven.
Deze beperkingen zijn echter inherent aan het
ontwerp van het MD-opnamesysteem en zijn niet
te wijten aan mechanische oorzaken.
“MD Disc Full” verschijnt voordat
de maximale opnametijd van de
MD is bereikt
Wanneer er 255 muziekstukken op de MD zijn
opgenomen, verschijnt “MD Disc Full”, ongeacht de
totale opnametijd. Op de MD kunnen maximaal 255
muziekstukken worden opgenomen. Om verder te
gaan met opnemen, dient u onnodige muziekstukken
te wissen of een andere voor opnemen geschikte MD
te gebruiken.
“MD Disc Full” verschijnt voordat
het maximale aantal
muziekstukken (255) is bereikt
In bepaalde gevallen kunnen de zachtere passages
binnen muziekstukken worden opgevat als pauzes
ertussen, zodat het aantal muziekstuknummers
toeneemt en “MD Disc Full” vroeger dan normaal
verschijnt.
De resterende opnametijd neemt
niet toe, ook niet na het wissen
van meerdere korte
muziekstukken
Muziekstukken die korter zijn dan 12 seconden tellen
niet mee, zodat het wissen ervan niet altijd tot meer
beschikbare opnametijd zal leiden.
Bepaalde muziekstukken laten
zich niet met andere
samenvoegen
Muziekstukken die korter zijn dan 8 seconden kunnen
soms niet met andere worden samengevoegd.
De totale opgenomen tijd plus de
resterende opnametijd op de MD
komen in totaal niet aan de
maximale opnametijd
Het opnemen wordt verricht in minimumeenheden
van 2 seconden, ongeacht de mogelijk kortere duur
van het opgenomen materiaal. De opgenomen inhoud
kan daarom korter zijn dan de maximale opnametijd.
Bovendien kan de beschikbare ruimte op de disc
verder beperkt worden door krassen.
Tijdens het doorzoeken van
gemonteerde muziekstukken
kan het geluid soms wegvallen
Bij muziekstukken die door montage zijn
samengesteld, kan tijdens het gebruik van de
zoekfuncties het geluid soms wegvallen. Dit komt
omdat het snel opzoeken van de posities op de disc
tijd in beslag neemt wanneer de muziekstukken her en
der over de disc verspreid zijn.
De muziekstuknummers worden
niet correct aangebracht
Wanneer tijdens analoog opnemen “LEVEL-SYNC”
(zie blz. 24) op het display gaat branden, worden de
muziekstuknummers soms niet aan het begin van het
muziekstuk aangebracht indien:
• het ingangssignaal tussen muziekstukken gedurende
minder dan twee seconden beneden een bepaald
vastgelegd niveau blijft.
• het ingangssignaal in het midden van het
muziekstuk langer dan twee seconden beneden een
bepaald vastgelegd niveau blijft.
Overzicht van het één-generatie
kopieersysteem (“Serial Copy
Management System”)
Indien er tijdens het gebruik van dit systeem een
storing optreedt, raadpleeg dan de onderstaande
storingsgids.
Controleer eerst of de stekker van het systeem
goed in het stopcontact zit en of de luidsprekers
juist en stevig zijn aangesloten.
Indien een storing niet door u verholpen kan
worden, neem dan contact op met de
dichtstbijzijnde Sony-handelaar. Wanneer u dit
systeem laat repareren, dient u altijd het gehele
systeem mee te brengen. Dit product is een
systeemproduct, hetgeen betekent dat het gehele
systeem nodig is om te bepalen welk onderdeel
gerepareerd moet worden.
Een MD kan niet worden geplaatst.
• Plaats de MD met het pijltje naar boven, in de
richting van het deck wijzend.
De toetsen werken niet.
• Vervang de MD door een nieuw exemplaar.
• Probeer de bedieningshandelingen opnieuw
nadat “TOC” is uitgegaan.
De MD begint niet met afspelen.
• Vervang de MD.
• Plaats de MD en laat het systeem een paar uur
ingeschakeld totdat het vocht is verdampt.
• Druk op H op het MD-deck om met
afspelen te beginnen.
De MD slaat over.
• Vervang de MD.
• Verplaats het systeem zo mogelijk naar een
plek zonder trillingen (bijvoorbeeld op een
stabiele stander).
• Plaats de luidsprekers zo mogelijk op grotere
afstand van het systeem, of plaats ze op aparte
standers.
Wanneer u naar een muziekstuk luistert met
lage klanken en een hoog volume, is de kans
aanwezig dat de MD door de trillingen van de
luidsprekers overslaat.
• Plaats de disc en wacht een paar uur, met het
systeem ingeschakeld.
Aanvullende informatie
Digitale audiocomponenten zoals CD’s, MD’s en
DAT’s, verwerken de muziek als een digitaal signaal
zodat u de muziek met een hoge kwaliteit kunt
kopiëren.
Teneinde muziekprogramma’s met copyright te
beschermen, maakt dit systeem gebruik van het
“Serial Copy Management System” waardoor u via
de digitaal-naar-digitaal-aansluitingen slechts één
kopie kunt maken van een opgenomen digitale bron.
U kunt alleen een eerste-generatie kopie*
maken via een digitaal-naar-digitaalaansluiting.
Dat wil zeggen:
1 U kunt een kopie maken van een in de handel
verkrijgbaar digitaal geluidsprogramma (bijv. een
CD of MD), maar u kunt geen tweede kopie maken
van de eerste-generatie kopie.
2 U kunt een kopie maken van een digitaal signaal
van een digitaal opgenomen analoog
geluidsprogramma (bijv. een analoge
grammofoonplaat of een muziekcassette) of van
een digitale satelliet-uitzending, maar u kunt geen
tweede kopie maken.
* Een eerste-generatie kopie is een digitale opname
van een digitaal signaal op een digitaal
opnameapparaat. Wanneer u bijvoorbeeld opneemt
van de CD-speler van dit systeem naar het MDdeck, maakt u een eerste-generatie kopie.
Verhelpen van storingen
wordt vervolgd
Opmerking
Dit één-generatie kopieersysteem geldt niet voor
opnamen die via analoog-naar-analoog-aansluitingen
worden gemaakt.
43NL
Verhelpen van storingen
(vervolg)
Het afspelen begint niet vanaf het eerste
muziekstuk.
• Druk in de stopstand herhaald op PLAY
MODE totdat “PROGRAM” of “SHUFFLE”
verdwijnt om terug te keren naar normaal
afspelen.
“- OVER -” verschijnt.
• Houd m op het MD-deck ingedrukt of draai
l/L op het MD-deck naar links om
terug te keren naar de gewenste positie voor
afspelen.
Zelfdiagnose-display
Dit systeem heeft een zelfdiagnose-displayfunctie
om u te waarschuwen wanneer het systeem niet
goed werkt. Op het display verschijnen beurtelings
een code van drie tekens en een melding waarmee
de storing wordt aangegeven. Raadpleeg de
onderstaande lijst om de storing te verhelpen.
Indien een storing niet door uzelf kan worden
verholpen, neem dan contact op met uw
dichtstbijzijnde Sony-handelaar.
“OVER” licht op tijdens het opnemen.
• Stel het opnameniveau in (zie blz. 26).
De opname of montage zijn wel
uitgevoerd, maar de inhoudsopgave (TOC)
is niet bijgewerkt.
• De opname- en montagegegevens van de MD
worden weggeschreven naar de MD wanneer
de MD wordt verwijderd. Daarom dient u de
MD na het opnemen of monteren altijd te
verwijderen (zie blz. 11 en 28).
Er kan niet worden opgenomen.
• Verwijder de MD en schuif het nokje dicht
zodat de opening niet meer zichtbaar is (zie
blz. 11).
• Sluit de los verkrijgbare component goed aan
(zie blz. 39).
• Schakel de functie over op de gewenste
geluidsbron.
• Vervang de MD door een voor opnemen
geschikte MD of gebruik de ERASE-functie
om onnodige muziekstukken te wissen (zie
blz. 31 t/m 34).
• Begin weer helemaal opnieuw met opnemen.
Het geluid van een door u opgenomen MD
is te laag (of te hoog).
• Stel het opnameniveau opnieuw in (zie
blz. 26).
C11/Protected
De MD is beschermd tegen abusievelijk wissen.
cVerwijder de MD en schuif het nokje dicht
zodat de opening niet meer zichtbaar is (zie
blz. 11).
C12/Cannot Copy
U probeert een CD of MD met een voor dit
systeem ongeschikt formaat af te spelen, zoals
een CD-ROM.
cVerwijder de disc, schakel het systeem
eenmaal uit en schakel het vervolgens weer
in.
C13/REC Error
De opname werd niet goed uitgevoerd.
cBreng het systeem naar een plaats zonder
trillingen en neem daarna opnieuw op vanaf
het begin.
De MD is vuil of er zitten krassen op, of de MD
voldoet niet aan de normen.
cVervang de MD en neem daarna opnieuw op
vanaf het begin.
C13/Read Error
Het MD-deck kan de gegevens op de disc niet
goed lezen.
cVerwijder de MD eenmaal en plaats deze
daarna opnieuw.
44NL
C14/Toc Error
Het MD-deck kan de gegevens op de disc niet
goed lezen.
cVervang de MD.
cWis alle muziekstukken van de MD door
gebruikmaking van de ALL ERASE-functie
(zie blz. 32).
C41/Cannot Copy
De geluidsbron is een kopie van in de handel
verkrijgbare muzieksoftware of u probeert een
CD-R (voor opnemen geschikte CD) op te
nemen.
cHet “Serial Copy Management System”
voorkomt dat u een digitale kopie kunt maken
(zie blz. 43). U kunt geen CD-R opnemen.
Tijdens bediening kan er op het display één van de
onderstaande meldingen verschijnen of knipperen.
Auto Cut
Tijdens digitaal opnemen is er een stilte van
30 seconden of meer ingevoerd waardoor het
opnemen door het MD-deck tijdelijk wordt
stopgezet.
Blank Disc
Er is een geheel nieuwe, voor opnemen
geschikte MD geplaatst of alle muziekstukken
op de MD zijn gewist.
Cannot Edit
• Er zit een voorbespeelde MD in het deck.
• U probeert te monteren in de stand voor
afspelen in geprogrammeerde of willekeurige
volgorde.
Cannot REC
• Er zit een voorbespeelde MD in het deck.
• De functie MD is ingesteld.
Complete!!
De MD-montage is voltooid.
Impossible
• U probeert een montagehandeling te
verrichten die niet mogelijk is.
• Vanwege de beperkingen van het systeem
kunnen de muziekstukken op de MD niet
worden samengevoegd.
Disc Full!!
Er is geen opnametijd meer over op de MD.
Aanvullende informatie
C71/Check OPT-IN
Tijdens het opnemen verschijnt kortstondig
deze melding vanwege het signaal van de
digitale uitzending.
cDit is niet van invloed op de opname.
Er is geen component aangesloten op de
DIGITAL OPTICAL IN-aansluitbus, of een
digitale component is niet goed aangesloten.
cSluit een digitale component goed aan op de
DIGITAL OPTICAL IN-aansluitbus door
gebruikmaking van een digitale aansluitkabel
(optische kabel) (niet bijgeleverd, zie blz. 39).
De aangesloten digitale component is niet
ingeschakeld.
cRaadpleeg de gebruiksaanwijzing die met de
aangesloten component is meegeleverd en
controleer of de component is ingeschakeld.
De digitale aansluitkabel (optische kabel) die is
aangesloten op de DIGITAL OPTICAL INaansluitbus is eruit getrokken, of de aangesloten
digitale component is tijdens het digitaal
opnemen uitgeschakeld.
cSluit de kabel aan of schakel de digitale
component in.
Meldingen
Eject
De MD wordt door het MD-deck verwijderd.
No Disc
Er zit geen disc in het MD-deck.
wordt vervolgd
45NL
Meldingen (vervolg)
Name Full
Er is geen ruimte meer voor het opslaan van
muziekstuktitels of disctitels.
No Name
U probeert de titel van een disc of muziekstuk
weer te geven waarvoor geen titel is ingevoerd.
- OVER Het einde van de MD is bereikt terwijl u M
op het MD-deck ingedrukt houdt en het systeem
zich in de pauzestand voor afspelen bevindt.
Position OK?
Het gedeelte dat moet worden onderverdeeld
met de DIVIDE-functie wordt afgespeeld.
Push STOP!
Tijdens het afspelen hebt u op PLAY MODE
gedrukt.
MD-deck (MDS-SP55)
Systeem
Laser
MiniDisc digitaal audiosysteem
Halfgeleider-laser (λ=780 nm)
Emissieduur: continu
Laser-uitgangsvermogen Max. 44,6 µW*
*Deze waarde is gemeten op een
afstand van 200 mm van het
lensoppervlak van het optisch
blok, bij een diafragma van 7 mm.
Bemonsteringsfrequentie 44,1 kHz
Frequentiebereik
20 Hz – 20 kHz
Ingangen
DIGITAL OPTICAL CD IN:
Optisch
DIGITAL OPTICAL AUX IN:
Optisch
Uitgang
DIGITAL OPTICAL OUT:
Optisch
Algemeen
- Rehearsal Ter bevestiging wordt het gedeelte van de MD
afgespeeld dat met de DIVIDE-functie
onderverdeeld zal worden.
Afmetingen (b/h/d), inclusief uitstekende onderdelen en
regelaars
ca. 202 × 101 × 298 mm
Gewicht
ca. 1,7 kg
Bijgeleverde accessoires Systeemkabel (1)
Digitale kabel (1)
Smart Space
Tijdens digitaal opnemen is er een stilte
ingevoerd van 3 seconden of meer, maar
minder dan 30 seconden.
Ontwerp en technische gegevens kunnen zonder
voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Text Protect
Er zijn CD TEXT-gegevens die niet op een MD
opgenomen kunnen worden.
TOC Reading
Het MD-deck is bezig met het lezen van de
inhoudsopgave (TOC).
TOC Writing
Het MD-deck is bezig met het wegschrijven
van de opname- en montagegegevens.
Track End
Het einde van het muziekstuk is bereikt tijdens
het instellen van de positie van onderverdeling
met behulp van de DIVIDE-functie.
46NL
Technische gegevens
Index
A
B
Beschermen van opnamen 11
Bewaren van opnamen 11
C
CD-MD-synchroonopname 12,
15
COMBINE-functie 37
D
Digitaal opnemen 11, 12
Display 10
DIVIDE-functie 35
Instellen
opnameniveau 26
volume 6
L
Level Synchro Recording 24
Los verkrijgbare componenten
39
M
Meldingen 45
Mono-opnamen 27
MOVE-functie 34
Muziekstuknummers
aanbrengen 24, 35
S
Serial Copy Management
System 43
SHUFFLE-afspeelfunctie 7
Smart Space 22
Systeembeperkingen van MD’s
42
T
Tijdmachine-opname 23
Timer-opname 20
TRACK ERASE-functie 31
U
UNDO-functie 38
V
N
Na
het monteren 28
het opnemen 11
Naamgeving MD 29
NAME-functie 29
Normaal afspelen 6
O
Opnemen
CD 12, 15, 16
handmatig opnemen 16, 19
MD 17
mono-opnamen 27
radioprogramma 19
Tape 13, 16
timer-opname 20
Verhelpen van storingen 43
Vóór
het monteren 28
het opnemen 11
W, X, Y
Wissen
alle muziekstukken op een
MD 32
een gedeelte van een
muziekstuk 33
één muziekstuk 31
een muziekstuknummer 37
titels van een MD 30
Aanvullende informatie
A-B ERASE-functie 33
Aansluiten
het systeem 4
los verkrijgbare
componenten 39
Afspelen
MD 6
muziekstukken herhaald
(REPEAT) 9
muziekstukken in de
gewenste volgorde
(PROGRAM) 8
muziekstukken in
willekeurige volgorde
(SHUFFLE) 7
ALL ERASE-functie 32
Analoog opnemen 11, 13, 17,
19
Auto Cut 22
Automatische bronkeuze 6
I, J, K
Z
Zelfdiagnose-display 44
P, Q
PROGRAM-afspeelfunctie 8
E, F, G, H
ERASE-functie 31
R
REPEAT-afspeelfunctie 9
47NL