3
Om kalkresten of hardnekkige vlekken te verwijderen kan een neutrale zeep of afwasmiddel gebruikt worden. Vermijd sterke zuren of agressieve
schoonmaakmiddelen.
ONTKALKEN
Bij normaal gebruik dient het apparaat minstens tweemaal per jaar te worden ontkalkt:
Kook 0,5 liter azijn in het apparaat.
Schakel het apparaat uit.
Laat de azijn een nacht in het apparaat inwerken.
Gooi de azijn de volgende ochtend weg.
Vul het apparaat met water en kook opnieuw.
Gooi dit na het koken weg en reinig alle onderdelen met zuiver water.
RICHTLIJNEN EN NUTTIGE TIPS BIJ HET STOMEN
1. De stoomtijden zijn afhankelijk van de eigen smaak en voorkeur en van de gebruikte hoeveelheden. De kooktijden in deze handleidingen zijn richttijden. U kunt
de stoomtijd naar eigen believen verlengen of inkorten. De stoomtijden in dit boekje zijn benaderend. De stoomtijd hangt immers niet enkel af van de gebruikte
hoeveelheden maar ook van de grootte van de stukken en de structuur van de eetwaren. De aangegeven tijden slaan op de volledige kooktijd, d.w.z. vanaf het
moment dat de stomer ingeschakeld wordt.
2. De hoeveelheid water in het reservoir bepaalt mee de stoomtijden.
3. Over het algemeen volstaat een normale hoeveelheid water om te stomen. Sommige mensen geven er echter de voorkeur aan om bepaalde eetwaren langer te
laten koken. Voeg in dat geval wat water toe.
4. Kleine stukjes van gelijke grootte die in één laag in de stomer worden gelegd, zullen sneller en egaler gaar worden dan grote op elkaar gestapelde stukken.
5. Nadat het toestel is uitgeschakeld, koken de eetwaren nog wat na. Dat komt omdat de stoom nog in de kom circuleert. Laat de stoom onmiddellijk na het koken
af om overkoken te voorkomen.
6. Houd het deksel tijdens het koken gesloten. Zo beperkt u de kooktijd.
STOMEN VAN BEVROREN EETWAREN EN GROENTEN
A. Bevroren eetwaren en groenten hoeven vooraf niet ontdooid te worden. Reken de ontdooiingstijd gewoon bij de normale kooktijd. Dit kunt u via het transparante
deksel controleren.
B. Probeer nooit meer dan één doos of zak bevroren etenswaren of groenten in één keer te stomen. Stoom nooit meer dan 750 gr bevroren etenswaren en
groenten in de stoomkom.
C. Stoom bevroren etenswaren en groenten zonder sauzen, boter of kruiden. Op die manier worden het reservoir en de verwarmingselementen niet vuil.
D. Haal de bevroren etenswaren en groenten altijd uit de verpakking alvorens ze te stomen.
E. Aanbevolen stoomtijden en waterhoeveelheden: zie "Stomen van verse groenten".
STOMEN VAN VERSE GROENTEN
A. Kies altijd de verste groenten. Reinig en spoel de groenten met koud water. Snijd of kap de groenten in stukken van gelijke grootte. Verwijder verkleurde of
slechte stukken. Verwijder het laatste vuil met een groenteborsteltje.
B. De stoomtijd is afhankelijk van het totale gewicht. U kunt de stoomtijd als volgt bepalen: groenten met een gewicht van 125 tot 500 gr afdekken en 10 tot 20
minuten stomen. Groenten met een gewicht tussen 500 en 750 gr afdekken en 15 tot 30 minuten laten stomen.
Opmerking:
Minder lang gestoomde groenten behouden meer smaak dan groenten die langer gestoomd hebben. Experimenteer met de stoomtijd om uw eigen voorkeur te
bepalen. Roer bij stoomtijden van meer dan 10 minuten met een lange steel. Zo krijgt u de beste resultaten op.
C. Kruid het water in het reservoir of de groenten nooit vooraf. Gebruik enkel zuiver water. Alle andere toevoegingen kunnen het reservoir beschadigen of vervuilen.
Kruid de groenten na het stomen.
D. Het waterpeil in het reservoir: tot aan de minimumaanduiding voor stoomtijden tussen 10 en 30 minuten - tot aan de maximumaanduiding voor stoomtijden
tussen 30 en 60 minuten.
STOMEN VAN VERSE OF INGEVROREN VIS EN ZEEVRUCHTEN
A. Kies steeds de verste vis en zeevruchten. Reinig en maak de vis op de gebruikelijke manier klaar.
B. Kruid de vis of zeevruchten nooit vooraf. Zowel bevroren, ontdooide als verse vis kunnen worden gestoomd.
C. Het stomen van vis en zeevruchten duurt 8 tot 15 minuten. De meeste vis- en schaaldieren stomen snel. Kleine hoeveelheden stomen het makkelijkst.