Pioneer U-05 Handleiding

Type
Handleiding
Handleiding
USB D/A-omzetter
2
K058a_A1_Nl
Pb
Gebruikersinformatie voor het verzamelen en verwijderen van oude producten en
batterijen
De symbolen op producten, verpakkingen en bijbehorende documenten geven aan
dat de gebruikte elektronische producten en batterijen niet met het gewone
huishoudelijk afval kunnen worden samengevoegd.
Er bestaat een speciaal wettelijk voorgeschreven verzamelsysteem voor de juiste
behandling, het opnieuw bruikbaar maken en de recyclage van gebruikte producten
en batterijen.
Door een correcte verzamelhandeling zorgt u ervoor dat het verwijderde product en/of
batterij op de juiste wijze wordt behandeld, opnieuw bruikbaar wordt gemaakt, wordt
gerecycleerd en het niet schadelijk is voor de gezondheid en het milieu.
Voor verdere informatie betreffende de juiste behandling, het opnieuw bruikbaar
maken en de recyclage van gebruikte producten en batterijen kunt u contact opnemen
met de plaatselijke overheid of een verkooppunt.
Deze symbolen zijn enkel geldig in de landen van de europese unie.
Indien u zich in een ander dan bovengenoemde landen bevindt kunt u contact
opnemen met de plaatselijke overheid voor meer informatie over de juiste verwijdering
van het product.
Symbolen
voor batterijen
Symbool voor
toestellen
LET OP
OM HET GEVAAR VOOR EEN ELEKTRISCHE SHOCK TE
VOORKOMEN, DEKSEL (OF RUG) NIET
VERWIJDEREN. AAN DE BINNENZIJDE BEVINDEN
ZICH GEEN ELEMENTEN DIE DOOR DE GEBRUIKER
KUNNEN BEDIEND WORDEN. ENKEL DOOR
GEKWALIFICEERD PERSONEEL TE BEDIENEN.
D3-4-2-1-1_B2_Nl
WAARSCHUWING
Dit apparaat is niet waterdicht. Om brand of een
elektrische schok te voorkomen, mag u geen voorwerp
dat vloeistof bevat in de buurt van het apparaat zetten
(bijvoorbeeld een bloemenvaas) of het apparaat op
andere wijze blootstellen aan waterdruppels,
opspattend water, regen of vocht.
D3-4-2-1-3_A1_Nl
WAARSCHUWING
Om brand te voorkomen, mag u geen open vuur (zoals
een brandende kaars) op de apparatuur zetten.
D3-4-2-1-7a_A1_Nl
BELANGRIJKE INFORMATIE BETREFFENDE
DE VENTILATIE
Let er bij het installeren van het apparaat op dat er
voldoende vrije ruimte rondom het apparaat is om een
goede doorstroming van lucht te waarborgen
(tenminste 10 cm boven, 5 cm achter en 5 cm aan de
zijkanten van het apparaat).
WAARSCHUWING
De gleuven en openingen in de behuizing van het
apparaat zijn aangebracht voor de ventilatie, zodat een
betrouwbare werking van het apparaat wordt verkregen
en oververhitting wordt voorkomen. Om brand te
voorkomen, moet u ervoor zorgen dat deze openingen
nooit geblokkeerd worden of dat ze afgedekt worden
door voorwerpen (kranten, tafelkleed, gordijn e.d.) of
door gebruik van het apparaat op een dik tapijt of een bed.
D3-4-2-1-7b*_A1_Nl
3
Gebruiksomgeving
Temperatuur en vochtigheidsgraad op de plaats van
gebruik:
+5 °C tot +35 °C, minder dan 85 % RH
(ventilatieopeningen niet afgedekt)
Zet het apparaat niet op een slecht geventileerde plaats
en stel het apparaat ook niet bloot aan hoge
vochtigheid of direct zonlicht (of sterke kunstmatige
verlichting).
D3-4-2-1-7c*_A1_Nl
WAARSCHUWING NETSNOER
Pak het netsnoer beet bij de stekker. Trek de stekker er
niet uit door aan het snoer te trekken en trek nooit aan
het netsnoer met natte handen aangezien dit
kortsluiting of een elektrische schok tot gevolg kan
hebben. Plaats geen toestel, meubelstuk o.i.d. op het
netsnoer, en klem het niet vast. Maak er nooit een
knoop in en en verbind het evenmin met andere
snoeren. De netsnoeren dienen zo te worden geleid dat
er niet per ongeluk iemand op gaat staan. Een
beschadigd netsnoer kan brand of een elektrische
schok veroorzaken. Kontroleer het netsnoer af en toe.
Wanneer u de indruk krijgt dat het beschadigd is, dient
u bij uw dichtstbijzijnde erkende PIONEER
onderhoudscentrum of uw dealer een nieuw snoer te
kopen.
S002*_A1_Nl
LET OP
De /I STANDBY/ON schakelaar van dit apparaat
koppelt het apparaat niet volledig los van het lichtnet.
Aangezien er na het uitschakelen van het apparaat
nog een kleine hoeveelheid stroom blijft lopen, moet
u de stekker uit het stopcontact halen om het
apparaat volledig van het lichtnet los te koppelen.
Plaats het apparaat zodanig dat de stekker in een
noodgeval gemakkelijk uit het stopcontact kan
worden gehaald. Om brand te voorkomen, moet u de
stekker uit het stopcontact halen wanneer u het
apparaat langere tijd niet denkt te gebruiken (bijv.
wanneer u op vakantie gaat).
D3-4-2-2-2a*_A1_Nl
Dit apparaat is bestemd voor normaal huishoudelijk
gebruik. Indien het apparaat voor andere doeleinden
of op andere plaatsen wordt gebruikt (bijvoorbeeld
langdurig gebruik in een restaurant voor zakelijke
doeleinden, of gebruik in een auto of boot) en als
gevolg hiervan defect zou raken, zullen de reparaties
in rekening gebracht worden, ook als het apparaat
nog in de garantieperiode is.
K041_A1_Nl
WAARSCHUWING
Berg kleine onderdelen op buiten het bereik van
kinderen en peuters. Raadpleeg onmiddellijk een arts
indien kleine onderdelen per ongeluk worden ingeslikt.
D41-6-4_A1_Nl
4
Opmerking
De afbeeldingen die in deze handleiding staan, kunnen
enigszins verschillen van de feitelijke verschijning van het
product.
Inhoudsopgave
Hartelijk dank voor de aanschaf van dit Pioneer product. Lees de handleiding aandachtig door zodat u
volledig op de hoogte bent van de bediening en werking. Bewaar de handleiding op een veilige plaats
voor eventuele naslag in de toekomst.
Voordat u begint
Inhoud van de doos ................................................................. 5
Voordat u de afstandsbediening gebruikt ............................. 5
Aanbrengen van de batterijen in de
afstandsbediening .............................................................. 5
Gebruik van de afstandsbediening .................................... 5
Opstelling ................................................................................. 5
Aansluitingen
Achterpaneel ............................................................................ 6
Voorpaneel................................................................................ 7
Overzicht van de bedieningstoetsen
Afstandsbediening .................................................................. 8
Voorpaneel................................................................................ 8
Bediening
Basisbediening ........................................................................ 9
Gebruik van de hoofdtelefoon ............................................ 9
Instellingen............................................................................... 9
Direct-instelling ................................................................... 9
Hi-Bit 32 instelling .............................................................. 9
Instelling voor bemonstering-verhoging ........................... 9
De digitale filters veranderen ........................................... 10
Het DAC-blokkeerbereik instellen ................................... 10
De automatische uitschakelfunctie instellen ................. 11
Het verlichtingsniveau (DIMMER) van het
display en de indicators instellen .................................... 11
De instellingen terugzetten op de
standaardinstellingen ....................................................... 11
Gebruik van de USB DAC-functie
Het stuurprogramma installeren ......................................... 11
Muziekbestanden weergeven die op
een computer zijn .................................................................. 11
Muziekbestanden weergeven die op een
computer zijn .................................................................... 11
Aanvullende informatie
Problemen oplossen .............................................................. 12
Voorzorgsmaatregelen .......................................................... 13
Wanneer het apparaat wordt verplaatst ......................... 13
Plaats van het apparaat ................................................... 13
Regelmatige verzorging en onderhoud .......................... 13
Technische gegevens ............................................................ 14
5
Voordat u begint
Inhoud van de doos
Afstandsbediening x 1
AAA-type mangaanbatterijen x 2
• Netsnoer
• CD-ROM (Handleiding)
• Snelstartgids
• Folder veiligheid
• Garantiebewijs
Voordat u de afstandsbediening gebruikt
Aanbrengen van de batterijen in de
afstandsbediening
De afstandsbediening werkt op twee AAA-type batterijen.
1 Maak het deksel van de batterijhouder open
en plaats twee AAA-batterijen waarbij u er
goed op let dat de polen van de batterijen
overeenkomen met de afbeelding in de
batterijhouder.
Steek eerst de minpool () van de batterij naar
binnen.
2 Breng het deksel van de batterijhouder weer
aan.
Waarschuwing
Gebruik of bewaar batterijen niet in direct zonlicht
of op een hete plaats, zoals in de auto of bij een kachel.
Batterijen kunnen hierdoor gaan lekken, oververhitten,
exploderen of in brand vliegen. Bovendien vermindert dit
de levensduur of prestaties van de batterijen.
Berg kleine onderdelen op buiten het bereik van
kinderen en peuters. Raadpleeg onmiddellijk een arts
indien kleine onderdelen per ongeluk worden ingeslikt.
Let op
Wees voorzichtig bij het aanbrengen van de
batterijen en let er goed op dat de polen van de
batterijen (+, ) overeenkomen met de markeringen in
de batterijhouder.
Zorg er bij het inbrengen van de batterijen voor dat de
veren van de (–) (min) batterijcontacten niet beschadigd
raken. Hierdoor kunnen batterijen gaan lekken of
oververhit raken.
Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door elkaar.
Batterijen van verschillende fabrikanten kunnen
verschillende spanningen hebben, ook wanneer ze van
hetzelfde nominale type zijn. Batterijen van verschillende
fabrikanten mogen daarom niet door elkaar worden
gebruikt.
Wanneer de afstandsbediening geruime tijd niet wordt
gebruikt (langer dan een maand), moet u de batterijen
eruit verwijderen om beschadigingen als gevolg van
batterijlekkage te voorkomen. Als er batterijlekkage
optreedt terwijl de batterijen in de afstandsbediening
zijn, veegt u de batterijvloeistof voorzichtig met een doek
weg en plaatst dan nieuwe batterijen.
Probeer de batterijen niet te demonteren, stel ze niet aan
hoge temperaturen bloot en gooi ze ook niet in vuur of
water.
Wanneer u lege batterijen weggooit, gelieve daarbij de
geldende wetgeving en bepalingen na te leven.
De batterijen die bij dit apparaat worden geleverd, zijn
enkel bedoeld om de werking te testen en kunnen een
kortere levensduur hebben dan normaal.
Gebruik van de afstandsbediening
Wanneer de afstandsbediening wordt gebruikt om dit
apparaat te bedienen, richt u de afstandsbediening naar
de afstandsbedieningssensor op het apparaat, rekening
houdend met de hieronder beschreven omstandigheden.
De afstandsbediening werkt mogelijk niet juist als er
zich een voorwerp tussen de afstandsbediening en de
afstandsbedieningssensor op het apparaat bevindt, of als
de afstandsbediening buiten de aangegeven hoek op de
sensor wordt gericht.
De afstandsbediening werkt mogelijk niet juist als de
sensor aan direct zonlicht of aan het licht van een sterke
tl-lamp wordt blootgesteld. In dat geval moet u de plaats
van het apparaat of de plaats van de tl-lamp veranderen.
Als de afstandsbediening wordt gebruikt in de buurt van een
ander apparaat dat ook infrarood stralen uitzendt of als een
andere afstandsbediening die met infrarood stralen werkt in
de buurt van dit apparaat wordt gebruikt, kan er een foutieve
werking optreden. Wanneer de afstandsbediening van dit
apparaat wordt gebruikt in de buurt van andere apparatuur
die ook m.b.v. infrarood stralen wordt bediend, kan het
gebeuren dat de andere apparatuur foutief werkt.
Als het effectieve bereik van de afstandsbediening
aanzienlijk korter wordt, zijn de batterijen bijna uitgeput
en moeten deze worden vervangen.
Opstelling
Zet het apparaat op een vlakke en stevige ondergrond.
Zet het apparaat niet op een van de volgende plaatsen:
- Op een televisietoestel (het beeld van de televisie kan
worden vervormd).
- Op een cassettedeck of andere apparatuur
waaromheen een magnetisch veld is (de
geluidskwaliteit kan nadelig worden beïnvloed).
- Op plaatsen blootgesteld aan direct zonlicht.
- Op erg vochtige plaatsen.
- Op plaatsen blootgesteld aan rechtstreeks contact
met water.
- Op plaatsen blootgesteld aan erg hoge of lage
temperaturen.
- Op plaatsen blootgesteld aan trillingen.
- Op plaatsen blootgesteld aan veel stof of
sigarettenrook.
- In keukens of op andere plaatsen blootgesteld aan
oliedampen of rook.
Als het apparaat op een bank of andere
geluidsabsorberende ondergrond wordt geplaatst, is het
mogelijk dat het apparaat geen goede geluidskwaliteit
levert.
6
Aansluitingen
Achterpaneel
Let op
Voordat u aansluitingen maakt of wijzigt, moet u de
stroom uitschakelen en de stekker van het netsnoer uit
het stopcontact trekken.
Steek de stekker van het netsnoer pas in het stopcontact
nadat alle aansluitingen zijn voltooid.
USB
RL RL
AES/EBU OUT COAXIAL OUT OPTICAL OUT
Aansluiten op apparatuur uitgerust met een digitale uitgang.
Voor/eindversterker enz.
uitgerust met gebalanceerd-type
ingangsaansluitingen
Voor/eindversterker met RCA
(penstekker) ingangsaansluitingen
Netsnoer (bijgeleverd)
Naar stopcontact
AES/EBU ingangsaansluiting
Deze digitale ingang ondersteunt AES/
EBU-signalen in PCM-formaat (tot
192 kHz/24 bit).
Keuzeschakelaar 1
Kies vast ingesteld niveau (
FIX
) of
volume-gekoppeld niveau (
VARIABLE
)
voor het uitgangsniveau van de
analoge uitgangsaansluiting.
Keuzeschakelaar 2
Gebruik deze schakelaar om de
fase van de analoge uitgang om te
schakelen.
Opmerking:
XLR- en RCA-signalen worden tegelijk
omgeschakeld.
Als een eindversterker is
aangesloten en keuzeschakelaar 1
is ingesteld op volume-gekoppeld
niveau (
VARIABLE
), kan het
geluidsvolume op het apparaat
worden ingesteld.
Digitale
gebalanceerde
kabel (110
Ω)
Coaxiale digitale
kabel (75
Ω
)
Optische digitale
kabel
USB-kabel
Type A
DIGITAL IN aansluitingen
Deze aansluitingen ondersteunen
PCM-formaat signalen (tot 192 kHz/
24 bit).
Gebalanceerde kabel
Computer met USB-poort
Opmerking
Het is mogelijk dat op uw computer een speciaal
stuurprogramma moet worden geïnstalleerd (zie
pagina 11).
USB ingangsaansluiting (type B)
Ondersteunt PCM-formaat signalen (tot 384 kHz /
32 bit) en DSD-formaat (tot 5,6 MHz).
Gebalanceerde uitgangsaansluiting (aanzicht aan
apparaatzijde; gelijkwaardig aan XLR-3-31)
1 AARDE
2 SPANNING
3 GEEN SPANNING
2
1
3
ANALOG LINE OUT aansluitingen
Deze twee uitgangsaansluitingen
(RCA/XLR) genereren gelijktijdig
de signalen die met de
INPUT
knop
worden gekozen.
De signalen worden uitgevoerd
wanneer “LINE” is gekozen met de
OUTPUT
knop.
7
Aansluitingen
Voorpaneel
Gebalanceerde hoofdtelefoon-uitgangsaansluiting (XLR3)
(PHONES 2)
Hierop kan een XLR 3-pens hoofdtelefoonstekker worden aangesloten.
De ondersteunde hoofdtelefoonimpedantie is 16 Ω tot 600 Ω.
De aansluitpunten voor de 3-pens gebalanceerde uitgang zijn als
volgt:
1
AARDE
2
SPANNING
3
GEEN SPANNING
Hoofdtelefoonaansluiting (ongebalanceerd)
(PHONES 3)
Gebruik deze aansluiting voor een standaard
hoofdtelefoonstekker. De ondersteunde
hoofdtelefoonimpedantie is 16 Ω tot 600 Ω.
Gebalanceerde hoofdtelefoon-uitgangsaansluiting (XLR4)
(PHONES 1)
Hierop kan een XLR 4-pens hoofdtelefoonstekker worden aangesloten.
De ondersteunde hoofdtelefoonimpedantie is 16 Ω tot 600 Ω.
De aansluitpunten voor de 4-pens gebalanceerde uitgang zijn als
volgt:
1
SPANNING L-kanaal
2
GEEN SPANNING L-kanaal
3
SPANNING R-kanaal
4
GEEN SPANNING R-kanaal
Let op
Ga zorgvuldig te werk bij het insteken van de
stekkers in de ingangs-/uitgangsaansluitingen en de
hoofdtelefoonaansluiting zodat de pennen altijd juist zijn
uitgelijnd.
Gebalanceerde uitgangsaansluiting
(aanzicht aan apparaatzijde)
1
4
3
2
Gebalanceerde uitgangsaansluiting
(aanzicht aan apparaatzijde)
1
2
3
Draai de
OUTPUT
knop naar de
gewenste hoofdtelefoonstand voordat u
met de weergave begint.
8
Afstandsbediening
8
9
a
b
1
2
3
4
5
6
7
Overzicht van de bedieningstoetsen
1
STANDBY/ON
Gebruik deze toets voor het omschakelen tussen ON
(aan) en STANDBY (ruststand).
2
MUTE toets (Dempingstoets)
Druk tijdens weergave op deze toets om het geluid
tijdelijk uit te schakelen.
3
VOL +/ toetsen (Volumetoetsen)
Druk op deze toetsen om het geluidsvolume te
verhogen/verlagen.
4
Directe ingangskeuzetoetsen
Druk op een van de USB/COAX/OPT/AES EBU toetsen
om de gewenste ingangsbron te kiezen.
5
LOCK RANGE toets (Blokkeerbereiktoets)
Druk hierop om het DAC-blokkeerbereik in te stellen.
6
DIRECT toets
Druk hierop om het ingangssignaal ongewijzigd uit te
voeren, dus zonder dat dit via de DSP loopt.
7
Hi-Bit 32 toets
Druk hierop om de Hi-Bit 32 instelling te veranderen.
8
DIMMER toets (Dimtoets)
Druk hierop om de helderheid van het display te
veranderen.
9
FINE +/ toetsen (Fijnafsteltoetsen)
Gebruik deze voor fijnafstelling van het
hoofdtelefoonvolume (deze afstelling is alleen van
invloed op het hoofdtelefoon-uitgangsniveau).
a
DIGI FILTER toets (Toets voor digitaal lter)
Druk hierop om het gebruikte type digitaal filter te
veranderen.
b
Up Sample toets (Bemonstering-
verhogingstoets)
Druk hierop om de instelling voor verhoging van de
bemonsteringsfrequentie te veranderen.
Voorpaneel
12 345678 9
ab c d
1
/I STANDBY/ON
Gebruik deze toets voor het omschakelen tussen ON
(aan) en STANDBY (ruststand).
Wanneer het apparaat is ingeschakeld, licht de
spanningsindicator in het midden van de toets op.
2
INPUT knop (Ingangskeuzeknop)
Gebruik deze knop om de ingangsbron te kiezen.
De gekozen bron wordt op het display aangegeven.
3
DIRECT indicator
Zie “Direct-instelling” op pagina 9.
4
Hi-Bit 32 indicator
Zie “Hi-Bit 32 instelling” op pagina 9.
5
Up Sampling indicator (Indicator voor
bemonstering-verhoging)
Zie “Instelling voor bemonstering-verhoging” op pagina 9.
6
LOCK RANGE ADJUST indicator (Indicator voor
instelling van blokkeerbereik)
Zie “Het DAC-blokkeerbereik instellen” op pagina 10.
7
Displayvenster
8
Afstandsbedieningssensor
9
VOLUME knop (Volumeknop)
Om het geluidsvolume in te stellen van apparatuur
aangesloten op de analoge uitgangsaansluiting van
het apparaat, moet de
Keuzeschakelaar 1
(op het
achterpaneel van het apparaat) op
VARIABLE
worden
ingesteld.
a
PHONES GAIN knop (Hoofdtelefoon-
versterkingsknop)
Gebruik deze knop om de versterking van de
hoofdtelefoon in te stellen.
b
OUTPUT knop (Uitgangsknop)
Gebruik deze knop om het type uitgang, waaronder
LINE en PHONES 1 t/m PHONES 3, te kiezen.
c
Hoofdtelefoonaansluitingen (PHONES 1, 2, 3)
Sluit hierop een hoofdtelefoon aan.
d
FINE ADJUST knop (Fijnafstelknop)
Gebruik deze voor fijnafstelling van het
hoofdtelefoonvolume (deze afstelling is alleen van
invloed op het hoofdtelefoon-uitgangsniveau).
9
Bediening
Basisbediening
1 Schakel het apparaat in.
Druk op de
/I STANDBY/ON
toets op het voorpaneel.
• De spanningsindicator in het midden van het toets
licht op.
2 Kies de gewenste uitgangsaansluiting.
Draai aan de
OUTPUT
knop op het voorpaneel.
Stel in op LINE om de analoge uitgangsaansluiting te
kiezen.
3 Kies de gewenste ingangsbron.
Draai aan de
INPUT
knop op het voorpaneel of druk op
de corresponderende
directe ingangskeuzetoets
op
de afstandsbediening.
• De gekozen ingangsbron wordt op het display
aangegeven.
• DSD-gegevens kunnen alleen worden weergegeven
bij gebruik van de USB-verbinding.
4 Bedien het weergaveapparaat.
Raadpleeg voor verdere informatie de handleiding die
bij het weergaveapparaat wordt geleverd.
5 Stel het geluidsvolume in.
Draai aan de
VOLUME
knop op het voorpaneel van
het apparaat of gebruik de
VOL +/
toetsen op de
afstandsbediening.
Gebruik van de hoofdtelefoon
1 Sluit uw hoofdtelefoon aan.
Sluit uw hoofdtelefoon op de juiste
hoofdtelefoonaansluiting (PHONES 1 t/m 3) op het
voorpaneel aan.
2 Kies de hoofdtelefoonuitgang.
Gebruik de
OUTPUT
knop op het voorpaneel om de
aansluiting te kiezen waarop u de hoofdtelefoon hebt
aangesloten.
3 Stel de hoofdtelefoonversterking in.
De
PHONES GAIN
knop op het voorpaneel kan worden
gebruikt om de
LOW
of
HIGH
versterking te kiezen.
Onder normale omstandigheden moet de
HIGH
versterking worden gekozen. Als het geluid vervormd
klinkt bij laag ingesteld volume, kan de
LOW
versterking worden gekozen om de akoestische
kwaliteit te verbeteren.
4 Maak de gewenste jnafstelling van het
volume van de hoofdtelefoon.
Gebruik de
FINE ADJUST
knop op het voorpaneel of
de
FINE +/
toetsen op de afstandsbediening om de
fijnafstelling te maken.
F I N E A D J U S T
| >
F I N E A D J U S T
< |
• Fijnafstelling is mogelijk binnen ±6 stappen van
de referentiewaarde.
• De instellingen blijven bewaard ook wanneer
de
VOL +/
toetsen of de
VOLUME
knop wordt
gebruikt.
Instellingen
Direct-instelling
De ingangssignalen worden rechtstreeks uitgevoerd,
dus zonder dat ze via de DSP lopen.
Hierdoor wordt een geluidsweergave verkregen
die zeer nauw aansluit bij het oorspronkelijke
ingangssignaal.
• Fabrieksinstelling: ON
1 Verander de instelling.
• Bij enkele malen indrukken van de
DIRECT
toets
op de afstandsbediening schakelt de instelling
beurtelings om tussen ON en OFF.
• Wanneer de functie op ON wordt gezet, licht de
DIRECT
indicator op het voorpaneel op.
Hi-Bit 32 instelling
Deze instelling verbetert het dynamisch bereik van
de digitale audiosignalen.
Audiosignalen tussen 16 bit en 24 bit worden
opnieuw gekwantificeerd tot 32-bit signalen,
waardoor een meer gelijkmatige en nauwkeurige
muzikale expressie wordt verkregen.
Deze instelling wordt ondersteund wanneer de
direct-instelling op OFF
staat en heeft alleen effect
op lineaire PCM-signalen.
• Fabrieksinstelling: ON
1 Verander de instelling.
• Bij enkele malen indrukken van de
Hi-Bit 32
toets
op de afstandsbediening schakelt de instelling
beurtelings om tussen ON en OFF.
• Wanneer de functie op ON wordt gezet, licht de
Hi-
Bit 32
indicator op het voorpaneel op.
Instelling voor bemonstering-verhoging
Deze functie verhoogt de bemonsteringsfrequentie
van de weergave waardoor een helder en
transparant geluid wordt verkregen.
Deze instelling wordt ondersteund wanneer de
direct-instelling op OFF
staat en heeft alleen effect
op lineaire PCM-signalen.
• Fabrieksinstelling: LOW
1 Verander de instelling.
• Bij enkele malen indrukken van de
Up Sample
toets
op de afstandsbediening worden de instellingen als
volgt doorlopen: LOW
HIGH
OFF.
O P T I C A L 1
U p S a m p l e L O W
O P T I C A L 1
U p S a m p l e H I G H
O P T I C A L 1
U p S a m p l e O F F
• Wanneer de LOW of HIGH instelling wordt gekozen,
licht de
Up Sampling
indicator op het voorpaneel
van het apparaat op.
• Bij de diverse instellingen wordt de weergave
uitgevoerd met de bemonsteringsfrequentie
verhoogd zoals aangegeven in de hiernavolgende
tabel.
Bemonsteringsfrequenties
(kHz)
OFF LOW HIGH
PCM 32 32 32 32
44,1 44,1 176,4 352,8
48 48 192 384
88,2 88,2 176,4 352,8
96 96 192 384
176,4 176,4 176.4 352,8
192 192 192 384
352,8 352,8 352,8 352,8
384 384 384 384
10
De digitale lters veranderen
Er kunnen afzonderlijke instellingen voor PCM- en
DSD-ingangssignalen worden gemaakt.
1 Verander de instelling.
Instellingen voor de digitale ingangen of
instellingen wanneer PCM-gegevens van een USB-
verbinding worden weergegeven.
Bij enkele malen indrukken van de
DIGI FILTER
toets
van de afstandsbediening worden de instellingen
doorlopen in de volgorde SHARP
SLOW
SHORT.
Kies de gewenste instelling.
O P T I C A L 1
D . F I L T E R S H A R P
O P T I C A L 1
D . F I L T E R S L O W
O P T I C A L 1
D . F I L T E R S H O R T
SHARP: Geeft een enigszins scherp klinkend geluid.
SLOW: Geeft een zacht en gevoelig geluid.
SHORT: Geeft een meer agressief geluid met een
snelle afronding.
• Fabrieksinstelling: SHARP
Instellingen voor weergave van DSD-gegevens
van een USB-verbinding.
Bij enkele malen indrukken van de
DIGI FILTER
toets
van de afstandsbediening worden de instellingen
doorlopen in de volgorde MODE 1
MODE 2
MODE 3. Kies de gewenste instelling.
U S B
D . F I L T E R M O D E 1
U S B
D . F I L T E R M O D E 2
U S B
D . F I L T E R M O D E 3
De instellingen MODE 1
MODE 2
MODE 3 geven
een geleidelijk afnemende verzwakking van de hoge
tonen voorbij het hoorbare geluidsspectrum.
• Fabrieksinstelling: MODE 1
Het DAC-blokkeerbereik instellen
Deze functie wordt gebruikt om de vereiste
instelling uit te voeren wanneer een uiterst hoge
geluidskwaliteit gewenst is.
Zelfs bij dezelfde jitter-klokinvoer kunnnen door
versmalling van het blokkeerbereik nevengeluiden
en boventonen worden verminderd, waardoor de
geluidskwaliteit wordt verbeterd.
Als het blokkeerbereik echter te sterk wordt
versmald, kunnen ingangssignalen met een hoog
jitterniveau ervoor zorgen dat de blokkering slipt,
waardoor er onderbrekingen in het geluid optreden
of het geluid soms wegvalt. In dat geval moet het
blokkeerbereik een weinig worden verbreed terwijl
naar het geluid wordt geluisterd, totdat het geluid
weer normaal is.
Wegvallen van het signaal wanneer het
blokkeerbereik te smal is (behalve wanneer dit onder
normale omstandigheden gebeurt), valt buiten de
gegarandeerde werking. In dit geval verbreedt u de
instelling voor het blokkeerbereik totdat het signaal
niet meer wegvalt.
Dit apparaat legt het ingestelde blokkeerbereik voor
elke ingangsbron afzonderlijk vast.
1 Schakel de instellingsmodus voor het
blokkeerbereik in.
Druk op de
LOCK RANGE
toets van de
afstandsbediening om de instellingsmodus in te
schakelen.
Normale instelling (fabrieksinstelling)
Smalste blokkeerbereik
L O C K R A N G E
| - - - - >
L O C K R A N G E
| - >
2 Verander de instelling.
Druk op de
FINE +/
toetsen van de afstandsbediening
om het blokkeerbereik te veranderen. Bij enkele
malen indrukken van een van de toetsen verandert de
ingestelde waarde (4 stappen) en wel als volgt.
FINE () toets (eenmaal ingedrukt):
blokkeerbereik wordt smaller
L O C K R A N G E
| - - - >
FINE (+) toets (eenmaal ingedrukt):
blokkeerbereik wordt breder
L O C K R A N G E
| - - - - >
• Als de instelling op een andere waarde dan de
standaard “normaal” waarde wordt gezet, licht de
LOCK RANGE ADJUST
indicator op het voorpaneel
op.
• Als een andere toets dan
FINE +/
op de
afstandsbediening wordt ingedrukt, verandert
de aanduiding op het display naar de huidige
ingangsbron.
Bediening
Voor gevorderde gebruikers
Als de
LOCK RANGE
toets langer dan vijf
seconden ingedrukt wordt gehouden, wordt
de mogelijkheid om het blokkeerbereik te
versmallen met drie extra stappen uitgebreid.
Zoals in de onderstaande “Let op” wordt
uitgelegd, moet u er wel rekening mee houden
dat bij gebruik van deze extra stappen een zeer
delicate modus ontstaat waarin het geluid
gemakkelijk kan wegvallen.
De instelling voor het
blokkeerbereik kan
met 3 stappen worden
uitgebreid.
Normale instellingen
Let op
Hoewel een nog nauwkeurigere afstelling
van de geluidskwaliteit mogelijk is, neemt de kans
op wegvallen van het geluid sterk toe waardoor
deze stappen uitsluitend toegepast mogen
worden door ervaren gebruikers. In het bijzonder
wanneer twee muziekstukken met verschillende
bemonsteringsfrequenties en bitrates achter elkaar
worden afgespeeld, bestaat er een grote kans dat
het geluid veelvuldig wegvalt.
Zelfs wanneer bemonstering-verhoging is ingesteld
en de bemonsteringsfrequentie is verhoogd, kan het
geluid nog steeds vaak wegvallen.
Als het signaal wegvalt, kunt u proberen om het
blokkeerbereik op een bredere waarde in te stellen
zodat het geluid normaal lijkt. Versmallen van de
breedte van het blokkeerbereik (behalve wanneer
dit onder normale omstandigheden gebeurt), valt
buiten het bereik van de gegarandeerde werking wat
betreft het wegvallen van het signaal. In dit geval
verbreedt u de instelling voor het blokkeerbereik
totdat het signaal niet meer wegvalt.
Om het blokkeerbereik weer terug te zetten op
de standaard 4 stappen, zet u de instellingen
terug op de standaardinstellingen (zie
pagina 11: De instellingen terugzetten op de
standaardinstellingen).
11
Gebruik van de USB DAC-functie
Het stuurprogramma installeren
• De muziekbestanden die op een computer zijn
kunnen met dit apparaat worden weergegeven
via een USB-verbinding tussen de computer
en dit apparaat. Om de bestanden op de
computer op deze manier te kunnen weergeven,
moet een speciaal stuurprogramma op de
computer worden geïnstalleerd. Raadpleeg voor
verdere informatie de Pioneer-website waar u
aanwijzingen vindt voor het installeren van het
stuurprogramma en de computerinstellingen.
Muziekbestanden weergeven die op
een computer zijn
Door dit apparaat en de computer met behulp
van een USB-kabel te verbinden kan de audio-
weergavesoftware van de computer worden gebruikt
om de muziekbestanden die op de computer zijn via
dit apparaat weer te geven.
Muziekbestanden weergeven die op een
computer zijn
1 Verbind dit apparaat met een USB-kabel met
de computer.
2 Schakel de computer in.
3 Schakel dit apparaat in.
4 Kies de juiste uitgangsaansluiting.
Draai aan de
OUTPUT
knop op het voorpaneel om de
uitgang te kiezen.
Kies LINE voor weergave van het uitgangssignaal via
de analoge uitgangsaansluiting.
5 Zet de ingangskeuzeknop op USB.
Draai aan de
INPUT
knop op het voorpaneel van
het apparaat of druk op de
USB
knop van de
afstandsbediening.
6 Speel het gewenste muziekbestand op de
computer.
Opmerking
Wanneer een USB-verbinding vanaf de computer naar
dit apparaat wordt gebruikt om muziek weer te geven,
kunnen de volgende signaalformaten vanaf de computer
naar dit apparaat worden ingevoerd:

Lineaire PCM
- Kwantiseringsbits: 16 bit, 24 bit, 32 bit
- Bemonsteringsfrequentie: 44,1 kHz, 48 kHz,
88,2 kHz, 96 kHz, 176,4 kHz, 192 kHz, 352,8 kHz,
384 kHz

DSD
- Bemonsteringsfrequentie: 2,8 MHz, 5,6 MHz
Voordat de USB-kabel wordt losgemaakt, moet altijd eerst
het afspelen op de computer worden gestopt.
Als de USB-poort van de computer de USB 2.0 HS
standaard niet ondersteunt, kunnen de muziekbestanden
mogelijk niet worden weergegeven.
Wanneer een USB-verbinding zoals hierboven beschreven
wordt gebruikt, kan de weergavefunctie van dit apparaat
niet worden gebruikt om de muziekbestanden weer te
geven; het weergeven van de muziekbestanden moet
worden uitgevoerd met de weergavesoftware op de
computer.
De automatische uitschakelfunctie instellen
Deze functie schakelt de stroom automatisch uit
als er geen ingangssignaal (waaronder stilte) of een
bediening door de gebruiker wordt gedetecteerd
gedurende vijftien minuten.
• Fabrieksinstelling: ON
1 Zet de automatische uitschakelfunctie aan.
Terwijl het apparaat is uitgeschakeld, houdt u de
/| STANDBY/ON
toets op het voorpaneel langer
dan 5 seconden ingedrukt totdat het apparaat wordt
ingeschakeld.
Gebruik dezelfde procedure om de automatische
uitschakelfunctie uit te zetten.
U S B
A . P . D O N
Opmerking
Zelfs als er een niet hoorbaar signaalniveau wordt
gedetecteerd, beschouwt het apparaat dit als een geldig
signaal en treedt de automatische uitschakelfunctie niet in
werking.
Het verlichtingsniveau (DIMMER) van het
display en de indicators instellen
De verlichting van het display kan worden ingesteld.
Wanneer de verlichting is uitgeschakeld, werken het
display en de indicators niet. Door het display uit te
schakelen zal de elektronische ruis in geringe mate
worden verminderd.
• Fabrieksinstelling: 4 (meest helder)
1 Kies de diminstelling.
Bij enkele malen indrukken van de
DIMMER
toets op
de afstandsbediening doorloopt de displayverliching 4
niveaus en de OFF-stand (4
3
2
1
OFF).
U S B
D I M M E R 4
De instellingen terugzetten op de
standaardinstellingen
Voer de onderstaande bediening uit om de
instellingen van het apparaat terug te zetten op de
standaardinstellingen.
1 Terwijl het apparaat in de STANDBY
stand staat, houdt u de bemonstering-
verhogingstoets ingedrukt en drukt dan op
/I STANDBY/ON op het voorpaneel van het
apparaat.
R E S E T ?
2 Druk op de DIRECT toets van de
afstandsbediening.
Op het display verschijnt een bevestigingsmelding.
R E S E T ?
O K ?
3 Weet u zeker dat u de instellingen wilt
terugzetten, druk dan op de DIGI FILTER
toets van de afstandsbediening. Alle
instellingen worden teruggezet op de
standaardinstellingen.
O K !
Bediening
12
Aanvullende informatie
Problemen oplossen
Wanneer u denkt dat er iets mis is met het apparaat, controleer dan eerst de onderstaande punten. Vaak wordt een kleine
bedieningsfout aangezien voor een defect van het apparaat. Ook kan het probleem worden veroorzaakt door andere
aangesloten apparatuur, dus u dient tevens de apparatuur te controleren die samen met het apparaat wordt gebruikt. Als
het probleem na het uitvoeren van de controles blijft bestaan, neemt u contact op met de winkel waar u het apparaat hebt
gekocht of met uw dichtstbijzijnde Pioneer servicecentrum.
Statische elektriciteit en andere omgevingsfactoren kunnen een onstabiele werking van het apparaat veroorzaken. In een
dergelijk geval kan het probleem vaak verholpen worden door de stekker uit het stopcontact te halen en hem er even later
weer in te steken. Als het probleem hiermee niet wordt opgelost, neemt u contact op met de winkel waar u het apparaat
hebt gekocht of met uw dichtstbijzijnde Pioneer servicecentrum.
Probleem Oorzaak Oplossing
Het apparaat wordt vanzelf
uitgeschakeld.
De automatische uitschakelfunctie staat aan
(ON).
Zet de automatische uitschakelfunctie uit (OFF)
(pagina 11).
Er wordt geen geluid
weergegeven nadat de ingang
is gekozen.
De verbinding met de ingang is verkeerd. Controleer de verbinding.
De MUTE (dempen) functie is ingeschakeld. Druk op de
MUTE
toets van de
afstandsbediening om de MUTE functie uit te
schakelen.
Het volume staat in de minimumstand. Stel het geluidsvolume in.
De uitgangskeuzeknop is niet juist ingesteld. Draai aan de
OUTPUT
knop op het voorpaneel
om de juiste uitgang te kiezen. Kies LINE
voor weergave van het uitgangssignaal via de
analoge uitgangsaansluiting.
Er is ruis hoorbaar, zelfs
wanneer er geen ingang is
gekozen.
De ruis kan afkomstig zijn van de voedingsbron. Controleer of het apparaat op een verlengsnoer
is aangesloten dat eveneens gebruikt wordt om
een computer of andere digitale apparatuur van
stroom te voorzien.
Er zijn onderbrekingen in het
geluid of het geluid valt soms
weg.
De instelling voor het blokkeerbereik is te smal. Met uitzondering van dit probleem tijdens
normale gebruiksomstandigheden, is wegvallen
van het geluid als gevolg van een te smal
ingesteld blokkeerbereik geen onderdeel van
de gegarandeerde werking. Verbreed het
blokkeerbereik totdat het wegvallen van het
geluid stopt (zie pagina 10).
Afhankelijk van de aangesloten apparatuur
kan het geluid soms wegvallen wanneer de
bemonstering-verhogingsfunctie wordt gebruikt
om de bemonsteringsfrequentie te verhogen.
Zet de waarde voor de bemonstering-verhoging
op LOW; als het geluid blijft wegvallen, kiest u
de OFF instelling (zie pagina 9).
Er is geen geluid bij gebruik
van een digitale ingang.
De digitale verbinding is verkeerd. Controleer of de digitale verbinding juist is
gemaakt.
Bij aansluiting op een CD-speler of andere
apparatuur met een instelfunctie voor het
digitale uitgangssignaal, is het mogelijk dat het
digitale signaalniveau te laag is ingesteld.
Stel het digitale uitgangssignaal van de speler
juist in.
Het digitale formaat van het uitgangsapparaat wordt
niet ondersteund.
Als het uitgangsapparaat op een ander
signaalformaat dan PCM (Dolby Digital, DTS
enz.) is ingesteld, moet u de instelling op PCM
zetten.
Probleem Oorzaak Oplossing
Digitale ingangssignalen
boven 96 kHz produceren
geen geluid, of geluid met
onderbrekingen.
Sommige coaxiale en optische digitale kabels
brengen het uitgangssignaal niet juist over.
Probeer een andere coaxiale of optische digitale
kabel te gebruiken.
De afstandsbediening werkt
niet.
• De batterijen van de afstandsbediening zijn
leeg.
• De afstand tussen het apparaat en de
afstandsbediening is te groot.
• De afstandsbediening wordt onder een te
schuine hoek naar het apparaat gehouden.
• Er is een obstakel tussen de
afstandsbediening en het apparaat.
• Het licht van een tl-lamp of een andere sterke
lichtbron valt op de afstandsbedieningssensor
van het apparaat.
• Vervang de batterijen.
• Gebruik de afstandsbediening binnen 7 meter
afstand van het apparaat en onder een hoek
die kleiner is dan 30° naar rechts of links ten
opzichte van de loodlijn op het apparaat.
• Verwijder het obstakel of verander de positie
waar vandaan de afstandsbediening wordt
gebruikt.
• Verplaats de lamp of neem andere
maatregelen waardoor het licht niet meer op
de sensor valt.
Er is geen geluid bij gebruik
van de USB-ingang.
• Op de computer is het verkeerde apparaat
geselecteerd.
• Op de computer is de MUTE (dempen)
instelling geselecteerd.
Controleer de computerinstellingen.
• De verbindingen zijn niet juist.
• De computer detecteert het apparaat niet.
• Als dit apparaat op de computer wordt
aangesloten voordat het apparaat naar
de USB-ingang is omgeschakeld, kunnen
de geluidsinstellingen van de computer
veranderen waardoor een ander apparaat
wordt geselecteerd. Probeer in dit geval de
instellingen te resetten naar dit apparaat.
• Controleer de verbindingen.
Bestandsformaat, besturingssysteem of
software wordt niet ondersteund.
Controleer het ondersteunde
besturingssysteem, de software en de
bemonsteringsfrequentie van het bestand.
Het vereiste stuurprogramma is niet op de
computer geïnstalleerd.
Er kan een speciaal stuurprogramma op de
computer vereist zijn. Raadpleeg de Pioneer-
website voor verdere informatie.
De bemonsteringsfrequentie
van de USB-ingang blijft altijd
hetzelfde.
Afhankelijk van de computerinstellingen kunnen
zelfs bij het weergeven van bestanden met
verschillende bemonsteringsfrequenties deze
alle worden omgezet naar dezelfde frequentie
wanneer ze worden uitgevoerd.
Controleer de computerinstellingen.
Er zijn niet-muzikale
computergeluiden van de
USB-ingang hoorbaar.
Afhankelijk van de computerinstellingen
is het mogelijk dat de opstartsignalen en
foutmeldingstonen van de computer via dit
apparaat worden weergegeven.
Controleer de computerinstellingen.
13
Probleem Oorzaak Oplossing
Bij gebruik van een andere
bron dan de USB-ingang
kunnen de muziekbestanden
op de computer niet worden
weergegeven.
Bij gebruik van een andere ingangsbron dan
USB herkent de computer dit apparaat niet.
Schakel over naar de USB-ingang en gebruik
de geluidsinstellingen van de computer om dit
apparaat te selecteren.
Bij gebruik van de USB-ingang
kunnen hifi-muziekbestanden
(bestanden hoger dan
48 kHz/24 bit en DSD-
bestanden) niet worden
weergegeven.
Het vereiste stuurprogramma is niet op de
computer geïnstalleerd.
Er kan een speciaal stuurprogramma op de
computer vereist zijn. Raadpleeg de Pioneer-
website voor verdere informatie.
Bij gebruik van de USB-ingang
is er geen geluid wanneer het
afspelen op de computer wordt
gestart.
Het geluidsvolume voor het besturingssysteem
of de softwareapplicatie is te laag ingesteld.
Verhoog de volume-instelling.
De audio-uitvoer voor het besturingssysteem is
op MUTE (dempen) ingesteld.
Controleer de computerinstellingen en zorg dat
de MUTE instelling uitgeschakeld is.
Er zijn gelijktijdig meerdere applicaties geopend. Sluit alle applicaties die niet worden gebruikt.
De instellingen voor de audio-uitvoer van het
besturingssysteem of de applicatie zijn niet juist
gemaakt.
Selecteer “Pioneer USB D/A Converter” voor het
geluidsapparaat.
Belangrijk
Raadpleeg voor verdere informatie eveneens de installatie-aanwijzingen voor het stuurprogramma die op de
Pioneer-website staan.
Voorzorgsmaatregelen
Wanneer het apparaat wordt verplaatst
Wanneer het apparaat wordt verplaatst, moet u op de
STANDBY/ON toets op de afstandsbediening of op het
voorpaneel van het apparaat drukken om het apparaat uit
te schakelen. Haal het netsnoer uit het stopcontact nadat
u gecontroleerd hebt of de spanningsindicator op het
voorpaneel uit is.
Nadat het netsnoer is losgemaakt, gaat u verder met
het loskoppelen van alle aangesloten componenten en
apparaten. Probeer niet om het apparaat te verplaatsen
terwijl er nog snoeren met de aansluitingen zijn verbonden,
want dit kan resulteren in beschadigingen.
Plaats van het apparaat
Kies een stabiele plaats uit dicht in de buurt van de
andere apparatuur die met dit apparaat wordt gebruikt.
Vermijd de volgende plaatsen:
- Plaatsen in de volle zon
- Plaatsen met een hoge vochtigheidsgraad of slechte
ventilatie
- Plaatsen blootgesteld aan direct contact met water
- Plaatsen blootgesteld aan extreme hitte of koude
- Plaatsen blootgesteld aan trillingen
- Plaatsen blootgesteld aan veel stof
- Plaatsen blootgesteld aan vettige rook, stoom of hitte
(bijv. in de keuken)
Plaats nooit een voorwerp bovenop het apparaat
Plaats nooit een voorwerp bovenop het apparaat.
Voorkom dat zich hitte in het inwendige van het
apparaat verzamelt
Gebruik het apparaat niet wanneer dit op een hoogpolig
tapijt of op een bed of bank staat, of wanneer het in doeken
enz. is gewikkeld. Bij dergelijke omstandigheden kan de
temperatuur in het inwendige van het apparaat zeer hoog
oplopen wat kan resulteren in een defect of beschadiging.
Vermijd warmte
Plaats het apparaat niet bovenop een versterker of ander
apparaat dat warmte afgeeft. Wanneer het apparaat in
een rek wordt geplaatst, moet het onder de plank met
versterkers worden gezet om te voorkomen dat de warmte
van de versterkers de werking van het apparaat nadelig
beïnvloed.
Regelmatige verzorging en onderhoud
Stof het apparaat regelmatig met een zachte, droge doek
af. Voor het verwijderen van hardnekkig vuil kan een doek
bevochtigd met een sopje van een mild reinigingsmiddel
en water in de verhouding 1:6 worden gebruikt. Wring
de doek goed uit en veeg het apparaat schoon. Veeg het
apparaat daarna met een zachte, droge doek af.
Gebruik geen alcohol, witte spiritus, benzeen of
andere vluchtige reinigingsmiddelen om het apparaat
schoon te maken en houd insecticiden uit de buurt,
want hierdoor kunnen de opschriften of de afwerking
worden beschadigd. De behuizing kan ook verkleuren of
beschadigd raken bij langdurige blootstelling aan rubber
of vinyl producten.
Voordat het apparaat met een chemisch-geïmpregneerde
doek wordt schoongemaakt, dient u zorgvuldig de
instructies te lezen die bij de doek worden geleverd.
Haal altijd de stekker uit het stopcontact voordat u met
het schoonmaken van het apparaat begint.
Aanvullende informatie
14
Opmerking
De technische gegevens en het ontwerp kunnen zonder
voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
De firma- en productnamen die vermeld worden, zijn
handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van de
respectievelijke eigenaars.
Technische gegevens
Lijnuitgang
Uitgangsniveau
RCA-aansluiting ..................................................... 2,4 V
XLR-aansluiting ...................................................... 4,4 V
Uitgangsimpedantie ................................................. 100 Ω
Frequentiebereik ........................4 Hz tot 100 kHz (3 dB)
THV+N
RCA-aansluiting ..............................................
0,0012 %
XLR-aansluiting ............................................... 0,0007 %
S/R-verhouding (A-weging)
RCA-aansluiting ..................................................114 dB
XLR-aansluiting ...................................................117 dB
Dynamisch bereik
16 bit .......................................................................
96 dB
24 bit, 32 bit .........................................................
118 dB
Hoofdtelefoonuitgang
Uitgang
STD-aansluiting ..................180 mW + 180 mW (32 Ω)
XLR-aansluiting ..................300 mW + 300 mW (32 Ω)
Ondersteunde impedantie ......................... 16 Ω tot 600 Ω
Frequentiebereik ..........................4 Hz tot 80 kHz (3 dB)
THV+N (uitgangsvermogen 3 dB)
STD-aansluiting ................................................... 0,01 %
XLR-aansluiting ................................................. 0,004 %
Digitale ingang
Ingangsimpedantie
COAXIAL ................................................................. 75 Ω
AES/EBU ............................................................... 110 Ω
USB-aansluiting ............Voldoet aan USB 2.0 (type B)
Diversen
Stroomvoorziening
........................220 V tot 230 V wisselstroom, 50 Hz/60 Hz
Stroomverbruik ...........................................................35 W
Stroomverbruik (in stand-by modus) .....................0,27 W
Buitenafmetingen (B x H x L)
..............................................296 mm x 101 mm x 271 mm
Gewicht ...................................................................... 6,3 kg
Accessoires
Afstandsbediening ................................................................ 1
AAA-type mangaanbatterijen ............................................... 2
Netsnoer
CD-ROM (Handleiding)
Snelstartgids
Folder veiligheid
Garantiebewijs
Aanvullende informatie
<ARC8386-B>
© 2014 PIONEER HOME ELECTRONICS CORPORATION.
Alle rechten voorbehouden.
PIONEER HOME ELECTRONICS CORPORATION
1-1, Shin-ogura, Saiwai-ku, Kawasaki-shi, Kanagawa 212-0031, Japan
PIONEER ELECTRONICS (USA) INC.
P.O. BOX 1540, Long Beach, California 90801-1540, U.S.A. TEL: (800) 421-1404
PIONEER ELECTRONICS OF CANADA, INC.
340 Ferrier Street, Unit 2, Markham, Ontario L3R 2Z5, Canada TEL: 1-877-283-5901, 905-479-4411
PIONEER EUROPE NV
Haven 1087, Keetberglaan 1, B-9120 Melsele, Belgium TEL: 03/570.05.11
PIONEER ELECTRONICS ASIACENTRE PTE. LTD.
253 Alexandra Road, #04-01, Singapore 159936 TEL: 65-6472-7555
PIONEER ELECTRONICS AUSTRALIA PTY. LTD.
5 Arco Lane, Heatherton, Victoria, 3202, Australia, TEL: (03) 9586-6300
PIONEER ELECTRONICS DE MEXICO S.A. DE C.V.
Blvd.Manuel Avila Camacho 138 10 piso Col.Lomas de Chapultepec, Mexico, D.F. 11000 TEL: 55-9178-4270
K002_B3_En
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15

Pioneer U-05 Handleiding

Type
Handleiding