52
AFSTANDSMETING
Om de afstand tot een object te meten, moet het
precies worden gepeild. Hiervoor activeert u het richt-
punt door de grote knop (2) een keer in te drukken.
Na het loslaten van de grote knop licht het richtpunt
nog gedurende ca. 8 seconden op. Bij ingedrukt
gehouden knop brandt het richtpunt permanent.
Terwijl dit brandt, wordt het object gepeild en door
opnieuw indrukken van de grote knop wordt de
afstandsmeting uitgevoerd en de meetwaarde vervol-
gens weergegeven. Het richtpunt gaat bij de meting
even uit. Zolang het richtpunt nog oplicht, kunt u
altijd een nieuwe meting starten met een druk op de
grote knop.
Als de afstand tot het object minder dan 10 meter
bedraagt, de reikwijdte wordt overschreden of het
object onvoldoende reflecteert, verschijnt de indicatie
_ _ _.
Als de indicatie verdwijnt, schakelt de LEICA RANGE-
MASTER CRF 1000 zichzelf automatisch uit.
SCAN-MODUS
Met de LEICA RANGEMASTER CRF 1000 kan ook con-
tinu worden gemeten: Wanneer de grote knop (2) bij de
tweede keer indrukken wordt vastgehouden, schakelt
het toestel na ca. 2,5 seconde over naar de scanfunctie
en voert dan permanent metingen uit. Dit is te herken-
nen aan de wisselende indicatie: Na ca. iedere 1 seconde
wordt een
nieuwe meetwaarde
weergegeven.
De scanfunctie is vooral praktisch bij de meting op
kleine en bewegende doelen.
Opmerking:
In de scanmodus is het stroomverbruik op basis van
de permanente metingen hoger dan bij afzonderlijke
metingen.
4_Rangemaster_CRF 1600_nl.indd 52 01.10.10 12:11