STAP 5
Paring zal vervolgens beginnen.
STAP 5
Paring zal vervolgens beginnen.
Opstarten van de paringstandbymodus
Paren van de snelheidssensor
(plaatsen van de batterij)
Paren van de hartslagsensoreenheid
(plaatsen van de batterij)
Afsluiten van de paringmodus
(1) Start de instellingsmodus op de hoofdeenheid op.
(2) Start de paringmodus op vanuit de instellingsmodus.
(3) Start de paringstandbymodus op.
(4) Start de paringmodus voor elke eenheid op (plaats de batterij).
(5) Start paring op de hoofdeenheid op (zoekprocedure).
* Wees voorzichtig de paringmodus niet af te sluiten voordat de
paring van alle eenheden voltooid is. (De insteltoets niet
indrukken (Sluit
▼).)
* Voer het paren voor elke eenheid afzonderlijk uit. Het is niet
mogelijk meerdere eenheden tegelijkertijd tijdens één enkele
zoekprocedure te paren. Volg de stappen (3), (4) en (5) voor elke
eenheid afzonderlijk.
STAP
5
WAARSCHUWING
Als u op de keuzetoets (▼opnw)
op de hoofdeenheid drukt, zal de
hoofdeenheid overschakelen naar
de paringstandby modus.
Druk gelijktijdig op toets A en toets B op de hoofdeenheid voor
het opstarten van de instellingsmodus.
Om de informatie van elke eenheid op de hoofdeenheid te
kunnen tonen, moet elke eenheid eerst bij de hoofdeenheid
geregistreerd worden. Dit wordt ”paren” genoemd.
* Als een eenheid wordt vervangen of toegevoegd, het paren
voor alle eenheden opnieuw uitvoeren.
* Wanneer de batterij in een eenheid wordt geplaatst, zal de
paringmodus starten (gedurende 30 seconden).
De bedieningsstappen van STAP 3 tot STAP 4 moeten binnen 30
seconden worden uitgevoerd.
* De paringmodus voor de SM-EW79F-E/I zal starten wanneer de
batterij voor het versnellingsoverschakelsysteem wordt
aangesloten (gedurende 30 seconden).
Algemene procedure voor paringinstellingen
• Duw de batterijen stevig tegen de aansluitingen van elke
eenheid en zorg er voor dat het contact met de
aansluitingen voor geen enkel ogenblik wordt
onderbroken.
• Als paring niet wordt beëindigd, de batterij verwijderen,
tenminste 10 seconden wachten en vervolgens de batterij
opnieuw plaatsen.
• Als de paring niet voltooid kan worden, zelfs nadat dit
diverse malen is herhaald, een geleidend voorwerp (zoals
een pincet of een schroevendraaier) gedurende tenminste 1
seconde gelijktijdig tegen de + aansluiting en de -
aansluiting van elke eenheid houden om alle restlading te
verwijderen en voer vervolgens de paringprocedure
opnieuw uit.
• De batterijen niet plaatsen terwijl de geleidende
voorwerpen nog in contact zijn met de aansluitingen,
omdat anders kortsluiting kan ontstaan, wat
werkingsproblemen, lekkage of oververhitting van de
batterijen of brandgevaar kan veroorzaken.
• De batterijen niet proberen op te laden. Deze zijn vanwege
hun structuur niet voor opladen bestemd. Als u de
batterijen probeert op te laden, kunnen deze tot
ontploffing komen.
Als paring niet beëindigd wordt
* Het paren van de eenheden hoeft niet in een speciale volgorde
te worden uitgevoerd. In deze procedure worden de details voor
paring van achtereenvolgens de snelheidssensor en de
hartslagsensoreenheid enkel als voorbeeld gegeven.
Details van paringinstellingen
Aanvullende punten die verband
houden met paringinstellingen
Gedetailleerde uitleg van paring voor de
snelheidssensor en de hartslagsensoreenheid
Zie pagina 61 van de montage-instructies voor details
betreffende de paringfunctie.
STAP
6
Steek de batterij in de eenheid die
u wilt paren terwijl de eenheid in
de paringstandbymodus is.
STAP
1
STAP 1
Houd de batterij met de + zijde
naar boven gericht.
STAP 4
Houd de batterij vast en gebruik uw
andere hand om de keuzetoets en de
insteltoets op de hoofdeenheid
gelijktijdig zeer kort in te drukken.
STAP 6
Controleer nadat het paren voltooid is dat
“
™
” naast ”spd:” verschijnt.
* Als paring niet wordt beëindigd, de
batterij verwijderen, tenminste 10
seconden wachten en vervolgens de
procedure vanaf STAP 3 herhalen.
STAP
7
Nadat paring voltooid is, het
batterijdeksel sluiten.
* De paringinstellingen die zojuist
voltooid zijn zullen wanneer de
batterij nu verwijderd wordt niet
automatisch worden gewist.
* De paringinstellingen die zojuist voltooid zijn zullen wanneer de
batterij nu verwijderd wordt niet automatisch worden gewist.
STAP
3
Om er voor te zorgen dat het paren nauwkeurig wordt
uitgevoerd, de batterij onder een zodanige hoek insteken dat de
zijde van de batterij de + aansluiting die gecontroleerd werd in
STAP 2 raakt. Houd de batterij op deze manier stevig tegen deze
aansluiting zodat paring uitgevoerd kan worden.
Zorg er voor dat het contact van de batterij met de aansluiting
voor geen enkel ogenblik wordt onderbroken.
STAP 2
Controleer de positie van de +
aansluiting van de
snelheidssensor.
Druk eenmaal zeer kort op de
keuzetoets (▼sel) om de cursor
naar ”INSTELLING” te brengen.
STAP
2
Druk eenmaal zeer kort
op de insteltoets (▼INSTL)
om ”INSTELLING” te
selecteren.
Gebruikte batterij:
CR1632
STAP
3
Druk vijfmaal zeer kort op de
keuzetoets (▼sel) om de cursor
naar ”PAREN” te brengen.
STAP
4
Druk eenmaal zeer kort
op de insteltoets (▼INSTL)
om ”PAREN” te
selecteren.
STAP 8
Als “
™
” niet naast een van de eenheden verschijnt, op de
keuzetoets (▼opnw) drukken om de paringstandbymodus te
starten en ga vervolgens met de paringprocedure door.
(SM-EW79F-E/I) (SM-SC79)
REC
AT
rpm
Km/h
Mile/h
Opmerking:
• Shimano stelt zich op generlei wijze aansprakelijk voor wat
betreft problemen als het verlies van gegevens.
• Een fundamenteel kenmerk van de SC-7900 is dat dit met alle
respectievelijke eenheden tezamen als één geïntegreerd systeem
werkt. Ook al is er geen communicatie met de hoofdeenheid,
zullen de afzonderlijke eenheden hun batterijvermogen
verbruiken wanneer deze gebruikt worden.
STAP 1
Houd de batterij met de + zijde
naar boven gericht.
STAP 2
Controleer de positie van de +
aansluiting van de
hartslagsensoreenheid.
Gebruikte batterij:
CR2032
STAP 4
Houd de batterij vast en gebruik uw
andere hand om de keuzetoets en de
insteltoets op de hoofdeenheid
gelijktijdig zeer kort in te drukken.
STAP 6
Controleer nadat het paren voltooid is dat
“
™
” naast ”hrm:” verschijnt.
* Als paring niet wordt beëindigd, de
batterij verwijderen, tenminste 10
seconden wachten en vervolgens de
procedure vanaf STAP 3 herhalen.
STAP
7
Nadat paring
voltooid is, het
batterijdeksel
sluiten.
Houd de batterij op zijn plaats zonder het
batterijdeksel te sluiten.
(Voer STAP 4 binnen 30 seconden uit.)
Sluiten
Sluiten
Openen
Openen
Snelheidssensor Hartslagsensoreenheid
STAP
3
Om er voor te zorgen dat het paren nauwkeurig wordt
uitgevoerd, de batterij onder een zodanige hoek insteken dat de
zijde van de batterij de + aansluiting die gecontroleerd werd in
STAP 2 raakt. Houd de batterij op deze manier stevig tegen deze
aansluiting zodat paring uitgevoerd kan worden.
Zorg er voor dat het contact van de batterij met de aansluiting
voor geen enkel ogenblik wordt onderbroken.
Houd de batterij op zijn plaats zonder het
batterijdeksel te sluiten.
(Voer STAP 4 binnen 30 seconden uit.)
Druk zodra “
™
” naast alle eenheden verschenen is en de paring
voor alle eenheden voltooid is op de insteltoets (Sluit▼) om de
paringmodus af te sluiten.
* Als u de paringmodus afsluit alvorens de “
™
” naast alle
eenheden is verschenen, dient u alle paringinstellingen opnieuw
te maken, dus let er op dat paring beëindigd is.
(Dutch)
SI-0114A-001
SI-7DC0A-002
SERVICE INSTRUCTIONS
MONTAGE-INSTRUCTIES
EINBAUANLEITUNG
INSTRUCTIONS DE MONTAGE
INSTRUCCIONES DE SERVICIO
ISTRUZIONI per l'ASSISTENZA
*
Service Instructions in further languages are available at :
http://techdocs.shimano.com
Please note: specifications are subject to change for improvement without notice.
©Aug. 2010 by Shimano Inc. XBC IZM Printed in Japan
One Holland, Irvine, California 92618, U.S.A. Phone: +1-949-951-5003
Industrieweg 24, 8071 CT Nunspeet, The Netherlands Phone: +31-341-272222
3-77 Oimatsu-cho, Sakai-ku, Sakai-shi, Osaka 590-8577, Japan
Cycle Computer
SC
-
7900
1. Features of the SC-7900
••••••••••••••••••••••••
6
2. Table of Optional Item Combinations
••••••••••••••
7
• Bracket combinations
•••••••••••••••••••••••••••
7
3. Product Overview
•••••••••••••••••••••••••••••
8
• Package contents
••••••••••••••••••••••••••••••
8
• Options
•••••••••••••••••••••••••••••••••••••
9
4. Pairing Function
•••••••••••••••••••••••••••••••
11
5. Replacing the Batteries
•••••••••••••••••••••••••
12
6. Installation
•••••••••••••••••••••••••••••••••••
14
7. Basic Operation
•••••••••••••••••••••••••••••••
19
• Power supply (ON)
•••••••••••••••••••••••••••••
19
• Sleep mode (power saving function)
•••••••••••••••••
19
• Restarting in initialization mode
•••••••••••••••••••
20
• Restarting from sleep mode
•••••••••••••••••••••••
22
• Backlight illumination
•••••••••••••••••••••••••••
22
8. Display Functions
•••••••••••••••••••••••••••••
23
• LCD display details
•••••••••••••••••••••••••••••
23
• Low battery / low memory indicator
•••••••••••••••••
23
• Normal mode details
•••••••••••••••••••••••••••
25
9. Setting Modes
••••••••••••••••••••••••••••••••
26
• Main menu
••••••••••••••••••••••••••••••••••
27
• SETTING mode
••••••••••••••••••••••••••••••••
28
Bike settings
••••••••••••••••••••••••••••••••
28
System settings
••••••••••••••••••••••••••••••
30
User settings
••••••••••••••••••••••••••••••••
32
Setting your heart rate zone
•••••••••••••••••••••
35
Setting the altitude
•••••••••••••••••••••••••••
36
Checking the pairing
••••••••••••••••••••••••••
37
• FILE VIEW mode
•••••••••••••••••••••••••••••••
37
Viewing files
••••••••••••••••••••••••••••••••
37
Deleting files
•••••••••••••••••••••••••••••••
39
Cycle Computer SC-7900
English
3
–
52
Dutch
53
–
100
German
101
–
148
French
149
–
196
Spanish
197
–
244
Italian
245
–
292
Japanese
293
–
340
English
INDEX
3
1. Bijzonderheden van de SC-7900
••••••••••••••••••
56
2. Tabel van combinaties van optionele items
•••••••••
57
• Houdercombinaties
••••••••••••••••••••••••••••
57
3. Productoverzicht
••••••••••••••••••••••••••••••
58
• Inhoud van de verpakking
••••••••••••••••••••••••
58
• Opties
••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
59
4. Paringfunctie
•••••••••••••••••••••••••••••••••
61
5. Vervangen van de batterijen
•••••••••••••••••••••
62
6. Monteren
••••••••••••••••••••••••••••••••••••
64
7. Basisbediening
•••••••••••••••••••••••••••••••
69
• Stroomvoorziening (AAN)
••••••••••••••••••••••••
69
• Sluimermodus (energiebesparingsfunctie)
•••••••••••••
69
• Herstarten in initialisatiemodus
••••••••••••••••••••
70
• Herstarten uit sluimermodus
••••••••••••••••••••••
72
• Achtergrondverlichting
••••••••••••••••••••••••••
72
8. Displayfuncties
•••••••••••••••••••••••••••••••
73
• LCD display details
•••••••••••••••••••••••••••••
73
• Laag batterijvermogen/geheugen-vol indicator
•••••••••
73
• Normale modus details
••••••••••••••••••••••••••
75
9. Instellingsmodi
•••••••••••••••••••••••••••••••
76
• Hoofdmenu
•••••••••••••••••••••••••••••••••
77
• INSTELLING modus
•••••••••••••••••••••••••••••
78
Fietsinstellingen
•••••••••••••••••••••••••••••
78
Systeeminstellingen
•••••••••••••••••••••••••••
80
Gebruikersinstellingen
•••••••••••••••••••••••••
82
Instellen van uw hartslagzone
••••••••••••••••••••
85
Instellen van de hoogte
••••••••••••••••••••••••
86
Controleren van de paring
••••••••••••••••••••••
87
• BESTAND BEKIJKEN modus
•••••••••••••••••••••••
87
Bekijken van bestanden
••••••••••••••••••••••••
87
Wissen van bestanden
•••••••••••••••••••••••••
89
Fietscomputer SC-7900
Dutch
INDEX
53
55
• Wees voorzichtig tijdens het rijden niet teveel aandacht te
besteden aan de LCD van de hoofdeenheid, aangezien dit tot een
ongeluk kan leiden.
• Gebruik dit product niet wanneer u een hartpacemaker gebruikt.
• Dit product is geen medische apparatuur. De gegevenswaarden
dienen enkel gebruikt te worden als referentie.
• Knoopbatterijen die na gebruik zijn verwijderd moeten op een
veilige plaats bewaard worden buiten het bereik van kinderen om
per ongeluk inslikken te voorkomen.
Als batterijen per ongeluk worden ingeslikt, onmiddellijk medische
hulp inroepen.
• Gebruik geen andere batterijen dan die zijn voorgeschreven. Als de
batterijen ontploffen, gaan lekken of vlam vatten, kan dit letsel of
beschadiging van voorwerpen in de omgeving veroorzaken.
OPMERKING:
* Installaties zoals hoogspanningsleidingen, signaalapparatuur, trams,
personal computers en LED lampen kunnen de werking van de
fietscomputer beïnvloeden en kunnen tot gevolg hebben dat de hartslag
niet correct wordt weergegeven.
* Behandel de eenheden voorzichtig en stel deze niet bloot aan schokken.
* Zorg ervoor dat de eenheden gedurende langere perioden niet
blootgesteld worden aan buitengewoon hete weersomstandigheden.
* De eenheden zijn volledig waterdicht geconstrueerd om bestand te zijn
tegen rijden bij nat weer; echter ze mogen niet opzettelijk in water
geplaatst worden.
* Demonteer nooit een van de componenten van de SC-7900, aangezien
deze niet opnieuw in elkaar gezet kunnen worden.
* De AC schakelaar wordt gebruikt voor het wissen van de datum en tijd
informatie.
* Gebruik geen verdunner of andere oplosmiddelen voor het reinigen van
de componenten.
Oplosmiddelen kunnen de buitenzijden van de hoofdeenheid en de
sensors beschadigen.
* Reinig deze onderdelen met een doek die gedrenkt is in een lichte
oplossing van een neutraal schoonmaakmiddel en water.
* Natuurlijke slijtage en veroudering die het gevolg is van normaal gebruik
wordt niet door de garantie gedekt.
* Als de knoopbatterijen niet correct gebruikt worden, kunnen deze gaan
lekken of exploderen, dus neem de volgende punten in acht.
· Gebruik enkel de voorgeschreven batterijen. Andere typen batterijen
kunnen niet worden gebruikt.
· Verwijder de batterijen als deze gedurende langere perioden niet
gebruikt gaan worden.
· Als de batterijen niet langer bruikbaar zijn, dienen deze onmiddellijk
verwijderd te worden.
· De batterijen niet opladen.
· Plaats de batterijen zo dat de + en - zijden correct zijn uitgelijnd.
· Gooi de batterijen nooit in open vuur.
· Gebruikte batterijen moeten worden opgeruimd overeenkomstig de
plaatselijk geldende milieubepalingen.
* Geen van de onderdelen van de SC-7900 zijn uitwisselbaar met het
voorheen uitgebrachte FLIGHT DECK systeem en deze kunnen niet in
combinatie daarmee gebruikt worden.
* Aangezien de eenheden draadloos met elkaar zijn verbonden, kan er bij
de displays een kleine vertraging optreden.
Veiligheidsmaatregelen
WAARSCHUWING
10. Stopwatch-functie/Registratie van ritgegevens
•••••
90
11. FLIGHT DECK Manager
••••••••••••••••••••••••
93
FLIGHT DECK Manager functies
•••••••••••••••••••
93
Systeemvereisten voor het gebruik van de software
••••
94
Installeren van FLIGHT DECK Manager
••••••••••••••
95
De eerste keer opstarten
•••••••••••••••••••••••
96
Installeren van het stuurprogramma voor de
elektronische USB sleutel
•••••••••••••••••••••••
97
Aansluiten op de hoofdeenheid (PC-LINK)
•••••••••••
98
12. Bijwerken van de software
•••••••••••••••••••••
99
13. Storingzoeken
•••••••••••••••••••••••••••••••
99
14. Hoofdspecificaties/Displaybereiken
••••••••••••••
100
54
SW-7970
56 57
1. Bijzonderheden van de SC-7900 2. Tabel van combinaties van optionele items
Displays kunnen overgeschakeld worden voor het tonen van
diverse ritgegevens. (Pagina 75)
De ritgegevens zoals ritafstand, rittijd, hartslag, calorieverbruik, hoogte en
helling worden weergegeven op de LCD van de hoofdeenheid.
Automatische stopwatch-teller (pagina 90)
De stopwatch-teller kan automatisch gestart en stopgezet worden door
detectie van de snelheid van de fiets.
Afstandbediening met ST/SW (pagina 75 / 92)
Overschakelen van de display en registratie van rondegegevens kan
afstandbediend uitgevoerd worden met behulp van de Dual Control hendel.
Eenheden zijn gepaard en draadloos met elkaar verbonden
(pagina 61 / 71 / 72)
De snelheidssensor, hartslagsensoreenheid en ST draadloze eenheden
(optioneel) kunnen draadloos met elkaar worden verbonden.
In één enkele hoofdeenheid kunnen maximaal vier fietsen geregistreerd
worden. De hoofdeenheid kan door de geregistreerde fietsen tezamen
gebruikt worden en u kunt kiezen welke geregistreerde fiets u berijdt.
Beheren van uw hartslag (pagina 85 / 86)
U kunt de minimum hartslag en maximum hartslag bepalen en als doelstelling
gebruiken voor indicatie van uw activiteitsniveau. Als uw hartslag de gestelde
limieten overschrijdt, kan de hoofdeenheid u dit door middel van een
pieptoon melden en gaat de hartslagwaarde op de display knipperen.
Controleren van de display op donkere plaatsen (pagina 72)
Met de achtergrondverlichting kunt u de informatie die op het LCD verschijnt
ook op donkere plaatsen controleren.
Beheren van gegevens met behulp van een computer (pagina 93)
Communicatie tussen een personal computer en de hoofdeenheid is mogelijk
door middel van een elektronische USB sleutel (optioneel). Dit kan gebruikt
worden voor het oproepen van ritgegevens van de hoofdeenheid, het tonen
van deze gegevens in de vorm van grafieken, het wijzigen van de instellingen
van de hoofdeenheid en het bijwerken van de software van de hoofdeenheid.
Houdercombinaties
SM-EW79F-E
ST-7970
SC-7900
SM-EW79F-I
Voor ST-7971
(Tijdritten/Triathlon)
Voor
ST-7900/6700/6703
Voor ST-7970
ST-7971
SW-7971
SM-SC79
ST-7900/6700/6703
5958
3. Productoverzicht
Inhoud van de verpakking
Accessoires
Controleer dat alle onderstaande producten aanwezig zijn.
REC
AT
rpm
Km/h
Mile/h
■
Hoofdeenheid
(fietscomputer)
SC-7900
• Magneet
• Houder • ST draadloze eenheden
(1 elk voor links en rechts)
• Bovendeksel voor ST draadloze
eenheid
Opties
■
Houderset voor FLIGHT DECK SM-SC79 (voor ST-7900/6700/6703)
• Kabelklembanden voor
vastzetten van de
snelheidssensor (x4)
• Rubber zitting voor
snelheidssensor
• Rubber riem voor
hartslagsensoreenheid
• Batterij
• Montage-instructies
(dit boekje)
• Toepassing CD-ROM
• Houderklembandadapter
Voor een binnendiameter van
25,8 mm
■
Snelheidssensor
■
Hartslagsensoreenheid
SM-HR79
(Voor) (Achter)
(Voor)
(Voor)
(Achter)
Elektrode
Batterijdeksel
BatterijdekselSensormarkering
Houderklemband
Modustoets
(rechts)
Batterij-uitwerpgleuf
Rondetoets
(links)
CR2450 (x1)
CR2032 (x1)
CR1632 (x1)
• Batterij
CR1632 (x2)
Batterij
deksel
Toets B
Insteltoets
(stopwatch-toets)
AC schakelaarKeuzetoets
LCD
(Achter)
Voor ST-7900 (1 elk
voor links en rechts)
ST= Dual Control hendel
Voor ST-6700/6703 (1 elk
voor links en rechts)
Toets A
• Houderbevestigingsschroeven
18mm (x1)
15mm (x1)
60 61
■
7970 type houderset voor FLIGHT DECK
SM-EW79F-E (voor ST-7970)
Houderklemband
Afsteltoets voor
achterderailleur
• Houder
■
Elektronische USB sleutel SM-DL79
USB poortafdekking
• Houderklembandadapter
Voor een binnendiameter van
25,8 mm
■
7971 type houderset voor FLIGHT DECK
SM-EW79F-I (voor ST-7971/SW-7971)
• Houder
• Houderbevestigingsschroeven
18mm (x1)
15mm (x1)
12mm (x1)
• Houderklemband
• Houderklembandadapter
Voor een binnendiameter van
25,8 mm
Adapter
Afsteltoets voor
achterderailleur
• Houderbevestigingsschroeven
18mm (x1)
15mm (x1)
• Beschermende sticker
aerostuur
•
Kabelklembanden voor
vastzetten van de adapter
(2 typen x4)
(1) Druk gelijktijdig op toets A en toets B op de hoofdeenheid voor het
opstarten van de instellingsmodus.
(Zie voor details betreffende het opstarten van
de instellingsmodus pagina 76.)
(2) Selecteer "INSTELLING" op het hoofdmenu.
Selecteer vervolgens "PAREN" in het
instellingsmenu zodat het
paringbevestigingsscherm getoond wordt.
Als paring voor een bepaalde eenheid nog niet
is uitgevoerd, zal "–" naast de naam van de eenheid verschijnen. Als
paring reeds voor een eenheid is uitgevoerd, zal "
™
" verschijnen.
■
Paring-instellingsmethode
4. Paringfunctie
Om de hoofdeenheid informatie van de sensors te kunnen laten
weergeven, moeten de diverse eenheden eerst in het SC-7900 systeem
geregistreerd worden. Dit wordt "paren" genoemd.
* Als een eenheid wordt vervangen of toegevoegd, het paren voor alle
eenheden opnieuw uitvoeren.
(3) Als u op de keuzetoets (▼opnw) op de hoofdeenheid drukt, zal de
hoofdeenheid overschakelen naar de paring-standby modus.
Plaats terwijl de hoofdeenheid op de paring-
standby modus is ingesteld de batterij in de
eenheid de gepaard gaat worden.
* De eenheden zullen nadat de batterijen
geplaatst zijn gedurende 30 seconden
overschakelen naar de paringmodus.
* De SM-EW79F-E/I zal gedurende 30 seconden
naar de paringmodus overschakelen nadat de batterij voor het
versnellingsoverschakelsysteem is aangesloten.
(4) Druk gelijktijdig binnen de 30 seconden op de
keuzetoets en de insteltoets op de
hoofdeenheid zodat de eenheid die u wilt
paren in de paringmodus komt te staan.
"ZOEKT" verschijnt dan in de gegevensdisplay
en de paring zal vervolgens beginnen.
6362
(6) Herhaal de stappen (3) en (4) voor elke eenheid totdat alle eenheden
gepaard zijn.
(7) Druk zodra de paring voor alle eenheden voltooid is op de insteltoets
(Sluit▼) om de paringprocedure af te sluiten.
* Als door meerdere SC-7900 gebruikers paring gelijktijdig wordt
uitgevoerd, bestaat de kans dat de eenheden van andere gebruikers
met uw eigen systeem gepaard worden. Om er voor te zorgen dat
paring correct wordt uitgevoerd, dit niet in de buurt van andere
gebruikers uitvoeren die ook bezig zijn met het uitvoeren van paring,
of in de buurt van andere apparatuur die draadloos functioneert.
* Nadat paring voltooid is, moet elke gebruiker controleren dat de
paring correct is uitgevoerd.
* De st-R en st-L (ST draadloze eenheden) zijn optioneel.
* De ST draadloze eenheden zullen beginnen te werken zodra de
paring van de linker en rechter eenheden voltooid is. Deze kunnen
niet alleen op zichzelf werken.
(SM-EW79F-E/I) (SM-SC79)
(5) Wanneer het paren voltooid is, verschijnt "
™
"
naast de naam van de eenheid die zojuist
gepaard is. Als u op de keuzetoets drukt, zal de
hoofdeenheid overschakelen naar de paring-
standby modus. U kunt dan doorgaan met het
uitvoeren van paringprocedures voor andere
eenheden die nog niet gepaard zijn.
* Druk niet op de insteltoets (Sluit▼) totdat paring voor alle eenheden
voltooid is.
5. Vervangen van de batterijen
Plaats de batterij met de + zijde boven zoals aangegeven in de illustratie
en sluit vervolgens het batterijdeksel.
■
Snelheidssensor
Gebruikte batterij: CR1632 (x1)
OPGELET:
• Als de snelheid niet correct op de display van de
hoofdeenheid getoond wordt, de paringprocedure
nogmaals uitvoeren. Als hiermee het probleem
nog niet is opgelost, de batterij van de
snelheidssensor door een nieuwe vervangen.
• Bij het vervangen van de batterij van de
sensoreenheid, de oude batterij verwijderen en
vervolgens ongeveer 10 seconden wachten
alvorens de nieuwe batterij te plaatsen.
Openen
Sluiten
Wanneer de eenheden gepaard worden moeten de batterijen voor
de andere eenheden dan de hoofdeenheid geplaatst zijn.
■
Hoofdeenheid
Gebruikte batterij: CR2450 (x1)
OPGELET:
• Stel de hoofdeenheid altijd in op de sluimermodus alvorens de batterij
van de hoofdeenheid te vervangen.
• Als u de batterij vervangt zonder de hoofdeenheid eerst op de
sluimermodus in te stellen, zal de hoofdeenheid opstarten in de
initialisatiemodus.
* Zie pagina 70 voor details over de initialisatiemodus.
• Als de indicator voor laag batterijvermogen in de display van de
hoofdeenheid verschijnt, de batterij onmiddellijk door een nieuwe
vervangen.
• Als paring wordt uitgevoerd tussen de hoofdeenheid en de overige
eenheden, moeten in de overige eenheden ook batterijen geplaatst
worden.
* Zie pagina 61 voor details over paring.
Openen
Sluiten
Om de gebruiksduur van de batterij te
verlengen, wordt het aanbevolen de
hoofdeenheid na gebruik in te stellen op de
sluimermodus om het stroomverbruik te
beperken.
(Zie pagina 69 voor details over de
sluimermodus.)
(1) Bepaal de montagepositie
voor de houder en bevestig
vervolgens de
beschermende sticker van
het aerostuur.
(2) Monteer de houder aan het
stuur zoals aangegeven in
de illustratie. Zet de kabelklemband vast in de groef in de adapter.
6564
<Voor SM-SC79/SM-EW79F-E/I>
(1) Monteer de houderklemband in het midden van
het fietsstuur. Draai de klemband vast met
behulp van de bevestigingsbout.
Montagediameter van stuur: 31,8 mm / 25,8 mm
(met gebruik van een adapter)
Aantrekkoppel = 1,0 N·m {10 kgf·cm}
(2) Monteer de houder aan de klemband.
Aantrekkoppel = 1,0 N·m {10 kgf·cm}
■
Monteren van de steun
■
Monteren van de houder aan het aerostuur
6. Monteren
OPGELET:
Voer het paren van een eenheid uit alvorens die eenheid te monteren.
(Zie pagina 61 voor details over paring.)
<Voor SM-EW79F-I>
(1) Alvorens de hoofdeenheid te monteren, deze overschakelen naar de
instellingsmodus en stel de gebruikersdetails en alle overige benodigde
instellingen in. (Zie pagina 76 voor details betreffende het opstarten
van de instellingsmodus en de methoden van gebruik.)
(2) Schuif voor het monteren van de
hoofdeenheid deze in de houder
zoals aangegegeven in de illustratie.
Steek de hoofdeenheid stevig op
zijn plaats zodat deze vastklikt.
■
Monteren van de hoofdeenheid
Beschermende sticker aerostuur
* Vervang bij de SM-EW79F-I de adapter en de
klemband als vereist al naargelang het stuur
dat gebruikt wordt.
Aantrekkoppel = 1,0 N·m {10 kgf·cm}
(Zie pagina 68 voor details over
het aansluiten van de kabels.)
Adapter 12 mm
18 mm
15 mm
■
ST draadloze eenheden
Gebruikte batterij: CR1632 (x1)
(1) Plaats de batterij met de - zijde boven zoals
aangegeven in de illustratie.
(2) Sluit het batterijdeksel zodat dit terug in de
oorspronkelijke positie geplaatst wordt.
• Knoopbatterijen die na gebruik zijn verwijderd moeten op een
veilige plaats bewaard worden buiten het bereik van kinderen om
per ongeluk inslikken te voorkomen.
• Als batterijen per ongeluk worden ingeslikt, onmiddellijk medische
hulp inroepen.
• Gebruik geen andere batterijen dan die zijn voorgeschreven. Als de
batterijen ontploffen, gaan lekken of vlam vatten, kan dit letsel of
beschadiging van voorwerpen in de omgeving veroorzaken.
• Gebruikte batterijen moeten worden opgeruimd overeenkomstig
de plaatselijk geldende milieubepalingen.
WAARSCHUWING
Als de elektroden aangeraakt worden gaat de
hartslagsensoreenheid werken en verbruikt de
batterij stroom, ook als deze niet op uw lichaam
bevestigd is. Om onnodig stroomverbruik van de
batterij te voorkomen, de hartslagsensoreenheid
verwijderen en de hoofdeenheid onmiddellijk na
gebruik op de sluimermodus instellen.
■
Hartslagsensoreenheid
Gebruikte batterij: CR2032 (x1)
Openen
Sluiten
(–)
(+)
* Steek voor het verwijderen van de batterij een dun
voorwerp in de batterij-uitwerpgleuf en duw de batterij
naar buiten en let er op daarbij de batterij of de eenheid
niet te beschadigen.
<SM-SC79>
(1) Open bij een kabel-type Dual Control hendel zoals
de ST-7900/6700/6703 de houderafdekking en
verwijder de bovenafdekking van de
hendeleenheid.
■
Monteren van de ST draadloze eenheden
■
Hartslagsensoreenheid
6766
(1) Zet met behulp van een
schroevendraaier de meegeleverde
magneet (x1) vast aan de rechterzijde
van het voorwiel zoals aangegeven in
de illustratie.
(2) Gebruik twee van de meegeleverde
kabelklembanden voor het vastzetten
van de snelheidssensor provisorisch vast
aan de voorvork zoals aangegeven in de
illustratie.
■
Monteren van de snelheidssensor
(1) Bevestig de haak van de rubber riem aan het
plastic gedeelte (elektrode). Bevestig de riem
direct aan uw lichaam met het plastic gedeelte
dicht tegen uw huid aan.
(2) Het signaal wordt van de behuizing naar de
hoofdeenheid gestuurd via een zender, dus
bevestig de riem om uw middel zoals
aangegeven in de illustratie.
• Om meetfouten te elimineren wordt het aanbevolen dat u de
elektrode met water nat maakt alvorens de riem vast te maken.
• Droge huid of dikke lichaamsbeharing kan de betrouwbaarheid van
de meting beïnvloeden.
• Als het weer koud is of uw huid droog is kunnen er alsnog
meetfouten optreden ook als de sensor direct op uw huid is
vastgemaakt.
(3) Stel de posities van de snelheidssensor en de magneet
zodanig af dat de magneet direct boven langs de
markering van de snelheidssensor draait.
• Afstand tussen snelheidssensor en magneet: 1 - 5 mm
• Afstand tussen hoofdeenheid en snelheidsensor
Horizontaal: 10 cm of minder
123
Verticaal:
50 cm of minder
(4) Zet nadat de montageposities zijn bepaald de
snelheidssensor en de magneet stevig vast.
(2) Controleer of de draadloze eenheid voor links of rechts is en steek deze
vervolgens zodanig op zijn plaats dat de markeringen correct zijn
uitgelijnd.
6968
(3) Monteer de ST draadloze eenheid zoals aangegeven in
de illustratie en monteer vervolgens de bovenafdekking
en zet deze vast door de schroef vast te draaien.
Aantrekkoppel = 0,13 - 0,15 N·m {1,3 - 1,5 kgf·cm}
* De bovenafdekking die in stap (1) is verwijderd kan
niet worden gebruikt.
* De vorm van de te monteren bovenafdekking is voor
de ST-7900 en de ST-6700/6703 verschillend.
7. Basisbediening
Stroomvoorziening (AAN)
De stroomvoorziening voor elk van de componenten wordt tot stand
gebracht door onderstaande werkingsfuncties en acties.
■
Hoofdeenheid
De stroomvoorziening voor de hoofdeenheid wordt ingeschakeld
wanneer op een insteltoets, keuzetoets, toets A of toets B wordt
gedrukt.
* Bij gebruik van de ST-7970 of ST-7971, wordt de stroomvoorziening
ingeschakeld wanneer de batterij van het
versnellingsoverschakelsysteem geplaatst wordt.
■
Snelheidssensor
De stroomvoorziening voor de snelheidssensor wordt ingeschakeld
wanneer de magneet boven langs de snelheidssensor draait.
■
Hartslagsensoreenheid
De stroomvoorziening voor de hartslagsensoreenheid wordt
ingeschakeld wanneer de sensoreenheid bespeurt dat de elektrode
tegen uw lichaam is geplaatst.
■
ST draadloze eenheden
De stroomvoorziening voor de respectievelijke ST draadloze eenheden
wordt ingeschakeld wanneer u op de modustoets of op de rondetoets
drukt.
* De stroomvoorziening wordt niet ingeschakeld wanneer een
versnelling wordt overgeschakeld.
Sluimermodus
(energiebesparingsfunctie)
De stroomvoorziening voor elk van de componenten wordt
overgeschakeld naar de sluimermodus door onderstaande
werkingsfuncties en acties.
■
Hoofdeenheid
De hoofdeenheid schakelt over naar de
sluimermodus als gedurende langer dan 30
minuten geen toetsen op de hoofdeenheid of
op de ST draadloze eenheden zijn bediend, of
■
Aansluiten van de elektrische kabels
Kabelaansluitschema R: Rechts L: Links
ST-7970(L)
Wit
(Voor de SM-EW79F-E) (Voor de SM-EW79F-I)
ST-7970(R)
Rood
ST-7971(L)
Wit
ST-7971(R)
Rood
SW-7971(L)
Geel
SW-7971(R)
Groen
Naar derailleur
Naar derailleur
7170
■
ST draadloze eenheden
Als gedurende 30 minuten of langer geen toetsbedieningen of
overschakeling van de versnellingen heeft plaatsgevonden, schakelen
de ST draadlozen eenheden over naar de sluimermodus.
Herstarten in initialisatiemodus
Als de taal van de eenheden is gewijzigd, zal de hoofdeenheid opstarten
in de initialisatiemodus.
* De hoofdeenheid wordt ook opgestart in de initialisatiemodus wanneer
de stroomvoorziening voor de eerste keer wordt ingeschakeld.
■
Herstarten in initialisatiemodus
(1) Voor het terugstellen van de hoofdeenheid, de batterij van de
hoofdeenheid vervangen of op de AC schakelaar drukken.
(2) Schakel de stroomvoorziening voor de hoofdeenheid in.
Als echter de batterij is vervangen terwijl de hoofdeenheid gedurende
minder dan 30 seconden in de sluimermodus is geweest, zal de
hoofdeenheid niet opstarten in de initialisatiemodus.
(3) Het opstartscherm voor de initialisatiemodus
wordt getoond (gedurende 3 seconden).
(4) Druk op de keuzetoets, toets A en toets B voor
het selecteren van de displaytaal.
(5) Druk op de insteltoets voor het bevestigen van
de keuze van de displaytaal.
(6) Druk op de keuzetoets, toets A en toets B voor
het selecteren van de eenheden.
(7) Druk op de insteltoets voor het bevestigen van
de keuze van de eenheden.
(8) Het opstartscherm wordt getoond (gedurende
3 seconden).
(9) Het fietsnummerkeuzescherm wordt getoond
(gedurende 3 seconden).
(10) Als u op de keuzetoets drukt terwijl dit
scherm wordt getoond, gaat het fietsnummer
knipperen en kan het fietsnummer vervolgens
gewijzigd worden. Als u nogmaals op de
keuzetoets drukt, kan het fietsnummer
vervolgens gewijzigd worden.
• Fiets nr.: 1 - 4
(11) Druk op de insteltoets voor het bevestigen
van de keuze van het fietsnummer.
(12) De resterend geheugen/resterende tijd display
verschijnt (gedurende 3 seconden).
• Gebruikersgeheugen: 0% - 100% (geen
resterend geheugen wanneer 0%)
• Tijd opnemen: Lengte van tijd dat
ritgegevens geregistreerd kunnen worden
OPGELET:
Controleer dat er voldoende geheugen over is
alvorens met de fiets te gaan rijden.
(13) Het normale modus scherm wordt getoond.
als er geen signalen bespeurd zijn van de snelheidssensor of
hartslagsensoreenheid. Als u de insteltoets en de keuzetoets gelijktijdig
gedurende 2 seconden of meer ingedrukt houdt, wordt de
hoofdeenheid gedwongen over te schakelen naar de sluimermodus.
(Als de stopwatch op dat moment in werking is of als de hoofdeenheid
in de instellingsmodus is, wordt deze niet overgeschakeld naar de
sluimermodus.)
kettingring en het 6de tandwiel.)
4. Informatiedisplay
Zie pagina 75 voor details.
5. Automatische modus display
Wordt getoond wanneer de
stopwatch-modus op AUTO is
ingesteld.
6. Geheugenfunctiedisplay
REC wordt getoond wanneer
ritgegevens geregistreerd worden.
7. Batterijvermogendisplay
Het batterijvermogen voor het
versnellingsoverschakelsysteem
wordt getoond wanneer de
houderset (SM-EW79F-E/I) gebruikt
wordt. (Dit wordt niet getoond
wanneer de SM-SC79 gebruikt
wordt.)
1. Snelheid (km/u, mpu)/cadans
weergave (omw/min)
De cadans wordt getoond terwijl de
snelheid in de informatiedisplay
wordt aangegeven.
2. Pijl van tempoweergave
Als de huidige rijsnelheid hoger is
dan de gemiddelde snelheid, wordt
er een pijl die naar boven wijst
getoond en als deze langzamer is,
wordt er een pijl die naar beneden
wijst getoond. (Deze worden enkel
getoond wanneer de stopwatch-
teller eveneens wordt getoond.)
3. Versnellingsindicator
Dit toont de gebruikte versnelling
als een pictogram. (Het
displayvoorbeeld toont de grootste
7372
Herstarten uit sluimermodus
(1) Het opstartscherm wordt getoond (gedurende
3 seconden).
Achtergrondverlichting
(1) Houd de keuzetoets op de hoofdeenheid ingedrukt (gedurende 3
seconden of meer).
(2) De achtergrondverlichting van de LCD gaat branden (gedurende 5
seconden).
(2) Het fietsnummerkeuzescherm wordt getoond
(gedurende 3 seconden).
(3) Als u op de keuzetoets drukt terwijl dit scherm
wordt getoond, gaat het fietsnummer
knipperen en kan het fietsnummer vervolgens
gewijzigd worden. Als u nogmaals op de
keuzetoets drukt, zal het fietsnummer
verhoogd worden.
• Fiets nr.: 1 - 4
(4) Druk op de insteltoets voor het bevestigen van
de keuze van het fietsnummer.
(5) De resterend geheugen/resterende tijd display
verschijnt (gedurende 3 seconden).
• Gebruikersgeheugen: 0% - 100% (geen
resterend geheugen wanneer 0%)
• Tijd opnemen: Lengte van tijd dat
ritgegevens geregistreerd kunnen worden
OPGELET:
Controleer dat er voldoende geheugen over is
alvorens met de fiets te gaan rijden.
(6) Het normale modus scherm wordt getoond.
8. Displayfuncties
LCD display details
(Display-voorbeeld)
1
2
6
5
3
4
7
<Laag batterijvermogen indicator>
Wanneer het batterijvermogen van een van batterijen in de eenheden laag is,
wordt er door de hoofdeenheid een laag batterijvermogen bevestigingsscherm
getoond om u hierop te attenderen. Deze display kan gewist worden door het
indrukken van de insteltoets, keuzetoets, toets A of toets B op de
hoofdeenheid.
■
Laag batterijvermogen/geheugen-vol indicator
7574
■
Displaymodus 1
Klok (KLOK) Afstand (AFST)
Cumulatieve
afstand (KMT)
Splittijd display
(SPLT)
Rondedisplay
(GIR)
■
Displaymodus 2
Cadans (CAD) Snelheid (SNLH)
Maximum snelheid
(MAX)
Gemiddelde
snelheid (GMD)
Calorieën (CAL)
■
Hartslagmodus
Calorieën (CAL)
Gemiddelde
hartslag (GMD)
Maximum hartslag
(MAX)
Zone-overgangstijd
(ZONE)
■
Hoogte/helling modus
Hoogte (Hgte) Helling (HEL)
Cumulatieve hoogte-
toename (CHGT)
■
Batterij/geheugen modus
Batterijvermogendis
play
Resterend
geheugen
Als de laag batterijvermogen indicator voor een van de eenheden wordt
getoond, de batterij voor die eenheid zo spoedig mogelijk vervangen.
* Om dit te bewerkstelligen moeten de respectievelijke eenheden
gepaard worden.
Laag batterijvermogen
pictogram
(Laag batterijvermogen bevestigingsscherm)
Hoofdeenheid display Eenheid
sc Hoofdeenheid
spd Snelheidssensor
hrm Hartslagsensoreenheid
st-R
ST draadloze eenheid / rechts (optioneel)
st-L
ST draadloze eenheid / links (optioneel)
Druk een toets op de
hoofdeenheid in
<Geheugen-vol indicator>
Wanneer de hoeveelheid reservegeheugen voor de registratie van ritgegevens
in de hoofdeenheid 10% of minder geworden is, wordt er door de
hoofdeenheid een geheugen-vol bevestigingsscherm getoond om u hierop te
attenderen. Deze display kan gewist worden door het indrukken van de
insteltoets, keuzetoets, toets A of toets B op de hoofdeenheid.
Als de geheugen-vol indicator verschijnt, alle onnodige ritgegevens wissen om
meer geheugencapaciteit beschikbaar te maken. (Zie pagina 89 voor details
over het wissen van gegevens.)
• Als de laag batterijvermogen indicator en geheugen-vol indicator tegelijkertijd
verschijnen, zullen de schermen om de beurt gedurende één seconde getoond worden.
• Als u de laag batterijvermogen indicator en geheugen-vol indicator tijdens het fietsen
wist, wordt het laag batterijvermogen indicator of geheugen-vol indicator
bevestigingsscherm nogmaals getoond wanneer snelheidssignalen niet langer worden
ingevoerd.
(Geheugen-vol bevestigingsscherm)
Druk een toets op de
hoofdeenheid in
• Bij gebruik in combinatie met de houderset (SM-EW79F-E/I), zal de laag
batterijvermogen indicator niet worden getoond wanneer het
batterijvermogen voor het versnellingsoverschakelsysteem laag is.
• Deze wordt eveneens niet getoond tijdens de PC-LINK modus of terwijl het
paringbevestigingsscherm getoond wordt.
Druk toets A of de modustoets in
Houd de modustoets ingedrukt
(gedurende tenminste 2 seconden)
Druk op de keuzetoets
Keuzetoets
Normale modus details
Toets A
Modustoets
Zie pagina 92 voor details over het meten
van de rittijd.
76 77
Op het hoofdmenu kunnen de volgende items
geselecteerd of ingesteld worden.
Wanneer de INSTELLING modus wordt gestart,
wordt het hoofdmenu getoond.
PC-LINK modus (pagina 98)
Met deze modus wordt een personal computer via een elektronische USB
sleutel (optioneel) op de hoofdeenheid aangesloten.
Ritgegevens kunnen van de hoofdeenheid worden verzonden en fiets-,
systeem- en gebruikersinstellingen en softwarebijwerkingen kunnen met
de personal computer tot stand gebracht worden.
INSTELLING modus (pagina 78)
Deze modus wordt gebruikt voor het maken van de instellingen voor de
hoofdeenheid.
BESTAND BEKIJKEN modus (pagina 87)
Deze modus wordt gebruikt voor het bekijken en wissen van ritgegevens.
<Hoofdmenu>
9. Instellingsmodi
Druk toets A en toets B gelijktijdig in terwijl de "Normal mode" display op
de hoofdeenheid wordt getoond.
* Terwijl ritgegevens worden geregistreerd kan de hoofdeenheid niet
ingesteld worden op de instellingsmodus.
* Instellingen kunnen gemakkelijk gemaakt worden op een computer met
behulp van FLIGHT DECK Manager. (Zie pagina 93.)
■
Starten van de instellingsmodus
■
Lijst van instellingsmodi
■
Gebruik van de instellingsmodus
<Insteltoets>
Instellen
<Toets A> <Keuzetoets>
Omlaag scrollen/Volgende/Verhogen
<Toets B>
Omhoog scrollen/Vorige/Verlagen
* Als u tijdens het invoeren van een getal een toets ingedrukt houdt, zal het getal sneller verhoogd
of verlaagd worden.
Selecteren van
items
Omlaag verplaatsen van de
cursor
Omhoog verplaatsen van de
cursor
Druk op de keuzetoets of toets A
Druk op toets B
Overschakelen
naar het
instelscherm
Eén scherm vooruit gaan
Eén scherm terug gaan
Druk op de keuzetoets of toets A
Druk op toets B
Invoeren van
getallen
Verhogen
Verlagen
Druk op de keuzetoets of toets A
Druk op toets B
Hoofdmenu
PC-LINK
modus
INSTELLING
modus
BESTAND
BEKIJKEN modus
Tonen
Wissen
VERSIE modus
FIETS
SYSTEEM
GEBRUIKER
HR (ZONE)
HOOGTE
PAREN
7978
(1) Selecteer "FIETS" op het instellingmenu.
(2) Druk op de insteltoets.
(3) Het invoerscherm voor de kilometertellerafstand wordt getoond.
■
Fietsinstellingen
VERSIE modus
Deze modus wordt gebruikt voor het tonen van
de softwareversie en de netwerk ID voor de
hoofdeenheid.
(1) Selecteer "VERSIE" op het hoofdmenu.
(2) Druk op de insteltoets.
(3) Het bevestigingsscherm voor de
firmwareversie en de netwerk ID worden
getoond. Als u op de insteltoets drukt, keert
het scherm terug naar het hoofdmenu.
INSTELLING modus
(1) Selecteer "INSTELLING" op het hoofdmenu.
(2) Druk op de insteltoets.
(3) Het instellingmenu wordt getoond.
Invoeren van de kilometertellerafstand
U kunt de gewenste cumulatieve afstand
invoeren.
(1) Druk op de insteltoets om de
kilometertellerafstand te kunnen invoeren.
De display voor de kilometertellerafstand
wordt verlicht getoond.
(2) Druk op de keuzetoets, toets A of toets B voor
het invoeren van de gewenste waarde.
(3) Druk op de insteltoets voor het bevestigen van
de ingevoerde waarde.
(4) Als u op de keuzetoets of toets A drukt,
verandert de display naar het volgende item.
Invoeren van de bandomtrek
(Te gebruiken bandomtrekken: Zie pagina 341.)
(1) Druk op de insteltoets om de bandomtrek te
kunnen invoeren. De display voor de
bandomtrek wordt verlicht getoond.
(2) Druk op de keuzetoets, toets A of toets B voor
het invoeren van de gewenste waarde.
(3) Druk op de insteltoets voor het bevestigen van de ingevoerde waarde.
(4) Als u op de keuzetoets of toets A drukt, verandert de display naar het
volgende item. Als u op toets B drukt, keert het scherm terug naar het
vorige instellingsitem.
* Meet de bandomtrek door de band op de
juiste druk te brengen, maak een
markering op de grond op de plaats waar
de band de grond raakt en draai
vervolgens het wiel één volledige slag rond
door op de fiets te gaan rijden en meet
daarna de afstand tussen de twee punten.
(km)
(mijl)
Selecteren van het aantal kettingringen
(1) Druk op de insteltoets om het aantal
kettingringen te kunnen wijzigen. De
kettingring-display wordt verlicht getoond.
(2) Druk op de keuzetoets, toets A of toets B voor
het invoeren van het gewenste aantal
kettingringen.
• ENKELVOUDIG • DUBBEL • DRIEVOUDIG
(3) Druk op de insteltoets voor het bevestigen van het aantal gekozen
kettingringen.
(4) Als u op de keuzetoets of toets A drukt, verandert de display naar het
volgende item. Als u op toets B drukt, keert het scherm terug naar het
vorige instellingsitem.
Selecteren van het aantal kettingringtanden
(1) Druk op de insteltoets om het aantal
kettingringtanden te kunnen wijzigen.
Het aantal tanden voor de grootste kettingring
wordt verlicht getoond.
(2) Druk op de keuzetoets, toets A of toets B voor
het invoeren van het gewenste aantal kettingringtanden.
(3) Druk op de insteltoets voor het bevestigen van het aantal gekozen
tanden. Het aantal tanden voor de volgende kettingring wordt verlicht
getoond.
Vooruit draaien
Bandomtrek
24-uur display (type 24)
Invoeren van de datum
(1) Druk op de insteltoets om het type
datumdisplay te kunnen wijzigen.
Het displaytype wordt verlicht getoond.
(2) Druk op de keuzetoets, toets A of toets B voor
het selecteren van het gewenste displaytype.
• type 1: (YYYY/MM/DD)
• type 2: (DD-MMM-YY)
(3) Druk op de insteltoets voor het bevestigen van
het displaytype. De datumdisplay wordt
verlicht getoond.
Voer vervolgens de datum in.
(4) Druk op de keuzetoets, toets A of toets B voor
het invoeren van de gewenste waarde.
80 81
Selecteren van het aantal tandwieltanden
Controleer van te voren het aantal
tandwieltanden dat wordt gebruikt. (Zie pagina
100 voor details betreffende de te gebruiken
tandwieltandcombinaties.)
(1) Druk op de insteltoets om de configuratie van
het aantal tandwieltanden te kunnen wijzigen.
Het aantal tandwieltanden wordt verlicht getoond.
(2) Druk op de keuzetoets, toets A of toets B voor het invoeren van de
gewenste tandwieltandcombinatie.
(3) Druk op de insteltoets voor het bevestigen van de gekozen
tandwieltandcombinatie.
(4) Als u op de keuzetoets of op toets A drukt, wordt "Sluit" geselecteerd.
Als u op toets B drukt, keert het scherm terug naar het vorige
instellingsitem.
(1) Druk op de insteltoets om het type tijdsdisplay te kunnen wijzigen.
Het displaytype wordt verlicht getoond.
(2) Druk op de keuzetoets, toets A of toets B voor het selecteren van het
gewenste displaytype.
• type 24: (24-uur display)
• type 12: (12-uur display)
(3) Druk op de insteltoets voor het bevestigen van het displaytype.
De tijdsdisplay wordt verlicht getoond. Voer vervolgens de tijd in.
(4) Druk op de keuzetoets, toets A of toets B voor het invoeren van de
gewenste waarde.
(5) Druk op de insteltoets voor het bevestigen van de ingevoerde waarde.
Het volgende in te voeren veld wordt verlicht getoond.
(6) Herhaal de stappen (4) en (5) voor het invoeren van alle gewenste
waarden.
(7) Als u op de keuzetoets of toets A drukt, verandert de display naar het
volgende item. Als u op toets B drukt, keert het scherm terug naar het
vorige instellingsitem.
(5) Druk op de insteltoets voor het bevestigen van de ingevoerde waarde.
Het volgende in te voeren veld wordt verlicht getoond.
(6) Herhaal de stappen (4) en (5) voor het invoeren van alle gewenste
waarden.
(7) Als u op de keuzetoets of toets A drukt, verandert de display naar het
volgende item.
Instellen van de gegevensregistratie
Hiermee wordt ingesteld of ritgegevens al dan
niet worden geregistreerd. Als deze moeten
worden geregistreerd, de interval (aftastperiode)
voor de te extraheren gegevens instellen.
• Begin-instelling: UIT
(1) Druk op de insteltoets om de instelling voor de
gegevensregistratie te kunnen wijzigen.
De AAN/UIT instelling voor "modus" zal verlicht worden getoond.
Datuminvoer (type 1)
Datuminvoer (type 2)
Invoeren van de tijd
12-uur display (type 12)
(1) Selecteer "SYSTEEM" op het instellingmenu.
(2) Druk op de insteltoets.
(3) Het datuminvoerscherm wordt getoond.
■
Systeeminstellingen
(4) Herhaal de stappen (2) en (3) voor het instellen van het aantal tanden
voor elke kettingring.
(5) Als u op de keuzetoets of toets A drukt, verandert de display naar het
volgende item. Als u op toets B drukt, keert het scherm terug naar het
vorige instellingsitem.
Invoeren van uw naam
(1) Druk op de insteltoets om de naam te kunnen
invoeren. U kunt dan het eerste teken
invoeren.
(2) Druk op de keuzetoets, toets A of toets B voor
het selecteren van de gewenste letter.
• Maximaal aantal tekens: Beschikbare tekens:
Alfabetische tekens (hoofdletters/kleine
letters), cijfers
(3) Druk op de insteltoets voor het bevestigen van het ingevoerde teken.
Het invoerpunt wordt dan verplaatst naar rechts van het teken dat u
zojuist heeft ingevoerd.
(4) Herhaal de stappen (2) en (3) voor het invoeren van uw volledige
naam.
(5) Druk na het invoeren van het laatste teken op de insteltoets voor het
bevestigen van de naam die u heeft ingevoerd.
(6) Als u op de keuzetoets of toets A drukt, verandert de display naar het
volgende item.
* Als u bij het invoeren van uw naam een fout maakt, het invoeren van
de naam beëindigen en deze vervolgens opnieuw invoeren te
beginnen van stap (1).
(1) Selecteer "GEBRUIKER" op het instellingmenu.
(2) Druk op de insteltoets.
(3) Het naaminvoerscherm wordt getoond.
■
Gebruikersinstellingen
8382
(2) Druk op de keuzetoets, toets A of toets B voor het selecteren van de
instelling voor de gegevensregistratie.
• Modus: AAN, UIT
(3) Druk op de insteltoets voor het bevestigen van de geselecteerde
instelling. De waarde van de aftastperiode wordt dan verlicht getoond.
Stel vervolgens de aftastperiode in.
(4) Druk op de keuzetoets, toets A of toets B voor het selecteren van de
gewenste aftastperiode.
• Aftastperiode: 5 sec., 15 sec., 60 sec.
* Hoe korter de aftastperiode, hoe meer gedetailleerd de gegevens die
geregistreerd kunnen worden, echter de lengte van de beschikbare
registratietijd wordt dan ook korter.
(5) Druk op de insteltoets voor het bevestigen van de geselecteerde
instelling.
(6) Als u op de keuzetoets of toets A drukt, verandert de display naar het
volgende item. Als u op toets B drukt, keert het scherm terug naar het
vorige instellingsitem.
Veranderen van het geslacht
(1) Druk op de insteltoets om het geslacht te
kunnen wijzigen.
De geslacht-display wordt verlicht getoond.
(2) Druk op de keuzetoets, toets A of toets B voor
het selecteren van het geslacht.
• MAN • VROUW
(3) Druk op de insteltoets voor het bevestigen van
het geselecteerde geslacht.
(4) Als u op de keuzetoets of toets A drukt, verandert de display naar het
volgende item. Als u op toets B drukt, keert het scherm terug naar het
vorige instellingsitem.
Selecteren van de stopwatch-modus
Starten en stopzetten van de stopwatch-teller kan
gedaan worden met behulp van de insteltoets op
de hoofdeenheid, of automatisch door het
ontvangen van een snelheidssignaal.
(1) Druk op de insteltoets om de instelling voor de
stopwatch-modus (AUTO/HANDMATIG) te
kunnen wijzigen. De AUTO/HANDMATIG
instelling voor "modus" zal verlicht worden getoond.
(2) Druk op de keuzetoets, toets A of toets B voor het selecteren van de
gewenste modus.
• AUTO (Automatische instelling)
Wanneer de hoofdeenheid een snelheidssignaal ontvangt, start de
stopwatch-teller en stopt ongeveer 4 seconden nadat de ontvangst
van het snelheidssignaal gestopt is.
• MANU (Handmatige instelling)
De stopwatch-teller start en stopt handmatig wanneer de insteltoets
op de hoofdeenheid wordt ingedrukt.
(3) Druk op de insteltoets voor het bevestigen van de geselecteerde
instelling.
(4) Als u op de keuzetoets of op toets A drukt, wordt "Sluit" geselecteerd.
Als u op toets B drukt, keert het scherm terug naar het vorige
instellingsitem.
8584
(1) Druk op de insteltoets om de geboortedatum te kunnen invoeren.
De jaar-display voor de geboortedatum wordt verlicht getoond.
(2) Druk op de keuzetoets, toets A of toets B voor het invoeren van de
gewenste waarde.
• Beschikbare jaartallen: 1900 - 2099
(3) Druk op de insteltoets voor het bevestigen van de ingevoerde waarde.
De maand-display voor de geboortedatum wordt verlicht getoond.
(4) Herhaal de stappen (2) en (3) voor het invoeren van alle gewenste
waarden.
(5) Als u op de keuzetoets of toets A drukt, verandert de display naar het
volgende item. Als u op toets B drukt, keert het scherm terug naar het
vorige instellingsitem.
Invoeren van uw lichaamslengte
Invoeren van uw lichaamsgewicht
(1) Druk op de insteltoets om de lichaamslengte te kunnen invoeren.
De lichaamslengte-display wordt verlicht getoond.
(2) Druk op de keuzetoets, toets A of toets B voor het invoeren van de
gewenste waarde.
• Hoogtebereik: 120,0 - 250,0 (cm)
4 voet 0 inches - 8 voet 4 inches
(3) Druk op de insteltoets voor het bevestigen van de ingevoerde waarde.
(4) Als u op de keuzetoets of toets A drukt, verandert de display naar het
volgende item. Als u op toets B drukt, keert het scherm terug naar het
vorige instellingsitem.
(1) Druk op de insteltoets om het lichaamsgewicht te kunnen invoeren.
De lichaamsgewicht-display wordt verlicht getoond.
(2) Druk op de keuzetoets, toets A of toets B voor het invoeren van de
gewenste waarde.
• Gewichtsbereik: 20,0 - 250,0 (kg)
44 - 551 (lbs.)
* Het gewicht in ponden wordt getoond zonder het gebruik van
decimalen.
(3) Druk op de insteltoets voor het bevestigen van de ingevoerde waarde.
(4) Als u op de keuzetoets of op toets A drukt, wordt "Sluit" geselecteerd.
Als u op toets B drukt, keert het scherm terug naar het vorige
instellingsitem.
(cm) (voet)
(kg) (lbs.)
(1) Selecteer "HR(ZONE)" op het instellingmenu.
(2) Druk op de insteltoets.
(3) Het hartslagzone-instelscherm wordt getoond.
■
Instellen van uw hartslagzone
Instellen van de hartslagzone
Voer de bovenste limiet en de onderste limiet voor
uw hartslag in.
Stel uw gewenste hartslagzone in overeenkomstig
uw oefendoelstellingen, enz.
(1) Druk op de insteltoets om de hartslagzone te
kunnen invoeren.
De "bovenste" hartslagzone-display wordt
verlicht getoond.
(2) Druk op de keuzetoets, toets A of toets B voor het invoeren van de
gewenste waarde.
• Hartslagzone (bovenste waarde): 31 - 240 (bpm)
De "bovenste" waarde kan niet lager ingesteld worden dan de
"onderste" waarde.
Invoeren van uw geboortedatum
(DATUM type: 1) (DATUM type: 2)
8786
Instellen van pieptoon/knippering
U kunt instellen of al dan niet een pieptoon klinkt
en de hartslagwaarde knippert bij wijze van
waarschuwing als uw hartslag tijdens de meting
buiten de ingestelde hartslagzone komt.
(1) Druk op de insteltoets om de instelling voor de
pieptoon te kunnen wijzigen.
De AAN/UIT instelling voor "pieptoon" zal verlicht worden getoond.
(2) Druk op de keuzetoets, toets A of toets B voor het selecteren of de
pieptoon al dan niet klinkt.
• Pieptoon: AAN/UIT
(3) Druk op de insteltoets voor het bevestigen van de geselecteerde
instelling. De AAN/UIT instelling voor "knippering" zal verlicht worden
getoond. Stel vervolgens de instelling voor de "knippering" in.
(4) Druk op de keuzetoets, toets A of toets B voor het selecteren van de
instelling voor de knippering van de hartslagwaarde.
• Knippering: AAN/UIT
(5) Druk op de insteltoets voor het bevestigen van de geselecteerde
instelling.
(6) Als u op de keuzetoets of op toets A drukt, wordt "Sluit" geselecteerd.
Als u op toets B drukt, keert het scherm terug naar het vorige
instellingsitem.
(3) Druk op de insteltoets voor het bevestigen van de instelling van de
bovenste hartslagzone. De "onderste" hartslagzone-display wordt
verlicht getoond. Stel vervolgens de instelling van de onderste
hartslagzone in.
(4) Druk op de keuzetoets, toets A of toets B voor het invoeren van de
gewenste waarde.
• Hartslagzone (onderste waarde): 30 - 239 (bpm)
De "onderste" waarde kan niet hoger ingesteld worden dan de
"bovenste" waarde.
(5) Druk op de insteltoets voor het bevestigen van de instelling van de
onderste hartslagzone.
(6) Als u op de keuzetoets of toets A drukt, verandert de display naar het
volgende item.
(1) Selecteer "HOOGTE" op het instellingmenu.
(2) Druk op de insteltoets.
(3) Het hoogte-instelscherm wordt getoond.
■
Instellen van de hoogte
Hoogte-instellingen
(1) Druk op de insteltoets om de instelling voor de
hoogte te kunnen wijzigen.
De hoogte-display wordt verlicht getoond.
(2) Druk op de keuzetoets, toets A of toets B voor
het invoeren van de gewenste waarde.
(3) Druk op de insteltoets voor het bevestigen van
de ingevoerde waarde.
(4) Als u op de keuzetoets of op toets A drukt, wordt "op nul zetten"
geselecteerd.
(5) Als u op de insteltoets drukt terwijl "op nul zetten" verlicht wordt
getoond, wordt de hoogte-instelling op nul terug gezet.
(6) Als u op de keuzetoets of op toets A drukt, wordt "Sluit" geselecteerd.
Als u op toets B drukt, keert het scherm terug naar de hoogte-
instellingen.
* Voer stap (5) alleen uit als dit nodig is.
(1) Selecteer "PAREN" op het instellingmenu.
(2) Druk op de insteltoets.
(3) Het paringbevestigingsscherm wordt getoond.
■
Controleren van de paring
Paringbevestigingsscherm
U kunt vervolgens de paring controleren tussen de
hoofdeenheid en de diverse andere eenheden en
ook de paringinstellingen controleren.
* Zie pagina 61 voor details over de
paringfuncties.
Als u echter op de keuzetoets (▼opnw) drukt terwijl het
paringbevestigingsscherm wordt getoond, zullen de paringinstellingen
die reeds voltooid zijn geïnitialiseerd worden.
(1) Selecteer "BESTAND BEKIJKEN" op het
hoofdmenu.
(2) Druk op de insteltoets.
(3) Het bestandsbewerkingmenu wordt getoond.
BESTAND BEKIJKEN modus
8988
(5) Druk op de insteltoets voor het bevestigen van
het geselecteerde bestandsnummer.
Het afstand bekijken scherm wordt getoond.
• Als rondetijden zijn geregistreerd, kunt u op
toets A of toets B drukken om de afstand van
elke ronde te bekijken.
<Afstand bekijken>
(8) Als u op de keuzetoets drukt, wordt "Sluit"
geselecteerd.
Druk op de insteltoets om terug te keren naar
het snelheid bekijken scherm.
(9) Druk op de keuzetoets om over te schakelen naar het afstand bekijken
scherm.
Druk op de insteltoets om terug te keren naar het bestand bekijken
keuzescherm.
<Sluit>
(6) Als u op de keuzetoets drukt, wordt het
snelheid bekijken scherm getoond.
Als u op de insteltoets drukt, wordt "Sluit"
geselecteerd.
• Als rondetijden zijn geregistreerd, kunt u op
toets A of toets B drukken om de maximum
snelheid en gemiddelde snelheid van elke
ronde te bekijken.
<Snelheid bekijken>
(7) Als u op de keuzetoets drukt, wordt
vervolgens het hartslag bekijken scherm
getoond. Druk op de insteltoets om terug te
keren naar het snelheid bekijken scherm.
• Als rondetijden zijn geregistreerd, kunt u op
toets A of toets B drukken om de maximale
hartslag en gemiddelde hartslag voor elke
ronde te bekijken.
<Hartslag bekijken>
Hiermee kunt u ritgegevens wissen die in de
hoofdeenheid geregistreerd zijn.
* Instellingen kunnen allemaal in één keer worden
gewist met behulp van FLIGHT DECK Manager.
■
Wissen van bestanden
(1) Selecteer "Wissen" in het bestandsbewerkingmenu.
(2) Druk op de insteltoets.
(3) Het bestand wissen keuzescherm wordt getoond.
(4) Druk op de keuzetoets, toets A of toets B voor het selecteren van het
gewenste bestandsnummer.
* Druk op de keuzetoets voor het annuleren van de selectie van een
bestand en om terug te keren naar het bestandsbewerkingmenu.
Hiermee kunt u details bekijken zoals afstand, snelheid en hartslag welke
zijn opgenomen in de ritgegevens die in de hoofdeenheid zijn
opgeslagen.
■
Bekijken van bestanden
(1) Selecteer "Tonen" op het bestandsbewerkingmenu.
(2) Druk op de insteltoets.
(3) Het bestand bekijken keuzescherm wordt getoond.
Het bestandsnummer wordt verlicht getoond.
(4) Druk op de keuzetoets, toets A of toets B voor het selecteren van het
gewenste bestandsnummer.
* Druk op de keuzetoets voor het annuleren van de selectie van een
bestand en om terug te keren naar het bestandsbewerkingmenu.
(DATUM type: 1) (DATUM type: 2)
(5) Druk op de insteltoets voor het bevestigen van
het geselecteerde bestandsnummer.
Het bestand wissen bevestigingsscherm wordt
getoond.
9190
Handmatige instelling
(1) Schakel de display van de hoofdeenheid in de normale modus.
(2) Druk op de insteltoets (stopwatch-toets) voor het starten van de
stopwatch-teller. "stw" gaat knipperen in de informatiedisplay.
(3) Wanneer u nogmaals op de stopwatch-toets
drukt, zal de teller stoppen.
"stw" gaat branden in de informatiedisplay.
Automatische instelling
(1) Schakel de display van de hoofdeenheid in
de normale modus.
• Bij de automatische instelling zal "AT" in
de LCD verschijnen.
(2) Druk op de insteltoets om de teller op standby te zetten. "stw" gaat
branden in de informatiedisplay.
(3) De teller zal starten wanneer een snelheidssignaal ontvangen wordt.
"stw" gaat knipperen in de informatiedisplay.
(4) De teller zal ongeveer 4 seconden nadat de ontvangst van het
snelheidssignaal gestopt is stoppen.
"stw" gaat branden in de informatiedisplay.
* Bij de handmatige instelling zal de stopwatch niet stoppen wanneer de
ontvangst van het snelheidssignaal gestopt is en zullen gegevens alsnog
geregistreerd blijven worden.
• Als "Data recording" op AAN wordt gezet, worden ritgegevens in de
hoofdeenheid geregistreerd.
• "REC" wordt getoond in de LCD wanneer
ritgegevens geregistreerd worden.
* Zie pagina 82 voor details over de
instellingsmethode.
De ritgegevens worden geregistreerd op hetzelfde moment dat de
stopwatch-teller op nul wordt gezet.
■
Terugstellen van de teller en registratie van ritgegevens
(1) Zet de stopwatch-teller stop.
(2) Houd de insteltoets (stopwatch-toets) gedurende 2 seconden of meer
ingedrukt.
(3) De stopwatch-teller wordt dan op nul terug
gezet.
"stw" zal verdwijnen van de informatiedisplay.
10. Stopwatch-functie/Registratie van ritgegevens
Starten en stopzetten van de stopwatch-teller kan omgeschakeld worden
tussen handmatige en automatische bediening. (Zie pagina 82 voor
details over de instellingsmethode.)
■
Starten en stopzetten van de stopwatch-teller
(6) Druk op de keuzetoets voor het selecteren van "Y" (Ja) of "N" (Nee).
• Wissen OK?:
Y (Ja): Het geselecteerde bestand wordt gewist.
N (Nee): De display keert terug naar het bestand wissen keuzescherm.
(7) Druk op de insteltoets voor het bevestigen van de geselecteerde
bewerking.
9392
11. FLIGHT DECK Manager
Communicatie kan tot stand gebracht worden tussen de hoofdeenheid en
een personal computer waarop de speciale FLIGHT DECK Manager
toepassing is geïnstalleerd door een optionele elektronische USB sleutel op
de personal computer aan te sluiten.
Deze communicatiefunctie kan gebruikt worden voor het uitvoeren van de
volgende bewerkingen.
■
FLIGHT DECK Manager functies
Ritgegevens-
overzichtvenster
Instellingsfuncties
Bewerkingen voor fietsinstelling, gebruikersinstelling en
systeeminstelling zijn mogelijk.
Gegevensoverd
rachtfuncties
Ritgegevens die zijn opgeslagen in de hoofdeenheid kunnen
verzonden worden naar een personal computer.
Gegevensdisplayfuncties
De ritgegevens die verzonden worden naar de personal
computer kunnen in de vorm van een grafiek worden getoond.
Softwarebijwerkings
functie
De software voor de hoofdeenheid kan bijgewerkt worden.
Druk op de rondetoets terwijl de hoofdeenheid
de stopwatch laat lopen.
De rondedisplay verschijnt gedurende 2
seconden in de informatiedisplay.
Vervolgens verschijnt de splittijd display
gedurende 2 seconden.
Als u op de rondetoets drukt terwijl de stopwatch loopt, slaat de
hoofdeenheid de rondegegevens (intervalgegevens) in zijn geheugen op
en wordt de rondetijd getoond. Als bovendien meer dan één groep
rondegegevens in het geheugen van de hoofdeenheid worden opgeslagen
nadat de stopwatch is beginnen te lopen, zullen de splittijden
(cumulatieve rondetijden) eveneens getoond worden.
■
Ronderegistratie bewerkingen
De rittijd wordt geregistreerd als splittijden. Om de rittijd meer
nauwkeurig te kunnen meten, de stopwatch-modus op "AUTO" instellen.
* Zie pagina 82 voor details over de instellingsmethode.
■
Meting van de rittijd
Druk op de
rondetoets
Druk op de
rondetoets
Druk op de
rondetoets
Rondetijd 1
Rondetijd 2
Splittijd 1
Splittijd 2
Rondetijd 3
Start
Stopwatch-modus
Rondetoets
Rondedisplay (2 sec.) Splittijd display (2 sec.)
Druk op de
rondetoets
[Geheugen]
Windows Vista™: 1GB of meer
Windows® XP: 512 MB of meer
[Harde schijf]
Voor het installeren van FLIGHT DECK Manager: 40MB of meer vrije
schijfruimte
Voor het opslaan van gegevens: Ongeveer 6MB* per account per maand
* Bij een gebruik van 5 uur per dag gedurende 20 dagen per maand
[Display]
Resolutie: XGA (1024x768) of hoger
Displaykleuren: Hoge kleur (16-bit / 65536 kleuren) of hoger
[Schijfstations]
CD-ROM station
[Overige]
USB poort (Ver. 2.0/1.1)
OPGELET:
Bij gebruik van het Microsoft® Windows® XP besturingssysteem, is
Microsoft® .NET Framework 2.0 noodzakelijk.
Als Microsoft® .NET Framework 2.0 of hoger niet op het systeem is
geïnstalleerd, moet dit gelijktijdig met FLIGHT DECK Manager
geïnstalleerd worden.
Voor het installeren van Microsoft® .NET Framework 2.0 is 280 MB of meer
vrije harde schijfruimte vereist.
9594
Als voorbeelden worden hier schermkopieën van Windows XP gegeven.
(1) Steek de meegeleverde toepassing
CD-ROM in het CD-ROM station van
de personal computer.
Het installatieprogramma wordt
automatisch opgestart.
Het is mogelijk dat het
opstartprogramma niet
automatisch wordt uitgevoerd,
afhankelijk van de instellingen van de personal computer. Als dit niet
automatisch wordt uitgevoerd, het “autorun.exe” bestand in het CD-
ROM station uitvoeren.
* Als op de personal computer die u gebruikt .NET Framework niet is
geïnstalleerd, dient u .NET Framework te installeren alvorens FLIGHT
DECK Manager te installeren.
■
Installeren van FLIGHT DECK Manager
Zie het helpbestand
voor details over het
gebruik van FLIGHT
DECK Manager.
Periodegegevens-
overzichtvenster
Gegevensanalyse-
overzichtvenster
Voor het gebruik van FLIGHT DECK Manager is de volgende omgeving
vereist.
[Besturingssysteem]
Microsoft® Windows Vista™ of later, of Microsoft® Windows® XP Service
Pack 3 of later
(Compatibel met Japanse, Engelse, Franse, Italiaanse, Spaanse, Duitse of
Nederlandse versies)
[Computereenheid (alleen PC/AT compatibel)]
Personal computer uitgerust met Pentium® 1GHz of hoger
■
Systeemvereisten voor het gebruik van de software
(1) Verwijder het kapje van de USB aansluiting van
de elektronische USB sleutel.
OPGELET:
Bewaar het kapje na het verwijderen op een
veilige plaats zodat dit niet kwijtraakt. Bewaar
dit bovendien buiten het bereik van kinderen.
(3) Op de personal computer wordt
het Hardware Bijwerken Wizard
venster getoond. Selecteer
"Software automatisch installeren"
en klik vervolgens op [Volgende].
* Afhankelijk van de omgeving van
de computer die u gebruikt, kunt
u opgeroepen worden
verbinding te maken met
Windows Update voor het
zoeken naar software. Selecteer
in dit geval "Nu geen verbinding
maken" en klik vervolgens op
[Volgende].
(4) Wanneer het bericht "Nieuwe
Hardware Gevonden Wizard
Gereed" wordt getoond, is de
installatie voor het gebruik van de
elektronische USB sleutel voltooid.
* Afhankelijk van de omgeving van
de computer die u gebruikt, kan
het noodzakelijk zijn de
computer te herstarten.
9796
Installeer voor het gebruik van de elektronische sleutel het
stuurprogramma voor de optionele elektronische USB sleutel.
* De installatie van FLIGHT DECK Manager moet voltooid zijn alvorens dit
gedaan kan worden.
Als voorbeelden worden hier schermkopieën van Windows XP gegeven.
(2) Steek de elektronische USB sleutel in de
USB poort van de personal computer.
■
Installeren van het stuurprogramma voor de elektronische USB sleutel
(2) Voer het 6-cijferige netwerk-ID in dat getoond wordt op de
hoofdeenheid.
Het netwerk-ID wordt getoond wanneer de hoofdeenheid op de
versiemodus is ingesteld.
Zie pagina 78 voor details.
* Als u [Cancel] klikt, wordt de invoer van het netwerk-ID
overgeslagen.
Als dit gebeurd is, kunt u nieuwe
accounts toevoegen met behulp
van het toepassingsmenu of het
pictogram in de taakbalk.
(3) Het ritgegevens-overzichtvenster
wordt getoond. Wanneer de
ritgegevens vanuit de
hoofdeenheid zijn geladen, zal de
kleur van de kalender veranderen.
(4) Sluit alle overige programma's die
op dat moment draaien en klik
daarna [Next]. Volg de instructies
op het scherm om de installatie te
voltooien.
(2) Klik de [Install FLIGHT DECK Manager] toets.
(3) Selecteer de taal voor de installatie.
* Windows in het Engels wordt hier
als voorbeeld gebruikt.
(1) Start FLIGHT DECK Manager.
Het dialoogvenster voor het toevoegen van
een nieuw account wordt getoond.
■
De eerste keer opstarten
(1) Sluit de elektronische USB sleutel aan op de personal computer.
(2) Start FLIGHT DECK Manager.
Een verbindingssignaal wordt naar de hoofdeenheid gestuurd.
(3) Start de instellingsmodus op de hoofdeenheid op.
(Zie pagina 76 voor details betreffende het opstarten van de
instellingsmodus en de methoden van gebruik.)
(4) Selecteer "PC-LINK" op de hoofdeenheid.
(5) Het verbinding-standby scherm wordt getoond.
• WACHTEN:
De hoofdeenheid wacht op een
communicatie van de computer voor het tot
stand brengen van een verbinding.
• VERBINDEN:
Communicatie is ontvangen en de
verbindingsmodus wordt tot stand gebracht.
• Link-FOUT:
Er is een verbindingsfout.
Als Link-FOUT wordt getoond
* Verander de richting van de hoofdeenheid of breng deze dichter bij
de elektronische USB sleutel.
* Schakel alle draadloze apparatuur die de communicatie tussen de
hoofdeenheid en de elektronische USB sleutel zou kunnen storen uit
of zet deze apparatuur verder weg.
(Voorbeeld: draadloze telefoons, deurtelefoons, overige apparatuur
die gebruik maakt van de 2,4GHz draadloze band)
* Gebruik tijdens de voortgang van de gegevensoverdracht geen
magnetron-ovens.
Elektromagnetische golven van magnetron-ovens kunnen storing
veroorzaken bij de communicatie.
* Als er andere hoofdeenheden in de buurt zijn die op de PC-LINK
modus staan ingesteld, deze uit de PC-LINK modus schakelen.
Als er andere elektronische USB sleutels gebruikt worden in overige
computers, deze elektronische USB sleutels verwijderen.
Controleer alle bovenstaande punten en herhaal dan de procedure
vanaf stap (1).
9998
12. Bijwerken van de software
13. Storingzoeken
U kunt de software van de hoofdeenheid bijwerken door het aansluiten
van de elektronische USB sleutel op de personal computer zodat de
personal computer met de hoofdeenheid kan communiceren. Zie voor
details de Shimano website.
OPGELET:
• Wanneer de software wordt bijgewerkt, worden alle gegevensbestanden
die in de hoofdeenheid zijn achtergebleven gewist.
* Na het bijwerken kunt u beginnen vanuit de PC-LINK modus om de
instellingen die op de PC zijn opgeslagen naar de hoofdeenheid te
schrijven.
• Gebruik bij het bijwerken van de software altijd een batterij met
voldoende capaciteit.
• Bovendien mag tijdens de voortgang van het bijwerken de batterij van
de hoofdeenheid niet verwijderd worden.
(6) De verwerking van de communicatie met de diverse eenheden
(snelheidssensor, houder, ST draadloze eenheden en
hartslagsensoreenheid) wordt onderbroken en de hoofdeenheid keert
terug naar de communicatiemodus met de personal computer.
Probleem Oplossing
Snelheidsdisplay verschijnt
niet.
Hartslagdisplay verschijnt
niet.
Controleer dat de posities van de snelheidssensor en de
hoofdeenheid (afstand en richting) correct zijn.
Controleer dat de posities van de snelheidssensor en de
magneet correct zijn.
Controleer dat paring is uitgevoerd voor de snelheidssensor.
Controleer dat paring is uitgevoerd voor de
hartslagsensoreenheid.
Versnellingsdisplay
verschijnt niet.
Controleer dat paring is uitgevoerd voor de ST draadloze
eenheden en de houder (SM-EW79F-E/I).
De laag batterijvermogen
indicator is onstabiel in de
batterijmodus.
Vervang de batterij door een nieuwe en controleer of de
display stabiel wordt.
Gebruik de elektronische USB sleutel voor het tot stand brengen van een
gegevensverbinding tussen de personal computer en de hoofdeenheid.
* De afstand tussen de hoofdeenheid en de elektronische USB sleutel mag
maximaal 1,5 m bedragen.
■
Aansluiten op de hoofdeenheid (PC-LINK)
Te gebruiken
configuraties van
kettingringtanden
Belangrijkste te gebruiken
configuratie van aantal
tandwieltanden
Grootste kettingring : 56, 55, 54, 53, 52, 50
Middelste kettingring : 42, 39, 34
Kleinste kettingring : 30
100
14. Hoofdspecificaties/Displaybereiken
Hartslag
30 – 240 bpm (slagen per minuut)
Ritafstand
0,00 – 9999,99 (km, mijlen)
Cumulatieve afstand
0,0 – 99999,9 (km, mijlen)
Langste rittijd
99 : 59 : 59
Gemiddelde snelheid
0,0 – 130,0 km/u 0,0 - 80,8 mpu
Cadans
0 - 299 omw/min
Hoogte
-550 - 9000 m
Bandomtrek
1300 - 2400 mm
Calorieverbruik
0 - 99,999 kcal
Batterij/gebruikstijd
Ongeveer één jaar (300 dagen bij gebruik van 1 uur per dag en
gebruik van PC-LINK eenmaal per week)
* Dit kan korter zijn afhankelijk van de gebruiksomgeving, de
gebruiksfrequentie van PC-LINK en overige omstandigheden.
Voorgeschreven
gebruikstemperatuurbereik:
0°C - 50°C
Montagediameter van
stuur:
31,8 mm / 25,8 mm (met gebruik van een adapter)
11 - 21T : 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 21T
11 - 23T : 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 19 - 21 - 23T
11 - 25T : 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 17 - 19 - 21 - 23 - 25T
11 - 27T : 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 17 - 19 - 21 - 24 - 27T
11 - 28T : 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 17 - 19 - 21 - 24 - 28T
12 - 23T : 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 21 - 23T
12 - 25T : 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 19 - 21 - 23 - 25T
12 - 27T : 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 19 - 21 - 24 - 27T
* Montage-instructies in andere talen zijn beschikbaar op :
http://techdocs.shimano.com
Opmerking: Specificaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving gewijzigd worden. (Dutch)
-
1
-
2
-
3
-
4
-
5
-
6
-
7
-
8
-
9
-
10
-
11
-
12
-
13
-
14
-
15
-
16
-
17
-
18
-
19
-
20
-
21
-
22
-
23
-
24
-
25
-
26
-
27
-
28
Gerelateerde artikelen
-
Shimano SM-EW79F-E Service Instructions
-
Shimano SC-6500 de handleiding
-
Shimano SW-7970 Service Instructions
-
-
Shimano SC-6502 Service Instructions
-
Shimano FD-7900 Service Instructions
-
Shimano SC-7900 Service Instructions
-
Shimano SM-EW79A-I Service Instructions
-
-
Shimano RD-C810 Service Instructions