© ESAB AB 2008
cmha2p11
cmha2p10
- 10 -
bh32d1h
5.3 Aansluiting van las- en aardkabel
De lasstroombron heeft twee uitgangen, een plusklem (+) en een minklem (-) voor
de aansluiting van de las- en aardkabel. Het type laselektrode bepaalt op welke
uitgang de laskabel wordt aangesloten. Op de verpakking van de elektrode staat de
polariteit. Verbind de laskabel met de uitgang die op de elektrodeverpakking is
aangegeven.
Sluit de aardkabel aan op de andere aansluiting. Sluit de aardklem van de aardkabel
aan op het werkstuk en let er daarbij op dat er goed contact is tussen het werkstuk
en de aansluiting van de aardkabel op de lasstroombron.
5.4 Oververhittingsbeveiliging
De lasstroombron heeft een beveiliging tegen oververhitting die in werking treedt als
de temperatuur te hoog wordt. De lasstroom wordt onderbroken en het gele
indicatielampje aan de voorzijde van de eenheid gaat branden. Als de temperatuur is
gedaald, wordt de oververhittingsbeveiliging weer uitgeschakeld.
5.5 MMA-lassen
De Arc 151i / 201i leveren gelijkstroom en u kunt de meeste metalen op gelegeerd en
niet-gelegeerd staal, roestvrijstaal en gietijzer lassen.Met de
Arc 151i / 201i kunt u de meeste beklede elektroden van Ø 1,6 tot Ø 3,25 gebruiken.
MMA-lassen wordt ook wel lassen met beklede elektroden genoemd. De lasboog smelt
de elektrode en de bekleding van de elektrode vormt de beschermende slak.
Als het begin van de elektrode bij het ontsteken van de boog tegen het metaal wordt
gedrukt, smelt deze onmiddellijk en blijft aan het metaal plakken. Aan één stuk door
lassen is daarom niet mogelijk.
Daarom moet de lasboog worden ontstoken zoals u een lucifer zou aanstrijken.
Strijk de elektrode even tegen het metaal en haal deze daarna
omhoog om een goede lasbooglengte te krijgen (ong. 2 mm).
Als de lasboog te lang is, zal deze spetteren alvorens helemaal
te doven.
Als u op een lasbank werkt, kijk dan voordat u de lasboog aan
strijkt of afvalmateriaal, stukjes elektrode of andere voorwerpen
het te lassen deel niet isoleren.
Na het ontsteken van de boog beweegt u de elektrode van links
naar rechts. De elektrode moet ten opzichte van de lasrichting
een hoek van 60° maken met het metaal.
Als u brede stukken gaat lassen of als u de las zo dik wilt ma
ken dat u in meerdere lagen moet lassen, moet u zijwaartse
bewegingen maken.
5.6 TIG-lassen
Bij TIG-lassen wordt het metaal van het werkstuk gesmolten met behulp van een
boog die wordt ontstoken door een wolframelektrode. De elektrode zelf smelt niet.
Het lasbad en de elektrode worden beschermd door een beschermgas.
TIG-lassen is vooral nuttig als de hoogste kwaliteit vereist is en bij dun plaatwerk. De
Arc 151i / 201i zijn ook uitstekend geschikt voor TIG-lassen.
NL