Pottinger EUROCAT 316 PLUS ED ALPHAMOTION Handleiding

Type
Handleiding
(ANDLEIDING
NL
 ).3425#4)%3 6//2 $% /6%2$2!#(4 6!. -!#().%3    PAGINA 
6ERTALING VAN DE ORIGINELE HANDLEIDING
Ihre / Your / Votre • Masch.Nr. • Fgst.Ident.Nr.
.R99 344.NL.80K.0
Trommelmaaiers
EUROCAT 276 F
(Type PTM 344 : + . . 01001)
EUROCAT 316 F
(Type PTM 345 : + . . 01001)
ALLG./BA SEITE 2 / 0000-NL
Productaansprakelijkheid, informatieplicht
Productaansprakelijkheid verplicht de fabrikant en handelaar bij de verkoop van machines een
handleiding te overhandigen en de gebruiker te instrueren over de bedienings-, de veiligheids- en de
onderhoudsvoorschriften.
Ter controle van de juiste overdracht van de machine en de handleiding is het gewenst dat dit aan de
fabrikant wordt bevestigd.
Hiertoe dient:
- Document A getekend naar de importeur c.q. naar de fabrikant te worden gezonden.
- Document B blijft bij de dealer en
- Document C is voor de gebruiker.
In de zin van de productaansprakelijkheid is elke landbouwer ondernemer.
Een schade in de zin van de wet productaansprakelijkheid is een schade, die door een machine ontstaat,
die echter niet aan deze machine ontstaat: voor de aansprakelijkheid is een eigen risico voorzien van
EURO 500,-.
Bedrijfsschade in de zin van de productaansprakelijkheid is uitgesloten.
Let op! Ook wanneer de machine later door de gebruiker wordt ingeruild of doorverkocht dient de
handleiding meegeleverd en de nieuwe gebruiker op de voorschriften te worden gewezen.
NL Geachte gebruiker!
U hebt een goede keuze gemaakt en wij feliciteren U dan ook dat U voor
het merk Pöttinger hebt gekozen.
Als Uw landbouwkundige partner bieden wij U kwaliteit en capaciteit,
gekoppeld aan een goede service.
Teneinde enig inzicht te verkrijgen in de omstandigheden waaronder
de machine wordt ingezet en om in de toekomst nieuwe machines te
kunnen ontwikkelen, verzoeken wij U ons enige gegevens te verstrekken.
Daardoor is het dan ook mogelijk om U in de toekomst gericht over nieuwe
ontwikkelingen te informeren.
Pöttinger-nieuwsbrief
www.poettinger.at/nl/newsletter
Actuele vakinformatie, nuttige links en ontspanning
Document D
NL-0600 Dokum D Anbaugeräte
PÖTTINGER Landtechnik GmbH
Industriegelände 1
A-4710 Grieskirchen
Tel. 07248 / 600 -0
Telefax 07248 / 600-2511
Wij verzoeken U de volgende punten i.v.m. de wet op de productaansprakelijkheid te controleren.
NL
T Machine aan de hand van de pakbon gecontroleerd. Alle verpakte delen verwijderd en uitgepakt. Aftakas, veiligheidsinrichtingen en
handleidingen zijn aanwezig.
T De bediening, de inbedrijfsstelling en het onderhoud van de machine resp. werktuig aan de hand van de handleiding met de gebruiker
besproken en uitgelegd.
T Bandenspanning gecontroleerd
T Wielbouten en moeren op vastzitten gecontroleerd.
T Op het juiste toerental van de aftakas gewezen.
T Aanspanning aan de trekker gecontroleerd en eventueel aangepast: Driepuntsbevestiging
T Informatie verstrekt over lengtebepaling van de aftakas.
T Proefgedraaid met de machine en geen gebreken geconstateerd.
T Tijdens het proefdraaien de werking van de machine uitgelegd.
T Het zwenken in werk- en transportstand uitgelegd.
T Informatie verstrekt over extra leverbaar toebehoren.
T Gebruiker gewezen op het nut en de noodzaak om de handleiding goed te lezen.
Aankruisen hetgeen van toepassing is. X
INSTRUCTIES VOOR DE
OVERDRACHT VAN MACHINES
T
Ter controle van de juiste overdracht van de machine en de handleiding is het gewenst dat dit aan de fabrikant wordt bevestigd.
Hiertoe dient:
- Document A getekend naar de importeur c.q. naar de fabrikant te worden gezonden of via internet (www.poettinger.at) te worden verstuurd.
- Document B blijft bij de dealer en
- Document C is voor de gebruiker.
NL
INHOUDSOPGAVE
0800_NL-INHALT_344 - 4 -
Veiligheidsvoorschriften in aanhangsel A in acht nemen
Inhoudsopgave
WAARSCHUWINGS AFBEELDINGEN
CE-kenmerk ...................................................................................... 5
Betekenis van de waarschuwing afbeeldingen ................................. 5
AANBOUW AAN DE TREKKER
Aankoppeling algemeen .................................................................... 6
Aftakas ............................................................................................. 6
Afkoppelen van de machine .............................................................. 6
Aanbouwproblemen ......................................................................... 6
Beschermkap en beschermkleden .................................................... 7
Transportstand (< 3 m) ..................................................................... 7
Rijden op de openbare weg .............................................................. 7
Werkstand ......................................................................................... 7
Starre topstang .................................................................................. 8
Telescopische-topstang .................................................................... 8
Verende-topstang .............................................................................. 8
Voor het voor de eerste keer aan de trekker ..................................... 9
bouwen eerst hier op letten! .............................................................. 9
Aanbouw met snel-koppelraam (1) ................................................ 10
Werking van de verende topstang ................................................... 11
Aanpassen van de verende topstang (FOL) .................................... 11
Problemen tijdens het werk ............................................................. 11
INSTELLINGEN
Oplegdruk van de maaibalk instellen .............................................. 12
Veerspanning instellen ..................................................................... 12
Aan de trekker aankoppelen en afstellen van de hydraulische com-
pensatieregeling .............................................................................. 13
AANBOUWBOK ‘ALPHA MOTION”
Stand voor het afkoppelen .............................................................. 16
Transportstand ................................................................................ 16
Aanbouw ......................................................................................... 16
Veerspanning instellen ..................................................................... 17
Gebruik ............................................................................................ 17
Snijhoogte instellen
1)
...................................................................... 17
IN GEBRUIK NEMEN
Belangrijke opmerkingen voor u begint te werken .......................... 18
Draairichting van de maaischijven controleren................................ 18
Maaielement met kneuzer
1)
........................................................... 18
Aanwijzingen voor veilig werken ..................................................... 19
Werken ............................................................................................ 20
Maaihoogteverstelling ..................................................................... 20
Maaihoogteverstelling ..................................................................... 20
KNEUZER (CONDITIONER)
Maaien met de kneuzer ................................................................... 22
Juiste riemspanning ........................................................................ 22
Stand van de rotorvingers ............................................................... 22
In- en uitbouwen van de kneuzer .................................................... 23
Maaien zonder kneuzer ................................................................... 25
Optie ................................................................................................ 25
ZWADVORMERS
Afstellen van de beide zwadvormers
(8i
......................................... 27
Afstellen van de zwadbreedte
(8i
.................................................... 27
Montage van de meenemer ............................................................ 28
Montage der Förderleisten innen .................................................... 28
ONDERHOUD
Veiligheidsaanwijzing ....................................................................... 29
Algemene aanwijzingen voor het onderhoud ................................. 29
Reinigen van machinedelen ............................................................ 29
In de openlucht laten staan ............................................................. 29
Overwinteren ................................................................................... 29
Aftakassen ....................................................................................... 29
Hydrauliekinstallatie ........................................................................ 29
Houder voor het snel wisselen van messen .................................... 30
Controle van de bevestiging van de mesjes .................................. 30
Messen verwisselen ........................................................................ 30
Messen ........................................................................................... 31
Maaischijven ................................................................................... 31
Grotere Maaihoogte met hoogsnij-maaischijven............................. 32
Tandwielkast .................................................................................... 32
Ongevallenrisico bij versleten onderdelen ....................................... 33
TECHNISCHE GEGEVENS
Technische gegevens ...................................................................... 34
Uitvoering tegen meerprijs ............................................................. 34
Vereiste aansluitingen ...................................................................... 34
Doelgericht gebruik van de machine ............................................... 35
Plaats van het typeplaatje ............................................................... 35
AANHANGSEL
Aanwijzingen voor veilig werken ..................................................... 38
Aftakas ............................................................................................ 39
Smeerschema ................................................................................ 41
Smeermiddelen ............................................................................... 43
Combinatie van trekker en aanbouwwerktuig ................................. 45
Topstang korter afstellen ................................................................. 47
- 5 -
9700_NL-Warnbilder_361
NL
WAARSCHUWINGS AFBEELDINGEN
Buiten het zwenkbereik van de machine blijven.
Voor het inschakelen van de aftakas, de beide zijdelen
neerklappen
Nooit in de machine grijpen, zolang zich daar nog delen
kunnen bewegen.
CE-kenmerk
Het door de fabrikant aan te brengen CE-kenmerk, geeft aan dat de machine beantwoord
aan de EG-richtlijnen.
EG conform verklaring (zie bijlage)
Met het ondertekenen van de EG conform-verklaring verklaart de fabrikant dat de afgeleverde
machine aan alle voorgeschreven veiligheids- en medische voorschriften beantwoordt.
Betekenis van de waarschuwing
afbeeldingen
Gevaar - rondslingerende delen. Houdt veilige afstand
bij een draaiende motor.
Raak nooit bewegende machinedelen aan. Wacht totdat
deze volledig tot stilstand zijn gekomen.
Houdt voldoende afstand tot de messen, als de
trekkermotor draait en de aftakas is aangesloten.
Voor onderhouds- en reparatie werk zaamheden,
de trekkermotor stopzetten en de contactsleutel
verwijderen.
Aanwijzingen voor
veilig werken
In deze handleiding
zijn alle plaatsen
die betrekking
hebben op
de veiligheid
met dit teken
aangegeven.
bsb 447 410
495.167
NL
- 6 -
1000-NL ANBAU-375
AANBOUW AAN DE TREKKER
Aanbouwproblemen
Bij een fronthefinrichting met een dwarsverbinding (Q) tussen
de hefarmen, kan de aftakas bij het laten zakken worden
beschadigd.
Om schade te voor-
komen is het nodig om
een aanbouwverhoging
tussen de hefinrichting
en het aankoppelraam te
monteren.
Is dit bij U het geval,
neem dan contact op
met uw handelaar of de
importeur.
Bij trekkers met een ver naar voren stekende aftakas aansluitng
moet de aftakas extreem worden ingekort.
• In geheven toestand is de overlapping van de aftakasprofielbuizen
dan te gering.
De maximale hoek van de aftakas kan mogelijkerwijs zijn
overschreden (zie ok bijlage B).
In dit geval moet een
aanbouwset worden
gemonteerd die de
machine 200 mm naar
voren brengt.
Is dit bij U het geval,
neem dan contact op
met uw handelaar
of de importeur.
Aankoppeling algemeen
1. Veiligheids aanwijzingen in bijlage A opvolgen.
2. Machine aan de fronthefinrichting van de trekker aankoppelen.
Steekpennen met splitpen borgen.
Verhelpen van problemen met de hydrauliekaansluiting
Als een trekker geen hydrauliekaansluiting aan de voorkant Heeft,
moet een slang van achteren naar voren worden aangelegd.
Bij sommige trekkers kan het nodig
zijn om met een driewegkraan
tussen de fronthefinrichting (HW) en
frontstuurventiel om te schakelen.
HW
SG
Aftakas
Voor het voor de eerste keer
gebruiken moet de lengte
van de aftakas worden
gecontroleerd en eventueel
worden aangepast (zie
"Aftakas aanpassen" in
aanhangsel B).
Afkoppelen van de machine
Maaier met kneuzer
(Conditioner) altijd
op de steunpoot (30)
zetten, kantelgevaar!
- Steunpoot met
pen borgen
Achtung!
Bei doppelt wirkenden Schlepper-Front-
Hubwerken besteht folgende Gefahrenquelle:
Die maximale Mähwerk-Absenktiefe ist mit
Begrenzungs-ketten eingestellt. Wird mit dem
Hubwerk die maximal eingestellte Absenktiefe
überschritten, entsteht Zugkraft auf die Begrenzungs-
ketten.
Dies kann bis zum Bruch der Kette oder des
Klappsteckers führen und es besteht Verletzungsgefahr
für Personen im Gefahrenbereich!
NL
AANBOUW AAN DE TREKKER
- 7 -
1000-NL ANBAU-375
Beschermkap en beschermkleden
Voor onderhoudswerkzaamheden kunnen de bescherm kappen
en de beschermkleden omhooggeklapt worden.
Uit veiligheidsoverwegingen moet gewacht worden
tot de schijven stilstaan, voordat de beschermingen
omhooggeklapt worden.
1. Vergrendeling (1) los maken en bescherming (2) opklappen
- beugel in houder vastzetten (3)
- links en rechts
Transportstand (< 3 m)
Als de beide beschermingen zijn opgeklapt en in de houders zijn
vastgezet (3), bedraagt de totale breedte van de machine minder
dan 3 meter.
Rijden op de openbare weg
Let op de wettelijke voorschriften.
De rit op de openbare weg mag alleen plaats vinden, zoals
beschreven in het hoofdstuk "transportstand".
De hefarmen vast zetten zodat de machine niet zijdelings kan
wegzwenken.
Werkstand
Voor u begint met werken
De aftakas aandrijving alleen inschakelen, als alle
beschermingen (beschermkappen, beschermkleden,
enz.) op de juiste wijze zijn aangebracht.
Uit veiligheidsoverwegingen mag er alleen met de
machine gemaaid worden, als de machine in deze stand
staat.
495.167
NL
AANBOUW AAN DE TREKKER
- 8 -
1000-NL ANBAU-375
Starre topstang
Gebruik een starre topstang
bij schijvenmaaiers
NOVACAT 266 F
NOVACAT 306 F
NOVACAT 306 F - met “alpha Motion” aanbouwbok
bij trommelmaaiers
EUROCAT 276 F - met een hydraulische compensatieset (20)
EUROCAT 316 F - met een hydraulische compensatieset (20)
EUROCAT 316 F - met “alpha Motion” aanbouwbok
Telescopische-topstang
Gebruik een telescopische-topstang
- Bij trommelmaaiers (EUROCAT) in combinatie met trekkers
die zijn uitgerust met een elektronische diepteregeling.
De telescopische-topstang maakt een goede aanpassing van de
maaitrommels aan bodemoneffenheden mogelijk die dwars op de
rijrichting lopen.
- Het pendelbereik (L) kan door het verdraaien van de spindel
worden ingesteld.
- De topstang inkorten, zie Aanhang – D
Bij maaiers met een hydraulische compensatieregeling
(20) en bij de „alpha Motion“ versie mag de
telescopische-topstang niet worden gebruikt.
Verende-topstang
Gebruikt een verende-topstang (FOL)
* Bij trommelmaaiers (EUROCAT) in combinatie met trekkers die
zijn uitgerust met een elektronische diepteregeling.
- Zie ook hoofdstuk ”VERENDE-TOPSTANG”
Bij maaiers met een hydraulische compensatieregeling
(20) en bij de „alpha Motion“ versie mag de verende-
topstang niet worden gebruikt.
- 9 -
1000_NL-WEISTEANBAU-375
AANBOUW MET SNEL-KOPPELRAAM NL
Voor het voor de eerste keer aan de
trekker bouwen eerst hier op letten!
Attentie!
Fronthefinrichting met dubbelwerkend
hydraulisch systeem (beschadigingrisico)!
Oplossing:
- Ventiel omschakelen op enkelwerkend
- Ombouwen van de fronthefinrichting tot enkelwerkend
(Bypassleiding) door een vakwerkplaats.
Als de maaier aan de trekker is aangebouwd,
mag het stuurventiel (ST) niet op de stand
’zakken’ worden gezet.
Na zo een bedieningsfout moet de plaat
(P1) onmiddellijk opnieuw worden afgesteld.
Beschadigde onderdelen eerst vervangen.
Bij zo een bedieningsfout zou het volgende kunnen
plaatsvinden:
- De stand van de plaat (P1) verandert in het sleufgat, de
afstand van de vergrendelingshaak (V) wordt daardoor
te groot.
- De vergrendelingshaak (V) breekt.
- De beide hefbomen van de compensatie-unit worden
beschadigd.
- Die Begrenzungsketten können reißen
De verstelbare plaat (P1) opnieuw afstellen
1) De bouten (SK) iets losdraaien
- Niet te ver losdraaien, de plaat (P1) moet met
lichte hamertikken juist nog in de sleufgaten zijn te
verplaatsen
2) De maaier in de hefinrichting aankoppelen
3) De verstelbare plaat (P1) zo plaatsen dat de
vergrendelingshaak (V) nog kan worden ontgrendeld.
De afstand tot de haak moet zo gering mogelijk zijn.
4) De maaier van de hefinrichting afkoppelen
5) De boutverbinding (SK) met een kracht van 65Nm
aantrekken
ST-24-11-2003
Achtung!
Bei doppelt wirken-
den Schlepper-
Front-Hubwerken
besteht folgende
Gefahrenquelle:
Die maximale
Mähwerk-Ab-
senktiefe ist mit
Begrenzungs-
ketten eingestellt.
Wird mit dem
Hubwerk die ma-
ximal eingestellte
Absenktiefe über-
schritten, entsteht
Zugkraft auf die
Begrenzungs-
ketten.
Dies kann bis
zum Bruch der
Kette oder des
Klappsteckers
führen und es
besteht Verlet-
zungsgefahr für
Personen im
Gefahrenbereich!
- 10 -
1000_NL-WEISTEANBAU-375
AANBOUW MET SNEL-KOPPELRAAM NL
Aanbouw met snel-koppelraam (1)
Expander (EX) in de juiste positie hangen
Positie A
- voor het afkoppelen van de trekker
Positie B
- na het aankoppelen aan de trekker en tijdens het
werk
2. H e t
snelkoppelraam
(Weiste-driehoek)
loodrecht of
licht naar voren
hellend aan de
fronthefinrichting
monteren.
3. Onderste
hefpennen
spelingvrij (2)
borgen.
4. De maaier aankoppelen en omhoog brengen (H2).
5. Vergrendeling (V) met pen borgen.
- De stand van de verstelbare plaat (P1) controleren;
de afstand tot de vergrendelingshaak moet zo gering
mogelijk zijn.
6. Aftakas aankoppelen.
TD28/91/28
1
NL
VERENDE TOPSTANG
(extra uitvoering)
- 11 -
0501-NL FOL_344
5. Machine heffen (H1).
6. Beugel uitnemen en in stand "B"
brengen.
Beugel met splitpen (F)
borgen.
7. Machine laten zakken (FL).
8. Controle
Machine aan de zijkant optillen, ca. 75 kg.
Machine aan de voorkant optillen, moet licht naar achteren
kunnen kippen.
Problemen tijdens het werk
Aanpassen van de verende topstang (FOL)
1. Machine aan de trekker koppelen.
de beide drukregelveren nog niet monteren.
2. Instelling van de geveerde topstang uitvoeren op een gladde,
vlakke ondergrond (FL).
De beugel moet in stand "A" gezet worden.
Lengte (L) instellen door het verdraaien van de spindel.
De verende topstang aan de
trekker en het snelkoppelraam
bevestigen.
3. Machine heffen (H1).
Trekveren monteren.
4. Machine laten zakken (FL).
EUROCAT 276 front
De instelmaat moet 42 - 44 cm. zijn (L2).
EUROCAT 316 front
De instelmaat moet 45 cm. zijn (L2).
Werking van de verende topstang
De verende topstang wordt gebruikt bij de inzet op oneffen
percelen.
Voordelen:
- betere bodemaanpassing van de maai-eenheid
- beter maairesultaat
- minder belasting en slijtage
Probleem
De maaier graaft zich in
de grond, de veerkracht
van de FOL is te klein.
Dubbel snijden, de
veerkracht van de FOL is
te groot.
Oplossing
- bij de driepuntsbok aan de
machine, de FOL een gat
hoger instellen.
- lengte (L) opnieuw afstellen
(zie punt 2 - 8).
- bij de driepuntsbok aan de
machine, de FOL een gat
lager instellen.
- lengte (L) opnieuw afstellen
(zie punt 2 - 8).
092-05-03
( FL )
(L)
L2
Geen verende topstang gebruiken
- bij maaiers die met een hydraulische compensatieregeling zijn
uitgerust (20).
- bij “Alpha Motion” aanbouwbok
NL
- 12 -
1001-NL ENTLASTUNG_375.P65
INSTELLINGEN "CLASSIC"
4. De optimale hoek 20 - 22° moet in elk geval
aangehouden worden.
In het hoofdstuk AANBOUWDELEN worden verschillende
aanbouwdelen voor de diverse trekkers getoond.
Deze delen zijn relatief eenvoudig zelf te maken.
- De slangklemmen (20) aan de trekveren monteren.
De instelling van de veerspanning hoeft dan niet bij elke
aankoppeling aan de trekker te worden gecontroleerd.
Alleen bij het wisselen van type trekker, moet de instelmaat "L2"
gecontroleerd en eventueel opnieuw afgesteld worden.
Veerspanning instellen
X2 = 152 mm
Maaielement met zwadschijven
Oplegdruk van de maaibalk instellen
Instelaanwijzingen
* De maaibalk moet met ca. 150 kg op de bodem drukken (links
en rechts 75 kg).
Omdat het totaalgewicht van de maaier hoger is, moet een
gewichtsontlasting worden toegepast.
Daarvoor is een machine met zwadschijven voorzien van twee
trekveren, die dienovereenkomstig moeten worden ingesteld.
Veerspanning instellen
1. Machine hydraulisch heffen.
2. De beide kettingen bevestigen
3. Machine tot op de bodem laten zakken.
NOVACAT 266 F: L2 = 420 mm
NOVACAT 306 F: L2 = 440 mm
EUROCAT 276 F: L2 = 440 mm
EUROCAT 316 F: L2 = 450 mm
Deze maten zijn richtwaarden
* Belangrijker is, dat de bodemdruk ongeveer 150
kg moet bedragen (links en rechts 75 kg).
- De voorspanning overeenkomstig veranderen
TD29/93/2
20
75 kg
TD 71-98-05
X2
083-01-018
L2
20 - 22°
NL
INSTELLINGEN
HYDRAULISCHE MÄHWERKSENTLASTUNG
1000-NL EINSTELLUNGEN_375 - 13 -
Attentie!
Fronthefinrichting met dubbelwerkend hydraulisch
systeem (beschadigingrisico)!
Oplossing:
- Ventiel omschakelen op enkelwerkend
- Ombouwen van de fronthefinrichting tot enkel werkend
(Bypassleiding) door een vakwerkplaats.
3. Blokkeerkraan openen (E)
4. Drukventiel (P1) helemaal openen
Draairichting naar links
5. De beide kettingen (7) zo monteren, dat de afstand
tussen het aanbouwraam en de boring (7b) 14,5 cm
bedraagt.
- Het plaatje L1 in de boring 7b is de standaardafstelling
- De hoek (W) is van belang en moet ca. 60° - 70° bedragen.
Op grond van de verschillende uitvoeringen van de hefinrichtingen
van de diverse fabrikanten kan geen eenduidige kettinghoek
worden vastgelegd (zie hoofdstuk ”Aanbouwdelen”)
Aan de trekker aankoppelen en afstellen van de hydraulische compensatieregeling
Handleiding voor het aanbouwen
en de afstelling van de hydraulische
compensatieregeling voor Pöttinger
frontmaaiers NOVACAT 266/306 en
EUROCAT 276/316
Attentie!
Tijdens het instellen en tijdens het werk, moet het
hydrauliek-ventiel voor de fronthefinrichting in de
zweefstand staan.
1. De machine op een vlakke ondergrond aanbouwen en
op de grond (H1) laten zakken
2. De hydraulische leiding (Hyd) aan de maaier aankoppelen
en aan het enkelwerkende ventiel op de trekker (EW)
NL
INSTELLINGEN
HYDRAULISCHE MÄHWERKSENTLASTUNG
1000-NL EINSTELLUNGEN_375 - 14 -
6. Drukventiel (P1) helemaal sluiten
7. Het stuurventiel (ST) zo lang bedienen tot de manometer
een druk van ca. 150 bar aangeeft.
8. Hydraulisch stuurventiel in de zweefstand (S)
schakelen
9. Nu moet de druk op de manometer teruglopen tot ca.
120 bar
Als minder dan 120 bar wordt aangegeven
- Schroef (R1) helemaal indraaien
- Stuurventiel (ST) zo lang bedienen tot de manometer een druk
van 150 bar aangeeft.
- Stuurventiel (ST) in de zweefstand brengen
- Schroef (R1) zover naar buiten draaien tot 120 bar wordt
aangegeven (min. 85 bar, max. 150 bar)
- Schroef borgen (R2)
Als er meer dan 120 bar wordt aangegeven
- Schroef (R1) zo ver uitdraaien tot 120 bar wordt weergegeven
(min. 85 bar – max. 150 bar)
- Schroef borgen (R2)
10. Afstand tussen het aanbouwraam en de boring (7b)
controleren (14,5 cm.) – zie afbeelding 5
Als correcties nodig zijn – zie punt 14.
11. Bodemdruk van de maaibalk (150 kg) controleren (links
en rechts 75 kg)
Als correcties nodig zijn – zie punt 14.
12. Blokkeerkraan sluiten (A)
13. De hydraulische leiding (Hyd) kan nu worden
afgekoppeld, het afstellen is afgesloten.
TD 26/92/48
s
h
0
ST
75 kg
TD 71-98-05
Bild 8
Bild 7
NL
INSTELLINGEN
HYDRAULISCHE MÄHWERKSENTLASTUNG
1000-NL EINSTELLUNGEN_375 - 15 -
14.3 Als de maaibalk te zwaar op de bodem drukt
- Schroef (R1) helemaal indraaien
- De punten 7 en 8 herhalen en de druk (normaalinstelling 120 bar)
met 10 bar verhogen
ATTENTIE: De maximale druk van 150 bar niet overschrijden
Als een druk van 150 bar is ingesteld en de maaibalk drukt
nog steeds te zwaar op de bodem
- Machine hydraulisch heffen (H2)
- Plaatje (L1) in de bovenste boring (7a) monteren
15. Algemene aanwijzingen
De instellingen of correcties moeten worden uitgevoerd:
- Als de machine wisselend aan meerdere trekkers wordt
gebruikt
- In plaats van een kneuzer, de zwadvormers worden ingebouwd,
of omgekeerd (gewichtsverschil)
- De oplegdruk aanmerkelijk wordt verhoogd door het aanhechten
van gewasresten en/of grond.
14. Correcties
14.1 De afstelmaat 14,5 cm. Tussen het aanbouwraam en
de boring (7b) is nog niet bereikt.
- Machine hydraulisch heffen (H2)
- De kettinglengte (7) met kettingschakels dienovereenkomstig
veranderen.
- De machine op de grond laten zakken
- De afstelmaat opnieuw controleren
14.2 Als de maaibalk te licht op de bodem drukt
- De druk op de manometer met de schroef (R1) met ca
5 à
10 bar verminderen
ATTENTIE: de druk mag niet beneden 85 bar komen
Als 85 bar is ingesteld en de bodemdruk van de maaibalk
is nog steeds te gering
- Plaatje (L1) in de onderste boring (7c) aanbrengen
149-01-02
H2
7
H1
Bild 10
- 16 -
1000_NL-AlphaMotion_375
NL
Aanbouw
- zie hoofdstuk “Aanbouw met snel-koppelraam”
- Hydraulische leiding voor de hefcilinder op
het enkelwerkende (EW) ventiel van de trekker
aansluiten
- Afsluitkraan openen (pos.
E)
- Aanbouwbok (A) met
de hefinrichting van de
trekker heffen
- Steun (K) naar voren wegklappen
- Werkhoogte op 1370 mm instellen en met ketting (7)
fixeren
(Die Begrenzungsketten dienen als Einstellhilfe!)
Stand voor het afkoppelen
- De steun (K) voor het afkoppelen van de machine naar
boven zwenken (Pos 0).
- Afsluitkraan sluiten (pos. A)
Aanwijzing!
De kneuzer *CR( kan alleen in deze stand (Pos.
0) worden gedemonteerd.
Transportstand
- De maaier tijdens het transport altijd vergrendelen
- Steun (K) in „Pos 1“ zwenken
- Afsluitkraan sluiten (pos. A)
K
Pos 1
Varianten op NOVACAT 306 F en EUROCAT 316 F
K
Pos 0
A
495.794
1370
EW
T
P
T
021-06-04
ATTENTIE!
De maaier moet
tijdens het
transport altijd
zijn vergrendeld
Pos. E
Pos. A
Pos. E
Pos. A
Pos. E
Pos. A
ATTENTIE!
De machine op
een vlakke, vaste
ondergrond
wegzetten
AANBOUWBOK ‘ALPHA MOTION”
Achtung!
Bei doppelt wirken-
den Schlepper-
Front-Hubwerken
besteht folgende
Gefahrenquelle:
Die maximale
Mähwerk-Ab-
senktiefe ist mit
Begrenzungs-
ketten eingestellt.
Wird mit dem
Hubwerk die ma-
ximal eingestellte
Absenktiefe über-
schritten, entsteht
Zugkraft auf die
Begrenzungs-
ketten.
Dies kann bis
zum Bruch der
Kette oder des
Klappsteckers
führen und es
besteht Verlet-
zungsgefahr für
Personen im
Gefahrenbereich!
- 17 -
1000_NL-AlphaMotion_375
NL
AANBOUWBOK ‘ALPHA MOTION”
Gebruik
- Steun (K) in „Pos 2“ zwenken
K
Pos 2
Veerspanning instellen
E = Compensatieveren
R= Gewichtscompensatie rechts
L = Gewichtscompensatie links
Snijhoogte instellen1)
Met topstang (O):
Bij verandering van de topstanglengte L +/- is een
Verandering van de snijhoogte tussen 3 en 6 cm
mogelijk.
AANWIJZING!
Na het afkoppelen van de maaier, de
aankoppelbok weer in de verticale stand
brengen.
Met hoge glijsloffen:
Te gebruiken bij snijhoogtes boven 6 cm.
1) alleen bij schijvenmaaiers
Maaier met zwadvormer
Type E R L
(mm) (mm) (mm)
EUROCAT 316 F 245 55 -
NOVACAT 306 F 270 - 60
NOVACAT 356 F 250 - 90
Maaier met kneuzer (ED)
Type E R L
(mm) (mm) (mm)
EUROCAT 316 F 180 30 -
NOVACAT 306 F 205 - 30
NOVACAT 356 F 185 - 25
Hinweis!
Bei der Einstellung und während der Arbeit,
muß das Hydraulik-Steuerventil für das
Fronthubwerk für die eingestellte Position
gesperrt werden.
- 18 -
0300-NL Einsatz_344
NL
1) optie
IN GEBRUIK NEMEN
Belangrijke opmerkingen voor u begint te werken
Aanwijzingen voor veilig werken:
zie aanhangsel-A p. 1. - 7.)
Na één bedrijfsuur
Alle mesbouten natrekken.
Draairichting van de maaischijven controleren
Voor het maaien moet de draairichting links worden gekozen
Hulpmiddel als de trekker niet op links-aandrijven kan worden
geschakeld:
- De aandrijving (G2) demonteren en 180° draaien, daarna weer
monteren
Maaielement met kneuzer 1)
1. Staat van de V-snaren controleren.
Versleten en beschadigde V-snaren vervangen!
2. V-snaar spanning controleren.
* zie hoofdstuk KNEUZER (Conditioner)
TD40/94/16
X2
064 01 013
R
L
TD28/91/21
118-01-28
G2
- 19 -
0300-NL Einsatz_344
NL
IN GEBRUIK NEMEN
1) optie
Aanwijzingen voor veilig werken
1. Controle
- Slijtage van de mesbout
(31) controleren. Als de
pendikte 9 mm of minder
is moet de meshouder
gewisseld worden.
- Meshouder (30) op
beschadigingen con-
troleren.
- Als er een slijpend geluid
gehoord word, moet de
meshouder (30) gecon-
troleerd worden. Deze
kan verbogen zijn en
daardoor ligt het mes niet goed meer.
- Expander (EX) aanbrengen
2. De aftakas aandrijving inschakelen
De aftakas aandrijving alleen inschakelen, als alle bescher-
mingen (beschermkappen, beschermkleden, enz.) op de
juiste wijze zijn aangebracht.
3. Schakel de machine alleen in als ze in werkstand is en
overschrijdt het maximum toerental niet!
Een sticker, die naast de aandrijfkast is aangebracht, laat zien
voor welk aftakas-toerental uw maaier geschikt is.
4. Let op de draairichting van de aftakas!
Om te maaien moet de aftakas buiten het te maaien gewas worden
ingeschakeld en moet de machine langzaam op het volle toerental
worden gebracht. De rijsnelheid wordt mede bepaald door de
terreinomstandigheden en het soort gewas.
5. Afstand houden bij lopende motor
- Stuur personen buiten het gevarengebied van de ma chine; er
kunnen voor werpen worden weg ge slingerd. Bij zondere aandacht
is te be steden aan het werken op percelen met veel stenen en in
de buurt van wegen.
6. Gehoorbeschermers dragen
Afhankelijk van de verschillende trekkercabine's,
kan het geluidspeil op de werkplek verschillen.
wordt een geluidspeil van 85 dB (A) of hoger be-
reikt, moet gehoorbescherming binnen handbereik
gehouden worden.
wordt een geluidspeil van 90 dB (A) bereikt of overschreden, dan
moet de gehoorbeschermer gedragen worden.
7. Voorkomen beschadigingen
Het te maaien veld moet vrij zijn van obstakels en vreemde voor-
werpen. Vreemde voorwerpen (bijv. grote stenen, stukken hout,
afrasteringspaaltjes enz.) kunnen de maaier beschadigen.
Mocht er toch een vreemd voorwerp in de maaier komen
Direct stoppen en de aandrijving uitschakelen.
De machine zorgvuldig op beschadigingen controleren.
Indien nodig, de machine door een vakman laten repareren.
8. Veiligheidsvoorschriften (p. 1, 2, 3 en 4) in aanhangsel A1
in acht nemen!
bsb 447 410
- 20 -
0400-NL Schnitthöhe_344
NL
IN GEBRUIK NEMEN
Werken
Snijhoogte verstellen door de topstang af te stellen (maaischijven in
een hoek van maximaal 5°).
Maaihoogteverstelling
Door het verstellen van de middenste schotel kan de maaihoogte
van 35 tot 65 mm worden veranderd.
1. Machine heffen (~5 cm).
2. De sleutel (W) op het vierkant of sechskant steken en zolang
draaien tot de gewenste snijhoogte is bereikt.
1x draaien = 1,5 mm
Maaihoogteverstelling
Veiligheidsaanwijzing
voor het verrichten van
instel-, onderhouds- en
reparatie werkzaamheden,
de trekker motor uitschake-
len.
werkzaamheden onder de
machine alleen uitvoeren,
wanneer de machine vast
en zeker staat en goed wordt ondersteund.
- Na één werkuur alle bouten natrekken.
Afstandsringen
Voor het instellen van de maaihogte moeten afstandsringen (4mm, 6mm)
gebruikt worden.
Hiervan zijn er al 2 gemonteerd (4mm, 6mm).
Uitvoering tegen meerprijs: 8
afstandsringen
(
6mm)
Uitvoering tegen meerprijs: hoogsnij-schotel (H1)
Aan elke trommel hetzelfde aantal afstandsschijven monteren
Afstandsschijven monteren
1. De beide glijschotels (S1, 1a) demonteren.
2. Afstandschijven (6mm) toevoegen
3. De beide glijschotels opnieuw monteren.
Versleten, beschadigde veerringen door nieuwe vervangen
Ook versleten of beschadigde bouten en moeren vervangen
De verbindingen vastdraaien!
4. Na 1 bedrijfsuur controleren en natrekken
TD 79/99/10
~ 5cm
TD 79/99/05
099-02-06
- 21 -
0400-NL Schnitthöhe_344
NL
IN GEBRUIK NEMEN
NL
- 22 -
0500-NL AUFBEREITER_344
KNEUZER (CONDITIONER)
Maaien met de kneuzer
Het effect van de kneuzer kan worden veranderd.
- De afstand tussen de rotor en de verstelplaat wordt met hendel
(13) veranderd.
In de laagste stand is het kneuseffect het grootst (Pos. 3).
Het voer mag echter niet geplet worden.
Juiste riemspanning
Maat X2 controleren
NOVACAT 266 F: X2 = 189 mm
NOVACAT 306 F: X2 = 189 mm
EUROCAT 276 F: X2 = 193 mm
EUROCAT 316 F: X2 = 193 mm
Stand van de rotorvingers
Pos. Z1: Stand van de rotorvingers voor normaal gebruik
Pos. Z2: Voor zware omstandigheden, bijvoorbeeld als het gewas
zich rond de rotor-as wikkelt.
De rotortanden 180° draaien (Pos. Z2). Deze stand van de vingers
lost in de meeste gevallen de problemen op. Het kneuseffect wordt
er echter iets door verminderd.
X2
064-01-013
064-01-019
Stahl
steel
acier
Z1
Z2
NL
KNEUZER (CONDITIONER)
- 23 -
0500-NL AUFBEREITER_344
3. V-snaren verwijderen (3b)
- Van te voren met de hefboom (3a) ontspannen
4. Transportwielen (4) aanbrengen
- links en rechts
In- en uitbouwen van de kneuzer
1. Vergrendeling (1) losmaken en scherm (2) opklappen
- Beschermbeugel in de houder plaatsen (3)
- links en rechts
2. Beschermkap (15) verwijderen
NL
KNEUZER (CONDITIONER)
- 24 -
0500-NL AUFBEREITER_344
6. Kneuzer (CR) altijd op een vaste ondergrond
wegzetten
7. Beschermplaat monteren (15)
Inbouwen van de kneuzer (CR) of van de zwadvormer
(SF)
- dit gebeurt in omgekeerde volgorde
5. Bevestigingen links en rechts losmaken
Veerbelaste pennen tot bouwjaar 2004
Borgpen (V1) verwijderen en pen ontgrendelen
• positie A = ontgrendeld • positie B = vergrendeld
Geschroefd vanaf bouwjaar 2004
Bout S verwijderen
(Veerbelaste pennen (Optie))
Belangrijk!
Tijdens het maaien zonder kneuzer moeten
aan de machine extra beschermingen worden
aangebracht en de beide zwadvormers moeten
worden gemonteerd. Zie onderdelenlijst.
- 25 -
0400-NL MÄHEN OHNE CR_375
NL
KNEUZER (CONDITIONER)
Let hier speciaal op, als de kneuzer van de maaier is
gedemonteerd
Aanwijzing voor uw veiligheid
Een machine met kneuzer (CR) is als geheel met de voorgeschreven
beschermingen uitgerust.
Als de kneuzer echter wordt afgebouwd, is de maaier niet
meer voorzien van een complete bescherming. In deze
toestand mag zonder extra beschermingen niet worden
gemaaid!
ATTENTIE!
Voor het maaien zonder kneuzer (CR) moeten extra
beschermingen worden gemonteerd die speciaal voor deze
maaier zijn gemaakt.
Bij een nieuwe maaier met kneuzer horen deze extra
beschermdelen niet tot de leveromvang; ze moeten extra
worden besteld (zie onderdelenboek, bouwgroep ‘SCHUTZ
HINTEN’)
Optie
- steunwielenset (4)
- veerbelaste fixeerpen (A-B)
Voor het maaien zonder kneuzer (Conditioner)
- Veiligheidsaanwijzing (boven) zonder meer
navolgen!
Maaien zonder kneuzer
- 26 -
0200-D ROTOR_344
D
AUFBEREITER (CONDITIONER)
345.31.006.1
45°
90°
135°
180°
225°
270°
315°
45°
90°
135°
180°
225°
270°
315°
EUROCAT 316 F (Type PTM 345)
17
16
14 15
13
1234567 8 9 10 11 20 22
18 19 23 24 25 25 26 27 31
21 28 30
082-02-02
185 mm 170 mm
0800-NL SCHWADFORMER_344
NL
- 27 - (8i zie Aanhangsel-A
ZWADVORMERS
Afstellen van de beide zwadvormers (8i
Voorste zwadvormschijf
Ruimte tussen de schijf en de maaischotel "5-10mm".
inclination 5°
Achterste zwadvormschijf
Afstellen "+10 mm".
Afstellen van de zwadbreedte (8i
De breedte van het zwad kan worden versteld via de strippen (6).
Als er een verstopping optreedt moet een grotere zwadbreedte
gekozen worden.
TD 79-99-17
10 mm
TD 25-98-4
5-10 m
m
TD 37-98-02
6
119-01-30
TD 25-98-3
+ 10 mm
0800-NL SCHWADFORMER_344
ZWADVORMERS NL
- 28 - (8i zie Aanhangsel-A
Montage van de meenemer
Om verstoppingen te voorkomen bij zware voeders kunnen er
aanvullende transportbeugels op de binnenste maaitrommels
gemonteerd worden.
Afstelling "8 - 10 cm."
Attentie!
Bij maaiers met kneuzer (CR) de beugel demonteren
- risico dat elementen elkaar raken
Montage va binnen transportlijsten
Om bij zwaar voer verstoppingen te voorkomen, kunnen extra
transportlijsten worden gemonteerd.
- 29 -
NL
0400_NL-Allgemeine-Wartung_BA
Hydrauliekinstallatie
Wees voorzichtig met hydrauliekinstallaties i.v.m.
verwonding en infectie.
Als er olie uit een slang of leiding spuit, kom dan niet
te dichtbij. Vloeistof zoals olie onder hoge druk kan in
de huid dringen. Raadpleeg in dat geval onmiddellijk
een arts.
Na de eerste 10 bedrijfsuren en alle volgende 50
bedrijfsuren
- Controleer of alle hydraulieknippels/verbindingen dicht
zijn. Eventueel nippels/wartels aandraaien.
Voor iedere inbedrijfsname
- Voor iedere inbedrijfsname moeten de slangen van het
hydrauliek gecontroleerd worden op beschadiging.
Versleten of beschadigde slangen moeten direct
vervangen worden. De kwaliteit van nieuw te monteren
slangen en andere delen moeten aan de eisen voldoen
en gelijk zijn aan het origineel gemonteerde materiaal.
Slangen ondergaan een natuurlijke veroudering. Ze
moeten na 5 of 6 jaren worden vervangen.
In de openlucht laten staan
Als de machine langere tijd in de
open lucht moet blijven, moe ten
de cylinderstangen worden
ge rei nigd en worden ingevet.
FETT
TD 49/93/2
Veiligheid-
saanwijzing
Voor het verrich-
ten van instel-,
onderhouds-
en reparatie-
werkzaamheden,
de trekker motor
uitschakelen.
• Werkzaamheden
onder de machine
alleen uitvoe-
ren, wanneer de
machine veilig
en stabiel staat
en goed wordt
ondersteund.
• Na één werkuur
alle bouten nat-
rekken.
Algemene aanwijzingen voor het onderhoud
Om ook na langere tijd nog plezier van uw machine te
houden neemt u de volgende aanwijzingen
in acht:
- Na de eerste gebruiksuren alle bou ten
en moeren na-trekken.
Speciaal gecontroleerd moeten worden:
- Mesbouten bij maaiers
- Bouten in de tandbevestiging van schudders en van
zwadharken
Onderdelen
a. Originele onderdelen en toebehoren zijn speciaal
voor deze ma chi nes en werk tui gen ont wik keld.
b. Wij maken U er uitdrukkelijk op attent dat niet door
ons geleverde delen niet door ons ge con tro leerd en
vrijgegeven zijn.
c. Montage en gebruik hiervan kan on der bepaalde
om stan dig he den con struc tie ve eigenschappen van
Uw ma chi ne negatief beïnvloeden. De fa bri kant
kan niet aansprakelijk wor den gesteld voor scha de
ont staan door het gebruik van niet originele delen en
toebehoren.
d. Zelfstandig wijzigingen aanbrengen of het monteren
van aan bouw de len o.i.d. sluiten elke aansprakelijkheid
van de fabrikant uit.
Reinigen van machinedelen
Let op!
Geen hogedrukreiniger gebruiken voor het reinigen van
lagers en van hydraulische delen.
Gevaar voor roestvorming!
- Na het reinigen van de machine deze volgens het
smeerschema doors me ren en de machine een korte
tijd laten draaien.
- Door met te
hoge druk te
reinigen kan
beschadiging
van lak
optreden.
Veiligheidsaanwijzing
Voor het verrichten van instel-, onderhouds- en reparatie-
werkzaamheden, de trekker motor uitschakelen.
Overwinteren
- De machine voor het over winteren goed schoon
maken.
- Beschermd tegen weersinvloeden opbergen.
- Olie-wisselen of op niveau brengen.
- Blanke delen tegen roest beschermen.
- Alle smeerpunten volgens schema doorsmeren.
Aftakassen
- zie ook de aanwijzingen in de aanhang
Let op: voor u onderhoud pleegt!
In principe gelden de aanwijzingen die in de
gebruikershandleiding worden gegeven.
Als daarin geen speciale aanwijzingen worden gegeven,
gelden de aanwijzingen in de meegeleverde handleiding
van de betreffende aftakassenfabrikant.
Repara-
tieaanwijzingen
Let op de repara-
tieaanwijzingen in
de aanhang (indi-
en beschikbaar)
ONDERHOUD
NL
ONDERHOUD
- 30 -
1000-NL WARTUNG_344
Messen verwisselen
1. Steun de hefboom (29) aan de onderkant van de
trommel en druk dan de beweegbare houder (30) naar
beneden.
- Het mes (14) is aan de pen (31) gehangen.
2. Mes (14) verwijderen
3. Voerresten en vuil verwijderen
- rondom de bouten (31)
4. Controleer
mesbouten (31) op beschadigingen, slijtage en of ze goed
vastzitten.
de houder (30) op
beschadigingen,
verbuiging
5. Messen monteren
en hendel (29)
verwijderen
Hefboom (29) in de beide
U-beugels leggen.
Houder voor het snel wisselen van messen
Attentie!
Voor uw veiligheid
- Messen en hun bevestiging regelmatig controleren!
- De messen aan de maaischijf, moeten gelijkmatig slijten (gevaar
voor onbalans).
Bij ongelijkmatige slijtage, paar-wijze vervangen.
- Verbogen of beschadigde messen mogen niet verder gebruikt
worden.
Verbogen, beschadigde en/of versleten messenhouders (30) mogen
niet verder gebruikt worden.
Controle van de bevestiging van de mesjes
- Normale controle elke 50 uren.
- Vaker controleren als gewerkt wordt op een steenhoudende
grondsoort.
- Direkt na het raken van een voorwerp controleren (bijv. stenen,
stukken hout enz.).
Controle als volgt
- zoals beschreven onder het hoofdstuk "messen verwisselen"
Attentie!
Beschadigde, verbogen en sterk versleten onderdelen
niet verder gebruiken. (Gevaar voor ongevallen).
TD 79-99-03
31
30
14
29
NL
ONDERHOUD
- 31 -
0300-NL WARTUNG_344
Messen
De messen aan één trommel moeten gelijkmatig
versleten zijn, (risico van onbalans) in het andere
geval de messen verwisselen.
Let op een juiste montage
- Messen met de aanduiding “L” alleen op een linksdraaiende
trommel monteren.
- Messen met de aanduiding “R” alleen op een rechtsdraaiende
trommel monteren.
Maaischijven
Als de maaischijven in het bereik van de messen verslijten moet als volgt worden
gehandeld
Beide onderste glijschotels verwijderen (S1, S2).
Bouten van de messenhouders (30) losdraaien
Meshouders 60° verdraaien
Bouten vastdraaien (120 Nm)
- na enkele bedrijfsuren controleren en natrekken
Beide onderste glijschotels opnieuw juist monteren
R
L
TD28/91/21
119-01-21
120 Nm
(12 kpm) 30
S2
S1
M
119-01-22
NL
ONDERHOUD
- 32 -
0300-NL WARTUNG_344
Grotere Maaihoogte met hoogsnij-maaischijven
Afstandschijven (basisuitvoering)
In de basisuitvoering van de machine kan de snijhoogte door het
toevoegen van afstandschijven worden ingesteld
- Zie hoofdstuk "In gebruik nemen"
Hoogsnij-maaischijven (Optie)
Daardoor kan de snijhoogte met 23 mm worden verhoogd.
Door het verwijderen van afstandsringen kan de snijhoogte kleiner
worden gemaakt
Ombouwen met hoogsnij-schotel
1. Moeren (M) verwijderen
2. De hoogsnij-schotel (H1) monteren
- Zeskant afstandstuk (SK) eerst op de bout schroeven en dan
vast schroeven
- Hoogsnij-schotel (H1) door middel van de zeskantbouten M
10 x 16 en ring (F) monteren
3. Na enkele uren gebruik, de verbindingen controleren en natrekken
Het ombouwen van hoogsnij-schotel (H1) naar standaardschotel (S1) vindt in omgekeerde volgorde plaats.
Tandwielkast
- Olie verversen na de eerste 50 bedrijfsuren.
Het oliepeil kan, onder normale omstandig heden, jaarlijks bij-gevuld
worden (OIL LEVEL).
- Verversen om de 100 hektare.
Hoeveelheid olie:
0,7 liter SAE 90
OIL
LEVEL
119-01-31
- 33 -
0000-NL SICHTKONTROLLE (348)
NL
MESSENHOUDERS
CONTROLE OP SLIJTAGE
ATTENTIE!
Ongevallenrisico bij versleten onderdelen
Slijtdelen zijn:
• Messenhouders (30)
• Mesbouten (31)
Als deze delen zijn versleten, mogen ze niet
langer worden gebruikt, anders kan het
vastzitten van de meshouderbout niet langer
worden gegarandeerd.
Er bestaat dan risico dat de onderdelen worden
weggeslingerd (mesjes, bouten)
Controleer de messenhouders in het geheel op
slijtage en/of andere beschadigingen
Telkens voor het in gebruik nemen van de machine
Regelmatig tijdens het gebruik
Direct nadat een vreemd voorwerp is geraakt (bijvoorbeeld een
steen, een stuk hout, metaal, ...)
Arbeidsstappen – zichtcontrole
1. Mesjes verwijderen
2. Voerresten en smeer verwijderen
- rondom de bouten (31).
ATTENTIE!
Er bestaat ongevallenrisico als:
- het gebied waar slijtage optreed (30a) tot aan de rand van de
mesbout (30b) is gekomen
- de doorsnede van de bout 9 mm of minder bedraagt
- het mesbout profiel 5 mm of minder is
(Originele maat = 7 mm)
- het geklonken deel van de bout (1) is versleten
- de mesbout (31) niet meer vast in de houder zit
Als één, of meerdere van deze slijtage
verschijningen zich voordoen, mag NIET
verder worden gewerkt.
De versleten onderdelen MOETEN direct
door originele Pöttinger onderdelen
worden vervangen.
30a
TD 59-00-09
30
30b
7 mm
min.
5 mm
1
TD 59-00-10
TD 79-99-03
31
30
NL
0800-NL Tech Dat_344 - 34 -
TECHNISCHE GEGEVENS
Technische gegevens
Uitvoering tegen meerprijs
Kneuzer (Conditioner)
• Verlichting
• Waarschuwingsborden
• 8
afstandsringen
Vereiste aansluitingen
1 dubbelwerkende hydraulische steekaansluiting
(minimale uitrusting van de trekker bij maaiers met een
kneuzer)
Bedrijfsdruk min.: 80 bar
Bedrijfsdruk max.: 180 bar
7-polige aansluiting voor de verlichting (12 Volt)
1) Gewicht: afwijkingen mogelijk, al naar gelang de uitrusting van de machine
Technische gegevens, afbeeldingen, maten en gewichten niet bindend.
Beschrijving EUROCAT 276 F
Type 344 EUROCAT 316 F
Type 345
Aanbouw Driepuntsbok
(Front-Weiste) Kat. II
Driepuntsbok
(Front-Weiste) Kat. II
Werkbreedte 2,70 m 3,05 m
Transportbreedte 2,65 m 3,00 m
Aantal trommels 44
Aantal messen per trommel 33
Capaciteit 2,7 ha/h 3,2 ha/h
Aftakastoerental omw./min 540 / 1000 540 / 1000
Slipkoppeling aftakas 1500 Nm 1500 Nm
Benodigd vermogen zonder kneuzer
met kneuzer
41 kW (55
PK
)
--
45 kW (60
PK
)
52 kW (70
PK
)
Gewicht CLASSIC
CLASSIC - PLUS
ALPHAMOTION
ALPHAMOTION - PLUS
ALPHAMOTION - PLUS ED
650 kg
660 kg
--
--
--
720 kg
730 kg
870 kg
895 kg
1070 kg
Geluidsniveau 90,4 dB (A) 91,1 dB (A)
NL
0800-NL Tech Dat_344
TECHNISCHE GEGEVENS
- 35 -
Plaats van het typeplaatje
Het fabrieksserienummer van de machine is op een typeplaatje ingeslagen en op
de chassisbalk. Garantieclaims, onderdelenbestellingen of informatie kunnen niet in
behandeling worden genomen indien dit nummer ontbreekt.
Het is dan ook aan te bevelen het serienummer direct voorop de handleiding c.q. het
onderdelenboek te schrijven.
Doelgericht gebruik van de machine
De machine EUROCAT 276 F (Type PTM 344)“ „EUROCAT 316 F (Type PTM 345)“ mag alleen voor doeleinden worden gebruikt waarvoor
deze is ontworpen.
Bij gebruik voor andere doeleinden vervalt elke aansprakelijkheid van de fabrikant.
Voor het maaien van weilanden en korthalmige veldgewassen.
Elke andere toepassing zal als oneigenlijk gebruik gelden.
Voor de daaruit voortkomende schade of beschadigingen is de fabrikant/leverancier niet aansprakelijk. Het risico daarvan draagt alleen de
gebruiker/eigenaar.
Tot een passend gebruik hoort ook het nakomen van de door de fabrikant voorgeschreven gebruiks- en onderhoudsaanwijzingen.
Ihre/Your/Votre
Masch.Nr. / Fgst.Ident.Nr.
NL-Anhang Titelblatt _BA-Allgemein
NL
AANHANGSEL
NL-Anhang Titelblatt _BA-Allgemein
NL
U maakt de beslissing ‘Original’ of ‘namaak? De beslissing wordt vaak op grond van
de prijs genomen. Een ‘goedkope aanschaf’ kan echter zeer duur worden.
Let dus bij de aanschaf op het ‘Original’ teken met het
klaverblad!
Kwaliteit en nauwkeurige
pas sing
- Bedrijfszekerheid
• Betrouwbaar functioneren
• Lagere levensduur
- Economisch werken
Beschikbaarheid van de onderdelen
Het werken gaat beter
met Originele Pöttinger
onderdelen
Het origineel laat zich niet vervalsen…
9400_NL-Anhang A_Sicherheit
Aanhangsel -A
Aanwijzingen voor veilig werken
- A 1 -
20%
Kg
Aanwijzingen voor veilig werken
In deze handleiding zijn alle plaatsen die betrekking heb ben
op de vei lig heid met dit teken aan ge ge ven.
1.) Doelgericht gebruik
a. Zie technische gegevens.
b. Tot een passend gebruik hoort ook het nakomen van
de door de fabrikant voorgeschreven gebruiks- en
on der houd saan wij zin gen.
2.) Onderdelen
a. Originele onderdelen en toebehoren zijn speciaal voor deze
ma chi nes en werk tui gen ont wik keld.
b. Wij maken U er uitdrukkelijk op attent dat niet door ons geleverde
onderdelen niet door ons ge con tro leerd en vrijgegeven zijn.
c. Montage en gebruik hiervan kan on der bepaalde om stan dig he den
con struc tie ve eigenschappen van Uw ma chi ne negatief
bei nvloe den. De fa bri kant kan niet aansprakelijk wor den gesteld
voor scha de ont staan door het gebruik van niet originele delen
en toebehoren.
d. Zelfstandig wijzigingen aanbrengen of het monteren van
aan bouw de len o.i.d. sluiten elke aansprakelijkheid van de
fabrikant uit.
3.) Beschermkappen, -beugels en - doeken
Alle beschermkappen, -beugels en - doeken moeten aan de
machine gemonteerd zijn en ook intact zijn. Re gel ma ti ge controle
en ver van ging van versleten en be scha dig de be scher min gen is
noodzakelijk.
4.) Voor het in gebruik nemen
a. Voordat met de werkzaamheden begonnen wordt moet de
bestuurder zich met alle bedieningsvoorschriften ver trou wd ma ken.
Tijdens het werk is dit te laat!
b. Voor elke ingebruikname van het voertuig of machine deze op
verkeers- en bedrijfsveiligheid controleren.
5.) Asbest
Bepaalde toeleveringsdelen van het voertuig of
machine kunnen om technische redenen asbest
bevatten. Let op ken te kens die op de onderdelen
staan.
6.) Meenemen van personen is verboden
a. Personen op of in de machine meenemen is niet toe ge staan.
b. De machine mag alleen in de voorgeschreven trans port stand over
openbare wegen worden vervoerd.
7.) Wegverkeer (algemeen)
a. De trekker moet voor en achter voldoende van bal last ge wich ten
worden voorzien om de bestuurbaarheid en de remkracht te
waarborgen.
(Minstens 20% van het leeggewicht van het voertuig moet op de
vooras rusten).
b. De rijeigen schap pen
worden door de weg
en door de machine
beïnvloed. Rijstijl aan
de omstandig heden
aanpassen.
c. Als er eveneens een
volgwagen is aan-
gekoppeld, moet bij
het rijden van bo ch ten
rekening gehouden
worden met de breedte
van de machine en met
eventueel uitslaan van de machine.
d. Als met driepuntsmachines in bochten gereden wordt op de
uit ste ken de delen en op door de massakracht doordraaiende
delen letten!
8.) Algemeen
a. Voor het aankoppelen van machines in de drie punts hefin richting
de hendel van de hefinrichting in een stand blokkeren, waarin
ongecontroleerd heffen of zakken is uitgesloten.
b. Bij het aankoppelen van machines aan de drie punts hefin richting
ontstaat beklemmingsgevaar.
c. In het bereik van de hefarmen bestaat een gevaar van klemmen
of knijpen.
d. Tijdens het gebruik van de bediening voor de hefinrichting buiten
de kabine, niet tussen trekker en machine gaan staan.
e. Aftakas alleen aan- en afkoppelen als de trekkermotor stil staat.
f. Tijdens het rijden met een geheven machine, moet de hendel van
de hefinrichting geblokkeerd zijn, om ongecontroleerd zakken te
vermijden.
g. Voor het verlaten van de trekker, moet de machine op de grond
worden gezet.
h. Er mag niemand tussen de trekker en de machine staan, zonder
dat het geheel tegen wegrollen is beveiligd. (Door gebruik van de
handrem en/of voorlegblokken.)
i. Bij zowel onderhouds-, schoonmaak- en reparatie-werkzaamheden,
de aandrijfmotor uitschakelen en de aandrijfas afkoppelen.
9.) Het reinigen van de machine
Gebruik een hogedrukreiniger niet om gelagerde on der de len
te reinigen, ook het reinigen van hydraulische delen met een
hogedrukreiniger moet worden ontraden.
- B1 -
0700_ NL-Gelenkwelle_BA-ALLG
NL
AFTAKAS
Aanhangsel - B
Tijdens het werk
Tijdens het werken met de machine mogen de
voorgeschreven toerentallen niet over schre den
worden.
- nadat de aftakas is uitgeschakeld kunnen som mi ge
ma chi nes noch lange tijd door blijven draa ien
door de massa van som mi ge onderdelen(maaiers,
hakselaars,persen etc.).Gedurende deze tijd niet dicht
bij de ma chi ne komen. Wanneer alle delen vol le dig
stilstaan kan pas aan de ma chi ne ge werkt worden.
- wanneer de machine wordt af ge kop peld moet de
aftakas volgens voor schrift af ge legd wor den resp.
door een ketting be ve stigd worden. Blok keer ket ting
(H) niet voor het ophangen van de aftakas benutten.
Groothoekkoppeling:
Maximale verdraaiing tij dens het werk en niet
ingeschakeld 70 graden.
Normale koppeling:
Maximale verdraaiing niet in ge scha keld 90 gra den,
tij dens het werk maximaal 35 graden.
ONDERHOUD
Versleten beschermdelen di rect
ver ni eu wen.
- bij het in bedrijf stellen en na alle 8 werkuren de aftakas
doorsmeren met een kwaliteitsvet.
- gedurende langere rust pe rio des aftakas schoon ma ken
en doorsmeren.
Tijdenswinterwerkzaamheden de beschermbuizen
invetten om te voor komen dat ze vastvriezen.
Aftakas aanpassen
De juiste lengte wordt bepaald door de aftakas-helften
naast elkaar te houden.
Het afkorten
om de lengte aan te pas sen, de beide aftakashelften
in de positie van de kort ste af stand (L2)van de
aftakaseinden tov. elkaar, naast elkaar houden en
aftekenen.
Let op!
• lengte (L1) niet overschrijden
- Zo groot mogelijke overlapping (min. 1/2 X)
nastreven.
binnenste- en buitenste- be scherm buis met ge lij ke
lengte in kor ten.
Slipkoppeling (2) aan de machinezijde mon te ren.
Voor elk gebruik de aftakas con tro le ren, of de gaf fels
goed vergrendeld zijn.
Blokkeerketting
- beschermbuis van de aftakas bor gen tegen
mee draa ien.
Let erop dat de ketting vol doen de lengte heeft voor de
be we gin gen van de kruiskoppelingsas.
8h
FETT
Let op!
Gebruik de meege-
leverde aftakas.
Monteer deze
met stilstaande
beschermbuizen.
Het gebruikva-
nandere aandri-
jfassen is niet
toegestaan.
- B1 -
0700_ NL-Gelenkwelle_BA-ALLG
NL
AFTAKAS
Aanhangsel - B
L
L
K92E,K92/4E
K90,K90/4,K94/1
Gebruiksinstructie voor een nokkenschakelkoppeling
De nok ken scha kel kop pe ling is een beveiliging, die het
draai mo ment bij overbelasting tot “nul” re du ceert. De
uitgeschakelde kop pe ling kan weer ingeschakeld wor den
als de aftakasaandrijving wordt uit ge scha keld.
Het in scha kel toe ren tal van deze koppeling ligt onder de
200 omw./min.
LET OP!
Opnieuw inschakelen ook bij verminderen van
het aftakas-toerental mogelijk.
AANWIJZING!
De nokkenschakelkoppeling van de aftakas is geen
“beladingsgraadmeter”. Het is een echte be vei li ging, die
Uw ma chi ne beschermen moet tegen beschadigingen.
Door gevoelsmatig te werk en voor komt U veelvuldig
uit scha ke len van de koppeling en behoedt hem en de
machine voor onnodige slij ta ge.
Smeerinterval: 500 uur (speciaal vet)
Belangrijk voor aftakassen met een platenslipkoppeling
Bij overbelasting en kortdurende koppelpieken wordt
het koppel begrensd en tijdens de slipduur gelijkmatig
overgebracht.
Tijdens het eerste gebruik en na langere tijd buiten
gebruik te zijn, de platenslipkoppeling op goede werking
controleren.
a.) Maat „L“ aan drukveer bij K90, K90/4 en K94/1 resp.
aan stelschroef bij K92E en K92/4E vaststellen.
b.) Schroeven losdraaien, waardoor de frictieplaten
ontlast worden. Koppeling doordraaien.
c.) Schroeven op maat „L“ instellen.
Koppeling is weer gebruiksklaar.
9900-ZENTRAL_LEGENDE-SCHMIERPLAN - 41 -
Schmierplan
X
h alle X Betriebsstunden
40 F alle 40 Fuhren
80 F alle 80 Fuhren
1 J 1 x jährlich
100 ha alle 100 Hektar
FETT FETT
= Anzahl der Schmiernippel
= Anzahl der Schmiernippel
(IV) Siehe Anhang "Betriebsstoffe"
Liter Liter
* Variante
Siehe Anleitung des Herstellers
Smeerschema
X
h alle X bedrijfsuren
40 F alle 40 wagenladingen
80 F alle 80 wagenladingen
1 J 1 x jaarlijks
100 ha alle 100 hectaren
FETT VET
= Aantal smeernippels
= Aantal smeernippels
(IV) Zie aanhangsel "Smeermiddelen"
Liter Liter
* Varianten
zie gebruiksaanwijzing van de fabrikant
Schema di lubrificazione
X
h ogni X ore di esercizio
40 F ogni 40 viaggi
80 F ogni 80 viaggi
1 J volta all'anno
100 ha ogni 100 ettari
FETT GRASSO
= Numero degli ingrassatori
= Numero degli ingrassatori
(IV) vedi capitolo “materiali di esercizio”
Liter litri
* variante
vedi istruzioni del fabbricante
Plan de graissage
X
h Toutes les X heures de service
40 F Tous les 40 voyages
80 F Tous les 80 voyages
1 J 1 fois par an
100 ha tous les 100 hectares
FETT GRAISSE
= Nombre de graisseurs
= Nombre de graisseurs
(IV) Voir annexe "Lubrifiants"
Liter Litre
* Variante
Voir le guide du constructeur
Lubrication chart
X
h after every X hours operation
40 F all 40 loads
80 F all 80 loads
1 J once a year
100 ha every 100 hectares
FETT GREASE
= Number of grease nipples
= Number of grease nipples
(IV) see supplement "Lubrificants"
Liter Litre
* Variation
See manufacturer’s instructions
FETT
Esquema de lubricación
X
h Cada X horas de servicio
40 F Cada 40 viajes
80 F Cada 80 viajes
1 J 1 vez al año
100 ha Cada 100 hectáreas
FETT LUBRICANTE
= Número de boquillas de engrase
= Número de boquillas de engrase
(IV) Véase anexo “Lubrificantes”
Liter Litros
* Variante
Véanse instrucciones del fabricante
Plano de lubrificação
X
h Em cada X horas de serviço
40 F Em cada 40 transportes
80 F Em cada 80 transportes
1 J 1x por ano
100 ha Em cada100 hectares
FETT Lubrificante
= Número dos bocais de lubrificação
= Número dos bocais de lubrificação
(IV) Ver anexo ”Lubrificantes"
Liter Litro
* Variante
Ver instruções do fabricante
I
P
NL
D GBF
E
- 42 -
0601-SCHMIERPLAN_344
FETT
Leistung und Lebensdauer der Ma schi ne sind
von sorgfältiger Wartung und der Ver wen dung
guter Betriebsstoffe ab hän gig. Unsere
Betriebsstoffauflistung er leich tert die richtige Auswahl
geeigneter Be triebs stof fe.
Im Schmierplan ist der jeweils ein zu set zen de
Betriebsstoff durch die Be triebs stoff kenn zahl (z.B.
“III”) sym bo li siert. Anhand von “Be triebs stoff kenn zahl”
kann das ge for der te Qualitätsmerkmal und das
entsprechende Produkt der Mi ne ra löl fir men
festgestellt werden. Die Liste der Mineralölfirmen
er hebt keinen Anspruch auf Vollständigkeit.
Getriebeöl gemäß Betriebsanleitung - je doch
mindestens 1 x jährlich wechseln.
- Ölablaßschraube herausnehmen, das Altöl
aus lau fen lassen und ord nungs ge mäß
entsorgen.
Vor Stillegung (Winterperiode) Öl wech sel durchführen
und alle Fett schmier stel len abschmieren. Blanke
Metallteile außen (Gelenke, usw.) mit einem Produkt
gemäß “IV” in der umseitigen Tabelle vor Rost
schüt zen.
I II III IV V VI VII
(II)
ÖL
(IV)
FETT
- D 1 -
Betriebsstoff-Kennzahl
Lubricant indicator
Code du lubri ant
Numero caratteristico del
lubri cante
Smeermiddelen code
gefordertes Qualitätsmerkmal
required quality level niveau
de performance demandé
caratteristica richiesta di
qualità
verlangte kwaliteitskenmerken
Getriebeöl SAE 90 bzw. 85
W-140 gemäß API-GL 5
gear oil SAE 90 resp. SAE 85
W-140 according to API-GL 5
huile transmission SA 90 ou
SAE 85 W-140, niveau API
GL 5
oilio per cambi e differenziali
SAE 90 o SAE 85 W-140 se-
condo speci che API-GL 5
Komplexfett (DIN 51 502: KP 1R)
complex grease
graisse complexe
grasso a base di saponi comp-
lessi
Getriebe ießfett
(DIN 51 502:GOH
transmission grease
graisse transmission
grasso  uido per riduttori e
motoroduttori
Li-Fett (DIN 51 502, KP 2K)
lithium grease
graisse au lithium
grasso al litio
Getriebeöl SAE 90 bzw. SAE 85 W-140
gemäß API-GL 4 oder API-GL 5
gear oil, SAE 90 resp. SAE 85 W-140
according to API-GL 4 or API-GL 5
huile transmission SAE 90 ou
SAE 85 W-140, niveau API-GL 4 ou
API-GL 5
olio per cambi e differenziali SAE 90
o SAE 85W-140 secondo speci che
API-GL 4 o API-GL 5
Motorenöl SAE 30 gemäß
API CD/SF
motor oil SAE 30
according to API CD/SF
huile moteur SAE 30 niveau
API CD/SF
oilo motore SAE 30 secondo
speci che API CD/SF
HYDRAULIKöL HLP
DIN 51524 Teil 2
Siehe Anmerkungen
*
**
***
The performance and the lifetime of the farm
machines are highly depending on a careful
maintenance and application of correct
lubricants. our schedule enables an easy
selection of selected products.
The applicable lubricants are symbolized (eg.
“III”). According to this lubricant product code
number the specification, quality and brandname
of oil companies may easily be determined.
The listing of the oil companies is not said to
be complete.
Gear oils according to operating instructions
- however at least once a year.
- Take out oil drain plug, let run out and duly
dispose waste oil.
Before garaging (winter season) an oil change and
greasing of all lubricating points has to be done.
Unprotected, blanc metal parts outside (joints,
etc.) have to be protected against corrosion with
a group "Iv" product as indicated on the reverse
of this page.
Le bon fonctionnement et la longévité des
machines dépendent d’un entretien soigneux
et de l’utilisation de bons lubrifiants. Notre
liste facilite le choix correct des lubrifiants.
Sur le tableau de graissage, on trouve un code
(p.ex."III") se référant à un lubrifiant donné.
En consultant ce code on peut facilement
déterminer la spécification demandée du
lubrifiant. La liste des sociétés pétrolières
ne prétend pas d’être complète.
Pour l’huile transmission consulter le cahier
d’entretien - Vidanger les boîtiers et carters
au moins une fois par an.
- retirer le bouchon de vidange, laisser
l'huile s'écouler et les dispositions
nécessaires au recyclage de celle-ci
Avant l’arrêt et hiver: vidanger et graisser
les éléments sensibles avec un produit type
"IV" pour les protégés de la rouille (consulter
tableau au verso).
L'efficienza e la durata della macchina dipendono
dall'accuratezza della sua manutenzione e dall'impiego
dei lubrificanti adatti. Il nostro elenco dei lubrificanti Vi
agevola nella scelta del lubrificante giusto.Il lubrificante
da utilizzarsi di volta in volta è simbolizzato nello schema
di lubrificazione da un numero caratter-istico (per es.
"III"). In base al "numero caratteristico del lubrificante"
si possono stabilire sia la caratteristica di qualità che il
progetto corrispondente delle compagnie petrolifere.
L'elenco delle compagnie petrolifere non ha pretese di
completezza.
Motori a quattro tempi: bisogna effettuare il cambio
dell'olio ogni 100 ore di funzionamento e quello dell'olio
per cambi come stabilito nel manuale delle istruzioni per
l'uso (tuttavia, almeno 1 volta all'anno).
- Togliere il tappo di scarico a vite dell’olio; far scolare
l’olio e eliminare l’olio come previsto dalla legge anti-
inquinamento ambientale.
Effettuare il cambio dell'olio ed ingrassare tutte le parti
che richiedono una lubrificazione a grasso prima del fermo
invernale della macchina. proteggere dalla ruggine tutte le
parti metalliche esterne scoperte con un prodotto a norma
di "Iv" della tabella riportata sul retro della pagina.
prestaties en levensduur van de
machines zijn afhankelijk van
een zorgvuldig onderhoud en het
gebruik van goede smeermiddelen.
Dit schema vergemakkelijkt de
goede keuze van de juiste smeer-
middelen.
Olie in aandrijvingen volgens de ge-
bruiksaanwijzing verwisselen - echter
tenminste 1 x jaarlijks.
- Aftapplug er uit nemen, de olie
aftappen en milieuvriendelijk
verwerken.
Voor het buiten gebruik stellen (win-
terperiode) de olie-wissel uitvoeren
en alle vetnippel smeerpunten
doorsmeren. Blanke metaaldelen
(koppelingen enz.) met een product
uit groep "Iv" van de navolgende tabel
tegen corrosie beschermen.
D
Betriebsstoffe
Ausgabe 1997
GB
Lubricants
Edition 1997
F
Lubrifiants
Édition 1997
I
Lubrificanti
Edizione 1997
NL
Smeermiddelen
Uitgave 1997
-
OSO 32/46/68
ARNICA 22/46 MOTOROIL HD 30
SIGMA MULTI 15W-40
SUPER TRACTOROIL UNIVERS.
15W-30
ROTRA HY 80W-90/85W-140
ROTRA MP 80W-90/85W-140 GR MU 2 GR SLL
GR LFO ROTRA MP 80W-90
ROTRA MP 85W-140
VITAM GF 32/46/68
VITAM HF 32/46 SUPER KOWAL 30 MULTI TURBO-
RAL SUPER TRAKTORAL 15W-30 GETRIEBEÖL EP 90 GETRIEBEÖL
HYP 85W-90
ARALUB HL 2 ARALUB FDP 00 ARALUB FK 2 GETRIEBEÖL HYP 90
AGIP
ARAL
IV ANMERKUNGEN
III VIV VIIII I
Firma
(IV)
FETT
(II)
ÖL
HYDRAULIKÖL HLP 32/46/68
SUPER 2000 CD-MC *
HYDRA HYDR. FLUID * HYDRAU-
LIKÖL MC 530 ** PLANTOHYD
40N ***
SUPER 2000 CD-MC
SUPER 2000 CD
HD SUPERIOR 20 W-30
HD SUPERIOR SAE 30
SUPER 8090 MC
HYPOID 80W-90
HYPOID 85W-140
MULTI FETT 2
SPEZIALFETT FLM
PLANTOGEL 2 N
GETRIEBEFLIESSFETT NLGI 0
RENOLIT DURAPLEX EP 00
PLANTOGEL 00N
RENOPLEX EP 1 HYPOID 85W-140
BAYWA
AVILUB RL 32/46
AVILUB VG 32/46 MOTOROIL HD 30
MULTIGRADE HDC 15W-40 TRAC-
TAVIA HF SUPER 10 W-30
GETRIEBEÖL MZ 90 M MULTIHYP
85W-140 AVIA MEHRZWECKFETT
AVIA ABSCHMIERFETT AVIA GETRIEBEFLIESSFETT AVIALUB SPEZIALFETT LD GETRIEBEÖL HYP 90 EP MULTIHYP
85W-140 EP
AVIA
ENERGOL SHF 32/46/68 VISCO 2000
ENERGOL HD 30
VANELLUS M 30
GEAR OIL 90 EP
HYPOGEAR 90 EP ENERGREASE LS-EP 2 FLIESSFETT NO
ENERGREASE HTO
OLEX PR 9142 HYPOGEAR 90 EP
HYPOGEAR 85W-140 EP
BP
HYSPIN AWS 32/46/68 HYSPIN
AWH 32/46 RX SUPER DIESEL 15W-40
POWERTRANS EPX 80W-90
HYPOY C 80W-140 IMPERVIA MMO CASTROLGREASE LMX EPX 80W-90
HYPOY C 80W-140
CASTROL
WIOLAN HS (HG) 32/46/68
WIOLAN HVG 46 **
WIOLAN HR 32/46 ***
HYDROLFLUID *
MULTI-REKORD 15W-40
PRIMANOL
REKORD 30
HYPOID-GETRIEBEÖL
80W-90, 85W-140
MEHRZWECKGETRIEBEÖL
80W-90
WIOLUB LFP 2 WIOLUB GFW WIOLUB AFK 2 HYPOID-GETRIEBEÖL
80W-90, 85W-140
ENAK HLP 32/46/68
ENAK MULTI 46/68 SUPER EVVAROL HD/B SAE 30
UNIVERSAL TRACTOROIL SUPER HYPOID GA 90
HYPOID GB 90
HOCHDRUCKFETT LT/SC 280 GETRIEBEFETT MO 370 EVVA CA 300 HYPOID GB 90
HLP 32/46/68
HLP-M M32/M46 MOTORÖL 100 MS SAE 30
MOTORÖL 104 CM 15W-40 AUS-
TROTRAC 15W-30
GETRIEBEÖL MP 85W-90 GETRIE-
BEÖL B 85W-90 GETRIEBEÖL C
85W-90
LORENA 46
LITORA 27 RHENOX 34
-
GETRIEBEÖL B 85W-90 GETRIEBE-
ÖL C 85W-140
OLNA 32/46/68
HYDRELF 46/68 PERFORMANCE 2 B SAE 30 8000
TOURS 20W-30 TRACTORELF ST
15W-30
TRANSELF TYP B 90 85W-140
TRANSELF EP 90 85W-140 EPEXA 2
ROLEXA 2
MULTI 2
GA O EP
POLY G O MULTIMOTIVE 1 TRANSELF TYP B 90 85W-140
TRANSELF TYP BLS 80 W-90
NUTO H 32/46/68
NUTO HP 32/46/68 PLUS MOTORÖL 20W-30 UNIFARM
15W-30 GEAROIL GP 80W-90 GEAROIL
GP 85W-140 MULTI PURPOSE GREASE H FIBRAX EP 370 NEBULA EP 1
GP GREASE GEAR OIL GX 80W-90
GEAR OIL GX 85W-140
ULTRAMAX HLP 32/46/68 SUPER
TRAC FE 10W-30* ULTRAMAX
HVLP 32 **
ULTRAPLANT 40 ***
SUPER HPO 30
STOU 15W-30
SUPER TRAC FE 10W-30
ALL FLEET PLUS 15W-40
HP GEAR OIL 90
oder 85W-140
TRANS GEAR OIL 80W-90
MULTILUBE EP 2
VAL-PLEX EP 2
PLANTOGEL 2 N
RENOLIT LZR 000
DEGRALUB ZSA 000 DURAPLEX EP 1
TELLUS S32/S 46/S68 TELLUS
T 32/T46 AGROMA 15W-30
ROTELLA X 30
RIMULA X 15W-40
SPIRAX 90 EP
SPIRAX HD 90
SPIRAX HD 85/140
RETINAX A
ALVANIA EP 2 SPEZ. GETRIEBEFETT H SIMMNIA
GREASE O AEROSHELL GREASE 22 DOLIUM
GREASE R SPIRAX HD 90
SPIRAX HD 85W-140
AZOLLA ZS 32, 46, 68 EQUIVIS ZS
32, 46, 68 RUBIA H 30
MULTAGRI TM 15W-20 TOTAL EP 85W-90
TOTAL EP B 85W-90 MULTIS EP 2 MULTIS EP 200 MULTIS HT 1 TOTAL EP B 85W-90
DTE 22/24/25
DTE 13/15 HD 20W-20
DELVAC 1230
SUPER UNIVERSAL 15W-30
MOBILUBE GX 90
MOBILUBE HD 90
MOBILUBE HD 85W-140
MOBILGREASE MP MOBILUX EP 004 MOBILPLEX 47 MOBILUBE HD 90
MOBILUBE HD 85W-140
RENOPLEX EP 1 HYPOID EW 90
HYPOID 85W-140
HYDRAULIKÖL HLP/32/46/68
HYDRAMOT 1030 MC * HYDRAU-
LIKÖL 520 **
PLANTOHYD 40N ***
MULTI 2030
2000 TC
HYDRAMOT 15W-30 HYDRAMOT
1030 MC
GETRIEBEÖL MP 90
HYPOID EW 90
HYPOID 85W-140
MEHRZWECKFETT
SPEZIALFETT GLM
PLANTOGEL 2 N
GETRIEBEFLIESSFETT
PLANTOGEL 00N
HYDRAN 32/46/68 DELTA PLUS SAE 30
SUPER UNIVERSAL OIL PONTONIC N 85W-90 PONTONIC
MP 85W-90 85W-140
SUPER UNIVERSAL OIL
MARSON EP L 2 NATRAN 00 MARSON AX 2 PONTONIC MP 85W-140
RENOPLEX EP 1 RENOGEAR SUPER 8090 MC
RENOGEAR HYPOID 85W-140
RENOGEAR HYPOID 90
TITAN HYDRAMOT 1O3O MC
TITAN UNIVERSAL HD RENOGEAR SUPER 8090 MC
RENOGEAR HYPOID 85 W-140
RENOGEAR HYPOID 90
RENOSOD GFO 35
DURAPLEX EP 00
PLANTOGEL 00N
ELAN
FUCHS
GENOL
MOBIL
RHG
SHELL
TOTAL
ELF
ESSO
EVVA
FINA
VALVOLINE
VEEDOL
RENOLIN B 10/15/20 RENOLIN B
32 HVI/46HVI EXTRA HD 30
SUPER HD 20 W-30 MEHRZWECKGETRIEBEÖlSAE90
HYPOID EW 90 MEHRZWECKFETT
RENOLIT MP
DURAPLEX EP
RENOSOD GFO 35 RENOPLEX EP 1 HYPOID EW 90
-
-
ANDARIN 32/46/68 HD PLUS SAE 30 MULTIGRADE SAE 80/90 MULTI-
GEAR B 90
MULTIGEAR C SAE 85W-140
MULTIPURPOSE MULTIGEAR B 90
MULTI C SAE 85W-140
WIN TERS HALL
HP GEAR OIL 90
oder 85W-140
RENOLIN 1025 MC ***
TITAN HYDRAMOT 1030 MC **
RENOGEAR HYDRA *
PLANTOHYD 40N ***
RENOLIT MP
RENOLIT FLM 2
RENOLIT ADHESIV 2
PLANTOGEL 2 N
CASTROLGREASE LM
- D 2 -
* Bei Verbundarbeit mit
Naßbremsen-schlep-
pern ist die internatio-
nale Spezi kation J 20
A erforderlich
** Hydrauliköle
HLP-(D) + HV
*** Hydrauliköle auf P an-
zenölbasis HLP + HV
Biologisch abbaubar,
deshalb besonders
umweltfreundlich
0000-NL ZUSINFO / BA-EL ALLG.
NL
- Z.45 -
BELANGRIJKE EXTRA-INFORMATIE VOOR UW VEILIGHEID
Zie gebruikershandleiding trekker
Zie prijslijst en/of gebruikershandleiding van de machines
Nameten
Driepuntsmachine of front-/driepuntscombinatie
1. Berekening van het minste frontballastgewicht GV min
Breng het berekende minste frontbalastgewicht, dat voor op de trekker aanwezig moet zijn, over in de tabel.
Frontaanbouwmachine
2. Berekening van het minste ballastgewicht in de driepuntshefinrichting GH min
Breng het berekende minste ballastgewicht, dat achter op de trekker aanwezig moet zijn, over in de tabel.
TL [kg]
TV [kg]
TH [kg]
GH [kg]
GV [kg]
leeggewicht van de trekker
belasting van de voor-as bij een lege trekker
belasting van de achteras bij een lege trekker
hartafstand van de assen
totaalgewicht driepuntsmachine/driepuntsballastgewicht
totaalgewicht frontaanbouwmachine/ frontballast
afstand tussen zwaartepunt frontaanbouw
machine/frontballast en het hart van de
voor-as
afstand hart achteras tot hart hefkogel
afstand hart achteras tot hart hefkogel
hartafstand hefkogel en zwaartepunt
driepuntsmachine / driepuntsballast
a [m]
b [m]
c [m]
d [m]
2
3
1
1
1
1
1
2
2
2
3
3
1
3
2
Combinatie van trekker en aanbouwwerktuig
De combinatie van machines in de front en in de driepuntshefinrichting mag niet leiden tot een overschrijding van de toegestane
totaalgewichten, de toegestane asbelastingen en de maximale bandenbelasting van de trekker. De voor-as van de trekker moet altijd
met tenminste 20% van het ledige gewicht van de trekker belast blijven.
Overtuig u er van voor het aankopen van een machine, dat deze voorwaarden aanwezig zijn, door de volgende berekening uit te
voeren of de combinatie van trekker en werktuig(en) te wegen.
Berekening van het totaalgewicht, de asbelastingen en de belasting van de banden, als ook de minste
ballasttoevoeging
Voor de berekening hebt u de volgende gegevens nodig:
0000-NL ZUSINFO / BA-EL ALLG.
NL
- Z.46 -
BELANGRIJKE EXTRA-INFORMATIE VOOR UW VEILIGHEID
Minste ballastgewicht
front/driepuntshef
Totaalgewicht
Voor-as belasting
Achteras belasting
Daadwerkelijke waarde
vlg. berekening
Toegestane waarde vlg.
gebruikershandleiding
Dubbele toegestane
bandenbelasting
(twee banden)
Het minste ballastgewicht moet als aanbouwwerktuig of in de vorm van ballastgewichten op de trekker
worden aangebracht!
De berekende waarden moeten lager / gelijk () zijn aan de toegestane waarden!
3. Berekening van de daadwerkelijk voor-as belasting TV tat
(Als het minste frontballastgewicht (GV min) niet wordt bereikt door het gewicht van de machine (GV), moet het gewicht in het front worden verhoogd
tot de berekende waarde)
Voer de berekende daadwerkelijke waarde en de in de gebruikershandleiding van de trekker aangegeven toegestane voor-as belasting in de
tabel in.
4. Berekening van het daadwerkelijke totaalgewicht Gtat
(Als het minste ballastgewicht (GH min) niet wordt bereikt moet het gewicht van de driepunts-machine (GH) worden verhoogd tot minste
ballastgewichtswaarde)
Voer de berekende daadwerkelijke waarde en de in de gebruikershandleiding van de trekker aangegeven toegestane totaal-belasting in de
tabel in.
5. Berekening van de daadwerkelijke achteras belasting TH tat
Voer de berekende daadwerkelijke waarde en de in de gebruikershandleiding van de trekker aangegeven toegestane achteras belasting in de
tabel in.
6. Bandenbelasting
Voer de dubbele waarde (twee banden) van de toegestane bandenbelasting (zie bijv. gegevens van de bandenleverancier in de tabel in).
Tabel
NL
0700-NL Taper Scheiben_Allg - 47 -
TAPER SPANBUSSEN
Montageaanwijzing voor Taper spanbussen
Montage
1. Alle blanke oppervlakken, zoals boring en kegelmantel van de Taper
spanbus als ook de kegelvormige boring in de schijf, reinigen en
invetten.
2. De Taper spanbus in de naaf zetten en alle aansluitboringen laten
aansluiten (halve boringen met schroefdraad moeten telkens
tegenover een halve, gladde boring staan).
3. Inbusbout of cilinderbout licht inoliën en inschroeven. Bouten nog
niet vastdraaien.
4. De as schoon maken en invetten. De schijf met de Taper spanbus
op de gewenste plaats op de as schuiven.
- Bij het gebruik van een inlegspie, deze eerst in de spiebaan
leggen. Tussen de inlegspie en de spiebaan moet een speling
aanwezig zijn.
- Middels schroevendraaier (DIN 911) de inbusbouten of
cilinderbouten gelijkmatig met de in de tabel aangegeven
draaimomenten aantrekken
Aanduiding van de spanbus Draaimoment [Nm]
2017 30
2517 49
- Na korte tijd (30 min. Tot 1 uur) het aandraaimoment van de
bouten controleren en eventueel corrigeren.
- Om indringen van vreemde voorwerpen te voorkomen, de niet
gebruikte boringen met vet vullen.
Démontage
1. Alle bouten losdraaien
Al naar gelang de grootte van de bus, één of twee bouten er
helemaal uitdraaien, inoliën en in de uitdrukopeningen indraaien
(pos 5.)
2. De bout of de bouten gelijkmatig onder spanning brengen en
houden tot de bus uit de naaf loslaat en de schijf vrij op de as is
te bewegen.
3. Schijf samen met de bus van de as nemen.
- E48 -
9600 KÜRZEN OBERLENKER_333
ANHANG
ANNEXE
SUPPLEMENT
AANHANGSEL
DF GB NL
Oberlenker kürzen
1. Gerät an die Unterlenker des
Hubwerks ankuppeln.
2. Anbaubock senkrecht aus-
richten (90°).
3. Gewindespindel ausbauen
- Spannhülse enfernen
- Gewindespindel heraus-
drehen
4. Abstand "A1" abmessen
5. Gewindespindel kürzen (Maß
"A2" der Tabelle entnehmen)
6. Gewindespindel einbauen
- Mit Spannhülse sichern
100 mm
170 mm
A2
A2
TD10/96/1a
90°
A1
A1 A2
510 - 590 mm 170 mm
590 - 660 mm 100 mm
660 - 760 mm 0 mm
Shorten upper link
1. Connect the unit to the lower
link of the lifting gear.
2. Vertically allign attachment
frame (90°).
3. Remove threaded spindle
- remove clamping sleeve
- unscrew threaded spindle
4. Measure gap "A1"
5. Shorten threaded spindle (take
measurement "A2" from
table)
6. Screw in threaded spindle
- secure with clamping
sleeve.
Topstang korter
afstellen
1. Machine aan de hefarmen van
de hefinrichting koppelen.
2. Aanbouwbok loodrecht instellen
(90°).
3. Draadstang demonteren
- spanhuls verwijderen
- draadstang uitdraaien
4. Afstand "A1" opmeten
5. Draadstang op lengte maken
(maat "A2" van de tabel
aanhouden)
6. Draadstang weer monteren
- met spanhuls borgen.
Raccourcir le 3 ème
point
1. Atteler la machine aux bras
inférieurs du relevage.
2. Positionner le bâti d'attelage à
la verticale.
3. Démonter l'embout fileté.
- Enlever la goupille
mécanindus.
- Dévisser l'embout fileté.
4. Mesurer la cote "A1"
5. Raccourcir l'embout fileté.
(Prendre la mesure "A2" dans
le tableau).
6. Remonter l'embout fileté.
- Le fixer avec la goupille
mécanindus.
- 49 -
0100-D ANBAUTEILE_375
ANBAUTEILE
SPECIAL ATTACHING KITS
PIÈCES D’ADAPTATIONS SPÉCIALES
D
GB
F
DEUTZ
AGRO-XTRA
ø19
216
55
45
82
+1
-0
TD40/94/9
ANBAUKONSOLE
30
5 x 45°
17
25,5
25,5
230
10099
35
70 / 10
Material: ST 50-2K
TD40/94/12
Massey Ferguson
2 Stk. ANBAUBOLZEN für MF 3065
45°
ø19
ø25
6
6
36
2
8
53
193
TD40/94/5
480 (2x) 4150 (2x)
FENDT 304
TD40/94/11
ANBAUKONSOLE
Variante - 2
40 25
20
R 40
12 29
60°
150
19
60
30 30
90
6
ø19
ø25
6
8
53
80
15
25
275
35
70
170
TD40/94/4
____________________________ ____________________________________
(plaats en datum van de verklaring) (naam, functie en handtekening van bevoegd persoon)
Bijblad 1
EG-Conformiteitsverklaring
overeenkomstig de EG-richtlijn 98/37/EG
Wij ALOIS PÖTTINGER Maschinenfabrik Gesellschaft m.b.H.
A-4710 Grieskirchen, Industriegelände 1
verklaren enig in verantwoording, dat het product
waarop deze verklaring betrekking heeft, met de desbetreffende grondleggende
veiligheids- en gezondheidseisen van de EG-richtlijnen 98/37/EG, alsook de eisen
van de andere desbetreffende EG-richtlijnen (titel en/of nummer alsook datum van
de uitgave van de andere EG-richtlijnen overeenkomt.
0800 NL-EG Konformitätserklärung
NL
(beschrijving, type)
(de fabrikant)
Om de veiligheids- en gezondheidseisen, die in EG-richtlijnen vermeld zijn, in juiste
vorm om te zetten, is/zijn van volgende norm(en) en/of technische specicatie(s)
gebruik gemaakt:
___________________________________________________________________________
(titel en/of nummer alsook datum van de uitgave van de norm(en) en/of van de technische spezicatie(s)
Hoofd ontwikkeling
pa. Ing. W. Schremmer
Grieskirchen, 12.09.2007
Trommelmaaiers
EUROCAT 276 F 344
EUROCAT 276 F - PLUS 344
EUROCAT 316 F 345
EUROCAT 316 F - PLUS 345
EUROCAT 316 F alpha motion 345
EUROCAT 316 F - PLUS alpha motion 345
EUROCAT 316 F - PLUS ED alpha motion 345
A empresa PÖTTINGER Landtechnik GmbH
esforçase continuamente por melhorar os
seus produtos, adaptando-os à evolução
técnica.
Por este motivo, reservamonos o direito de modificar
as figuras e as descrições constantes no presente
manual, sem incorrer na obrigação de modificar
máquinas já fornecidas.
As características técnicas, as dimensões e os pesos
não são vinculativos.
A reprodução ou a tradução do presente manual de
instruções, seja ela total ou parcial, requer a autorização
por escrito da
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen
Todos os direitos estão protegidos pela lei da prop-
riedade intelectual.
Im Zuge der technischen Weiterentwicklung
arbeitet die PÖTTINGER Landtechnik
GmbH ständig an der Verbesserung ihrer
Produkte.
Änderungen gegenüber den Abbildungen und
Beschreibungen dieser Betriebsanleitung müssen wir
uns darum vorbehalten, ein Anspruch auf Änderungen
an bereits ausgelieferten Maschinen kann daraus nicht
abgeleitet werden.
Technische Angaben, Maße und Gewichte sind
unverbindlich. Irrtümer vorbehalten.
Nachdruck oder Übersetzung, auch auszugsweise,
nur mit schriftlicher Genehmigung der
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen.
Alle Rechte nach dem Gesetz des Urheberrecht
vorbehalten.
La société P ÖTTINGER Landtechnik GmbH
améliore constamment ses produits grâce
au progrès technique.
C'est pourquoi nous nous réser-vons le droit de
modifier descriptions et illustrations de cette notice
d'utilisation, sans qu'on en puisse faire découler un
droit à modifications sur des machines déjà livrées.
Caractéristiques techniques, dimensions et poids sont
sans engagement. Des erreurs sont possibles.
Copie ou traduction, même d'extraits, seulement avec
la permission écrite de
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen.
Tous droits réservés selon la réglementation des
droits d'auteurs.
Following the policy of the PÖTTINGER
Landtechnik GmbH to improve their products
as technical developments continue,
PÖTTINGER reserve the right to make alterations which
must not necessarily correspond to text and illustrations
contai-ned in this publication, and without incurring
obligation to alter any machines previously delivered.
Technical data, dimensions and weights are given as
an indication only. Responsibility for errors or omissions
not accepted.
Reproduction or translation of this publication, in whole
or part, is not permitted without the written consent of the
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen.
All rights under the provision of the copyright Act are
reserved.
PÖTTINGER Landtechnik GmbH werkt
permanent aan de verbetering van hun
producten in het kader van hun technische
ontwikkelingen. Daarom moeten wij ons
veranderingen van de afbeeldingen en beschrijvingen
van deze gebruiksaanwijzing voorbehouden, zonder
dat daaruit een aanspraak op veranderingen van reeds
geieverde machines kan worden afgeleid.
Technische gegevens, maten en gewichten zijn niet
bindend. Vergissingen voorbehouden.
Nadruk of vertaling, ook gedeeltelijk, slechts met
schriftelijke toestemming van
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen.
Alle rechten naar de wet over het auteursrecht voor-
behouden.
La empresa PÖTTINGER Landtechnik
GmbH se esfuerza contínuamente en
la mejora constante de sus productos,
adaptándolos a la evolución técnica. Por ello
nos vemos obligados a reservarnos todos los derechos
de cualquier modificación de los productos con relación
a las ilustraciones y a los textos del presente manual,
sin que por ello pueda ser deducido derecho alguno a
la modificación de máquinas ya suministradas.
Los datos técnicos, las medidas y los pesos se
entienden sin compromiso alguno.
La reproducción o la traducción del presente manual
de instrucciones, aunque sea tan solo parcial, requiere
de la autorización por escrito de
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen.
Todos los derechos están protegidos por la ley de la
propiedad industrial.
La PÖTTINGER Landtechnik GmbH è
costantemente al lavoro per migliorare i suoi
prodotti mantenendoli aggiornati rispetto allo
sviluppo della tecnica.
Per questo motivo siamo costretti a riservarci la facoltà
di apportare eventuali modifiche alle illustrazioni e alle
GHVFUL]LRQLGLTXHVWH LVWUX]LRQLSHUO·XVR$OOR VWHVVR
tempo ciò non comporta il diritto di fare apportare
modifiche a macchine già fornite.
I dati tecnici, le misure e i pesi non sono impegnativi. Non
rispondiamo di eventuali errori. Ristampa o traduzione,
anche solo parziale, solo dietro consenso scritto della
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen.
Ci riserviamo tutti i diritti previsti dalla legge sul diritto
G·DXWRUH
GB
I
P
NL
D
E
F
PÖTTINGER Deutschland GmbH
Servicecenter Landsberg
Spöttinger-Straße 24
Postfach 1561
D-86 899 LANDSBERG / LECH
Telefon:
Ersatzteildienst: +49 8191 9299 - 166 od. 169
Kundendienst: +49 8191 9299 - 130 od. 231
Telefax: +49 8191 59656
e-Mail: landsberg@poettinger.at
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen
Telefon: +43 7248 600-0
Telefax: +43 7248 600-2513
e-Mail: info@poettinger.at
Internet: http://www.poettinger.at
PÖTTINGER Deutschland GmbH
Verkaufs- und Servicecenter Recke
Steinbecker Strasse 15
D-49509 Recke
Telefon: +49 5453 9114-0
Telefax: +49 5453 9114-14
e-Mail: recke@poettinger.at
PÖTTINGER France S.A.R.L.
129 b, la Chapelle
F-68650 Le Bonhomme
Tél.: +33 (0) 3 89 47 28 30
e-Mail: france@poettinger.at
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52

Pottinger EUROCAT 316 PLUS ED ALPHAMOTION Handleiding

Type
Handleiding