König SEC-ALARM100 Specificatie

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de König SEC-ALARM100 Specificatie. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
28
NEDERLANDS
Alarmsystemen
Introductie:
Multifunctioneel plug and play draadloos alarmsysteem. Eenvoudige en snelle installatie. Het werkt op
batterijen en maakt transformatoren en kabels dus overbodig. Beveiligt huizen, kantoren, winkels, enz.
In slechts een kwestie van minuten. De alarmeenheid met extra luide sirene en LED-signalen geeft
aan welke sensor heeft gealarmeerd. Wordt geleverd met 2x RF gecontroleerde afstandsbedieningen
om het systeem aan of uit te zetten. Met functieschakelaar op het alarm om te kiezen tussen alarm of
deurbel (chime).
SEC-ALARM100
1x Alarmeenheid
6x Deur-/raamsensoren
2x Afstandsbedieningen
SEC-ALARM110
1x Alarmeenheid
2x Deur-/raamsensoren
2x PIR-sensoren
2x Vibratiesensoren
2x Afstandsbedieningen
SEC-ALARM120
1x Alarmeenheid
3x Deur-/raamsensoren
3x PIR-sensoren
2x Afstandsbedieningen
29
Beschrijving alarmeenheid (SEC-ALARM100/110/120):
Afbeelding 1
Beschrijving deur-/raamsensor (SEC-ALARM100/110/120):
Afbeelding 2
Sirene
Alarm (aan)
Uit
Chime (aan)
Alarm LED-lampjes (6x)
Batterijvak
(achterkant)
1 cm
Sirene
RF (aan)
Uit
RF+Alarm (aan)
Batterijvak
30
Beschrijving PIR-sensor (SEC-ALARM110/120):
Afbeelding 3
Beschrijving vibratiesensor (SEC-ALARM110):
Afbeelding 4
LED-lamp
PIR-lens
Batterijvak
(achterkant)
Sirene
RF (aan)
Uit
RF+Alarm (aan)
Batterijvak
31
Beschrijving afstandsbediening (SEC-ALARM100/110/120):
Afbeelding 5
Installatie van SEC-ALARM100
1. Plaats de batterijen, volgens het schema, in het batterijvakje aan de achterkant van het alarm (3x
AA).
2. Installeer de deur-/raamsensor met het plakband aan de deuren en ramen. NB: de maximale
afstand tussen het magnetisch contact en de sensor is 1 cm (zie afbeelding 2). Stel de sensor in op
RF of RF+ALARM. Indien ingesteld op RF+ALARM, zal de sensor, wanneer eenmaal gealarmeerd,
een signaal naar de alarmeenheid afgeven en tevens zal de sirene van de sensor zelf afgaan. In
dit geval zullen de sirenes van de sensor en de alarmeenheid allebei afgaan.
3. Verwijder het transparante frontpaneel van de alarmeenheid om de positie van de sensoren en de
corresponderende genummerde LED's op te schrijven. (bijv. sensor 1 = voordeur, 2= keukenraam,
enz.).
4. Installeer de alarmeenheid. De afstand tussen de alarmeenheid en de verst verwijderde
deur-/raamsensor mag niet meer zijn dan 60 m (open gebied)*
5. Stel de alarmeenheid in op ALARM of CHIME functie. Indien ingesteld op CHIME, zal de
alarmeenheid klinken als een deurbel wanneer een deur of raam wordt geopend. Ingesteld op
ALARM zal een 100 dB luide sirene klinken. Wanneer de alarmeenheid is ingeschakeld, is het
alarm nog niet geactiveerd (active). Druk op de ON toets op de afstandsbediening om het alarm in
te schakelen en op OFF om het uit te schakelen. De tijd die u heeft om de beschermde ruimte
binnen te gaan of te verlaten ligt tussen de 20~25 seconden.
6. Het wordt aanbevolen om het alarmsysteem te testen op correct functioneren voordat u het voor
het eerst gaat gebruiken, test het daarna elke 3 maanden.
Procedure:
A) Stel de alarmeenheid in op ALARM of CHIME (aanbevolen voor het testen).
B) Druk op de ON toets op de afstandsbediening om het alarm in te schakelen.
C) Wacht gedurende 20~25 seconden (vertragingstijd).
D) Open elke deur of raam, een voor een en controleer of de corresponderende LED brant en of
de bel klinkt.
LED-lamp
Uit toets Aan toets
32
E) Schakel het alarm uit indien alles juist functioneert.
F) Het alarmsysteem is klaar voor gebruik.
NB:
1) De alarmeenheid zal ter bevestiging een geluidssignaal geven wanneer het in- of uitgeschakeld
wordt. De toon voor CHIME is anders dan voor ALARM.
2) Indien een sensor niet hoeft te worden ingeschakeld is het mogelijk om elke sensor individueel uit
te schakelen met de aan-/uitschakelaar. In dit geval maakt de sensor geen onderdeel uit van het
alarmsysteem wanneer dit wordt geactiveerd.
3) Een sensor die is ingesteld op RF+ALARM zal altijd een alarmsignaal afgeven, tenzij het
alarmsysteem uitgeschakeld is.
4) Wanneer een sensor is gealarmeerd en de sirene of de alarmeenheid klinkt, zal het nodig zijn om
het uit te schakelen met de aan-/uitschakelaar van de alarmeenheid. Daarna kan de alarmeenheid
weer worden ingeschakeld. Wanneer het alarm af blijft gaan na het inschakelen van het systeem,
controleer dan of alle ramen en deuren juist gesloten zijn.
Installatie van SEC-ALARM110
1. Plaats de batterijen, volgens het schema, in het batterijvakje aan de achterkant van het alarm
(3x AA).
2. Installeer de deur-/raamsensor met het plakband aan de deuren en ramen. NB: de maximale
afstand tussen het magnetisch contact en de sensor is 1 cm (zie afbeelding 2). Stel de sensor in op
RF+ALARM. Indien ingesteld op RF+ALARM, zal de sensor, wanneer eenmaal gealarmeerd, een
signaal naar de alarmeenheid afgeven en tevens zal de sirene van de sensor zelf afgaan. In dit
geval zullen de sirenes van de sensor en de alarmeenheid allebei afgaan.
3. Installeer de vibratiesensor met het plakband op de ramen (op het glas). Stel de sensor in op RF of
RF+ALARM. Indien ingesteld op RF+ALARM, zal de sensor, wanneer eenmaal gealarmeerd, een
signaal naar de alarmeenheid afgeven en de sirene van de sensor zelf zal tevens afgaan. In dit
geval zullen de sirenes van de sensor en de alarmeenheid allebei afgaan. NB: de vibratiesensor is
erg gevoelig. De geringste vibratie zal de sensor alarmeren. Het wordt niet aanbevolen om de
vibratiesensor op ramen naast deuren te plakken. Het dichtslaan van de deur zal het alarm doen af
gaan.
4. Plaats de batterijen, volgens het schema, in het batterijvakje aan de achterkant van het alarm
(3x AA). De PIR-sensor moet voor het eerste gebruik, opwarmen gedurende 30~40 seconden. In
deze periode kan het geen beweging waarnemen. Installeer de PIR-sensor op een hoogte van
1~1,5m voor de beste prestatie. Installeer de PIR-sensor niet in direct zonlicht, gericht op ramen,
objecten die bewegen of warmte- of koude bronnen.
5. Verwijder het transparante frontpaneel van de alarmeenheid om de positie van de sensoren en de
corresponderende genummerde LED's op te schrijven. (bijv. sensor 1 = voordeur, 2= keukenraam,
enz.).
6. Installeer de alarmeenheid. De afstand tussen de alarmeenheid en de verst verwijderde
deur-/raamsensor mag niet meer zijn dan 60 m (open gebied)*
7. Stel de alarmeenheid in op ALARM of CHIME functie. Indien ingesteld op CHIME, zal de
alarmeenheid klinken als een deurbel wanneer een deur of raam wordt geopend. Ingesteld op
ALARM zal een 100 dB luide sirene klinken. Wanneer de alarmeenheid is ingeschakeld, is het
alarm nog niet geactiveerd (active). Druk op de ON toets op de afstandsbediening om het alarm in
33
te schakelen en op OFF om het uit te schakelen. De tijd die u heeft om de beschermde ruimte
binnen te gaan of te verlaten is tusasen de 20~25 seconden.
8. Het wordt aanbevolen om het alarmsysteem te testen op correct functioneren voordat u het voor
het eerst gaat gebruiken, test het daarna elke 3 maanden.
Procedure:
a) Stel de alarmeenheid in op ALARM of CHIME (aanbevolen voor het testen).
b) Druk op de ON toets op de afstandsbediening om het alarm in te schakelen.
c) Wacht gedurende 20~25 seconden (vertragingstijd).
d) Open elke deur of raam een voor een en controleer of de corresponderende LED brand en of
de bel klinkt.
e) Voor het testen van de PIR-sensor, kunt u bewegen voor de PIR-sensor en controleer of de
corresponderende LED brand en of de bel klinkt. NB: het LED-lampje op de PIRsensor gaat
tevens branden.
f) Voor het testen van de vibratiesensor, kunt u voorzichtig tegen het raam slaan en controleer of
de corresponderende LED brand en of de bel klinkt.
g) Schakel het alarm uit indien alles juist functioneert.
h) Het alarmsysteem is klaar voor gebruik.
NB:
1) De alarmeenheid zal ter bevestiging een geluidssignaal geven wanneer het in- of uitgeschakeld
wordt. De toon voor CHIME is anders dan voor ALARM.
2) Indien een sensor niet hoeft te worden ingeschakeld is het mogelijk om elke sensor individueel uit
te schakelen met de aan-/uitschakelaar. In dit geval maakt de sensor geen onderdeel uit van het
alarmsysteem wanneer dit wordt geactiveerd (behalve bij de POR-sensor.
3) Een sensor die is ingesteld op RF+ALARM zal altijd een alarmsignaal afgeven, tenzij het
alarmsysteem uitgeschakeld is.
4) Wanneer een sensor is gealarmeerd en de sirene of de alarmeenheid klinkt, zal het nodig zijn om
het uit te schakelen met de aan-/uitschakelaar van de alarmeenheid. Daarna kan de alarmeenheid
weer worden ingeschakeld. Wanneer het alarm af blijft gaan na het inschakelen van het systeem,
controleer dan of alle sensoren juist zijn aangesloten.
Installatie van SEC-ALARM120
1. Plaats de batterijen, volgens het schema, in het batterijvakje aan de achterkant van het alarm
(3x AA).
2. Installeer de deur-/raamsensor met het plakband aan de deuren en ramen. NB: de maximale
afstand tussen het magnetisch contact en de sensor is 1 cm (zie afbeelding 2). Stel de sensor in op
RF of RF+ALARM. Indien ingesteld op RF+ALARM, zal de sensor, wanneer eenmaal gealarmeerd,
een signaal naar de alarmeenheid afgeven en tevens zal de sirene van de sensor zelf afgaan. In
dit geval zullen de sirenes van de sensor en de alarmeenheid allebei afgaan.
3. Plaats de batterijen, volgens het schema, in het batterijvakje aan de achterkant van het alarm
(3x AA). De PIR-sensor moet voor het eerste gebruik, opwarmen gedurende 30~40 seconden. In
deze periode kan het geen beweging waarnemen. Installeer de PIR-sensor op een hoogte van
1~1.5m voor de best prestatie. Installeer de PIR-sensor niet in direct zonlicht, gericht op ramen,
objecten die bewegen of warmte- of koude bronnen.
34
4. Verwijder het transparante frontpaneel van de alarmeenheid om de positie van de sensoren en de
corresponderende genummerde LED's op te schrijven. (bijv. sensor 1 = voordeur, 2= keukenraam,
enz.).
5. Installeer de alarmeenheid. De afstand tussen de alarmeenheid en de verst verwijderde
deur-/raamsensor mag niet meer zijn dan 60 m (open gebied)*
6. Stel de alarmeenheid in op ALARM of CHIME functie. Indien ingesteld op CHIME, zal de
alarmeenheid klinken als een deurbel wanneer een deur of raam wordt geopend. Ingesteld op
ALARM zal een 100 dB luide sirene klinken. Wanneer de alarmeenheid is ingeschakeld, is het
alarm nog niet geactiveerd (active). Druk op de ON toets op de afstandsbediening om het alarm in
te schakelen en op OFF om het uit te schakelen. De tijd die u heeft om de beschermde ruimte
binnen te gaan of te verlaten ligt tussen de 20~25 seconden.
7. Het wordt aanbevolen om het alarmsysteem te testen op correct functioneren voordat u het voor
het eerst gaat gebruiken, test het daarna elke 3 maanden.
Procedure:
a) Stel de alarmeenheid in op ALARM of CHIME (aanbevolen voor het testen).
b) Druk op de ON toets op de afstandsbediening om het alarm in te schakelen.
c) Wacht gedurende 20~25 seconden (vertragingstijd).
d) Open elke deur of raam een voor een en controleer of de corresponderende LED brand en of
de bel klinkt.
e) Voor het testen van de PIR-sensor, kunt u bewegen voor de PIR-sensor en controleer of de
corresponderende LED brand en of de bel klinkt. NB: het LED-lampje op de PIRsensor gaat
tevens branden.
f) Schakel het alarm uit indien alles juist functioneert.
g) Het alarmsysteem is klaar voor gebruik.
NB:
1) de alarmeenheid zal ter bevestiging een geluidssignaal geven wanneer het in- of uitgeschakeld
wordt. De toon voor CHIME is anders dan voor ALARM.
2) Indien een sensor niet hoeft te worden ingeschakeld is het mogelijk om elke sensor individueel uit
te schakelen met de aan- /uitschakelaar. In dit geval maakt de sensor geen onderdeel uit van het
alarmsysteem wanneer dit wordt geactiveerd (behalve bij de POR-sensor.
3) Een sensor die is ingesteld op RF+ALARM zal altijd een alarmsignaal afgeven, tenzij het
alarmsysteem uitgeschakeld is.
4) Wanneer een sensor is gealarmeerd en de sirene of de alarmeenheid klinkt, zal het nodig zijn om
het uit te schakelen met de aan-/uitschakelaar van de alarmeenheid. Daarna kan de alarmeenheid
weer worden ingeschakeld. Wanneer het alarm af blijft gaan na het inschakelen van het systeem,
controleer dan of alle sensoren juist zijn aangesloten.
Specifi caties:
Alarmeenheid (afbeelding 1):
Voeding: 4.5 VDC (3x batterijen AA, niet bijgesloten)
Normaal verbruik: <1.5 mA
Verbruik Bel: <90 mA
Verbruik alarm: <130 mA
Alarmvolume: 100 0.5 dB
Belvolume: 90 dB (0.5m)
• Schakelaar: alarm/chime/off
35
• LED-lampje: 6
Frequentie: 433 MHz ±250 kHz
Afmetingen: 5.7(W) x 3.9(D) x 10.9(H)cm
Vertragingstijd: 20 ~ 25 sec.
Deur-/raamsensor (afbeelding 2):
Voeding: 4.5 VDC (3x batterijen LR44 bijgesloten)
Normaal verbruik: <10 μA
Verbruik bij doorseinen: <6 mA
Werkbereik: +/- 60 m (open gebied)*
Alarmvolume: 95 dB (0.5m)
Schakelaar: RF + alarm/RF/off
Frequentie: 433 MHz ±250 kHz
Afmetingen met magnetisch contact: 6(W) x 1(D) x 9.9(H)cm
PIR-sensor (afbeelding 3):
Voeding: 4.5 VDC (3x batterijen AA, niet bijgesloten)
Normaal verbruik: <100 μA
Verbruik bij doorseinen: <5 mA
Werkbereik: +/- 60 m (open gebied)*
Detectiebereik: 5~8 m
Detectiehoek: 100° (horizontaal) / 80° (verticaal)
Installatiehoogte: 1.5 m (aanbevolen)
Frequentie: 433 MHz ±250 kHz
Afmetingen: 6(W) x 5(D) x 9.8(H)cm
Vibratiesensor (afbeelding 4):
Voeding: 4.5 VDC (3x batterij LR44, inbegrepen)
Normaal verbruik: <10 μA
Verbruik bij doorseinen: <6 mA
Werkbereik: +/- 60 m (open gebied)*
Frequentie: 433 MHz ±250 kHz
Alarmvolume: 95 dB (0.5m)
• Afmetingen: 4.8(W) x 1(D) x 9.9(H)cm
Afstandsbediening (afbeelding 5):
Voeding: 12 VDC (3x batterij LR44, inbegrepen)
Normaal verbruik: 0
Verbruik bij doorseinen: <10 mA
Werkbereik: +/- 30 m (open gebied)*
• Toetsen: aan/uit
• LED-lampje: 1
Frequentie: 433 MHz ±250 kHz
Afmetingen: 3.5(W) x 1.3(D) x 5.2(H)cm
* Werkbereik van de afstandsbediening en sensoren kunnen variëren, dit is afhankelijk van de
omgevingsomstandigheden.
Veiligheidsvoorzorgsmaatregelen:
Stel het product niet bloot aan water of vocht.
36
Onderhoud:
Uitsluitend reinigen met een droge doek. Gebruik geen reinigingsmiddelen of schuurmiddelen.
Garantie:
Voor wijzigingen en veranderingen aan het product of schade veroorzaakt door een verkeerd gebruik
van dit product, kan geen aansprakelijkheid worden geaccepteerd. Tevens vervalt daardoor de
garantie.
Algemeen:
- Wijziging van ontwerp en specificaties zonder voorafgaande mededeling onder voorbehoud.
- Alle logo’s, merken en productnamen zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van de
respectievelijke eigenaren en worden hierbij als zodanig erkend.
- Deze handleiding is met zorg samengesteld. Er kunnen echter geen rechten aan worden ontleend.
König Electronic kan geen aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele fouten in deze handleiding
of de gevolgen daarvan.
- Bewaar deze gebruiksaanwijzing voor latere raadpleging.
Let op:
Dit product is voorzien van dit symbool. Dit symbool geeft aan dat afgedankte elektrische en
elektronische producten niet met het gewone huisafval verwijderd mogen worden. Voor dit
soort producten zijn er speciale inzamelingspunten.
Dit product is vervaardigd en geleverd in overeenstemming met de relevante reglementen en
richtlijnen die voor alle lidstaten van de Europese Unie gelden. Het voldoet ook aan alle toepasselijke
specificaties en reglementen van het land van verkoop.
Op aanvraag is officiële documentatie verkrijgbaar. Inclusief, maar niet uitsluitend:
Conformiteitsverklaring (en productidentiteit), materiaalveiligheidsinformatie en producttestrapport.
Wend u tot onze klantenservice voor ondersteuning:
via de website: http://www.nedis.nl/nl-nl/contact/contact-formulier.htm
via e-mail: [email protected]
telefonisch: +31 (0)73-5993965 (tijdens kantooruren)
NEDIS B.V., De Tweeling 28, 5215 MC ’s-Hertogenbosch, NEDERLAND
/