8
Monteer het doorstroom heetwaterapparaat volgens de
afbeeldingen. Volg de instructies in de tekst op.
Veiligheidsvoorschriften
■ Het doorstroom heetwaterapparaat mag uitsluitend
door een installateur aangesloten en in gebruik
worden genomen.
■ De wettelijke voorschriften van het betreffende land, van
het plaatselijke energiebedrijf en van het
waterleidingbedrijf opvolgen.
■ Het doorstroom heetwaterapparaat is een apparaat van
beschermklasse I en moet worden aangesloten op een
aardleiding.
■ Het toestel moet duurzaam op vast geïnstalleerde
leidingen worden aangesloten.
■ Om te voldoen aan de geldende veiligheidsvoorschriften
moet de installatie zijn voorzien van een stroomonder-
breker voor alle polen. De contactopening moet minimaal
3 mm bedragen.
■ Het apparaat is uitsluitend geschikt voor gesloten
(drukvast) gebruik.
■ Armaturen moeten goedgekeurd zijn voor gebruik met
gesloten (drukvaste) doorstroom heetwaterapparaten.
■ Het doorstroomtoestel kan op een koudwaterleiding
aangesloten of met voorverwarmd water (zonnewarmte-
systeem) worden gebruikt. Daarvoor letten op de
technische gegevens en de speciale accessoires.
■ Het doorstroom heetwaterapparaat is geschikt voor
aansluiting op goedgekeurde kunststof buizen.
■ Het doorstroom heetwaterapparaat uitsluitend
installeren in een vorstvrije ruimte.
■ De elektrische aansluitkabel voor de montage
spanningsloos maken en de wateraanvoer afsluiten!
■ De elektrische aansluiting pas uitvoeren nadat het
water is aangesloten.
■ Maak in de achterzijde uitsluitend gaten die nodig zijn
voor de montage. Als het apparaat opnieuw wordt
gemonteerd, moeten de ongebruikte gaten waterdicht
worden afgesloten.
■ Onder spanning staande onderdelen mogen na de
montage niet meer aangeraakt kunnen worden.
Montage
Uitpakken/kap verwijderen
■ Het apparaat uitpakken en controleren op transport-
schade.
■ De verpakking en eventueel het oude apparaat op
milieuvriendelijke wijze afvoeren.
Montagevoorbereiding
■ Watertoevoer afsluiten. De elektrische aansluiting (aan-
sluitkabel) moet spanningvrij zijn. Zekeringen uitdraaien of
uitschakelen.
Montage op de muur
■ Het doorstroom heetwaterapparaat moet vast op de
muur worden gemonteerd. Bevestig het apparaat
eventueel aan de onderste stelschroeven.
■ De afstand tot de muur is variabel. Zo kunnen
oneffenheden van de muur worden gecompenseerd.
■ De tule moet de aansluitkabel nauw omsluiten. Als de
tule beschadigd raakt tijdens de montage, moeten de
gaten waterdicht worden afgesloten.
Wateraansluiting
■ Het doorstroomtoestel moet worden ontlucht.
Open daarvoor de warmwaterkraan helemaal en spoel
het toestel gedurende één minuut door.
Elektro-aansluiting/Montage
■ De netaansluitklem kan boven of beneden gemonteerd
worden. De mantel van de aansluitkabel moet minstens
40 mm in het toestel naar binnen steken.
■ Alvorens de kap te sluiten de lintkabel van de bedienings-
unit op de regelunit inpluggen.
Ingebruikneming/Aanvullende
informatie
■ Verwijder bij een lage waterleidingdruk de doorstroom-
begrenzer (zie afbeelding A).
■ Leg de gebruiker uit hoe het doorstroom
heetwaterapparaat wordt bediend.
Wanneer het doorstroomtoestel wegens te geringe
waterdruk in uw huisinstallatie geen voldoende
doorstroming krijgt, moet u de doorstroombegrenzer
verwijderen.
Voorrangschakeling voor de combinatie met elektri-
sche reservoirverwarmingsapparaten:
Voor het gebruik met voorrangschakeling is een
speciaal lastafwerprelais BZ 45L20 (speciaal
toebehoren) vereist. Andere, reeds aanwezige
lastafwerprelais, met uitzondering van elektronische
lastafwerprelais, kunnen gebrekkig functioneren.
Statusaanduiding in het apparaat
I.
LED Apparaatstatus
Uit Uit
Aan (20/s) Standby
Langzaam knipperen
(1/s)
Apparaat verwarmt
Snel knipperen
(4/s)
De vermogensgrens is bereikt. Het door-
stroomregelventiel reduceert de water-
doorstroom.
Lang-lang-kort
knipperen
Bij eerste inbedrijfstelling of na netstoring
wordt automatisch een korte koudspoel-
fase uitgevoerd (apparaatbeveiliging).
NL