© ESAB AB 2013
- 11 -
bt33d1ha
5.4 Stroombron inschakelen
Schakel de eenheid in door de schakelaar in de positie ”1” te draaien.
Schakel de stroombron uit door de schakelaar in de positie ”0” te zetten.
Ongeacht of de netspanning wordt onderbroken of de stroombron op de juiste
manier wordt uitgeschakeld, worden er lasgegevens opgeslagen voor eventueel
later gebruik.
6 ONDERHOUD
Regelmatig onderhoud is belangrijk voor een veilige, betrouwbare werking.
De beplating mag alleen worden verwijderd door (daartoe bevoegde) personen met
de vereiste elektronicakennis, voor: aansluiting, service, onderhoud en reparaties op
of aan een lasinstallatie.
LET OP!
Alle garantievoorwaarden van de leverancier komen te vervallen als de klant zelf tijdens
de garantieperiode reparaties uitvoert.
6.1 Inspectie en reiniging
Stroombron
Controleer regelmatig of de stroombron niet vervuild is.
Hoe vaak en op welke manier er gereinigd moet worden, is afhankelijk van: het
lasproces, de lasboogtijden, plaatsing van de apparatuur en de omgeving.
Normaliter volstaat het om de stroombron jaarlijks schoon te blazen met droge
perslucht (lage druk).
Verstopte of afgesloten ventilatieopeningen kunnen oververhitting veroorzaken.
Lastoorts
De onderdelen van de lastoorts moeten regelmatig worden gereinigd en vervangen
om probleemloos te lassen.
7 PROBLEMEN OPLOSSEN
Voer deze controles uit voordat u contact opneemt met een erkende reparateur.
Probleem Oplossing
Geen lasboog. Controleer of de netspanningsschakelaar is ingeschakeld.
Controleer of de lasstroomkabel en de aardkabels op de
juiste manier zijn aangesloten.
Controleer of de juiste stroomwaarde is ingesteld.
Controleer de netspanning.
Onderbroken lasstroom tijdens
het lassen.
Controleer of de oververhittingsbeveiligingen in werking zijn
getreden.
Controleer de netspanningszekeringen.
NL