! "#$"%&
Het is niet nodig dat voor ieder voorbeeld de TVM-waarden opnieuw
worden ingevoerd. Hoeveel kunt u lenen met de waarden die u zojuist
hebt ingevoerd (pagina 6), als u betalingen van $100,00 wilt doen?
Hoeveel kunt u lenen tegen een rente van 9,5%?
100FP
Voert het nieuwe bedrag van de
betaling in. (Betaalde bedragen
zijn negatief.)
$
Berekent het bedrag dat u kunt
lenen.
9.5L
Voert de nieuwe rentevoet in.
$
Berekent de nieuwe huidige
waarde voor een betaling van
$100,00 bij een rente van
9,5%.
10L
Voert de oorspronkelijke rente
opnieuw in.
14000$
Voert de oorspronkelijke hui-
dige waarde opnieuw in.
P
Berekent de oorspronkelijke
betaling.
Amortisatie
Na het berekenen van een betaling met "Time Value of Money"
(TVM), voert u de periodes in waarin geamortiseerd wordt, en drukt u
vervolgens op
H!
. Druk dan op
=
om de rente, hoofdsom en
saldowaarden te bekijken (respectievelijk aangeduid door de PRIN-,
INT-, en BAL-indicator).
Amortiseer met behulp van het vorige TVM-voorbeeld (pagina 6), een
enkelvoudige betaling en vervolgens een reeks betalingen.
Amortiseer de 20
ste
betaling van de lening.
20N
Voert de betaling in die moet geam-
ortiseerd worden.
H!
Geeft de betaling weer die moet
geamortiseerd worden.
=
Geeft de hoofdsom weer.
=
Geeft de rente weer. (Betaalde
bedragen zijn is negatief.)
=
Geeft het saldo weer.
Amortiseer de 1
ste
tot en met de 12
de
betalingen van de lening.
Rentevoetconversies
Om te converteren tussen de nominale en effectieve rente, voert u de
bekende rente en het aantal periodes per jaar in en berekent u
vervolgens de onbekende rente.
1N12
Voert de reeks betalingen in die
moeten geamortiseerd worden.
H!
Geeft de reeks van periodes
(betalingen) weer.
=
Geeft de hoofdsom weer.
=
Geeft de rente weer. (Betaalde
bedragen zijn negatief.)
=
Geeft het saldo weer.
H&
Nominaal rentepercentage.
Hx
Effectief rentepercentage.
H¢
Periodes per jaar.
Bereken de jaarlijkse effectieve rente van een nominale rente van 10%
die maandelijks samengesteld wordt.
IRR/YR en NPV
10H&
Voert de nominale rente in.
12H¢
Voert het aantal betalingen per jaar
in.
Hx
Berekent de jaarlijkse effectieve
rente.
H¢
Aantal periodes per jaar (standaardwaarde is 12).
J
Cashflows, maximaal 15 (“j” geeft het nummer van
de cashflowgroep aan).
Ha
Aantal keren dat cashflow “j” achtereenvolgens
voorkomt.
HW
Intern rendement per jaar.
Hl
Netto huidige waarde.
Wat is de IRR/YR, als u een initiële uitgaande cashflow hebt van
$40.000, gevolgd door maandelijks inkomende cashflows van $4.700,
$7.000, $7.000, en $23.000? Wat is de IRR per maand?
Wat is de NPV als de discontorente 10% is?
HD
Wist het hele geheugen.
12H¢
Stelt het aantal betalingen per jaar
in.
40000FJ
Voert de initiële uitgaande cash-
flow in.
4700J
Voert de eerste cashflow in.
7000J
Voert de tweede cashflow in.
2Ha
Voert in hoe vaak de cashflow acht-
ereenvolgens voorkomt.
23000J
Voert de derde cashflow in.
HW
Berekent IRR/YR.
¤12=
Berekent IRR per maand.
10L
Vo e r t I/YR in.
Hl
Berekent NPV.
Statistiek
Hª
Wist statistische registers.
getal
_
Voert statistische gegevens met één varia-
bele in.
getal
H^
Verwijdert statistische gegevens met één
variabele.
getal1
N
getal2
_
Voert statistische gegevens met twee varia-
belen in.
getal1
N
getal2
H^
Verwijdert statistische gegevens met twee
variabelen.
HBH©
Gemiddelden van x en y.
Hc
Gemiddelde van x gewogen door y.
HXH©
Steekproefstandaarddeviatie voor x en y.
HkH©
Populatiestandaarddeviatie voor x en y.
y-waarde
HQH©
Benadering van x en de correlatiecoëf-
ficiënt.
x-waarde
HR
Benadering van y.
0HRH©
Snijpunt met de y-as en de richtingscoëf-
ficiëntrichtingscoëfficiënt.