BMB BS880 Handleiding

Categorie
Beveiligingstoegangscontrolesystemen
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

28-6-2011 73 033000=13069F
Gebruiksaanwijzing
Inhoudsopgave
1. Het PROTECTOR+ Beveiligingsysteem
1.1 Belangrijke eigenschappen en functie omschrijving
1.2 Bereik van signalen
2. Het Basis Console SC28
2.1 Installeren van het SC28 Basis Console
2.1.1 Aansluiten van telefoonsnoer
2.1.2 Aansluiten van de netvoeding
2.1.3 Plaatsen van de noodstroom / back-up batterijen
2.2 Het Basis Console plaatsen en monteren
2.3 De Menu’s
2.3.1 Taalkeuze
2.3.2 Het Nederlandstalige menu
3. Installeren van Afstandsbedieningen
3.1 Sleutelhangerafstandsbediening KR18
3.1.1 In gebruik nemen van de sleutelhangerafstandsbediening
3.1.2 Aanmelden van de sleutelhangerafstandsbediening
3.2 Comfortafstandsbediening SH600
3.2.1 In gebruik nemen van de comfortafstandsbediening
3.2.2 Aanmelden van de comfortafstandsbediening
4. Installeren van sensoren
4.1 Deur/Raamsensor DS18
4.1.1 Montage van de Deur/Raamsensor DS18
4.1.2 In gebruik nemen van de Deur/Raamsensor
4.1.3 Aanmelden van een Deur/Raamsensor
4.1.4. Uitbreiden van de Deur/Raamsensor DS18 met een draadgebonden
sensor
4.2 Bewegingsmelder MS18
4.2.1 Montage van de Bewegingsmelder MS18
4.2.2 In gebruik nemen van de bewegingsmelder
4.2.3 Aanmelden van een bewegingsmelder
4.3 Uitbreiding met optionele (draadloze) Noodsensoren
4.3.1 Aanmelden van een optionele Noodsensor
4.4 Thermostaat TS10 (optioneel)
4.4.1 Aanmelden van een Thermostaat TS10
4.4.2 Het gebruik van Thermostaten
5. Instellen van het Basis Console (SC28)
5.1 Instellen van de klok
5.2 Opslaan van telefoonnummers
5.3 Opnemen van een eigen meldtekst
6. De werking van het Protector+ Systeem
6.1 Het alarm inschakelen
6.2 Paniekalarm
6.3 Wat er gebeurt tijdens een alarm
6.4 Het alarm uitschakelen
6.5 Foutmeldingen
7. Preventieve beveiliging & comfort - "Home Automation"
7.1 Inleiding
7.2 Adressering van uw modules
7.3 Installeren van de LM12 Lamp-/Dimmermodule (optioneel)
7.4 Alarmfuncties van de Lamp-/Dimmermodules
7.5 Comfortfuncties van de KR18 sleutelhangerafstandsbediening
28-6-2011 74 033000=13069F
7.6 Comfortfuncties van de SH600 comfortafstandsbediening
7.7 Comfortfuncties op het Basis Console SC28
7.8 Timerinstellingen voor Huis Automatisering en Comfort
7.8.1 Instellen van de Timer Modus
7.8.2 Timerinstellingen maken
7.9 Verwijderen van een Timer
8. Geavanceerde systeemfuncties
8.1 Instellen van de vertragingstijden
8.2 Het geheugen van het Basis Console leegmaken
8.3 Wijzigen van de toegangscode (PIN)
9. Geavanceerde beveiligingsfuncties
9.1 Uitschakelen van de sirene voor stil alarm
9.2 Inschakelen van het bel signaal
9.3 Bedrade ingangen gebruiken
9.4 Uitbreiden van de deur/raamsensor DS18 met een draadgebonden
sensor
9.5 Noodsensoren
9.6 Sensoren 27-32 AAN/UIT Huis Automatisering functie
9.7 Afmelden van een Deur/Raamsensor en Bewegingsmelder
9.8 Alarm bij langdurige stroomuitval
10. Geavanceerde Huis Automatiseringfuncties
10.1 De status van het systeem kunnen zien
10.2 Een extra sirene installeren (PH7208 / SH10)
10.3 Een externe universele sirene gebruiken
10.4 Transceiverfunctie (RF naar X10 PLC conversie)
10.5 Alle Huis Automatiseringfuncties op een rij
10.6 Basisadres voor Huis Automatiseringmogelijkheden
10.7 Thermostaten, Temperatuur beheersing (op afstand)
11. Telefoonfuncties
11.1 Op het systeem inbellen
11.2 Activeren van de inbelfunctie
11.3 Alarmfuncties bedienen op afstand, via een telefoon
11.4 Verlichting en apparatuur bedienen op afstand, via een telefoon
11.5 Thermostaat instellingen wijzigen op afstand, via een telefoon
12. Batterijen vervangen
13. Veel gestelde vragen
Introductie en Inleiding
Hartelijk dank voor de aankoop van dit PROTECTOR+ beveiligingssysteem. Dit product is met
zorg gefabriceerd en is van hoge kwaliteit. Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door
en volg de aanwijzingen zorgvuldig op.
Veiligheidswaarschuwingen
Om kortsluiting te voorkomen, dient dit product uitsluitend binnenshuis gebruikt te
worden, en alleen in droge ruimten. Stel de componenten niet bloot aan regen of
vocht. Niet naast of vlakbij een bad, zwembad, etc. gebruiken.
Vermijd hoge luchtvochtigheid en extreem hoge temperaturen, alsook ruw gebruik.
Het product nooit openmaken: de apparatuur bevat onderdelen waarop
levensgevaarlijke spanning staat.
Laat reparatie of service alleen over aan deskundig personeel. Defecte onderdelen
mogen alleen vervangen worden door oorspronkelijke onderdelen.
Netadapter: Sluit de netadapter pas op het lichtnet aan nadat u hebt gecontroleerd of
de netspanning overeenkomt met de waarde die op de typeplaatjes is aangegeven.
Sluit een netadapter of netsnoer nooit aan wanneer deze beschadigd is. Neem in dat
geval contact op met uw leverancier.
28-6-2011 75 033000=13069F
Batterijen: houdt batterijen buiten bereik van kinderen. Lever batterijen in als klein
chemisch afval. Gebruik nooit oude en nieuwe batterijen of verschillende typen batterijen
door elkaar. Bij het installeren van de batterijen dient u te letten op de polariteit (+ en -).
Verwijder de batterijen uit de afstandsbediening wanneer deze voor langere tijd niet
gebruikt wordt. Let er op dat de batterijen niet kortgesloten worden of blootgesteld aan
vuur (in verband met ontploffingsgevaar).
Bij oneigenlijk gebruik, zelf aangebrachte veranderingen of reparaties, komen alle
garantiebepalingen te vervallen. De leverancier aanvaardt geen
productaansprakelijkheid bij onjuist gebruik van het product of door gebruik anders dan
waarvoor het product is bestemd. De leverancier aanvaardt geen aansprakelijkheid voor
volgschade anders dan de wettelijke productaansprakelijkheid.
1. Het Protector+ Beveiligingssysteem
De inhoud van uw set:
Het systeem zorgt voor een effectieve beveiliging van uw woning. In de verpakking treft u de
volgende componenten aan:
1. Basis Console SC28
2. Bewegingsmelder MS18
3. Deur/Raamsensor DS18
4. Sleutelhangerafstandsbediening KR18
5. Lamp-/Dimmer module LM12 of Apparaat module AM12
6. Comfort Systeemafstandsbediening SH600
7. Voedingsadapter PS18
8. Set toebehoren: batterijen, telefoonsnoer, telefoonstekker
9. Optionele accessoires
Opmerking: Kijk op het label van de verpakking voor de correcte setinhoud. Alle onderdelen
van het Protector+ systeem zijn los leverbaar en zijn compatibel met het Protector+ systeem.
1.1 Belangrijke eigenschappen
Bij onraad wordt u direct telefonisch gewaarschuwd, waar u ook bent. De ingebouwde
telefoonkiezer (Toon en Puls systeem) kan 6 verschillende telefoonnummers bellen.
Degene die gebeld wordt ontvangt gesproken meldingen via de telefoon voor
inbraakalarm, nood alarm en in het geval van langdurige stroomuitval (>15min). 3
verschillende alarmteksten: zelf ingesproken bericht, en voor-gedefinieerde boodschap in
geval van noodsensor of stroomuitval Bij alarm kunt u met uw telefoon luisteren naar wat
er zich in uw woning afspeelt.
Intelligente sensorbewaking: functies en batterijstatus worden in de gaten gehouden
door de centrale.
28-6-2011 76 033000=13069F
Meertalige menusturing maakt installatie en bediening zeer eenvoudig.
Tot 30 draadloze sensoren aanmelden bij de centrale. Daarnaast zijn twee ingangen
beschikbaar voor draadgebonden sensoren (zone 31+32). Sensoren aanmerkbaar om
altijd te reageren, ook wanneer het alarm systeem uitgeschakeld is.
Meerdere partities (deel alarm) in te schakelen. Inschakelen van de buitenschil van de
woning, combinatie van een aantal bewegingsdetectoren en de complete buitenschil,
of geheel ingeschakeld.
Aankomstvertraging instelbaar (ook voor bewegingsensoren aangemeld op zone 15 en
16).
Tot 16 draadloze afstandsbedieningen te gebruiken (bijvoorbeeld KR18/KR28/SH600).
Stil alarm mogelijk (geen sirene). Ingebouwde sirene uitbreidbaar met extra sirene PH7208
en/of SH10.
Inbelmogelijkheid: door naar het systeem toe te bellen kunt u op afstand uw systeem
bedienen en de status opvragen. Het SC28 Basis Console is ook geschikt om
Huisautomatisering functies en Temperatuur controle uit te voeren.
7 dagen Timer; gebeurtenissen op te programmeren tijdstippen laten plaatsen, eenmalig,
wekelijks of willekeurig (14 timer punten vrij indeelbaar).
Preventieve beveiliging, door zogenaamde “LIVED IN LOOK”: verlichting wordt op
intelligente wijze geschakeld zodat het altijd lijkt of u thuis bent.
Basis Console kan werken met TS10 Thermostaat. Tot 4 verschillende temperatuurszones in
te stellen. Een Comfort temperatuur per Thermostaat en een generale Economisch en
Vorst niveau in te stellen.
Energiebesparend: tijdens het inschakelen van het alarm treden de temperatuur
verlagingen in. Keuze uit schakelen naar Economisch of Vorst niveau, of het behouden
van de Comfort instellingen.
Inbellen op het systeem om temperatuurzones te schakelen, zonder het systeem te
hoeven uitschakelen.
Logboek (laatste 40 alarmmeldingen)
Oplaadbare batterijen geïnstalleerd in het Console (voor backup en continue werking,
bv bij stroom uitval)
1.2 Bereik van signalen
De sensoren hebben een bereik van 100 meter in open veld. Muren, plafonds en andere
grote objecten zullen het bereik beïnvloeden. Het bereik is afhankelijk van de woonsituatie en
de gebruikte materialen in het te bewaken object. Een andere factor welke het bereik
nadelig kan beïnvloeden is de aanwezigheid van andere hoogfrequente (stoor)signalen op
eenzelfde frequentie (433MHz). RF draadloze hoofdtelefoons en draadloze luidsprekers
kunnen het bereik beïnvloeden. Deze zullen echter geen vals alarm veroorzaken. Draadloze
(DECT) telefoons of draadloze W-LAN netwerken beïnvloeden het systeem niet.
28-6-2011 77 033000=13069F
2. Het SC28 Basis Console
(1) Display.
(2) ARMED Indicator Brandt wanneer het alarm is ingeschakeld.
(3) Ingebouwde Sirene.
(4) BATTERY indicator Brandt wanneer de back-up batterijen leeg zijn of niet zijn geïnstalleerd.
(5) Sabotagecontact.
(6) Aansluiting voor voedingsadapter.
(7) ARM HOME toets Alarmfunctie voor als u thuis bent. Alle deur/raamsensoren worden
geactiveerd, terwijl de bewegingsmelders uit blijven.
(8) Ingebouwde luidspreker.
(9) ARM AWAY toets Volledig alarm. Alle sensoren worden geactiveerd.
(10) Ingebouwde microfoon.
(11) Bedrade ingangen.
(12) Aansluitpunt voor telefoonsnoer.
(13) Plaats voor noodstroombatterijen.
ALLEEN HERLAADBARE BATTERIJEN
GEBRUIKEN!
(14) Toetsenbord.
(15) Menu Start Oproepen van het
menu of stap omhoog in het menu.
(16) Menu Start Oproepen van het
menu of stap omlaag in het menu.
(17) ON - inschakelen van een X-10
Module (zie 7.7).
(18) OFF - uitschakelen van een X-10
Module (zie 7.7) .
(19) OK - bevestigen van een instelling.
(20) Clear / bypass - wissen van een
instelling, naar een niveau hoger in het
menu, bypass functie voor het
uitschakelen van een sensor.
28-6-2011 78 033000=13069F
Display:
1. Zonenummers:
Elke sensor vertegenwoordigt een zgn.
zone in het systeem. Er zijn 30 zones voor
draadloze sensoren (nummers 1 - 30 in het
display) en 2 zones voor draadgebonden
sensoren (nummer 31 en 32 in het display).
Zonenummer aan: Deur of raam staat
open. Zonenummer knippert langzaam:
Er is een probleem met de sensor (6.5). Zonenummer knippert snel: Deze sensor is
uitgeschakeld door middel van de bypass functie (6.5).
2. Belsignaal / Gong
Belsignaal ingeschakeld bij een uitgeschakeld alarmsysteem. Wanneer deze functie is
ingeschakeld hoort u een “ding-dong” wanneer er iemand binnenkomt (9.2).
3. Ruimte voor menuteksten en klok
2.1 Installeren van de het Basis Console
2.1.1 Aansluiten van telefoonsnoer
Open het bovenste klepje van de centrale. Sluit het telefoonsnoer aan op de daarvoor
bestemde aansluiting (12). Aan de achterzijde van de centrale kunt u het snoertje geleiden
door het achter de haakjes te plaatsen.
In geval van een analoge telefoonaansluiting (Toon of Puls systeem)
Klik het andere einde van het telefoonsnoer in de meegeleverde telefoonstekker en sluit deze
aan op uw telefoondoos. U kunt eventueel uw telefoonstekker weer in de achterzijde van de
bijgeleverde doorsteekstekker steken.
In geval van een ISDN aansluiting of telefooncentrale
Het Basis Console kan nooit rechtstreeks op een digitale ISDN-aansluiting worden aangesloten!
Wanneer u een ISDN-aansluiting heeft, dient u de alarmcentrale aan te sluiten op een
analoge poort van de ISDN-centrale. De meegeleverde RJ11 telefoonkabel past, zonder de
telefoonstekker, direct in de analoge ingang van deze ISDN-centrale. Indien geen analoge
ingangen beschikbaar zijn, kunt u een omvormer gebruiken (vraag uw telecomdealer). Veelal
zal voor het uitbellen via de centrale een "0" ingetoetst moeten worden voor het verkrijgen
van een buitenlijn. Deze "0" dient mee geprogrammeerd te worden met de telefoonnummers
voor het uitbellen (zie 5.2)
2.1.2 Aansluiten van de voedingsadapter
Sluit de netadapter aan op de daarvoor bestemde aansluiting (6). Steek de netadapter in
een 230V stopcontact. Aan de achterzijde van de centrale kunt u het snoertje geleiden door
het achter de haakjes te plaatsen. Zodra u het netsnoer aansluit en het bovenste klepje van
uw centrale is open, verschijnt het woord TAMPER of SABOTAGE in het display. Nadat u het
klepje heeft gesloten geeft u uw PIN-code in (fabrieksinstelling 0000, zie 8.3) om het woord
TAMPER of SABOTAGE te laten verdwijnen. In het display verschijnt nu de tekst DISARMED of
UITGESCHAKELD en u hoort een dubbele toon ter bevestiging.
Opmerking1: Gebruik uitsluitend de meegeleverde voedingsadapter PS18.
Opmerking2: Wanneer het systeem ingeschakeld is, en een stroomuitval plaatsvindt met een
duur van meer dan 15 minuten, zal het systeem uitbellen en de meldtekst “POWER FAILURE”
afspelen.
28-6-2011 79 033000=13069F
2.1.3 Plaatsen van de noodstroom batterijen
Het Basis Console is standaard voorzien van herlaadbare batterijen. Verwijder het
beschermingslabeltje “PULL” om deze te activeren. Wanneer de herlaadbare batterijen
vervangen dienen te worden, gebruik dan enkel en alleen vergelijkbare typen. Let bij het
installeren op de polariteit (+/-). Nadat u de batterijen hebt geïnstalleerd en het klepje heeft
gesloten geeft u via het toetsenbord uw PIN-code in (fabrieksinstelling 0000, zie 8.3) om het
woord SABOTAGE te laten verdwijnen. In het display verschijnt nu de tekst DISARMED /
ALARM UIT en u hoort een dubbele toon ter bevestiging.
2.2 Het Basis Console en de Sensoren monteren
Kies een geschikte plaats voor de centrale, rekening houdend met de aanwezigheid van
een wandcontactdoos (230V) en een telefoonaansluiting. Voor optimaal bereik is het aan te
bevelen de centrale zoveel mogelijk in het midden van het te beveiligen object te plaatsen.
Op deze wijze is immers de afstand tussen de centrale en de sensoren zo kort mogelijk en
maakt u optimaal gebruik van het bereik. Hierbij dient u ervoor te zorgen dat de centrale en
de sensoren een Hoog Frequent signaal in een redelijk vrije baan naar elkaar kunnen sturen
en dus niet te dicht bij grote metalen objecten geplaatst worden (radiatoren, koelkast, etc).
U kunt de centrale op elke vlakke ondergrond plaatsen (tafel, console, etc) of aan de wand
bevestigen.
Wandmontage
De centrale kan door middel van twee schroeven
worden opgehangen. Aan de achterzijde van de
centrale zijn hiervoor twee slotgaten aanwezig
(hart tot hart afstand 96mm). Passende schroeven
zijn meegeleverd.
Plaatsing op een vlakke ondergrond
Wanneer u ervoor kiest om de centrale niet op te
hangen, kunt u de rubber dopjes (meegeleverd in
uw verpakking) aanbrengen op de daarvoor
bestemde plaatsen aan de onderzijde van uw
centrale. De rubber dopjes zorgen ervoor dat de
centrale niet gaat schuiven tijdens het bedienen.
2.3 De menu’s
Nadat u de centrale heeft aangesloten verschijnt de tekst HOME CONTROL in het display. Op
de onderste regel verschijnt de dag en de tijd (voor het instellen van de tijd, zie 5.1).
Wanneer u niet de tekst HOME CONTROL maar SABOTAGE of TAMPER ziet staan, dient u het
bovenste klepje van de centrale te sluiten. Nadat het klepje is gesloten geeft u de PIN-code
in (fabrieksinstelling 0000, zie 8.3) om het woord SABOTAGE of TAMPER te laten verdwijnen. In
het display verschijnt nu de tekst DISARMED / ALARM UIT en u hoort een dubbele toon ter
bevestiging. Daarna verschijnt de tekst HOME CONTROL.
2.3.1 Taalkeuze
Fabrieksmatig worden de menu-items in het Engels weergegeven. U kunt dit wijzigen naar
Nederlands of een andere gewenste taal die beschikbaar is. Dit gaat als volgt:
Voor toegang tot het menu drukt u op de menu / toets. Het display geeft nu ENTER
PIN.
Voer de 4-cijferige PIN-code in (fabrieksinstelling 0000. Zie 8.3 voor het wijzigen van de
PIN-code). Voor elk ingegeven cijfer verschijnt een * in het display. Wanneer de PIN-code
correct is ingevoerd verschijnt het eerste menu-item INSTALL in het display.
Blader met de toetsen / naar menu-item 7: OPTIONS. Druk op OK om dit menu-item
te selecteren. U kunt ook direct naar dit menu-item gaan door 7 in te geven via het
toetsenbord.
28-6-2011 80 033000=13069F
Blader met de toetsen menu / naar menu-item LANGUAGES / TAAL.
Druk op OK om dit sub-menu te selecteren. Blader met de toetsen menu / naar
de door u gewenste taal.
Druk op OK om de door u gewenste taal te selecteren. Druk op CLEAR en daarna
op 1 (=ja) om het menu te verlaten.
2.3.2 Het Nederlandstalige menu
De menu-items van het Nederlandstalige menu:
1. INSTALL Aan- en afmelden van sensoren, afstandsbedieningen en thermostaten.
2. TIJDINGAVE Instellen van de klok (5.1).
3. TEL NUMM. Instellen van de telefoonnummers (5.2).
Submenu: TEL 1
TEL 2
TEL 3
TEL 4
TEL 5
TEL 6
4. BERICHT Opnemen en weergeven van uw eigen gesproken boodschap (5.3).
Submenu:
1. OPNEMEN van uw eigen gesproken bericht.
2. WEERGAVE Beluisteren van uw eigen gesproken bericht.
5. NIEUWE PIN Wijzingen van de PIN-code (8.3).
6. GEHEUGEN OPSCHONEN Sensoren, afstandsbedieningen, thermostaten, timers of alle
instellingen wissen. Submenu:
SENSOREN VERWIJDEREN Verwijderen van een aangemelde sensor.
AFSTANDSBED. VERWIJDEREN Verwijderen van een aangemelde
afstandbediening.
TIMERS VERWIJDEREN Verwijderen van alle timerinstellingen in één keer.
VERWIJDER ALLE THSTATS Verwijderen van alle aangemelde thermostaten
LOGB WISSEN Verwijderen van de items in het LOGBOEK
ALLES RESETTEN Het geheugen leegmaken.
7. OPTIES
Submenu:
BELSIGNAAL - BELSIGNAAL AAN/UIT bij uitgeschakeld systeem aan/uit (9.2).
Als de gong is ingeschakeld, ziet u het symbooltje in het display.
SIRENE - SIRENE AAN / SIRENE UIT Sirene uitschakelen voor stil alarm (9.1).
HUIS CODE wijzigen van de Huis Code voor Huis Automatiseringfuncties (10.6).
UNIT CODE wijzingen van de Unit Code voor Huis Automatiseringfuncties (10.6).
INBEL TYPE - INBEL AAN / INBEL UIT / VOICE MAIL (11.2).
SENSOR MODE Om sensoren te gebruiken als noodsensor. Zie (9.5).
SENSOR 27 –32 – NO+ON/OFF Deze instelling wordt gebruikt om Huis
Automatisering AAN en UIT commando’s te versturen als reactie op een alarm
melding van een sensor.
STEL COMFORT Instellen van COMFORT, ECONOMISCH en VORST temperatuur
niveau.
TAAL ENGLISH / FRANÇAIS / DEUTSCH / NEDERLANDS / ITALIANO / ESPANOL
PORTUGUES / SVENSKA / ROMANA / TÜRKÇE.
28-6-2011 81 033000=13069F
OPMERKING : Druk op “0” om de Tijd-modus in te stellen, en kies EURO 7 DAY voor alle
features.
8. VERTRAGING
Submenu: AANKOMSTVERT. De tijd die u krijgt om het systeem uit te schakelen na het
betreden
van uw woning (8.1).
UITLOOPVERTR. Vertragingstijd voordat het systeem inschakelt bij het verlaten van
uw woning (8.1).
UITBELVERTR. Vertragingstijd voordat het systeem uitbelt bij alarm (8.1).
INBELVERTR. Vertragingstijd voordat het systeem de telefoon beantwoord bij inbellen
(8.1).
9. SET TIMER
Submenu: NIEUWE TIMER Een nieuwe timer- of temperatuurinstelling maken (7.8).
10. EVENTS LOG
BEKIJK LOG Overzicht van de laatste 40 alarm gebeurtenissen.
3. Installeren van afstandsbedieningen
3.1 Sleutelhangerafstandsbediening KR18
1. Controle indicator: Brandt wanneer de afstandsbediening bij het indrukken van de toetsen
radiosignalen uitzendt. Wanneer de indicator nog maar zwak brandt, dienen de batterijen
vervangen te worden.
2. Arm: Schakelt het alarm aan in de Arm Away functie (alle sensoren zijn actief).
3. Disarm: Schakelt het beveiligingssysteem uit.
4. A On / Off: Schakelt de lamp die aangesloten is op de Lamp Module met het Huis
Automatisering basisadres aan / uit.
5. B On / Off: Schakelt de lamp die aangesloten is op de Lamp Module met het Huis
Automatisering basisadres + 1 aan / uit.
6+7. Panic: Wanneer de toetsen ARM (2) en DISARM (3) gelijktijdig worden ingedrukt, wordt
direct het paniek alarm geactiveerd.
8. Batterijhouder: De achterzijde van de afstandsbediening kan gemakkelijk geopend
worden.
3.1.1 In gebruik nemen van de KR18 sleutelhangerafstandsbediening
De KR18 wordt standaard geleverd met volle batterijen (2xCR2016, 3V lithium). Voor het
activeren van de KR18 drukt u gedurende 4 seconden op de ARM toets van de
afstandsbediening. Laat de toets los. De KR28 heeft nu een unieke code gekozen die
aangemeld kan worden bij de centrale.
28-6-2011 82 033000=13069F
Bij het indrukken van de ARM toets dient de LED (1) een aantal malen snel te knipperen.
Wanneer de LED alleen AAN gaat, moet u de KR18 opnieuw te activeren.
3.1.2 Aanmelden van de sleutelhangerafstandsbediening
1. Om toegang te krijgen tot het menu, de menu of toets indrukken. Het display geeft
nu het volgende weer: PIN INVOEREN.
2. Voer de 4-cijferige PIN-code in (fabrieksinstelling 0000. Zie 8.3 voor het wijzigen van de PIN-
code). Voor elk ingegeven cijfer verschijnt een * in het display.
3. Wanneer de PIN-code correct is ingevoerd verschijnt de tekst INSTALL in het display.
4. Druk op OK. Er verschijnt INSTAL ZONE in het display.
5. Druk op de ARM toets van de afstandsbediening. De centrale geeft een pieptoon ter
bevestiging. Het display vertoont AFST 1 OK.
Wanneer er meer dan 1 afstandsbediening is geïnstalleerd verschijnt resp. AFST 2 OK, AFST 3
OK, … AFST 16 OK. Er kunnen maximaal 16 afstandsbedieningen aangemeld worden.
6. Herhaal stap 5 voor elke afstandsbediening die aangemeld moet worden.
7. Druk op de toets CLEAR om terug te gaan naar het hoofdmenu. Druk nogmaals op CLEAR
om het menu te verlaten. Om deze keuze te bevestigen drukt u op 1 voor JA of op 2 voor NEE.
Kiest u JA, dan verlaat u het menu. Kiest u NEE, dan gaat u terug naar het hoofdmenu.
Indien nodig kunnen afstandsbedieningen uit het geheugen gewist worden, b.v. wanneer u
uw afstandsbediening kwijt bent geraakt. Deze methode wordt beschreven in 8.2.
3.2 Comfortafstandsbediening SH600
1. Panic : Met deze toets wordt direct het paniek alarm ingeschakeld.
2. Controle indicator: Brandt wanneer de afstandsbediening bij het indrukken van de toetsen
radiosignalen uitzendt. Wanneer de indicator nog maar zwak brandt, dienen de batterijen
vervangen te worden.
3. Bedieningstoetsen: Voor het bedienen van het Beveiligingssysteem en voor het bedienen
van Huis Automatisering Modules.
4. Dimtoets: Voor het regelen van de verlichtingsterkte van verlichting welke is aangesloten op
Lampmodules.
5. Modus schakelaar: Door de stand van deze schakelaar kunnen de bedieningstoetsen een
andere functie krijgen.
Stand SEC: Hiermee krijgen de bovenste drie knoppen de alarmfuncties zoals beschreven op
de afstandsbediening. De vijf toetsen daaronder (1….5) voor het schakelen van Huis
Automatisering Modules met overeenkomstig adres (Unit Code 1 t/m 5).
28-6-2011 83 033000=13069F
Stand 1: 1…8: voor het schakelen van Huis Automatisering Modules met overeenkomstig adres
(Unit Code 1 t/m 8).
Stand 2: 9…16: voor het schakelen van Huis Automatisering Modules met overeenkomstig
adres (Unit Code 9 t/m 16).
6. Tekstvenster: Op het formulier in dit tekstvenster kunt u noteren welke Huis Automatisering
Modules met de verschillende toetsen worden bediend.
7. Huis Code schakelaar: Voor het instellen van het systeemadres.
3.2.1 In gebruik nemen van de comfortafstandsbediening
1. Plaatsen van de batterijen
BELANGRIJK: Bij het plaatsen van de batterijen mag de modus schakelaar (5) niet in stand 2
staan!
Open de batterijhouder aan de achterkant van de afstandsbediening en plaats de batterijen
(4x type AAA, Alkaline). Let hierbij op de polariteit (+/-). Sluit het deksel.
2. Activeren van de SH600E
Druk op de toets PANIC (1) en houdt deze ingedrukt tot de LED knippert. Schakel de
keuzeschakelaar in de stand SEC.
3.2.2 Aanmelden van de comfortafstandsbediening
1. Om toegang te krijgen tot het menu, de menu of toets indrukken. Het display geeft nu
het volgende weer: PIN INVOEREN.
2. Voer de 4-cijferige PIN-code in (fabrieksinstelling 0000. Zie 8.3 voor het wijzigen van de PIN-
code). Voor elk ingegeven cijfer verschijnt een * in het display.
3. Wanneer de PIN-code correct is ingevoerd verschijnt de tekst INSTALL in het display.
4. Druk op OK. Er verschijnt INSTAL ZONE in het display.
5. Druk op de ARM toets van de afstandsbediening. De centrale geeft een pieptoon ter
bevestiging. Het display vertoont AFST 2 OK.
Wanneer er meer dan 2 afstandsbedieningen zijn geïnstalleerd verschijnt resp. AFST 2 OK, AFST
3 OK, … AFST 16 OK. Er kunnen maximaal 16 afstandsbedieningen aangemeld worden.
6. Herhaal stap 5 voor elke afstandsbediening die aangemeld moet worden.
7. Druk op de toets CLEAR om terug te gaan naar het hoofdmenu. Druk nogmaals op CLEAR
om het menu te verlaten. Om deze keuze te bevestigen drukt u op 1 voor JA of op 2 voor NEE.
Kiest u JA, dan verlaat u het menu. Kiest u NEE, dan gaat u terug naar het hoofdmenu.
Indien nodig kunnen afstandsbedieningen uit het geheugen gewist worden, b.v. wanneer u
uw afstandsbediening kwijt bent geraakt. Deze methode wordt beschreven in 8.2.
28-6-2011 84 033000=13069F
4. Installeren van sensoren
4.1 Deur/raamsensor DS18
1. Zenderdeel – ingebouwde antenne.
2. Controle indicator – Wanneer de sabotage contact toets wordt ingedrukt, of wanneer er
een signaal naar de centrale wordt verzonden, gaat de indicator branden. Indien de
indicator zwak brandt, dienen de batterijen te worden vervangen.
3. Magneetcontact – De afstand tussen de magneet en het zenderdeel mag hoogstens 5mm
bedragen. Bij montage moeten de pijltjes op de contacten recht tegenover elkaar staan.
4. Schroefgaatjes voor montage van de sensor.
5. Schakelaar voor binnenkomstvertraging – Voor het instellen van een inloopvertraging van
ong. 30 sec.
6. Sabotagecontact.
7. Batterijhouder.
8. Aansluiting voor extra draadgebonden contact of sensor (zie 9.4).
4.1.1 Montage van de Deur/Raamsensor DS18
1. Open de behuizing door de twee delen van elkaar te
halen. Monteer het zenderdeel op het vaste deel (kozijn)
van een deur of raam. Laat de behuizing nog even
open.
2. Monteer de magneet op het bewegende deel van de
deur of het raam. Zorg ervoor dat bij een gesloten deur
of raam de pijtjes op het zenderdeel (staat op het
dekseltje!) en het magneetcontact tegenover elkaar
liggen. Houdt bij gesloten raam of deur de afstand
tussen het zenderdeel en het magneetcontact zo klein
mogelijk (max. 5 mm).
Wanneer u een verzonken kozijn hebt kunt u het
zenderdeel en het magneetcontact ook onder een
hoek van 90 graden plaatsen. Wanneer u de plaats
van de sensor definitief heeft bepaald raden wij u aan
om ook het magneetcontact met schroeven vast te
zetten (meegeleverd).
Aluminium / kunststof kozijnen:
Plaats de sensor bij voorkeur zo hoog mogelijk: dit geeft het beste bereik. Markeer vervolgens
de plaats voor de zender en het magneetcontact. Plaats de magneetschakelaar niet direct
op een metalen ondergrond. In geval van metalen kozijnen, of bij met metaal verstevigde
kunststof kozijnen, is het verstandig een stukje hout of plastic van minimaal 5mm dikte tussen
de magneetschakelaar en het kozijn te plaatsen. Op metalen kozijnen mag de ruimte tussen
28-6-2011 85 033000=13069F
de sensor en de magneet niet meer dan 3mm bedragen wanneer de deur of het raam
gesloten is.
Schuiframen
Bij schuiframen mogen de sensor en de magneet NIET horizontaal langs elkaar schuiven, maar
moet de sensor en de magneet zo geplaatst worden dat, wanneer het raam wordt
dichtgeschoven, de magneet en de sensor elkaar verticaal benaderen.
4.1.2 In gebruik nemen van de deur/raamsensor
1. Mocht de behuizing van de zender nog niet geopend zijn, doe dit dan nu door de twee
delen van elkaar te halen.
2. Plaats de batterijen (2xAAA, Alkaline) in de batterijhouder. Let hierbij op de polariteit.
3. Zet de schakelaar voor aankomstvertraging (5) in de stand MIN wanneer u de sensor op
een raam heeft gemonteerd, en op MAX wanneer u de sensor op een toegangsdeur heeft
gemonteerd. Wanneer de schakelaar op MAX staat krijgt u de tijd om uw huis binnen te
komen en het systeem uit te schakelen zonder dat het alarm afgaat. Wanneer u wilt dat het
alarm onmiddellijk reageert (b.v. schuifpui) laat u de schakelaar op MIN staan.
4. Druk gedurende 4 seconden op het sabotagecontact (6) van de zender. Laat de toets los.
De deur/raamsensor heeft nu een eigen unieke code gekozen die aangemeld kan worden bij
de centrale.
4.1.3 Aanmelden van een deur/raamsensor
1. Om toegang te krijgen tot het menu, de menu of toets indrukken. Het display geeft nu
het volgende weer: PIN INVOEREN.
2. Voer de 4-cijferige PIN-code in (fabrieksinstelling 0000. Zie 8.3 voor het wijzigen van de PIN-
code). Voor elk ingegeven cijfer verschijnt een * in het display.
3. Wanneer de PIN-code correct is ingevoerd verschijnt de tekst INSTALL in het display.
4. Druk op OK. Er verschijnt INSTAL ZONE in het display.
5. Open de deur of het raam waar de sensor bevestigd is. De centrale geeft een pieptoon ter
bevestiging. Op het display verschijnt ZONE 1 OK.
Een geheugenplaats voor een sensor heet een zone. Wanneer u meer dan 1 sensor installeert,
verschijnt resp. ZONE 2 OK, ZONE 3 OK, … ZONE 30 OK.
U kunt ook direct kiezen in welke zone u de sensor wilt
installeren. Wilt u bijvoorbeeld de sensor installeren in zone
3 dan drukt u de 3 in op het toetsenbord voordat u stap 5
uitvoert.
Het is aan te raden een lijst te maken van welke sensor
(zone) zich waar bevindt. Achterin deze gebruiksaanwijzing
vindt u een tabel waarin u dit kunt invullen.
6. Herhaal stap 5 voor elke Deur/Raamsensor die
aangemeld moet worden.
7. Druk op de toets CLEAR om terug te gaan naar het
hoofdmenu. Druk nogmaals op CLEAR om het menu te
verlaten. Om uw keuze te bevestigen drukt u op 1 voor JA
of op 2 voor NEE. Kiest u JA, dan verlaat u het menu. Kiest u
NEE, dan gaat u terug naar het hoofdmenu.
4.1.4 Uitbreiden van de Deur/Raamsensor DS18 met een
draadgebonden sensor.
De DS18 deur/raamsensor heeft een contact waar een draadgebonden sensor aangesloten
kan worden. Deze sensoren moeten van het type NC (normally closed, normaal gesloten
contact) zijn. Op het contact mag geen spanning staan (potentiaal vrij).
28-6-2011 86 033000=13069F
1. Open het zenderdeel van de DS18.
2. Verwijder de draadbrug uit de aansluiting voor de draadgebonden sensor (8).
3. Sluit de sensor aan. Het draadgebonden contact krijgt een eigen zone op de centrale.
Aanmelden doet u op dezelfde wijze als beschreven in de gebruiksaanwijzing van uw
systeem.
Om de sensor aan te melden maakt u op het moment van aanmelden een alarmmelding
met uw draadgebonden sensor.
4.2 Bewegingsmelder MS18
1. Controle indicator - Licht op wanneer er een signaal wordt verzonden.
2. PIR
3. Sabotage contact.
4. Batterijvak.
5. Gevoeligheidsschakelaar 1 / 2 - In stand 1 reageert de sensor direct op beweging, in stand
2 is de sensor minder gevoelig en reageert de sensor pas na het zien van meerdere
bewegingen.
6. TEST-toets.
4.2.1 Montage van de Bewegingsmelder MS18
De bewegingsmelder werkt door veranderingen in temperatuur te signaleren. Monteer de
melder
daarom niet te dicht boven of bij een verwarming of airconditioning.
De bewegingsmelder heeft een bereik van (max.) 12 meter
en een kijkhoek van 90°. Door de speciale lens kijkt de sensor
hierbij als het ware naar beneden. Plaats de MS18 op een
hoogte van ongeveer 180 cm van de vloer en plaats deze
zodanig dat de melder het te bewaken gebied goed
bestrijkt. De bijgeleverde bevestigingsbeugel kan zowel in
een hoek (90°) of vlak tegen de muur worden geplaatst.
4.2.2 In gebruik nemen van de bewegingsmelder
1. Open het batterijvak en plaats de batterijen (2x AA,
alkaline).
2. Druk gedurende 4 seconden op de TEST toets (6). De LED
knippert 1x. Laat de toets los. De LED knippert 2x.
28-6-2011 87 033000=13069F
De bewegingsmelder heeft nu een eigen unieke code gekozen die aangemeld kan worden
bij de centrale.
3. Leg de bewegingsmelder ondersteboven neer zodat hij geen beweging kan detecteren
tijdens de aanmeldprocedure.
Testmode: de locatie van de bewegingsmelder testen
1. Zet de schakelaar (5) in stand 1.
2. Druk op de TEST toets (6) totdat de indicator (1) twee maal knippert.
3. Wacht ongeveer 20 seconden.
4. Maak een beweging in het zichtveld van de sensor. De indicator (1) geeft telkens aan als er
een beweging wordt gedetecteerd. Op deze wijze kunt u controleren of de sensor op de
juiste plaats is gemonteerd.
5. Druk nogmaals op de TEST toets om terug te keren naar normaal bedrijf.
De bewegingsmelder keert na 2 minuten automatisch terug naar normaal bedrijf.
4.2.3 Aanmelden van een bewegingsmelder
1. Om toegang te krijgen tot het menu, de menu of toets indrukken. Het display geeft nu
het volgende weer: PIN INVOEREN.
2. Voer de 4-cijferige PIN-code in (fabrieksinstelling 0000. Zie 8.3 voor het wijzigen van de PIN-
code). Voor elk ingegeven cijfer verschijnt een * in het display.
3. Wanneer de PIN-code correct is ingevoerd verschijnt de tekst INSTALL in het display.
4. Druk op OK. Er verschijnt INSTAL ZONE in het display.
5. Open de deur of het raam waar de sensor bevestigd is. De centrale geeft een pieptoon ter
bevestiging. Op het display verschijnt ZONE 1 OK.
Een geheugenplaats voor een sensor heet een zone. Wanneer u meer dan 1 sensor installeert,
verschijnt resp. ZONE 2 OK, ZONE 3 OK, … ZONE 30 OK.
U kunt ook direct kiezen in welke zone u de sensor wilt installeren. Wilt u bijvoorbeeld de sensor
installeren in zone 3 dan drukt u de 3 in op het toetsenbord voordat u stap 5 uitvoert.
Het is aan te raden een lijst te maken van welke sensor (zone) zich waar bevindt. Achterin
deze gebruiksaanwijzing vindt u een tabel waarin u dit kunt invullen.
6. Herhaal stap 5 voor elke Deur/Raamsensor die aangemeld moet worden.
7. Druk op de toets CLEAR om terug te gaan naar het hoofdmenu. Druk nogmaals op CLEAR
om het menu te verlaten. Om uw keuze te bevestigen drukt u op 1 voor JA of op 2 voor NEE.
Kiest u JA, dan verlaat u het menu. Kiest u NEE, dan gaat u terug naar het hoofdmenu.
4.3 Optionele (Draadloze) Sensoren
De Optionele (draadloze) sensor zorgt ervoor dat u op tijd gewaarschuwd wordt bij in geval
van nood (b.v. rook, gas, water, etc). Wanneer u thuis bent zorgt de ingebouwde sirene
ervoor dat u gealarmeerd wordt. In combinatie met uw beveiligingssysteem wordt ook de
interne sirene, de telefoonkiezer en de verlichtingssturing geactiveerd. Op deze wijze wordt u
optimaal gewaarschuwd en is uw vluchtweg verlicht. Wanneer u van huis bent wordt u tijdig
gewaarschuwd via uw GSM.
De gesproken telefonische boodschap geeft aan dat het om een noodsensor en niet om een
inbraakmelding gaat. Deze vaste meertalige boodschap is voorgeprogrammeerd in het
systeem.
4.3.1 Aanmelden van de optionele (draadloze) sensor.
1. Om toegang te krijgen tot het menu, de menu of toets indrukken. Het display geeft nu
het volgende weer: PIN INVOEREN.
2. Voer de 4-cijferige PIN-code in (fabrieksinstelling 0000. Zie 8.3 voor het wijzigen van de PIN-
code). Voor elk ingegeven cijfer verschijnt een * in het display.
28-6-2011 88 033000=13069F
3. Wanneer de PIN-code correct is ingevoerd verschijnt de tekst INSTALL in het display.
4. Druk op OK. Er verschijnt INSTAL ZONE in het display.
5. Plaats de batterijen in de sensor (en druk op de test toets indien aanwezig). De centrale
geeft een pieptoon ter bevestiging. Op het display verschijnt AFST 2 OK, of zone 1 OK.
De optionele (draadloze) sensor gedraagt zich als een afstandsbediening (paniekfunctie).
Hierdoor zal het systeem bij geval van nood ook gaan bellen wanneer u het systeem niet
geactiveerd heeft. Andere mogelijkheid is volgens het principe van een Deur/Raamsensor.
Wanneer reeds 1 of meer afstandsbedieningen of sensoren zijn geïnstalleerd verschijnt resp.
AFST 4 OK, AFST 5 OK, … AFST 16 OK of ZONE 2 OK, ZONE 3 OK, … ZONE 30 OK. Er kunnen
maximaal een combinatie van 16 sensoren op basis van afstandbedieningen en/of 30
melders op basis Deur/Raamsensoren aangemeld worden.
6. Herhaal stap 5 voor elke sensor die aangemeld moet worden.
7. Druk op de toets CLEAR om terug te gaan naar het hoofdmenu. Druk nogmaals op CLEAR
om het menu te verlaten. Om uw keuze te bevestigen drukt u op 1 voor JA of op 2 voor NEE.
Kiest u JA, dan verlaat u het menu. Kiest u NEE, dan gaat u terug naar het hoofdmenu.
Desgewenst kunnen sensoren uit het geheugen verwijdert worden. Dit wordt beschreven in
8.2.
Alle informatie over de montage van de optionele sensor treft u aan in de gebruiksaanwijzing
van de respectievelijke sensor.
4.4 Thermostaat TS10 DigiMax (*Optioneel)
De TS10 Thermostaat is optioneel verkrijgbaar. Kijk op www.bmbelectronics.eu
of vraag uw
lokale dealer om meer informatie.
4.4.1 Aanmelden van een Thermostaat bij de centrale.
1. Om toegang te krijgen tot het menu, de menu of toets indrukken. Het display geeft
nu het volgende weer: PIN INVOEREN.
2. Voer de 4-cijferige PIN-code in (fabrieksinstelling 0000. Zie 8.3 voor het wijzigen van de PIN-
code). Voor elk ingegeven cijfer verschijnt een * in het display.
3. Wanneer de PIN-code correct is ingevoerd verschijnt de tekst INSTALL in het display.
4. Druk op OK. Er verschijnt INSTAL ZONE in het display.
5. Stel de TS10 Thermostaat in op Registreer modus (druk gedurende 3 seconden gelijktijdig op
de + en - toets van de thermostaat. De TS10 zal een unieke digitale code versturen. Het
display geeft knipperend het symbool [[[ weer (zie verder TS10 handleiding). Zodra de centrale
het signaal herkent geeft deze een pieptoon ter bevestiging. Op het display verschijnt THST 1
OK..
Wanneer reeds 1 of meer thermostaten zijn geïnstalleerd verschijnt resp. THST 2 OK, THST 3 OK,
… THST 4 OK. Er kunnen maximaal 4 thermostaten aangemeld worden.
6. Herhaal stap 5 voor elke thermostaat die aangemeld moet worden.
7. Druk op de toets CLEAR om terug te gaan naar het hoofdmenu. Druk nogmaals op CLEAR
om het menu te verlaten. Om uw keuze te bevestigen drukt u op 1 voor JA of op 2 voor NEE.
Kiest u JA, dan verlaat u het menu. Kiest u NEE, dan gaat u terug naar het hoofdmenu.
4.4.2 Gebruik van TS10 Digimax Thermostaten
De draadloze Digimax Thermostaat kan gebruikt worden in samenwerking met het Basis
Console, behoeft geen additionele bedrading en heeft een bereik tot 30m (door muren en
plafonds). Het draadloze RF signaal is beveiligd en zodaning toegewezen aan het Console,
dat het systeem alleen reageert op uw eigen Thermostaat. U kunt tot een aantal van 4
thermostaten aanmelden op het Console. Afhankelijk van de verzonden commando’s tussen
28-6-2011 89 033000=13069F
de thermostaat en het console, reageert het Console met het zenden van X10 Huis
Automatisering commando’s om apparatuur aan en/of uit te schakelen (b.v. uw verwarmer of
boiler). Naast verwarming kan de thermostaat ook voor koeling gebruikt worden.
De betreffende Huis Automatisering Adressen zijn vastgelegd en afhankelijk van het basis adres
van het Console, en wel HC+1 UC13-16. Voorbeeld: wanneer het console de fabrieksinstellingen
heeft (A1), zal de eerste thermostaat B13 aansturen, de tweede B14 etc.
5. Instellen van het Basis Console (SC28)
5.1 Instellen van de klok
1. Om toegang te krijgen tot het menu, de menu of toets indrukken. Het display geeft nu
het volgende weer: PIN INVOEREN.
2. Voer de 4-cijferige PIN-code in (fabrieksinstelling 0000. Zie 8.3 voor het wijzigen van de PIN-
code). Voor elk ingegeven cijfer verschijnt een * in het display.
3. Wanneer de PIN-code correct is ingevoerd verschijnt de tekst INSTALL in het display.
4. Blader met de toetsen menu / naar menu-item 2: TIJDINGAVE. Druk op OK om dit menu-
item te selecteren. U kunt ook direct naar dit menu-item gaan door 2 in te geven via het
toetsenbord.
5. Blader met de toetsen menu / naar de juiste dag van de week. Druk op OK.
5. Geef via het toetsenbord van de centrale de nieuwe tijd in (24-uurs notatie) gevolgd door
OK. Er verschijnt INSTALL in het display.
6. Druk op de toets CLEAR om het menu te verlaten. Om uw keuze te bevestigen drukt u op 1
voor JA of op 2 voor NEE. Kiest u JA, dan verlaat u het menu. Kiest u NEE, dan gaat u terug naar
het hoofdmenu.
Wanneer u tijdens het ingeven van de tijd op CLEAR drukt, wordt de ingegeven tijd gewist.
5.2 Opslaan van telefoonnummers
In de SC28 centrale is een telefoonkiezer aanwezig. In geval van alarm kunnen er 6
telefoonnummers worden gebeld. De nummers die gebeld worden krijgen de door uzelf
ingesproken meldtekst te horen (5.3). De oproep dient door degene die opneemt, bevestigd te
worden door op de 0 toets van het telefoontoestel te drukken (DTMF TOON Herkenning). De
telefoonkiezer weet dan dat hij niet meer naar het volgende nummer hoeft te bellen.
OPMERKING: U mag geen gebruik maken van alarmnummers van b.v. politie, brandweer of
beveiligingsdiensten, tenzij u hiervoor toestemming heeft gekregen.
Maak eerst een lijst met de gewenste telefoonnummers in de gewenste volgorde. In geval dat
u de centrale via een (ISDN) centrale heeft aangesloten kan het zijn dat u een 0 voor het
telefoonnummer moet plaatsen om een buitenlijn te kiezen.
1. Om toegang te krijgen tot het menu, de menu of toets indrukken. Het display geeft nu
het volgende weer: PIN INVOEREN.
2. Voer de 4-cijferige PIN-code in (fabrieksinstelling 0000. Zie 8.3 voor het wijzigen van de PIN-
code). Voor elk ingegeven cijfer verschijnt een * in het display.
3. Wanneer de PIN-code correct is ingevoerd verschijnt de tekst INSTALL in het display.
4. Blader met de toetsen menu / naar menu-item 3: TEL NUMM. Druk op OK om dit menu-item
te selecteren. U kunt ook direct naar dit menu-item gaan door 3 in te geven via het
toetsenbord.
5. Blader met de toetsen menu / naar de geheugenplaats waarvan u het telefoonnummer
wilt ingeven (TEL 1, TEL 2, …, TEL 6).
6. Druk op OK wanneer u bij de gewenste geheugenplaats bent aangekomen. Wanneer u bij
TEL 1 OK heeft gekozen verschijnt
TELNR 1 in het display.
7. Geef nu het telefoonnummer in. Druk voor een kiespauze op de toets OFF (gebruik een
kiespauze tussen de extra 0 en het telefoonnummer wanneer u de centrale heeft aangesloten
op een (ISDN) huiscentrale. Er verschijnt een kleine letter P in het display).
8. Druk op OK. U gaat nu automatisch naar de volgende geheugenplaats TELNR 2 etc.
28-6-2011 90 033000=13069F
9. Druk op de toets CLEAR om het menu te verlaten. Om uw keuze te bevestigen drukt u op 1
voor JA of op 2 voor NEE. Kiest u JA, dan verlaat u het menu. Kiest u NEE, dan gaat u terug
naar het hoofdmenu.
Wanneer u tijdens het ingeven van een telefoonnummer op CLEAR drukt, wordt het
ingegeven nummer gewist.
Wanneer minder dan 6 nummers geprogrammeerd zijn, zal de centrale deze personen bij een
alarm meerdere malen achtereenvolgens op deze nummers proberen te bereiken. Wanneer
u de oproep beantwoordt met het indrukken van een 0 (DTMF), stopt de centrale met bellen.
5.3 Opnemen van uw eigen meldtekst
De meldtekst welke gebruikt wordt door de telefoonkiezer kan door uzelf worden ingesproken.
De lengte van de boodschap mag ongeveer 12 seconden bedragen. Het is te adviseren om
de meldtekst niet te kort te maken omdat er anders lange stiltes optreden bij de weergave
ervan.
Voorbeeld: Dit is het beveiligingssysteem van […..]. Druk op nul aan het eind van dit bericht,
zodat u kunt luisteren naar wat er wellicht in de woning aan de hand is. Onderneem daarna
a.u.b. de stappen die we hebben afgesproken.
1. Om toegang te krijgen tot het menu, de menu of toets indrukken. Het display geeft
nu het volgende weer: PIN INVOEREN.
2. Voer de 4-cijferige PIN-code in (fabrieksinstelling 0000. Zie 8.3 voor het wijzigen van de PIN-
code). Voor elk ingegeven cijfer verschijnt een * in het display.
3. Wanneer de PIN-code correct is ingevoerd verschijnt de tekst INSTALL in het display.
4. Blader met de toetsen menu / naar menu-item 4: BERICHT. Druk op OK om dit menu-item
te selecteren. U kunt ook direct naar dit menu-item gaan door 4 in te geven via het
toetsenbord.
5. Druk op de toets 1 om te kiezen voor OPNEMEN
6. Het display geeft nu WACHTEN AUB aan.
7. Op het moment dat het display NU INSPREKEN aangeeft, spreekt u de boodschap in
(maximaal 12 seconden). De afstand tot de microfoon moet tijdens inspreken ongeveer 30
cm bedragen.
8. Wacht na het inspreken totdat het OPNEMEN / WEERGAVE menu weer verschijnt.
9. Druk op 2 WEERGAVE om de opgenomen boodschap te beluisteren.
10.Druk op de toets CLEAR om het menu te verlaten. Om uw keuze te bevestigen drukt u op 1
voor JA of op 2 voor NEE. Kiest u JA, dan verlaat u het menu. Kiest u NEE, dan gaat u terug
naar het hoofdmenu.
6. De werking van het systeem
6.1 Het alarm inschakelen
Het systeem kent twee verschillende alarmfuncties:
1) ARM AWAY: Volledig alarm. Bij deze functie zijn alle sensoren in zone 1-32 geactiveerd.
2) ARM HOME: Deelalarm. Bij deze functie zijn alle deur/raamsensoren geactiveerd, maar de
bewegingsmelders zijn niet geactiveerd. Zo kunt u vrij in de woning rondlopen, terwijl de
‘buitenschil’ van de woning toch beveiligd is.
a) Een enkele toetsdruk op ARM HOME activeert alle Deur-/Raamsensoren. Het display
geeft DEEL ALARM 1 weer
b) Twee keer drukken op ARM HOME activeert alle Deur-/Raamsensoren, en daarnaast
alle Bewegingsdetectoren die aangemeld zijn in zone 1-16. De bewegingsdetectoren in
zone 17-30 zijn nog niet actief. Het display geeft DEEL ALARM 2 weer.
28-6-2011 91 033000=13069F
Inschakelen van de ARM AWAY-functie
Via de centrale: druk op de ARM AWAY toets van de centrale. Het systeem schakelt vertraagd
in (vertragingstijd instelbaar, zie uitloopvertraging 8.1). Tijdens de vertragingstijd hoort u een
reeks pieptonen op één toonhoogte en het scherm geeft UITLOOPVERT weer.
Wanneer u het systeem in ARMED AWAY inschakelt, zal voor DS18 deur/raamsensoren
(schakelaar in de DS18 op stand MAX), de aankomstvertraging gebruikt worden wanneer u
thuis komt. Zo krijgt u de mogelijkheid om het systeem via het toetsenbord van de centrale uit
te schakelen zonder dat u een alarm veroorzaakt. De vertragingstijden zijn instelbaar, zie 8.1.
Ook bewegingsmelders MS18 die geregistreerd zijn op zone 15 en/of 16 reageren na het
verlopen van de ingestelde vertragingstijd. Dit biedt de mogelijkheid om bewegingsmelders te
gebruiken in entrees.
Naast de beveiligingsfunctie heeft het Basis Console ook een energie besparende
temperatuur terugregeling functie:
Druk op de ARM AWAY toets van het Console. Na een korte vertraging zal het systeem
inschakelen.
- Een enkele toetsdruk: de COMFORT instelling van de TS10 thermostaten blijft gehandhaafd.
Display: COMFORT.
- Een dubbele toetsdruk: de ECONOMISCHE instelling treedt in werking, thermostaat niveaus
worden teruggesteld naar de ECO temperatuur. Display geeft ECO weer.
- Een drievoudige toetsdruk: de VORST instelling treedt in werking, thermostaat niveaus worden
teruggesteld naar de VORST beveiliging temperatuur. Display geeft VORST weer.
Via de sleutelhangerafstandsbediening KR18E: Druk op de ARM toets. Het alarm schakelt
direct in.
Via de comfortafstandsbediening SH600E: Zet de schakelaar in de stand SEC. Druk op de ARM
AWAY toets. Het alarm schakelt direct in.
Inschakelen van de ARM HOME-functie
Via de centrale: Druk op de ARM HOME toets van de centrale. Het alarm schakelt direct in.
a) Een enkele toetsdruk op ARM HOME activeert alle Deur-/Raamsensoren. Het display
geeft DEEL ALARM 1 weer
b) Twee keer drukken op ARM HOME activeert alle Deur-/Raamsensoren, en daarnaast alle
Bewegingsdetectoren die aangemeld zijn in zone 1-16. De bewegingsdetectoren in zone 17-
30 zijn nog niet actief. Het display geeft DEEL ALARM 2 weer.
Via de sleutelhangerafstandsbediening KR18E: Via deze afstandsbediening kunt u de ARM
HOME modus niet inschakelen
Via de comfortafstandsbediening SH600E: Zet de schakelaar in de stand SEC. Druk op de ARM
HOME toets. Het alarm schakelt direct in.
6.2 Paniekalarm
Het paniekalarm kan in geval van nood direct worden ingeschakeld, onafhankelijk of het
beveiligingssysteem in- of uitgeschakeld staat.
De gesproken telefonische boodschap geeft aan dat het om een noodsensor en niet om een
inbraakmelding gaat. Dit wordt gedaan door vooraf aan uw eigen gesproken boodschap
een extra gesproken melding weer te geven. Deze vaste meertalige boodschap is
voorgeprogrammeerd in het systeem.
U kunt het paniekalarm op twee manieren activeren:
1. Inschakelen met de KR18E sleutelhangerafstandsbediening
28-6-2011 92 033000=13069F
Druk gelijktijdig op de ARM en DISARM toetsen van de afstandsbediening. Het Paniekalarm
wordt direct ingeschakeld. Afhankelijk van de instellingen in de centrale wordt hierbij de sirene
wel of niet ingeschakeld.
2. Inschakelen met de SH600E comfortafstandsbediening
Druk op de rode PANIC toets. Het Paniekalarm wordt direct ingeschakeld. Afhankelijk van de
instellingen in de centrale wordt hierbij de sirene wel of niet ingeschakeld (zie 9.1)
6.3 Wat gebeurt er tijdens een alarm?
1. Sirene: De ingebouwde sirene gaat af. U kunt ervoor kiezen om de sirene uit te schakelen
(stil alarm, zie 9.1). Wanneer de centrale werkt op de noodstroom batterij zal de sirene niet
worden gebruikt, om batterijen te sparen.
2. De telefoonkiezer: Als het laatste cijfer van het eerste telefoonnummer is gekozen, begint
uw gesproken boodschap af te spelen en wordt enkele malen herhaald. Wanneer de oproep
beantwoord wordt door de 0 toets van de telefoon in te drukken (DTMF), dan stopt de
centrale met bellen. Indien er geen bevestiging wordt gegeven, wordt het tweede tot en met
het zesde nummer gekozen, totdat iemand de oproep bevestigt met een druk op de 0 toets
van de telefoon. Er kan dan gedurende 1 minuut in het beveiligde object worden ingeluisterd.
Tijdens het inluisteren wordt de sirene uitgeschakeld. De centrale blijft in de waakstand staan.
Mocht er op een later tijdstip weer een alarm plaatsvinden, dan start de procedure opnieuw.
6.4 Het alarm uitschakelen
Druk op DISARM op uw afstandsbediening. In het scherm ziet u eventueel de zone waardoor
een alarm is veroorzaakt. Om deze melding te verwijderen drukt u op ARM en daarna 2x op
DISARM. U kunt het systeem ook uitschakelen door de PIN-code in te geven op het
toetsenbord van het console. Na het ingeven van de PIN-code verschijnt de melding
DISARMED / ALARM UIT op het scherm.
6.5 Foutmeldingen
Wanneer een zonenummer in het display langzaam knippert, dan betekent dit dat er een
probleem is geconstateerd met deze sensor. Het probleem kan wijzen op lege batterijen (zie
hoofdstuk 12), bereikproblemen (1.2) of een sabotagemelding (sensor is opengemaakt). Bij
het inschakelen van het beveiligingssysteem worden alle sensoren op hun conditie en status
gecontroleerd. Wanneer er een fout wordt geconstateerd hoort u een repeterend tweetonig
‘foutsignaal’. Wanneer een sensor (b.v. zone 9) meldt dat er een probleem is geconstateerd
dan ziet u dit op het display:
Bij een raam of deur welke open staat: OPEN ZONE 9
Bij een sabotagemelding: SABOTAGE ZONE 9
Bij lege batterijen of een bereikprobleem: PROBLEEM ZONE 9
Zowel de SC28 centrale als de DS18E en de MS18E zijn voorzien van een sabotagecontact. Als
iemand de centrale of een sensor opent, en het alarm is ingeschakeld, volgt een
alarmmelding. Wanneer het alarm NIET is ingeschakeld, verschijnt er een foutmelding op het
display van de centrale. Een sabotagemelding dient opgelost te worden voordat het systeem
ingeschakeld wordt.
Bij de andere foutmeldingen kunt u ervoor kiezen om de betreffende sensor niet te activeren
(BYPASS). U dient dan tijdens de weergave van het repeterende ‘foutsignaal’ de toets CLEAR
in te drukken en daarna het alarm opnieuw in te schakelen. De zone-indicator van de
betreffende sensor gaat nu snel knipperen.
Mochten er meer sensoren met problemen zijn, dan verschijnt informatie over de volgende
sensor in het display. De bypass blijft gelden totdat u het alarm uitschakelt (DISARM).
28-6-2011 93 033000=13069F
7. Preventieve Beveiliging & Comfort - "Home Automation" = Huis Automatisering
7.1 Inleiding
Huis Automatisering maakt wonen aangenamer, comfortabeler, bespaart energie en zorgt
voor extra veiligheid bij zowel aan- als afwezigheid. Voor de één is Huis Automatisering het
regelen van de verlichting met dezelfde afstandsbediening waarmee de TV wordt bediend,
voor de ander is het een volledig door de computer bestuurd systeem wat zich aanpast aan
het eigen leefritme.
Het PROTECTOR+ systeem is uitgerust met een aantal functies om de woning preventief te
beveiligen. Het systeem bestuurt hiervoor op intelligente wijze de verlichting in de woning,
waardoor het lijkt of u aanwezig bent, de zogenaamde LIVED IN LOOK.
De gebruikte X10 technologie biedt tegelijkertijd een aantal handige comfortfuncties. Zo kunt
u lampen die aangesloten zijn op Lamp-/dimmermodules draadloos bedienen met een
afstandsbediening of via het toetsenbord van de centrale.
Iedere lamp of elk apparaat die door het systeem bestuurd wordt dient voorzien te zijn van
een X10 ontvangst module. Deze modules zijn eenvoudig te installeren (Plug&Play) en
optioneel los beschikbaar, dus zeer eenvoudig in te passen en uitbreidbaar.
Een aantal modules uit het assortiment plug&play modules:
LM12 Lamp-/dimmermodule. Plug-in module voor schakelen en dimmen van verlichting.
AM12 Apparaat-/schakelmodule. Plug-in module voor het schakelen van verlichting en
elektrische apparaten.
LM15 Fittingschakekaar. Fittingmodule voor het schakelen van verlichting.
Meer informatie over deze modules is te vinden op
www.bmbelectronics.eu
of vraag uw dealer.
7.2 Adressering van uw modules
Iedere X10 module moet geadresseerd worden, via een code
schakelaar of softwarematig. Het adres bestaat uit een HUIS CODE
(A t/m P) en een UNIT CODE (1 t/m 16). De HUIS CODE van al de
componenten moet ingesteld zijn op dezelfde lettercode. Via de
UNIT CODE kunt u iedere module een eigen nummer toekennen
zodat ze onafhankelijk van elkaar te bedienen zijn (via het
toetsenbord van de SC28 centrale of de SH600E
comfortafstandsbediening).
7.3 Installeren van de LM12 Lamp-/Dimmermodule
1. HUIS CODE SCHAKELAAR Voor het instellen van het systeemadres.
2. UNIT CODE SCHAKELAAR Voor het instellen van het modulenummer.
3. CONTACTDOOS Voor het aansluiten van de lampen welke u met de module wilt gaan
schakelen.
4. ZEKERING De zekering beschermt de lamp-/dimmermodule tegen overbelasting. Mocht de
zekering defect zijn, dan mag deze alleen vervangen worden door een exemplaar met
dezelfde
eigenschappen.
INSTALLATIE LM12: Steek de lamp-/dimmermodule in een vrije wandcontactdoos en sluit de
stekker van uw (gloei)lamp (40-300 W) op de module aan. Sluit geen andere belastingen -
zoals huishoudelijke apparatuur of TL/PL verlichting - op de module aan om schade te
voorkomen. Voor dit soort belastingen gebruikt u een apparaat-/schakelmodule of
fittingmodule (LM15).
28-6-2011 94 033000=13069F
7.4 Alarmfuncties van de Lamp-/Dimmermodules
Bij inschakelen van het systeem via de SC28 centrale, zullen tijdens de uitloopvertraging de
lampen op de adressen A1 en A2 worden ingeschakeld. Wanneer het systeem inschakelt
gaat de lamp uit.
Bij inschakelen van het alarm via de afstandsbediening gaan de lampen kort aan en uit om
aan te geven dat het systeem is ingeschakeld.
Bij een alarm zal de verlichting aangesloten op Lamp-/Dimmermodules met adres A1 en A2
gaan knipperen. Na 4 minuten zal de verlichting continu blijven branden.
7.5 Comfortfuncties van de KR18E sleutelhangerafstandsbediening
Schakel verlichting met een afstandsbediening. b.v. verlichting aan voordat u de woning
betreedt.
Druk op de toets A LIGHTS ON of B LIGHTS ON. Lampen op respectievelijk adres A1 of A2 gaan
aan.
Druk op de toets A LIGHTS OFF of B LIGHTS OFF. Lampen op respectievelijk adres A1 of A2
gaan uit.
7.6 Comfortfuncties van de SH600 comfortafstandsbediening 
Schakel en dim verlichting op afstand. Sluit de garagedeur en schakel de airconditioning en
tuinverlichting in vanuit de slaapkamer.
SCHAKELAAR DE STAND SEC: De onderste 5 toetsen worden gebruikt voor het schakelen van
X10 modules met overeenkomstig adres (Unit Code 1 t/m 5). Met de blauwe toets kunt u
lampen aangesloten op een Lamp-/ Dimmermodule dimmen.
ALL LIGHTS ON: voor het inschakelen van alle lamp-/dimmermodules met een druk op de
knop.
ALL LIGHTS OFF: voor het uitschakelen van alle modules (zowel lamp- als apparaatmodules)
met een druk op de knop.
SCHAKELAAR IN STAND 1: 1 ..... 8: Voor het schakelen van X10 Huis Automatiseringmodules met
overeenkomstig adres (Unit Code 1 t/m 8).
SCHAKELAAR (4) IN STAND 2: 9 .....16: Voor het schakelen van X10 Huis Automatiseringmodules
met overeenkomstig adres (Unit Code 9 t/m 16).
7.7 Comfortfuncties op de centrale
U kunt de modules ook vanaf de SC28 centrale bedienen. Wanneer u niet in een menu zit,
staat de centrale in de HOME CONTROL modus. Op het scherm ziet u de tekst HOME
CONTROL. Om een module met Unit Code 1 te bedienen drukt u op 1 gevolgd door ON (aan)
of OFF (uit). Wanneer u module 12 wilt bedienen drukt u op 1, dan op 2, gevolgd door ON
(aan) of OFF (uit).
7.8 Timerinstellingen maken
Het is mogelijk verlichting en apparatuur op de door u gewenste tijden laten inschakelen
zodat het altijd lijkt alsof u thuis bent, de zogenaamde LIVED IN LOOK. Ook is het mogelijk
temperatuur instellingen voor verschillende tijdstippen vast te leggen.
7.8.1 Het console instellen voor het gebruik van timers
1. Om toegang te krijgen tot het menu, de menu of toets indrukken. Het display geeft
nu het volgende weer: PIN INVOEREN.
2. Voer de 4-cijferige PIN-code in (fabrieksinstelling 0000. Zie 8.3 voor het wijzigen van de PIN-
code). Voor elk ingegeven cijfer verschijnt een * in het display.
3. Wanneer de PIN-code correct is ingevoerd verschijnt de tekst INSTALL in het display.
4. Blader met de toetsen menu / naar menu-item 7: OPTIES. Druk op OK om dit menu-item te
selecteren. U kunt ook direct naar dit menu-item gaan door 7 in te geven via het toetsenbord.
5. Druk op 0 van het numerieke toetsenbord. Gebruik de menu / toetsen om EURO 7 DAY (=
7 dagen timer) te kiezen. Druk op OK om te selecteren.
28-6-2011 95 033000=13069F
6. Druk op de toets CLEAR om het menu te verlaten. Om uw keuze te bevestigen drukt u op 1
voor JA of op 2 voor NEE. Kiest u JA, dan verlaat u het menu. Kiest u NEE, dan gaat u terug
naar het hoofdmenu.
7.8.2 Timers instellen
1. Om toegang te krijgen tot het menu, de menu of toets indrukken. Het display geeft nu
het volgende weer: PIN INVOEREN.
2. Voer de 4-cijferige PIN-code in (fabrieksinstelling 0000. Zie 8.3 voor het wijzigen van de PIN-
code). Voor elk ingegeven cijfer verschijnt een * in het display.
3. Wanneer de PIN-code correct is ingevoerd verschijnt de tekst INSTALL in het display.
4. Blader met de toetsen menu / naar menu-item 9: SET TIMER. Druk op OK om dit menu-item
te selecteren. U kunt ook direct naar dit menu-item gaan door 9 in te geven via het
toetsenbord.
5. Het display geeft NIEUWE TIMER weer. Druk op OK.
6. Wanneer gekozen is voor 7-dagen timer (zie 7.8.1), zal het scherm het volgende weergeven:
1. HOME CNTRL en 2. VERW/KOEL. Selecteer respectievelijk optie 1 voor een Huis
Automatisering tijdsinstelling, of optie 2 voor tijdingestelde temperatuur instelling.
Met de toetsen menu / kunt u door de eventueel eerder gemaakte timers heen bladeren.
Het bovenste menu-item is altijd NIEUWE TIMER, tenzij alle 12 timers bezet zijn.
7. Het display geeft nu het volgende weer: KIES DAGEN. Gebruik de numerieke toetsen van
het keyboard om de dagen in te geven; hierbij is 1 voor Maandag, 2 voor Dinsdag enzovoort.
Wanneer de dagen geselecteerd zijn kiest u OK.
8. Het scherm geeft UNIT CODE of THST weer, afhankelijk van de instelling gekozen bij 6. Geef
via het toetsenbord de UNIT CODE (1-16) van de module of Thermostaat (1-4) die u wilt
instellen. Voorbeeld: wanneer u 12 ingeeft, zal op het display TIMER 12 AAN verschijnen. Op de
onderste regel verschijnt een " : ". In het geval gekozen is voor temperatuur tijdsinstellingen,
een zal een extra optie gekozen moeten worden aangaande het temperatuur niveau wat
aangehouden moet worden gedurende de tijdsinstelling. Kies tussen COMFORT (comfort
niveau in te stellen per thermostaat), ECONOMY (geldt voor alle thermostaten die aangemeld
zijn) of FROST (van toepassing op alle aangemelde thermostaten). *temperatuur instellingen
invullen via menu 7. OPTIES
9. Geef de gewenste inschakeltijd in (24 uurs notatie), hetzij voor het aan/uit schakelen van
verlichting of apparatuur, of het instellen van een temperatuurniveau op een bepaald tijdstip.
Wanneer u een vergissing maakt drukt u op CLEAR. Druk op ON wanneer u alleen een
uitschakeltijd wilt ingeven.
10. Druk op OK. Op het display verschijnt nu de tekst TIMER 12 UIT. Op de onderste regel
verschijnt een " : ".
11. Geef de gewenste uitschakeltijd in (24 uurs notatie) en druk op OK. Wanneer u een
vergissing maakt drukt u op CLEAR. Druk direct op OK wanneer u geen uitschakeltijd wilt
ingeven.
12. Op de onderste regel van het display verschijnt de tekst 1. WEKELIJKS
13. Met de toetsen menu / kunt u nu kiezen tussen:
1.
WEKELIJKS: De timerinstelling wordt wekelijks uitgevoerd.
2. DEZE WEEK: De timerinstelling vindt alleen deze week plaats.
3. WILLEKEURIG: De timerinstelling wordt elke dag uitgevoerd maar varieert in het
ingegeven uur (b.v. bij een ingave van 20:30 zal de tijd variëren van 20:00 tot 20:59).
4. ALARM AAN: De timerinstelling wordt alleen uitgevoerd wanneer het systeem in de
ARMED AWAY mode is ingeschakeld.
12. Maak uw keuze en druk op OK. Er verschijnt opnieuw NIEUWE TIMER in het display.
13. Druk op de toets CLEAR om het menu te verlaten. Om uw keuze te bevestigen
drukt u op 1 voor JA of op 2 voor NEE. Kiest u JA, dan verlaat u het menu. Kiest u NEE,
dan gaat u terug naar het hoofdmenu.
28-6-2011 96 033000=13069F
7.9 Verwijderen van een timer
1. Om toegang te krijgen tot het menu, de menu of toets indrukken. Het display geeft
weer: PIN INVOEREN.
2. Voer uw 4-cijferige PIN-code in (fabrieksinstelling 0000. Zie 8.3 voor het wijzigen van de PIN-
code). Voor elk ingegeven cijfer verschijnt een * in het display.
3. Wanneer de PIN-code correct is ingevoerd verschijnt het woord INSTALL in het display.
4. Blader met de toetsen menu / naar menu-item 9: SET TIMER. Druk op Ok om dit menu-item
te selecteren. U kunt ook direct dit menu openen door 9 in te geven via het toetsenbord.
5. Op het display verschijnt nu NIEUWE TIMER.
6. Met de toetsen menu / kunt u door de opgeslagen timers bladeren. De timers verschijnen
in het formaat: 12 AAN 12:40
UIT 18:30
7. Wanneer de timer wordt getoond drukt u op CLEAR om de timer te verwijderen.
8. U wordt om een bevestiging gevraagd (TIMER WISSEN). Kies 1 voor Ja en 2 voor Nee.
9. Druk op de toets CLEAR om het menu te verlaten.
8. Geavanceerde systeemfuncties
8.1 Instellen van de vertragingstijden
U kunt via het menu VERTRAGING een aantal vertragingstijden instellen:
AANKOMSTVERT De tijd die u krijgt om het systeem uit te schakelen na het betreden van uw
woning (fabrieksinstelling 30 seconden).
UITLOOPVERTR. Vertragingstijd voordat het systeem inschakelt bij het verlaten van uw woning
(fabrieksinstelling 60 seconden).
INBELVERTR. Vertragingstijd voordat het systeem de telefoon opneemt bij in bellen 11.2
(fabrieksinstelling 5 seconden).
UITBELVERTR. Vertragingstijd voordat het systeem gaat uitbellen bij alarm (fabriekinstelling 30
seconden).
Het instellen gaat als volgt:
1. Om toegang te krijgen tot het menu, de menu of toets indrukken. Het display geeft
nu het volgende weer: PIN INVOEREN.
2. Voer uw 4-cijferige PIN-code in (fabrieksinstelling 0000. Zie 8.3 voor het wijzigen van de PIN-
code). Voor elk ingegeven cijfer verschijnt een * in het display.
3. Wanneer de PIN-code correct is ingevoerd verschijnt het woord INSTALL in het display.
4. Blader met de toetsen menu / naar menu-item 8: VERTRAGING. Druk op OK om dit menu-
item te selecteren. U kunt ook direct naar dit menu-item gaan door 8 in te geven via het
toetsenbord.
5. Kies AANKOMSTVERT, UITLOOPVERTR, INBELVERT, of UITBELVERT en druk op OK.
6. Geef de gewenste tijd in (1 tot 99 seconden). Druk op OK. Druk op CLEAR om de ingegeven
waarde te wissen.
7. Druk op de toets CLEAR om het menu te verlaten.
De aankomstvertraging geldt alleen voor de DS18 deur/raamsensor waarbij de interne
schakelaar op MAX is ingesteld, en bewegingsmelders MS18 die geregistreerd zijn op zone 15
en/of 16. Alle andere MS18 bewegingsmelders reageren direct.
8.2 Het geheugen van uw centrale leegmaken
Via het menu GEHEUGEN OPSCHONEN kunt u sensoren, afstandsbedieningen, timers of alle
instellingen wissen.
De PIN-code blijft altijd behouden. Deze kan alleen teruggezet worden door de fabrikant.
1. Om toegang te krijgen tot het menu, de menu of toets indrukken. Het display geeft nu
het volgende weer: PIN INVOEREN.
2. Voer uw 4-cijferige PIN-code in (fabrieksinstelling 0000. Zie 8.3 voor het wijzigen van de PIN-
code). Voor elk ingegeven cijfer verschijnt een * in het display.
28-6-2011 97 033000=13069F
3. Wanneer de PIN-code correct is ingevoerd verschijnt het woord INSTALL in het display.
4. Blader met de toetsen menu / naar menu-item 6: GEHEUGEN OPSCHONEN. Druk op Ok om
dit menu-item te selecteren. U kunt ook direct naar dit menu-item gaan door 6 in te geven via
het toetsenbord.
5. Kies SENSOREN VERWIJDEREN, AFSTANDSBED. VERWIJDEREN, TIMERS VERWIJDEREN,
THERMOSTATEN VERWIJDEREN, LOGBOEK VERWIJDEREN, of ALLES RESETTEN.
6. U krijgt nu de vraag WISSEN OK. Druk 1 voor ja, druk 2 voor nee.
7. Druk op de toets CLEAR om het menu te verlaten.
SENSOREN VERWIJDEREN Verwijderen van een aangemelde sensor.
AFSTANDSBED. VERWIJDEREN Verwijderen van een aangemelde afstandbediening of melder.
TIMERS VERWIJDEREN Verwijderen van alle timerinstellingen in één keer.
THERMOSTATEN VERWIJDEREN Verwijderen van alle aangemelde thermostaten in één keer.
LOGBOEK VERWIJDEREN Verwijderen/leegmaken van het logboek.
ALLES RESETTEN Het geheugen leegmaken.
8.3 Wijzigen van de toegangscode (PIN)
De toegangscode is uw persoonlijke geheime code. Na het wijzigen van deze code bent u de
enige die toegang heeft tot de instellingen van de centrale. U gebruikt deze code ook om via
het toetsenbord het alarm uit te schakelen. Zorg ervoor dat u de code niet verliest, want u zult
de fabriek of een geautoriseerde dealer moeten inschakelen om de toegangscode terug te
zetten naar de fabrieksinstelling [0000]. Meestal zullen hiervoor kosten in rekening gebracht
worden.
1. Om toegang te krijgen tot het menu, de menu of toets indrukken. Het display geeft nu
het volgende weer: PIN INVOEREN.
2. Voer uw 4-cijferige PIN-code in (fabrieksinstelling 0000. Zie 8.3 voor het wijzigen van de PIN-
code). Voor elk ingegeven cijfer verschijnt een * in het display.
3. Wanneer de PIN-code correct is ingevoerd verschijnt het woord INSTALL in het display.
4. Blader met de toetsen menu / naar menu-item 5: NIEUWE PIN. Druk op Ok om dit menu-
item te selecteren. U kunt ook direct naar dit menu-item gaan door 5 in te geven via het
toetsenbord.
5. Geef uw nieuwe PIN-code in (4 cijfers). De nieuwe PIN is leesbaar op het display. Controleer
uw PIN op juistheid en druk op Ok.
6. Druk op de toets CLEAR om het menu te verlaten. Om uw keuze te bevestigen drukt u op 1
voor JA of op 2 voor NEE. Kiest u JA, dan verlaat u het menu. Kiest u NEE, dan gaat u terug
naar het hoofdmenu.
9. Geavanceerde beveiligingsfuncties
9.1 Uitschakelen van de sirene voor stil alarm
U kunt uw beveiligingssysteem laten werken zonder sirene (alleen telefoonkiezer en
verlichtings-sturing). In geval van inbraak zal de in de centrale ingebouwde sirene niet worden
ingeschakeld (N.B. eventuele extra geplaatste sirenes blijven altijd werken). In de
fabrieksinstellingen staat de sirene aan.
1. Om toegang te krijgen tot het menu, de menu of toets indrukken. Het display geeft nu
het volgende weer: PIN INVOEREN.
2. Voer uw 4-cijferige PIN-code in (fabrieksinstelling 0000. Zie 8.3 voor het wijzigen van de PIN-
code). Voor elk ingegeven cijfer verschijnt een * in het display.
3. Wanneer de PIN-code correct is ingevoerd verschijnt het woord INSTALL in het display.
4. Blader met de toetsen menu / naar menu-item
7: OPTIES. Druk op Ok om dit menu-item te
selecteren. U kunt ook direct naar dit menu-item gaan door 7 in te geven via het toetsenbord.
5. Blader met de toetsen menu / naar menu-item SIRENE. Druk op Ok om dit menu-item te
selecteren.
6. Kies 1 voor SIRENE AAN en 2 voor SIRENE UIT.
28-6-2011 98 033000=13069F
7. Druk op de toets CLEAR om het menu te verlaten. Om uw keuze te bevestigen drukt u op 1
voor JA of op 2 voor NEE. Kiest u JA, dan verlaat u het menu. Kiest u NEE, dan gaat u terug
naar het hoofdmenu.
9.2 Inschakelen van de gong
9.2.1 Ingebouwde gong/belsignaal
De centrale kan, in uitgeschakelde toestand, bij het openen van een met een
deur/raamsensor beveiligde toegangsdeur een prettige ding-dong laten horen
(gong/belsignaal). Op deze manier kunt u horen wanneer er iemand uw huis betreedt of
wanneer bijvoorbeeld kleine kinderen een deur openen. Fabrieksmatig is deze functie
ingeschakeld.
1. Om toegang te krijgen tot het menu, de menu of toets indrukken. Het display geeft
nu het volgende weer: PIN INVOEREN.
2. Voer uw 4-cijferige PIN-code in (fabrieksinstelling 0000. Zie 8.3 voor het wijzigen van de PIN-
code). Voor elk ingegeven cijfer verschijnt een * in het display.
3. Wanneer de PIN-code correct is ingevoerd verschijnt het woord INSTALL in het display.
4. Blader met de toetsen menu / naar menu-item 7: OPTIES. Druk op Ok om dit menu-item te
selecteren. U kunt ook direct naar dit menu-item gaan door 7 in te geven via het toetsenbord.
5. Blader met de toetsen menu / naar menu-item BELSIGNAAL. Druk op Ok om dit menu-
item te selecteren.
6. Kies 1 voor BEL AAN en 2 voor BEL UIT .
7. Druk op de toets CLEAR om het menu te verlaten. Om uw keuze te bevestigen drukt u op 1
voor JA of op 2 voor NEE. Kiest u JA, dan verlaat u het menu. Kiest u NEE, dan gaat u terug
naar het hoofdmenu.
8. Als u een muzieknoot () in het display ziet staan, is de gong/belsignaal ingeschakeld.
De gongfunctie werkt ook voor de bedrade ingangen van zone 31 en 32.
9.2.2 SH10 Security Horn / Remote Chime
De optioneel verkrijgbare SH10 Security Horn (Bel signaal Module) reageert op status en
belsignaal commando’s van het console:
Wanneer belsignaal (gong) geactiveerd is, reageert de module met een meertonig
signaal wanneer een Deur/Raam Sensor geopend wordt.
Wanneer het alarm ingeschakeld wordt, zal gedurende de uitloopvertraging een toon
gegeven worden (elke 4 seconden).
9.3 Bedrade ingangen gebruiken
De SC28 centrale heeft twee ingangen waarop u bedrade sensoren kunt aansluiten. Deze
sensoren moeten van het type NC (Normally Closed, normaal gesloten contact) zijn en op
deze ingangen mag geen spanning staan (potentiaal vrij). Het aansluiten van een bedrade
sensor gaat als volgt:
1. Open het bovenste klepje van de centrale.
2. U ziet de twee bedrade ingangen ("wired inputs").
3. Verwijder de draadbrug en sluit uw bedrade sensor aan.
4. Sluit het klepje van de centrale en geef de PIN-code in om het woord SABOTAGE uit het
display te laten verdwijnen.
5. De bedrade sensor is nu direct klaar voor gebruik.
9.4 Uitbreiden van de deur/raamsensor DS18 met een draadgebonden sensor
De DS18 deur/raamsensor heeft een contact waarop u een draadgebonden sensor kunt
aansluiten. Deze sensoren moeten van het type NC (Normally Closed, normaal gesloten
contact) zijn. Op het contact mag geen spanning staan (potentiaal vrij). Een aantal
toepassingen:
Beveiligen van een raampartij met meerdere magneetcontacten.
Aansluiten van eigen sensoren op het systeem, b.v. rookmelders,
temperatuursensoren, sensoren voor het registreren van stroomstoringen, etc.
28-6-2011 99 033000=13069F
1. Open het zenderdeel van de DS18 door de twee delen van elkaar af te halen.
2. Verwijder de draadbrug uit de aansluiting voor de draadgebonden sensor.
3. Sluit uw sensor aan.
Het draadgebonden contact krijgt een eigen zone op de centrale. Aanmelden doet u via de
procedure beschreven in 4.1.3 (om de sensor aan te melden maakt u bij stap 5 een
alarmmelding met uw sensor).
De instelling van de min/max schakelaar (aankomstvertraging) van de DS18 geldt tegelijkertijd
zowel voor het magneetcontact als voor de draadgebonden sensor.
9.5 Noodsensoren (ALWAYS MODE)
Uw systeem biedt de mogelijkheid om van elke bij het systeem aangemelde sensor een
zogenaamde noodsensor te maken. Een noodsensor zal het beveiligingssysteem ook
activeren wanneer het systeem niet ingeschakeld is. Wanneer een noodsensor een alarm
veroorzaakt zal voorafgaand aan de gesproken boodschap de melding "alarm veroorzaakt
door noodsensor" worden weergegeven. Een aantal toepassingen:
Een paniektoets welke u verbonden heeft met de bedrade ingang van de centrale.
Een deur of raam welke nooit geopend mag worden.
Een temperatuur of niveau sensor welke waarschuwt bij het overschrijden van een
waarde of niveau.
Het omzetten werkt als volgt:
1. Om toegang te krijgen tot het menu, de menu of toets indrukken. Het display geeft nu
het volgende weer: PIN INVOEREN.
2. Voer uw 4-cijferige PIN-code in (fabrieksinstelling 0000). Zie 8.3 voor het wijzigen van de PIN-
code). Voor elk ingegeven cijfer verschijnt een * in het display.
3. Wanneer de PIN-code correct is ingevoerd verschijnt het woord INSTALL in het display.
4. Blader met de toetsen menu / naar menu-item 7: OPTIES. Druk op OK om dit menu-item te
selecteren. U kunt ook direct naar dit menu-item gaan door 7 in te geven via het toetsenbord.
5. Blader met de toetsen menu / naar menu-item SENSOR MODE. Druk op OK om dit menu-
item te selecteren.
6. Op het display verschijnt nu de tekst ALWAYS MODE. Bovenin en onderin het display ziet u
op welke zones er sensoren zijn aangemeld.
7. Wanneer u bijvoorbeeld zone 31 wilt omzetten naar een noodsensor, dan geeft u via het
toetsenbord 31 in gevolgd door OK, Zonenummer 31 gaat nu knipperen.
8. Wanneer u ook zone 5 wilt omzetten naar een noodsensor, dan geeft u 5 in, gevolgd door
OK. Ook zone 5 gaat nu knipperen.
9. Wanneer u een zone 31 wilt terugzetten naar normaal bedrijf, dan geeft u weer 31 gevolgd
door OK. Zone 31 stopt nu met knipperen.
10. Druk op de toets CLEAR om het menu te verlaten.
Zet bij de DS18 deur/raamsensor de interne Min/Max- schakelaar op ‘Min’ als u wilt dat uw
melding zonder vertraging wordt doorgegeven. Hetzelfde geldt voor bewegingssensoren op
zone 15 en/of 16.
9.6 Sensor 27-32 AAN/UIT Huis Automatiseringfunctie
Het SC28 Console beschikt over een functie om Huis Automatisering AAN en UIT commando’s
te sturen als gevolg van het activeren van een beveiligingssensor. Wanner het systeem
geactiveerd is en een sensor in de zone 27-32 wordt getriggered, kan het systeem zo ingesteld
worden dat deze een AAN of UIT commando stuurt naar een module met adres HuisCode+1
UC7-12, dus wanneer het Console de fabrieksinstelling A1 heeft, zal sensor 27 een commando
veroorzaken op B7, sensor 29 op B9 enz. Dit kan bijvoorbeeld gebruikt worden om sensor 27 te
gebruiken als waterdetector, en op adres B7 een pomp aan te sluiten. Wanneer sensor
geactiveerd wordt, zal de pomp aangaan.
U kunt de instelling vinden in menu 7. OPTIES ; door het zone nummer in te geven, gevolgd
door ON (AAN) of OFF (UIT), wordt de instelling gemaakt. Het zone nummer begint snel te
knipperen wanneer u de functie activeert. Doet u niets, dan zal het systeem geen
commando’s sturen.
28-6-2011 100 033000=13069F
9.7 Afmelden van een deur/raamsensor of bewegingsmelder
1. Om toegang te krijgen tot het menu, de menu of toets indrukken. Het display geeft
nu het volgende weer: PIN INVOEREN.
2. Voer uw 4-cijferige PIN-code in (fabrieksinstelling 0000. Zie 8.3 voor het wijzigen van de PIN-
code). Voor elk ingegeven cijfer verschijnt een * in het display.
3. Wanneer de PIN-code correct is ingevoerd verschijnt het woord INSTALL in het display.
4. Druk op OK.
5. Geef via het toetsenbord het nummer van de zone in wat u wilt wissen en druk dan op
CLEAR.
6. U krijgt nu de vraag ZONE WISSEN
1. JA 2. NEE.
7. Druk op 1 om de zone te wissen. Het zone nummer verschijnt in het display.
8. Druk op de toets CLEAR om het menu te verlaten.
Zone 31 en 32 kunt u niet wissen
9.8 Alarm bij langdurige stroomuitval: Wanneer het system in de geactiveerde
modus is, en er vindt langer dan 15 minuten een stroomstoring plaats, dan zal de
console uitbellen en de boodschap ‘STROOMSTORING’ geven.
10. Geavanceerde Huis Automatiseringfuncties
In hoofdstuk 7 beschrijft de X10 Huis Automatiseringmogelijkheden van uw
beveiligingssysteem. Er kan echter nog veel meer. Zo heeft naast de eerder beschreven Plug
& Play modules ook een uitgebreid assortiment inbouwschakelaars, zonweringschakelaars,
afstandsbedieningen en speciale modules welke samenwerken met het beveiligingssysteem.
Door middel van deze modules kunt u nagenoeg alles wat in huis op elektriciteit werkt, via het
beveiligingssysteem bedienen. Zie www.bmbelectronics.eu
voor meer informatie.
Het systeem heeft standaard een aantal extra functies die gebruikmaken van het X10
systeem:
10.1 Eenvoudig de status van het systeem zien
Stel een X10 module in op adres B4 (=HC+1, UC=4). Deze Huis Automatiseringmodule wordt nu
automatisch ingeschakeld zodra het beveiligingssysteem ingeschakeld wordt. Zodra het
systeem wordt uitgeschakeld, wordt ook deze module uitgeschakeld. Voorbeeld: U sluit een
bepaalde schemerlamp aan op de betreffende X10 module. Als het systeem ingeschakeld is,
wordt dus ook altijd deze schemerlamp ingeschakeld. Zo ziet u ook vanaf buiten in één
oogopslag of het alarm ingeschakeld is.
10.2 Een extra sirene installeren
10.2.1 PH7208
Stel de sirene PH7208 in op adres A1 (=HC, UC=1). Om valse meldingen te voorkomen wordt
na het activeren van een alarm eerst 20 seconden gewacht voordat de sirene wordt
ingeschakeld. De sirene geeft gedurende 4 minuten een doordringend tweetonig signaal.
Hierna wordt de sirene automatisch uitgeschakeld (of eerder wanneer het alarm
uitgeschakeld wordt).
LET OP: Bij gebruik van een beveiligingssysteem werken de extra sirenes altijd gedurende een
alarm, ook als de functie stil alarm is ingeschakeld! De Sirene PH7208 is bedoeld voor gebruik
binnenshuis, en kan elk op stopcontact worden aangesloten.
10.2.2 SH10
Stel de Module in op adres B5 (=HC+1, UC=5). Bij gebruik van een beveiligingssysteem werken
de extra sirenes altijd gedurende een alarm, ook als de functie stil alarm is ingeschakeld! De
Sirene SH10 is bedoeld voor gebruik binnenshuis, en kan elk op stopcontact worden
aangesloten.
28-6-2011 101 033000=13069F
Wanneer belsignaal (gong) geactiveerd is, reageert de module met een meer-tonig
signaal wanneer een Deur/Raam Sensor geopend wordt.
Wanneer het alarm ingeschakeld wordt, zal gedurende de uitloopvertraging een toon
gegeven worden (elke 4 seconden).
10.3 Een externe universele sirene gebruiken
U kunt ook sirenes en waarschuwingslampen, welke niet tot het - assortiment behoren,
aansluiten. Hiervoor gebruikt u de los verkrijgbare AD10, AW12 of de AM12. Stel deze module
in op adres B6 (=HC+1, UC=6). De module wordt ingeschakeld tijdens alarm, en wordt na 4
minuten automatisch uitgeschakeld.
10.4 Transceiverfunctie
Het X10 systeem heeft een aantal draadloze afstandsbedieningen in het programma
waarmee u X10 modules kunt bedienen (zoals een universele afstandsbediening voor TV,
audioapparatuur en X10). Deze afstandsbedieningen werken via het RF- systeem, wat
betekent dat het signaal van de afstandsbediening ook door muren en plafonds reikt. Zie
www.bmbhome.com
voor meer informatie. Uw centrale zet de RF- signalen van deze
afstandsbedieningen om naar X10 signalen, en plaatst deze op het lichtnet. Vervolgens kunt u
uw X10 modules ook met deze zenders bedienen.
10.5 Alle Huis Automatisering functies op een rijtje:
Naam Omschrijving Module adres
Comfortverlichting U kunt uw verlichting schakelen m.b.v. de A1 and A2
toetsen Lights ON en Lights OFF toets van de (=HC, UC=1 + UC=2)
sleutelhangerafstandsbediening
Uitloopvertraging Verlichting schakelt aan tijdens de A1 en A2
uitloopvertraging
Alarmverlichting Bij een alarm knippert de verlichting A1 en A2
gedurende 4 minuten en blijft daarna (=HC, UC=1 + UC=2)
branden
Status indicatie De verlichting is ingeschakeld wanneer het B4
Systeem ingeschakeld is op de ARM AWAY (=HC+1, UC=4)
mode
Externe Sirene PH7208 Extra sirene 110dB A1 of A2
(=HC, UC=1 + UC=2)
Externe Sirene SH10 Remote Chime B5
(=HC+1, UC=5)
Extra universele Uw eigen sirene aangesloten op een AM12 B6
sirene of AD10 module (=HC+1, UC=6)
Huis Automatisering Huis Automatisering functies in reactie B7 – B12
op zone 27-32 (=HC+1, UC=7-12)
Thermostaten Thermostaat Adressen B13 B16
(=HC+1, UC=13-16)
Bij deze tabel wordt uitgegaan van een ongewijzigde instelling voor het basisadres (HC=A,
UC=1) in de centrale.
10.6 Basisadres voor Huis Automatisering mogelijkheden
Op de SC28 wordt een basisadres ingesteld om de besturing van verschillende Huis
Automatisering modules mogelijk te maken. Standaard staat het basisadres A1 ingesteld. De A
in dit adres noemen we de Huis Code. De Huis Code van de centrale, de afstandsbedieningen
en de Huis Automatiseringmodules moeten normaal gesproken allemaal op dezelfde code
ingesteld staan. De 1 in het basisadres noemen we de Unit Code. Wanneer uw buren ook een
beveiligingssysteem hebben, kan het nodig zijn om het basisadres en de adressen van uw X10
28-6-2011 102 033000=13069F
modules te wijzigen. Wanneer u de Huis Code van de centrale verandert, veranderen
daardoor ook de adressen van de Huis Automatiseringfuncties (zie 10.5).
Zo kan de Huis Code verandert worden:
1. Om toegang te krijgen tot het menu, de menu of toets indrukken. Het display geeft
nu het volgende weer: PIN INVOEREN.
2. Voer uw 4-cijferige PIN-code in (fabrieksinstelling 0000. Zie 8.3 voor het wijzigen van de PIN-
code). Voor elk ingegeven cijfer verschijnt een * in het display.
3. Wanneer de PIN-code correct is ingevoerd verschijnt het woord INSTALL in het display.
4. Blader met de toetsen menu / naar menu-item 7: OPTIES. Druk op OK om dit menu-item te
selecteren. U kunt ook direct naar dit menu-item gaan door 7 in te geven via het toetsenbord.
5. Blader met de toetsen menu / naar menu-item HUIS CODE. Druk op OK om dit menu-item
te selecteren.
6. Kies met behulp van de toetsen menu / de gewenste nieuwe Huis Code en druk op OK.
7. Druk op de toets CLEAR om het menu te verlaten.
Had u reeds een aantal X10 modules geïnstalleerd voordat u uw beveiligingssysteem
installeerde? Dan kan het wenselijk zijn om de basis Unit Code van het systeem aan te passen.
Hierdoor hoeft u de adressen van uw bestaande systeem niet te wijzigen.
Zo verandert u de Unit Code:
1. Om toegang te krijgen tot het menu, de menu of toets indrukken. Het display geeft
nu het volgende weer: PIN INVOEREN.
2. Voer uw 4-cijferige PIN-code in (fabrieksinstelling 0000. Zie 8.3 voor het wijzigen van de PIN-
code). Voor elk ingegeven cijfer verschijnt een * in het display.
3. Wanneer de PIN-code correct is ingevoerd verschijnt het woord INSTALL in het display.
4. Blader met de toetsen menu / naar menu-item 7: OPTIES. Druk op OK om dit menu-item te
selecteren. U kunt ook direct naar dit menu-item gaan door 7 in te geven via het toetsenbord.
5. Blader met de toetsen menu / naar menu-item UNIT CODE. Druk op OK om dit menu-item
te selecteren.
6. Kies met behulp van de toetsen menu / de gewenste nieuwe Unit Code en druk op OK.
7. Druk op de toets CLEAR om het menu te verlaten.
Wanneer u de Unit Code van de centrale instelt op b.v A16, dan krijgt de comfortverlichting
adres A16 en A1.
10.7 Thermostaten, temperatuur controle op afstand
Elke bij het Console geregistreerde thermostaat zendt gegevens naar het console. Deze
gegevens bestaan uit de gemeten omgevingstemperatuur als ook de verschil temperatuur,
die als actie omgezet wordt in een AAN of UIT commando. In het console is via het menu
OPTIES een comfort instelling per thermostaat (zone) alsook een algemene ECO
(economisch) en VORST niveaustand in te stellen.
Als het console staat ingesteld op UITGESCHAKELD
of ARM HOME (DEELALARM), zal het de
toegewezen X10 module AAN of UIT sturen, afhankelijk van de omgevingstemperatuur en de
betreffende comfortinstelling. Bijvoorbeeld, in geval van verwarmen zal wanneer de
Comfortinstelling hoger is dan de gemeten omgevingstemperatuur, het console een AAN
commando sturen naar de betreffende X10 module die verbonden is met de heater.
Wanneer het console in ARMED AWAY (INGESCHAKELD) staat, wordt standaard de comfort
instelling zoals ingegeven in de thermostaat gehandhaafd, echter biedt het systeem de
mogelijkheid om een energiebesparende stand aan te nemen als gevolg van een
temperatuur verlaging. Deze ECO of VORST stand geldt voor alle geregistreerde thermostaten
(temperatuur zones).
28-6-2011 103 033000=13069F
Stel dat de omgevingstemperatuur 20°C is, en de comfort instelling van thermostaat 1 is 24°C:
het console zal een AAN commando sturen naar de module die gekoppeld is aan TS1 (B13).
Wanneer het systeem nu geactiveerd wordt, en de ECO stand is op 15°C ingesteld, zal het
systeem een UIT commando sturen naar het respectievelijke adres.
Wanneer een timer gebruikt wordt om een temperatuur instelling te maken, en bijvoorbeeld
COMFORT 2 (behorend bij thermostaat 2) is ingesteld op 22°C, en de gemeten temperatuur
door deze thermostaat is wederom 20°C, zal het console een AAN commando sturen naar de
module behorend bij T2 (B14).
Overzicht van temperatuur niveaus en instellingen:
Niveau Instelling Kan gebruikt worden:
Omgevingstemperatuur Gemeten door elke thermostaat Altijd
afzonderlijk
Thermostaat Comfort In te stellen per thermostaat Normaal / Altijd
Instelling
Console Comfort Instelling* In te stellen per thermostaat T1-T4 Alleen bij gebruik
timers
Console ECO instelling Algemeen voor thermostaat T1-T4 Ingeschakeld/ timers /telef.
Console VORST instelling Algemeen voor thermostaat T1-T4 Ingeschakeld/ timers /telef.
* De Comfort instellingen die per thermostaat ingegeven kunnen worden in het console,
worden dus enkel en alleen met timers gebruikt (zie hfst. 7.8).
Om de diverse temperatuurniveaus in te stellen volgt u de volgende procedure:
1. Om toegang te krijgen tot het menu, de menu of toets indrukken. Het display geeft nu
het volgende weer: PIN INVOEREN.
2. Voer uw 4-cijferige PIN-code in (fabrieksinstelling 0000. Zie 8.3 voor het wijzigen van de PIN-
code). Voor elk ingegeven cijfer verschijnt een * in het display.
3. Wanneer de PIN-code correct is ingevoerd verschijnt het woord INSTALL in het display.
4. Blader met de toetsen menu / naar menu-item 7: OPTIES. Druk op OK om dit menu-item te
selecteren. U kunt ook direct naar dit menu-item gaan door 7 in te geven via het toetsenbord.
5. Blader met de toetsen menu / naar menu-item SET COMFORT. Druk op OK om dit menu-
item te selecteren.
6. Kies met behulp van de toetsen menu / het gewenste in te stellen temperatuurniveau,
COMFORT1, COMFORT2, …, COMFORT4, voor respectievelijk Thermostaat 1-4, ECO en VORST en
druk op OK.
7. Gebruik het numerieke keyboard om de juiste absolute waarde voor de temperatuur in te
geven.
8. Druk op de toets CLEAR om het menu te verlaten.
De instellingen en de werking van de TS10 Thermostaat (Digimax) zijn beschreven in de
bijbehorende handleiding. Heeft u deze niet, neem dan contact op met uw lokale dealer of
kijk voor meer info op de website van www.bmbelectronics.eu
.
De zogenaamde temperatuur-setbacks (verlaging) kunnen gebruikt worden wanneer het
systeem geactiveerd is via de ARM AWAY mode, of via de inbelfunctie. De te kiezen opties
volgen aan de hand van het aantal toetsdrukken bij activeren van het alarm:
-Een maal drukken op ARM AWAY: de comfort instellingen als ingegeven in de afzonderlijke
thermostaten blijven gehandhaafd.
-Twee maal drukken: Alle thermostaten (zones) worden in ECO stand gezet.
-Derde maal drukken om alles in VORST instelling te plaatsen.
28-6-2011 104 033000=13069F
11. Telefoonfuncties
11.1 Opbellen naar het systeem
De SC28 alarmcentrale is voorzien van een inbelfunctie. Hiermee kunt u vanaf iedere
druktoetstelefoon of GSM uw centrale op afstand bedienen. Bovendien kunt u uw verlichting
en apparatuur via de telefoon besturen. Het systeem heeft een ingebouwde spraakchip
(Engelstalig) die u in gesproken tekst door de menu´s begeleidt.
11.2 Activeren van de inbelfunctie
De inbelfunctie is fabrieksmatig uitgeschakeld. U kunt deze functie via het menu OPTIES / INBEL
TYPE inschakelen. U heeft daarbij de keuze uit de 3 volgende mogelijkheden:
INBEL AAN: de inbelfunctie is ingeschakeld. De tijdsduur voordat de centrale de telefoon
aanneemt is instelbaar in het menu VERTRAGING / INBELVERT (zie 8.1). Standaard is deze tijd
ingesteld op 30 seconden. Wanneer u gebruik maakt van een antwoordapparaat of voice-
mail, adviseren wij u gebruik te maken van optie 3: VOICE MAIL.
INBEL UIT: de inbelfunctie is uitgeschakeld (standaard instelling).
VOICE MAIL: de inbelfunctie is ingeschakeld. Kies voor deze optie wanneer u gebruik maakt
van het voice-mail systeem van uw telecom leverancier. Om toegang te krijgen tot de
centrale belt u twee keer achter elkaar naar huis. De eerste keer laat u de telefoon 10
seconden overgaan. U hangt op en belt na 10 seconden (maar binnen 30 seconden) weer
naar huis. De centrale neemt nu op na 3x overgaan.
Het instellen gaat als volgt:
1. Om toegang te krijgen tot het menu, de menu of toets indrukken. Het display geeft
nu het volgende weer: PIN INVOEREN.
2. Voer uw 4-cijferige PIN-code in (fabrieksinstelling 0000. Zie 8.3 voor het wijzigen van de PIN-
code). Voor elk ingegeven cijfer verschijnt een * in het display.
3. Wanneer de PIN-code correct is ingevoerd verschijnt het woord INSTALL in het display.
4. Blader met de toetsen menu / naar menu-item 7: OPTIES. Druk op OK om dit menu-item te
selecteren. U kunt ook direct naar dit menu-item gaan door 7 in te geven via het toetsenbord.
5. Blader met de toetsen menu / naar menu-item INBEL TYPE. Druk op OK om dit menu-item
te selecteren.
6. U kunt nu kiezen tussen INBEL AAN, INBEL UIT en VOICE MAIL.
7. Blader met de toetsen menu / naar het gewenste menu-item en druk op OK.
8. Druk op de toets CLEAR om het menu te verlaten.
11.3 Alarmfuncties bedienen via een telefoon op afstand
1. Bel naar huis. De centrale neemt op.
2. U hoort "Please enter PIN". Geef nu uw PIN-code in.
3. Wanneer de PIN-code juist is, hoort u "PIN accepted". Wanneer de PIN-code niet juist is hoort
u "Error".
4. Druk op 0, gevolgd door * om uw beveiligingssysteem in te schakelen.
5. Druk op 0, gevolgd door # om uw beveiligingssysteem uit te schakelen.
Wanneer u op 9 9 gevolgd door * drukt, geeft de centrale zijn status door; dit kan zijn:
ARMED HOME:
Het systeem is ingeschakeld in de ARM HOME mode.
ARMED AWAY: Het systeem is ingeschakeld in de ARM AWAY mode.
DISARMED: Het systeem is uitgeschakeld.
EMERGENCY ALARM: Er is een alarm veroorzaakt door een PANIEKTOETS van een
afstandsbediening of een optionele (draadloze) sensor.
ALARM IN ZONE 3: (voorbeeld met zone 3) Er is een alarm veroorzaakt door de sensor
in zone 3 (draadloze sensor of noodsensor).
11.4 Verlichting en apparatuur bedienen via een telefoon op afstand
1. Bel naar huis. De centrale neemt op.
2. U hoort "Please enter PIN". Geef nu uw PIN-code in.
28-6-2011 105 033000=13069F
3. Wanneer de PIN-code juist is, hoort u "PIN accepted". Wanneer de PIN-code niet juist is hoort
u "Error".
4. Druk op 4 *: de X10 module met Unit Code 4 wordt ingeschakeld. U hoort "4 ON" als
bevestiging.
5. Druk op 4 #: de X10 module met Unit Code 4 wordt uitgeschakeld. U hoort “4 OFF” als
bevestiging.
11.5 Temperatuur instelling bedienen via een telefoon op afstand
1. Bel naar huis. De centrale neemt op.
2. U hoort "Please enter PIN". Geef nu uw PIN-code in.
3. Wanneer de PIN-code juist is, hoort u "PIN accepted". Wanneer de PIN-code niet juist is hoort
u "Error".
4. Druk op 8 8 gevolgd door * om de comfort instelling te kiezen.
5. Druk op 8 8 gevolgd door # om het systeem terug te zetten naar ECONOMISCH of VORST.
De thermostaat instellingen 88* en 88# werken alleen wanneer het systeem geactiveerd is via
de ARM AWAY mode, anders hoort u een fout melding.
Zodra u de temperatuurinstelling per telefoon gaat wijzigen, “overruled” u als het ware de
instelling die u vooraf gemaakt heeft. Kort gezegd komt het er op neer dat u nu alleen de
mogelijkheid heeft uit de keuze tussen Comfort temperatuur per thermostaat (zoals ingesteld
in het optie menu), en de Eco en Vorst stand die geldt voor alle geregistreerde thermostaten.
Daarnaast “overruled” een telefonische verandering de timer settings die wellicht gemaakt
zijn. Telefoon is dus altijd de MASTER instelling.
12. Batterijen vervangen
Bij normaal gebruik gaan batterijen van de sensoren en afstandsbedieningen ongeveer een
jaar mee. De levensduur van de batterijen is echter afhankelijk van hoe vaak de sensor
geactiveerd wordt.
Gebruik voor de sensoren en afstandsbedieningen bij voorkeur Alkaline batterijen, maar in
ieder geval nooit oplaadbare batterijen (oplaadbare batterijen hebben doorgaans een te
lage spanning en raken, ook bij een minimale stroomafname, binnen enkele maanden leeg).
Centrale - 4xAA Oplaadbare batterij (ingebouwd)
De noodstroom batterijen in de centrale zorgen ervoor dat tijdens spanningsuitval het
complete systeem zo´n 12 uur operationeel blijft (als er geen alarm optreedt).
Wanneer er tijdens een stroomstoring een alarm optreedt, zal de centrale bewust de
sirene niet in werking stellen om batterijen te sparen. De telefoonkiezer zal gewoon
functioneren.
Wanneer zowel de spanning uitvalt en de noodstroom batterijen leeg zijn, blijven toch
alle instellingen bewaard omdat deze geprogrammeerd worden in een niet vluchtig
geheugen (EEPROM). In deze situatie zult u de klok opnieuw moeten instellen.
Bij het bewust voor langere tijd afschakelen van de spanning (b.v. bij een verbouwing)
dient u de batterijen uit de centrale te nemen om onnodig leeglopen te voorkomen.
Wanneer de noodstroom batterijen leeg raken of niet geïnstalleerd zijn, gaat op de
centrale de Batterij-indicator branden.
Wanneer u tijdens het verwisselen van de batterijen het klepje van uw centrale opent,
verschijnt het woord SABOTAGE in het display. Nadat u de batterijen hebt geïnstalleerd en het
klepje heeft gesloten geeft u uw PIN-code in (fabrieksinstelling 0000, zie 8.3) om het woord
SABOTAGE
te laten verdwijnen.
Sleutelhangerafstandsbediening KR18 - 2xCR2016 batterij
De KR18 wordt geleverd met volle batterijen. Wanneer de indicator op de KR18 zwak gaat
branden, dienen de batterijen vervangen te worden.
28-6-2011 106 033000=13069F
Open hiervoor de achterzijde van de afstandsbediening met uw nagels of een kleine
schroevendraaier. Gebruik CR2016, 3V lithium batterijen (2x).
Om de unieke code van de afstandsbediening te behouden dienen de batterijen binnen
30 seconden vervangen te worden.
Mocht na het verwisselen van de batterijen de centrale niet reageren op de
afstandsbediening, druk dan gedurende 4 seconden op de ARM toets van de
afstandsbediening om de afstandsbediening opnieuw te activeren. Laat de toets los. U
dient de afstandsbediening nu opnieuw aan te melden via de procedure beschreven in
3.1.2.
Bij het indrukken van de ARM toets dien de LED een aantal maken snel te knipperen. Wanneer
de LED alleen AAN gaat, dient u de KR18 opnieuw te activeren
Comfortafstandsbediening SH600 - 4x AAA batterij
Wanneer de indicator op de SH600 zwak gaat branden, dienen de batterijen vervangen te
worden.
Zet allereerst de schakelaar aan de voorzijde van de afstandsbediening in de stand SEC.
Open nu het batterijvak aan de achterzijde van de afstandsbediening, en vervang de
batterijen binnen 30 seconden.
Mocht na het verwisselen van de batterijen de centrale niet reageren op uw
afstandsbediening, druk dan op de PANIC toets van de afstandsbediening. U dient de
afstandsbediening nu opnieuw aan te melden via de procedure beschreven in 3.1.2.
Deur/raamsensor DS18 - 2xAAA batterij en Bewegingsmelder MS18 - 2x AA batterij
De batterijconditie van de DS18 en MS18 sensoren wordt bewaakt door de centrale. Wanneer
de batterijen zwak worden, geeft de centrale de melding PROBLEEM en het betreffende
zonenummer knippert.
DS18: Normaal gesproken blijft bij het verwisselen van de batterijen de unieke code van
de sensor bewaard (steek daarvoor de nieuwe batterijen binnen 30 seconden in de
sensor). Na het vervangen van de batterijen kunt u controleren of de sensor zijn unieke
code heeft behouden. Dit doet u door uw deur of raam te openen. Wanneer de sensor
zijn code heeft onthouden ziet u op het display van de centrale ZONE x OPEN (x is het
zonenummer van uw sensor). Wanneer u niets ziet gebeuren, dient u de deur/raamsensor
opnieuw aan te melden (zie 4.1.3). Wis de zone die u niet meer gebruikt (zie 9.7) of
installeer de sensor in dezelfde zone als u voorheen had gedaan.
MS18: Normaal gesproken blijft bij het verwisselen van de batterijen de unieke code van
de sensor bewaard (steek daarvoor de nieuwe batterijen binnen 30 seconden in de
sensor). U kunt dit controleren door uw systeem in te schakelen op ARMED AWAY.
Wanneer de sensor zijn code heeft onthouden ziet gaat het alarm af wanneer u door de
sensor loopt. Wanneer er niets gebeurt, dient u de bewegingsmelder opnieuw aan te
melden (zie 4.2.3). Wis hiervoor de betreffende zone (zie 9.7) en meld de sensor opnieuw
aan (zie 4.2.3).
13. Veel gestelde vragen
Het beveiligingssysteem werkt niet:
Controleer of u tekst ziet op het display van de centrale. Zo niet: controleer of de
voedingsadapter op het lichtnet is aangesloten, of de netsnoer goed in de adapter is
gestoken en of de stekker goed op de centrale is aangesloten.
Controleer of u het systeem vanaf de centrale kunt bedienen. Zo ja, test dan de
afstandsbediening door te controleren of de controle indicator op de afstandsbediening
aangaat wanneer u bijvoorbeeld de ARM toets indrukt.
Vervang indien nodig de batterijen en installeer de afstandsbediening opnieuw.
Als een zone-indicator langzaam knippert
Een van de sensoren of bewegingsmelders heeft reeds langere tijd geen contact gemaakt
met het basisstation. Controleer de batterijen in de sensor of bewegingsmelder. Wis eventueel
28-6-2011 107 033000=13069F
de zone en meld de sensor opnieuw aan. Verplaats de sensor zodat het signaal de centrale
makkelijker kan bereiken.
Wanneer er een fout wordt geconstateerd tijdens het inschakelen van het alarm dan hoort u
een repeterend tweetonig ‘foutsignaal’. Wanneer een sensor meldt dat er een probleem is
geconstateerd (b.v. raam open), dan kunt u ervoor kiezen om deze sensor niet te activeren. U
dient dan tijdens de weergave van het tweetonige ‘foutsignaal’ de toets CLEAR in te drukken
en daarna het alarm opnieuw in te schakelen. De zone-indicator van de betreffende sensor
knippert snel.
Als een zone-indicator snel knippert
U heeft de CLEAR- knop ingedrukt om het beveiligingssysteem te activeren terwijl een sensor of
bewegingsmelder een probleem aangaf. Verhelp de oorzaak van het probleem (sluit het
raam, vervang de batterijen, etc.) om deze zone te activeren.
U hoort een repeterend eentonig signaal bij het inschakelen van het alarm
Dit is de normale werking van het systeem. Bij het inschakelen van het alarm heeft u door een
uitloopvertraging een minuut de tijd om uw woning te verlaten. U kunt desgewenst deze
vertraging aanpassen (zie 8.1). Na een minuut stopt de repeterende toon en schakelt het
systeem in.
Als u het licht niet aan of uit kunt zetten met de Lights ON of Light OFF toets van de
afstandsbediening
Zorg ervoor dat de Huis Code van de centrale op A staat en de Unit Code op 1 (zie 10.6). Zet
de draaischakelaartjes van uw Lamp-/Dimmermodule op Huis Code A en op Unit Code 1.
Zorg er tevens voor dat de lamp welke is aangesloten op de Lamp-/Dimmermodule aan staat,
en dat de lamp zelf werkt. Gebruik een ander stopcontact. Controleer of de indicator van de
afstandsbediening aangaat op het moment dat u op de knop drukt. Vervang indien nodig de
batterij(en).
Bij gebruik van meerdere fasen in uw woning kan het nodig zijn om deze fasen voor X10
signalen te koppelen. Kijk op www.bmbelectronics.eu
voor meer informatie.
U kunt de SH600 comfortafstandsbediening niet aanmelden bij de centrale
Verwijder de batterijen uit de afstandsbediening. Druk gedurende enkele seconden op een
van de toetsen. Zet de schakelaar in de stand SEC. Plaats de batterijen terug. Druk op de toets
PANIC totdat de indicator knippert. Meld nu de afstandsbediening aan bij de centrale.
Er treedt een vals alarm op
Hang bewegingsmelders niet in het directe zonlicht. Hang bewegingsmelders zo op dat ze niet
in de richting van een verwarming of andere warmtebron kijken.
Is de MS18 huisdiervriendelijk ?
Nee. De MS18 is niet specifiek huisdiervriendelijk. Zulke bewegingsmelders bestaan echter wel
(niet draadloos overigens). Uw beveiligingscentrale is voorzien van een externe ingang voor het
aansluiten van bedrade sensoren (zie 9.3). U kunt de melder ook aansluiten op het extra
contact van de DS18 sensor (9.4).
28-6-2011 187 033000=13069F
CE DECLARATION OF CONFORMITY
UK - We, BMB Electronics BV, Kortakker 10 – 4264 AE Veen – The Netherlands, herewith declare that the
following designated product BS880, is in compliance with the essential requirements and other relevant
provisions of Directive 1999/5/EC.
DE - Wir, BMB Electronics BV, Kortakker 10 – 4264 AE Veen – The Netherlands, erklären hiermit die
Übereinstimmung des Gerätes BS880 mit den grundlegenden Anforderungen und anderen relevanten
Festlegungen der Richtlinie 1999/5/EC.
NL - Hierbij verklaart BMB Electronics BV, Kortakker 10 – 4264 AE Veen – Nederland, dat de BS880 in
overeenstemming is met de essentiële eisen en de andere relevante bepalingen van richtlijn 1999/5/EG
FR - Nous, BMB Electronics BV, Kortakker 10 – 4264 AE Veen – The Netherlands, déclarons que le produits
suivantes: BS880 est dans la conformité avec les exigences essentielles et aux autres dispositions pertinentes
de la directive 1999/5/CE.
PT - Nós, BMB Electronics BV, Kortakker 10 – 4264 AE Veen – The Netherlands, certificamos que o BS880
cumpre os requisitos essenciais e outros aspectos relevantes previstos pela Directiva 1999/5/EC. A
declaração de conformidade completa está disponível através de pedido.
Product category : general consumer (category 3).
Date: 20-08-2003 Peter Schoon - Product Manager BMB
Device: The use of the symbol indicates that this product may not be treated as household
waste. By ensuring this product is disposed of correctly, you will help prevent potential
negative consequences for the environment and human health, which could otherwise be
caused by inappropriate waste handling of this product. For more detailed information about
recycling of this product, please contact your local city office, your household waste disposal
service or the shop where you purchased the product.
Batteries: Do not dispose of used batteries in the household rubbish!
They should be deposited at a collection point for used batteries.

Documenttranscriptie

Gebruiksaanwijzing Inhoudsopgave 1. Het PROTECTOR+ Beveiligingsysteem 1.1 Belangrijke eigenschappen en functie omschrijving 1.2 Bereik van signalen 2. Het Basis Console SC28 2.1 Installeren van het SC28 Basis Console 2.1.1 Aansluiten van telefoonsnoer 2.1.2 Aansluiten van de netvoeding 2.1.3 Plaatsen van de noodstroom / back-up batterijen 2.2 Het Basis Console plaatsen en monteren 2.3 De Menu’s 2.3.1 Taalkeuze 2.3.2 Het Nederlandstalige menu 3. Installeren van Afstandsbedieningen 3.1 Sleutelhangerafstandsbediening KR18 3.1.1 In gebruik nemen van de sleutelhangerafstandsbediening 3.1.2 Aanmelden van de sleutelhangerafstandsbediening 3.2 Comfortafstandsbediening SH600 3.2.1 In gebruik nemen van de comfortafstandsbediening 3.2.2 Aanmelden van de comfortafstandsbediening 4. Installeren van sensoren 4.1 Deur/Raamsensor DS18 4.1.1 Montage van de Deur/Raamsensor DS18 4.1.2 In gebruik nemen van de Deur/Raamsensor 4.1.3 Aanmelden van een Deur/Raamsensor 4.1.4. Uitbreiden van de Deur/Raamsensor DS18 met een draadgebonden sensor 4.2 Bewegingsmelder MS18 4.2.1 Montage van de Bewegingsmelder MS18 4.2.2 In gebruik nemen van de bewegingsmelder 4.2.3 Aanmelden van een bewegingsmelder 4.3 Uitbreiding met optionele (draadloze) Noodsensoren 4.3.1 Aanmelden van een optionele Noodsensor 4.4 Thermostaat TS10 (optioneel) 4.4.1 Aanmelden van een Thermostaat TS10 4.4.2 Het gebruik van Thermostaten 5. Instellen van het Basis Console (SC28) 5.1 Instellen van de klok 5.2 Opslaan van telefoonnummers 5.3 Opnemen van een eigen meldtekst 6. De werking van het Protector+ Systeem 6.1 Het alarm inschakelen 6.2 Paniekalarm 6.3 Wat er gebeurt tijdens een alarm 6.4 Het alarm uitschakelen 6.5 Foutmeldingen 7. Preventieve beveiliging & comfort - "Home Automation" 7.1 Inleiding 7.2 Adressering van uw modules 7.3 Installeren van de LM12 Lamp-/Dimmermodule (optioneel) 7.4 Alarmfuncties van de Lamp-/Dimmermodules 7.5 Comfortfuncties van de KR18 sleutelhangerafstandsbediening 28-6-2011 73 033000=13069F 7.6 Comfortfuncties van de SH600 comfortafstandsbediening 7.7 Comfortfuncties op het Basis Console SC28 7.8 Timerinstellingen voor Huis Automatisering en Comfort 7.8.1 Instellen van de Timer Modus 7.8.2 Timerinstellingen maken 7.9 Verwijderen van een Timer 8. Geavanceerde systeemfuncties 8.1 Instellen van de vertragingstijden 8.2 Het geheugen van het Basis Console leegmaken 8.3 Wijzigen van de toegangscode (PIN) 9. Geavanceerde beveiligingsfuncties 9.1 Uitschakelen van de sirene voor stil alarm 9.2 Inschakelen van het bel signaal 9.3 Bedrade ingangen gebruiken 9.4 Uitbreiden van de deur/raamsensor DS18 met een draadgebonden sensor 9.5 Noodsensoren 9.6 Sensoren 27-32 AAN/UIT Huis Automatisering functie 9.7 Afmelden van een Deur/Raamsensor en Bewegingsmelder 9.8 Alarm bij langdurige stroomuitval 10. Geavanceerde Huis Automatiseringfuncties 10.1 De status van het systeem kunnen zien 10.2 Een extra sirene installeren (PH7208 / SH10) 10.3 Een externe universele sirene gebruiken 10.4 Transceiverfunctie (RF naar X10 PLC conversie) 10.5 Alle Huis Automatiseringfuncties op een rij 10.6 Basisadres voor Huis Automatiseringmogelijkheden 10.7 Thermostaten, Temperatuur beheersing (op afstand) 11. Telefoonfuncties 11.1 Op het systeem inbellen 11.2 Activeren van de inbelfunctie 11.3 Alarmfuncties bedienen op afstand, via een telefoon 11.4 Verlichting en apparatuur bedienen op afstand, via een telefoon 11.5 Thermostaat instellingen wijzigen op afstand, via een telefoon 12. Batterijen vervangen 13. Veel gestelde vragen Introductie en Inleiding Hartelijk dank voor de aankoop van dit PROTECTOR+ beveiligingssysteem. Dit product is met zorg gefabriceerd en is van hoge kwaliteit. Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door en volg de aanwijzingen zorgvuldig op. Veiligheidswaarschuwingen • Om kortsluiting te voorkomen, dient dit product uitsluitend binnenshuis gebruikt te worden, en alleen in droge ruimten. Stel de componenten niet bloot aan regen of vocht. Niet naast of vlakbij een bad, zwembad, etc. gebruiken. • Vermijd hoge luchtvochtigheid en extreem hoge temperaturen, alsook ruw gebruik. • Het product nooit openmaken: de apparatuur bevat onderdelen waarop levensgevaarlijke spanning staat. • Laat reparatie of service alleen over aan deskundig personeel. Defecte onderdelen mogen alleen vervangen worden door oorspronkelijke onderdelen. • Netadapter: Sluit de netadapter pas op het lichtnet aan nadat u hebt gecontroleerd of de netspanning overeenkomt met de waarde die op de typeplaatjes is aangegeven. Sluit een netadapter of netsnoer nooit aan wanneer deze beschadigd is. Neem in dat geval contact op met uw leverancier. 28-6-2011 74 033000=13069F • • Batterijen: houdt batterijen buiten bereik van kinderen. Lever batterijen in als klein chemisch afval. Gebruik nooit oude en nieuwe batterijen of verschillende typen batterijen door elkaar. Bij het installeren van de batterijen dient u te letten op de polariteit (+ en -). Verwijder de batterijen uit de afstandsbediening wanneer deze voor langere tijd niet gebruikt wordt. Let er op dat de batterijen niet kortgesloten worden of blootgesteld aan vuur (in verband met ontploffingsgevaar). Bij oneigenlijk gebruik, zelf aangebrachte veranderingen of reparaties, komen alle garantiebepalingen te vervallen. De leverancier aanvaardt geen productaansprakelijkheid bij onjuist gebruik van het product of door gebruik anders dan waarvoor het product is bestemd. De leverancier aanvaardt geen aansprakelijkheid voor volgschade anders dan de wettelijke productaansprakelijkheid. 1. Het Protector+ Beveiligingssysteem De inhoud van uw set: Het systeem zorgt voor een effectieve beveiliging van uw woning. In de verpakking treft u de volgende componenten aan: 1. Basis Console SC28 2. Bewegingsmelder MS18 3. Deur/Raamsensor DS18 4. Sleutelhangerafstandsbediening KR18 5. Lamp-/Dimmer module LM12 of Apparaat module AM12 6. Comfort Systeemafstandsbediening SH600 7. Voedingsadapter PS18 8. Set toebehoren: batterijen, telefoonsnoer, telefoonstekker 9. Optionele accessoires Opmerking: Kijk op het label van de verpakking voor de correcte setinhoud. Alle onderdelen van het Protector+ systeem zijn los leverbaar en zijn compatibel met het Protector+ systeem. 1.1 Belangrijke eigenschappen • Bij onraad wordt u direct telefonisch gewaarschuwd, waar u ook bent. De ingebouwde telefoonkiezer (Toon en Puls systeem) kan 6 verschillende telefoonnummers bellen. • Degene die gebeld wordt ontvangt gesproken meldingen via de telefoon voor inbraakalarm, nood alarm en in het geval van langdurige stroomuitval (>15min). 3 verschillende alarmteksten: zelf ingesproken bericht, en voor-gedefinieerde boodschap in geval van noodsensor of stroomuitval Bij alarm kunt u met uw telefoon luisteren naar wat er zich in uw woning afspeelt. • Intelligente sensorbewaking: functies en batterijstatus worden in de gaten gehouden door de centrale. 28-6-2011 75 033000=13069F • • • • • • • • • • • • • • Meertalige menusturing maakt installatie en bediening zeer eenvoudig. Tot 30 draadloze sensoren aanmelden bij de centrale. Daarnaast zijn twee ingangen beschikbaar voor draadgebonden sensoren (zone 31+32). Sensoren aanmerkbaar om altijd te reageren, ook wanneer het alarm systeem uitgeschakeld is. Meerdere partities (deel alarm) in te schakelen. Inschakelen van de buitenschil van de woning, combinatie van een aantal bewegingsdetectoren en de complete buitenschil, of geheel ingeschakeld. Aankomstvertraging instelbaar (ook voor bewegingsensoren aangemeld op zone 15 en 16). Tot 16 draadloze afstandsbedieningen te gebruiken (bijvoorbeeld KR18/KR28/SH600). Stil alarm mogelijk (geen sirene). Ingebouwde sirene uitbreidbaar met extra sirene PH7208 en/of SH10. Inbelmogelijkheid: door naar het systeem toe te bellen kunt u op afstand uw systeem bedienen en de status opvragen. Het SC28 Basis Console is ook geschikt om Huisautomatisering functies en Temperatuur controle uit te voeren. 7 dagen Timer; gebeurtenissen op te programmeren tijdstippen laten plaatsen, eenmalig, wekelijks of willekeurig (14 timer punten vrij indeelbaar). Preventieve beveiliging, door zogenaamde “LIVED IN LOOK”: verlichting wordt op intelligente wijze geschakeld zodat het altijd lijkt of u thuis bent. Basis Console kan werken met TS10 Thermostaat. Tot 4 verschillende temperatuurszones in te stellen. Een Comfort temperatuur per Thermostaat en een generale Economisch en Vorst niveau in te stellen. Energiebesparend: tijdens het inschakelen van het alarm treden de temperatuur verlagingen in. Keuze uit schakelen naar Economisch of Vorst niveau, of het behouden van de Comfort instellingen. Inbellen op het systeem om temperatuurzones te schakelen, zonder het systeem te hoeven uitschakelen. Logboek (laatste 40 alarmmeldingen) Oplaadbare batterijen geïnstalleerd in het Console (voor backup en continue werking, bv bij stroom uitval) 1.2 Bereik van signalen De sensoren hebben een bereik van 100 meter in open veld. Muren, plafonds en andere grote objecten zullen het bereik beïnvloeden. Het bereik is afhankelijk van de woonsituatie en de gebruikte materialen in het te bewaken object. Een andere factor welke het bereik nadelig kan beïnvloeden is de aanwezigheid van andere hoogfrequente (stoor)signalen op eenzelfde frequentie (433MHz). RF draadloze hoofdtelefoons en draadloze luidsprekers kunnen het bereik beïnvloeden. Deze zullen echter geen vals alarm veroorzaken. Draadloze (DECT) telefoons of draadloze W-LAN netwerken beïnvloeden het systeem niet. 28-6-2011 76 033000=13069F 2. Het SC28 Basis Console (1) Display. (2) ARMED Indicator Brandt wanneer het alarm is ingeschakeld. (3) Ingebouwde Sirene. (4) BATTERY indicator Brandt wanneer de back-up batterijen leeg zijn of niet zijn geïnstalleerd. (5) Sabotagecontact. (6) Aansluiting voor voedingsadapter. (7) ARM HOME toets Alarmfunctie voor als u thuis bent. Alle deur/raamsensoren worden geactiveerd, terwijl de bewegingsmelders uit blijven. (8) Ingebouwde luidspreker. (9) ARM AWAY toets Volledig alarm. Alle sensoren worden geactiveerd. (10) Ingebouwde microfoon. (11) Bedrade ingangen. (12) Aansluitpunt voor telefoonsnoer. (13) Plaats voor noodstroombatterijen. ALLEEN HERLAADBARE BATTERIJEN GEBRUIKEN! (14) Toetsenbord. (15) Menu Start ↑ Oproepen van het menu of stap omhoog in het menu. (16) Menu Start ↓ Oproepen van het menu of stap omlaag in het menu. (17) ON - inschakelen van een X-10 Module (zie 7.7). (18) OFF - uitschakelen van een X-10 Module (zie 7.7) . (19) OK - bevestigen van een instelling. (20) Clear / bypass - wissen van een instelling, naar een niveau hoger in het menu, bypass functie voor het uitschakelen van een sensor. 28-6-2011 77 033000=13069F Display: 1. Zonenummers: Elke sensor vertegenwoordigt een zgn. zone in het systeem. Er zijn 30 zones voor draadloze sensoren (nummers 1 - 30 in het display) en 2 zones voor draadgebonden sensoren (nummer 31 en 32 in het display). Zonenummer aan: Deur of raam staat open. Zonenummer knippert langzaam: Er is een probleem met de sensor (6.5). Zonenummer knippert snel: Deze sensor is uitgeschakeld door middel van de bypass functie (6.5). 2. Belsignaal / Gong ♫ Belsignaal ingeschakeld ♫ bij een uitgeschakeld alarmsysteem. Wanneer deze functie is ingeschakeld hoort u een “ding-dong” wanneer er iemand binnenkomt (9.2). 3. Ruimte voor menuteksten en klok 2.1 Installeren van de het Basis Console 2.1.1 Aansluiten van telefoonsnoer Open het bovenste klepje van de centrale. Sluit het telefoonsnoer aan op de daarvoor bestemde aansluiting (12). Aan de achterzijde van de centrale kunt u het snoertje geleiden door het achter de haakjes te plaatsen. In geval van een analoge telefoonaansluiting (Toon of Puls systeem) Klik het andere einde van het telefoonsnoer in de meegeleverde telefoonstekker en sluit deze aan op uw telefoondoos. U kunt eventueel uw telefoonstekker weer in de achterzijde van de bijgeleverde doorsteekstekker steken. In geval van een ISDN aansluiting of telefooncentrale Het Basis Console kan nooit rechtstreeks op een digitale ISDN-aansluiting worden aangesloten! Wanneer u een ISDN-aansluiting heeft, dient u de alarmcentrale aan te sluiten op een analoge poort van de ISDN-centrale. De meegeleverde RJ11 telefoonkabel past, zonder de telefoonstekker, direct in de analoge ingang van deze ISDN-centrale. Indien geen analoge ingangen beschikbaar zijn, kunt u een omvormer gebruiken (vraag uw telecomdealer). Veelal zal voor het uitbellen via de centrale een "0" ingetoetst moeten worden voor het verkrijgen van een buitenlijn. Deze "0" dient mee geprogrammeerd te worden met de telefoonnummers voor het uitbellen (zie 5.2) 2.1.2 Aansluiten van de voedingsadapter Sluit de netadapter aan op de daarvoor bestemde aansluiting (6). Steek de netadapter in een 230V stopcontact. Aan de achterzijde van de centrale kunt u het snoertje geleiden door het achter de haakjes te plaatsen. Zodra u het netsnoer aansluit en het bovenste klepje van uw centrale is open, verschijnt het woord TAMPER of SABOTAGE in het display. Nadat u het klepje heeft gesloten geeft u uw PIN-code in (fabrieksinstelling 0000, zie 8.3) om het woord TAMPER of SABOTAGE te laten verdwijnen. In het display verschijnt nu de tekst DISARMED of UITGESCHAKELD en u hoort een dubbele toon ter bevestiging. Opmerking1: Gebruik uitsluitend de meegeleverde voedingsadapter PS18. Opmerking2: Wanneer het systeem ingeschakeld is, en een stroomuitval plaatsvindt met een duur van meer dan 15 minuten, zal het systeem uitbellen en de meldtekst “POWER FAILURE” afspelen. 28-6-2011 78 033000=13069F 2.1.3 Plaatsen van de noodstroom batterijen Het Basis Console is standaard voorzien van herlaadbare batterijen. Verwijder het beschermingslabeltje “PULL” om deze te activeren. Wanneer de herlaadbare batterijen vervangen dienen te worden, gebruik dan enkel en alleen vergelijkbare typen. Let bij het installeren op de polariteit (+/-). Nadat u de batterijen hebt geïnstalleerd en het klepje heeft gesloten geeft u via het toetsenbord uw PIN-code in (fabrieksinstelling 0000, zie 8.3) om het woord SABOTAGE te laten verdwijnen. In het display verschijnt nu de tekst DISARMED / ALARM UIT en u hoort een dubbele toon ter bevestiging. 2.2 Het Basis Console en de Sensoren monteren Kies een geschikte plaats voor de centrale, rekening houdend met de aanwezigheid van een wandcontactdoos (230V) en een telefoonaansluiting. Voor optimaal bereik is het aan te bevelen de centrale zoveel mogelijk in het midden van het te beveiligen object te plaatsen. Op deze wijze is immers de afstand tussen de centrale en de sensoren zo kort mogelijk en maakt u optimaal gebruik van het bereik. Hierbij dient u ervoor te zorgen dat de centrale en de sensoren een Hoog Frequent signaal in een redelijk vrije baan naar elkaar kunnen sturen en dus niet te dicht bij grote metalen objecten geplaatst worden (radiatoren, koelkast, etc). U kunt de centrale op elke vlakke ondergrond plaatsen (tafel, console, etc) of aan de wand bevestigen. Wandmontage De centrale kan door middel van twee schroeven worden opgehangen. Aan de achterzijde van de centrale zijn hiervoor twee slotgaten aanwezig (hart tot hart afstand 96mm). Passende schroeven zijn meegeleverd. Plaatsing op een vlakke ondergrond Wanneer u ervoor kiest om de centrale niet op te hangen, kunt u de rubber dopjes (meegeleverd in uw verpakking) aanbrengen op de daarvoor bestemde plaatsen aan de onderzijde van uw centrale. De rubber dopjes zorgen ervoor dat de centrale niet gaat schuiven tijdens het bedienen. 2.3 De menu’s Nadat u de centrale heeft aangesloten verschijnt de tekst HOME CONTROL in het display. Op de onderste regel verschijnt de dag en de tijd (voor het instellen van de tijd, zie 5.1). Wanneer u niet de tekst HOME CONTROL maar SABOTAGE of TAMPER ziet staan, dient u het bovenste klepje van de centrale te sluiten. Nadat het klepje is gesloten geeft u de PIN-code in (fabrieksinstelling 0000, zie 8.3) om het woord SABOTAGE of TAMPER te laten verdwijnen. In het display verschijnt nu de tekst DISARMED / ALARM UIT en u hoort een dubbele toon ter bevestiging. Daarna verschijnt de tekst HOME CONTROL. 2.3.1 Taalkeuze Fabrieksmatig worden de menu-items in het Engels weergegeven. U kunt dit wijzigen naar Nederlands of een andere gewenste taal die beschikbaar is. Dit gaat als volgt: • Voor toegang tot het menu drukt u op de menu ↑/↓ toets. Het display geeft nu ENTER PIN. • Voer de 4-cijferige PIN-code in (fabrieksinstelling 0000. Zie 8.3 voor het wijzigen van de PIN-code). Voor elk ingegeven cijfer verschijnt een * in het display. Wanneer de PIN-code correct is ingevoerd verschijnt het eerste menu-item INSTALL in het display. • Blader met de toetsen ↑/↓ naar menu-item 7: OPTIONS. Druk op OK om dit menu-item te selecteren. U kunt ook direct naar dit menu-item gaan door 7 in te geven via het toetsenbord. 28-6-2011 79 033000=13069F • • • Blader met de toetsen menu ↑/↓ naar menu-item LANGUAGES / TAAL. Druk op OK om dit sub-menu te selecteren. Blader met de toetsen menu ↑/↓ naar de door u gewenste taal. Druk op OK om de door u gewenste taal te selecteren. Druk op CLEAR en daarna op 1 (=ja) om het menu te verlaten. 2.3.2 Het Nederlandstalige menu De menu-items van het Nederlandstalige menu: 1. INSTALL Aan- en afmelden van sensoren, afstandsbedieningen en thermostaten. 2. TIJDINGAVE Instellen van de klok (5.1). 3. TEL NUMM. Instellen van de telefoonnummers (5.2). Submenu: TEL 1 TEL 2 TEL 3 TEL 4 TEL 5 TEL 6 4. BERICHT Opnemen en weergeven van uw eigen gesproken boodschap (5.3). Submenu: 1. OPNEMEN van uw eigen gesproken bericht. 2. WEERGAVE Beluisteren van uw eigen gesproken bericht. 5. NIEUWE PIN Wijzingen van de PIN-code (8.3). 6. GEHEUGEN OPSCHONEN Sensoren, afstandsbedieningen, thermostaten, timers of alle instellingen wissen. Submenu: SENSOREN VERWIJDEREN Verwijderen van een aangemelde sensor. AFSTANDSBED. VERWIJDEREN Verwijderen van een aangemelde afstandbediening. TIMERS VERWIJDEREN Verwijderen van alle timerinstellingen in één keer. VERWIJDER ALLE THSTATS Verwijderen van alle aangemelde thermostaten LOGB WISSEN Verwijderen van de items in het LOGBOEK ALLES RESETTEN Het geheugen leegmaken. 7. OPTIES Submenu: BELSIGNAAL - BELSIGNAAL AAN/UIT bij uitgeschakeld systeem aan/uit (9.2). Als de gong is ingeschakeld, ziet u het symbooltje ♫ in het display. SIRENE - SIRENE AAN / SIRENE UIT Sirene uitschakelen voor stil alarm (9.1). HUIS CODE wijzigen van de Huis Code voor Huis Automatiseringfuncties (10.6). UNIT CODE wijzingen van de Unit Code voor Huis Automatiseringfuncties (10.6). INBEL TYPE - INBEL AAN / INBEL UIT / VOICE MAIL (11.2). SENSOR MODE Om sensoren te gebruiken als noodsensor. Zie (9.5). SENSOR 27 –32 – NO+ON/OFF Deze instelling wordt gebruikt om Huis Automatisering AAN en UIT commando’s te versturen als reactie op een alarm melding van een sensor. STEL COMFORT Instellen van COMFORT, ECONOMISCH en VORST temperatuur niveau. TAAL ENGLISH / FRANÇAIS / DEUTSCH / NEDERLANDS / ITALIANO / ESPANOL PORTUGUES / SVENSKA / ROMANA / TÜRKÇE. 28-6-2011 80 033000=13069F OPMERKING : Druk op “0” om de Tijd-modus in te stellen, en kies EURO 7 DAY voor alle features. 8. VERTRAGING Submenu: AANKOMSTVERT. De tijd die u krijgt om het systeem uit te schakelen na het betreden van uw woning (8.1). UITLOOPVERTR. Vertragingstijd voordat het systeem inschakelt bij het verlaten van uw woning (8.1). UITBELVERTR. Vertragingstijd voordat het systeem uitbelt bij alarm (8.1). INBELVERTR. Vertragingstijd voordat het systeem de telefoon beantwoord bij inbellen (8.1). 9. SET TIMER Submenu: NIEUWE TIMER Een nieuwe timer- of temperatuurinstelling maken (7.8). 10. EVENTS LOG BEKIJK LOG Overzicht van de laatste 40 alarm gebeurtenissen. 3. Installeren van afstandsbedieningen 3.1 Sleutelhangerafstandsbediening KR18 1. Controle indicator: Brandt wanneer de afstandsbediening bij het indrukken van de toetsen radiosignalen uitzendt. Wanneer de indicator nog maar zwak brandt, dienen de batterijen vervangen te worden. 2. Arm: Schakelt het alarm aan in de Arm Away functie (alle sensoren zijn actief). 3. Disarm: Schakelt het beveiligingssysteem uit. 4. A On / Off: Schakelt de lamp die aangesloten is op de Lamp Module met het Huis Automatisering basisadres aan / uit. 5. B On / Off: Schakelt de lamp die aangesloten is op de Lamp Module met het Huis Automatisering basisadres + 1 aan / uit. 6+7. Panic: Wanneer de toetsen ARM (2) en DISARM (3) gelijktijdig worden ingedrukt, wordt direct het paniek alarm geactiveerd. 8. Batterijhouder: De achterzijde van de afstandsbediening kan gemakkelijk geopend worden. 3.1.1 In gebruik nemen van de KR18 sleutelhangerafstandsbediening De KR18 wordt standaard geleverd met volle batterijen (2xCR2016, 3V lithium). Voor het activeren van de KR18 drukt u gedurende 4 seconden op de ARM toets van de afstandsbediening. Laat de toets los. De KR28 heeft nu een unieke code gekozen die aangemeld kan worden bij de centrale. 28-6-2011 81 033000=13069F Bij het indrukken van de ARM toets dient de LED (1) een aantal malen snel te knipperen. Wanneer de LED alleen AAN gaat, moet u de KR18 opnieuw te activeren. 3.1.2 Aanmelden van de sleutelhangerafstandsbediening 1. Om toegang te krijgen tot het menu, de menu ↑ of ↓ toets indrukken. Het display geeft nu het volgende weer: PIN INVOEREN. 2. Voer de 4-cijferige PIN-code in (fabrieksinstelling 0000. Zie 8.3 voor het wijzigen van de PINcode). Voor elk ingegeven cijfer verschijnt een * in het display. 3. Wanneer de PIN-code correct is ingevoerd verschijnt de tekst INSTALL in het display. 4. Druk op OK. Er verschijnt INSTAL ZONE in het display. 5. Druk op de ARM toets van de afstandsbediening. De centrale geeft een pieptoon ter bevestiging. Het display vertoont AFST 1 OK. Wanneer er meer dan 1 afstandsbediening is geïnstalleerd verschijnt resp. AFST 2 OK, AFST 3 OK, … AFST 16 OK. Er kunnen maximaal 16 afstandsbedieningen aangemeld worden. 6. Herhaal stap 5 voor elke afstandsbediening die aangemeld moet worden. 7. Druk op de toets CLEAR om terug te gaan naar het hoofdmenu. Druk nogmaals op CLEAR om het menu te verlaten. Om deze keuze te bevestigen drukt u op 1 voor JA of op 2 voor NEE. Kiest u JA, dan verlaat u het menu. Kiest u NEE, dan gaat u terug naar het hoofdmenu. Indien nodig kunnen afstandsbedieningen uit het geheugen gewist worden, b.v. wanneer u uw afstandsbediening kwijt bent geraakt. Deze methode wordt beschreven in 8.2. 3.2 Comfortafstandsbediening SH600 1. Panic : Met deze toets wordt direct het paniek alarm ingeschakeld. 2. Controle indicator: Brandt wanneer de afstandsbediening bij het indrukken van de toetsen radiosignalen uitzendt. Wanneer de indicator nog maar zwak brandt, dienen de batterijen vervangen te worden. 3. Bedieningstoetsen: Voor het bedienen van het Beveiligingssysteem en voor het bedienen van Huis Automatisering Modules. 4. Dimtoets: Voor het regelen van de verlichtingsterkte van verlichting welke is aangesloten op Lampmodules. 5. Modus schakelaar: Door de stand van deze schakelaar kunnen de bedieningstoetsen een andere functie krijgen. Stand SEC: Hiermee krijgen de bovenste drie knoppen de alarmfuncties zoals beschreven op de afstandsbediening. De vijf toetsen daaronder (1….5) voor het schakelen van Huis Automatisering Modules met overeenkomstig adres (Unit Code 1 t/m 5). 28-6-2011 82 033000=13069F Stand 1: 1…8: voor het schakelen van Huis Automatisering Modules met overeenkomstig adres (Unit Code 1 t/m 8). Stand 2: 9…16: voor het schakelen van Huis Automatisering Modules met overeenkomstig adres (Unit Code 9 t/m 16). 6. Tekstvenster: Op het formulier in dit tekstvenster kunt u noteren welke Huis Automatisering Modules met de verschillende toetsen worden bediend. 7. Huis Code schakelaar: Voor het instellen van het systeemadres. 3.2.1 In gebruik nemen van de comfortafstandsbediening 1. Plaatsen van de batterijen BELANGRIJK: Bij het plaatsen van de batterijen mag de modus schakelaar (5) niet in stand 2 staan! Open de batterijhouder aan de achterkant van de afstandsbediening en plaats de batterijen (4x type AAA, Alkaline). Let hierbij op de polariteit (+/-). Sluit het deksel. 2. Activeren van de SH600E Druk op de toets PANIC (1) en houdt deze ingedrukt tot de LED knippert. Schakel de keuzeschakelaar in de stand SEC. 3.2.2 Aanmelden van de comfortafstandsbediening 1. Om toegang te krijgen tot het menu, de menu ↑ of ↓ toets indrukken. Het display geeft nu het volgende weer: PIN INVOEREN. 2. Voer de 4-cijferige PIN-code in (fabrieksinstelling 0000. Zie 8.3 voor het wijzigen van de PINcode). Voor elk ingegeven cijfer verschijnt een * in het display. 3. Wanneer de PIN-code correct is ingevoerd verschijnt de tekst INSTALL in het display. 4. Druk op OK. Er verschijnt INSTAL ZONE in het display. 5. Druk op de ARM toets van de afstandsbediening. De centrale geeft een pieptoon ter bevestiging. Het display vertoont AFST 2 OK. Wanneer er meer dan 2 afstandsbedieningen zijn geïnstalleerd verschijnt resp. AFST 2 OK, AFST 3 OK, … AFST 16 OK. Er kunnen maximaal 16 afstandsbedieningen aangemeld worden. 6. Herhaal stap 5 voor elke afstandsbediening die aangemeld moet worden. 7. Druk op de toets CLEAR om terug te gaan naar het hoofdmenu. Druk nogmaals op CLEAR om het menu te verlaten. Om deze keuze te bevestigen drukt u op 1 voor JA of op 2 voor NEE. Kiest u JA, dan verlaat u het menu. Kiest u NEE, dan gaat u terug naar het hoofdmenu. Indien nodig kunnen afstandsbedieningen uit het geheugen gewist worden, b.v. wanneer u uw afstandsbediening kwijt bent geraakt. Deze methode wordt beschreven in 8.2. 28-6-2011 83 033000=13069F 4. Installeren van sensoren 4.1 Deur/raamsensor DS18 1. Zenderdeel – ingebouwde antenne. 2. Controle indicator – Wanneer de sabotage contact toets wordt ingedrukt, of wanneer er een signaal naar de centrale wordt verzonden, gaat de indicator branden. Indien de indicator zwak brandt, dienen de batterijen te worden vervangen. 3. Magneetcontact – De afstand tussen de magneet en het zenderdeel mag hoogstens 5mm bedragen. Bij montage moeten de pijltjes op de contacten recht tegenover elkaar staan. 4. Schroefgaatjes voor montage van de sensor. 5. Schakelaar voor binnenkomstvertraging – Voor het instellen van een inloopvertraging van ong. 30 sec. 6. Sabotagecontact. 7. Batterijhouder. 8. Aansluiting voor extra draadgebonden contact of sensor (zie 9.4). 4.1.1 Montage van de Deur/Raamsensor DS18 1. Open de behuizing door de twee delen van elkaar te halen. Monteer het zenderdeel op het vaste deel (kozijn) van een deur of raam. Laat de behuizing nog even open. 2. Monteer de magneet op het bewegende deel van de deur of het raam. Zorg ervoor dat bij een gesloten deur of raam de pijtjes op het zenderdeel (staat op het dekseltje!) en het magneetcontact tegenover elkaar liggen. Houdt bij gesloten raam of deur de afstand tussen het zenderdeel en het magneetcontact zo klein mogelijk (max. 5 mm). Wanneer u een verzonken kozijn hebt kunt u het zenderdeel en het magneetcontact ook onder een hoek van 90 graden plaatsen. Wanneer u de plaats van de sensor definitief heeft bepaald raden wij u aan om ook het magneetcontact met schroeven vast te zetten (meegeleverd). Aluminium / kunststof kozijnen: Plaats de sensor bij voorkeur zo hoog mogelijk: dit geeft het beste bereik. Markeer vervolgens de plaats voor de zender en het magneetcontact. Plaats de magneetschakelaar niet direct op een metalen ondergrond. In geval van metalen kozijnen, of bij met metaal verstevigde kunststof kozijnen, is het verstandig een stukje hout of plastic van minimaal 5mm dikte tussen de magneetschakelaar en het kozijn te plaatsen. Op metalen kozijnen mag de ruimte tussen 28-6-2011 84 033000=13069F de sensor en de magneet niet meer dan 3mm bedragen wanneer de deur of het raam gesloten is. Schuiframen Bij schuiframen mogen de sensor en de magneet NIET horizontaal langs elkaar schuiven, maar moet de sensor en de magneet zo geplaatst worden dat, wanneer het raam wordt dichtgeschoven, de magneet en de sensor elkaar verticaal benaderen. 4.1.2 In gebruik nemen van de deur/raamsensor 1. Mocht de behuizing van de zender nog niet geopend zijn, doe dit dan nu door de twee delen van elkaar te halen. 2. Plaats de batterijen (2xAAA, Alkaline) in de batterijhouder. Let hierbij op de polariteit. 3. Zet de schakelaar voor aankomstvertraging (5) in de stand MIN wanneer u de sensor op een raam heeft gemonteerd, en op MAX wanneer u de sensor op een toegangsdeur heeft gemonteerd. Wanneer de schakelaar op MAX staat krijgt u de tijd om uw huis binnen te komen en het systeem uit te schakelen zonder dat het alarm afgaat. Wanneer u wilt dat het alarm onmiddellijk reageert (b.v. schuifpui) laat u de schakelaar op MIN staan. 4. Druk gedurende 4 seconden op het sabotagecontact (6) van de zender. Laat de toets los. De deur/raamsensor heeft nu een eigen unieke code gekozen die aangemeld kan worden bij de centrale. 4.1.3 Aanmelden van een deur/raamsensor 1. Om toegang te krijgen tot het menu, de menu ↑ of ↓ toets indrukken. Het display geeft nu het volgende weer: PIN INVOEREN. 2. Voer de 4-cijferige PIN-code in (fabrieksinstelling 0000. Zie 8.3 voor het wijzigen van de PINcode). Voor elk ingegeven cijfer verschijnt een * in het display. 3. Wanneer de PIN-code correct is ingevoerd verschijnt de tekst INSTALL in het display. 4. Druk op OK. Er verschijnt INSTAL ZONE in het display. 5. Open de deur of het raam waar de sensor bevestigd is. De centrale geeft een pieptoon ter bevestiging. Op het display verschijnt ZONE 1 OK. Een geheugenplaats voor een sensor heet een zone. Wanneer u meer dan 1 sensor installeert, verschijnt resp. ZONE 2 OK, ZONE 3 OK, … ZONE 30 OK. U kunt ook direct kiezen in welke zone u de sensor wilt installeren. Wilt u bijvoorbeeld de sensor installeren in zone 3 dan drukt u de 3 in op het toetsenbord voordat u stap 5 uitvoert. Het is aan te raden een lijst te maken van welke sensor (zone) zich waar bevindt. Achterin deze gebruiksaanwijzing vindt u een tabel waarin u dit kunt invullen. 6. Herhaal stap 5 voor elke Deur/Raamsensor die aangemeld moet worden. 7. Druk op de toets CLEAR om terug te gaan naar het hoofdmenu. Druk nogmaals op CLEAR om het menu te verlaten. Om uw keuze te bevestigen drukt u op 1 voor JA of op 2 voor NEE. Kiest u JA, dan verlaat u het menu. Kiest u NEE, dan gaat u terug naar het hoofdmenu. 4.1.4 Uitbreiden van de Deur/Raamsensor DS18 met een draadgebonden sensor. De DS18 deur/raamsensor heeft een contact waar een draadgebonden sensor aangesloten kan worden. Deze sensoren moeten van het type NC (normally closed, normaal gesloten contact) zijn. Op het contact mag geen spanning staan (potentiaal vrij). 28-6-2011 85 033000=13069F 1. Open het zenderdeel van de DS18. 2. Verwijder de draadbrug uit de aansluiting voor de draadgebonden sensor (8). 3. Sluit de sensor aan. Het draadgebonden contact krijgt een eigen zone op de centrale. Aanmelden doet u op dezelfde wijze als beschreven in de gebruiksaanwijzing van uw systeem. Om de sensor aan te melden maakt u op het moment van aanmelden een alarmmelding met uw draadgebonden sensor. 4.2 Bewegingsmelder MS18 1. Controle indicator - Licht op wanneer er een signaal wordt verzonden. 2. PIR 3. Sabotage contact. 4. Batterijvak. 5. Gevoeligheidsschakelaar 1 / 2 - In stand 1 reageert de sensor direct op beweging, in stand 2 is de sensor minder gevoelig en reageert de sensor pas na het zien van meerdere bewegingen. 6. TEST-toets. 4.2.1 Montage van de Bewegingsmelder MS18 De bewegingsmelder werkt door veranderingen in temperatuur te signaleren. Monteer de melder daarom niet te dicht boven of bij een verwarming of airconditioning. De bewegingsmelder heeft een bereik van (max.) 12 meter en een kijkhoek van 90°. Door de speciale lens kijkt de sensor hierbij als het ware naar beneden. Plaats de MS18 op een hoogte van ongeveer 180 cm van de vloer en plaats deze zodanig dat de melder het te bewaken gebied goed bestrijkt. De bijgeleverde bevestigingsbeugel kan zowel in een hoek (90°) of vlak tegen de muur worden geplaatst. 4.2.2 In gebruik nemen van de bewegingsmelder 1. Open het batterijvak en plaats de batterijen (2x AA, alkaline). 2. Druk gedurende 4 seconden op de TEST toets (6). De LED knippert 1x. Laat de toets los. De LED knippert 2x. 28-6-2011 86 033000=13069F De bewegingsmelder heeft nu een eigen unieke code gekozen die aangemeld kan worden bij de centrale. 3. Leg de bewegingsmelder ondersteboven neer zodat hij geen beweging kan detecteren tijdens de aanmeldprocedure. Testmode: de locatie van de bewegingsmelder testen 1. Zet de schakelaar (5) in stand 1. 2. Druk op de TEST toets (6) totdat de indicator (1) twee maal knippert. 3. Wacht ongeveer 20 seconden. 4. Maak een beweging in het zichtveld van de sensor. De indicator (1) geeft telkens aan als er een beweging wordt gedetecteerd. Op deze wijze kunt u controleren of de sensor op de juiste plaats is gemonteerd. 5. Druk nogmaals op de TEST toets om terug te keren naar normaal bedrijf. De bewegingsmelder keert na 2 minuten automatisch terug naar normaal bedrijf. 4.2.3 Aanmelden van een bewegingsmelder 1. Om toegang te krijgen tot het menu, de menu ↑ of ↓ toets indrukken. Het display geeft nu het volgende weer: PIN INVOEREN. 2. Voer de 4-cijferige PIN-code in (fabrieksinstelling 0000. Zie 8.3 voor het wijzigen van de PINcode). Voor elk ingegeven cijfer verschijnt een * in het display. 3. Wanneer de PIN-code correct is ingevoerd verschijnt de tekst INSTALL in het display. 4. Druk op OK. Er verschijnt INSTAL ZONE in het display. 5. Open de deur of het raam waar de sensor bevestigd is. De centrale geeft een pieptoon ter bevestiging. Op het display verschijnt ZONE 1 OK. Een geheugenplaats voor een sensor heet een zone. Wanneer u meer dan 1 sensor installeert, verschijnt resp. ZONE 2 OK, ZONE 3 OK, … ZONE 30 OK. U kunt ook direct kiezen in welke zone u de sensor wilt installeren. Wilt u bijvoorbeeld de sensor installeren in zone 3 dan drukt u de 3 in op het toetsenbord voordat u stap 5 uitvoert. Het is aan te raden een lijst te maken van welke sensor (zone) zich waar bevindt. Achterin deze gebruiksaanwijzing vindt u een tabel waarin u dit kunt invullen. 6. Herhaal stap 5 voor elke Deur/Raamsensor die aangemeld moet worden. 7. Druk op de toets CLEAR om terug te gaan naar het hoofdmenu. Druk nogmaals op CLEAR om het menu te verlaten. Om uw keuze te bevestigen drukt u op 1 voor JA of op 2 voor NEE. Kiest u JA, dan verlaat u het menu. Kiest u NEE, dan gaat u terug naar het hoofdmenu. 4.3 Optionele (Draadloze) Sensoren De Optionele (draadloze) sensor zorgt ervoor dat u op tijd gewaarschuwd wordt bij in geval van nood (b.v. rook, gas, water, etc). Wanneer u thuis bent zorgt de ingebouwde sirene ervoor dat u gealarmeerd wordt. In combinatie met uw beveiligingssysteem wordt ook de interne sirene, de telefoonkiezer en de verlichtingssturing geactiveerd. Op deze wijze wordt u optimaal gewaarschuwd en is uw vluchtweg verlicht. Wanneer u van huis bent wordt u tijdig gewaarschuwd via uw GSM. De gesproken telefonische boodschap geeft aan dat het om een noodsensor en niet om een inbraakmelding gaat. Deze vaste meertalige boodschap is voorgeprogrammeerd in het systeem. 4.3.1 Aanmelden van de optionele (draadloze) sensor. 1. Om toegang te krijgen tot het menu, de menu ↑ of ↓ toets indrukken. Het display geeft nu het volgende weer: PIN INVOEREN. 2. Voer de 4-cijferige PIN-code in (fabrieksinstelling 0000. Zie 8.3 voor het wijzigen van de PINcode). Voor elk ingegeven cijfer verschijnt een * in het display. 28-6-2011 87 033000=13069F 3. Wanneer de PIN-code correct is ingevoerd verschijnt de tekst INSTALL in het display. 4. Druk op OK. Er verschijnt INSTAL ZONE in het display. 5. Plaats de batterijen in de sensor (en druk op de test toets indien aanwezig). De centrale geeft een pieptoon ter bevestiging. Op het display verschijnt AFST 2 OK, of zone 1 OK. De optionele (draadloze) sensor gedraagt zich als een afstandsbediening (paniekfunctie). Hierdoor zal het systeem bij geval van nood ook gaan bellen wanneer u het systeem niet geactiveerd heeft. Andere mogelijkheid is volgens het principe van een Deur/Raamsensor. Wanneer reeds 1 of meer afstandsbedieningen of sensoren zijn geïnstalleerd verschijnt resp. AFST 4 OK, AFST 5 OK, … AFST 16 OK of ZONE 2 OK, ZONE 3 OK, … ZONE 30 OK. Er kunnen maximaal een combinatie van 16 sensoren op basis van afstandbedieningen en/of 30 melders op basis Deur/Raamsensoren aangemeld worden. 6. Herhaal stap 5 voor elke sensor die aangemeld moet worden. 7. Druk op de toets CLEAR om terug te gaan naar het hoofdmenu. Druk nogmaals op CLEAR om het menu te verlaten. Om uw keuze te bevestigen drukt u op 1 voor JA of op 2 voor NEE. Kiest u JA, dan verlaat u het menu. Kiest u NEE, dan gaat u terug naar het hoofdmenu. Desgewenst kunnen sensoren uit het geheugen verwijdert worden. Dit wordt beschreven in 8.2. Alle informatie over de montage van de optionele sensor treft u aan in de gebruiksaanwijzing van de respectievelijke sensor. 4.4 Thermostaat TS10 DigiMax (*Optioneel) De TS10 Thermostaat is optioneel verkrijgbaar. Kijk op www.bmbelectronics.eu of vraag uw lokale dealer om meer informatie. 4.4.1 Aanmelden van een Thermostaat bij de centrale. 1. Om toegang te krijgen tot het menu, de menu ↑ of ↓ toets indrukken. Het display geeft nu het volgende weer: PIN INVOEREN. 2. Voer de 4-cijferige PIN-code in (fabrieksinstelling 0000. Zie 8.3 voor het wijzigen van de PINcode). Voor elk ingegeven cijfer verschijnt een * in het display. 3. Wanneer de PIN-code correct is ingevoerd verschijnt de tekst INSTALL in het display. 4. Druk op OK. Er verschijnt INSTAL ZONE in het display. 5. Stel de TS10 Thermostaat in op Registreer modus (druk gedurende 3 seconden gelijktijdig op de + en - toets van de thermostaat. De TS10 zal een unieke digitale code versturen. Het display geeft knipperend het symbool [[[ weer (zie verder TS10 handleiding). Zodra de centrale het signaal herkent geeft deze een pieptoon ter bevestiging. Op het display verschijnt THST 1 OK.. Wanneer reeds 1 of meer thermostaten zijn geïnstalleerd verschijnt resp. THST 2 OK, THST 3 OK, … THST 4 OK. Er kunnen maximaal 4 thermostaten aangemeld worden. 6. Herhaal stap 5 voor elke thermostaat die aangemeld moet worden. 7. Druk op de toets CLEAR om terug te gaan naar het hoofdmenu. Druk nogmaals op CLEAR om het menu te verlaten. Om uw keuze te bevestigen drukt u op 1 voor JA of op 2 voor NEE. Kiest u JA, dan verlaat u het menu. Kiest u NEE, dan gaat u terug naar het hoofdmenu. 4.4.2 Gebruik van TS10 Digimax Thermostaten De draadloze Digimax Thermostaat kan gebruikt worden in samenwerking met het Basis Console, behoeft geen additionele bedrading en heeft een bereik tot 30m (door muren en plafonds). Het draadloze RF signaal is beveiligd en zodaning toegewezen aan het Console, dat het systeem alleen reageert op uw eigen Thermostaat. U kunt tot een aantal van 4 thermostaten aanmelden op het Console. Afhankelijk van de verzonden commando’s tussen 28-6-2011 88 033000=13069F de thermostaat en het console, reageert het Console met het zenden van X10 Huis Automatisering commando’s om apparatuur aan en/of uit te schakelen (b.v. uw verwarmer of boiler). Naast verwarming kan de thermostaat ook voor koeling gebruikt worden. De betreffende Huis Automatisering Adressen zijn vastgelegd en afhankelijk van het basis adres van het Console, en wel HC+1 UC13-16. Voorbeeld: wanneer het console de fabrieksinstellingen heeft (A1), zal de eerste thermostaat B13 aansturen, de tweede B14 etc. 5. Instellen van het Basis Console (SC28) 5.1 Instellen van de klok 1. Om toegang te krijgen tot het menu, de menu ↑ of ↓ toets indrukken. Het display geeft nu het volgende weer: PIN INVOEREN. 2. Voer de 4-cijferige PIN-code in (fabrieksinstelling 0000. Zie 8.3 voor het wijzigen van de PINcode). Voor elk ingegeven cijfer verschijnt een * in het display. 3. Wanneer de PIN-code correct is ingevoerd verschijnt de tekst INSTALL in het display. 4. Blader met de toetsen menu ↑/↓ naar menu-item 2: TIJDINGAVE. Druk op OK om dit menuitem te selecteren. U kunt ook direct naar dit menu-item gaan door 2 in te geven via het toetsenbord. 5. Blader met de toetsen menu ↑/↓ naar de juiste dag van de week. Druk op OK. 5. Geef via het toetsenbord van de centrale de nieuwe tijd in (24-uurs notatie) gevolgd door OK. Er verschijnt INSTALL in het display. 6. Druk op de toets CLEAR om het menu te verlaten. Om uw keuze te bevestigen drukt u op 1 voor JA of op 2 voor NEE. Kiest u JA, dan verlaat u het menu. Kiest u NEE, dan gaat u terug naar het hoofdmenu. Wanneer u tijdens het ingeven van de tijd op CLEAR drukt, wordt de ingegeven tijd gewist. 5.2 Opslaan van telefoonnummers In de SC28 centrale is een telefoonkiezer aanwezig. In geval van alarm kunnen er 6 telefoonnummers worden gebeld. De nummers die gebeld worden krijgen de door uzelf ingesproken meldtekst te horen (5.3). De oproep dient door degene die opneemt, bevestigd te worden door op de 0 toets van het telefoontoestel te drukken (DTMF TOON Herkenning). De telefoonkiezer weet dan dat hij niet meer naar het volgende nummer hoeft te bellen. OPMERKING: U mag geen gebruik maken van alarmnummers van b.v. politie, brandweer of beveiligingsdiensten, tenzij u hiervoor toestemming heeft gekregen. Maak eerst een lijst met de gewenste telefoonnummers in de gewenste volgorde. In geval dat u de centrale via een (ISDN) centrale heeft aangesloten kan het zijn dat u een 0 voor het telefoonnummer moet plaatsen om een buitenlijn te kiezen. 1. Om toegang te krijgen tot het menu, de menu ↑ of ↓ toets indrukken. Het display geeft nu het volgende weer: PIN INVOEREN. 2. Voer de 4-cijferige PIN-code in (fabrieksinstelling 0000. Zie 8.3 voor het wijzigen van de PINcode). Voor elk ingegeven cijfer verschijnt een * in het display. 3. Wanneer de PIN-code correct is ingevoerd verschijnt de tekst INSTALL in het display. 4. Blader met de toetsen menu ↑/↓ naar menu-item 3: TEL NUMM. Druk op OK om dit menu-item te selecteren. U kunt ook direct naar dit menu-item gaan door 3 in te geven via het toetsenbord. 5. Blader met de toetsen menu ↑/↓ naar de geheugenplaats waarvan u het telefoonnummer wilt ingeven (TEL 1, TEL 2, …, TEL 6). 6. Druk op OK wanneer u bij de gewenste geheugenplaats bent aangekomen. Wanneer u bij TEL 1 OK heeft gekozen verschijnt TELNR 1 in het display. 7. Geef nu het telefoonnummer in. Druk voor een kiespauze op de toets OFF (gebruik een kiespauze tussen de extra 0 en het telefoonnummer wanneer u de centrale heeft aangesloten op een (ISDN) huiscentrale. Er verschijnt een kleine letter P in het display). 8. Druk op OK. U gaat nu automatisch naar de volgende geheugenplaats TELNR 2 etc. 28-6-2011 89 033000=13069F 9. Druk op de toets CLEAR om het menu te verlaten. Om uw keuze te bevestigen drukt u op 1 voor JA of op 2 voor NEE. Kiest u JA, dan verlaat u het menu. Kiest u NEE, dan gaat u terug naar het hoofdmenu. Wanneer u tijdens het ingeven van een telefoonnummer op CLEAR drukt, wordt het ingegeven nummer gewist. Wanneer minder dan 6 nummers geprogrammeerd zijn, zal de centrale deze personen bij een alarm meerdere malen achtereenvolgens op deze nummers proberen te bereiken. Wanneer u de oproep beantwoordt met het indrukken van een 0 (DTMF), stopt de centrale met bellen. 5.3 Opnemen van uw eigen meldtekst De meldtekst welke gebruikt wordt door de telefoonkiezer kan door uzelf worden ingesproken. De lengte van de boodschap mag ongeveer 12 seconden bedragen. Het is te adviseren om de meldtekst niet te kort te maken omdat er anders lange stiltes optreden bij de weergave ervan. Voorbeeld: Dit is het beveiligingssysteem van […..]. Druk op nul aan het eind van dit bericht, zodat u kunt luisteren naar wat er wellicht in de woning aan de hand is. Onderneem daarna a.u.b. de stappen die we hebben afgesproken. 1. Om toegang te krijgen tot het menu, de menu ↑ of ↓ toets indrukken. Het display geeft nu het volgende weer: PIN INVOEREN. 2. Voer de 4-cijferige PIN-code in (fabrieksinstelling 0000. Zie 8.3 voor het wijzigen van de PINcode). Voor elk ingegeven cijfer verschijnt een * in het display. 3. Wanneer de PIN-code correct is ingevoerd verschijnt de tekst INSTALL in het display. 4. Blader met de toetsen menu ↑/↓ naar menu-item 4: BERICHT. Druk op OK om dit menu-item te selecteren. U kunt ook direct naar dit menu-item gaan door 4 in te geven via het toetsenbord. 5. Druk op de toets 1 om te kiezen voor OPNEMEN 6. Het display geeft nu WACHTEN AUB aan. 7. Op het moment dat het display NU INSPREKEN aangeeft, spreekt u de boodschap in (maximaal 12 seconden). De afstand tot de microfoon moet tijdens inspreken ongeveer 30 cm bedragen. 8. Wacht na het inspreken totdat het OPNEMEN / WEERGAVE menu weer verschijnt. 9. Druk op 2 WEERGAVE om de opgenomen boodschap te beluisteren. 10.Druk op de toets CLEAR om het menu te verlaten. Om uw keuze te bevestigen drukt u op 1 voor JA of op 2 voor NEE. Kiest u JA, dan verlaat u het menu. Kiest u NEE, dan gaat u terug naar het hoofdmenu. 6. De werking van het systeem 6.1 Het alarm inschakelen Het systeem kent twee verschillende alarmfuncties: 1) ARM AWAY: Volledig alarm. Bij deze functie zijn alle sensoren in zone 1-32 geactiveerd. 2) ARM HOME: Deelalarm. Bij deze functie zijn alle deur/raamsensoren geactiveerd, maar de bewegingsmelders zijn niet geactiveerd. Zo kunt u vrij in de woning rondlopen, terwijl de ‘buitenschil’ van de woning toch beveiligd is. a) Een enkele toetsdruk op ARM HOME activeert alle Deur-/Raamsensoren. Het display geeft DEEL ALARM 1 weer b) Twee keer drukken op ARM HOME activeert alle Deur-/Raamsensoren, en daarnaast alle Bewegingsdetectoren die aangemeld zijn in zone 1-16. De bewegingsdetectoren in zone 17-30 zijn nog niet actief. Het display geeft DEEL ALARM 2 weer. 28-6-2011 90 033000=13069F Inschakelen van de ARM AWAY-functie Via de centrale: druk op de ARM AWAY toets van de centrale. Het systeem schakelt vertraagd in (vertragingstijd instelbaar, zie uitloopvertraging 8.1). Tijdens de vertragingstijd hoort u een reeks pieptonen op één toonhoogte en het scherm geeft UITLOOPVERT weer. Wanneer u het systeem in ARMED AWAY inschakelt, zal voor DS18 deur/raamsensoren (schakelaar in de DS18 op stand MAX), de aankomstvertraging gebruikt worden wanneer u thuis komt. Zo krijgt u de mogelijkheid om het systeem via het toetsenbord van de centrale uit te schakelen zonder dat u een alarm veroorzaakt. De vertragingstijden zijn instelbaar, zie 8.1. Ook bewegingsmelders MS18 die geregistreerd zijn op zone 15 en/of 16 reageren na het verlopen van de ingestelde vertragingstijd. Dit biedt de mogelijkheid om bewegingsmelders te gebruiken in entrees. Naast de beveiligingsfunctie heeft het Basis Console ook een energie besparende temperatuur terugregeling functie: Druk op de ARM AWAY toets van het Console. Na een korte vertraging zal het systeem inschakelen. - Een enkele toetsdruk: de COMFORT instelling van de TS10 thermostaten blijft gehandhaafd. Display: COMFORT. - Een dubbele toetsdruk: de ECONOMISCHE instelling treedt in werking, thermostaat niveaus worden teruggesteld naar de ECO temperatuur. Display geeft ECO weer. - Een drievoudige toetsdruk: de VORST instelling treedt in werking, thermostaat niveaus worden teruggesteld naar de VORST beveiliging temperatuur. Display geeft VORST weer. Via de sleutelhangerafstandsbediening KR18E: Druk op de ARM toets. Het alarm schakelt direct in. Via de comfortafstandsbediening SH600E: Zet de schakelaar in de stand SEC. Druk op de ARM AWAY toets. Het alarm schakelt direct in. Inschakelen van de ARM HOME-functie Via de centrale: Druk op de ARM HOME toets van de centrale. Het alarm schakelt direct in. a) Een enkele toetsdruk op ARM HOME activeert alle Deur-/Raamsensoren. Het display geeft DEEL ALARM 1 weer b) Twee keer drukken op ARM HOME activeert alle Deur-/Raamsensoren, en daarnaast alle Bewegingsdetectoren die aangemeld zijn in zone 1-16. De bewegingsdetectoren in zone 1730 zijn nog niet actief. Het display geeft DEEL ALARM 2 weer. Via de sleutelhangerafstandsbediening KR18E: Via deze afstandsbediening kunt u de ARM HOME modus niet inschakelen Via de comfortafstandsbediening SH600E: Zet de schakelaar in de stand SEC. Druk op de ARM HOME toets. Het alarm schakelt direct in. 6.2 Paniekalarm Het paniekalarm kan in geval van nood direct worden ingeschakeld, onafhankelijk of het beveiligingssysteem in- of uitgeschakeld staat. De gesproken telefonische boodschap geeft aan dat het om een noodsensor en niet om een inbraakmelding gaat. Dit wordt gedaan door vooraf aan uw eigen gesproken boodschap een extra gesproken melding weer te geven. Deze vaste meertalige boodschap is voorgeprogrammeerd in het systeem. U kunt het paniekalarm op twee manieren activeren: 1. Inschakelen met de KR18E sleutelhangerafstandsbediening 28-6-2011 91 033000=13069F Druk gelijktijdig op de ARM en DISARM toetsen van de afstandsbediening. Het Paniekalarm wordt direct ingeschakeld. Afhankelijk van de instellingen in de centrale wordt hierbij de sirene wel of niet ingeschakeld. 2. Inschakelen met de SH600E comfortafstandsbediening Druk op de rode PANIC toets. Het Paniekalarm wordt direct ingeschakeld. Afhankelijk van de instellingen in de centrale wordt hierbij de sirene wel of niet ingeschakeld (zie 9.1) 6.3 Wat gebeurt er tijdens een alarm? 1. Sirene: De ingebouwde sirene gaat af. U kunt ervoor kiezen om de sirene uit te schakelen (stil alarm, zie 9.1). Wanneer de centrale werkt op de noodstroom batterij zal de sirene niet worden gebruikt, om batterijen te sparen. 2. De telefoonkiezer: Als het laatste cijfer van het eerste telefoonnummer is gekozen, begint uw gesproken boodschap af te spelen en wordt enkele malen herhaald. Wanneer de oproep beantwoord wordt door de 0 toets van de telefoon in te drukken (DTMF), dan stopt de centrale met bellen. Indien er geen bevestiging wordt gegeven, wordt het tweede tot en met het zesde nummer gekozen, totdat iemand de oproep bevestigt met een druk op de 0 toets van de telefoon. Er kan dan gedurende 1 minuut in het beveiligde object worden ingeluisterd. Tijdens het inluisteren wordt de sirene uitgeschakeld. De centrale blijft in de waakstand staan. Mocht er op een later tijdstip weer een alarm plaatsvinden, dan start de procedure opnieuw. 6.4 Het alarm uitschakelen Druk op DISARM op uw afstandsbediening. In het scherm ziet u eventueel de zone waardoor een alarm is veroorzaakt. Om deze melding te verwijderen drukt u op ARM en daarna 2x op DISARM. U kunt het systeem ook uitschakelen door de PIN-code in te geven op het toetsenbord van het console. Na het ingeven van de PIN-code verschijnt de melding DISARMED / ALARM UIT op het scherm. 6.5 Foutmeldingen Wanneer een zonenummer in het display langzaam knippert, dan betekent dit dat er een probleem is geconstateerd met deze sensor. Het probleem kan wijzen op lege batterijen (zie hoofdstuk 12), bereikproblemen (1.2) of een sabotagemelding (sensor is opengemaakt). Bij het inschakelen van het beveiligingssysteem worden alle sensoren op hun conditie en status gecontroleerd. Wanneer er een fout wordt geconstateerd hoort u een repeterend tweetonig ‘foutsignaal’. Wanneer een sensor (b.v. zone 9) meldt dat er een probleem is geconstateerd dan ziet u dit op het display: • Bij een raam of deur welke open staat: OPEN ZONE 9 • Bij een sabotagemelding: SABOTAGE ZONE 9 • Bij lege batterijen of een bereikprobleem: PROBLEEM ZONE 9 Zowel de SC28 centrale als de DS18E en de MS18E zijn voorzien van een sabotagecontact. Als iemand de centrale of een sensor opent, en het alarm is ingeschakeld, volgt een alarmmelding. Wanneer het alarm NIET is ingeschakeld, verschijnt er een foutmelding op het display van de centrale. Een sabotagemelding dient opgelost te worden voordat het systeem ingeschakeld wordt. Bij de andere foutmeldingen kunt u ervoor kiezen om de betreffende sensor niet te activeren (BYPASS). U dient dan tijdens de weergave van het repeterende ‘foutsignaal’ de toets CLEAR in te drukken en daarna het alarm opnieuw in te schakelen. De zone-indicator van de betreffende sensor gaat nu snel knipperen. Mochten er meer sensoren met problemen zijn, dan verschijnt informatie over de volgende sensor in het display. De bypass blijft gelden totdat u het alarm uitschakelt (DISARM). 28-6-2011 92 033000=13069F 7. Preventieve Beveiliging & Comfort - "Home Automation" = Huis Automatisering 7.1 Inleiding Huis Automatisering maakt wonen aangenamer, comfortabeler, bespaart energie en zorgt voor extra veiligheid bij zowel aan- als afwezigheid. Voor de één is Huis Automatisering het regelen van de verlichting met dezelfde afstandsbediening waarmee de TV wordt bediend, voor de ander is het een volledig door de computer bestuurd systeem wat zich aanpast aan het eigen leefritme. Het PROTECTOR+ systeem is uitgerust met een aantal functies om de woning preventief te beveiligen. Het systeem bestuurt hiervoor op intelligente wijze de verlichting in de woning, waardoor het lijkt of u aanwezig bent, de zogenaamde LIVED IN LOOK. De gebruikte X10 technologie biedt tegelijkertijd een aantal handige comfortfuncties. Zo kunt u lampen die aangesloten zijn op Lamp-/dimmermodules draadloos bedienen met een afstandsbediening of via het toetsenbord van de centrale. Iedere lamp of elk apparaat die door het systeem bestuurd wordt dient voorzien te zijn van een X10 ontvangst module. Deze modules zijn eenvoudig te installeren (Plug&Play) en optioneel los beschikbaar, dus zeer eenvoudig in te passen en uitbreidbaar. Een aantal modules uit het assortiment plug&play modules: LM12 Lamp-/dimmermodule. Plug-in module voor schakelen en dimmen van verlichting. AM12 Apparaat-/schakelmodule. Plug-in module voor het schakelen van verlichting en elektrische apparaten. LM15 Fittingschakekaar. Fittingmodule voor het schakelen van verlichting. Meer informatie over deze modules www.bmbelectronics.eu of vraag uw dealer. is te vinden op 7.2 Adressering van uw modules Iedere X10 module moet geadresseerd worden, via een code schakelaar of softwarematig. Het adres bestaat uit een HUIS CODE (A t/m P) en een UNIT CODE (1 t/m 16). De HUIS CODE van al de componenten moet ingesteld zijn op dezelfde lettercode. Via de UNIT CODE kunt u iedere module een eigen nummer toekennen zodat ze onafhankelijk van elkaar te bedienen zijn (via het toetsenbord van de SC28 centrale of de SH600E comfortafstandsbediening). 7.3 Installeren van de LM12 Lamp-/Dimmermodule 1. HUIS CODE SCHAKELAAR Voor het instellen van het systeemadres. 2. UNIT CODE SCHAKELAAR Voor het instellen van het modulenummer. 3. CONTACTDOOS Voor het aansluiten van de lampen welke u met de module wilt gaan schakelen. 4. ZEKERING De zekering beschermt de lamp-/dimmermodule tegen overbelasting. Mocht de zekering defect zijn, dan mag deze alleen vervangen worden door een exemplaar met dezelfde eigenschappen. INSTALLATIE LM12: Steek de lamp-/dimmermodule in een vrije wandcontactdoos en sluit de stekker van uw (gloei)lamp (40-300 W) op de module aan. Sluit geen andere belastingen zoals huishoudelijke apparatuur of TL/PL verlichting - op de module aan om schade te voorkomen. Voor dit soort belastingen gebruikt u een apparaat-/schakelmodule of fittingmodule (LM15). 28-6-2011 93 033000=13069F 7.4 Alarmfuncties van de Lamp-/Dimmermodules Bij inschakelen van het systeem via de SC28 centrale, zullen tijdens de uitloopvertraging de lampen op de adressen A1 en A2 worden ingeschakeld. Wanneer het systeem inschakelt gaat de lamp uit. Bij inschakelen van het alarm via de afstandsbediening gaan de lampen kort aan en uit om aan te geven dat het systeem is ingeschakeld. Bij een alarm zal de verlichting aangesloten op Lamp-/Dimmermodules met adres A1 en A2 gaan knipperen. Na 4 minuten zal de verlichting continu blijven branden. 7.5 Comfortfuncties van de KR18E sleutelhangerafstandsbediening Schakel verlichting met een afstandsbediening. b.v. verlichting aan voordat u de woning betreedt. Druk op de toets A LIGHTS ON of B LIGHTS ON. Lampen op respectievelijk adres A1 of A2 gaan aan. Druk op de toets A LIGHTS OFF of B LIGHTS OFF. Lampen op respectievelijk adres A1 of A2 gaan uit. 7.6 Comfortfuncties van de SH600 comfortafstandsbediening Schakel en dim verlichting op afstand. Sluit de garagedeur en schakel de airconditioning en tuinverlichting in vanuit de slaapkamer. SCHAKELAAR DE STAND SEC: De onderste 5 toetsen worden gebruikt voor het schakelen van X10 modules met overeenkomstig adres (Unit Code 1 t/m 5). Met de blauwe toets kunt u lampen aangesloten op een Lamp-/ Dimmermodule dimmen. ALL LIGHTS ON: voor het inschakelen van alle lamp-/dimmermodules met een druk op de knop. ALL LIGHTS OFF: voor het uitschakelen van alle modules (zowel lamp- als apparaatmodules) met een druk op de knop. SCHAKELAAR IN STAND 1: 1 ..... 8: Voor het schakelen van X10 Huis Automatiseringmodules met overeenkomstig adres (Unit Code 1 t/m 8). SCHAKELAAR (4) IN STAND 2: 9 .....16: Voor het schakelen van X10 Huis Automatiseringmodules met overeenkomstig adres (Unit Code 9 t/m 16). 7.7 Comfortfuncties op de centrale U kunt de modules ook vanaf de SC28 centrale bedienen. Wanneer u niet in een menu zit, staat de centrale in de HOME CONTROL modus. Op het scherm ziet u de tekst HOME CONTROL. Om een module met Unit Code 1 te bedienen drukt u op 1 gevolgd door ON (aan) of OFF (uit). Wanneer u module 12 wilt bedienen drukt u op 1, dan op 2, gevolgd door ON (aan) of OFF (uit). 7.8 Timerinstellingen maken Het is mogelijk verlichting en apparatuur op de door u gewenste tijden laten inschakelen zodat het altijd lijkt alsof u thuis bent, de zogenaamde LIVED IN LOOK. Ook is het mogelijk temperatuur instellingen voor verschillende tijdstippen vast te leggen. 7.8.1 Het console instellen voor het gebruik van timers 1. Om toegang te krijgen tot het menu, de menu ↑ of ↓ toets indrukken. Het display geeft nu het volgende weer: PIN INVOEREN. 2. Voer de 4-cijferige PIN-code in (fabrieksinstelling 0000. Zie 8.3 voor het wijzigen van de PINcode). Voor elk ingegeven cijfer verschijnt een * in het display. 3. Wanneer de PIN-code correct is ingevoerd verschijnt de tekst INSTALL in het display. 4. Blader met de toetsen menu ↑/↓ naar menu-item 7: OPTIES. Druk op OK om dit menu-item te selecteren. U kunt ook direct naar dit menu-item gaan door 7 in te geven via het toetsenbord. 5. Druk op 0 van het numerieke toetsenbord. Gebruik de menu ↑/↓ toetsen om EURO 7 DAY (= 7 dagen timer) te kiezen. Druk op OK om te selecteren. 28-6-2011 94 033000=13069F 6. Druk op de toets CLEAR om het menu te verlaten. Om uw keuze te bevestigen drukt u op 1 voor JA of op 2 voor NEE. Kiest u JA, dan verlaat u het menu. Kiest u NEE, dan gaat u terug naar het hoofdmenu. 7.8.2 Timers instellen 1. Om toegang te krijgen tot het menu, de menu ↑ of ↓ toets indrukken. Het display geeft nu het volgende weer: PIN INVOEREN. 2. Voer de 4-cijferige PIN-code in (fabrieksinstelling 0000. Zie 8.3 voor het wijzigen van de PINcode). Voor elk ingegeven cijfer verschijnt een * in het display. 3. Wanneer de PIN-code correct is ingevoerd verschijnt de tekst INSTALL in het display. 4. Blader met de toetsen menu ↑/↓ naar menu-item 9: SET TIMER. Druk op OK om dit menu-item te selecteren. U kunt ook direct naar dit menu-item gaan door 9 in te geven via het toetsenbord. 5. Het display geeft NIEUWE TIMER weer. Druk op OK. 6. Wanneer gekozen is voor 7-dagen timer (zie 7.8.1), zal het scherm het volgende weergeven: 1. HOME CNTRL en 2. VERW/KOEL. Selecteer respectievelijk optie 1 voor een Huis Automatisering tijdsinstelling, of optie 2 voor tijdingestelde temperatuur instelling. Met de toetsen menu ↑/↓ kunt u door de eventueel eerder gemaakte timers heen bladeren. Het bovenste menu-item is altijd NIEUWE TIMER, tenzij alle 12 timers bezet zijn. 7. Het display geeft nu het volgende weer: KIES DAGEN. Gebruik de numerieke toetsen van het keyboard om de dagen in te geven; hierbij is 1 voor Maandag, 2 voor Dinsdag enzovoort. Wanneer de dagen geselecteerd zijn kiest u OK. 8. Het scherm geeft UNIT CODE of THST weer, afhankelijk van de instelling gekozen bij 6. Geef via het toetsenbord de UNIT CODE (1-16) van de module of Thermostaat (1-4) die u wilt instellen. Voorbeeld: wanneer u 12 ingeeft, zal op het display TIMER 12 AAN verschijnen. Op de onderste regel verschijnt een " : ". In het geval gekozen is voor temperatuur tijdsinstellingen, een zal een extra optie gekozen moeten worden aangaande het temperatuur niveau wat aangehouden moet worden gedurende de tijdsinstelling. Kies tussen COMFORT (comfort niveau in te stellen per thermostaat), ECONOMY (geldt voor alle thermostaten die aangemeld zijn) of FROST (van toepassing op alle aangemelde thermostaten). *temperatuur instellingen invullen via menu 7. OPTIES 9. Geef de gewenste inschakeltijd in (24 uurs notatie), hetzij voor het aan/uit schakelen van verlichting of apparatuur, of het instellen van een temperatuurniveau op een bepaald tijdstip. Wanneer u een vergissing maakt drukt u op CLEAR. Druk op ON wanneer u alleen een uitschakeltijd wilt ingeven. 10. Druk op OK. Op het display verschijnt nu de tekst TIMER 12 UIT. Op de onderste regel verschijnt een " : ". 11. Geef de gewenste uitschakeltijd in (24 uurs notatie) en druk op OK. Wanneer u een vergissing maakt drukt u op CLEAR. Druk direct op OK wanneer u geen uitschakeltijd wilt ingeven. 12. Op de onderste regel van het display verschijnt de tekst 1. WEKELIJKS 13. Met de toetsen menu ↑/↓ kunt u nu kiezen tussen: 1. WEKELIJKS: De timerinstelling wordt wekelijks uitgevoerd. 2. DEZE WEEK: De timerinstelling vindt alleen deze week plaats. 3. WILLEKEURIG: De timerinstelling wordt elke dag uitgevoerd maar varieert in het ingegeven uur (b.v. bij een ingave van 20:30 zal de tijd variëren van 20:00 tot 20:59). 4. ALARM AAN: De timerinstelling wordt alleen uitgevoerd wanneer het systeem in de ARMED AWAY mode is ingeschakeld. 12. Maak uw keuze en druk op OK. Er verschijnt opnieuw NIEUWE TIMER in het display. 13. Druk op de toets CLEAR om het menu te verlaten. Om uw keuze te bevestigen drukt u op 1 voor JA of op 2 voor NEE. Kiest u JA, dan verlaat u het menu. Kiest u NEE, dan gaat u terug naar het hoofdmenu. 28-6-2011 95 033000=13069F 7.9 Verwijderen van een timer 1. Om toegang te krijgen tot het menu, de menu ↑ of ↓ toets indrukken. Het display geeft weer: PIN INVOEREN. 2. Voer uw 4-cijferige PIN-code in (fabrieksinstelling 0000. Zie 8.3 voor het wijzigen van de PINcode). Voor elk ingegeven cijfer verschijnt een * in het display. 3. Wanneer de PIN-code correct is ingevoerd verschijnt het woord INSTALL in het display. 4. Blader met de toetsen menu ↑/↓ naar menu-item 9: SET TIMER. Druk op Ok om dit menu-item te selecteren. U kunt ook direct dit menu openen door 9 in te geven via het toetsenbord. 5. Op het display verschijnt nu NIEUWE TIMER. 6. Met de toetsen menu ↑/↓ kunt u door de opgeslagen timers bladeren. De timers verschijnen in het formaat: 12 AAN 12:40 UIT 18:30 7. Wanneer de timer wordt getoond drukt u op CLEAR om de timer te verwijderen. 8. U wordt om een bevestiging gevraagd (TIMER WISSEN). Kies 1 voor Ja en 2 voor Nee. 9. Druk op de toets CLEAR om het menu te verlaten. 8. Geavanceerde systeemfuncties 8.1 Instellen van de vertragingstijden U kunt via het menu VERTRAGING een aantal vertragingstijden instellen: AANKOMSTVERT De tijd die u krijgt om het systeem uit te schakelen na het betreden van uw woning (fabrieksinstelling 30 seconden). UITLOOPVERTR. Vertragingstijd voordat het systeem inschakelt bij het verlaten van uw woning (fabrieksinstelling 60 seconden). INBELVERTR. Vertragingstijd voordat het systeem de telefoon opneemt bij in bellen 11.2 (fabrieksinstelling 5 seconden). UITBELVERTR. Vertragingstijd voordat het systeem gaat uitbellen bij alarm (fabriekinstelling 30 seconden). Het instellen gaat als volgt: 1. Om toegang te krijgen tot het menu, de menu ↑ of ↓ toets indrukken. Het display geeft nu het volgende weer: PIN INVOEREN. 2. Voer uw 4-cijferige PIN-code in (fabrieksinstelling 0000. Zie 8.3 voor het wijzigen van de PINcode). Voor elk ingegeven cijfer verschijnt een * in het display. 3. Wanneer de PIN-code correct is ingevoerd verschijnt het woord INSTALL in het display. 4. Blader met de toetsen menu ↑/↓ naar menu-item 8: VERTRAGING. Druk op OK om dit menuitem te selecteren. U kunt ook direct naar dit menu-item gaan door 8 in te geven via het toetsenbord. 5. Kies AANKOMSTVERT, UITLOOPVERTR, INBELVERT, of UITBELVERT en druk op OK. 6. Geef de gewenste tijd in (1 tot 99 seconden). Druk op OK. Druk op CLEAR om de ingegeven waarde te wissen. 7. Druk op de toets CLEAR om het menu te verlaten. De aankomstvertraging geldt alleen voor de DS18 deur/raamsensor waarbij de interne schakelaar op MAX is ingesteld, en bewegingsmelders MS18 die geregistreerd zijn op zone 15 en/of 16. Alle andere MS18 bewegingsmelders reageren direct. 8.2 Het geheugen van uw centrale leegmaken Via het menu GEHEUGEN OPSCHONEN kunt u sensoren, afstandsbedieningen, timers of alle instellingen wissen. De PIN-code blijft altijd behouden. Deze kan alleen teruggezet worden door de fabrikant. 1. Om toegang te krijgen tot het menu, de menu ↑ of ↓ toets indrukken. Het display geeft nu het volgende weer: PIN INVOEREN. 2. Voer uw 4-cijferige PIN-code in (fabrieksinstelling 0000. Zie 8.3 voor het wijzigen van de PINcode). Voor elk ingegeven cijfer verschijnt een * in het display. 28-6-2011 96 033000=13069F 3. Wanneer de PIN-code correct is ingevoerd verschijnt het woord INSTALL in het display. 4. Blader met de toetsen menu ↑/↓ naar menu-item 6: GEHEUGEN OPSCHONEN. Druk op Ok om dit menu-item te selecteren. U kunt ook direct naar dit menu-item gaan door 6 in te geven via het toetsenbord. 5. Kies SENSOREN VERWIJDEREN, AFSTANDSBED. VERWIJDEREN, TIMERS VERWIJDEREN, THERMOSTATEN VERWIJDEREN, LOGBOEK VERWIJDEREN, of ALLES RESETTEN. 6. U krijgt nu de vraag WISSEN OK. Druk 1 voor ja, druk 2 voor nee. 7. Druk op de toets CLEAR om het menu te verlaten. SENSOREN VERWIJDEREN Verwijderen van een aangemelde sensor. AFSTANDSBED. VERWIJDEREN Verwijderen van een aangemelde afstandbediening of melder. TIMERS VERWIJDEREN Verwijderen van alle timerinstellingen in één keer. THERMOSTATEN VERWIJDEREN Verwijderen van alle aangemelde thermostaten in één keer. LOGBOEK VERWIJDEREN Verwijderen/leegmaken van het logboek. ALLES RESETTEN Het geheugen leegmaken. 8.3 Wijzigen van de toegangscode (PIN) De toegangscode is uw persoonlijke geheime code. Na het wijzigen van deze code bent u de enige die toegang heeft tot de instellingen van de centrale. U gebruikt deze code ook om via het toetsenbord het alarm uit te schakelen. Zorg ervoor dat u de code niet verliest, want u zult de fabriek of een geautoriseerde dealer moeten inschakelen om de toegangscode terug te zetten naar de fabrieksinstelling [0000]. Meestal zullen hiervoor kosten in rekening gebracht worden. 1. Om toegang te krijgen tot het menu, de menu ↑ of ↓ toets indrukken. Het display geeft nu het volgende weer: PIN INVOEREN. 2. Voer uw 4-cijferige PIN-code in (fabrieksinstelling 0000. Zie 8.3 voor het wijzigen van de PINcode). Voor elk ingegeven cijfer verschijnt een * in het display. 3. Wanneer de PIN-code correct is ingevoerd verschijnt het woord INSTALL in het display. 4. Blader met de toetsen menu ↑/↓ naar menu-item 5: NIEUWE PIN. Druk op Ok om dit menuitem te selecteren. U kunt ook direct naar dit menu-item gaan door 5 in te geven via het toetsenbord. 5. Geef uw nieuwe PIN-code in (4 cijfers). De nieuwe PIN is leesbaar op het display. Controleer uw PIN op juistheid en druk op Ok. 6. Druk op de toets CLEAR om het menu te verlaten. Om uw keuze te bevestigen drukt u op 1 voor JA of op 2 voor NEE. Kiest u JA, dan verlaat u het menu. Kiest u NEE, dan gaat u terug naar het hoofdmenu. 9. Geavanceerde beveiligingsfuncties 9.1 Uitschakelen van de sirene voor stil alarm U kunt uw beveiligingssysteem laten werken zonder sirene (alleen telefoonkiezer en verlichtings-sturing). In geval van inbraak zal de in de centrale ingebouwde sirene niet worden ingeschakeld (N.B. eventuele extra geplaatste sirenes blijven altijd werken). In de fabrieksinstellingen staat de sirene aan. 1. Om toegang te krijgen tot het menu, de menu ↑ of ↓ toets indrukken. Het display geeft nu het volgende weer: PIN INVOEREN. 2. Voer uw 4-cijferige PIN-code in (fabrieksinstelling 0000. Zie 8.3 voor het wijzigen van de PINcode). Voor elk ingegeven cijfer verschijnt een * in het display. 3. Wanneer de PIN-code correct is ingevoerd verschijnt het woord INSTALL in het display. 4. Blader met de toetsen menu ↑/↓ naar menu-item 7: OPTIES. Druk op Ok om dit menu-item te selecteren. U kunt ook direct naar dit menu-item gaan door 7 in te geven via het toetsenbord. 5. Blader met de toetsen menu ↑/↓ naar menu-item SIRENE. Druk op Ok om dit menu-item te selecteren. 6. Kies 1 voor SIRENE AAN en 2 voor SIRENE UIT. 28-6-2011 97 033000=13069F 7. Druk op de toets CLEAR om het menu te verlaten. Om uw keuze te bevestigen drukt u op 1 voor JA of op 2 voor NEE. Kiest u JA, dan verlaat u het menu. Kiest u NEE, dan gaat u terug naar het hoofdmenu. 9.2 Inschakelen van de gong 9.2.1 Ingebouwde gong/belsignaal De centrale kan, in uitgeschakelde toestand, bij het openen van een met een deur/raamsensor beveiligde toegangsdeur een prettige ding-dong laten horen (gong/belsignaal). Op deze manier kunt u horen wanneer er iemand uw huis betreedt of wanneer bijvoorbeeld kleine kinderen een deur openen. Fabrieksmatig is deze functie ingeschakeld. 1. Om toegang te krijgen tot het menu, de menu ↑ of ↓ toets indrukken. Het display geeft nu het volgende weer: PIN INVOEREN. 2. Voer uw 4-cijferige PIN-code in (fabrieksinstelling 0000. Zie 8.3 voor het wijzigen van de PINcode). Voor elk ingegeven cijfer verschijnt een * in het display. 3. Wanneer de PIN-code correct is ingevoerd verschijnt het woord INSTALL in het display. 4. Blader met de toetsen menu ↑/↓ naar menu-item 7: OPTIES. Druk op Ok om dit menu-item te selecteren. U kunt ook direct naar dit menu-item gaan door 7 in te geven via het toetsenbord. 5. Blader met de toetsen menu ↑/↓ naar menu-item BELSIGNAAL. Druk op Ok om dit menuitem te selecteren. 6. Kies 1 voor BEL AAN en 2 voor BEL UIT . 7. Druk op de toets CLEAR om het menu te verlaten. Om uw keuze te bevestigen drukt u op 1 voor JA of op 2 voor NEE. Kiest u JA, dan verlaat u het menu. Kiest u NEE, dan gaat u terug naar het hoofdmenu. 8. Als u een muzieknoot (♫) in het display ziet staan, is de gong/belsignaal ingeschakeld. De gongfunctie werkt ook voor de bedrade ingangen van zone 31 en 32. 9.2.2 SH10 Security Horn / Remote Chime De optioneel verkrijgbare SH10 Security Horn (Bel signaal Module) reageert op status en belsignaal commando’s van het console: • Wanneer belsignaal (gong) geactiveerd is, reageert de module met een meertonig signaal wanneer een Deur/Raam Sensor geopend wordt. • Wanneer het alarm ingeschakeld wordt, zal gedurende de uitloopvertraging een toon gegeven worden (elke 4 seconden). 9.3 Bedrade ingangen gebruiken De SC28 centrale heeft twee ingangen waarop u bedrade sensoren kunt aansluiten. Deze sensoren moeten van het type NC (Normally Closed, normaal gesloten contact) zijn en op deze ingangen mag geen spanning staan (potentiaal vrij). Het aansluiten van een bedrade sensor gaat als volgt: 1. Open het bovenste klepje van de centrale. 2. U ziet de twee bedrade ingangen ("wired inputs"). 3. Verwijder de draadbrug en sluit uw bedrade sensor aan. 4. Sluit het klepje van de centrale en geef de PIN-code in om het woord SABOTAGE uit het display te laten verdwijnen. 5. De bedrade sensor is nu direct klaar voor gebruik. 9.4 Uitbreiden van de deur/raamsensor DS18 met een draadgebonden sensor De DS18 deur/raamsensor heeft een contact waarop u een draadgebonden sensor kunt aansluiten. Deze sensoren moeten van het type NC (Normally Closed, normaal gesloten contact) zijn. Op het contact mag geen spanning staan (potentiaal vrij). Een aantal toepassingen: • Beveiligen van een raampartij met meerdere magneetcontacten. • Aansluiten van eigen sensoren op het systeem, b.v. rookmelders, temperatuursensoren, sensoren voor het registreren van stroomstoringen, etc. 28-6-2011 98 033000=13069F 1. Open het zenderdeel van de DS18 door de twee delen van elkaar af te halen. 2. Verwijder de draadbrug uit de aansluiting voor de draadgebonden sensor. 3. Sluit uw sensor aan. Het draadgebonden contact krijgt een eigen zone op de centrale. Aanmelden doet u via de procedure beschreven in 4.1.3 (om de sensor aan te melden maakt u bij stap 5 een alarmmelding met uw sensor). De instelling van de min/max schakelaar (aankomstvertraging) van de DS18 geldt tegelijkertijd zowel voor het magneetcontact als voor de draadgebonden sensor. 9.5 Noodsensoren (ALWAYS MODE) Uw systeem biedt de mogelijkheid om van elke bij het systeem aangemelde sensor een zogenaamde noodsensor te maken. Een noodsensor zal het beveiligingssysteem ook activeren wanneer het systeem niet ingeschakeld is. Wanneer een noodsensor een alarm veroorzaakt zal voorafgaand aan de gesproken boodschap de melding "alarm veroorzaakt door noodsensor" worden weergegeven. Een aantal toepassingen: • Een paniektoets welke u verbonden heeft met de bedrade ingang van de centrale. • Een deur of raam welke nooit geopend mag worden. • Een temperatuur of niveau sensor welke waarschuwt bij het overschrijden van een waarde of niveau. Het omzetten werkt als volgt: 1. Om toegang te krijgen tot het menu, de menu ↑ of ↓ toets indrukken. Het display geeft nu het volgende weer: PIN INVOEREN. 2. Voer uw 4-cijferige PIN-code in (fabrieksinstelling 0000). Zie 8.3 voor het wijzigen van de PINcode). Voor elk ingegeven cijfer verschijnt een * in het display. 3. Wanneer de PIN-code correct is ingevoerd verschijnt het woord INSTALL in het display. 4. Blader met de toetsen menu ↑/↓ naar menu-item 7: OPTIES. Druk op OK om dit menu-item te selecteren. U kunt ook direct naar dit menu-item gaan door 7 in te geven via het toetsenbord. 5. Blader met de toetsen menu ↑/↓ naar menu-item SENSOR MODE. Druk op OK om dit menuitem te selecteren. 6. Op het display verschijnt nu de tekst ALWAYS MODE. Bovenin en onderin het display ziet u op welke zones er sensoren zijn aangemeld. 7. Wanneer u bijvoorbeeld zone 31 wilt omzetten naar een noodsensor, dan geeft u via het toetsenbord 31 in gevolgd door OK, Zonenummer 31 gaat nu knipperen. 8. Wanneer u ook zone 5 wilt omzetten naar een noodsensor, dan geeft u 5 in, gevolgd door OK. Ook zone 5 gaat nu knipperen. 9. Wanneer u een zone 31 wilt terugzetten naar normaal bedrijf, dan geeft u weer 31 gevolgd door OK. Zone 31 stopt nu met knipperen. 10. Druk op de toets CLEAR om het menu te verlaten. Zet bij de DS18 deur/raamsensor de interne Min/Max- schakelaar op ‘Min’ als u wilt dat uw melding zonder vertraging wordt doorgegeven. Hetzelfde geldt voor bewegingssensoren op zone 15 en/of 16. 9.6 Sensor 27-32 AAN/UIT Huis Automatiseringfunctie Het SC28 Console beschikt over een functie om Huis Automatisering AAN en UIT commando’s te sturen als gevolg van het activeren van een beveiligingssensor. Wanner het systeem geactiveerd is en een sensor in de zone 27-32 wordt getriggered, kan het systeem zo ingesteld worden dat deze een AAN of UIT commando stuurt naar een module met adres HuisCode+1 UC7-12, dus wanneer het Console de fabrieksinstelling A1 heeft, zal sensor 27 een commando veroorzaken op B7, sensor 29 op B9 enz. Dit kan bijvoorbeeld gebruikt worden om sensor 27 te gebruiken als waterdetector, en op adres B7 een pomp aan te sluiten. Wanneer sensor geactiveerd wordt, zal de pomp aangaan. U kunt de instelling vinden in menu 7. OPTIES ; door het zone nummer in te geven, gevolgd door ON (AAN) of OFF (UIT), wordt de instelling gemaakt. Het zone nummer begint snel te knipperen wanneer u de functie activeert. Doet u niets, dan zal het systeem geen commando’s sturen. 28-6-2011 99 033000=13069F 9.7 Afmelden van een deur/raamsensor of bewegingsmelder 1. Om toegang te krijgen tot het menu, de menu ↑ of ↓ toets indrukken. Het display geeft nu het volgende weer: PIN INVOEREN. 2. Voer uw 4-cijferige PIN-code in (fabrieksinstelling 0000. Zie 8.3 voor het wijzigen van de PINcode). Voor elk ingegeven cijfer verschijnt een * in het display. 3. Wanneer de PIN-code correct is ingevoerd verschijnt het woord INSTALL in het display. 4. Druk op OK. 5. Geef via het toetsenbord het nummer van de zone in wat u wilt wissen en druk dan op CLEAR. 6. U krijgt nu de vraag ZONE WISSEN 1. JA 2. NEE. 7. Druk op 1 om de zone te wissen. Het zone nummer verschijnt in het display. 8. Druk op de toets CLEAR om het menu te verlaten. Zone 31 en 32 kunt u niet wissen 9.8 Alarm bij langdurige stroomuitval: Wanneer het system in de geactiveerde modus is, en er vindt langer dan 15 minuten een stroomstoring plaats, dan zal de console uitbellen en de boodschap ‘STROOMSTORING’ geven. 10. Geavanceerde Huis Automatiseringfuncties In hoofdstuk 7 beschrijft de X10 Huis Automatiseringmogelijkheden van uw beveiligingssysteem. Er kan echter nog veel meer. Zo heeft naast de eerder beschreven Plug & Play modules ook een uitgebreid assortiment inbouwschakelaars, zonweringschakelaars, afstandsbedieningen en speciale modules welke samenwerken met het beveiligingssysteem. Door middel van deze modules kunt u nagenoeg alles wat in huis op elektriciteit werkt, via het beveiligingssysteem bedienen. Zie www.bmbelectronics.eu voor meer informatie. Het systeem heeft standaard een aantal extra functies die gebruikmaken van het X10 systeem: 10.1 Eenvoudig de status van het systeem zien Stel een X10 module in op adres B4 (=HC+1, UC=4). Deze Huis Automatiseringmodule wordt nu automatisch ingeschakeld zodra het beveiligingssysteem ingeschakeld wordt. Zodra het systeem wordt uitgeschakeld, wordt ook deze module uitgeschakeld. Voorbeeld: U sluit een bepaalde schemerlamp aan op de betreffende X10 module. Als het systeem ingeschakeld is, wordt dus ook altijd deze schemerlamp ingeschakeld. Zo ziet u ook vanaf buiten in één oogopslag of het alarm ingeschakeld is. 10.2 Een extra sirene installeren 10.2.1 PH7208 Stel de sirene PH7208 in op adres A1 (=HC, UC=1). Om valse meldingen te voorkomen wordt na het activeren van een alarm eerst 20 seconden gewacht voordat de sirene wordt ingeschakeld. De sirene geeft gedurende 4 minuten een doordringend tweetonig signaal. Hierna wordt de sirene automatisch uitgeschakeld (of eerder wanneer het alarm uitgeschakeld wordt). LET OP: Bij gebruik van een beveiligingssysteem werken de extra sirenes altijd gedurende een alarm, ook als de functie stil alarm is ingeschakeld! De Sirene PH7208 is bedoeld voor gebruik binnenshuis, en kan elk op stopcontact worden aangesloten. 10.2.2 SH10 Stel de Module in op adres B5 (=HC+1, UC=5). Bij gebruik van een beveiligingssysteem werken de extra sirenes altijd gedurende een alarm, ook als de functie stil alarm is ingeschakeld! De Sirene SH10 is bedoeld voor gebruik binnenshuis, en kan elk op stopcontact worden aangesloten. 28-6-2011 100 033000=13069F • • Wanneer belsignaal (gong) geactiveerd is, reageert de module met een meer-tonig signaal wanneer een Deur/Raam Sensor geopend wordt. Wanneer het alarm ingeschakeld wordt, zal gedurende de uitloopvertraging een toon gegeven worden (elke 4 seconden). 10.3 Een externe universele sirene gebruiken U kunt ook sirenes en waarschuwingslampen, welke niet tot het - assortiment behoren, aansluiten. Hiervoor gebruikt u de los verkrijgbare AD10, AW12 of de AM12. Stel deze module in op adres B6 (=HC+1, UC=6). De module wordt ingeschakeld tijdens alarm, en wordt na 4 minuten automatisch uitgeschakeld. 10.4 Transceiverfunctie Het X10 systeem heeft een aantal draadloze afstandsbedieningen in het programma waarmee u X10 modules kunt bedienen (zoals een universele afstandsbediening voor TV, audioapparatuur en X10). Deze afstandsbedieningen werken via het RF- systeem, wat betekent dat het signaal van de afstandsbediening ook door muren en plafonds reikt. Zie www.bmbhome.com voor meer informatie. Uw centrale zet de RF- signalen van deze afstandsbedieningen om naar X10 signalen, en plaatst deze op het lichtnet. Vervolgens kunt u uw X10 modules ook met deze zenders bedienen. 10.5 Alle Huis Automatisering functies op een rijtje: Naam Comfortverlichting Externe Sirene Omschrijving U kunt uw verlichting schakelen m.b.v. de toetsen Lights ON en Lights OFF toets van de sleutelhangerafstandsbediening Verlichting schakelt aan tijdens de uitloopvertraging Bij een alarm knippert de verlichting gedurende 4 minuten en blijft daarna branden De verlichting is ingeschakeld wanneer het Systeem ingeschakeld is op de ARM AWAY mode PH7208 Extra sirene 110dB Externe Sirene SH10 Remote Chime Extra universele sirene Huis Automatisering Uw eigen sirene aangesloten op een AM12 of AD10 module Huis Automatisering functies in reactie op zone 27-32 Thermostaat Adressen Uitloopvertraging Alarmverlichting Status indicatie Thermostaten Module adres A1 and A2 (=HC, UC=1 + UC=2) A1 en A2 A1 en A2 (=HC, UC=1 + UC=2) B4 (=HC+1, UC=4) A1 of A2 (=HC, UC=1 + UC=2) B5 (=HC+1, UC=5) B6 (=HC+1, UC=6) B7 – B12 (=HC+1, UC=7-12) B13 – B16 (=HC+1, UC=13-16) Bij deze tabel wordt uitgegaan van een ongewijzigde instelling voor het basisadres (HC=A, UC=1) in de centrale. 10.6 Basisadres voor Huis Automatisering mogelijkheden Op de SC28 wordt een basisadres ingesteld om de besturing van verschillende Huis Automatisering modules mogelijk te maken. Standaard staat het basisadres A1 ingesteld. De A in dit adres noemen we de Huis Code. De Huis Code van de centrale, de afstandsbedieningen en de Huis Automatiseringmodules moeten normaal gesproken allemaal op dezelfde code ingesteld staan. De 1 in het basisadres noemen we de Unit Code. Wanneer uw buren ook een beveiligingssysteem hebben, kan het nodig zijn om het basisadres en de adressen van uw X10 28-6-2011 101 033000=13069F modules te wijzigen. Wanneer u de Huis Code van de centrale verandert, veranderen daardoor ook de adressen van de Huis Automatiseringfuncties (zie 10.5). Zo kan de Huis Code verandert worden: 1. Om toegang te krijgen tot het menu, de menu ↑ of ↓ toets indrukken. Het display geeft nu het volgende weer: PIN INVOEREN. 2. Voer uw 4-cijferige PIN-code in (fabrieksinstelling 0000. Zie 8.3 voor het wijzigen van de PINcode). Voor elk ingegeven cijfer verschijnt een * in het display. 3. Wanneer de PIN-code correct is ingevoerd verschijnt het woord INSTALL in het display. 4. Blader met de toetsen menu ↑/↓ naar menu-item 7: OPTIES. Druk op OK om dit menu-item te selecteren. U kunt ook direct naar dit menu-item gaan door 7 in te geven via het toetsenbord. 5. Blader met de toetsen menu ↑/↓ naar menu-item HUIS CODE. Druk op OK om dit menu-item te selecteren. 6. Kies met behulp van de toetsen menu ↑/↓ de gewenste nieuwe Huis Code en druk op OK. 7. Druk op de toets CLEAR om het menu te verlaten. Had u reeds een aantal X10 modules geïnstalleerd voordat u uw beveiligingssysteem installeerde? Dan kan het wenselijk zijn om de basis Unit Code van het systeem aan te passen. Hierdoor hoeft u de adressen van uw bestaande systeem niet te wijzigen. Zo verandert u de Unit Code: 1. Om toegang te krijgen tot het menu, de menu ↑ of ↓ toets indrukken. Het display geeft nu het volgende weer: PIN INVOEREN. 2. Voer uw 4-cijferige PIN-code in (fabrieksinstelling 0000. Zie 8.3 voor het wijzigen van de PINcode). Voor elk ingegeven cijfer verschijnt een * in het display. 3. Wanneer de PIN-code correct is ingevoerd verschijnt het woord INSTALL in het display. 4. Blader met de toetsen menu ↑/↓ naar menu-item 7: OPTIES. Druk op OK om dit menu-item te selecteren. U kunt ook direct naar dit menu-item gaan door 7 in te geven via het toetsenbord. 5. Blader met de toetsen menu ↑/↓ naar menu-item UNIT CODE. Druk op OK om dit menu-item te selecteren. 6. Kies met behulp van de toetsen menu ↑/↓ de gewenste nieuwe Unit Code en druk op OK. 7. Druk op de toets CLEAR om het menu te verlaten. Wanneer u de Unit Code van de centrale instelt op b.v A16, dan krijgt de comfortverlichting adres A16 en A1. 10.7 Thermostaten, temperatuur controle op afstand Elke bij het Console geregistreerde thermostaat zendt gegevens naar het console. Deze gegevens bestaan uit de gemeten omgevingstemperatuur als ook de verschil temperatuur, die als actie omgezet wordt in een AAN of UIT commando. In het console is via het menu OPTIES een comfort instelling per thermostaat (zone) alsook een algemene ECO (economisch) en VORST niveaustand in te stellen. Als het console staat ingesteld op UITGESCHAKELD of ARM HOME (DEELALARM), zal het de toegewezen X10 module AAN of UIT sturen, afhankelijk van de omgevingstemperatuur en de betreffende comfortinstelling. Bijvoorbeeld, in geval van verwarmen zal wanneer de Comfortinstelling hoger is dan de gemeten omgevingstemperatuur, het console een AAN commando sturen naar de betreffende X10 module die verbonden is met de heater. Wanneer het console in ARMED AWAY (INGESCHAKELD) staat, wordt standaard de comfort instelling zoals ingegeven in de thermostaat gehandhaafd, echter biedt het systeem de mogelijkheid om een energiebesparende stand aan te nemen als gevolg van een temperatuur verlaging. Deze ECO of VORST stand geldt voor alle geregistreerde thermostaten (temperatuur zones). 28-6-2011 102 033000=13069F Stel dat de omgevingstemperatuur 20°C is, en de comfort instelling van thermostaat 1 is 24°C: het console zal een AAN commando sturen naar de module die gekoppeld is aan TS1 (B13). Wanneer het systeem nu geactiveerd wordt, en de ECO stand is op 15°C ingesteld, zal het systeem een UIT commando sturen naar het respectievelijke adres. Wanneer een timer gebruikt wordt om een temperatuur instelling te maken, en bijvoorbeeld COMFORT 2 (behorend bij thermostaat 2) is ingesteld op 22°C, en de gemeten temperatuur door deze thermostaat is wederom 20°C, zal het console een AAN commando sturen naar de module behorend bij T2 (B14). Overzicht van temperatuur niveaus en instellingen: Niveau Instelling Kan gebruikt worden: Omgevingstemperatuur Gemeten door elke thermostaat Altijd afzonderlijk Thermostaat Comfort In te stellen per thermostaat Normaal / Altijd Instelling Console Comfort Instelling* In te stellen per thermostaat T1-T4 Alleen bij gebruik timers Console ECO instelling Algemeen voor thermostaat T1-T4 Ingeschakeld/ timers /telef. Console VORST instelling Algemeen voor thermostaat T1-T4 Ingeschakeld/ timers /telef. * De Comfort instellingen die per thermostaat ingegeven kunnen worden in het console, worden dus enkel en alleen met timers gebruikt (zie hfst. 7.8). Om de diverse temperatuurniveaus in te stellen volgt u de volgende procedure: 1. Om toegang te krijgen tot het menu, de menu ↑ of ↓ toets indrukken. Het display geeft nu het volgende weer: PIN INVOEREN. 2. Voer uw 4-cijferige PIN-code in (fabrieksinstelling 0000. Zie 8.3 voor het wijzigen van de PINcode). Voor elk ingegeven cijfer verschijnt een * in het display. 3. Wanneer de PIN-code correct is ingevoerd verschijnt het woord INSTALL in het display. 4. Blader met de toetsen menu ↑/↓ naar menu-item 7: OPTIES. Druk op OK om dit menu-item te selecteren. U kunt ook direct naar dit menu-item gaan door 7 in te geven via het toetsenbord. 5. Blader met de toetsen menu ↑/↓ naar menu-item SET COMFORT. Druk op OK om dit menuitem te selecteren. 6. Kies met behulp van de toetsen menu ↑/↓ het gewenste in te stellen temperatuurniveau, COMFORT1, COMFORT2, …, COMFORT4, voor respectievelijk Thermostaat 1-4, ECO en VORST en druk op OK. 7. Gebruik het numerieke keyboard om de juiste absolute waarde voor de temperatuur in te geven. 8. Druk op de toets CLEAR om het menu te verlaten. De instellingen en de werking van de TS10 Thermostaat (Digimax) zijn beschreven in de bijbehorende handleiding. Heeft u deze niet, neem dan contact op met uw lokale dealer of kijk voor meer info op de website van www.bmbelectronics.eu . De zogenaamde temperatuur-setbacks (verlaging) kunnen gebruikt worden wanneer het systeem geactiveerd is via de ARM AWAY mode, of via de inbelfunctie. De te kiezen opties volgen aan de hand van het aantal toetsdrukken bij activeren van het alarm: -Een maal drukken op ARM AWAY: de comfort instellingen als ingegeven in de afzonderlijke thermostaten blijven gehandhaafd. -Twee maal drukken: Alle thermostaten (zones) worden in ECO stand gezet. -Derde maal drukken om alles in VORST instelling te plaatsen. 28-6-2011 103 033000=13069F 11. Telefoonfuncties 11.1 Opbellen naar het systeem De SC28 alarmcentrale is voorzien van een inbelfunctie. Hiermee kunt u vanaf iedere druktoetstelefoon of GSM uw centrale op afstand bedienen. Bovendien kunt u uw verlichting en apparatuur via de telefoon besturen. Het systeem heeft een ingebouwde spraakchip (Engelstalig) die u in gesproken tekst door de menu´s begeleidt. 11.2 Activeren van de inbelfunctie De inbelfunctie is fabrieksmatig uitgeschakeld. U kunt deze functie via het menu OPTIES / INBEL TYPE inschakelen. U heeft daarbij de keuze uit de 3 volgende mogelijkheden: INBEL AAN: de inbelfunctie is ingeschakeld. De tijdsduur voordat de centrale de telefoon aanneemt is instelbaar in het menu VERTRAGING / INBELVERT (zie 8.1). Standaard is deze tijd ingesteld op 30 seconden. Wanneer u gebruik maakt van een antwoordapparaat of voicemail, adviseren wij u gebruik te maken van optie 3: VOICE MAIL. INBEL UIT: de inbelfunctie is uitgeschakeld (standaard instelling). VOICE MAIL: de inbelfunctie is ingeschakeld. Kies voor deze optie wanneer u gebruik maakt van het voice-mail systeem van uw telecom leverancier. Om toegang te krijgen tot de centrale belt u twee keer achter elkaar naar huis. De eerste keer laat u de telefoon 10 seconden overgaan. U hangt op en belt na 10 seconden (maar binnen 30 seconden) weer naar huis. De centrale neemt nu op na 3x overgaan. Het instellen gaat als volgt: 1. Om toegang te krijgen tot het menu, de menu ↑ of ↓ toets indrukken. Het display geeft nu het volgende weer: PIN INVOEREN. 2. Voer uw 4-cijferige PIN-code in (fabrieksinstelling 0000. Zie 8.3 voor het wijzigen van de PINcode). Voor elk ingegeven cijfer verschijnt een * in het display. 3. Wanneer de PIN-code correct is ingevoerd verschijnt het woord INSTALL in het display. 4. Blader met de toetsen menu ↑/↓ naar menu-item 7: OPTIES. Druk op OK om dit menu-item te selecteren. U kunt ook direct naar dit menu-item gaan door 7 in te geven via het toetsenbord. 5. Blader met de toetsen menu ↑/↓ naar menu-item INBEL TYPE. Druk op OK om dit menu-item te selecteren. 6. U kunt nu kiezen tussen INBEL AAN, INBEL UIT en VOICE MAIL. 7. Blader met de toetsen menu ↑/↓ naar het gewenste menu-item en druk op OK. 8. Druk op de toets CLEAR om het menu te verlaten. 11.3 Alarmfuncties bedienen via een telefoon op afstand 1. Bel naar huis. De centrale neemt op. 2. U hoort "Please enter PIN". Geef nu uw PIN-code in. 3. Wanneer de PIN-code juist is, hoort u "PIN accepted". Wanneer de PIN-code niet juist is hoort u "Error". 4. Druk op 0, gevolgd door * om uw beveiligingssysteem in te schakelen. 5. Druk op 0, gevolgd door # om uw beveiligingssysteem uit te schakelen. Wanneer u op 9 9 gevolgd door * drukt, geeft de centrale zijn status door; dit kan zijn: ARMED HOME: Het systeem is ingeschakeld in de ARM HOME mode. ARMED AWAY: Het systeem is ingeschakeld in de ARM AWAY mode. DISARMED: Het systeem is uitgeschakeld. EMERGENCY ALARM: Er is een alarm veroorzaakt door een PANIEKTOETS van een afstandsbediening of een optionele (draadloze) sensor. ALARM IN ZONE 3: (voorbeeld met zone 3) Er is een alarm veroorzaakt door de sensor in zone 3 (draadloze sensor of noodsensor). 11.4 Verlichting en apparatuur bedienen via een telefoon op afstand 1. Bel naar huis. De centrale neemt op. 2. U hoort "Please enter PIN". Geef nu uw PIN-code in. 28-6-2011 104 033000=13069F 3. Wanneer de PIN-code juist is, hoort u "PIN accepted". Wanneer de PIN-code niet juist is hoort u "Error". 4. Druk op 4 *: de X10 module met Unit Code 4 wordt ingeschakeld. U hoort "4 ON" als bevestiging. 5. Druk op 4 #: de X10 module met Unit Code 4 wordt uitgeschakeld. U hoort “4 OFF” als bevestiging. 11.5 Temperatuur instelling bedienen via een telefoon op afstand 1. Bel naar huis. De centrale neemt op. 2. U hoort "Please enter PIN". Geef nu uw PIN-code in. 3. Wanneer de PIN-code juist is, hoort u "PIN accepted". Wanneer de PIN-code niet juist is hoort u "Error". 4. Druk op 8 8 gevolgd door * om de comfort instelling te kiezen. 5. Druk op 8 8 gevolgd door # om het systeem terug te zetten naar ECONOMISCH of VORST. De thermostaat instellingen 88* en 88# werken alleen wanneer het systeem geactiveerd is via de ARM AWAY mode, anders hoort u een fout melding. Zodra u de temperatuurinstelling per telefoon gaat wijzigen, “overruled” u als het ware de instelling die u vooraf gemaakt heeft. Kort gezegd komt het er op neer dat u nu alleen de mogelijkheid heeft uit de keuze tussen Comfort temperatuur per thermostaat (zoals ingesteld in het optie menu), en de Eco en Vorst stand die geldt voor alle geregistreerde thermostaten. Daarnaast “overruled” een telefonische verandering de timer settings die wellicht gemaakt zijn. Telefoon is dus altijd de MASTER instelling. 12. Batterijen vervangen Bij normaal gebruik gaan batterijen van de sensoren en afstandsbedieningen ongeveer een jaar mee. De levensduur van de batterijen is echter afhankelijk van hoe vaak de sensor geactiveerd wordt. Gebruik voor de sensoren en afstandsbedieningen bij voorkeur Alkaline batterijen, maar in ieder geval nooit oplaadbare batterijen (oplaadbare batterijen hebben doorgaans een te lage spanning en raken, ook bij een minimale stroomafname, binnen enkele maanden leeg). Centrale - 4xAA Oplaadbare batterij (ingebouwd) De noodstroom batterijen in de centrale zorgen ervoor dat tijdens spanningsuitval het complete systeem zo´n 12 uur operationeel blijft (als er geen alarm optreedt). • Wanneer er tijdens een stroomstoring een alarm optreedt, zal de centrale bewust de sirene niet in werking stellen om batterijen te sparen. De telefoonkiezer zal gewoon functioneren. • Wanneer zowel de spanning uitvalt en de noodstroom batterijen leeg zijn, blijven toch alle instellingen bewaard omdat deze geprogrammeerd worden in een niet vluchtig geheugen (EEPROM). In deze situatie zult u de klok opnieuw moeten instellen. • Bij het bewust voor langere tijd afschakelen van de spanning (b.v. bij een verbouwing) dient u de batterijen uit de centrale te nemen om onnodig leeglopen te voorkomen. • Wanneer de noodstroom batterijen leeg raken of niet geïnstalleerd zijn, gaat op de centrale de Batterij-indicator branden. • Wanneer u tijdens het verwisselen van de batterijen het klepje van uw centrale opent, verschijnt het woord SABOTAGE in het display. Nadat u de batterijen hebt geïnstalleerd en het klepje heeft gesloten geeft u uw PIN-code in (fabrieksinstelling 0000, zie 8.3) om het woord SABOTAGE te laten verdwijnen. Sleutelhangerafstandsbediening KR18 - 2xCR2016 batterij De KR18 wordt geleverd met volle batterijen. Wanneer de indicator op de KR18 zwak gaat branden, dienen de batterijen vervangen te worden. 28-6-2011 105 033000=13069F • Open hiervoor de achterzijde van de afstandsbediening met uw nagels of een kleine schroevendraaier. Gebruik CR2016, 3V lithium batterijen (2x). • Om de unieke code van de afstandsbediening te behouden dienen de batterijen binnen 30 seconden vervangen te worden. • Mocht na het verwisselen van de batterijen de centrale niet reageren op de afstandsbediening, druk dan gedurende 4 seconden op de ARM toets van de afstandsbediening om de afstandsbediening opnieuw te activeren. Laat de toets los. U dient de afstandsbediening nu opnieuw aan te melden via de procedure beschreven in 3.1.2. Bij het indrukken van de ARM toets dien de LED een aantal maken snel te knipperen. Wanneer de LED alleen AAN gaat, dient u de KR18 opnieuw te activeren Comfortafstandsbediening SH600 - 4x AAA batterij Wanneer de indicator op de SH600 zwak gaat branden, dienen de batterijen vervangen te worden. • Zet allereerst de schakelaar aan de voorzijde van de afstandsbediening in de stand SEC. Open nu het batterijvak aan de achterzijde van de afstandsbediening, en vervang de batterijen binnen 30 seconden. • Mocht na het verwisselen van de batterijen de centrale niet reageren op uw afstandsbediening, druk dan op de PANIC toets van de afstandsbediening. U dient de afstandsbediening nu opnieuw aan te melden via de procedure beschreven in 3.1.2. Deur/raamsensor DS18 - 2xAAA batterij en Bewegingsmelder MS18 - 2x AA batterij De batterijconditie van de DS18 en MS18 sensoren wordt bewaakt door de centrale. Wanneer de batterijen zwak worden, geeft de centrale de melding PROBLEEM en het betreffende zonenummer knippert. • DS18: Normaal gesproken blijft bij het verwisselen van de batterijen de unieke code van de sensor bewaard (steek daarvoor de nieuwe batterijen binnen 30 seconden in de sensor). Na het vervangen van de batterijen kunt u controleren of de sensor zijn unieke code heeft behouden. Dit doet u door uw deur of raam te openen. Wanneer de sensor zijn code heeft onthouden ziet u op het display van de centrale ZONE x OPEN (x is het zonenummer van uw sensor). Wanneer u niets ziet gebeuren, dient u de deur/raamsensor opnieuw aan te melden (zie 4.1.3). Wis de zone die u niet meer gebruikt (zie 9.7) of installeer de sensor in dezelfde zone als u voorheen had gedaan. • MS18: Normaal gesproken blijft bij het verwisselen van de batterijen de unieke code van de sensor bewaard (steek daarvoor de nieuwe batterijen binnen 30 seconden in de sensor). U kunt dit controleren door uw systeem in te schakelen op ARMED AWAY. Wanneer de sensor zijn code heeft onthouden ziet gaat het alarm af wanneer u door de sensor loopt. Wanneer er niets gebeurt, dient u de bewegingsmelder opnieuw aan te melden (zie 4.2.3). Wis hiervoor de betreffende zone (zie 9.7) en meld de sensor opnieuw aan (zie 4.2.3). 13. Veel gestelde vragen Het beveiligingssysteem werkt niet: Controleer of u tekst ziet op het display van de centrale. Zo niet: controleer of de voedingsadapter op het lichtnet is aangesloten, of de netsnoer goed in de adapter is gestoken en of de stekker goed op de centrale is aangesloten. Controleer of u het systeem vanaf de centrale kunt bedienen. Zo ja, test dan de afstandsbediening door te controleren of de controle indicator op de afstandsbediening aangaat wanneer u bijvoorbeeld de ARM toets indrukt. Vervang indien nodig de batterijen en installeer de afstandsbediening opnieuw. Als een zone-indicator langzaam knippert Een van de sensoren of bewegingsmelders heeft reeds langere tijd geen contact gemaakt met het basisstation. Controleer de batterijen in de sensor of bewegingsmelder. Wis eventueel 28-6-2011 106 033000=13069F de zone en meld de sensor opnieuw aan. Verplaats de sensor zodat het signaal de centrale makkelijker kan bereiken. Wanneer er een fout wordt geconstateerd tijdens het inschakelen van het alarm dan hoort u een repeterend tweetonig ‘foutsignaal’. Wanneer een sensor meldt dat er een probleem is geconstateerd (b.v. raam open), dan kunt u ervoor kiezen om deze sensor niet te activeren. U dient dan tijdens de weergave van het tweetonige ‘foutsignaal’ de toets CLEAR in te drukken en daarna het alarm opnieuw in te schakelen. De zone-indicator van de betreffende sensor knippert snel. Als een zone-indicator snel knippert U heeft de CLEAR- knop ingedrukt om het beveiligingssysteem te activeren terwijl een sensor of bewegingsmelder een probleem aangaf. Verhelp de oorzaak van het probleem (sluit het raam, vervang de batterijen, etc.) om deze zone te activeren. U hoort een repeterend eentonig signaal bij het inschakelen van het alarm Dit is de normale werking van het systeem. Bij het inschakelen van het alarm heeft u door een uitloopvertraging een minuut de tijd om uw woning te verlaten. U kunt desgewenst deze vertraging aanpassen (zie 8.1). Na een minuut stopt de repeterende toon en schakelt het systeem in. Als u het licht niet aan of uit kunt zetten met de Lights ON of Light OFF toets van de afstandsbediening Zorg ervoor dat de Huis Code van de centrale op A staat en de Unit Code op 1 (zie 10.6). Zet de draaischakelaartjes van uw Lamp-/Dimmermodule op Huis Code A en op Unit Code 1. Zorg er tevens voor dat de lamp welke is aangesloten op de Lamp-/Dimmermodule aan staat, en dat de lamp zelf werkt. Gebruik een ander stopcontact. Controleer of de indicator van de afstandsbediening aangaat op het moment dat u op de knop drukt. Vervang indien nodig de batterij(en). Bij gebruik van meerdere fasen in uw woning kan het nodig zijn om deze fasen voor X10 signalen te koppelen. Kijk op www.bmbelectronics.eu voor meer informatie. U kunt de SH600 comfortafstandsbediening niet aanmelden bij de centrale Verwijder de batterijen uit de afstandsbediening. Druk gedurende enkele seconden op een van de toetsen. Zet de schakelaar in de stand SEC. Plaats de batterijen terug. Druk op de toets PANIC totdat de indicator knippert. Meld nu de afstandsbediening aan bij de centrale. Er treedt een vals alarm op Hang bewegingsmelders niet in het directe zonlicht. Hang bewegingsmelders zo op dat ze niet in de richting van een verwarming of andere warmtebron kijken. Is de MS18 huisdiervriendelijk ? Nee. De MS18 is niet specifiek huisdiervriendelijk. Zulke bewegingsmelders bestaan echter wel (niet draadloos overigens). Uw beveiligingscentrale is voorzien van een externe ingang voor het aansluiten van bedrade sensoren (zie 9.3). U kunt de melder ook aansluiten op het extra contact van de DS18 sensor (9.4). 28-6-2011 107 033000=13069F CE DECLARATION OF CONFORMITY UK - We, BMB Electronics BV, Kortakker 10 – 4264 AE Veen – The Netherlands, herewith declare that the following designated product BS880, is in compliance with the essential requirements and other relevant provisions of Directive 1999/5/EC. DE - Wir, BMB Electronics BV, Kortakker 10 – 4264 AE Veen – The Netherlands, erklären hiermit die Übereinstimmung des Gerätes BS880 mit den grundlegenden Anforderungen und anderen relevanten Festlegungen der Richtlinie 1999/5/EC. NL - Hierbij verklaart BMB Electronics BV, Kortakker 10 – 4264 AE Veen – Nederland, dat de BS880 in overeenstemming is met de essentiële eisen en de andere relevante bepalingen van richtlijn 1999/5/EG FR - Nous, BMB Electronics BV, Kortakker 10 – 4264 AE Veen – The Netherlands, déclarons que le produits suivantes: BS880 est dans la conformité avec les exigences essentielles et aux autres dispositions pertinentes de la directive 1999/5/CE. PT - Nós, BMB Electronics BV, Kortakker 10 – 4264 AE Veen – The Netherlands, certificamos que o BS880 cumpre os requisitos essenciais e outros aspectos relevantes previstos pela Directiva 1999/5/EC. A declaração de conformidade completa está disponível através de pedido. Product category : general consumer (category 3). Date: 20-08-2003 Peter Schoon - Product Manager BMB Device: The use of the symbol indicates that this product may not be treated as household waste. By ensuring this product is disposed of correctly, you will help prevent potential negative consequences for the environment and human health, which could otherwise be caused by inappropriate waste handling of this product. For more detailed information about recycling of this product, please contact your local city office, your household waste disposal service or the shop where you purchased the product. Batteries: Do not dispose of used batteries in the household rubbish! They should be deposited at a collection point for used batteries. 28-6-2011 187 033000=13069F
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188

BMB BS880 Handleiding

Categorie
Beveiligingstoegangscontrolesystemen
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor