Ryobi RLM140SP Handleiding

Categorie
Grasmaaiers
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

61
Nederlands
NL
F GB D E I P S DK N FIN GR HU CZ RU RO PL SLO HR TR EST LT LV SK BG
Hartelijk dank voor uw aankoop van een Ryobi
grasmaaier.
Uw nieuwe grasmaaier werd ontworpen en geproduceerd
volgens Ryobis hoge normen inzake betrouwbaarheid,
gebruiksvriendelijkheid en -veiligheid. Wanneer het toestel
goed wordt onderhouden, zal het jarenlang duurzame en
betrouwbare prestaties leveren.
WAARSCHUWING:
De gebruiker moet deze gebruiksaanwijzing lezen
en begrijpen om het risico op verwondingen te
beperken.
WAARSCHUWING:
Probeer dit toestel niet te bedienen vooraleer u alle
instructies, veiligheidsvoorschriften, enz. in deze
gebruiksaanwijzing grondig heeft doorgelezen en
volledig begrijpt. Wanneer u dit niet doet, kan dit
ongevallen veroorzaken met mogelijks brand en
ernstige verwondingen tot gevolg. Bewaar deze
handleiding en raadpleeg hem regelmatig om het
toestel veilig te blijven gebruiken en om anderen te
instrueren die dit toestel mogelijks gebruiken.
LEES ALLE INSTRUCTIES.
BESCHRIJVING
Raadpleeg guur 1.
1. Brandstofbalg
2. Oliedop/Oliepeilmeter
3. Brandstofdop
4. Starthendel
5. Hendelknop
6. Lucht lter
7. Controleknop aanwezigheid bediener
8. Grasvanger
9. Hoogteafstellingshendel
10. Besturingscontrole (enkel op model RLM140SP)
11. Uitlaatklep achteraan
12. Bougiekap
13. Trekstartgeleidkoord
ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Deze grasmaaier kan handen en voeten amputeren
en voorwerpen wegslingeren. Wanneer u deze
voorschriften niet opvolgt, kan dit leiden tot ernstige
verwondingen of de dood.
Laat nooit toe dat kinderen of personen die niet met
deze instructies vertrouwd zijn, dit toestel bedienen.
De plaatselijke wetgeving kan beperkingen opleggen
i.v.m. de leeftijd van de bediener.
Hou het gebied vrij van omstanders, kinderen en
huisdieren terwijl u maait. Stop het toestel indien
iemand het gebied binnenkomt.
Tragische ongevallen kunnen gebeuren indien de
bediener niet alert is op de aanwezigheid van kinderen.
Kinderen worden door het toestel en de maaiactiviteiten
vaak aangetrokken. Neem nooit aan dat kinderen
zullen blijven waar u ze laatst zag.
Hou kinderen uit het maaibereik en onder toezicht
van een verantwoordelijke volwassene die niet de
bediener is.
Wees alert en schakel de maaier uit indien een kind
het bereik binnenkomt.
Laat nooit toe dat kinderen het toestel bedienen.
Wees extra voorzichtig wanneer u een blinde hoek,
struikgewas, bomen of andere voorwerpen die uw
zicht op een kind kunnen belemmeren, nadert.
Hou er rekening mee dat de bediener of gebruiker
verantwoordelijk is voor ongevallen of gevaren t.o.v.
anderen of hun eigendom.
Bedien het toestel niet terwijl u op blote voeten loopt
of wanneer u sandalen of gelijkaardig licht schoeisel
draagt. Draag veiligheidsschoenen die uw voeten
zullen beschermen en ervoor zorgen dat u steviger op
gladde ondergrond staat.
Draag geen losse kledij of sierraden. Ze kunnen
vastraken in de bewegende delen.
Draag altijd een veiligheidsbril met zijdelingse
bescherming. Een normale bril heeft enkel glazen
die aan de impact kan weerstaan. Dit is GEEN
veiligheidsbril. Wanneer u dit voorschrift opvolgt, zal
het risico op oogletsels verminderen. Gebruik een
stofmasker indien de bediening van het toestel veel
stof veroorzaakt.
Draag een veiligheidsbril wanneer u dit toestel
bedient.
Gebruik het juiste toestel. Gebruik de grasmaaier niet
voor een andere soort klus dan waarvoor het toestel
geschikt is.
Ruim telkens de werkplek op voor u begint. Verwijder
alle voorwerpen, zoals stenen, stokken, draad, benen,
speelgoed of andere voorwerpen die door het snijblad
kunnen worden weggeslingerd. Blijf achter het handvat
wanneer de motor draait.
Vervang defecte uitlaten.
Doe een visuele controle van de grasmaaier voor
elk gebruik om er zeker van te zijn dat snijbladen,
snijbladmoeren en het snijmechanisme niet zijn
versleten of beschadigd.
Bedien de motor niet in een kleine ruimte waar er gevaar
bestaat voor de ophoping van koolstofmonoxide.
Bedien de grasmaaier enkel bij daglicht of bij goede
kunstmatige verlichting.
Blijf alert, kijk naar wat u doet en gebruik uw gezond
RLM140HP-25lgs 09Jun11.indd Sec1:61RLM140HP-25lgs 09Jun11.indd Sec1:61 6/11/09 3:30:50 PM6/11/09 3:30:50 PM
62
Nederlands
NL
F GB D E I P S DK N FIN GR HU CZ RU RO PL SLO HR TR EST LT LV SK BG
verstand wanneer u de grasmaaier bedient. Bedien
de grasmaaier niet wanneer u moe bent of onder de
invloed bent van drugs, alcohol of medicatie. Een
moment van onoplettendheid terwijl u de grasmaaier
bedient kan leiden tot ernstige verwondingen.
Gebruik de grasmaaier niet in vochtige of natte
omstandigheden of wanneer het regent.
Bewaar steeds een stevige houvast en goed
evenwicht. Rek u niet uit, waardoor u uw evenwicht
kunt verliezen.
Maai dwars langs hellingen, nooit op en neer. Wees
uiterst voorzichtig wanneer u op een helling van richting
verandert.
Maai geen nat gras en maai niet op uiterst steile
hellingen. Een slechte houvast kan ertoe leiden dat u
uitglijdt en valt. Stap steeds, loop nooit.
Maai nooit in de buurt van afgronden, grachten of
oevers.
Trek de grasmaaier nooit achteruit tenzij echt
noodzakelijk. Indien u de grasmaaier achteruit moet
trekken weg van een muur of hindernis, kijk dan eerst
naar beneden en achterom om te voorkomen dat u
struikelt.
Stop de motor indien de grasmaaier moet worden
opgetild om het te verplaatsen, bij het oversteken van
een oppervlakte dat geen gras is, en wanneer u de
grasmaaier van en naar het maaibereik verplaatst.
Bedien de grasmaaier niet zonder dat de volledige
grasvanger, opvangbeschermer, achterste beschermer
of andere beschermingsvoorzieningen volledig en in
goede staat zijn geïnstalleerd.
Wijzig de motorinstellingen niet en overdrijf de snelheid
van de motor niet.
Start de motor zorgvuldig volgens de instructies en hou
u voeten van het snijblad weg.
Kantel de grasmaaier niet wanneer u de motor start.
Start de motor niet wanneer u voor de uitlaat staat.
Hou uw handen en voeten weg van het maaibereik.
Hou de uitlaatopening altijd vrij.
Til de grasmaaier nooit op of draag hem nooit terwijl de
motor draait.
Laat de grasmaaier niet onbeheerd achter terwijl hij
draait.
Vermijd gaten, sporen, oneffenheden, stenen of andere
verborgen voorwerpen. Een oneven terrein kan ervoor
zorgen dat u wegglijdt en valt.
Plan uw maaipatroon zodanig dat u voorkomt dat
afval op wegen, voetpaden, voorbijgangers, e.d.
terechtkomt. Vermijd ook dat afval tegen een muur of
hindernis terechtkomt, wat ervoor kan zorgen dat het
materiaal naar de bediener wordt teruggeslingerd.
Wees extra voorzichtig wanneer u blinde hoeken,
struiken, bomen of andere voorwerpen die uw zicht
kunnen belemmeren, nadert.
Gooi afval nooit in de richting van een persoon. Vermijd
dat afval tegen een muur of hindernis terechtkomt.
Dit materiaal kan naar de bediener worden
teruggeslingerd.
Voorwerpen die door het snijblad van de grasmaaier
worden geraakt, kunnen ernstige verwondingen
veroorzaken. Het gazon moet altijd zorgvuldig worden
geïnspecteerd en alle voorwerpen moeten telkens
worden verwijderd vooraleer u maait.
Leg de motor stil, ontkoppel de bougiekabel en wacht tot
het snijblad volledig tot stilstand is gekomen vooraleer
u de grasvanger verwijdert of de uitlaat vrijmaakt. Het
snijblad blijft enkele seconden draaien nadat de motor
werd stilgelegd. Plaats nooit een lichaamsdeel in het
snijbladbereik tot u zeker bent dat het snijblad niet
meer draait.
Leg de motor stil en wacht tot het snijblad volledig tot
stilstand is gekomen vooraleer u de grasmaaier reinigt,
de grasvanger verwijdert of de uitlaat vrijmaakt.
Wanneer de grasmaaier een vreemd voorwerp raakt,
volg dan deze stappen:
Leg de grasmaaier stil en ontkoppel de
bougiekabel.
Controleer de grasmaaier en grasvanger grondig
op schade.
Herstel alle schade vooraleer u herstart en de
grasmaaier verder gebruikt.
Indien de grasmaaier abnormaal begint te trillen,
legt u de motor stil, ontkoppelt u de bougiekabel en
controleert u onmiddellijk wat de oorzaak kan zijn.
Trillingen zijn over het algemeen een waarschuwing
voor problemen. Controleer de staat van het snijblad
aangezien een ongelijk versleten of beschadigd snijblad
abnormaal trillen kan veroorzaken. Oneven versleten
of beschadigde snijbladen moeten onmiddellijk worden
vervangen om het risico op ernstige verwondingen te
vermijden.
Laat de motor afkoelen voor u de grasmaaier in een
gesloten ruimte opbergt.
Hou de motor, uitlaat en benzineopslagruimte vrij van
gras, bladeren en overmatig vet om het brandgevaar te
beperken.
Controleer de grasvanger regelmatig op slijtage en
sleet.
Hou het toestel in een goede staat. Hou de snijbladen
scherp en de beschermers op hun plaats en in een
goede staat.
Controleer regelmatig of alle moeren, bouten en vijzen
goed zijn vastgemaakt om zeker te zijn dat het toestel
veilig kan worden gebruikt.
Wanneer de grasmaaier niet wordt gebruikt, wordt
hij best in een goed geventileerde, droge, afgesloten
ruimte bewaard – buiten het bereik van kinderen.
Volg de instructies van de fabrikant inzake goed
RLM140HP-25lgs 09Jun11.indd Sec1:62RLM140HP-25lgs 09Jun11.indd Sec1:62 6/11/09 3:30:51 PM6/11/09 3:30:51 PM
63
Nederlands
NL
F GB D E I P S DK N FIN GR HU CZ RU RO PL SLO HR TR EST LT LV SK BG
gebruik en installatie van toebehoren. Gebruik
alleen toebehoren die door de fabrikant werden
goedgekeurd.
Indien de benzinetank moet worden leeggemaakt,
moet dit buitenshuis gebeuren.
Ontkoppel de bougiekabel vooraleer u het toestel
afstelt, toebehoren wijzigt, vervoert of opbergt. Zulke
preventieve maatregelen verkleinen het risico dat het
toestel per ongeluk start.
Het onderhoud van het toestel mag enkel door erkend
onderhoudspersoneel worden uitgevoerd. Service
of onderhoud dat door niet-erkend personeel wordt
uitgevoerd kan leiden tot verwondingen bij de bediener
of schade aan het product.
Gebruik uitsluitend identieke vervangonderdelen
wanneer het product wordt onderhouden. Het gebruik
van niet-erkende onderdelen kan het risico op ernstige
verwondingen bij de gebruiker of schade aan het
product veroorzaken.
Bewaar deze instructies. Raadpleeg ze regelmatig
en gebruik ze om anderen die dit product mogelijks
gebruiken, te instrueren. Wanneer u iemand dit toestel
uitleent, leen dan deze instructies ook uit.
SYMBOLEN
Belangrijk: Sommige van de volgende symbolen kunnen bij dit toestel worden gebruikt. Bestudeer ze en leer hun
betekenis. Een correcte interpretatie van deze symbolen zal het gebruik van dit toestel veiliger en beter maken.
SYMBOOL NAAM UITLEG
Veiligheidswaarschuwing Waarschuwingen die uw veiligheid betreffen.
Lees de gebruiksaanwijzing
Om het risico op verwondingen te verminderen, moet
gebruiker de gebruiksaanwijzing lezen en begrijpen
vooraleer hij het toestel in gebruik neemt.
Gezichtsbescherming
Draag altijd een veiligheidsbril of gezichtsbescherming
met zijdelingse bescherming en, indien nodig, een volledig
gezichtsscherm terwijl u dit toestel bedient.
Hou omstanders uit de buurt Hou omstanders minstens 15 m uit de buurt.
Gevaar voor het verstrikt raken
in de riem
Hou alle lichaamsdelen en kledingsstukken weg van de riem
of andere bewegende delen.
Bewegende delen
Hou altijd afstand van de bewegende delen om
verwondingen te voorkomen.
Hou handen en voeten weg Gevaar. Hou handen en voeten weg.
Terugkaatsen
Voorwerpen die worden weggeslingerd kunnen letsels en
schade aan eigendommen veroorzaken.
Warme oppervlakte
Vermijd contact met warme oppervlakten om het risico op
verwondingen of schade te verminderen.
Verboden te roken
Verboden te roken en hou afstand van open vlammen
en vonken wanneer u de brandstoftank vult of brandstof
manipuleert.
RLM140HP-25lgs 09Jun11.indd Sec1:63RLM140HP-25lgs 09Jun11.indd Sec1:63 6/11/09 3:30:51 PM6/11/09 3:30:51 PM
64
Nederlands
NL
F GB D E I P S DK N FIN GR HU CZ RU RO PL SLO HR TR EST LT LV SK BG
Benzine
Gebruik loodvrije benzine geschikt voor motorvoertuigen met
een octaangehalte van 87 [(R + M) / 2] of hoger
Olie Gebruik SAE 30 of 10W30 API-SJ olie
Conform alle wettelijke normen in de EU-landen waar het
product wordt verkocht.
De volgende kernwoorden en verklaringen zijn bedoeld om de gevaarniveaus die op dit toestel betrekking hebben, te
verklaren.
SYMBOOL SIGNAAL BETEKENIS
GEVAAR:
Wijst op een gevaarlijke situatie die, als ze niet wordt voorkomen,
dodelijk kan zijn of ernstige verwondingen kan veroorzaken.
WAARSCHUWING:
Wijst op een mogelijks gevaarlijke situatie die, als ze niet wordt
voorkomen, dodelijk kan zijn of ernstige verwondingen kan
veroorzaken.
LET OP:
Wijst op een mogelijks gevaarlijke situatie die, als ze niet wordt
voorkomen, kleine of middelmatige verwondingen kan veroorzaken.
LET OP:
(Zonder veiligheidssymbool) Wijst op een situatie die kan resulteren in
schade aan voorwerpen.
ONDERHOUD
Het onderhoud vereist extreme voorzichtigheid en
deskundigheid en mag enkel door een gekwali ceerde
onderhoudstechnicus worden uitgevoerd. Wij raden u
aan het toestel voor herstellingen naar uw dichtstbijzijnde
ERKENDE ONDERHOUDSDIENST terug te brengen.
Gebruik voor het onderhoud alleen identieke
vervangingsonderdelen.
WAARSCHUWING:
Probeer dit product niet te gebruiken vooraleer
u de gebruiksaanwijzing goed heeft gelezen en
helemaal heeft begrepen om ernstige verwondingen
te voorkomen. Als u de waarschuwingen en
instructies in de handleiding niet begrijpt, gebruik
dit toestel dan niet. Bel de Ryobi-klantendienst
voor hulp.
WAARSCHUWING:
Het gebruik van gereedschap kan ertoe leiden dat
vreemde voorwerpen in de ogen terechtkomen
wat kan leiden tot ernstige oogschade. Vooraleer
u het gereedschap begint te gebruiken, dient u
steeds gezichtsbescherming of een veiligheidsbril
met zijdelingse bescherming of, indien nodig,
een volledig gezichtsscherm te gebruiken. Wij
raden breedzichtveiligheidsmaskers aan voor
gebruik op een bril of een normale veiligheidsbril
met zijdelingse bescherming. Gebruik altijd
gezichtsbescherming conform EN 166.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES EN GEEF
ZE DOOR ALS DE GRASMAAIER DOOR IEMAND
ANDERS WORDT GEBRUIKT
SPECIFICATIES
Motor……………......................................……140cc OHV
Aandrijfsysteem
RLM140HP…………………...........................……..Duwen
RLM140SP…….............……..Zelftrekker op achterwielen
Snelheid zonder lading…..……..2.700-2.800 t/min. (TPM)
Maaibereik……………..............................…45 cm (18 in.)
Hoogteafstelling…..............................................7 posities,
19 mm – 76 mm (.75 – 3 in.)
Wielafmeting……..........................…..17,8 cm (7 in.) voor,
20,3 cm (8 in.) achter
Capaciteit graszak……......................….…1,8 bu / 55 liter
RLM140HP-25lgs 09Jun11.indd Sec1:64RLM140HP-25lgs 09Jun11.indd Sec1:64 6/11/09 3:30:52 PM6/11/09 3:30:52 PM
65
Nederlands
NL
F GB D E I P S DK N FIN GR HU CZ RU RO PL SLO HR TR EST LT LV SK BG
Geluidssterkte…………................……..95 (LWAm) dB (A)
Geluidsdruk……….……......................…..80 (LpA) dB (A)
Trillingsniveau…………………………...........…….3,6 m/s²
Gewicht
RLM140HP………………................……30 kg (66 lbs.)
RLM140SP…………….....................…32kg (70,5 lbs.)
MONTAGE
WAARSCHUWING:
Als er onderdelen zijn beschadigd of ontbreken,
gebruik dan het toestel niet vooraleer de onderdelen
werden vervangen. Wanneer u het toestel met
beschadigde of ontbrekende onderdelen gebruikt,
kan dit mogelijks ernstige letsels veroorzaken.
WAARSCHUWING:
Probeer het toestel niet aan te passen of
toebehoren te creëren waarvan het gebruik met
dit toestel niet is aangewezen. Een dergelijke
aanpassing of wijziging wordt als misbruik
beschouwd en kan leiden tot gevaarlijke situaties
die ernstige verwondingen kunnen veroorzaken.
WAARSCHUWING:
Om te voorkomen dat het toestel ongewild start en
zo ernstige letsels veroorzaakt, dient u steeds de
bougiekabel van de motor te ontkoppelen wanneer
u onderdelen monteert.
WAARSCHUWING:
Monteer of stel nooit een toebehoren af terwijl de
grasmaaier draait. Indien u de motor niet stillegt,
kan dit ernstige letsels veroorzaken.
WAARSCHUWING:
Bedien de grasmaaier nooit zonder goed
werkende veiligheidsvoorzieningen die in goede
staat verkeren. Bedien de grasmaaier nooit
met beschadigde veiligheidsvoorzieningen.
Het bedienen van de grasmaaier zonder goed
werkende veiligheidsvoorzieningen kan leiden tot
ernstige verwondingen.
Raadpleeg guur 2.
Plaats de handvaten in de juiste bedieningspositie en
maak de knoppen aan de handvaten vast.
Maak de trekstartgeleidingsknop los, plaats de
trekstartkabel in de geleider op het handvat en maak
de knop opnieuw vast.
Installeer de grasvanger.
WERKING
Lees de gebruiksaanwijzing en volg alle
waarschuwingen en veiligheidsvoorschriften op.
Draag gezichtsbescherming.
Hou alle omstanders, vooral kinderen en
huisdieren, op tenminste 15 m. afstand van het
maaibereik.
BRANDSTOF TANKEN EN BIJTANKEN
WAARSCHUWING:
Ga altijd voorzichtig met brandstof om; het is uiterst
ontvlambaar.
Bewaar benzine steeds in containers die speciaal
hiervoor werden ontworpen.
Tank altijd buitenshuis waar er geen vonken of vlammen
zijn. Adem geen benzinedampen in. Rook niet terwijl u
tankt of brandstof manipuleert.
Zorg ervoor dat benzine of olie niet met uw huid in
contact komt.
Hou benzine en olie uit de buurt van uw ogen. Indien
benzine of olie met uw ogen in contact komt, spoel dan
onmiddellijk met proper water. Als de irritatie aanhoudt,
raadpleeg dan onmiddellijk een dokter.
Ruim onmiddellijk gemorste brandstof op.
BRANDSTOFTANK VULLEN (Fig. 3)
WAARSCHUWING:
Leg de motor altijd stil vooraleer u tankt. Voeg nooit
brandstof toe of verwijder nooit de brandstofdop
terwijl de motor draait of warm heeft. Ga op
minstens 9 m afstand van de tanklocatie staan
voor u de motor start. Verboden te roken! Wanneer
u deze waarschuwing niet in acht neemt, kan dit
leiden tot ernstige letsels.
Maak het oppervlak rond de brandstofdop schoon om
vervuiling te vermijden.
Maak de brandstofdop voorzichtig los om de druk te
verlagen en om te vermijden dat brandstof rond de dop
ontsnapt. Leg de dop op een proper oppervlak.
Vul het reservoir voorzichtig met het brandstofmengsel.
Vermijd morsen.
Controleer en reinig de zegelring en plaats dan alle
brandstof- en containerdoppen terug.
Ruim gemorste brandstof op. Ga op tenminste 9
m afstand van de tanklocatie staan voor u de motor
start.
OPMERKING: Het is normaal dat er wat rookuitstoot is
tijdens het eerste gebruik.
RLM140HP-25lgs 09Jun11.indd Sec1:65RLM140HP-25lgs 09Jun11.indd Sec1:65 6/11/09 3:30:54 PM6/11/09 3:30:54 PM
66
Nederlands
NL
F GB D E I P S DK N FIN GR HU CZ RU RO PL SLO HR TR EST LT LV SK BG
OLIE TOEVOEGEN/CONTROLEREN (Fig. 3)
Motorolie heeft een grote invloed op de motorprestaties
en het dienstleven van het toestel. Voor algemeen gebruik
bij alle temperaturen, raden wij SAE 10W-30 aan. Gebruik
altijd motorolie voor viertaktmotoren die aan de vereisten
voor API-service classi catie SJ voldoet of overstijgt.
OPMERKING: Olie zonder detergent of tweetaktolie zal
de motor beschadigen en mag niet worden gebruikt.
Motorolie toevoegen:
Zorg ervoor dat de grasmaaier vlak staat en het gebied
rond de oliedop/oliepeilmeter proper is.
Verwijder de dop en het zegel van de voorziene
olie es.
Draai de oliedop/oliepeilmeter los en verwijder deze.
Voeg traag olie toe. Vul tot de ‘vol’-lijn op de
oliepeilmeter. Voeg niet teveel olie toe.
OPMERKING: Wanneer u het oliepeil controleert, stopt u
de oliepeilmeter in de olietank, maar
schroeft u die niet vast.
Herbevestig de oliedop/oliepeilmeter en draai vast.
Motorolie controleren:
Zorg ervoor dat de grasmaaier vlak staat en het gebied
rond de oliedop/oliepeilmeter proper is.
Verwijder de oliedop/oliepeilmeter. Wrijf schoon en
stop de oliepeilmeter terug in de olietank, maar schroef
niet vast.
Verwijder de oliedop/oliepeilmeter opnieuw en
controleer het olieniveau. Voeg, indien nodig, olie toe.
GRASMAAIER STARTEN EN STOPPEN (Fig. 3)
WAARSCHUWING
Start of laat de motor nooit in een afgesloten of
slecht verluchte ruimte draaien; inlaatgassen
inademen kan dodelijk zijn.
MOTOR STARTEN
Druk de brandstofbalg 3 keer stevig in.
OPMERKING: Deze stap is normaal gezien niet nodig
wanneer u een motor start die al enkele minuten heeft
gedraaid.
Hou de controleknop voor de aanwezigheid van de
bediener ingedrukt tegen het handvat.
Trek aan het startkoord tot de motor draait. Laat het
startkoord traag los zodat deze niet terugveert.
OPMERKING: Het kan nodig zijn om het pompen te
herhalen bij kouder weer. Bij warmer weer kan teveel
pompen ertoe leiden dat de motor verzuipt en niet start.
Als u de motor verzuipt, wacht dan een paar minuten voor
u probeert te starten en herhaal het pompen NIET.
MOTOR STOPPEN
Laat de controleknop voor de aanwezigheid van de
bediener los en laat de motor tot volledige stilstand
komen.
SNIJBLADHOOGTE INSTELLEN (Fig. 4)
Wanneer de grasmaaier wordt verscheept, zijn de wielen
op een lage maaipositie ingesteld. Vooraleer u de maaier
voor het eerst gebruikt, stelt u de maaipositie af volgens
de hoogte die voor uw gazon het best geschikt is. Het
gemiddelde gazon moet tussen de 1-1/2 in. (2,5 – 1,2 cm)
tot 2 in. (5 cm) lang zijn tijdens de koude maanden en
tussen de 2 in. (5 cm) en 3 in. (7,5 cm) tijdens de warme
maanden.
Snijbladhoogte instellen:
Om de snijbladhoogte te verhogen, neemt u de
hoogteafstellingshendel en beweegt u die naar de
achterkant van de grasmaaier.
Om de snijbladhoogte te verminderen, neemt u de
hoogteafstellingshendel en beweegt u die naar de
voorkant van de grasmaaier.
HANDVATHOOGTE INSTELLEN (Fig. 5)
De hoogte van het handvat kan gemakkelijk worden
afgesteld volgens de voorkeur van de bediener.
Handvathoogte instellen:
Verwijder de handvatknop.
Laat de handvatmoer uitglijden en stel de hoogte in de
andere opening af.
Herbevestig de handvatmoer en –knop. Span de knop
stevig vast.
Herhaal aan de andere kant van het handvat.
MAAITIPS
Zorg ervoor dat het gazon vrij is van stenen, stokken,
draden en andere voorwerpen die de snijbladen of
motor van de grasmaaier kunnen beschadigen. Zulke
voorwerpen kunnen per ongeluk door de grasmaaier
in gelijk welke richting worden opgeworpen en
ernstige verwondingen bij de bediener en anderen
veroorzaken.
Installeer de grasvanger niet om grasafval achteraan
uit te laten. Om de uitlaatprestaties te verbeteren,
verhoogt u de snijbladinstelling.
Maai altijd een derde of minder van de hoogte van het
gras af voor beste prestaties.
Wanneer u lang gras maait, stapt u best trager om
ef ciënter maaien toe te laten en ervoor te zorgen dat
het afval goed wegraakt.
Maai geen nat gras. Het zal aan de onderkant van de
behuizing blijven vasthangen en voorkomen dat het
grasafval goed in de graszak terechtkomt of wordt
uitgelaten.
Voor nieuw of dik gras kan een smaller maaipad
RLM140HP-25lgs 09Jun11.indd Sec1:66RLM140HP-25lgs 09Jun11.indd Sec1:66 6/11/09 3:30:56 PM6/11/09 3:30:56 PM
67
Nederlands
NL
F GB D E I P S DK N FIN GR HU CZ RU RO PL SLO HR TR EST LT LV SK BG
noodzakelijk zijn.
Reinig de onderkant van de behuizing na elk gebruik
om grasafval, bladeren, vuil en andere opgehoopt puin
te verwijderen.
BEDIENING OP HELLINGEN (Fig. 6)
Hellingen zijn een belangrijke factor verbonden met
wegglijden en vallen, wat kan leiden tot ernstige
letsels. Werken op hellingen veronderstelt bijzondere
voorzichtigheid. Indien u zich op een helling
ongemakkelijk voelt, maai deze dan niet. Probeer voor
uw eigen veiligheid geen hellingen te maaien van meer
dan 15 graden.
Maai dwars langs hellingen, niet op en neer. Wees
uiterst voorzichtig wanneer u op een helling van
richting verandert.
Kijk uit voor gaten, sporen, stenen, verborgen
voorwerpen of obstakels die ervoor kunnen zorgen
dat u struikelt of wegglijdt. Lang gras kan hindernissen
verbergen. Verwijder alle voorwerpen, zoals stenen,
takken, enz. waarover u kunt vallen of die door het
snijblad kunnen worden weggeslingerd.
Zorg er altijd voor dat u stevig op de grond staat.
Wegglijden of vallen kan ernstige letsels veroorzaken.
Indien u voelt dat u uw evenwicht verliest, laat dan de
controleknop voor de aanwezigheid van de bediener
onmiddellijk los.
Maai niet in de buurt van afgronden, grachten of oevers;
u kunt uw evenwicht of vaste ondergrond verliezen.
GRASVANGER LEEG MAKEN (Fig. 7)
Leg de grasmaaier stil en wacht tot het snijblad volledig
tot stilstand is gekomen.
Hef de achterste uitlaatklep op.
Neem de grasvanger bij de handvaten vast en hef op
om van de grasmaaier te verwijderen.
Verwijder het grasafval.
Hef de achterste uitlaatklep op en herbevestig de
grasvanger.
ONDERHOUD
WAARSCHUWING:
Gebruik voor het onderhoud alleen identieke
vervangingsonderdelen. Het gebruik van enige
andere onderdelen kan gevaarlijk zijn of schade
aan het toestel veroorzaken.
WAARSCHUWING:
Draag altijd een veiligheidsbril of veiligheidsbril met
zijdelingse bescherming tijdens het werken met
elektrisch gereedschap of wanneer u stof afblaast.
Draag ook een stofmasker wanneer het werk veel
stof veroorzaakt.
ALGEMEEN ONDERHOUD
Voorkom het gebruik van oplosmiddelen wanneer u
plastic onderdelen schoonmaakt. De meeste soorten
plastic zijn gevoelig voor schade, veroorzaakt door
verschillende soorten commerciële oplosmiddelen
en kunnen door hun gebruik worden beschadigd.
Gebruik schone doeken om vuil, stof, olie, vet, enz. te
verwijderen.
Controleer regelmatig of alle moeren en bouten
nog goed vast zitten om het veilig gebruik van de
grasmaaier te verzekeren.
Verwijder alle ophopingen van gras en bladeren
op of rond de motor en de motorbehuizing. Wrijf de
grasmaaier regelmatig met een droog doek schoon.
Gebruik geen water.
SMERING
Alle lagers in dit toestel werden met voldoende smeermiddel
van hoge kwaliteit gesmeerd, wat zou moeten volstaan
voor de volledige levensduur van het toestel onder
normale gebruiksomstandigheden. Aanvullende smering
is dus niet nodig.
WAARSCHUWING:
Bescherm altijd uw handen door
veiligheidshandschoenen te dragen en/of
de snijranden van het snijblad met doeken
en ander materiaal in te pakken wanneer u
onderhoudswerken aan het snijblad uitvoert. Het
onjuist manipuleren van het snijblad kan ernstige
verwondingen veroorzaken.
WAARSCHUWING:
Stop de motor, laat het snijblad volledig stilvallen
en ontkoppel de bougiekabel van de bougie
vooraleer u onderhoudswerken wil uitvoeren.
Wanneer u deze aanwijzingen niet volgt, kan dit
leiden tot ernstige verwondingen.
SNIJBLAD VERVANGEN (Fig. 8)
Het snijblad van de grasmaaier moet scherp worden
gehouden voor de beste resultaten. Vervang een gebogen
of beschadigd snijblad onmiddellijk.
WAARSCHUWING:
Gebruik alleen vervangingssnijbladen die
door de fabrikant van uw grasmaaier werden
goedgekeurd. Wanneer u een snijblad gebruikt
dat door de fabrikant van uw grasmaaier niet werd
goedgekeurd, is dit gevaarlijk en kan dit leiden tot
ernstige verwondingen, schade aan uw grasmaaier
en het vervallen van de garantie.
RLM140HP-25lgs 09Jun11.indd Sec1:67RLM140HP-25lgs 09Jun11.indd Sec1:67 6/11/09 3:30:58 PM6/11/09 3:30:58 PM
68
Nederlands
NL
F GB D E I P S DK N FIN GR HU CZ RU RO PL SLO HR TR EST LT LV SK BG
Leg de motor stil en ontkoppel de bougiekabel. Laat
het snijblad volledig tot stilstand komen.
Kantel de grasmaaier op zijn kant (met de carburator
naar boven).
Stop een blok hout tussen het snijblad en de behuizing
van de grasmaaier om te voorkomen dat het snijblad
draait.
Maak de snijbladbout los met een 9/16 in. sleutel (niet
meegeleverd) door de bout in tegenwijzerzin te draaien,
gezien vanaf de onderkant van de grasmaaier.
Verwijder de snijbladbout, sluitring, platte sluitring en
het snijblad.
Plaats een nieuw snijblad op de as. Zorg ervoor dat het
met de gebogen uiteinden naar de bovenkant van de
maaierbehuizing wordt bevestigd en niet naar de grond
toe.
Herbevestig de platte sluitring, sluitring en snijbladbout
op de as. Draai de snijbladbout met de vinger vast
in wijzerzin, gezien vanaf de onderkant van de
grasmaaier.
OPMERKING: Zorg ervoor dat alle onderdelen in precies
dezelfde volgorde worden teruggeplaatst als waarin ze
werden verwijderd.
Koppel de snijbladbout naar beneden met een
koppelsleutel (niet meegeleverd) om ervoor te zorgen
dat de bout goed is vastgemaakt. Het aangewezen
koppel voor de snijbladbout is 48 – 55 Nm (35 – 40
ft.lb.).
OPMERKING: We randen u niet aan om het snijblad te
slijpen, maar indien u dit toch doet, zorg er dan voor dat
het snijblad in evenwicht is voor u het herbevestigt.
WIELEN VERVANGEN (Fig. 9)
Wiel vervangen:
Leg de motor stil en ontkoppel de bougiekabel. Laat
het snijblad volledig tot stilstand komen.
Verwijder de moer van de wielas en verwijder dan het
wiel.
Vervang het wiel en herbevestig de moer om vast te
maken.
LUCHTFILTER SCHOONMAKEN (Fig. 10)
Voor degelijke prestaties en een lange levensduur van uw
toestel is het nodig de lucht lter schoon te houden.
Neem het deksel van de lucht lter af door de
kliksluiting met uw duim in te drukken terwijl u het
deksel voorzichtig naar boven trekt.
Verwijder de lucht lter en reinig in warm zeepwater.
Spel en laat volledig drogen.
Wrijf de lucht lter in met een dun laagje motorolie
en wring dan uit met een absorberende doek of
huishoudpapier.
Herbevestig de lucht lter in de lucht lterbasis.
Plaats het deksel van de lucht lter terug en maak
vast.
OPMERKING: Voor de beste prestaties, moet de lter
jaarlijks worden vervangen
BRANDSTOFDOP
WAARSCHUWING:
Een lekkende brandstofdop vormt een risico voor
brand en moet onmiddellijk worden vervangen.
De brandstofdop bevat een onderhoudsvriendelijke lter
en controleklep. Een verstopte brandstof lter veroorzaakt
verminderde motorprestaties. Als de prestaties verbeteren
wanneer de brandstofdop losgedraaid wordt, controleert u
best of de klep niet defect is of de lter verstopt is. Vervang
indien nodig de brandstofdop.
MOTOROLIE VERVANGEN (Fig. 11)
De motorolie moet elke 25 gebruiksuren worden
vervangen. Vervang de olie terwijl de motorolie warm is,
maar niet heet. Dit maakt het mogelijk dat de olie snel en
volledig kan worden afgetapt.
Verwijder de oliedop/oliepeilmeter.
Kantel de grasmaaier op de zijkant en laat de olie uit
het olietank weglopen in een goedgekeurde container.
Zet de grasmaaier recht en vul met olie volgens de
instructies in het gedeelte Olie toevoegen/controleren.
OPMERKING: Gebruikte olie moet op een geschikte
stortplaats worden weggegooid. Raadpleeg uw plaatselijke
olieverkoper voor meer informatie.
BOUGIEONDERHOUD (Fig. 12)
De bougie moet voldoende opening hebben en vrij zijn
van vuil om ervoor te zorgen dat de motor goed werkt. Om
dit te controleren:
Verwijder de bougiekap.
Reinig al het vuil rond de basis van de bougie.
Verwijder de bougie met een 13/16 in. bougiesleutel
(niet meegeleverd).
Controleer de bougie op schade en reinig deze met
een staalborstel voor u deze herbevestigt. Indien die
isolatie is gebarsten of beschadigd, moet de bougie
worden vervangen.
OPMERKING: Indien u de bougie vervangt, gebruik dan
de volgende aanbevolen bougies of hun equivalenten:
Torch F6RTC of NGK BPR6ES.
Meet de bougieopening. De juiste opening is .028
- .031 in. Om de opening breder te maken, buigt u
de aardingelektrode (bovenkant), indien nodig. Om
de opening te verkleinen, tikt u de aardingelektrode
voorzichtig op een hard oppervlak.
Plaats de bougie in de voorziene opening; draad de
bougie met de hand om te voorkomen dat hij scheef
wordt ingedraaid.
Maak vast met een sleutel om de sluitring dicht te
RLM140HP-25lgs 09Jun11.indd Sec1:68RLM140HP-25lgs 09Jun11.indd Sec1:68 6/11/09 3:30:59 PM6/11/09 3:30:59 PM
69
Nederlands
NL
F GB D E I P S DK N FIN GR HU CZ RU RO PL SLO HR TR EST LT LV SK BG
drukken. Indien de bougie nieuw is, maak dan een
halve draai om de sluitring voldoende vast te maken.
Indien u een oude bougie opnieuw gebruikt, maak
dan een 1/8 tot 1/4 draai voor voldoende druk op de
sluitring.
OPMERKING: Een bougie die onvoldoende is vastgemaakt
zal heel warm worden en kan de motor beschadigen.
Herbevestig de bougiekap.
ONDERHOUD WIELAANDRIJVING (Fig. 13)
Om ervoor te zorgen dat de wielen vlot draaien, moet het
wielstel voor het opbergen worden gereinigd.
Verwijder de moer en het wiel en leg ze aan de kant.
Verwijder het stofdeksel, e-ring, sluitring, pinnen en
wielstel. Reinig al het vuil van deze voorwerpen en het
einde van de aandrijfas met een droge doek. Indien
nodig kan alcohol worden gebruikt om hardnekkig vuil
te verwijderen.
WAARSCHUWING:
Smeer geen enkel onderdeel van de wielen. Smering
kan ervoor zorgen dat de wielcomponenten defect
worden tijdens gebruik, wat kan leiden tot schade
aan de grasmaaier en/of ernstige verwondingen bij
de bediener.
Herbevestig het wielstel met de pijlen tegenover de
voorkant van de grasmaaier. Herbevestig de pinnen,
sluitring, e-ring en stofdeksel.
Herbevestig het wiel en de moer. Span aan om vast te
maken.
GRASMAAIER OPBERGEN
Wanneer u de grasmaaier 30 dagen of langer opbergt:
Indien u een brandstofstabilisator gebruikt, volgt u
de richtlijnen van de fabrikant van de stabilisator om
stabilisator aan de brandstof in de tank toe te voegen.
Laat de motor tenminste 10 minuten draaien nadat u
stabilisator heeft toegevoegd om ervoor te zorgen dat
de stabilisator de carburator bereikt.
WAARSCHUWING:
Berg de grasmaaier niet op met benzine in de tank
in een gebouw waar de gassen een open vlam of
vonk kunnen bereiken.
Indien u geen brandstofstabilisator gebruikt, laat de
motor dan draaien tot de grasmaaier volledig zonder
benzine valt.
Eens de motor is gestopt, laat dan de snijbladen volledig
tot stilstand komen en ontkoppel de bougiekabel.
Kantel de grasmaaier op de zijkant (met carburator naar
boven) en reinig grasafval dat zich aan de onderkant
van de grasmaaierbehuizing heeft opgehoopt.
Reinig de grasmaaier met een droge doek. Gebruik
geen tuinslang of hogedrukreiniger om de grasmaaier
schoon te maken.
Controleer of alle moeren, bouten, schroeven, binders,
enz. stevig zijn vastgemaakt.
Controleer de bewegende delen op schade, breuk
en slijtage. Laat beschadigde of ontbrekende delen
herstellen.
Berg de grasmaaier op in een goed geventileerde
ruimte die proper en droog is en buiten het bereid van
kinderen.
Bewaar de grasmaaier niet nabij corrosieve producten,
zoals meststof of mijnzout.
Om het handvat te verlagen voor het opbergen
(Fig. 14):
Maak geleidingsknop van het trekstartkoord los.
Verwijder het trekstartkoord van de geleider en laat
deze in de motor terugtrekken.
Maak de handvatknoppen volledig los aan de zijkanten
van het handvat en plooi het bovenste handvat.
Druk elk uiteinde van het handvat naar binnen en hef
de zijkanten van het handvat voorbij de rand van de
handvatbevestigingshaken.
Plooi het handvat naar voor en zorg ervoor dat deze
niet buigt of de besturingskabels draait.
RLM140HP-25lgs 09Jun11.indd Sec1:69RLM140HP-25lgs 09Jun11.indd Sec1:69 6/11/09 3:30:59 PM6/11/09 3:30:59 PM
70
Nederlands
NL
F GB D E I P S DK N FIN GR HU CZ RU RO PL SLO HR TR EST LT LV SK BG
PROBLEEMOPLOSSEN
PROBLEEM MOGELIJKE OORZAAK OPLOSSING
Handvat niet in de juiste
positie.
Handvat werd verkeerd
geplaatst.
Handvatknoppen niet
vastgemaakt.
Controleer of het lagere deel van het handvat volledig is
teruggeduwd en in de juiste positie is geklikt.
Maak de handvatknoppen stevig vast.
Motor start niet.
Geen ontsteking.
Geen benzine.
Motor is verzopen.
Startkoord trekt nu harder dan
wanneer nieuw.
Gebruik de ontstekingstester om de goede werking van
de bougie te controleren.
Vul de grasmaaier met benzine. Neem contact op met
een onderhoudsdealer indien de grasmaaier nog steeds
niet start.
Wacht 15 minuten en probeer dan de grasmaaier
opnieuw te starten. Pomp niet voor u probeert te starten.
Neem contact op met een onderhoudsdealer.
Grasmaaier is moeilijk
vooruit te duwen.
Hoog gras, achterkant van de
grasmaaier-behuizing en het
snijblad slepen in hoog gras
of de snijhoogte is te laag.
Wielstel moet worden
gereinigd.
Verhoog de maaihoogte.
Reinig het wielstel. Zie Onderhoud wielaandrijving.
Motor trilt bij hogere
snelheid.
Snijblad is niet in evenwicht.
Gebogen motoras.
Vervang het snijblad.
Leg de motor stil, ontkoppel de bougiekabel van de
bougie en controleer op schade. Laat herstellingen door
een erkende onderhoudsdienst uitvoeren vooraleer u
herstart.
RLM140HP-25lgs 09Jun11.indd Sec1:70RLM140HP-25lgs 09Jun11.indd Sec1:70 6/11/09 3:31:00 PM6/11/09 3:31:00 PM

Documenttranscriptie

F GB D E I P NL S DK N FIN GR HU CZ RU RO PL SLO HR TR EST LT LV SK BG Nederlands Hartelijk dank voor uw aankoop van een Ryobi grasmaaier. ■ Uw nieuwe grasmaaier werd ontworpen en geproduceerd volgens Ryobis hoge normen inzake betrouwbaarheid, gebruiksvriendelijkheid en -veiligheid. Wanneer het toestel goed wordt onderhouden, zal het jarenlang duurzame en betrouwbare prestaties leveren. ■ WAARSCHUWING: De gebruiker moet deze gebruiksaanwijzing lezen en begrijpen om het risico op verwondingen te beperken. WAARSCHUWING: Probeer dit toestel niet te bedienen vooraleer u alle instructies, veiligheidsvoorschriften, enz. in deze gebruiksaanwijzing grondig heeft doorgelezen en volledig begrijpt. Wanneer u dit niet doet, kan dit ongevallen veroorzaken met mogelijks brand en ernstige verwondingen tot gevolg. Bewaar deze handleiding en raadpleeg hem regelmatig om het toestel veilig te blijven gebruiken en om anderen te instrueren die dit toestel mogelijks gebruiken. ■ ■ LEES ALLE INSTRUCTIES. ■ BESCHRIJVING ■ Raadpleeg figuur 1. 1. Brandstofbalg 2. Oliedop/Oliepeilmeter 3. Brandstofdop 4. Starthendel 5. Hendelknop 6. Luchtfilter 7. Controleknop aanwezigheid bediener 8. Grasvanger 9. Hoogteafstellingshendel 10. Besturingscontrole (enkel op model RLM140SP) 11. Uitlaatklep achteraan 12. Bougiekap 13. Trekstartgeleidkoord ■ ■ ■ ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN ■ ■ ■ ■ Deze grasmaaier kan handen en voeten amputeren en voorwerpen wegslingeren. Wanneer u deze voorschriften niet opvolgt, kan dit leiden tot ernstige verwondingen of de dood. Laat nooit toe dat kinderen of personen die niet met deze instructies vertrouwd zijn, dit toestel bedienen. De plaatselijke wetgeving kan beperkingen opleggen i.v.m. de leeftijd van de bediener. ■ ■ ■ Hou het gebied vrij van omstanders, kinderen en huisdieren terwijl u maait. Stop het toestel indien iemand het gebied binnenkomt. Tragische ongevallen kunnen gebeuren indien de bediener niet alert is op de aanwezigheid van kinderen. Kinderen worden door het toestel en de maaiactiviteiten vaak aangetrokken. Neem nooit aan dat kinderen zullen blijven waar u ze laatst zag. ■ Hou kinderen uit het maaibereik en onder toezicht van een verantwoordelijke volwassene die niet de bediener is. ■ Wees alert en schakel de maaier uit indien een kind het bereik binnenkomt. ■ Laat nooit toe dat kinderen het toestel bedienen. ■ Wees extra voorzichtig wanneer u een blinde hoek, struikgewas, bomen of andere voorwerpen die uw zicht op een kind kunnen belemmeren, nadert. Hou er rekening mee dat de bediener of gebruiker verantwoordelijk is voor ongevallen of gevaren t.o.v. anderen of hun eigendom. Bedien het toestel niet terwijl u op blote voeten loopt of wanneer u sandalen of gelijkaardig licht schoeisel draagt. Draag veiligheidsschoenen die uw voeten zullen beschermen en ervoor zorgen dat u steviger op gladde ondergrond staat. Draag geen losse kledij of sierraden. Ze kunnen vastraken in de bewegende delen. Draag altijd een veiligheidsbril met zijdelingse bescherming. Een normale bril heeft enkel glazen die aan de impact kan weerstaan. Dit is GEEN veiligheidsbril. Wanneer u dit voorschrift opvolgt, zal het risico op oogletsels verminderen. Gebruik een stofmasker indien de bediening van het toestel veel stof veroorzaakt. Draag een veiligheidsbril wanneer u dit toestel bedient. Gebruik het juiste toestel. Gebruik de grasmaaier niet voor een andere soort klus dan waarvoor het toestel geschikt is. Ruim telkens de werkplek op voor u begint. Verwijder alle voorwerpen, zoals stenen, stokken, draad, benen, speelgoed of andere voorwerpen die door het snijblad kunnen worden weggeslingerd. Blijf achter het handvat wanneer de motor draait. Vervang defecte uitlaten. Doe een visuele controle van de grasmaaier voor elk gebruik om er zeker van te zijn dat snijbladen, snijbladmoeren en het snijmechanisme niet zijn versleten of beschadigd. Bedien de motor niet in een kleine ruimte waar er gevaar bestaat voor de ophoping van koolstofmonoxide. Bedien de grasmaaier enkel bij daglicht of bij goede kunstmatige verlichting. Blijf alert, kijk naar wat u doet en gebruik uw gezond 61 RLM140HP-25lgs 09Jun11.indd Sec1:61 6/11/09 3:30:50 PM F GB D E I P NL S DK N FIN GR HU CZ RU RO PL SLO HR TR EST LT LV SK BG Nederlands ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ verstand wanneer u de grasmaaier bedient. Bedien de grasmaaier niet wanneer u moe bent of onder de invloed bent van drugs, alcohol of medicatie. Een moment van onoplettendheid terwijl u de grasmaaier bedient kan leiden tot ernstige verwondingen. Gebruik de grasmaaier niet in vochtige of natte omstandigheden of wanneer het regent. Bewaar steeds een stevige houvast en goed evenwicht. Rek u niet uit, waardoor u uw evenwicht kunt verliezen. Maai dwars langs hellingen, nooit op en neer. Wees uiterst voorzichtig wanneer u op een helling van richting verandert. Maai geen nat gras en maai niet op uiterst steile hellingen. Een slechte houvast kan ertoe leiden dat u uitglijdt en valt. Stap steeds, loop nooit. Maai nooit in de buurt van afgronden, grachten of oevers. Trek de grasmaaier nooit achteruit tenzij echt noodzakelijk. Indien u de grasmaaier achteruit moet trekken weg van een muur of hindernis, kijk dan eerst naar beneden en achterom om te voorkomen dat u struikelt. Stop de motor indien de grasmaaier moet worden opgetild om het te verplaatsen, bij het oversteken van een oppervlakte dat geen gras is, en wanneer u de grasmaaier van en naar het maaibereik verplaatst. Bedien de grasmaaier niet zonder dat de volledige grasvanger, opvangbeschermer, achterste beschermer of andere beschermingsvoorzieningen volledig en in goede staat zijn geïnstalleerd. Wijzig de motorinstellingen niet en overdrijf de snelheid van de motor niet. Start de motor zorgvuldig volgens de instructies en hou u voeten van het snijblad weg. Kantel de grasmaaier niet wanneer u de motor start. Start de motor niet wanneer u voor de uitlaat staat. Hou uw handen en voeten weg van het maaibereik. Hou de uitlaatopening altijd vrij. Til de grasmaaier nooit op of draag hem nooit terwijl de motor draait. Laat de grasmaaier niet onbeheerd achter terwijl hij draait. Vermijd gaten, sporen, oneffenheden, stenen of andere verborgen voorwerpen. Een oneven terrein kan ervoor zorgen dat u wegglijdt en valt. Plan uw maaipatroon zodanig dat u voorkomt dat afval op wegen, voetpaden, voorbijgangers, e.d. terechtkomt. Vermijd ook dat afval tegen een muur of hindernis terechtkomt, wat ervoor kan zorgen dat het materiaal naar de bediener wordt teruggeslingerd. Wees extra voorzichtig wanneer u blinde hoeken, struiken, bomen of andere voorwerpen die uw zicht kunnen belemmeren, nadert. ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ Gooi afval nooit in de richting van een persoon. Vermijd dat afval tegen een muur of hindernis terechtkomt. Dit materiaal kan naar de bediener worden teruggeslingerd. Voorwerpen die door het snijblad van de grasmaaier worden geraakt, kunnen ernstige verwondingen veroorzaken. Het gazon moet altijd zorgvuldig worden geïnspecteerd en alle voorwerpen moeten telkens worden verwijderd vooraleer u maait. Leg de motor stil, ontkoppel de bougiekabel en wacht tot het snijblad volledig tot stilstand is gekomen vooraleer u de grasvanger verwijdert of de uitlaat vrijmaakt. Het snijblad blijft enkele seconden draaien nadat de motor werd stilgelegd. Plaats nooit een lichaamsdeel in het snijbladbereik tot u zeker bent dat het snijblad niet meer draait. Leg de motor stil en wacht tot het snijblad volledig tot stilstand is gekomen vooraleer u de grasmaaier reinigt, de grasvanger verwijdert of de uitlaat vrijmaakt. Wanneer de grasmaaier een vreemd voorwerp raakt, volg dan deze stappen: ■ Leg de grasmaaier stil en ontkoppel de bougiekabel. ■ Controleer de grasmaaier en grasvanger grondig op schade. ■ Herstel alle schade vooraleer u herstart en de grasmaaier verder gebruikt. Indien de grasmaaier abnormaal begint te trillen, legt u de motor stil, ontkoppelt u de bougiekabel en controleert u onmiddellijk wat de oorzaak kan zijn. Trillingen zijn over het algemeen een waarschuwing voor problemen. Controleer de staat van het snijblad aangezien een ongelijk versleten of beschadigd snijblad abnormaal trillen kan veroorzaken. Oneven versleten of beschadigde snijbladen moeten onmiddellijk worden vervangen om het risico op ernstige verwondingen te vermijden. Laat de motor afkoelen voor u de grasmaaier in een gesloten ruimte opbergt. Hou de motor, uitlaat en benzineopslagruimte vrij van gras, bladeren en overmatig vet om het brandgevaar te beperken. Controleer de grasvanger regelmatig op slijtage en sleet. Hou het toestel in een goede staat. Hou de snijbladen scherp en de beschermers op hun plaats en in een goede staat. Controleer regelmatig of alle moeren, bouten en vijzen goed zijn vastgemaakt om zeker te zijn dat het toestel veilig kan worden gebruikt. Wanneer de grasmaaier niet wordt gebruikt, wordt hij best in een goed geventileerde, droge, afgesloten ruimte bewaard – buiten het bereik van kinderen. Volg de instructies van de fabrikant inzake goed 62 RLM140HP-25lgs 09Jun11.indd Sec1:62 6/11/09 3:30:51 PM F GB D E I P NL S DK N FIN GR HU CZ RU RO PL SLO HR TR EST LT LV SK BG Nederlands ■ ■ ■ gebruik en installatie van toebehoren. Gebruik alleen toebehoren die door de fabrikant werden goedgekeurd. Indien de benzinetank moet worden leeggemaakt, moet dit buitenshuis gebeuren. Ontkoppel de bougiekabel vooraleer u het toestel afstelt, toebehoren wijzigt, vervoert of opbergt. Zulke preventieve maatregelen verkleinen het risico dat het toestel per ongeluk start. Het onderhoud van het toestel mag enkel door erkend onderhoudspersoneel worden uitgevoerd. Service of onderhoud dat door niet-erkend personeel wordt ■ ■ uitgevoerd kan leiden tot verwondingen bij de bediener of schade aan het product. Gebruik uitsluitend identieke vervangonderdelen wanneer het product wordt onderhouden. Het gebruik van niet-erkende onderdelen kan het risico op ernstige verwondingen bij de gebruiker of schade aan het product veroorzaken. Bewaar deze instructies. Raadpleeg ze regelmatig en gebruik ze om anderen die dit product mogelijks gebruiken, te instrueren. Wanneer u iemand dit toestel uitleent, leen dan deze instructies ook uit. SYMBOLEN Belangrijk: Sommige van de volgende symbolen kunnen bij dit toestel worden gebruikt. Bestudeer ze en leer hun betekenis. Een correcte interpretatie van deze symbolen zal het gebruik van dit toestel veiliger en beter maken. SYMBOOL NAAM UITLEG Veiligheidswaarschuwing Waarschuwingen die uw veiligheid betreffen. Lees de gebruiksaanwijzing Om het risico op verwondingen te verminderen, moet gebruiker de gebruiksaanwijzing lezen en begrijpen vooraleer hij het toestel in gebruik neemt. Gezichtsbescherming Draag altijd een veiligheidsbril of gezichtsbescherming met zijdelingse bescherming en, indien nodig, een volledig gezichtsscherm terwijl u dit toestel bedient. Hou omstanders uit de buurt Hou omstanders minstens 15 m uit de buurt. Gevaar voor het verstrikt raken in de riem Hou alle lichaamsdelen en kledingsstukken weg van de riem of andere bewegende delen. Bewegende delen Hou altijd afstand van de bewegende delen om verwondingen te voorkomen. Hou handen en voeten weg Gevaar. Hou handen en voeten weg. Terugkaatsen Voorwerpen die worden weggeslingerd kunnen letsels en schade aan eigendommen veroorzaken. Warme oppervlakte Vermijd contact met warme oppervlakten om het risico op verwondingen of schade te verminderen. Verboden te roken Verboden te roken en hou afstand van open vlammen en vonken wanneer u de brandstoftank vult of brandstof manipuleert. 63 RLM140HP-25lgs 09Jun11.indd Sec1:63 6/11/09 3:30:51 PM F GB D E I P NL S DK N FIN GR HU CZ RU RO PL SLO HR TR EST LT LV SK BG Nederlands Benzine Gebruik loodvrije benzine geschikt voor motorvoertuigen met een octaangehalte van 87 [(R + M) / 2] of hoger Olie Gebruik SAE 30 of 10W30 API-SJ olie Conform alle wettelijke normen in de EU-landen waar het product wordt verkocht. De volgende kernwoorden en verklaringen zijn bedoeld om de gevaarniveaus die op dit toestel betrekking hebben, te verklaren. SYMBOOL SIGNAAL GEVAAR: WAARSCHUWING: BETEKENIS Wijst op een gevaarlijke situatie die, als ze niet wordt voorkomen, dodelijk kan zijn of ernstige verwondingen kan veroorzaken. Wijst op een mogelijks gevaarlijke situatie die, als ze niet wordt voorkomen, dodelijk kan zijn of ernstige verwondingen kan veroorzaken. LET OP: Wijst op een mogelijks gevaarlijke situatie die, als ze niet wordt voorkomen, kleine of middelmatige verwondingen kan veroorzaken. LET OP: (Zonder veiligheidssymbool) Wijst op een situatie die kan resulteren in schade aan voorwerpen. ONDERHOUD Het onderhoud vereist extreme voorzichtigheid en deskundigheid en mag enkel door een gekwalificeerde onderhoudstechnicus worden uitgevoerd. Wij raden u aan het toestel voor herstellingen naar uw dichtstbijzijnde ERKENDE ONDERHOUDSDIENST terug te brengen. Gebruik voor het onderhoud alleen identieke vervangingsonderdelen. met zijdelingse bescherming of, indien nodig, een volledig gezichtsscherm te gebruiken. Wij raden breedzichtveiligheidsmaskers aan voor gebruik op een bril of een normale veiligheidsbril met zijdelingse bescherming. Gebruik altijd gezichtsbescherming conform EN 166. BEWAAR DEZE INSTRUCTIES EN GEEF ZE DOOR ALS DE GRASMAAIER DOOR IEMAND ANDERS WORDT GEBRUIKT WAARSCHUWING: Probeer dit product niet te gebruiken vooraleer u de gebruiksaanwijzing goed heeft gelezen en helemaal heeft begrepen om ernstige verwondingen te voorkomen. Als u de waarschuwingen en instructies in de handleiding niet begrijpt, gebruik dit toestel dan niet. Bel de Ryobi-klantendienst voor hulp. SPECIFICATIES Motor……………......................................……140cc OHV Aandrijfsysteem RLM140HP…………………...........................……..Duwen RLM140SP…….............……..Zelftrekker op achterwielen Snelheid zonder lading…..……..2.700-2.800 t/min. (TPM) Maaibereik……………..............................…45 cm (18 in.) Hoogteafstelling…..............................................7 posities, 19 mm – 76 mm (.75 – 3 in.) Wielafmeting……..........................…..17,8 cm (7 in.) voor, 20,3 cm (8 in.) achter Capaciteit graszak……......................….…1,8 bu / 55 liter WAARSCHUWING: Het gebruik van gereedschap kan ertoe leiden dat vreemde voorwerpen in de ogen terechtkomen wat kan leiden tot ernstige oogschade. Vooraleer u het gereedschap begint te gebruiken, dient u steeds gezichtsbescherming of een veiligheidsbril 64 RLM140HP-25lgs 09Jun11.indd Sec1:64 6/11/09 3:30:52 PM F GB D E I P NL S DK N FIN GR HU CZ RU RO PL SLO HR TR EST LT LV SK BG Nederlands WERKING Geluidssterkte…………................……..95 (LWAm) dB (A) Geluidsdruk……….……......................…..80 (LpA) dB (A) Trillingsniveau…………………………...........…….3,6 m/s² Gewicht RLM140HP………………................……30 kg (66 lbs.) RLM140SP…………….....................…32kg (70,5 lbs.) Lees de gebruiksaanwijzing en volg alle waarschuwingen en veiligheidsvoorschriften op. Draag gezichtsbescherming. MONTAGE Hou alle omstanders, vooral kinderen en huisdieren, op tenminste 15 m. afstand van het maaibereik. WAARSCHUWING: Als er onderdelen zijn beschadigd of ontbreken, gebruik dan het toestel niet vooraleer de onderdelen werden vervangen. Wanneer u het toestel met beschadigde of ontbrekende onderdelen gebruikt, kan dit mogelijks ernstige letsels veroorzaken. BRANDSTOF TANKEN EN BIJTANKEN WAARSCHUWING: Ga altijd voorzichtig met brandstof om; het is uiterst ontvlambaar. WAARSCHUWING: Probeer het toestel niet aan te passen of toebehoren te creëren waarvan het gebruik met dit toestel niet is aangewezen. Een dergelijke aanpassing of wijziging wordt als misbruik beschouwd en kan leiden tot gevaarlijke situaties die ernstige verwondingen kunnen veroorzaken. ■ ■ ■ ■ WAARSCHUWING: Om te voorkomen dat het toestel ongewild start en zo ernstige letsels veroorzaakt, dient u steeds de bougiekabel van de motor te ontkoppelen wanneer u onderdelen monteert. ■ Bewaar benzine steeds in containers die speciaal hiervoor werden ontworpen. Tank altijd buitenshuis waar er geen vonken of vlammen zijn. Adem geen benzinedampen in. Rook niet terwijl u tankt of brandstof manipuleert. Zorg ervoor dat benzine of olie niet met uw huid in contact komt. Hou benzine en olie uit de buurt van uw ogen. Indien benzine of olie met uw ogen in contact komt, spoel dan onmiddellijk met proper water. Als de irritatie aanhoudt, raadpleeg dan onmiddellijk een dokter. Ruim onmiddellijk gemorste brandstof op. BRANDSTOFTANK VULLEN (Fig. 3) WAARSCHUWING: Leg de motor altijd stil vooraleer u tankt. Voeg nooit brandstof toe of verwijder nooit de brandstofdop terwijl de motor draait of warm heeft. Ga op minstens 9 m afstand van de tanklocatie staan voor u de motor start. Verboden te roken! Wanneer u deze waarschuwing niet in acht neemt, kan dit leiden tot ernstige letsels. WAARSCHUWING: Monteer of stel nooit een toebehoren af terwijl de grasmaaier draait. Indien u de motor niet stillegt, kan dit ernstige letsels veroorzaken. WAARSCHUWING: Bedien de grasmaaier nooit zonder goed werkende veiligheidsvoorzieningen die in goede staat verkeren. Bedien de grasmaaier nooit met beschadigde veiligheidsvoorzieningen. Het bedienen van de grasmaaier zonder goed werkende veiligheidsvoorzieningen kan leiden tot ernstige verwondingen. Maak het oppervlak rond de brandstofdop schoon om vervuiling te vermijden. ■ Maak de brandstofdop voorzichtig los om de druk te verlagen en om te vermijden dat brandstof rond de dop ontsnapt. Leg de dop op een proper oppervlak. ■ Vul het reservoir voorzichtig met het brandstofmengsel. Vermijd morsen. ■ Controleer en reinig de zegelring en plaats dan alle brandstof- en containerdoppen terug. ■ Ruim gemorste brandstof op. Ga op tenminste 9 m afstand van de tanklocatie staan voor u de motor start. OPMERKING: Het is normaal dat er wat rookuitstoot is tijdens het eerste gebruik. ■ Raadpleeg figuur 2. Plaats de handvaten in de juiste bedieningspositie en maak de knoppen aan de handvaten vast. ■ Maak de trekstartgeleidingsknop los, plaats de trekstartkabel in de geleider op het handvat en maak de knop opnieuw vast. ■ Installeer de grasvanger. ■ 65 RLM140HP-25lgs 09Jun11.indd Sec1:65 6/11/09 3:30:54 PM F GB D E I P NL S DK N FIN GR HU CZ RU RO PL SLO HR TR EST LT LV SK BG Nederlands OLIE TOEVOEGEN/CONTROLEREN (Fig. 3) Motorolie heeft een grote invloed op de motorprestaties en het dienstleven van het toestel. Voor algemeen gebruik bij alle temperaturen, raden wij SAE 10W-30 aan. Gebruik altijd motorolie voor viertaktmotoren die aan de vereisten voor API-service classificatie SJ voldoet of overstijgt. OPMERKING: Olie zonder detergent of tweetaktolie zal de motor beschadigen en mag niet worden gebruikt. bediener los en laat de motor tot volledige stilstand komen. SNIJBLADHOOGTE INSTELLEN (Fig. 4) Wanneer de grasmaaier wordt verscheept, zijn de wielen op een lage maaipositie ingesteld. Vooraleer u de maaier voor het eerst gebruikt, stelt u de maaipositie af volgens de hoogte die voor uw gazon het best geschikt is. Het gemiddelde gazon moet tussen de 1-1/2 in. (2,5 – 1,2 cm) tot 2 in. (5 cm) lang zijn tijdens de koude maanden en tussen de 2 in. (5 cm) en 3 in. (7,5 cm) tijdens de warme maanden. Motorolie toevoegen: ■ Zorg ervoor dat de grasmaaier vlak staat en het gebied rond de oliedop/oliepeilmeter proper is. ■ Verwijder de dop en het zegel van de voorziene oliefles. ■ Draai de oliedop/oliepeilmeter los en verwijder deze. ■ Voeg traag olie toe. Vul tot de ‘vol’-lijn op de oliepeilmeter. Voeg niet teveel olie toe. OPMERKING: Wanneer u het oliepeil controleert, stopt u de oliepeilmeter in de olietank, maar schroeft u die niet vast. ■ Herbevestig de oliedop/oliepeilmeter en draai vast. Snijbladhoogte instellen: ■ Om de snijbladhoogte te verhogen, neemt u hoogteafstellingshendel en beweegt u die naar achterkant van de grasmaaier. ■ Om de snijbladhoogte te verminderen, neemt u hoogteafstellingshendel en beweegt u die naar voorkant van de grasmaaier. de de de de HANDVATHOOGTE INSTELLEN (Fig. 5) De hoogte van het handvat kan gemakkelijk worden afgesteld volgens de voorkeur van de bediener. Motorolie controleren: ■ Zorg ervoor dat de grasmaaier vlak staat en het gebied rond de oliedop/oliepeilmeter proper is. ■ Verwijder de oliedop/oliepeilmeter. Wrijf schoon en stop de oliepeilmeter terug in de olietank, maar schroef niet vast. ■ Verwijder de oliedop/oliepeilmeter opnieuw en controleer het olieniveau. Voeg, indien nodig, olie toe. Handvathoogte instellen: ■ Verwijder de handvatknop. ■ Laat de handvatmoer uitglijden en stel de hoogte in de andere opening af. ■ Herbevestig de handvatmoer en –knop. Span de knop stevig vast. ■ Herhaal aan de andere kant van het handvat. GRASMAAIER STARTEN EN STOPPEN (Fig. 3) WAARSCHUWING Start of laat de motor nooit in een afgesloten of slecht verluchte ruimte draaien; inlaatgassen inademen kan dodelijk zijn. MAAITIPS ■ Zorg ervoor dat het gazon vrij is van stenen, stokken, draden en andere voorwerpen die de snijbladen of motor van de grasmaaier kunnen beschadigen. Zulke voorwerpen kunnen per ongeluk door de grasmaaier in gelijk welke richting worden opgeworpen en ernstige verwondingen bij de bediener en anderen veroorzaken. ■ Installeer de grasvanger niet om grasafval achteraan uit te laten. Om de uitlaatprestaties te verbeteren, verhoogt u de snijbladinstelling. ■ Maai altijd een derde of minder van de hoogte van het gras af voor beste prestaties. ■ Wanneer u lang gras maait, stapt u best trager om efficiënter maaien toe te laten en ervoor te zorgen dat het afval goed wegraakt. ■ Maai geen nat gras. Het zal aan de onderkant van de behuizing blijven vasthangen en voorkomen dat het grasafval goed in de graszak terechtkomt of wordt uitgelaten. ■ Voor nieuw of dik gras kan een smaller maaipad MOTOR STARTEN Druk de brandstofbalg 3 keer stevig in. OPMERKING: Deze stap is normaal gezien niet nodig wanneer u een motor start die al enkele minuten heeft gedraaid. ■ Hou de controleknop voor de aanwezigheid van de bediener ingedrukt tegen het handvat. ■ Trek aan het startkoord tot de motor draait. Laat het startkoord traag los zodat deze niet terugveert. OPMERKING: Het kan nodig zijn om het pompen te herhalen bij kouder weer. Bij warmer weer kan teveel pompen ertoe leiden dat de motor verzuipt en niet start. Als u de motor verzuipt, wacht dan een paar minuten voor u probeert te starten en herhaal het pompen NIET. ■ MOTOR STOPPEN ■ Laat de controleknop voor de aanwezigheid van de 66 RLM140HP-25lgs 09Jun11.indd Sec1:66 6/11/09 3:30:56 PM F GB D E I P NL S DK N FIN GR HU CZ RU RO PL SLO HR TR EST LT LV SK BG Nederlands ■ ALGEMEEN ONDERHOUD Voorkom het gebruik van oplosmiddelen wanneer u plastic onderdelen schoonmaakt. De meeste soorten plastic zijn gevoelig voor schade, veroorzaakt door verschillende soorten commerciële oplosmiddelen en kunnen door hun gebruik worden beschadigd. Gebruik schone doeken om vuil, stof, olie, vet, enz. te verwijderen. ■ Controleer regelmatig of alle moeren en bouten nog goed vast zitten om het veilig gebruik van de grasmaaier te verzekeren. ■ Verwijder alle ophopingen van gras en bladeren op of rond de motor en de motorbehuizing. Wrijf de grasmaaier regelmatig met een droog doek schoon. Gebruik geen water. noodzakelijk zijn. Reinig de onderkant van de behuizing na elk gebruik om grasafval, bladeren, vuil en andere opgehoopt puin te verwijderen. ■ BEDIENING OP HELLINGEN (Fig. 6) ■ Hellingen zijn een belangrijke factor verbonden met wegglijden en vallen, wat kan leiden tot ernstige letsels. Werken op hellingen veronderstelt bijzondere voorzichtigheid. Indien u zich op een helling ongemakkelijk voelt, maai deze dan niet. Probeer voor uw eigen veiligheid geen hellingen te maaien van meer dan 15 graden. ■ Maai dwars langs hellingen, niet op en neer. Wees uiterst voorzichtig wanneer u op een helling van richting verandert. ■ Kijk uit voor gaten, sporen, stenen, verborgen voorwerpen of obstakels die ervoor kunnen zorgen dat u struikelt of wegglijdt. Lang gras kan hindernissen verbergen. Verwijder alle voorwerpen, zoals stenen, takken, enz. waarover u kunt vallen of die door het snijblad kunnen worden weggeslingerd. ■ Zorg er altijd voor dat u stevig op de grond staat. Wegglijden of vallen kan ernstige letsels veroorzaken. Indien u voelt dat u uw evenwicht verliest, laat dan de controleknop voor de aanwezigheid van de bediener onmiddellijk los. ■ Maai niet in de buurt van afgronden, grachten of oevers; u kunt uw evenwicht of vaste ondergrond verliezen. SMERING Alle lagers in dit toestel werden met voldoende smeermiddel van hoge kwaliteit gesmeerd, wat zou moeten volstaan voor de volledige levensduur van het toestel onder normale gebruiksomstandigheden. Aanvullende smering is dus niet nodig. WAARSCHUWING: Bescherm altijd uw handen door veiligheidshandschoenen te dragen en/of de snijranden van het snijblad met doeken en ander materiaal in te pakken wanneer u onderhoudswerken aan het snijblad uitvoert. Het onjuist manipuleren van het snijblad kan ernstige verwondingen veroorzaken. GRASVANGER LEEG MAKEN (Fig. 7) ■ Leg de grasmaaier stil en wacht tot het snijblad volledig tot stilstand is gekomen. ■ Hef de achterste uitlaatklep op. ■ Neem de grasvanger bij de handvaten vast en hef op om van de grasmaaier te verwijderen. ■ Verwijder het grasafval. ■ Hef de achterste uitlaatklep op en herbevestig de grasvanger. WAARSCHUWING: Stop de motor, laat het snijblad volledig stilvallen en ontkoppel de bougiekabel van de bougie vooraleer u onderhoudswerken wil uitvoeren. Wanneer u deze aanwijzingen niet volgt, kan dit leiden tot ernstige verwondingen. SNIJBLAD VERVANGEN (Fig. 8) Het snijblad van de grasmaaier moet scherp worden gehouden voor de beste resultaten. Vervang een gebogen of beschadigd snijblad onmiddellijk. ONDERHOUD WAARSCHUWING: Gebruik voor het onderhoud alleen identieke vervangingsonderdelen. Het gebruik van enige andere onderdelen kan gevaarlijk zijn of schade aan het toestel veroorzaken. WAARSCHUWING: Gebruik alleen vervangingssnijbladen die door de fabrikant van uw grasmaaier werden goedgekeurd. Wanneer u een snijblad gebruikt dat door de fabrikant van uw grasmaaier niet werd goedgekeurd, is dit gevaarlijk en kan dit leiden tot ernstige verwondingen, schade aan uw grasmaaier en het vervallen van de garantie. WAARSCHUWING: Draag altijd een veiligheidsbril of veiligheidsbril met zijdelingse bescherming tijdens het werken met elektrisch gereedschap of wanneer u stof afblaast. Draag ook een stofmasker wanneer het werk veel stof veroorzaakt. 67 RLM140HP-25lgs 09Jun11.indd Sec1:67 6/11/09 3:30:58 PM F GB D E I P NL S DK N FIN GR HU CZ RU RO PL SLO HR TR EST LT LV SK BG Nederlands Leg de motor stil en ontkoppel de bougiekabel. Laat het snijblad volledig tot stilstand komen. ■ Kantel de grasmaaier op zijn kant (met de carburator naar boven). ■ Stop een blok hout tussen het snijblad en de behuizing van de grasmaaier om te voorkomen dat het snijblad draait. ■ Maak de snijbladbout los met een 9/16 in. sleutel (niet meegeleverd) door de bout in tegenwijzerzin te draaien, gezien vanaf de onderkant van de grasmaaier. ■ Verwijder de snijbladbout, sluitring, platte sluitring en het snijblad. ■ Plaats een nieuw snijblad op de as. Zorg ervoor dat het met de gebogen uiteinden naar de bovenkant van de maaierbehuizing wordt bevestigd en niet naar de grond toe. ■ Herbevestig de platte sluitring, sluitring en snijbladbout op de as. Draai de snijbladbout met de vinger vast in wijzerzin, gezien vanaf de onderkant van de grasmaaier. OPMERKING: Zorg ervoor dat alle onderdelen in precies dezelfde volgorde worden teruggeplaatst als waarin ze werden verwijderd. ■ Koppel de snijbladbout naar beneden met een koppelsleutel (niet meegeleverd) om ervoor te zorgen dat de bout goed is vastgemaakt. Het aangewezen koppel voor de snijbladbout is 48 – 55 Nm (35 – 40 ft.lb.). OPMERKING: We randen u niet aan om het snijblad te slijpen, maar indien u dit toch doet, zorg er dan voor dat het snijblad in evenwicht is voor u het herbevestigt. vast. OPMERKING: Voor de beste prestaties, moet de filter jaarlijks worden vervangen ■ BRANDSTOFDOP WAARSCHUWING: Een lekkende brandstofdop vormt een risico voor brand en moet onmiddellijk worden vervangen. De brandstofdop bevat een onderhoudsvriendelijke filter en controleklep. Een verstopte brandstoffilter veroorzaakt verminderde motorprestaties. Als de prestaties verbeteren wanneer de brandstofdop losgedraaid wordt, controleert u best of de klep niet defect is of de filter verstopt is. Vervang indien nodig de brandstofdop. MOTOROLIE VERVANGEN (Fig. 11) De motorolie moet elke 25 gebruiksuren worden vervangen. Vervang de olie terwijl de motorolie warm is, maar niet heet. Dit maakt het mogelijk dat de olie snel en volledig kan worden afgetapt. ■ Verwijder de oliedop/oliepeilmeter. ■ Kantel de grasmaaier op de zijkant en laat de olie uit het olietank weglopen in een goedgekeurde container. ■ Zet de grasmaaier recht en vul met olie volgens de instructies in het gedeelte Olie toevoegen/controleren. OPMERKING: Gebruikte olie moet op een geschikte stortplaats worden weggegooid. Raadpleeg uw plaatselijke olieverkoper voor meer informatie. BOUGIEONDERHOUD (Fig. 12) De bougie moet voldoende opening hebben en vrij zijn van vuil om ervoor te zorgen dat de motor goed werkt. Om dit te controleren: ■ Verwijder de bougiekap. ■ Reinig al het vuil rond de basis van de bougie. ■ Verwijder de bougie met een 13/16 in. bougiesleutel (niet meegeleverd). ■ Controleer de bougie op schade en reinig deze met een staalborstel voor u deze herbevestigt. Indien die isolatie is gebarsten of beschadigd, moet de bougie worden vervangen. OPMERKING: Indien u de bougie vervangt, gebruik dan de volgende aanbevolen bougies of hun equivalenten: Torch F6RTC of NGK BPR6ES. ■ Meet de bougieopening. De juiste opening is .028 - .031 in. Om de opening breder te maken, buigt u de aardingelektrode (bovenkant), indien nodig. Om de opening te verkleinen, tikt u de aardingelektrode voorzichtig op een hard oppervlak. ■ Plaats de bougie in de voorziene opening; draad de bougie met de hand om te voorkomen dat hij scheef wordt ingedraaid. ■ Maak vast met een sleutel om de sluitring dicht te WIELEN VERVANGEN (Fig. 9) Wiel vervangen: ■ Leg de motor stil en ontkoppel de bougiekabel. Laat het snijblad volledig tot stilstand komen. ■ Verwijder de moer van de wielas en verwijder dan het wiel. ■ Vervang het wiel en herbevestig de moer om vast te maken. LUCHTFILTER SCHOONMAKEN (Fig. 10) Voor degelijke prestaties en een lange levensduur van uw toestel is het nodig de luchtfilter schoon te houden. ■ Neem het deksel van de luchtfilter af door de kliksluiting met uw duim in te drukken terwijl u het deksel voorzichtig naar boven trekt. ■ Verwijder de luchtfilter en reinig in warm zeepwater. Spel en laat volledig drogen. ■ Wrijf de luchtfilter in met een dun laagje motorolie en wring dan uit met een absorberende doek of huishoudpapier. ■ Herbevestig de luchtfilter in de luchtfilterbasis. ■ Plaats het deksel van de luchtfilter terug en maak 68 RLM140HP-25lgs 09Jun11.indd Sec1:68 6/11/09 3:30:59 PM F GB D E I P NL S DK N FIN GR HU CZ RU RO PL SLO HR TR EST LT LV SK BG Nederlands drukken. Indien de bougie nieuw is, maak dan een halve draai om de sluitring voldoende vast te maken. Indien u een oude bougie opnieuw gebruikt, maak dan een 1/8 tot 1/4 draai voor voldoende druk op de sluitring. OPMERKING: Een bougie die onvoldoende is vastgemaakt zal heel warm worden en kan de motor beschadigen. ■ Herbevestig de bougiekap. ■ ■ ■ ONDERHOUD WIELAANDRIJVING (Fig. 13) Om ervoor te zorgen dat de wielen vlot draaien, moet het wielstel voor het opbergen worden gereinigd. ■ Verwijder de moer en het wiel en leg ze aan de kant. ■ Verwijder het stofdeksel, e-ring, sluitring, pinnen en wielstel. Reinig al het vuil van deze voorwerpen en het einde van de aandrijfas met een droge doek. Indien nodig kan alcohol worden gebruikt om hardnekkig vuil te verwijderen. ■ ■ ■ geen tuinslang of hogedrukreiniger om de grasmaaier schoon te maken. Controleer of alle moeren, bouten, schroeven, binders, enz. stevig zijn vastgemaakt. Controleer de bewegende delen op schade, breuk en slijtage. Laat beschadigde of ontbrekende delen herstellen. Berg de grasmaaier op in een goed geventileerde ruimte die proper en droog is en buiten het bereid van kinderen. Bewaar de grasmaaier niet nabij corrosieve producten, zoals meststof of mijnzout. Om het handvat te verlagen voor het opbergen (Fig. 14): ■ Maak geleidingsknop van het trekstartkoord los. Verwijder het trekstartkoord van de geleider en laat deze in de motor terugtrekken. ■ Maak de handvatknoppen volledig los aan de zijkanten van het handvat en plooi het bovenste handvat. ■ Druk elk uiteinde van het handvat naar binnen en hef de zijkanten van het handvat voorbij de rand van de handvatbevestigingshaken. ■ Plooi het handvat naar voor en zorg ervoor dat deze niet buigt of de besturingskabels draait. WAARSCHUWING: Smeer geen enkel onderdeel van de wielen. Smering kan ervoor zorgen dat de wielcomponenten defect worden tijdens gebruik, wat kan leiden tot schade aan de grasmaaier en/of ernstige verwondingen bij de bediener. Herbevestig het wielstel met de pijlen tegenover de voorkant van de grasmaaier. Herbevestig de pinnen, sluitring, e-ring en stofdeksel. Herbevestig het wiel en de moer. Span aan om vast te maken. GRASMAAIER OPBERGEN Wanneer u de grasmaaier 30 dagen of langer opbergt: ■ Indien u een brandstofstabilisator gebruikt, volgt u de richtlijnen van de fabrikant van de stabilisator om stabilisator aan de brandstof in de tank toe te voegen. Laat de motor tenminste 10 minuten draaien nadat u stabilisator heeft toegevoegd om ervoor te zorgen dat de stabilisator de carburator bereikt. WAARSCHUWING: Berg de grasmaaier niet op met benzine in de tank in een gebouw waar de gassen een open vlam of vonk kunnen bereiken. ■ ■ ■ ■ Indien u geen brandstofstabilisator gebruikt, laat de motor dan draaien tot de grasmaaier volledig zonder benzine valt. Eens de motor is gestopt, laat dan de snijbladen volledig tot stilstand komen en ontkoppel de bougiekabel. Kantel de grasmaaier op de zijkant (met carburator naar boven) en reinig grasafval dat zich aan de onderkant van de grasmaaierbehuizing heeft opgehoopt. Reinig de grasmaaier met een droge doek. Gebruik 69 RLM140HP-25lgs 09Jun11.indd Sec1:69 6/11/09 3:30:59 PM F GB D E I P NL S DK N FIN GR HU CZ RU RO PL SLO HR TR EST LT LV SK BG Nederlands PROBLEEMOPLOSSEN PROBLEEM Handvat niet in de juiste positie. MOGELIJKE OORZAAK OPLOSSING Handvat werd verkeerd geplaatst. Controleer of het lagere deel van het handvat volledig is teruggeduwd en in de juiste positie is geklikt. Handvatknoppen niet vastgemaakt. Maak de handvatknoppen stevig vast. Geen ontsteking. Gebruik de ontstekingstester om de goede werking van de bougie te controleren. Geen benzine. Vul de grasmaaier met benzine. Neem contact op met een onderhoudsdealer indien de grasmaaier nog steeds niet start. Motor is verzopen. Wacht 15 minuten en probeer dan de grasmaaier opnieuw te starten. Pomp niet voor u probeert te starten. Motor start niet. Startkoord trekt nu harder dan Neem contact op met een onderhoudsdealer. wanneer nieuw. Grasmaaier is moeilijk vooruit te duwen. Motor trilt bij hogere snelheid. Hoog gras, achterkant van de Verhoog de maaihoogte. grasmaaier-behuizing en het snijblad slepen in hoog gras of de snijhoogte is te laag. Wielstel moet worden gereinigd. Reinig het wielstel. Zie Onderhoud wielaandrijving. Snijblad is niet in evenwicht. Vervang het snijblad. Gebogen motoras. Leg de motor stil, ontkoppel de bougiekabel van de bougie en controleer op schade. Laat herstellingen door een erkende onderhoudsdienst uitvoeren vooraleer u herstart. 70 RLM140HP-25lgs 09Jun11.indd Sec1:70 6/11/09 3:31:00 PM
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81

Ryobi RLM140SP Handleiding

Categorie
Grasmaaiers
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor