ZANKER LF2052 Handleiding

Type
Handleiding
Wasautomaat ZANKER LF 2052
Gebruiksaanwijzing
124973460
NL
2
Enkele paragrafen in deze gebruiksaanwijzing zijn voorzien van symbolen die de volgende betekenis hebben:
Met de waarschuwingsdriehoek geven wij aanwijzingen die belangrijk zijn voor uw veiligheid of voor het
functioneren van de machine. Let goed op deze aanwijzingen.
Bij dit symbool vindt u aanvullende informatie m.b.t. bediening en praktisch gebruik van het toestel.
Dit symbool staat voor tips en aanwijzingen m.b.t. economisch en milieuvriendelijk gebruik van het
toestel.
Onze bijdrage aan het beschermen van het milieu:
wij maken gebruik van kringlooppapier.
Geachte Klant,
Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door.
Lees vooral de aanwijzingen m.b.t. de veiligheid op de eerste pagina’s van deze gebruiksaanwijzing! Bewaar
de gebruiksaanwijzing goed, zodat u nog eens iets kunt nalezen en geef hem door aan een eventuele volgende
eigenaar van het toestel.
Transportschaden
Indien u tijdens de aflevering schade aan het apparaat vastgesteld hebt, meldt u dit dan, vóór u het toestel
installeert en/of in gebruik neemt, direct aan uw leverancier.
Inhoud
3
Waarschuwingen 4-5
Afvalverwerking 5
Milieutips 5
Technische gegevens 6
Installatie 7
l
Transportbeveiliging 7
l
Plaatsen 7
l
Watertoevoer 8
l
Waterafvoer 8
l
Elektrische aansluiting 8
Uw nieuwe wasautomaat 9
Beschrijving van de machine 9
l
Controlelampje “deurvergrendeling” 9
l
Wasmiddellade 9
Gebruik 10
l
Bedieningspaneel 10
l
Beschrijving van de bedieningselementen 10-12
l
Het annuleren van een programma 12
l
Wijziging van een draaiend programma 12
l
Deuropening tijdens de programma
afwerking 12
l
Adviezen en tips voor het wassen 13
Was niet te lang opsparen 13
Sorteren 13
Temperaturen 13
Hoeveel wasgoed in de trommel? 13
Vóór u het wasgoed in de trommel doet 14
Welke wasmiddelen gebruiken? 14
Traditionele poeder-wasmiddelen 15
Vloeibare wasmiddelen 15
Geconcentreerde poeder-wasmiddelen 15
Wasverzachter 15
Waterontharder 15
l
Volgorde van handelen 16-17
Programmatabel 18-19
Textielbehandelingssymbolen 20
Onderhoud 21
l
De buitenkant 21
l
De wasmiddellade 21
l
Het toevoerfilter 21
l
Het afvoerfilter 21
l
Waterafvoer in noodgevallen 22
l
Voorzorgsmaatregelen bij vorst 22
Eenvoudige storingen 23-25
4
Aanwijzingen m.b.t. de veiligheid
Installatie
l
Alle delen die tot de transportbeveiliging behoren
moeten beslist zijn verwijderd, alvorens het
apparaat in gebruik te nemen. Ernstige schade
aan het apparaat of andere zaken kan het gevolg
zijn van het niet of niet
geheel verwijderen van de
transportbeveiliging.
l
Een eventueel noodzakelijke wijziging aan de
elektrische huisinstallatie ten behoeve van de
installatie van dit apparaat, mag uitsluitend door
een daartoe bevoegd persoon uitgevoerd
worden.
l
Een eventueel noodzakelijke wijziging van de
watertoe- en/of afvoervoorzieningen ten behoeve
van de installatie van dit apparaat mag uitsluitend
door een daartoe bevoegd persoon uitgevoerd
worden.
l
Overtuig u ervan dat het apparaat na de
installatie of het verplaatsen niet op het
aansluitsnoer staat.
Gebruik
l
Was geen artikelen in de wasautomaat die hier
niet voor geschikt zijn. Raadpleeg het
textielonderhoudsetiket.
l
Overlaad het apparaat niet. Raadpleeg de
betreffende adviezen in de gebruiksaanwijzing.
l
Met vluchtige stoffen, zoals spiritus, benzine,
terpentine en dergelijke, gereinigde artikelen
mogen niet in de wasautomaat. Indien zulke
reinigingsmiddelen gebruikt werden om voortijds
vlekken te verwijderen, dan moet met het wassen
in de wasautomaat gewacht worden tot het
artikel volledig uitgedampt is.
l
Was kleine artikelen, zoals babysokjes, ceintuurs
en dergelijke in een sloop. Zulke kleine artikelen
kunnen tussen de trommel en de kuip slippen.
l
Overtuig u ervan dat, vóór u een kledingstuk in de
wasautomaat doet, de borst- en broekzakken
leeg zijn, ritssluitingen zijn gesloten en eventueel
loshangende knopen verwijderd of eerst
aangenaaid zijn. Was geen rafelig of gescheurd
goed;
herstel het voortijds. Verwijder voortijds
verf-, inkt-,
roest- en grasvlekken. Was bh’s met
beugels niet in de wasautomaat.
l
Objecten zoals flippo’s, munten, veiligheids-
spelden, naalden, spijkers, schroeven en andere
harde of scherpe materialen behoren niet in de
wasautomaat; zij kunnen aanzienlijke schade
veroorzaken.
l
Wees voorzichtig met wasverzachter. Een te
grote dosering kan schade aan het wasgoed
toebrengen. Raadpleeg de instructies van de
fabrikant van de wasverzachter.
l
Kijk, vóór u de vuldeur (voorlader) opent, altijd
eerst of het water weggepompt is. Indien dat niet
het geval is, laat de machine dan eerst het water
afpompen. Raadpleeg in twijfelgeval de
gebruiksaanwijzing.
l
Laat de vuldeur (voorlader) op een kier staan
indien het apparaat niet gebruikt wordt. Dat is
beter voor de rubbermanchet en u voorkomt het
ontstaan van een muffe lucht.
l
Schakel na het gebruik altijd de stroomtoevoer af
door, afhankelijk van de wijze van installatie, de
stekker uit het stopcontact te nemen of de
badkamertrekschakelaar op de UlT-stand te
schakelen. Draai na het gebruik altijd de
watertoevoerkraan dicht.
Algemene veiligheid
l
Tracht, in geval van een storing of defect, dit
apparaat niet zelf te repareren. Reparaties welke
door niet-deskundige personen uitgevoerd
worden, kunnen tot schade of letsel leiden.
Raadpleeg ELGROEP FABRIEKSSERVICE.
l
Netsnoer nooit aan het snoer uit het stopcontact
trekken, maar aan de steker.
Deze aanwijzingen zijn bedoeld voor uw en andermans veiligheid. U wordt geacht ze gelezen te
hebben, alvorens u het apparaat installeert en/of in gebruik neemt.
5
Milieutips
l
Normaal verontreinigd wasgoed hoeft u niet voor
te wassen. Zo bespaart u wasmiddel, water en
tijd (en u ontziet het milieu).
l
De wasautomaat werkt het zuinigst met een volle
trommel.
l
Door een geschikte voorbehandeling kunnen
vlekken en lichte verontreinigingen verwijderd
worden. Dan kunt u op een lagere temperatuur
wassen.
l
Doseer het wasmiddel altijd volgens de
aanwijzingen van de wasmiddelenfabrikant.
l
Was licht tot normaal verontreinigde witte was op
de E-stand.
Veiligheid van kinderen
l
Kinderen zien de gevaren niet die ontstaan door
ondeskundige omgang met elektrische toestellen.
Zorg daarom voor het nodige toezicht als de
machine aanstaat en laat kinderen niet met de
machine spelen - ze zouden zichzelf of andere
kinderen in de machine kunnen opsluiten.
l
Houd de verpakking uit de buurt van kinderen;
vooral folie en styropor kunnen gevaren
opleveren. Verstikkingsgevaar!
l
Zorg ervoor dat kinderen of kleine huisdieren niet
in de trommel van de wasautomaat kunnen
klimmen.
l
Als u het toestel afdankt, maak het dan dadelijk
onbruikbaar: stekker uit het stopcontact trekken,
aansluitsnoer afsnijden en weggooien. Maak
bovendien het deurslot onbruikbaar. Zo kunnen
kinderen zichzelf of andere kinderen niet in de
machine opsluiten.
Verpakkingsmateriaal
Alle gebruikte verpakkingsmaterialen zijn niet milieu-
onvriendelijk en kunnen zonder gevaar bij het afval
worden gezet.
De kunststoffen kunnen hergebruikt worden en
hebben de volgende aanduidingen:
>PE<=voor polyethyleen
>PS<=voor polystyreen
>PP<=voor polypropyleen
Het karton kunt u het beste in een container voor oud
papier deponeren.
Oude machine
Informeer bij uw gemeente naar de mogelijkheden
voor afvalverwerking in uw woonplaats.
Afvalverwerking
Technische gegevens
6
Afmetingen hoogte 85 cm
breedte 60 cm
diepte 60 cm
Maximum vulgewicht Katoen 5 kg
Synthetica 2 kg
Fijne was 2 kg
Wol 1 kg
Centrifugeertoerental maximum 1000/min.
Netspanning/-Frequentie 220-230 V/50 Hz
Aansluitwaarde 2200 W
Zekeren met minimaal 10 A
Waterleidingdrukgrenzen minimum 05 N/cm
2
maximum 80 N/cm
2
Dit toestel voldoet aan de EG-richtlijn 89/336/EEG, 73/23/EEG
7
Installatie
Transportbeveiliging
Wij adviseren u de verwijderde delen te bewaren; in
geval van verhuizing moeten ze wederom
aangebracht worden.
U gaat als volgt te werk:
1. Schroef met de sleutel de rechter schroef aan de
achterkant van de machine los.
2. Leg de machine voorzichtig op z’n achterkant;
zodanig dat de slangen niet kunnen beschadigen.
3. Verwijder het polystyrene vulblok uit de onderkant
van de machine en het plakband waarmee de 2
plastic zakken aan de voorkant van het apparaat
bevestigd zijn.
4. Trek voorzichtig de rechter plastic zak (1) uit de
machine, terwijl hij naar het midden van de
machine getrokken wordt.
Trek nu ook de linker plastic zak (2) uit de
machine.
5. Zet de machine rechtop en verwijder de 2 overige
schroeven uit de achterwand.
6. Verwijder de drie plastic afstandshulzen uit de
gaten waar de schroeven in zaten.
P0233
2
1
P0234
P0255
Het is beslist noodzakelijk dat u de
transportbeveiligingen verwijdert voor u de
machine in gebruik neemt.
7. Dicht de vrijgekomen gaten af met de
meegeleverde stopsels. U vindt deze stopsels op
de achterkant van de machine.
Plaatsen
Plaats de machine op een vlakke, harde vloer. Laat
een houten vloer met een 5 cm dikke
hardhoutenplaat versterken, over tenminste twee
draagbalken. De verstevigingsplaat moet aan alle
kanten enkele centimeters buiten de machine
steken.
Indien de machine op een bovenverdieping geplaatst
wordt, neem dan zodanige maatregelen dat bij een
eventuele lekkage het water niet naar de verdieping
eronder kan lekken.
Raadpleeg uw leverancier/installateur.
Zorg ervoor dat de machine niet tegen de muur of
andere keukenmeubels kan leunen.
Wij gaan er van uit dat de waterkraan, de
afvoermogelijkheid en de elektriciteitsvoorziening
zich binnen het bereik van de machineslangen en
het aansluitsnoer bevinden. Als dat niet zo is, dan
adviseren wij u uw installateur de kraan en/of de
afvoer en/of het stopcontact te laten verplaatsen.
Stel de machine waterpas op. Dat doet u door
middel van het in- of uitdraaien van de verstelbare
voetjes. Als de machine op tapijt staat, stel de
voeten dan zodanig in dat de lucht vrij kan
circuleren. Zorg ervoor dat de machine op alle vier
de voetjes stevig op de vloer staat: ook dat is zeer
belangrijk.
P1051
P0020
P0256
8
Watertoevoer
Draai, nadat u eerst het filter (A) in de wartel hebt
gelegd, de wartel van de toevoerslang stevig op de
3
/
4
" schroefdraad van de kraan.
Het andere eind van de toevoerslang, aan de
machinekant, kan naar alle richtingen worden
verdraaid. Wartel iets losdraaien, haakse bocht
verdraaien en wartel weer stevig vastdraaien.
De toevoerslang mag niet verlengd worden. Mocht
de slang te kort zijn en wilt u de kraan niet laten
verplaatsen, koop dan een langere, complete,
hogedrukslang welke speciaal voor dit doel gemaakt
is.
Waterafvoer
De bocht, aan het eind van de afvoerslang, kunt u op
drie manieren plaatsen:
Over de rand van een wasbak. U moet er dan
voor zorgen dat de bocht niet, door het snel
uitstromende water, van de rand kan schieten.
Bijvoorbeeld door de bocht met een touwtje aan de
kraan of aan een haak in de muur op te hangen.
In een aftakking van de wasbakafvoer. Die
aftakking moet boven de sifon (stankafsluiter) zitten
en zodanig dat de bocht van de slang zich op
tenminste 60 cm van de vloer bevindt.
In een afvoerpijp. Wij adviseren een standpijp van
65 cm hoogte; in ieder geval niet lager dan 60 cm en
niet hoger dan 90 cm.
P0022
P0021
A
P0003
Het eind van de afvoerslang moet altijd belucht
zijn, dat wil zeggen dat de binnendiameter van de
pijp groter moet zijn dan de buitendiameter van het
slangeind.
De afvoerslang legt u vanaf de machinekant over de
vloer en laat u pas bij de afvoermogelijkheid omhoog
lopen.
Elektrische aansluiting
De machine is voor 220-230V / 50Hz gemaakt.
De machine is voorzien van een drie-aderig
aansluitsnoer en stekker met randaarde.
De stekker mag u uitsluitend plaatsen in een
stopcontact met randaarde; de machine dient
deugdelijk geaard te zijn
.
Het aansluitsnoer mag u niet verlengen. Indien het
snoer te kort blijkt te zijn, laat uw installateur dan of
een langer snoer aan de machine monteren of het
stopcontact verplaatsen.
Het gebruik van een verlengsnoer of kabelhaspel is
niet toegestaan.
In bad- of doucheruimten moet doorgaans een
zogeheten «vaste aansluiting» gemaakt worden;
raadpleeg uw installateur.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor
schade of letsel, ontstaan door het niet
voldoen aan bovenstaande veiligheids-
voorschriften.
Het aansluitsnoer mag uitsluitend door de
ELGROEP FABRIEKSSERVICE vervangen
worden.
P0023
9
Uw nieuwe wasautomaat
Deze nieuwe wasmachine is voorzien van een nieuw
wassysteem en voldoet aan alle eisen voor een
moderne behandeling van uw wasgoed, met
besparing van water, stroom en wasmiddel.
Ook kleine hoeveelheden worden goedkoop
gewassen want de verbruikswaarden worden
automatisch aan de hoeveelheid en het type
wasgoed aangepast.
Doordat de wasmachines de laatste jaren steeds
zuiniger zijn geworden met energie, is de wastijd
langer geworden. U zult echter merken dat het
wasresultaat optimaal is.
l De programmakeuzeknop zorgt voor een
eenvoudig gebruik van de wasmachine; hiermee
worden zowel het programma als de temperatuur
gekozen.
l De indicatie van het programmaverloop
geeft informatie over het programma dat
afgewerkt wordt.
l Starttijdkeuze: u kunt de start van het
programma 1 tot max. 19 uur uitstellen (bijv. tot
de voordeeluren).
l De automatische sopafkoeling voor het
afpompen
voorkomt dat de was verkreukelt.
l Het speciale wolprogramma behandelt wollen
goed uiterst voorzichtig.
l Stabilisatie-controlesysteem: stabiliteit en
rustige loop.
Beschrijving van de machine
1 Wasmiddellade
2 Bedieningspaneel
3 Controlelampje “deurvergrendeling”
4 Deurhandgreep
5 Afvoerfilter
6 Verstelbare voetjes
Controlelampje “deurvergrendeling”
Het lampje brandt zolang de deur vergrendeld
is. U kunt de deur pas openen nadat het lampje
is uitgegaan.
Wasmiddellade
Voorwasmiddel
Hoofdwasmiddel
Wasverzachter
5
3
4
1
2
6
KORREKTUR
MINIPROGRAMM
SCHLEUDERN
ABPUMPEN
STÄRKEN
SPÜLEN
EINWEICHEN
EIN
AUS
700 900
SCHLEUDERN
EXTRA-
SPÜLEN
SPÜL-
STOP KURZ
VOR-
WÄSCHE
START
PAUSE
VORWÄSCHE
HAUPTWÄSCHE
SPÜLEN
SPÜLSTOP
ABPUMPEN
SCHLEUDERN
ALARM
1000
LF 2052
500
ENDE
30
40
50
60
95
E
KALT
60
50
40
KALT
KALT
30
40
40
30
KOCHWÄSCHE
BUNTWÄSCHE
FEINWÄSCHE
WOLLE
30
PFLEGELEICHT
ZEIT-
VORWAHL
Lavita
P0301
10
Gebruik
Bedieningspaneel
1 Controlelampje “lichtnet”
Het controlelampje gaat branden wanneer de
AAN/UIT-toets ingedrukt is.
2 Toets AAN/UIT
Op deze toets drukken om de machine onder
spanning te zetten (inschakelen) en er nogmaals op
drukken om het apparaat uit te schakelen.
De toetsen en hun functie
De verschillende functies moeten na het
instellen van het programma en vóór het
inschakelen van de Start/Pauze-toets
gekozen worden.
Als een toets wordt ingedrukt, gaat het betreffende
lampje branden. Door nogmaals indrukken gaat het
lampje weer uit.
Bij een verkeerde keus knipperen de lampjes
ongeveer 3 seconden. In het display verschijnt code
Err.
3 Toets “Starttijd”
Door middel van deze toets kunt u de start van de
machine uitstellen van 1 tot max. 24 uur.
Zo kunt u bijv. in de voordeeluren wassen.
U dient deze toets in te drukken voordat u de
START/PAUZE-toets indrukt.
Het geprogrammeerde uitstel wordt op het display
aangegeven.
Na het indrukken van de START/PAUZE-toets,
begint het apparaat af te tellen: De resterende tijd (in
uren) wordt door het display aangegeven.
Om de uitgestelde tijd te wijzigen of te annuleren
drukt u eerst op de START/PAUZE-toets en
vervolgens op de STARTTIJD-toets totdat op het
display de juiste tijd knippert of, als u de uitgestelde
tijd wilt annuleren, totdat het teken 0 h verschijnt.
Hierna drukt u opnieuw op de START/PAUZE-toets.
4 Display
Op deze display krijgt u de volgende informatie:
l drie knipperende streepjes die zichtbaar
worden nadat u de programma-keuzeknop op
ANNULEREN heeft gedraaid en die aanduiden
dat het programma geannuleerd worden is;
l starttijdkeuze, gekozen met de betreffende
toets;
l Foutieve keuze. Als u een functie kiest die niet
met het gekozen programma gecombineerd kan
worden, verschijnt in het display Err.
l alarmcodes: tijdens de werking van de machine
kunnen enige alarmcodes verschijnen, bijv. E20
(zie blz. 23).
5 Toets “EXTRA SPOELEN”
Deze functie kan voor alle programma’s behalve
het wolwasprogramma
gekozen worden. De
machine voert 4 in plaats van 3 spoelgangen uit.
Een extra spoelgang kan gewenst zijn in gebieden
met heel zacht water of bij allergie voor
wasmiddelen.
11
6 Toets “SPOELSTOP”
Indien u de functie SPOELSTOP voor witte en bonte
was kiest, wordt het laatste spoelwater niet
afgevoerd om te voorkomen dat de was verkreukelt:
het controlelampje van het programmaverloop
knippert aan het einde van het programma en
waarschuwt zo dat het water geloosd moet worden.
U kunt hiervoor kiezen uit twee mogelijkheden:
l op START/PAUZE drukken, de machine pompt
het water af en centrifugeert overeenkomstig het
type wasgoed (u kunt natuurlijk een lagere
centrifugesnelheid kiezen met behulp van de
toets “CENTRIFUGEREN”)
l het afvoerprogramma POMPEN kiezen om het
water zonder centrifugeren af te voeren.
Als het water niet afgevoerd wordt, loost de
machine het automatisch na 18 uur.
Belangrijk!
De programma’s voor synthetica en fijne was eindigen
automatisch met spoelstop. Door het indrukken van
de SPOELSTOP-toets na het kiezen van deze
programma’s (het betreffende lampje is uit) wordt het
water afgepompt en de was kort gecentrifugeerd.
7 Toets “KORT”
Door op deze toets in te drukken verkort u de
wastijd. Dit programma is geschikt voor wasgoed
dat licht verontreinigd is.
Voor wolwas kan deze optie niet gebruikt worden.
8 Toets “VOORWAS”
De machine voert een voorwas op max. 40°C uit. De
voorwas eindigt met kort centrifugeren voor de
programma’s witte en bonte was, synthetica en
voert alleen het water af voor de fijne was.
De voorwas kan niet bij het wolwasprogramma
ingesteld worden.
Deze optie kunt u kiezen voor erg vuil wasgoed.
OPGELET! Voor het kiezen van het programma
POMPEN moet de programma-keuzeknop op
ANNULEREN gedraaid worden.
9 Toets “START/PAUZE”
Deze toets beschikt over drie functies:
a) Start
Nadat u het gewenste programma gekozen heeft,
drukt u op deze toets om het programma te starten;
het betreffende lampje stopt met knipperen.
b) Pauze
Om een draaiend programma te onderbreken drukt u
op de START/PAUZE-toets: het betreffende lampje
knippert.
Als u weer op de START/PAUZE-toets drukt,
wordt het programma hervat vanaf het punt van
onderbreking.
c) Water afvoer
Na een programma dat eindigt met water in de
trommel (optie SPOELSTOP) of het
inweekprogramma, op de START/PAUZE-toets
drukken om het water te lozen: na het inweken
wordt het water slechts afgevoerd, terwijl in de
programma’s met SPOELSTOP de machine
centrifugeert.
10 Toets “CENTRIFUGEREN”
U stelt hiermee de centrifugeersnelheid in, houdt
hierbij rekening met:
l voor katoen (witte en bonte was), programma’s
“Spoelen”, “Wasverzachten” en “Centrifugeren”
is de max. snelheid 1000 toeren/min;
l voor synthetica en wol is de max. snelheid 900
toeren/min;
l voor fijne was en “Snelwas 30°” is de max.
snelheid 700 toeren/min.
11 Indicatie van het programma-
verloop
Bij het kiezen van een programma geeft de indicatie
van het programmaverloop aan, uit welke
onderdelen het programma bestaat.
Na begin van het programma geeft de indicatie van
het programmaverloop aan, met welk deel van het
programma de machine bezig is.
Het einde van het programma wordt optisch
aangegeven: de deur kan geopend worden.
12
Het controlelampje ALARM en het controlelampje
van de Start/Pauze-toets knipperen om een storing
in de functionering van de machine aan te geven.
Tegelijkertijd knippert een van de volgende lampjes
en een alarmcode om het type storing aan te duiden:
l E10 + SPOELSTOP = storing bij de watertoevoer;
l E20 + SPOELEN = storing bij de waterafvoer;
l E40 + HOOFDWAS = deur open.
Raadpleeg het hoofdstuk “Eenvoudige storingen”
om het defect op te heffen.
12 Programmakeuzeknop
Deze knop is in 5 sectoren verdeeld:
l
Witte en bonte was
l
Synthetica
l
Fijne was
l
Wol
l
Extra programma's
De programmakeuzeknop kan zowel naar rechts als
naar links gedraaid worden.
Symbolen op de keuzeknop
l
E = Energie besparen
l
KOUD = De machine wast met koud water.
ANNULEREN
SNELWAS 30°
CENTRIFUGEREN
POMPEN
WASVERZACHTEN
SPOELEN
INVEKEN
30
40
50
60
95
E
KOUD
60
50
40
KOUD
KOUD
30
40
40
30
WITTE WAS
BONTE WAS
FIJNE WAS
WOL
30
SYNTHETICA
VOORWAS
HOOFDWAS
SPOELEN
SPOELSTOP
AFPOMPEN
CENTRIFUGEREN
ALARM
EINDE
Het annuleren van een programma
Om een programma te annuleren kiest u het
betreffende programma.
Op het display verschijnen drie knipperende
streepjes.
Nu kunt u een ander programma kiezen.
Wijziging van een draaiend
programma
Zolang de START/PAUZE-toets niet ingedrukt is,
kunt u het programma wijzigen en andere dan de
ingestelde functies kiezen. Nadat het programma
gestart is, kunt u de functies alleen wijzigen door de
machine eerst in de Pauze-stand te zetten met
behulp van de toets. U drukt opnieuw op deze toets
om het programma weer te starten.
Belangrijk!
Wilt u de water van het draaiend programma laten
afpompen, dan stelt u eerst ANNULEREN en daarna
POMPEN in.
Deuropening tijdens de programma
afwerking
De deur kan alleen geopend worden voordat de
machine het water begint te verwarmen (binnen 15,
10 of 5 minuten al naar gelang het ingestelde
programma) en gedurende het spoelprogramma.
Ook hiervoor moet de machine eerst in de PAUZE-
stand gezet worden (door op de START/PAUZE-
toets te drukken).
Wanneer het betreffende controlelampje op de deur
uitgegaan is, kunt u deze opendoen.
Als de deur niet open gaat, betekent dit dat de
machine aan het verwarmen is of dat het
waterniveau in de machine boven de onderste
deurrand uitkomt.
Daarmee wordt voorkomen dat grote hoeveelheden
water uit de machine komen.
OPLEGET! Na een programma met spoelstop-
functie de programmakeuzeknop op ANNULEREN
draaien voordat het programma POMPEN gekozen
wordt.
13
30°C: alhoewel machine-wasbare wol als regel
zondermeer op 40°C gewassen mag worden, zult u
op het etiket, voorzichtigheidshalve, toch vaak 30°C
tegenkomen. Ook bij teer wasgoed, de fijne was, is
dat vaak het geval.
Wij adviseren u zich altijd aan de etiket-temperatuur
te houden.
Hoeveel wasgoed in de trommel?
Wilt u optimale resultaten bereiken, dan adviseren
wij u, naast het kiezen van het juiste programma,
ook de maximaal toegestane belading van de
trommel niet te overschrijden.
Wasgoed droog wegen voor u het in de trommel
doet, is erg omslachtig, dus helpen wij u op een
andere manier op weg:
l
Volle belading (maar niet proppen) voor katoen en
linnen.
l
Halfvolle of iets meer dan halfvolle belading voor
sterke synthetica en mengsels. Ook zogeheten
“kreukherstellende stoffen” vallen onder
synthetica.
l
Eenderde van de trommel voor fijne was en
machine-wasbare wol.
In onderstaande tabel geven wij u een indruk wat
wasgoed, bestaande uit katoen en linnen, ongeveer
weegt.
Voor synthetica, mengsels en fijne was is het
onmogelijk om gewichten op te geven, daar deze
stoffen zeer verschillend van aard zijn.
Voor machine-wasbare wol geven wij doorgaans een
maximum van 1 kilogram op, maar feitelijk bedoelen
we dat u wol in “ruim sop” moet wassen.
Tweepersoons laken 700 - 1000 g
Kussensloop 125 - 0200 g
Tafellaken 350 - 0500 g
Servet 70 - 0120 g
Theedoek 75 - 0100 g
Badhanddoek 150 - 0200 g
Badlaken 700 - 1000 g
Overhemd 200 - 0300 g
Schort 150 - 0200 g
Adviezen en tips voor het
wassen
Was niet te lang opsparen
In de eerste plaats adviseren wij u wasgoed niet al te
lang op te sparen, in ieder geval niet als het vochtig
is want het gaat dan schimmelen en veroorzaakt een
muffe geur.
Men zegt ook wel dat «het weer er in gekomen is»;
weervlekken krijgt u er niet meer uit.
Sorteren
Neemt u vooral even de tijd om de in dit boekje
afgedrukte kaart voor de behandelingssymbolen
aandachtig te lezen.
Een streep onder de tobbe betekent dat u het
artikel niet met de krachtige katoenprogramma’s
mag wassen.
Was gekleurd goed, met name donker gekleurd,
eerst een keer apart. De kans is groot dat het
afgeeft.
Sterke kreukherstellende stoffen, zoals
polyester/katoen, vallen onder «synthetica».
Tere stoffen, zoals acryl en meestal ook vitrages,
vallen onder «fijne was».
Het wolwasprogramma is een speciaal programma
voor «zuivere scheerwol». Bij alle andere wolsoorten
en mengsels kan niet worden uitgesloten dat deze
krimpen en/of vervilten in de wasmachine.
Temperaturen
In principe kiest u voor een bepaalde wasbeurt de
soptemperatuur niet hoger dan het gevoeligste stuk
wasgoed nog kan verdragen.
95°C: voor witte- of kookecht-gekleurd katoen en
linnen, zoals beddegoed, tafellakens, theedoeken,
handdoeken, zakdoeken en ondergoed.
Gemakshalve wordt deze groep vaak “witte was”
genoemd.
60°C: voor normaal vuile witte was, voor
lichtgekleurde bontwas en voor witte- en
lichtgekleurde synthetica.
40°C: vrijwel alle textielsoorten kunnen op 40°C
gewassen worden.
U kiest deze temperatuur ten eerste als dit door het
wasetiket aangegeven wordt, bijvoorbeeld voor
donkergekleurde textiel en fijne was.
Daarnaast kiest u 40°C als het wasgoed zo weinig
vuil is dat het met een lage temperatuur ook nog
schoon wordt.
14
Vóór u het wasgoed in de trommel
doet
Herstel scheuren, gaten en halen voortijds.
Naai loshangende knopen eerst aan of knip ze af.
Sluit drukknopen en ritssluitingen.
Was geen rafelig goed; herstel eerst de zomen.
Haal de haken uit vitrage en doe de vitrage in een
sloop of linnen zak.
Verwijder voortijds achtergebleven kleine
voorwerpen uit borst- en broekzakken.
Behandel voortijds vlekken die er in de wasautomaat
moeilijk of in het geheel niet uit zullen gaan:
Was- en kaarsvet. Zoveel mogelijk met een bot
mes voorzichtig afschrapen. Tussen twee papieren
zakdoekjes de overgebleven was met de warme
strijkbout er uit strijken. Niet te heet bij synthetische
stoffen.
Inkt en ballpoint: Deppen met spiritus. De kleur
van de stof kan aangetast worden door zowel de inkt
als de spiritus.
Weer- en schroeivlekken. Bleken met een
verdunde oplossing van bleekwater of
chloorbleekmiddel.
Roest. Verwijderen met citroenzuur of een speciaal
behandelingsmiddel. Eerst koud spoelen en daarna
wassen. Geen wasmiddel met bleekmiddel
gebruiken.
Kauwgom. Wegwrijven met ijsblokjes. Restant
verwijderen met nagellak-remover. Pas op met
remover bij synthetische stoffen.
Verf. Geef de vlek geen kans om op te drogen. Met
witte schone katoenen doek en een oplosmiddel
(terpentine, wasbenzine of thinner) behandelen.
Lippenstift. Deppen met spiritus. Met
fijnwasmiddel nawassen.
Nagellak. Verwijderen met nagellak-remover. Dit is
niet mogelijk bij stoffen als acetaat, triacetaat en
chloorvezel.
Olie en teer. Met boter insmeren en laten
intrekken. Daarna met terpentine deppen.
Gras. Met spiritus vochtig maken en met een
zeepoplossing deppen. Als de kleur of de stof er
tegen kan, nableken met bleekwater.
Chocolade, thee, wijn, koffie en vruchtensap.
Voorweken in warm water met een biologisch
voorweekmiddel. Als het nodig is en de kleur of de
stof er tegen kan, nableken met bleekwater.
Vuile kragen of manchetten. Aanstrijken met
zeep of een speciaal daarvoor bedoelde spray of
pasta. Dan gewoon wassen.
Bloed. Verse vlekken met lauw water uitspoelen.
Oude vlekken voorweken met een biologisch
voorweekmiddel.
Transpiratie- en deodorantvlekken. Verse
vlekken met sodawater deppen. Oude vlekken met
azijn of spiritus deppen.
Hars. Met een speciale vlekkenoplosser
behandelen. Sterke stoffen, zoals katoen en linnen,
met terpentine, wasbenzine of spiritus behandelen.
Het gebruik van verdampende middelen, zoals
terpentine, wasbenzine, spiritus, thinner, aceton en
dergelijke is gevaarlijk; niet roken en geen open vuur
gebruiken.
Doe het karweitje buiten en laat het kledingstuk eerst
uitdampen voor u het in de wasautomaat of de
droogautomaat doet.
De fabrikant van uw was- of droogautomaat is niet
aansprakelijk voor schade of letsel ontstaan door het
gebruik van gevaarlijke stoffen.
Welke wasmiddelen gebruiken?
Een gouden regel is: gebruik altijd machine-
wasmiddelen
, dus nooit handwasmiddel of zeep in
de machine.
Een nauwelijks minder belangrijke regel is: probeer
gewoon uit welk wasmiddel u het beste bevalt.
Houdt u aanvankelijk aan de doseringen die de
fabrikant van het wasmiddel op z'n verpakking
aangeeft en let daarbij op de waterhardheid (kunt u
opvragen bij het waterleidingbedrijf). Het is de
moeite waard om daarna uit te proberen of bij
minder doseren uw wasgoed ook nog voldoende
schoon wordt. In ieder geval kunt u bij een klein
wasje aanzienlijk minder doseren.
Er zijn totaal-wasmiddelen voor witte of bonte was,
bleekvrije wasmiddelen voor bonte was, speciale
fijnwasmiddelen, machine-wolwasmiddelen en
biologische voorwas- of voorweekmiddelen.
LET OP
Objecten zoals flippo’s, munten,
veiligheidsspelden, schroeven en andere
harde materialen behoren niet in de
wasautomaat; zij kunnen aanzienlijke
schade veroorzaken.
Was bh’s met beugels niet in de
wasautomaat.
Eigenschap
Franse
schaal
15
Kalk slaat uit het water neer op zowel het wasgoed
als op machinedelen. Bekend is onder andere het
stug worden van wasgoed en het verkalken van het
verwarmingselement.
Om dat te voorkomen doet de wasmiddelfabrikant
een «kalkbindende» stof in het wasmiddel. Voorheen
was dat fosfaat. Tegenwoordig, om redenen van
milieutechnische aard, een fosfaatvervanger.
Het wasmiddel bestaat echter uit vele ingrediënten.
Gaat u meer doseren, dan doet u dat feitelijk slechts
om meer kalkbindende stoffen aan het water toe te
voegen.
Automatisch doseert u dan eigenlijk teveel van al die
andere actieve stoffen. U kunt dat verhelpen door
minder wasmiddel te doseren en het verschil op te
vangen door een onthardingsmiddel, zoals Calgon,
mee te doseren. Houdt u zich aan de aanwijzingen
van de fabrikant van het onthardingsmiddel.
Bereik
1
2
3
4
zacht
gemiddeld
hard
zeer hard
00-07
08-14
15-21
meer dan 21
0,0-1,3
1,4-2,5
2,6-3,8
meer dan 3,8
Duitse
schaal
Waterhardheid
Traditionele poeder-wasmiddelen
Deze wasmiddelen doet u in de vakjes voor de
voorwas en voor de hoofdwas.
Vloeibare wasmiddelen
Gebruikt u een vloeibaar wasmiddel, dan mag u dat,
mits u geen voorwas doet, direct in het vakje
voor het hoofd
wasmiddel gieten. Wel meteen daarna
de machine starten.
Vloeibare wasmiddelen zijn zeer geschikt voor lage
wastemperaturen, dus 30°C en 40°C. Voor hogere
temperaturen, 60°C tot 95°C, adviseren wij u een
poedervormig wasmiddel te gebruiken.
Geconcentreerde poeder-wasmiddelen
(ULTRAs, MICRO’s en dergelijke).
Geconcentreerde wasmiddelen kunt u op dezelfde
manier als vloeibare wasmiddelen doseren.
Uiteraard past u de hoeveelheid aan, omdat u van
deze wasmiddelen minder nodig hebt.
Uw nieuwe machine is van een sopcirculatie-
systeem voorzien, waardoor het wasmiddel
uitstekend en zonder verspilling verdeeld wordt.
Wasverzachter
Tijdens de laatste spoelgang doseert de machine
automatisch een hoeveelheid vloeibare
wasverzachter. U hoeft geen wasverzachter te
gebruiken maar dit kan soms toch wenselijk zijn.
Bijvoorbeeld als u katoen binnenshuis droogt: het
wasgoed voelt dan minder stug aan. Of als u
synthetisch wasgoed in de machine droogt: het
wordt dan niet statisch (knetteren, kleven).
Houdt u aan de aanwijzingen van de fabrikant van
de wasverzachter, maar de hoeveelheid
wasverzachter mag nooit hoger dan het filternet in
het doseervakje of de maximum aanduiding komen.
Erg dikke vloeistof voortijds met wat water
verdunnen.
Waterontharder
Water is «harder» naarmate er meer calcium en
magnesium in voorkomt. In Nederland wordt de
hardheid aangegeven in «DH» (Duitse graden). Op de
verpakking van het wasmiddel vindt u, in drie globale
zones verdeeld, hoeveel wasmiddel u moet doseren.
U ziet dat dat meer is naarmate de hardheid hoger is.
16
Volgorde van handelen
Voer een wasgang zonder wasgoed uit, opdat
vetresten (die bij de fabricage zijn ontstaan) uit de
wastrommel en de kuip worden verwijderd.
Programma: bonte was 60°C, met een halve
maatbeker wasmiddel.
1.Doe het wasgoed in de trommel
Open de vuldeur . Doe de stukken wasgoed één
voor één in de trommel. Haal opgevouwen wasgoed
eerst uit elkaar. Sluit de vuldeur; druk hem goed in
het slot.
2.Doe wasmiddel in het vakje
Trek de wasmiddellade uit het bedieningspaneel tot
hij stuit.
Meet de gewenste hoeveelheid wasmiddel in een
maatbekertje af en giet het in het vakje voor het
hoofdwasmiddel .
Gaat u ook voorwassen, doe dan een biologisch
voorwasmiddel in het vakje .
3.Doe, eventueel, wasverzachter in
het vakje
Giet, indien gewenst, wasverzachter in het daarvoor
bestemde vakje .
Overschrijd het niveau MAX niet.
P0005
P0006
P0404
4.Inschakelen van de machine
Toets AAN/UIT indrukken om de machine in te
schakelen; het lichtnet-controlelampje gaat branden.
5.Het gewenste programma kiezen
Draai de programmaknop op het gewenste
programma. De indicatie van het programmaverloop
geeft aan, uit welke onderdelen het programma
bestaat.
6.De centrifugeersnelheid kiezen
Op de knop drukken tot het bereiken van de
gewenste centrifugeersnelheid; het betreffende
controlelampje gaat branden.
500 700 1000
CENTRIFUGEREN
900
VOORWAS
HOOFDWAS
SPOELEN
SPOELSTOP
AFPOMPEN
CENTRIFUGEREN
ALARM
EINDE
ANNULEREN
SNELWAS 30°
CENTRIFUGEREN
POMPEN
WASVERZACHTEN
SPOELEN
INVEKEN
30
40
50
60
95
E
KOUD
60
50
40
KOUD
KOUD
30
40
40
30
WITTE WAS
BONTE WAS
FIJNE WAS
WOL
30
SYNTHETICA
T0007S
AAN
UIT
17
7.Afhankelijk van het type
wasgoed en de verontreiniging
hiervan eventueel de functie
VOORWAS of KORT kiezen
Het betreffende controlelampje gaat branden.
8.Eventueel de functie EXTRA
SPOELEN en/of SPOELSTOP
kiezen
Het betreffende controlelampje gaat branden.
9. De functie STARTTIJD kiezen
Voordat u het programma start, als u de
machine op een ander tijdstip wilt laten beginnen,
drukt u op de “STARTTIJD” toets totdat u de
gewenste starttijd bereikt; op het display ziet u de
ingestelde tijd.
Na het inschakelen van de START/PAUZE-toets
begint de machine af te tellen.
STARTTIJD
EXTRA
SPOELEN
SPOEL-
STOP
KORT
VOOR-
WAS
10. Het programma starten
Op de START/PAUSE-toets drukken om het
ingestelde programma te starten; het betreffende
lampje knippert niet meer en het controlelampje van
de programmafase, die de machine op dat moment
uitvoert, blijft ingeschakeld.
Het controlelampje van de deur gaat branden om
aan te geven dat de deurbeveiliging werkt. Het
programma start na ongeveer 15 seconden.
11. Einde van het programma
De machine stopt automatisch.
Het lampje EINDE, de lampjes van de gezoken
centrifugeersnelheid en van gezoken functie blijven
branden.
Als u voor de functie SPOELSTOP gekozen heeft,
dan knippert het betreffende controlelampje van het
programmaverloop en het lampje van de
START/PAUZE-toets. U moet het water afpompen
voordat u de deur kunt openen.
De machine is uitgerust met een veiligheids-
voorziening die ervoor zorgt dat de deur pas 2 à 3
minuten na het beëindigen van het programma
geopend kan worden. Wanneer het betreffende
controlelampje op de deur uitgegaan is, kunt u deze
opendoen.
Het openen van de deur wordt ook aangegeven door
geluidssignalen.
Draai de programmakeuzeknop op ANNULEREN.
Op het display verschijnen drie knipperende
streepjes.
Schakel de machine uit door de AAN/UIT-toets in te
drukken. Het lichtnet-controlelampje gaat uit.
Open de vuldeur en neem het wasgoed uit de
trommel.
Controleert u of de trommel helemaal leeg is, anders
zou wasgoed bij de volgende wasbeurt kunnen
beschadigen (bijv. doorlopen) of op ander wasgoed
kunnen afgeven.
Laat de vuldeur enige tijd op een kier staan, zodat
de machine kan drogen.
START
PAUZE
18
WASPROGRAMMA’S
Programmatabel
Soort
textiel
E Witte was
SPAAR E
Temperatuur
Wasprogramma
Eventuele
aanvullende
functies
Max.
belading
Energie
kWh
Water
liter
Tijd
min.
Verbruikswaarden*
60°
Witgoed SPAAR,
bijvoorbeeld beddegoed
dat kort gebruikt is, licht
vuil linnengoed, enz
VOORWAS
EXTRA-SPOELEN
CENTRIFUGEREN
SPOELSTOP
5 kg 1,3 49 130
5 kg 0,95 49 130
2 kg 0,8 62 85
2 kg 0,5 54 60
1 kg 0,35 40 50
5 kg 1,9 52 135
Bonte was
60°-50°
40°-30°
KOUD
Normaal gekleurd
wasgoed, van linnen of
katoen, overhemden,
ondergoed, badstof
VOORWAS
KORT
EXTRA-SPOELEN
CENTRIFUGEREN
SPOELSTOP
Synthetica
60°-50°
40°-30°
KOUD
40°-30°
40°-30°
KOUD
Synthetica, ondergoed,
gekleurde textiel,
no-iron overhemden
VOORWAS
KORT
EXTRA-SPOELEN
CENTRIFUGEREN
SPOELSTOP
Voor alle fijne textiel,
bijvoorbeeld gordijnen
Wasprogramma voor
textiel met het wolmerk
en de aanduiding
“krimpvrij” of
“wasmachine veilig”
Fijne was
VOORWAS
KORT
EXTRA-SPOELEN
CENTRIFUGEREN
SPOELSTOP
CENTRIFUGEREN
Wol
Witte was
95°-60°
Witgoed, bijvoorbeeld
werkkleding die normaal
verontreinigd is, bedde-,
tafel- en ondergoed,
handdoeken
VOORWAS
KORT
EXTRA-SPOELEN
CENTRIFUGEREN
SPOELSTOP
ENERGIE BESPAREN
In plaats van het programma witte was 95°C kan bij licht tot normaal verontreinigd wasgoed het programma
ENERGIE BESPAREN E gekozen worden. De temperatuur wordt op 67°C begrensd en daardoor wordt energie
bespaard. De wastijd blijft gelijk.
Het programma Bonte was 60°C is het referentie programma voor de gegevens op het verbruiksetiket, volgens
EEGnorm 92/75.
* De verbruikswaarden zijn indicatieve waarden en hangen af van het type en de hoeveelheid wasgoed, van de
temperatuur van het leidingwater en van de omgevingstemperatuur. Deze waarden hebben betrekking op de
hoogste soptemperatuur welke voor het programma voorzien is.
19
Programmatabel
EXTRA PROGRAMMA’S
Programma-
knop op
Spoelen
Programma
voor
Korte
beschrijving
Eventuele
aanvullende
functies
Max.
belading
Energie
kWh
Water
liter
Tijd
min.
Verbruikswaarden*
Op de hand
gewassen goed
kan met dit
programma
uitgespoeld
worden
Compleet
spoelprogramma
eventueel met
wasverzachter.
Centrifugeren
CENTRIFUGEREN
SPOELSTOP
EXTRA SPOELEN
5 kg 0,15 40 45
5 kg - 18 18
/--3
5 kg - - 10
2 kg 0,3 40 30
5 kg 0,45 18 30
Was-
verzachten
Voor gewassen
textiel dat
gesteven moet
worden
1 maal spoelen met
wasverzachter
Centrifugeren
CENTRIFUGEREN
SPOELSTOP
Pompen
Waterafvoer van
de laatste
spoelgang voor
de wasprogram-
ma’s die eindi-
gen met water in
de trommel
Aparte
centrifugegang
voor alle textiel
Voor licht
verontreinigd
wasgoed,
behalve wol
Water afvoeren
Centrifugeren
Wassen 30°C
2 maal spoelen
Kort centrifugeren
700 toeren/min.
Centrifuge-
ren
CENTRIFUGEREN
CENTRIFUGEREN
SPOELSTOP
Snelwas 30
/
---
Programma
annuleren
Annuleren
Inweken
Voor erg vuil
wasgoed
behalve wol
Inweken 40°C
Spoelstop
Afpompen:
START/PAUZE-toets
indrukken.
Na 18 uur inweken wordt
het water automatisch
weggepompt
* De verbruikswaarden zijn indicatieve waarden en hangen af van het type en de hoeveelheid wasgoed, van de
temperatuur van het leidingwater en van de omgevingstemperatuur.
20
TEXTIELBEHANDELINGSSYMBOLEN
i
40
40
40
60
60
95
95
Gewoon
programma
Anti-kreuk-
programma
De getallen in de tobben geven de hoogst toelaatbare temperaturen aan: deze niet overschrijden.
Tot de gewone wasprogramma's behoren ook E-, spaar- en halve wasprogramma's.
Anti-kreukprogramma's:voor artikelen die synthetische vezels bevatten en/of kreukherstellend zijn gemaakt; machine
beladen met de helft van het maximale gewicht. Handwas lauw of koud.
Wolwas in de machine: uitsluitend Superwash en alleen met door het internationaal Wol Secretariaat (IWS) goedgekeurde
programma's. Belading:
1
/
3
tot
1
/
4
van het maximale gewicht.
Artikelen met P of F in de cirkel kunnen meestal niet worden ontvlekt met tetra of tri.
De letters zijn vooral bestemd voor de chemisch reiniger. Zij geven het te gebruiken oplosmiddel aan. Reiniging met F is nauwelijks mogelijk.
De streep onder de cirkel betekent:lichte belading, hoge vlotverhouding, weinig mechanische beweging, korte reinigings, -spoel- en
centrifugeertijden; en vooral: geen water toevoegen.
Koud bleken met bleekwater of geconcentreerd chloorbleekmiddel in verdunde oplossing mogelijk Niet mogelijk
Niet strijkenLauw strijkenWarm strijken
Hittegevoelige textiel
Heet strijken
Gewone reiniging
Normale textiel
Speciale reiniging Niet chemisch reinigen
Niet drogen in droogtrommel
De punten verwijzen naar de punten op de regelknop van het strijkijzer.
Gewoon
programma
Anti-kreuk-
programma
Gewoon
programma
Anti-kreuk-
programma
Wolwas-
programma
Alleen snelle
handwas
Niet wassen,
ook niet weken
WASSEN
BLEKEN
STRIJKEN
CHEMISCH
REINIGEN=
STOMEN=
DRY CLEANING
TROMMEL-
DROGEN
A
P
F
P
F
Meer informatie in het boekje «Textiel ABC», te verkrijgen door overmaking van f 16,25 op gironummer 666402 van VTWS, Delft.Telefoon (015) 261 12 05
Onderhoud
21
1.De buitenkant
De buitenkant van de machine kunt u, naar behoefte,
reinigen met een vochtige doek en een neutraal
huishoudschoonmaakmiddel. Moderne
schoonmaakmiddelen drogen doorgaans streeploos
op.
Nalappen met schoon water en daarna droogzemen.
Belangrijk: Gebruik nooit spiritus, terpentine en
dergelijke oplosmiddelen.
2.De wasmiddellade
Wasmiddelen en wasverzachter koeken na verloop
van tijd aan.
Maak de wasmiddellade af en toe schoon onder de
stromende kraan. U kunt daartoe de lade geheel uit
de machine nemen door op de pal, links achterin, in
te drukken.
De bovenkant van het vakje voor de wasverzachter
kunt u, ten behoeve van het schoonmaken,
verwijderen.
Ook in de behuizing van de wasmiddellade kan zich
op den duur wasmiddel verzamelen. Maak de
binnenkant met een oude tandenborstel schoon.
Plaats de lade terug in z'n behuizing en laat de
machine, zonder wasgoed, een spoelgang doen.
P0038
P0009
P0010
3. Het toevoerfilter
Wanneer u merkt dat de machine langer over het
wateropnemen gaat doen, verdient het aanbeveling
om het toevoerfilter te controleren op verstopping.
Daartoe draait u eerst de kraan dicht en vervolgens
draait u de slangwartel van de kraan af.
Trek nu het filter uit z’n behuizing.
Reinig het met een borsteltje en plaats het weer
terug.
Draai de wartel weer stevig op de kraan.
4. Het afvoerfilter
Het afvoerfilter is bedoeld voor het opvangen van
grove pluis en rafels. Raakt het filter verstopt, dan
zal onherroepelijk programmastoring optreden.
Controleer regelmatig of het filter schoon is.
Open het klepje.
Plaats een schaaltje onder het filter en schroef het
filter linksom los.
Trek het filter uit het filterhuis.
Reinig het filter onder de stromende kraan.
P0040
P0859
P0860
P0861
P0041
22
5.Waterafvoer in noodgevallen
Als de machine niet leegpompt (afvoerpomp
geblokkeerd of afvoerleiding verstopt) moet u als
volgt te werk gaan om het water uit de machine te
lozen:
l
haal de steker uit het stopcontact
l
draai de waterkraan dicht
l
wacht (indien nodig) totdat het zeepsop
afgekoeld is
l
plaats een bakje onder het filter om het water op
te vangen
l
draai het filter voorzichtig los zodat het water
rustig uit de machine kan stromen.
6.Voorzorgsmaatregelen bij
vorst
Indien de wasautomaat wordt blootgesteld aan
temperaturen onder 0°C moeten enkele
voorzorgsmaatregelen worden getroffen.
l Draai de waterkraan dicht en schroef de
toevoerslang los.
l Leg het uiteinde van de toe- en afvoerslang in
een bak.
l Stel het programma “POMPEN” in en laat de
machine tot aan het einde draaien.
l Draai de programmakeuzeknop op ANNULEREN.
l Schakel de machine uit.
l Draai de wartel van de toevoerslang weer stevig
op de kraan en breng ook de afvoerslang weer
op zijn plaats aan.
Het water dat in de leidingen is achtergebleven,
wordt op deze manier afgevoerd en hiermee wordt
voorkomen dat er ijsvorming optreedt die de
machine kan beschadigen.
Controleer, wanneer u de wasautomaat opnieuw wilt
gebruiken, of de omgevingstemperatuur hoger dan
0°C is.
Eenvoudige storingen
23
Storingen Mogelijke oorzaken
l De machine start niet:
l
Is de vuldeur goed gesloten? (E40)
l
Is de betreffende groepzekering heel?
l
Is de START/PAUZE-toets ingedrukt?
l
Hebt u de starttijdkeuze ingesteld?
l
Is de programmakiezer juist ingesteld?
l De machine neemt geen water
op:
l
Staat de waterkraan open? (E10)
l
Geeft de kraan water? (E10)
Probeert u dat even uit.
l
Toevoerslang bekneld of geknikt geraakt? (E10)
l
Toevoerfilter verstopt? (E10)
l
Vuldeur goed gesloten? (E40)
l De machine neemt wel water op,
maar dat stroomt er door de
afvoer weer uit:
l
Het uitstroomeind van de afvoerslang bevindt
zich op een te laag punt, ten opzichte van de
vloer waarop de machine staat. Raadpleeg het
betreffende hoofdstuk.
l De machine pompt niet af en/of
centrifugeert niet:
l
Afvoerslang bekneld of geknikt geraakt? (E20)
l
Programma met spoelstop gekozen?
l
Afvoerfilter verstopt? (E20)
l
Wasgoed niet goed verdeeld in de trommel?
l Er ligt water op de vloer:
l
Teveel wasmiddel gebruikt?
l
Wasmiddel is ongeschikt omdat het teveel
schuimt? Teveel schuim veroorzaakt lekkage.
l
Een van de toevoerslangwartels lekt? U ziet
nauwelijks dat er water langs de slang loopt;
voelt u dus even of de slang nat is.
l
Is de wasmiddellade schoon?
Ga, alvorens de Servicedienst in te schakelen, eerst even na of u de storing zelf kunt verhelpen.
Tijdens de werking van de machine kan het ALARM controlelampje, het lampje van de Start/Pauze-toets en
een van de volgende lampjes/alarmecodes gaan knipperen:
E10 + SPOELSTOP: Storing tijdens de watertoevoer
E20 + SPOELEN: Storing bij de waterafvoer
E40 + HOODFWAS: Deur open
Nadat u eventuele oorzaken verwijderd heeft, drukt u op de START/PAUSE-toets om het onderbroken
programma te hervatten. Indien de storing niet opgeheven kan worden, contact opnemen met het
servicecentrum.
l De machine dreunt of is erg
luidruchtig:
l
Zijn alle transportbeveiligingen verwijderd?
l
Leunt de machine ergens tegenaan?
l
Staan alle stelvoeten stevig op de vloer?
l
Wasgoed niet goed verdeeld in de trommel?
24
l
Het elektronische stabilisatie-controlesysteem is
in werking getreden. Het wasgoed wordt, doordat
de draairichting van de trommel gewijzigd wordt,
losgemaakt, beter verdeeld en er wordt opnieuw
met centrifugeren begonnen. Dit kan herhaaldelijk
het geval zijn, totdat de onbalans opgeheven is
en het centrifugeren definitief afgewerkt kan
worden, eventueel met een lager toerental als het
wasgoed nog niet goed verdeeld is.
l
Het centrifugeren begint traag of
het wasgoed wordt niet
voldoende gecentrifugeerd:
l
De machine heeft een modern aandrijfsysteem,
dat in vergelijking met oudere wasautomaten een
afwijkend geluid maakt. Het nieuwe
aandrijfsysteem maakt de trage aanloop bij
centrifugeren mogelijk. Hierdoor wordt de
stabiliteit verbeterd.
l
De machine maakt een
ongewoon geluid:
l
Moderne wasmachines werken heel zuinig met
lage waterniveaus. Was- en spoelresultaat zijn
desondanks uitstekend.
l
In de trommel is geen water te
zien:
l De deur kan niet geopend
worden:
l
Is de machine in bedrijf?
l
Is de deur nog vergrendeld? Het deur-
controlelampje brandt nog.
l
Het waterniveau in de machine komt boven de
onderkant van de deur uit.
l
De machine is aan het verwarmen.
l Het wasresultaat is niet als
gewoonlijk:
l
Misschien hebt u te weinig of te veel wasmiddel
gedoseerd.
Onderdosering leidt tot vergrauwing van het
wasgoed en tot kalkaanslag in het toestel.
Nauwkeuriger doseren!
l
Hebt u bijzondere vlekken voorbehandeld?
l
Hebt u het juiste programma en de juiste
temperatuur gekozen?
l
Is de machine overbeladen?
l Na beëindiging van het
programma zijn op het wasgoed
witte wasmiddelresten te zien:
l
Hierbij gaat het meestal om onoplosbare
bestanddelen van moderne wasmiddelen. Ze zijn
niet het gevolg van een onvoldoende spoeleffect.
Mogelijke oplossingen: uitborstelen of
uitschudden, evt. ook het wasgoed binnenste
buiten wassen.
Storingen Mogelijke oorzaken
25
Kunt u de storing niet zelf opsporen of verhelpen,
raadpleegt u dan de servicedienst.
Noteer, voor u gaat telefoneren, even merk,
modelnummer en aankoopdatum van uw machine;
de servicedienst zal u er om vragen.
Mod. ..........
Prod. No. ...........
Ser. No. .........
Mod.
..........
Ser.
P0042
l Na de laatste spoelgang is nog
schuim zichtbaar:
l
Moderne wasmiddelen kunnen ook in het laatste
spoelwater nog schuim veroorzaken, wat echter
geen invloed op het spoelresultaat heeft.
Storingen Mogelijke oorzaken
Z
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26

ZANKER LF2052 Handleiding

Type
Handleiding