18
6.ONDERHOUD
De Phoenix Inverter vereist geen specifiek onderhoud. Het volstaat alle verbindingen
eenmaal per jaar te controleren. Voorkom vocht en olie/roet/dampen en houd het
apparaat schoon.
7. FOUTZOEKSCHEMA
Met behulp van onderstaande stappen kunnen de meest voorkomende storingen snel
worden opgespoord.
Indien de fout niet opgelost kan worden, raadpleeg uw Victron Energy distributeur.
7.1 Algemene fout indicaties
Probleem Ooorzaak Oplossing
Omvormerbedrijf werkt
niet wanneer Inverter
wordt ingeschakeld.
De accuspanning is te hoog of te
laag.
Geen spanning op DC aansluiting.
Zorg dat de accuspanning
binnen de juiste waarde is.
De LED “low battery”
knippert.
De accuspanning is laag. Laad de accu op of controleer
de accu aansluitingen.
De LED “low battery”
brandt.
De omvormer schakelt uit, omdat
de accuspanning te laag is.
Laad de accu op of controleer
de accu aansluitingen.
De LED “overload”
knippert.
De belasting op de omvormer is
hoger dan de nominale belasting.
Verminder de belasting.
De LED “overload”
brandt.
De omvormer is uitgeschakeld als
gevolg van een te hoge belasting.
Verminder de belasting.
De LED “temperature”
knippert of brandt.
De omgevingstemperatuur is
hoog, of de belasting is te hoog.
Plaats de omvormer in een
koele en goed geventileerde
omgeving of verminder de
belasting.
De LED’s “low battery”
en “overload”
knipperen afwisselend.
Lage accuspanning en te hoge
belasting.
Laad de accu’s op, ontkoppel
of verminder de belasting of
plaats accu’s met een hogere
capaciteit. Monteer kortere en/
of dikkere accukabels.
De LED’s “low battery”
en “overload”
knipperen tegelijk.
Rimpelspanning op de DC
aansluiting overschrijdt 1,5Vrms.
Controleer de accukabels en
accuaansluitingen. Wees er
zeker van dat de
accucapaciteit voldoende is,
verhoog deze eventueel.
De LED’s “low battery”
en “overload” branden.
De omvormer is uitgeschakeld als
gevolg van een te hoge
rimpelspanning op de ingang.
Plaats accu’s met een hogere
capaciteit. Monteer kortere en/
of dikkere accukabels en reset
de omvormer (uit- en weer
aanschakelen).
Een alarm LED brandt
en de tweede knippert.
De omvormer is uitgeschakeld als
gevolg van de alarmering van de
brandende LED. De knipperende
LED geeft aan dat de omvormer
bijna uitgeschakeld is als gevolg
van het betreffende alarm.
Controleer deze tabel om
acties te nemen in
overeenstemming met het
alarm.