507882-001
13
12
507882-001
ALGEMEEN
Deze Installatie- en onderhoudsinstructies zijn bedoeld voor mag-
neetkoppen type CPV1 (DC) en MPV1 (AC) met brandvrije behuizing
die geschikt zijn voor magneetafsluiters serie 131 (of spoelkleppen
serie 231/232). Het niet opvolgen van deze instructies kan leiden
tot storingen, schade of letsel.
Deze component is geen veiligheidsaccessoire, maar is uitsluitend
bedoeld voor gebruik als afzonderlijke component of geïntegreerd
in apparatuur, machines en installaties.
Alle montage, bediening, gebruik en onderhoud dient te worden
uitgevoerd door gekwalifi ceerd, bevoegd personeel.
Personeel dat met de componenten werkt dient vertrouwd te zijn
met de veiligheidsvoorschriften en vereisten met betrekking tot de
componenten, apparatuur, machinerie en elektrische installaties (voor
ventielen, magneetafsluiters, elektronische besturingsapparatuur,
luchtdienstapparatuur). Neem in geval van problemen contact op
met ASCO of een van de erkende vertegenwoordigers.
BESCHRIJVING
Fundamentele gezondheidsvoorschriften en veiligheidseisen:
De MPV1/CPV1-magneetkoppen zijn ontworpen in overeenstem-
ming met Bijlage II van de Europese Richtlijn 94/9/EG. EG-type
onderzoekcertifi caten LCIE 02 ATEX 6253 X en IECEx LCI 09.0004X
in overeenstemming zijnmet de Europese normen EN 13463-1, EN-
IEC 60079-0, EN-IEC 60079-1 en EN-IEC 60079-31.
Classifi catie: Ex d IIC T6 - T5 Gb
Ex tb IIIC T 85°C - T 100°C Db IP65
Zie het certifi caat voor onderzoek volgens EC-type naar onze web-
site: www.asconumatics.eu
Niet openmaken wanneer deze onder stroom staat. Wachttijd
voor het openen: 30 min.
De magneetafsluiter met brandvrije behuizing is beschikbaar in
de volgende versies:
- met of zonder hulpschakelaar (ref. F),
- met of zonder handmatige bediening (ref. B),
-
met of zonder beschermkap (ref. A) voor de handmatige bediening (ref. B),
- handmatige inrichting (ref. C),
- met handmatige reset (vereist een handmatige resetinrichting
wanneer spoel onder stroom staat, reset na stroomverlies).
De behuizing van de afsluiter is gemaakt van koper of AISI 316 L
roestvrij staal.
De afdichtingen zijn gemaakt van NBR, FPM of butyl en zijn
geschikt voor een groot aantal toepassingen, vooral bij een lage
temperatuur of met agressieve vloeistoffen.
Al naar gelang de gekozen versie, kunnen de magneetafsluiters
serie 131 met brandvrije knoppen als volgt worden gebruikt:
2/2 NC 2/2 NA 3/2 NC 3/2 NA 3/2 U 4/2
1
2
3
1
2
3
1
2
3
1
2
3
2
3
1
2
3
4
1
Serie 231/232 spoelkleppen (fi g. 1).
Zie het naamplaatje voor de toegestane differentiële druk.
INWERKINGSTELLING
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik:
ASCO producten mogen uitsluitend toegepast worden binnen de op
de naamplaat aangegeven technische specifi caties. Magneetkop-
pen type MB zijn bedoeld om geïnstalleerd te worden in potentieel
explosiegevaarlijke ruimten vanwege gassen (groepen IIA, IIB en
IIC), dampen en nevels van groep II (EPL Gb) en stof van groep
III (EPL Db).
De classifi catie van de oppervlaktetemperatuur is T6-T5/T85°C-
T100°C en is afhankelijk van het vermogensbereik en de omge-
vingstemperatuur die op de spoel vermeld staan.
CLASSIFICATIE PER TEMPERATUUR
Kop type MPV1 AC (~) Kop type CPV1 DC (=)
Pn
Max.
(watt)
max. omgeving C
1)
Pn
Max.
(watt)
max. omgeving C
1)
oppervlaktetemperatuur oppervlaktetemperatuur
T6
85°C
T5
100°C
T6
85°C
T5
100°C
T4
100°C
Isolatieklasse E (120°) 100% E.D. Isolatieklasse E (120°) 100% E.D.
18 - 80 35 60 80 -
18,5 60 - 37 - 80 -
28 40 60 44 - - 80
Het voltage dat op de spoel staat mag slechts variëren binnen
een marge van ±10% van het nominale voltage.
Controleer of de wattage verenigbaar is met het geselecteerde
product.
1) Minimale omgevingstemperatuur: -10°C.
Afhankelijk van de omgevingstemperatuur en het toegepaste
vermogen kan het noodzakelijk zijn om een hittebestendige kabel
te gebruiken, die bestand is tegen de temperatuur die op de spoel
staat vermeld.
Kabeltemperatuur:
Min.
Kabel T
Max.
omgeving
Max. vermogen
Min.
Kabel T
Max.
omgeving
Max. vermogen
AC DC AC DC
°C °C
watt watt
°C °C
watt watt
70 40 25 41 100 80 26 44
70 60 9 18
105 80 28 -
75 40 28 -
80 60 22 35
80 40 - 24
90 60 28 -
90 80 15 22
MONTAGE
Voor het inbouwen dient het leidingsysteem drukloos ge-
maakt te worden en inwendig gereinigd.
1. De magneetafsluiter serie 131 mogen alleen verticaal met de
magneetkop naar boven (alle versies) (fi g. 1 en 4) gemonteerd
worden.
De spoelkleppen serie 231 en 232 mogen alleen horizontaal
worden gemonteerd. (fi g. 1 en 4).
2. Gebruik de M6 montagegaten voor de assemblage (3 voor type
CPV1, 2 voor type MPV1 (I).
3. Verwijder de plastic beschermpluggen alvorens de poorten aan
te sluiten (nrs. 1, 2, 3 of 4, al naar gelang de gebuikte versie).
Belangrijke aanwijzingen:
- De buis dient overeen te komen met de poortgrootte die in de
specifi catie van de afsluiter wordt genoemd. Een reductie van
de aansluitingen kan tot prestatie? en functiestoornis leiden.
- Installeer een gaasfi lter of fi lter dat geschikt is voor dit doel in
de inlaatzijde zo dicht mogelijk bij het product, ter bescherming
van de apparatuur.
- Bij het gebruik van draadafdichtingspasta of tape mogen er
geen deeltjes in het leidingwerk geraken.
- Men dient uitsluitend geschikt gereedschap voor de montage
te gebruiken. Gebruik een zodanig koppel voor leidingverbin-
dingen dat het product NIET WORDT BESCHADIGD.
- De pijpaansluitingen mogen geen krachten of momenten op
het product overdragen. De afsluiter of de magneet mag niet
als hefboom worden gebruikt.
ELEKTRISCHE AANSLUITING
Alle bedrading dient overeen te stemmen met de lokale en nationale
normen en voorschriften met betrekking tot apparatuur voor gebruik
in explosiegevaarlijke ruimten. De behuizing is voorzien van een
getapte opening (3/4 NPT) voor invoer van de kabel/bus. Externe
draden en kabels moeten worden ingevoerd door een geschikte en
juist geïnstalleerde brandvrije kabeldoorvoer IECEx-ATEX.
Om de draadaansluitingen van de spoelklemmen uit te voeren,
verwijdert u het deksel van de magneetkop (draaien om te verwijde-
ren). Verwijder de buitenste isolatie van de kabel en strip een paar
millimeter van de draad. Steek de kabel door de kabeldoorvoer en
sluit de draden aan op de spoelklemmen; sluit de draden van de
hulpschakelaar aan (optie): type CPV1, fi g. 2 - type MPV1, fi g. 4.
Zorg ervoor dat de aders voldoende speling hebben tussen het
kabelinvoerpunt en de spoelaansluitingen, om te voorkomen dat
er te veel spanning op de aders kan komen te staan. Monteer de
kabeldoorvoer en draai de drukmoer voldoende vast om de fl exibele
afdichting strak om de kabel te klemmen.
Hermonteer het deksel (1) en de afdichting (2) en draai de 4 schroe-
ven (3) vast volgens het vermelde koppel [D1]. De behuizing van
de magneetkop is voorzien van een interne en externe klem voor
een massadraad (4).
Een kabeldoorvoer met certifi catie IECEx-ATEX met kabelklem (zie
folder V1090) (D) kan worden geleverd:
- voor een niet-gewapende kabel met een doorsnede van 8,5 tot
16 mm.
- voor een gewapende kabel van 8,5 tot 16 mm int. / 12 tot 21 mm
ext.
Belangrijke aanwijzingen:
-
Maak de schroefklemmen vast volgens de vermelde koppels [B1]
of [C1].
- Afhankelijk van het voltage moeten elektrische componenten
geaard zijn volgens de lokale normen en voorschriften.
- Voer een functietest uit.
ALGEMENE INSTALLATIE- EN ONDERHOUDSINSTRUCTIES
2
3
1
2
1
3
NL
Magneetkoppen, brandvrije behuizing, type CPV1 (DC) en MPV1 (AC)
voor magneetafsluiters serie 131 (spoelkleppen serie 231/232)
AJF : 383 46 99
- Het voltage dat op de spoel staat mag slechts variëren binnen
een marge van ±-10% van het nominale voltage.
LET OP
kan schade of vroegtijdige gebreken aan de spoel veroorzaken.
Dit maakt tevens de goedkeuring ongeldig voor gebruik in explo-
siegevaarlijke ruimten vanwege gassen of stof.
WAARSCHUWING: Het is onbevoegd personeel niet toegestaan
het deksel van de magneetkop te verwijderen.
Zorg ervoor dat u tijdens het demonteren of hermonteren van het
deksel van de magneetkop niet de corresponderende en afdich-
tende oppervlakken beschadigt. Door onjuiste montage vervalt
de typegoedkeuring.
FUNCTIE
De meeste magneetafsluiters zijn uitgevoerd met spoelen voor
continu gebruik. Om persoonlijk letsel en schade door aanraking van
het spoelhuis te voorkomen dient men het aanraken te vermijden,
omdat bij langdurige inschakeling de spoel of het spoelhuis heet kan
worden. Als de magneetafsluiter makkelijk toegankelijk is, dient de
installateur te zorgen voor bescherming tegen onbedoeld contact.
GELUIDSEMISSIE De emissie van geluid hangt af van de toepas-
sing, het medium en het soort apparatuur dat wordt gebruikt. DE
BEPALING VAN HET GELUIDSNIVEAU KAN PAS UITGEVOERD
WORDEN NADAT DE AFSLUITER IS INGEBOUWD.
ONDERHOUD
Volg alle "Belangrijke aanwijzingen" in het hoofdstuk "INWER-
KINGSTELLING" strikt op bij het demonteren en hermonteren van
de afsluiter.
Neem contact op met ASCO voor het vervangen van de spoel, de
afsluiterbehuizing of een micro-contact of het monteren van de
handmatige bediening.
Neem alle voorschriften conform de Europese richtlijn 99/92/EG
en de hiervan afgeleide normen strikt in acht.
De afsluiter voor alle onderhoud en inwerkingstellingen uitscha-
kelen, de overdruk laten ontsnappen en ontluchten om risico's van
persoonlijk letsel of schade te voorkomen.
DE Ex d BEHUIZING NIET OPENEN WANNEER DEZE ON-
DER STROOM STAAT.
Neem de wachttijd die is vermeld op de naamplaat en in deze
Installatie- en onderhoudsinstructies in acht alvorens de be-
huizing te openen.
In geval van problemen of als er onduidelijkheden tijdens montage,
gebruik of onderhoud optreden, dan dient men zich tot ASCO of
haar vertegenwoordiger te wenden.
Om persoonlijk letsel of schade te voorkomen, controleren of de
afsluiter naar behoren werkt voordat u deze weer in werking stelt.
Controleer ook of er eventuele interne of externe lekken (zitting) zijn
met behulp van een niet-explosieve en niet-ontvlambare vloeistof.
De spoel demonteren en hermonteren:
Deze handeling dient te worden uitgevoerd door voldoende ge-
kwalifi ceerd personeel.
Type CPV1 (fi g. 1, 2 e 3)
Neem de wachttijd in acht die wordt vermeld op de naamplaat.
• Verwijder de 4 schroeven (3a) op het deksel.
• Draai het deksel eraf (gebruik geen metalen gereedschappen
aangezien deze de corresponderende oppervlakken kunnen
beschadigen).
• Maak alle aansluitingen los (spoel, aarding en hulpschakelaars)
(3b).
• In geval van een klemmenplaat (optioneel) moet deze gedemon-
teerd worden om de spoeleenheid te verwijderen. Draai hiertoe
de 2 moeren (5) los, verwijder de klemmenplaat en demonteer
de 2 uitlijnpinnen op de spoelklem (gebruik hiervoor geschikt
gereedschap om de 2 uitlijnpinnen (3b) niet te beschadigen).
• Maak de magneetkopbasis los (4 schroeven) (3c).
• Verwijder de plugmoer, de kernbuis, de kern, de spoel en de
elastische afdichting (3d).
• Bepaal welke spoel moet worden vervangen. U ziet bijvoorbeeld
de code "2132" op de spoel (complete spoelcode = 43002132)
(1a).
• Controleer of de code van de reservespoel overeenkomt met
die van de oude spoel die vervangen moet worden. Schrijf de
fabricagedatum op (bijvoorbeeld "09/02") die op de nieuwe spoel
staat om de traceerbaarheid ervan te garanderen (3e).
• Hermonteer de eenheid en controleer of de spoel juist op zijn
drager is geplaatst (3f).
• Controleer of de eenheid in de goede positie staat tijdens het
hermonteren (3g) - de klepstoter (G) moet in de vork passen (H)
zodat de kabelschoenen zich tegenover het deksel bevinden.
• Indien nodig de klemmenplaat (optie) volgens het juiste aanhaal-
koppel hermonteren [C1].
• Sluit alle aansluitingen opnieuw aan.
• Hermonteer het deksel en draai de 4 schroeven volgens het
vermelde koppel [D1].
Type MPV1 (fi g. 4, 5 e 6)
Neem de wachttijd in acht die wordt vermeld op de naamplaat.
• Verwijder de 4 schroeven (6a) op het deksel.
• Draai om het deksel van de kop te verwijderen. (Gebruik geen
metalen gereedschap, aangezien dit het corresponderende op-
pervlak kan beschadigen.)
• Maak alle aansluitingen los (spoel, aarding en hulpschakelaars)
(3b).
• Verwijder de kern (6c).
• Draai de schroeven boven aan de beugel los (6d).
• Verwijder de platen, plugmoer en spoel (6e).
• Bepaal welke spoel moet worden vervangen. U ziet bijvoorbeeld
de code "2591" op de spoel (complete spoelcode = 43002591)
(4a).
• Controleer of de code van de reservespoel overeenkomt met
die van de oude spoel die vervangen moet worden. Schrijf de
fabricagedatum op (bijvoorbeeld "09/02") die op de nieuwe spoel
staat om de traceerbaarheid ervan te garanderen (6f).
• Monteer de nieuwe spoel; plaats de klemmen aan de zijde van
de kabeldoorvoer.
• Hermonteer de plugmoer en de platen en maak de 2 schroeven
vast (J) volgens het vermelde koppel [E1].
• Herinstalleer de kern.
• Sluit alle aansluitingen opnieuw aan.
• Hermonteer het deksel en draai de 4 schroeven volgens het
vermelde koppel [D1].
Let op: Bij het vervangen van een spoel de naamplaat dienover-
eenkomstig markeren om de traceerbaarheid van het product
te verzekeren (verplicht).
Vervanging van schroef nr. 3: gebruik uitsluitend schroeven
met een maximale treksterkte van 700 N/mm
2
Deze handeling dient te worden uitgevoerd door voldoende gekwa-
lifi ceerd personeel.
Door onjuiste montage vervalt de typegoedkeuring.
Indien de gebruiker zelf onderdelen vervangt, kan ASCO de
traceerbaarheid van het eindproduct niet garanderen en dient
de gebruiker hiervoor te zorgen.
PREVENTIEF ONDERHOUD
• Gebruik de afsluiter ten minste twee keer per jaar om de werking
ervan te controleren.
• Controleer of de spoelbehuizing schoon is om een juiste versprei-
ding van de hitte die wordt gegenereerd door de spoel mogelijk
te maken, vooral wanneer deze continu wordt gebruikt.
• Vervang de behuizing van de afsluiter na een periode van 5 jaar
of 1 miljoen cycli (raadpleeg ASCO).
• Zorg ervoor dat er geen vreemde lichamen in het systeem komen.
Als de uitlaat niet is aangesloten, voorzie de poort dan van een
uitlaatbeschermer (raadpleeg ASCO).
PROBLEEMOPLOSSING
• Onjuiste uitlaatdruk: controleer de druk aan de toevoerzijde van
de afsluiter.
• De afsluiter werkt niet:
- Controleer of het voltage van de toevoer overeenkomt met dat
op de naamplaat.
- Controleer de elektrische aansluitingen op de spoel (alleen
gekwalifi ceerd personeel).
• Cyclusverliezen, ongebruikelijk geluid, lekken:
- Controleer of de pneumatische aansluitingen goed vastzitten.
- Controleer of er geen vreemde lichamen interfereren met de
werking van de afsluiter.
- Voer indien nodig onderhoud uit aan de afsluiter (raadpleeg
ASCO).
Om persoonlijk letsel of schade te voorkomen, controleren of de
afsluiter naar behoren werkt voordat u deze weer in werking stelt.
Controleer ook of er eventuele interne of externe lekken (zitting) zijn
met behulp van een niet-explosieve en niet-ontvlambare vloeistof.
ALGEMENE INSTALLATIE- EN ONDERHOUDSINSTRUCTIES
2
3
1
2
1
3
NL
Magneetkoppen, brandvrije behuizing, type CPV1 (DC) en MPV1 (AC)
voor magneetafsluiters serie 131 (spoelkleppen serie 231/232)