Documenttranscriptie
2
Veiligheidsinstructies
SPL2(TS) en SPL3(TS) gebruiksaanwijzing
NL
Veiligheidsinstructies
1
Alle veiligheidsinstructies, waarschuwingen en gebruiksaanwijzingen moeten als eerste
gelezen worden.
2
Alle op het apparaat aanwezige waarschuwingen dienen opgevolgd te worden.
3
De gebruiksaanwijzing dient opgevolgd te worden.
4
Bewaar de gebruiksaanwijzing voor toekomstig gebruik.
5
Het apparaat mag nooit in de onmiddellijke nabijheid van water worden gebruikt; voorkom de
mogelijkheid van binnentreden van water en vocht.
6
Het apparaat mag alleen geplaatst of gemonteerd worden op de door de fabrikant
aanbevolen wijze.
7
Het apparaat moet zo geplaatst of gemonteerd worden, dat niets een goede ventilatie in de
weg staat.
8
Het apparaat mag nooit in de onmiddellijke nabijheid van warmtebronnen zoals verwarming
installatie delen, kachels, en andere warmte producerende apparatuur (onder andere
versterkers) worden geplaatst.
9
Sluit het apparaat alleen aan op de juiste netspanning door middel van de door de fabrikant
aanbevolen kabels, zoals beschreven in de gebruiksaanwijzing en/of vermeld op de
aansluitzijde van het apparaat.
10
Het apparaat mag alleen worden aangesloten op een wettelijk goedgekeurde (rand)geaarde
netspanningaansluiting.
11
De netspanningkabel of het netspanningsnoer dient zo gelegd, dat er redelijkerwijs niet
overheen gelopen kan worden of geen voorwerpen op of tegenaan geplaatst kunnen worden
welke de kabel kunnen beschadigen. Speciaal moet rekening gehouden worden met het
punt waar de kabel vast zit aan het apparaat en waar de kabel vastzit aan de
netspanningaansluiting.
12
Voorkom dat vreemde voorwerpen en vloeistoffen in het apparaat kunnen binnendringen.
13
Het apparaat dient op de door de fabrikant aanbevolen wijze gereinigd te worden.
14
De netspanningkabel of het netspanningsnoer dient, indien voor langere tijd het apparaat
niet gebruikt wordt uit de netspanningaansluiting gehaald te worden.
15
In alle gevallen, wanneer er na een gebeurtenis gevaar ontstaat voor onveilige werking van
het apparaat, zoals:
•
na het beschadigd raken van de netspanningkabel of het netspanningsnoer
•
na het binnendringen in het apparaat van vreemde voorwerpen of vloeistoffen (onder
andere water)
•
na een val van het apparaat of een beschadiging van de behuizing
•
na het opmerken van een verandering in de werking van het apparaat
moet het gecontroleerd worden door daarvoor bevoegd technisch personeel.
16
De gebruiker moet geen werkzaamheden aan het apparaat uitvoeren anders dan die in de
gebruiksaanwijzing staan omschreven.
NL
SPL2(TS) en SPL3(TS) gebruiksaanwijzing
Installatie
3
Inleiding
De steeds strenger wordende milieuwetgeving schrijft in veel gevallen voor dat geluidsinstallaties
in ondermeer horecagelegenheden moeten worden voorzien van een geluidsbegrenzer. Deze
begrenzer, of limiter, zorgt ervoor dat de gemiddelde geluidsdruk nooit boven een bepaald niveau
kan komen. De SPL2, SPL2TS, SPL3 en SPL3TS zijn zulke limiters. Het maximum niveau is in te
stellen met instelpunten op het front van de limiters, waarna deze instelpunten verzegeld kunnen
worden met behulp van afdekplaatjes.
De vier verschillende Dateq SPL limiters vormen één familie. De SPL2 en SPL2TS werken zonder
meetmicrofoon, terwijl de SPL3 en SPL3TS zijn voorzien van (meegeleverde) meetmicrofoon. De
SPL2TS en SPL3TS zijn voorzien van een tijdklok waarmee het maximum geluidsniveau per tijd
en dag verstelbaar is (zie tabel 1). Omdat de limiters in principe vrijwel gelijk aan elkaar zijn geldt
deze handleiding voor alle limiters. Aanwijzingen die specifiek voor bepaalde types gelden, worden
in de kantlijn voorzien van een logo met typeaanduiding.
SPL 2
SPL 2 TS
meetmicrofoon
timer
!
SPL 3
!
SPL 3 TS
!
!
Tabel 1 : functies per limitertype
Meetmicrofoon (voor- en nadelen)
In sommige gevallen (in Nederland per gemeente verschillend) zal het gebruik van een
meetmicrofoon verplicht worden gesteld. Ook in het geval van "live"-muziek is het gebruik van een
meetmicrofoon onontbeerlijk. Het gebruik van een meetmicrofoon kan echter zowel voor- als
nadelen hebben.
• Het instellen van het maximum niveau gebeurt meestal overdag, in een lege zaal. Als
vervolgens 's avonds de zaal gevuld is met publiek, zal er veel meer akoestische demping zijn.
Zonder meetmicrofoon zal het maximum geluidsniveau dus bij een volle zaal beduidend lager
liggen dan het niveau, zoals dit was ingesteld door de keurende instantie, met een lege zaal. In
4
Installatie
SPL2(TS) en SPL3(TS) gebruiksaanwijzing
NL
het geval er wel een meetmicrofoon wordt gebruikt, zal deze dit verschil onderkennen, en dus
toestaan dat de geluidsinstallatie iets meer vermogen mag leveren bij een volle zaal.
• Het gebruik van een meetmicrofoon kan ook juist nadelig werken. Vooral in kleinere ruimtes,
waar het maximaal toegestane niveau aan de lage kant ligt (minder dan 100 dBA), zal het
publiek in staat zijn boven de muziek uit te komen, bijvoorbeeld bij meezingen met de muziek.
In dit geval zal de meetmicrofoon dit detecteren, waarna de limiter maar één ding kan doen,
namelijk terugregelen van de muziek. Juist op die momenten zal dit een uiterst ongewenst
effect geven.
De meetmicrofoon van de SPL3 en SPL3TS kan met behulp van een schakelaartje worden
uitgeschakeld zodat eventueel geëxperimenteerd kan worden met en zonder meetmicrofoon. In de
verderop besproken "live"-mode kan de limiter niet zonder meetmicrofoon werken.
Tijdklok
Een tijdklok aan boord van de limiter kan voordelen hebben indien het maximaal
toegestane geluidsniveau bijvoorbeeld aan het begin van de avond hoger is dan
aan het eind van de avond of begin van de morgen. Deze tijdklok schakelt de
limiter dan automatisch over naar het op dat moment maximaal toegestane
geluidsniveau. De tijdklok aan boord van de SPL2TS en SPL3TS wordt
eenmalig op de juiste tijd ingesteld met de PC software van de installateur of
meetdienst. De klok schakelt automatisch over tussen zomer- en wintertijd. De tijdklok deelt de
dagen in 3 "TimeSlots". Voor ieder timeslot kan een bepaald maximaal niveau worden ingesteld.
Ook het tijdstip van overgang tussen de timeslots kan uiteraard worden ingesteld.
Gebruik
De SPL-limiters zijn tijdens gebruik nagenoeg onmerkbaar aanwezig. Het is uiteraard aan te raden
de limiter-drempel niet te ver te overschrijden. Zodra de drempel met meer dan 14dB wordt
overschreden zal de OVERLOAD LED gaan knipperen. Tijdens normaal bedrijf zal deze situatie
zich nooit voordoen.
Music-mode / Live mode
De SPL3/3TS-limiters kennen twee bedrijfsmodes: één speciaal voor muziek via een
muziekinstallatie (Music mode), en één speciaal voor live bands (live mode).
• Op het moment dat signaal wordt aangeboden op de audioingang van de limiter staat de limiter
in "Music mode". De DETECT-, REDUCTION- en OVERLOAD LED's geven dan de status van
de limiter aan. Aangeboden signaal wordt teruggeregeld indien het audioniveau de maximum
toelaatbare geluidsdruk overschrijdt.
• Als er geen signaal op de audioingangen van de limiter wordt aangeboden, terwijl de
meetmicrofoon toch een overschrijding van het maximum geluidsniveau detecteert, schakelt de
limiter in "live mode". De WARNING- en -SANCTION LED's geven dan de status van de SPL
aan. In de "live mode" is de SPL3/3TS een echte "bewaker", omdat de limiter uiteraard niet in
staat is op een actieve manier het geluid terug te regelen. Twee schakeluitgangen moeten
zorgen dat gemeten geluidsniveau de maximaal toegestane geluidsdrempel niet overschrijden.
De eerste uitgang (WARNING) kan een LED of een lamp (via een solidstate relais) bedienen,
die de muzikant(en) kan waarschuwen wanneer het maximaal toegestane niveau wordt
overschreden. De tweede uitgang kan een (solidstate relais) schakelaar bedienen die op zijn
beurt de spanning van de versterker(s) van de livemuzikant(en) kan uitschakelen. Op het
moment dat de muzikant(en) de waarschuwingen van de eerste uitgang blijft negeren, kan deze
tweede uitgang sanctioneren door de spanning af te schakelen.
NL
SPL2(TS) en SPL3(TS) gebruiksaanwijzing
Installatie
5
Tip
Probeer nooit de SPL3/3TS tegelijkertijd in music mode en live mode te gebruiken, door
bijvoorbeeld een gedeelte van de instrumenten van een live band via de limiter te laten lopen,
terwijl andere instrumenten ongeregeld blijven werken (drumstel!). De limiter zal dan ten onrechte
proberen de instrumenten die hij wel kan terugregelen te verzwakken, zodat de onderlinge
verhoudingen van instrumenten (en zang) volledig wordt verstoord. De limiter geeft overigens geen
livewaarschuwing als ook audio op de ingang wordt aangeboden, dit omdat anders tijdens de
Music mode deze waarschuwingslamp continu zou knipperen, de limiter regelt immers altijd
precies tot het maximaal toegelaten niveau!
6
Installatie
SPL2(TS) en SPL3(TS) gebruiksaanwijzing
NL
Aansluitingen
Om te voorkomen dat de aansluitingen gewijzigd kunnen worden nadat de limiter is ingeregeld en
verzegeld, zijn de aansluitingen van de limiter na verzegeling niet meer toegankelijk. Verwijder om
bij de aansluitingen van de limiter te komen het rechter (verzegelbare) afdekplaatje.
Draai nu bout (A) los met een torxschroevendraaier (zie tekening). Verwijder nu de 4 torxschroefjes (B) van het bovendeksel. Nu kan het deksel verwijderd worden. Til eerst de voorkant
iets op, en schuif het deksel dan naar achteren. De aansluitplaat van de limiter wordt nu zichtbaar.
IN
AUDIO XLR
SERIAL INTERFACE
1 Ground
2 Audio +
3 Audio -
1
2
3
4
5
OUT
13
1
25
14
6-8 Ground
CHECK USER MANUAL O R
SPL3(TS) only
MIC INPUT
Ext Attenuation In
Reduction
Overload
*Warning
*Live Mode OK
L
-
R
AUDIO INPUTS
9
10
11
12
13
18
19
*Mic In +
Left In +
Right In +
Left Out +
Right Out+
I/O TXD
I/O RXD
SERIAL NUMBER
21 *Mic In 22 Left In 23 Right In 24 Left Out 25 Right Out -
LIMITER
Stereo Program Audio Limiter
14-17, 20 Ground
*SPL3(TS) only
WWW.DATEQ.NL FO R OPERATION AND MAINTENANCE DETAILS
L
-
R
AUDIO OUTPUTS
MADE IN THE NETHERLANDS
100-240VAC
RoHS
SERIAL INTERFACE
CAUTION
RISK OF ELECTRIC SHOCK.
DISCONNECT POWER CABLE
BEFORE OPENING.
CO MPLI A NT
2 0 08 /9 5/ EC
2011
POWER
Mic Input (gebruik alleen originele DATEQ microfoon) (XLR 3-pins female)
Pen
1
2
3
Functie
Massa
Audio +
Audio -
Type
A-GND
In
In
Balanced Stereo Left / Right Inputs (XLR 3-pins female)
Pen
1
2
3
Functie
Massa
Audio +
Audio -
Type
A-GND
In
In
Balanced Stereo Left / Right Outputs (XLR 3-pins male)
Pen
1
2
3
Functie
Massa
Audio +
Audio -
Type
A-GND
Uit
Uit
NL
SPL2(TS) en SPL3(TS) gebruiksaanwijzing
Installatie
7
Signalling Connector (25-SUBD female)
Pen
1
2
3
4
5
6
9
21
10
22
11
23
12
24
13
25
18
19
7 en 8
14-17, 20
Functie
externe verzwakking ingang (potmeter 10 kΩ lineair)
reduction
overload
warning (alleen SPL 3 en SPL 3TS)
live mode OK (alleen SPL 3 en SPL 3TS)
Sanctie actief
mic in + (alleen SPL 3 en SPL 3TS)
mic in - (alleen SPL 3 en SPL 3TS)
audio in links +
audio in links audio in rechts +
audio in rechts audio uit links +
audio uit links audio uit rechts +
audio uit rechts TXD
RXD
gnd
gnd
Type
In
Uit
Uit
Uit
Uit
In
In
In
In
In
In
In
Uit
Uit
Uit
Uit
Aansluitingen
MIC IN
Achterop de SPL 3 en SPL 3TS is een symmetrische XLR-connector voor
de standaard bijgeleverde meetmicrofoon. Zonder aangesloten microfoon
zal de limiter niet werken, behalve als de microfoon is uitgeschakeld. De
meegeleverde microfoonkabel kan zonder problemen verlengd worden (tot
ongeveer 100 meter), maar let dan wel op de goede polariteit van de
aansluiting. Monteer de meetmicrofoon aan de wand of plafond, op een
dusdanige plaats dat de microfoon goed in het geluidsveld is geplaatst.
Voorkom dat de microfoon een sterk gekleurd geluid ontvangt. Monteren in
een nis is niet aan te raden. Ook bevestiging aan een wand of balk die bij
bepaalde audiofrequenties resoneert kan problemen opleveren. Ervaring
leert dat het zin heeft de microfoon zo ver mogelijk van publiek te
monteren, zodat de verhouding "menselijk lawaai"/"elektronisch lawaai",
zoveel mogelijk richting "elektronisch lawaai" neigt. Soms schrijft een
overheid- of keurende instantie voor waar de microfoon moet worden
bevestigd (bijvoorbeeld op de plaats met de meeste geluidslek naar
buiten).
AUDIO IN L/R
Gebalanceerde ingangen voor links en rechts.
AUDIO OUT L/R
Gebalanceerde uitgangen voor links en rechts.
8
Installatie
SPL2(TS) en SPL3(TS) gebruiksaanwijzing
NL
EXTERNAL
ATTENUATION
INPUT
Externe volumeregeling is mogelijk via de "external attenuation" ingang op
de DB25 connector. Op deze manier is het mogelijk om bijvoorbeeld op een
andere plaats dan bij de apparatuur het volume te kunnen verminderen. Dit
kan met een lineaire potmeter van 10 kΩ.
REDUCTION
Aansluiting voor LED of solidstate relais, ten behoeve van externe indicatie
van REDUCTION (+20 V / 10 mA DC)
OVERLOAD
Aansluiting voor LED of solidstate relais, ten behoeve van externe indicatie
van OVERLOAD (+20 V / 10 mA DC)
WARNING
Aansluiting voor LED of solidstate relais, ten behoeve van externe indicatie
van WARNING (+20V/10mA DC)
LIVE MODE OK
Aansturing afschakelmechanisme "live" versterkers (normaal is de uitgang
stroomvoerend (+20 V / 10 mA DC), in geval van sanctie niet.
SANCTIE ACTIEF
Als de limiter in SPL2 mode werkt kan een extra sanctie worden geven bij
oversturing. Als de limiter meer dan 14 dB wordt overstuurd kan het geluid
extra worden verzwakt. Als deze functie gewenst is moet pen 6 met aarde
(bijvoorbeeld pen 7) worden verbonden.
MAINS
Netsnoer. De SPL-limiters werken op een netspanning van 220 .. 240 V
AC.
NL
SPL2(TS) en SPL3(TS) gebruiksaanwijzing
Bediening
9
Bediening
14 13
2TS
3TS
1
10, 9, 8
12, 11
4 5 6
3
2
7
Klok display. Het display
geeft tijdens normaal bedrijf
de huidige tijd aan, in 24uursformaat. Op het moment
dat de netspanning op de
limiter wordt ingeschakeld,
loopt even de datum op het display voorbij. Op deze manier is eenvoudig te controleren of de klok
wel goed is ingesteld.
De 3 LED's links geven aan in welk tijdslot de limiter zich bevindt. Zorg dat de installateur een lijst
met indeling van de tijdsloten achterlaat, zodat achteraf altijd na te gaan is hoe de limiter staat
geprogrammeerd. Naast de tijd kunnen op het display diverse andere meldingen verschijnen,
waarvan hier een overzicht volgt:
Het display geeft normaal de tijd aan.
De limiter bevindt zich in een bypassperiode. Het nummer geeft de bypassperiode
aan. In dit geval is dat periode twee. Deze melding wisselt af met de tijd.
De programmering van de timer in de limiter is verloren gegaan. De timer moet dan
opnieuw worden geprogrammeerd om het probleem te verhelpen. Zolang het
probleem niet is verholpen blijft de limiter in foutstand: het geluid wordt sterk
gereduceerd.
Er is tijdens het programmeren van de limiter iets misgegaan. Probeer het nog een
keer. Zolang het probleem niet is verholpen blijft de limiter in foutstand: het geluid
wordt sterk gereduceerd.
Er is een interne fout geconstateerd in de limiter, waardoor de klok en het geheugen
niet goed kunnen werken. Laat de limiter nakijken door een erkende reparateur.
10
Bediening
SPL2(TS) en SPL3(TS) gebruiksaanwijzing
NL
USB-connector. Via deze USB-connector is de leverancier, gemeente of een andere keurende
instantie in staat de limiter te programmeren. Zij beschikken over een computerprogramma
waarmee het één en ander is in te stellen. Per weekdag zijn 3 "Time Slots" in te stellen, per
timeslot is een bepaald maximum niveau in te stellen. Ook is het mogelijk vooraf zogenaamde
"bypassperiodes" in te stellen: data waarop de limiter mag worden afgeschakeld (bij speciale
evenementen). Er kunnen 10 bypassperiodes worden voorgeprogrammeerd.
Indien keuringsinstanties of installateurs (nog) niet over de software beschikken, kunnen zij zich
wenden tot DATEQ. Deze software is voor hen gratis beschikbaar. Deze software staat overigens
wel op naam, deze naam wordt meegeprogrammeerd in de limiter zodat altijd achteraf te
controleren is wie de limiter als laatste heeft geprogrammeerd.
In de doos bevindt zich een USB stick met de nieuwste software. De limiter kan via de USB
aansluiting op iedere Windows computer worden aangesloten. Een driver programma is niet
benodigd. Nadat de USB kabel is aangesloten en het programma is gestart verschijnt het
inlogscherm.
Hiermee kunt u contact met de SPL maken en zo nodig de tijd aanpassen aan de tijd van uw
computer. Vervolgens kunt u de instellingen van de limiter aanpassen.
Standaard zijn de volgende instellingen: Na 19:00 uur 5 dB extra verzwakking, na 23:00 nogmaals
5 dB verzwakking.
NL
SPL2(TS) en SPL3(TS) gebruiksaanwijzing
Bediening
11
In veel gemeenten zijn er bepaalde dagen waarop de limiter niet ingeschakeld hoeft te zijn. Deze
uitzonderingen kunnen in een tabel worden opgenomen.
Bypass schakelaar. Door indrukken van deze schakelaar is de limiter niet meer actief. Op
deze manier kan tijdens speciale evenementen eenvoudig de limiter worden uitgeschakeld,
zonder dat deze opnieuw hoeft te worden afgeregeld. Doordat de bypass schakelaar achter een
apart afdekplaatje is gesitueerd hoeft de verzegeling van de instelpotmeters hoeft dus ook niet te
worden verbroken.
Mic-schakelaar. Met ingedrukte schakelaar werkt de limiter met meetmicrofoon. Met niet
ingedrukte schakelaar wordt de meetmicrofoon niet gebruikt. Dit betekent automatisch dat de
LIVE mode van de limiter niet meer werkt. Let op: als besloten wordt de limiter om te schakelen in
een andere stand moet de limiter uiteraard opnieuw worden afgesteld!
12
Bediening
SPL2(TS) en SPL3(TS) gebruiksaanwijzing
NL
Output Level instelling. Met dit instelpunt kan met maximaal toelaatbaar geluidsniveau
worden ingesteld. Bied signaal op de ingang van de limiter aan (bij voorkeur witte ruis),
dusdanig dat de threshold overschreden wordt (detect- en reduction LED gaan aan). Regel nu het
OUTPUT LEVEL zo dat in de ruimte exact het maximaal toelaatbare geluidsniveau wordt bereikt.
Letop dat eerst de threshold en daarna het output level wordt ingesteld.
Threshold instelling. Vanuit de fabriek staat de limiterdrempel (de threshold) ingesteld op 0
dBu. Zodra het aansturende apparaat deze drempel overschrijdt zal de limiter gaan
terugregelen. Als bijvoorbeeld het aansturende apparaat een mengpaneel is, is het praktisch om
de threshold zo in te stellen dat de threshold precies wordt overschreden op het moment dat de
niveaumeters van het mengpaneel "in het rood" gaan. Stel de Treshold instelling zodanig in dat het
“detect” ledje deze pieken ook aangeeft. Letop dat eerst de threshold en daarna het output niveau
wordt ingesteld.
Sound Level instelling. Met dit instelpunt wordt het maximaal toelaatbaar geluidsniveau voor
de SPL3- en SPL3TS limiters ingesteld. Bied signaal op de ingang van de limiter aan (bij
voorkeur witte ruis) dusdanig dat de limiter gaat terugregelen (detect- en reduction LED gaan aan).
Regel nu het SOUND LEVEL zo dat in de ruimte exact het maximaal toelaatbare geluidsniveau
wordt bereikt. Het uiteindelijk ingestelde niveau geldt dan ook in de LIVE-mode, wat betekent dat
de limiter ook nog op een andere manier in te stellen is. Buiten de limiter om het maximaal
toelaatbare geluid produceren (via versterkers en speakers buiten de limiter om), en nu het
SOUND LEVEL zo afregelen dat de LIVE WARNING LED net gaat knipperen. Als er nu ook maar
1 dB minder signaal wordt geproduceerd moet de duty-cycle van de knipperende LED
ogenblikkelijk weer afnemen anders is het niveau nog niet goed ingesteld.
Threshold instelpunt. Vanuit de fabriek staat de limiter drempel (de threshold) ingesteld op 0
dBu. Zodra het aansturende apparaat deze drempel overschrijdt zal de limiter gaan terugregelen.
Als bijvoorbeeld het aansturende apparaat een mengpaneel is, is het praktisch om de threshold zo
in te stellen dat de threshold precies wordt overschreden op het moment dat de niveaumeters van
het mengpaneel "in het rood" gaan. Stel de Treshold instelling zodanig in dat het “detect” ledje
deze pieken ook aangeeft.
De limiter heeft enige tijd nodig om zich in te stellen na het verdraaien van de SOUNDLEVEL of de THRESHOLD-instelling. Houd hier rekening mee tijdens het afregelen.
Bypass indicatie. Deze LED knippert indien de limiter in "bypass" mode staat. Dit kan zijn als
gevolg van een ingeprogrammeerde bypassperiode bij de limiter, maar ook als gevolg van een
ingedrukt bypassschakelaartje achter het linker afdekplaatje.
Detect indicatie. Zodra het op de limiter aangeboden audiosignaal de drempelwaarde
(threshold) overschrijdt gaat deze LED branden.
Reduction indicatie. Op het moment dat de limiter moet terugregelen om het signaal beneden
het maximaal toelaatbare niveau te houden, licht deze LED op.
Overload indicatie. Zodra de threshold met meer dan 14dB is overschreden, kan de SPLlimiter niet meer instaan voor behoud van goede geluidskwaliteit. Op het moment dat de
gebruiker meer dan 14dB over de drempel stuurt gaat de OVERLOAD-LED knipperen.
WARNING-indicatie. De DETECT/REDUCTION/OVERLOAD LED's werken bij de SPL3 en
SPL3TS in de "music" mode, de WARNING/SANCTION-LED's werken in de "live" mode. Op
het moment dat de meetmicrofoon een hoger geluidsniveau dan het toegelaten niveau meet gaat
de WARNING-LED knipperen. Als de situatie aanhoudt, gaat de LED steeds intenser knipperen
(oplopende "duty-cycle"). Zie onderstaande afbeelding. Via een solidstate relais is ook een externe
lamp aan te sluiten op de limiter, die dezelfde functie kan vervullen.
NL
SPL2(TS) en SPL3(TS) gebruiksaanwijzing
Bediening
13
SANCTION indicatie (live mode). Als de WARNING LED continu brandt, en er nog steeds
geen erandering in de situatie is gekomen, treedt de sanctie in werking. De SANCTION LED zal
dan gaan branden en de stuurstroom op de "Live-music-control" pin zal afschakelen. Hierdoor
kunnen de versterkers van live-installaties stroomloos worden gemaakt. Na ongeveer 30 seconden
zal de situatie zich herstellen.
WARNING- en LIVE MODE OK- uitgangen
POWER ON-indicatie. Deze LED brandt indien de limiter is voorzien van netspanning en is
ingeschakeld.
POWER schakelaar. De netspanningschakelaar schakelt de limiter in en uit. Bij
uitgeschakelde limiter wordt geen audio doorgegeven via de limiter en zijn alle stroom-uitgangen
(live gebruik) afgeschakeld. Zodra de limiter wordt ingeschakeld wordt de elektronica gedurende
korte tijd geïnitialiseerd (knipperende DETECT LED (8)). Daarna is de limiter klaar voor gebruik.
14
Bediening
SPL2(TS) en SPL3(TS) gebruiksaanwijzing
NL
Foutmeldingen
De limiters kennen een aantal situaties waarin de uitgang wordt afgeschakeld terwijl één van de
LED's op het front knipperen ter indicatie dat er iets mis is
DETECT-LED (8) knippert: de eerste seconden nadat de limiter is aangezet
krijgt de elektronica in de limiter even de gelegenheid te stabiliseren.
Gedurende deze tijd knippert de DETECT LED, als teken dat de limiter zonder
meetmicrofoon wordt gebruikt.
DETECT- & WARNING LED (8) (11) knipperend: ook dit is een opstart-indicatie.
Alleen is in dit geval de meetmicrofoon wel ingeschakeld.
WARNING- & SANCTION LED (11) (12) knipperend: de standaard bijgeleverde
microfoon is niet correct aangesloten. Controleer de aansluitingen.
BYPASS LED (7) knipperend: de limiter staat in BYPASS-mode, en grijpt dus
niet in indien het maximum niveau wordt overschreden.
NL
SPL2(TS) en SPL3(TS) gebruiksaanwijzing
Bediening
15
Vaak gestelde vragen
Bij het op goede wijze installeren van een limiter op basis van een meetmicrofoon komen altijd een
paar extra aspecten om de hoek kijken. Om een beter inzicht te geven hebben wij hieronder de
meest gestelde vragen op een rijtje gezet:
Als het publiek in de zaal veel lawaai maakt (meezingen), dan regelt de SPL3/3TS het geluid
terug. Hoe voorkom ik dit?
Vooral in relatief kleine ruimtes, waar het maximaal toegestane geluidsniveau relatief laag ligt, is
het publiek inderdaad vaak in staat om (meezingend) behoorlijk boven de muziek uit te komen.
Dit wordt uiteraard door de meetmicrofoon gedetecteerd en dus zal de limiter de muziek
terugregelen wat natuurlijk volledig legitiem is! Dit probleem kan voorkomen worden door de
meetmicrofoon op een plaats te bevestigen waar de verhouding publiek/muziek wat meer richting
muziek doorslaat. Plaats de meetmicrofoon zo ver mogelijk van het publiek, relatief dicht bij de
luidsprekers. Na verplaatsing van de microfoon moet de limiter uiteraard wel opnieuw worden
afgeregeld. Ook kan worden overwogen de limiter zonder meetmicrofoon te gaan gebruiken.
Ik gebruik de limiter alleen voor "LIVE"-muziek. Wat moet ik nu doen met de "threshold"trimmer?
De "threshold" heeft geen invloed op de de werking van de limiter als de meetmicrofoon is
ingeschakeld. Alleen met uitgeschakelde microfoon is het "threshold" instelpunt belangrijk. Zonder
meetmicrofoon begrenst de limiter op basis van wat op de ingang aangeboden wordt. Met
meetmicrofoon wordt slechts naar het door de microfoon gemeten niveau gekeken.
Zelfs met de instelpotmeter helemaal rechtsom is het geluidsniveau te laag. Wat nu?
Waarschijnlijk zal het maximum geluidsniveau in dat geval ruim boven het van overheidswege
goedgekeurde niveau liggen. De SPL3/3TS is zo ontworpen dat het regelbereik loopt van "voor
iedere horeca exploitant eigenlijk te zacht" tot "voor iedere buurman veel te hard". Mocht om één of
andere reden een hogere geluidsdruk gewenst zijn plaats dan de meetmicrofoon verder van de
luidsprekers. Hierdoor zal de limiter minder geluid meten en dus minder ver terugregelen. Pas dan
uiteraard wel op dat het geluidsaandeel van het publiek niet te groot wordt.
Bij livemuziek loopt een deel van de instrumenten en de zang via de zaalversterking dus via
de SPL3/3TS. De andere instrumenten worden bewaakt via de "LIVE" mode van de limiter.
Zodra het nu te hard gaat regelt de limiter de instrumenten die via de zaalversterking lopen
terug waardoor alle verhoudingen scheef worden getrokken.
Dit klopt. Zie ook pagina 5. De SPL3 en SPL3TS zijn niet geschikt om tegelijk in "MUSIC" en
"LIVE" mode te worden gebruikt. Immers: als de limiter meet dat het maximum niveau wordt
overtreden is er maar één zinnige maatregel mogelijk: terugregelen! Hierdoor trekken de
verhoudingen natuurlijk scheef als een aantal instrumenten (drums!) onverzwakt door kunnen
blijven spelen. Het is aan te raden om in dergelijke gevallen alle instrumenten buiten de limiter om
te laten lopen en alleen de "LIVE"-schakeluitgangen van de limiter te gebruiken.
Technische specificaties
INGANGEN
MIC (meetmicrofoon) ...................................... XLR-3 female, elektronisch gebalanceerd, alleen
meegeleverde microfoon gebruiken
LINE (left & right) ............................................ XLR-3 female, elektronisch gebalanceerd
Signaalniveau ........................................ -14 .. +6 dBu
Ingangsimpedantie ................................ 10 kOhm
UITGANGEN
LINE (left & right) ............................................ XLR-3 male, elektronisch gebalanceerd
Uitgangsimpedantie ............................... 600 Ohm
ALGEMEEN
AUDIO
Frequentiebereik.................................... 20 Hz .. 20 kHz
Signaal/ruis verhouding ......................... > 80 dB
THD+N .................................................. < 0.05 % (CCIR-RMS)
BEGRENZING
Limiterdrempel (instelbaar) .................... -14 .. +6 dBu (zonder meetmicrofoon)
Limiterdrempel (instelbaar) .................... 80 .. 120 dBA (met meetmicrofoon)
Uitgangsverzwakking (instelbaar) .......... 0 .. -40 dB (zonder meetmicrofoon)
EXTERNE SIGNALERING
Externe verzwakker ............................... 0 .. -20 dB (10 kOhm potmeter)
Signalerings- en schakeluitgangen ........ 20 V / 10 mA DC
POWER SUPPLY
Spanningsbereik .................................... 220...240 VAC / 50 Hz
Vermogen .............................................. 10 W (SPL2 / SPL3), 20 W (SPL2TS / SPL3TS)
AFMETINGEN EN GEWICHT
Front ...................................................... 483 x 45 mm (B x H) = 19”, 1HE
Kastdiepte.............................................. 175 mm
Gewicht (netto) ...................................... 3.2 kg (SPL2 / SPL3), 3.5 kg (SPL2TS / SPL3TS)
Productondersteuning
Voor vragen over de SPL limiter serie, accessoires en andere producten kunt u contact opnemen
met:
Dateq Audio Technologies B.V.
De Paal 37
1351 JG Almere
Nederland
Telefoon: (036) 54 72 222
E-mail:
[email protected]
Internet: www.dateq.nl
VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING
acc.to art.10.1 EMC directive 89/336/EEC
Wij,
DATEQ Audio Technologies b.v.
de Paal 37,
1351 JG ALMERE,
Nederland
verklaren, uitsluitend op onze verantwoordelijkheid, dat dit produkt
Type: SPL 2 MkII
Serienummers: 18-XXXX
waarop deze verklaring betrekking heeft, in overeenstemming is met de volgende
geharmoniseerde Europese normen
EN 50081-1 en EN 50082-1
Volgens de bepalingen van de EMC-richtlijn 89/336/EEG, gewijzigd door de richtlijn
91/263/EEG, 92/31/EEG en 93/68/EEG.
EN 60065
Volgens de bepalingen van IEC 65: 1985 + A1: 1987 + A2: 1989 + A3: 1992, mod.
Ratificatie: 1993-07-06
Almere, 12 februari 2013
J.H. Kloppenburg, Directeur
stempel:
handtekening:
VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING
acc.to art.10.1 EMC directive 89/336/EEC
Wij,
DATEQ Audio Technologies b.v.
de Paal 37,
1351 JG ALMERE,
Nederland
verklaren, uitsluitend op onze verantwoordelijkheid, dat dit produkt
Type: SPL 3 MkII
Serienummers: 23-XXXX
waarop deze verklaring betrekking heeft, in overeenstemming is met de volgende
geharmoniseerde Europese normen
EN 50081-1 en EN 50082-1
Volgens de bepalingen van de EMC-richtlijn 89/336/EEG, gewijzigd door de richtlijn
91/263/EEG, 92/31/EEG en 93/68/EEG.
EN 60065
Volgens de bepalingen van IEC 65: 1985 + A1: 1987 + A2: 1989 + A3: 1992, mod.
Ratificatie: 1992-07-06
Almere, 12 februari 2013
J.H. Kloppenburg, Directeur
stempel:
handtekening:
VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING
acc.to art.10.1 EMC directive 89/336/EEC
Wij,
DATEQ Audio Technologies b.v.
de Paal 37,
1351 JG ALMERE,
Nederland
verklaren, uitsluitend op onze verantwoordelijkheid, dat dit produkt
Type: SPL 2 TS MkII
Serienummers: 19-XXXX
waarop deze verklaring betrekking heeft, in overeenstemming is met de volgende
geharmoniseerde Europese normen
EN 50081-1 en EN 50082-1
Volgens de bepalingen van de EMC-richtlijn 89/336/EEG, gewijzigd door de richtlijn
91/263/EEG, 92/31/EEG en 93/68/EEG.
EN 60065
Volgens de bepalingen van IEC 65: 1985 + A1: 1987 + A2: 1989 + A3: 1992, mod.
Ratificatie: 1993-07-06
Almere, 12 februari 2013
J.H. Kloppenburg, Directeur
stempel:
handtekening:
VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING
acc.to art.10.1 EMC directive 89/336/EEC
Wij,
DATEQ Audio Technologies b.v.
de Paal 37,
1351 JG ALMERE,
Nederland
verklaren, uitsluitend op onze verantwoordelijkheid, dat dit produkt
Type: SPL 3 TS MkII
Serienummers: 24-XXXX
waarop deze verklaring betrekking heeft, in overeenstemming is met de volgende
geharmoniseerde Europese normen
EN 50081-1 en EN 50082-1
Volgens de bepalingen van de EMC-richtlijn 89/336/EEG, gewijzigd door de richtlijn
91/263/EEG, 92/31/EEG en 93/68/EEG.
EN 60065
Volgens de bepalingen van IEC 65: 1985 + A1: 1987 + A2: 1989 + A3: 1992, mod.
Ratificatie: 1993-07-06
Almere, 12 februari 2013
J.H. Kloppenburg, Directeur
stempel:
handtekening: