-- 1 5 3 --
fgb7fs1h
4. DRAADGEGEVENS
Draadtype
De uitrusting voor de feitelijk bij het lassen gebruikte draad kan vooraf worden
ingesteld. Het besturingssysteem moet informatie hebben over hoe de draad eruit
ziet om een optimaal start-- en stopverloop te bereiken.
S massieve draad
S holle draad
S band
Draaddiameter
De keuze van de draaddiameter is van grote invloed op het startverloop en op de
kratervulling. Bij lassen met andere draaddiameters dan degene die zijn opgenomen
in de keuzetabel, kies dan in het menu de draaddiameter die het dichtst in de buurt
ligt.
Opm.
Bij gebruik van draden van bepaalde materialen verkrijgt u soms betere
lasresultaten, als u een waarde aanhoudt die iets afwijkt (normaliter 1 stap) van de
werkelijke draaddiameter.
Wanneer u kiest voor metrische eenheden hebt u de keuze uit de volgende
alternatieven:
S massieve draad 0,8 / 1,0 / 1,2 / 1,6 / 2,0 / 2,4 / 3,0 / 3,2 / 4,0 / 5,0 / 6,0 mm
S holle draad 0,8 / 1,0 / 1,2 / 1,6 / 2,0 / 2,4 / 3,0 / 3,2 / 4,0 mm
S band 30 x 0,5 / 60 x 0,5 / 100 x 0,5 mm
Wanneer u kiest voor inches hebt u de keuze uit de volgende alternatieven:
S massieve draad 0.030, 0.040, 0.047, 1/16, 5/64, 3/32, 7/64, 1/8, 3/32,
7/64, 1/8, 5/32, 3/16, 1/4
S holle draad 0.030, 0.040, 0.047, 1/16, 5/64, 3/32, 7/64, 1/8, 3/32,
7/64, 1/8, 5/32
S band 30 x 0,5 / 60 x 0,5 / 100 x 0,5
Draadmateriaal
Bij het lassen met verschillende toeslagdraadmaterialen wordt de start-- en
stopmethode beïnvloed door de materiaalkeuze. Daarom is het van belang dat de
instelling laat zien of u met op staal of op aluminium gebaseerde toeslagdraden last.
S Fe Toeslagmateriaal van staal
S Al Toeslagmateriaal van aluminium
S SS Toeslagmateriaal van roestvast staal
Aantal draden
Er kunnen waarden tussen 1 en 2 worden ingevoerd.
Voor lassen met bijv. twee draden (Twin Arc) moet de waarde 2 worden ingevoerd.
NL