ZIBRO CLIMA TIG-539W Handleiding

Categorie
Split-systeem airconditioners
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

4
57
N TECHNICAL SPECIFICATIONS
* at 32°C / 80% RH
Model TIN 327W TIN 539W
Dehumidification capacity * L / h 1.7 2.8
Cooling capacity kW (BTU/h) 3.2 (11,000) 5.3 (18,000)
Warming capacity kW (BTU/h) 3.5 (12,000) 5.6 (19,000)
Power consumption kW 1.3 1.9
Power consumption warming kW 1.3 1.9
Dimensions indoor unit (HxWxD) mm 277 x 810 x 187 320 x 1010 x 187
Dimensions outdoor unit (HxWxD) mm 541 x 672 x 246 650 x 800 x 330
Mains V/Hz 220-240/50 220-240/50
Room size
m
3
90 150
Weight indoorunit kg 10 13
Weight outdoorunit kg 33 48
Refrigerant gr R22/900 R407C/1800
Noise level indoorunit (max) dB 40 43
Noise level indoorunit (nom) dB 51 53
Maximum airflow
m
3
/min. 9.8 12.2
Geachte mevrouw, meneer,
Van harte gefeliciteerd met de aankoop van uw Zibro Clima. U heeft een kwaliteitsproduct
aangeschaft waar u nog vele jaren plezier van zult hebben, mits u de airconditioner
verantwoord gebruikt. Lees daarom eerst deze gebruiksaanwijzing voor een optimale
levensduur van uw airconditioner. Wij geven u namens de fabrikant 24 maanden garantie
op alle optredende materiaal- en fabricagefouten.
Wij wensen u veel comfort met uw Zibro Clima.
Met vriendelijke groet,
PVG International B.V.
Afdeling Klantenservice
1
58
1. LEES EERST DE GEBRUIKSAANWIJZING.
2. RAADPLEEG BIJ TWIJFEL UW DEALER.
BELANGRIJKE
ONDERDELEN
Deodoriserend filter
(alleen bij TIN 539)
Luchtzuiveringsfilter
(alleen bij TIN 539)
Frontpaneel
Luchtinlaat
Voeding netstekker
Luchtfilter
Verticale bladen
Horizontaal blad
Ontvangstgedeelte
afstandsbediening
Temperatuur
indicatielampje
(alleen bij TIN 539)
Knop handmatige
bediening (achter het
frontpaneel)
Controlelampje
aan/uit
Luchtuitlaat
binnenunit
Luchtinlaat buitenunit
(achter- en zijkant)
Leidingen/bekabeling
Waterafvoerslang
Luchtuitlaat
buitenunit
Waterafvoer
Afstandsbediening
A
B
C
4
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
P
Q
R
S
BINNENUNIT
J
S
1
59
BUITENUNIT
O
P
R
Q
N
A
B
C
D
F
G
M
H
I
E
K
L
A VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
De directe luchtstroom nooit op mensen, dieren of planten richten.
Zorg ervoor dat de binnen- en buitenunit buiten het bereik van kinderen
worden geïnstalleerd.
Gebruik geen verlengsnoer en sluit niet meerdere apparaten aan op
hetzelfde stopcontact.
Verkeerde aansluiting, slechte isolatie, overbelasting, etc. kan brand of een
elektrische schok veroorzaken.
Wanneer u iets ongewoons opmerkt (vreemde geur, brandlucht, etc.) de
airconditioner uitschakelen en de stekker uit het stopcontact halen of de
stroom onderbreken.
Wanneer de unit onder abnormale omstandigheden wordt gebruikt, kan dat
problemen opleveren, brand veroorzaken, etc.
Het elektriciteitsnoer niet beschadigen, niet met een schuurmiddel reinigen,
niet verwarmen en geen zware voorwerpen erop plaatsen. Het snoer kan
beschadigen en brand of een elektrische schok veroorzaken.
Nooit de stekker aan het snoer uit het stopcontact te trekken. Indien het
elektriciteitssnoer beschadigd is, mag alleen een erkend installateur dit
vervangen.
Als de airconditioner schoongemaakt moet worden, het apparaat
uitschakelen en de stekker uit het stopcontact trekken. De ventilator draait
namelijk op hoge toeren en kan lichamelijk letsel veroorzaken.
Bedien de airconditioner nooit met natte handen. Dit kan een elektrische
schok veroorzaken.
Spuit geen insecticide of brandbare spray in de richting van het apparaat. Dit
kan brand of schade veroorzaken.
Bij onweersverwachting moet de stekker van te voren uit het stopcontact
gehaald worden.
De airconditioner niet langdurig gebruiken in een omgeving met een hoge
vochtigheidsgraad of wanneer ramen en/of deuren geopend zijn. Bij gebruik
in een ruimte met hoge vochtigheidsgraad kan bij langdurig gebruik
(koelfunctie) het in de airconditioner gecondenseerde water op het meubilair
terechtkomen en dit beschadigen.
Ga niet op de units staan of zitten en plaats er geen voorwerpen op.
De airconditioner moet altijd geaard aangesloten worden. Onjuiste aarding
van het apparaat kan een elektrische schok veroorzaken. Afhankelijk van de
plaats van installatie dient een aardlekschakelaar geïnstalleerd te worden.
Overleg met uw dealer.
De airconditioner nooit zonder luchtfilter gebruiken.
LET OP!
G
- De airconditioner dient geïnstalleerd te worden volgens de ter plaatse
geldende voorschriften. Expliciet voor Nederland geldt dat de installatie
uitgevoerd dient te worden door een STEK-installateur.
- U dient de veiligheidsinstructies en gebruiksvoorschriften zorgvuldig door
te lezen, voordat u de airconditioner in gebruik neemt.
1
60
1
61
Gebruik geen petroleum, benzine, schuurmiddel, reinigingsmiddel of heet
water (30° of warmer) om de airconditioner te reinigen. Indien nodig, mogen
de units gereinigd worden met een licht vochtige doek. Nooit veel water
gebruiken!
Als de airconditioner langdurig niet gebruikt wordt, de stekker uit het
stopcontact halen.
Als de stroomvoorziening onderbroken is geweest dient u 3 minuten te
wachten voordat u de airconditioner weer met de AAN/UIT toets kunt
aanzetten.
Zorg voor een goede en volledige afvoer van het condenswater.
B AFSTANDSBEDIENING
1. Zendersignaal gedeelte
2. Informatiedisplay
3. AAN/UIT- toets
4. Functiekeuze toets
5. Insteltoets ventilatorsnelheid
6. Insteltoets ‘SLAAP’ functie
7. Insteltoetsen tijd + temperatuur
8. Toets Timer AAN
9. Toets Timer UIT
10. Toets voor:
- regelen horizontaal blad
- instellen ‘SWING’ stand
Achterzijde afstandsbediening
11. ‘CLOCK’ instelknop
12. ‘RESET’ knop
C HANDELINGEN VÓÓR INGEBRUIKNAME VAN DE AIRCONDITIONER
BINNENUNIT
Controleer of alle verpakkingsmaterialen verwijderd zijn.
Steek de stekker in het stopcontact.
2
1
G
U dient de veligheidsinstructies en gebruiksvoorschriften zorgvuldig door te
lezen, voordat u de airconditioner in gebruik neemt.
4
5
7
8
3
11
6
10
9
12
1 2
AFSTANDSBEDIENING
Verwijder het afdekplaatje aan de achterzijde en plaats de batterijen. Let op
de + en - polen.
Druk de ‘CLOCK’ instelknop in.
Stel de juiste uren in met de
G en H toetsen.
Druk de ‘CLOCK’ instelknop in.
Stel de juiste minuten in met de
G en H toetsen.
Druk de ‘CLOCK’ instelknop nogmaals in en sluit het afdekplaatje.
Het display toont nu de juiste tijd.
D BEDIENING AIRCONDITIONER
AUTOMATISCHE BEDIENINGSFUNCTIE
Druk de AAN/UIT-toets in.
Bij het starten zal de airconditioner eerst de kamertemperatuur meten en op basis
daarvan automatisch “KOELEN”, “ONTVOCHTIGEN” of “VERWARMEN” kiezen.
Wanneer de airconditioner na uitschakeling binnen 2 uur opnieuw wordt
ingeschakeld, wordt automatisch de laatst gebruikte functie geselecteerd.
Kamertemperatuur bij inschakeling Automatische functiekeuze
ca. 25 °C of hoger KOELEN
ca. 20 - 25 °C ONTVOCHTIGEN
ca. 20 °C of lager VERWARMEN
1
OPMERKINGEN!
G
- Wanneer u de afstandsbediening langere tijd niet gebruikt, haal dan de
batterijen eruit en bewaar ze op een droge plaats.
- De afstand voor het ontvangen van een signaal is ongeveer 6 meter.
Eén of twee piepen zijn hoorbaar nadat de unit het signaal heeft ontvangen.
- Voor een optimale werking het signaalverzendend gedeelte van de
afstandsbediening richten op het signaalontvangend gedeelte van de unit.
- Gebruik geen oplaadbare batterijen.
- Onzorgvuldig gebruik en vocht kunnen de afstandsbediening beschadigen.
7
6
5
4
3
2
1
1
62
1
63
Indien u niet tevreden bent met de automatisch gekozen functie dient u over te
gaan op de handmatige bedieningsfunctie met behulp van de afstandbediening.
HANDMATIGE BEDIENINGSFUNCTIE
Druk de AAN/UIT-toets in.
Selecteer de gewenste functie door de functiekeuzetoets in te drukken. Bij
iedere druk op de knop verandert de functiekeuze: AUTO > KOELEN >
ONTVOCHTIGEN > VERWARMEN > VENTILEREN.
Kies de ventilatorsnelheid (zie hoofdstuk F).
Stel de luchtstroomrichting in (zie hoofdstuk F).
Indien u de functie koelen of verwarmen gebruikt kunt u de gewenste
temperatuur instellen (zie hoofdstuk E).
Indien de afstandsbediening niet werkt, kan de airconditioner met de hand
bediend worden. In dit geval kunt u kiezen tussen de functies koelen en
verwarmen of de airconditioner uitschakelen. Bij elke druk op de knop
‘handmatige bediening’ wisselt de functie.
TIPS!
G
- De koelfunctie werkt optimaal indien er zo weinig mogelijk zonlicht de
te koelen ruimte binnenkomt.
- Bescherm de buitenunit tegen direct zonlicht, dit bespaart energie.
- Het wordt aanbevolen het verschil tussen buiten- en binnentemperatuur zo
klein mogelijk te houden. Een temperatuurinstelling tussen 20° en 24° C is het
meest geschikt. Zo wordt een behaaglijke temperatuur gecreëerd.
- Bij een te hoge luchtvochtigheid voelt men zich niet prettig. Een relatieve
luchtvochtigheid van circa 55% wordt als het meest comfortabel ervaren.
Details: Koelen Verwarmen
Ingestelde temperatuur 24 °C 24 °C
Ventilatorsnelheid middelmatig middelmatig
5
4
3
2
1
E HET INSTELLEN VAN DE TEMPERATUUR (BIJ KOELEN OF VERWARMEN)
Na het inschakelen van de airconditioner kunt u de temperatuur aanpassen.
Temperatuur verlagen
Druk de H toets in: 1 x indrukken verlaagt de ingestelde temperatuur met 1°C.
Temperatuur verhogen
Druk de G toets in: 1 x indrukken verhoogt de ingestelde temperatuur met 1°C.
Weergave groen signaal op display binnenunit (geldt voor type TIN 539):
- Dit toont de actuele en ingestelde temperatuur.
- De aangegeven kamertemperatuur kan iets afwijken van de actuele
kamertemperatuur. Als referentie gebruiken.
Indicatiebereik kamertemperatuur 21 - 30° C. De in te stellen temperatuur
varieert tussen 16 - 31° C.
Kamertemperatuur binnen indicatiebereik:
De ingestelde temperatuur (brandend lampje) en de kamertemperatuur
(knipperend lampje) worden getoond.
Kamertemperatuur of ingestelde temperatuur buiten indicatiebereik:
- Indien de kamertemperatuur of ingestelde temperatuur 31°C of hoger is,
verschijnt 30°C op het display.
- Indien de kamertemperatuur of ingestelde temperatuur 21° C of lager is,
verschijnt 21° C op het display.
Kamertemperatuur en ingestelde temperatuur gelijk:
- Het corresponderende lampje brandt.
Opmerkingen bij het gebruik van de functie ‘VERWARMEN’
De effectieve werking van de airconditioner is afhankelijk van de
buitentemperatuur.
Ontdooistand; Als de buitentemperatuur erg laag is schakelt de unit, indien
nodig, automatisch in de ontdooistand voor 2 à 10 minuten. Gedurende deze
tijd wordt de werking van de airconditioner onderbroken.
Voorverwarmingsfunctie; Wanneer de timer ON staat meet de airconditioner
1 uur voor de ingestelde tijd de kamertemperatuur en schakelt de unit indien
nodig voortijdig in.
OPMERKINGEN!
G
- Bij de automatische bedieningsfunctie kan de temperatuur wel ingesteld
worden (m.u.v. het ontvochtigen), maar wordt deze niet weergegeven in
het display.
- Indien de omgevingstemperatuur te hoog is, kan het voorkomen dat de
ingestelde kamertemperatuur niet bereikt wordt.
1
1
1
64
1
65
Opmerkingen bij het gebruik van de functie ‘ONTVOCHTIGEN’
Bij gebruik van deze functie kan de snelheid van de ventilator niet worden
gewijzigd.
In deze stand draaien de ventilatoren van de binnen- en buitenunit niet
continu.
Bij een kamertemperatuur van 13 °C of lager kan deze functie niet gebruikt
worden.
F AANPASSEN VENTILATORSNELHEID EN RICHTING LUCHTSTROOM
De ventilatorsnelheid past zich automatisch aan de kamertemperatuur aan.
Aanpassen ventilatorsnelheid
U kunt de luchtstroom wijzigen door de toets ‘ventilatorsnelheid’ in te drukken;
bij iedere druk op de toets verandert de snelheid, zie hierboven.
Instellen richting luchtstroom
De luchtstroom omhoog en omlaag uitsluitend met de afstandsbediening
instellen.
De luchtstroom naar links en rechts vóór inschakeling van het apparaat met
de hand instellen.
LET OP!
G
Met gebruik van de afstandsbediening wordt de verticale luchtstroomrichting
automatisch aangepast aan de volgende functies:
- KOELEN en ONTVOCHTIGEN, als de airconditioner 1 uur draait met de
luchtstroom naar beneden gericht, wordt de luchtstroom automatisch op
zo’n niveau ingesteld dat er geen condenswater kan druppelen.
- Tijdens het verwarmen of ontdooien worden de horizontale bladen ingesteld
op een naar boven gerichte luchtstroom om te voorkomen dat u last krijgt
van koude lucht.
- Om de gehele ruimte snel op de gewenste temperatuur te krijgen dient u de
maximale ventilatorsnelheid te kiezen.
Stand ventilator Sterkte luchtstroom
LAAG Zachte luchtstroom
MIDDEN Middelmatige luchtstroom
HOOG Krachtige luchtstroom
Kamertemperatuur Start werking unit
< 0 °C 50 min. vóór ingestelde tijd
0 - 5 °C 40 min. vóór ingestelde tijd
5 - 10 °C 30 min. vóór ingestelde tijd
> 10 °C 20 min. vóór ingestelde tijd
G SWING-STAND
Bij gebruik van de SWING-stand wordt de richting van het horizontaal blad
continu gevarieerd. Hierdoor wordt de lucht gelijkmatig in de ruimte verspreid.
Wanneer de ventilatorsnelheid op AUTO is ingesteld kan de
luchtstroomrichting niet worden veranderd.
Bij het wijzigen van een functie, wordt de SWING-stand automatisch
uitgeschakeld.
Als de Timer ingesteld is kan de SWING-stand niet gebruikt worden.
H HET BENUTTEN VAN DE TIMER-FUNCTIE
Met behulp van de Timer kunt u de airconditioner automatisch laten aan- en
afslaan, op een vooraf ingestelde tijd. Om de Timer in te stellen moet de juiste tijd
zijn ingesteld en moet de airconditioner ingeschakeld zijn. U gaat als volgt te
werk:
Controleer of de juiste tijd is ingesteld.
Druk de toets ‘Timer AAN’ of ‘UIT’ in om de Timer-functie te selecteren. De
ingestelde tijd wordt getoond.
Stel de juiste tijd in met de
G en H knoppen, op het display verschijnt
symbool a of b. Na ca. 1 minuut verdwijnen deze symbolen en kan de tijd niet
meer aangepast worden.
Deze voorgeprogrammeerde in- en uitschakeling kan in combinatie gebruikt
worden. De symbolen
R en r geven de volgorde aan.
Wanneer tijdens het instellen de stroomtoevoer wordt verbroken, dient de tijd
opnieuw ingesteld te worden.
Toets ‘Timer UIT’
De airconditioner slaat automatisch af op de ingestelde tijd.
Toets ‘Timer AAN’
De airconditioner slaat automatisch aan op de ingestelde tijd.
I ONDERHOUD TIJDENS GEBRUIK
De airconditioner dient regelmatig schoongemaakt te worden. U gaat hierbij als
volgt te werk:
Schakel de airconditioner uit en trek de stekker uit het stopcontact.
Reinig de binnenunit en de afstandsbediening met een zachte droge doek.
Indien de unit erg vuil is kunt u een licht vochtige doek gebruiken.
Reinig de luchtfilter regelmatig.
Als de buitenunit op het dak geplaatst is, moet ook de directe omgeving van
4
3
2
1
3
2
1
1
66
a
b
1
67
de unit regelmatig schoongemaakt worden om te voorkomen dat vuil de
warmtewisselaar blokkeert.
Indien u de airconditioner langere tijd niet gebruikt:
Laat de ventilator 3 à 4 uur draaien om de binnenkant van de airconditioner
te laten drogen. Er wordt namelijk schimmel gevormd indien de
airconditioner nog vochtig is en voor langere tijd uitgeschakeld wordt.
Verwijder de batterijen uit de afstandsbediening.
Trek de stekker uit het stopcontact.
Reinig de luchtfilter en plaats deze terug.
Indien u de airconditioner opnieuw in gebruik wilt nemen:
Reinig de luchtfilter en plaats deze terug.
Controleer of de luchtinlaat en -uitlaat van zowel de binnen- en buitenunit
niet geblokkeerd zijn.
Controleer of het onderstel van de buitenunit niet verroest of beschadigd is.
Controleer of de waterafvoerleiding niet geblokkeerd is.
Controleer of de buitenunit bedrijfsklaar is.
Steek de stekker in het stopcontact.
J HET SCHOONMAKEN EN VERVANGEN VAN DE FILTERS
Reinigen luchtfilter
Reinig de luchtfilter tenminste één keer in de twee weken.
Open het frontpaneel en verwijder de luchtfilter (het frontpaneel niet
helemaal in horizontale stand zetten, anders valt het naar beneden).
Maak de filter schoon met een stofzuiger of met water. Hardnekkig vuil
verwijderen met een neutraal, mild schoonmaakmiddel opgelost in
handwarm water (max. 30°C). Spoel de filter goed na met schoon water
zodat er geen zeepresten achterblijven.
Droog de filter in de schaduw; niet aan direct zonlicht blootstellen of drogen
bij open vuur.
Plaats de filter terug en sluit het frontpaneel.
4
3
2
1
6
5
4
3
2
1
4
3
2
1
Reinigen deodoriserende filter
Reinig de deodoriserende filter tenminste één keer in de twee weken.
Verwijder eerst de luchtfilter, daarna de deodoriserende filter. De
deodoriserende filter bij de houder vastpakken, het filteroppervlak niet
aanraken.
Filter en houder ongeveer 15 minuten in handwarm water (max. 30°C) laten
weken. Bij hardnekkig vuil een mild schoonmaakmiddel toevoegen. Spoel de
filter goed na met schoon water zodat er geen zeepresten achterblijven.
Nooit schuren of een bleekmiddel gebruiken.
Droog de filter in de schaduw.
Plaats de deodoriserende filter terug, daarna de luchtfilter.
Vervangen deodoriserende filter
De deodoriserende filter dient na circa 1 jaar vervangen te worden. Dit moet
gebeuren indien de filter sterk verkleurd is en na reiniging niet meer in de oude
staat herstelt.
Vervangen luchtzuiveringsfilter
De luchtzuiveringsfilter dient elke 4 maanden vervangen te worden. Dit moet
gebeuren als de filter donker verkleurd is.
K STORINGEN, OORZAKEN EN OPLOSSINGEN
Als u een storing niet kunt oplossen met behulp van de onderstaande
aanwijzingen, schakel dan de airconditioner uit en neemt contact op met uw
dealer.
DE AIRCONDITIONER WERKT NIET
E De stekker zit niet goed in het stopcontact of de stroomvoorziening is
onderbroken.
Controleren. Indien de stroomvoorziening weer hersteld is, de airconditioner
opnieuw aanzetten.
E De Timer is ingesteld op een later tijdstip.
DE AIRCONDITIONER KOELT OF VERWARMT ONVOLDOENDE
E De temperatuur is niet goed ingesteld.
Controleren:
Koelen: de ingestelde temperatuur moet lager zijn dan de kamer-
temperatuur.
Verwarmen: de ingestelde temperatuur moet hoger zijn dan de kamer-
temperatuur.
E Het luchtfilter is vuil. Controleren.
E De in- en/of uitlaat van de buitenunit zijn geblokkeerd. Controleren.
E De omgevingsfactoren belemmeren een goede werking van de
airconditioner (bijv. deur open, veel personen in de ruimte).
Controleren.
4
3
2
1
1
68
1
69
DE AFSTANDSBEDIENING WERKT NIET
E De batterijen zitten niet goed in de houder. Controleren (let op de + en –
polen).
E De batterijen zijn niet meer krachtig genoeg. Vervangen.
L ALVORENS EEN VAKMAN TE RAADPLEGEN
De volgende situaties duiden niet op een defect:
De airconditioner herstart niet direct.
Ter bescherming van de compressor kan de airconditioner na uitschakeling
pas na ongeveer 3 minuten opnieuw worden opgestart.
Trage luchtstroom tijdens de verwarmingsfunctie.
De airconditioner heeft voorbereidingstijd nodig om warme lucht uit te
blazen.
De verwarmingsfunctie werkt niet gedurende 2 tot 10 minuten terwijl het
controlelampje brandt.
De ontdooifunctie treedt in werking; er is sprake van een lage
buitentemperatuur of hoge vochtigheidsgraad waardoor zich ijs vormt op de
buitenunit.
De binnenunit maakt een krakend geluid.
Dit geluid wordt veroorzaakt door krimping of uitzetting van de binnenunit
als gevolg van temperatuurwisseling.
De ventilator stopt tijdens het ontvochtigen.
Condens op de warmtewisselaar verdampt opnieuw waardoor de relatieve
vochtigheidsgraad kan stijgen. Om dit te voorkomen stopt de ventilator van
de binnenunit als de kamertemperatuur voldoende gedaald is.
Geluid van stromend water.
Dit geluid wordt veroorzaakt door het koudemiddel dat in de leidingen
stroomt.
De richting van de luchtstroom verandert.
Tijdens het koelen/ontvochtigen past de airconditioner na 1 uur automatisch
de luchtstroomrichting aan om te voorkomen dat condens naar beneden
druppelt.
Tijdens het verwarmen zal de positie van het horizontale blad automatisch in
horizontale stand gezet worden indien de temperatuur van de uitgaande
lucht te laag is of de ontdooifunctie in werking is getreden.
De binnenunit maakt een ratelend geluid.
Dit geluid wordt veroorzaakt door het starten van de ventilator of
compressor.
De buitenunit lekt water.
Dit wordt veroorzaakt door condens op de leidingen en warmtewisselaar van
de buitenunit.
Het signaal van de afstandsbediening wordt niet ontvangen.
Het signaal wordt belemmerd door straling van zonlicht of fel licht op het
ontvangstgedeelte van de binnenunit.
IJsvorming op de verticale bladen.
Indien de airconditioner langdurig in een omgeving met hoge relatieve
luchtvochtigheid wordt gebruikt kan er condens op de verticale bladen
neerslaan, dat zich omzet in ijs.
M DE GARANTIEVOORWAARDEN
U krijgt op de airconditioner 24 maanden garantie vanaf de aankoopdatum.
Binnen deze periode worden alle materiaal- en fabricagefouten kosteloos
verholpen. Hierbij gelden de volgende regels:
Alle verdere aanspraken op schadevergoeding, inclusief gevolgschade wijzen
wij uitdrukkelijk af.
Reparatie of vervanging van onderdelen binnen de garantietermijn leidt niet
tot verlenging van de garantie.
De garantie geldt niet wanneer veranderingen zijn aangebracht, niet
originele onderdelen zijn gemonteerd of reparaties zijn verricht door derden.
Onderdelen die aan normale slijtage onderhevig zijn, zoals de filter, vallen
buiten de garantie.
De garantie geldt uitsluitend als u de originele, gedateerde aankoopbon
overlegt en als daarop geen veranderingen zijn aangebracht.
De garantie geldt niet bij schade ontstaan door handelingen die afwijken van
de gebruiksaanwijzing of door verwaarlozing.
De verzendkosten en het risico van het opsturen van de airconditioner of
onderdelen daarvan, komen altijd voor rekening van de koper.
Om onnodige kosten te voorkomen, raden wij u aan eerst altijd zorgvuldig de
gebruiksaanwijzing te raadplegen. Wanneer deze geen uitkomst biedt, kunt u de
airconditioner ter reparatie aanbieden bij uw dealer.
1
70

Documenttranscriptie

N TECHNICAL SPECIFICATIONS Model TIN 327W TIN 539W L/h 1.7 2.8 Cooling capacity kW (BTU/h) 3.2 (11,000) 5.3 (18,000) Warming capacity kW (BTU/h) 3.5 (12,000) 5.6 (19,000) Power consumption kW 1.3 1.9 Power consumption warming kW 1.3 1.9 Dimensions indoor unit (HxWxD) mm 277 x 810 x 187 320 x 1010 x 187 Dimensions outdoor unit (HxWxD) mm 541 x 672 x 246 650 x 800 x 330 Mains V/Hz 220-240/50 220-240/50 Room size m3 90 150 Weight indoorunit kg 10 13 Weight outdoorunit kg 33 48 Refrigerant gr R22/900 R407C/1800 Noise level indoorunit (max) dB 40 43 Noise level indoorunit (nom) dB 51 53 m3/min. 9.8 12.2 Dehumidification capacity * Maximum airflow * at 32°C / 80% RH 4 57 Geachte mevrouw, meneer, Van harte gefeliciteerd met de aankoop van uw Zibro Clima. U heeft een kwaliteitsproduct aangeschaft waar u nog vele jaren plezier van zult hebben, mits u de airconditioner verantwoord gebruikt. Lees daarom eerst deze gebruiksaanwijzing voor een optimale levensduur van uw airconditioner. Wij geven u namens de fabrikant 24 maanden garantie op alle optredende materiaal- en fabricagefouten. Wij wensen u veel comfort met uw Zibro Clima. Met vriendelijke groet, PVG International B.V. Afdeling Klantenservice 1. LEES EERST DE GEBRUIKSAANWIJZING. 2. RAADPLEEG BIJ TWIJFEL UW DEALER. 1 58 BELANGRIJKE ONDERDELEN BINNENUNIT C A B D H G M K J L Deodoriserend filter (alleen bij TIN 539) B Luchtzuiveringsfilter (alleen bij TIN 539) C Frontpaneel 4 Luchtinlaat E Voeding netstekker F Luchtfilter G Verticale bladen H Horizontaal blad I Ontvangstgedeelte afstandsbediening J Temperatuur indicatielampje (alleen bij TIN 539) K Knop handmatige bediening (achter het frontpaneel) L Controlelampje aan/uit M Luchtuitlaat binnenunit N Luchtinlaat buitenunit (achter- en zijkant) O Leidingen/bekabeling P Waterafvoerslang Q Luchtuitlaat buitenunit R Waterafvoer S Afstandsbediening E I F A S BUITENUNIT O N Q P R 1 59 A G VEILIGHEIDSINSTRUCTIES LET OP! - De airconditioner dient geïnstalleerd te worden volgens de ter plaatse geldende voorschriften. Expliciet voor Nederland geldt dat de installatie uitgevoerd dient te worden door een STEK-installateur. - U dient de veiligheidsinstructies en gebruiksvoorschriften zorgvuldig door te lezen, voordat u de airconditioner in gebruik neemt. • • De directe luchtstroom nooit op mensen, dieren of planten richten. Zorg ervoor dat de binnen- en buitenunit buiten het bereik van kinderen worden geïnstalleerd. • Gebruik geen verlengsnoer en sluit niet meerdere apparaten aan op hetzelfde stopcontact. • Verkeerde aansluiting, slechte isolatie, overbelasting, etc. kan brand of een elektrische schok veroorzaken. • Wanneer u iets ongewoons opmerkt (vreemde geur, brandlucht, etc.) de airconditioner uitschakelen en de stekker uit het stopcontact halen of de stroom onderbreken. • Wanneer de unit onder abnormale omstandigheden wordt gebruikt, kan dat problemen opleveren, brand veroorzaken, etc. • Het elektriciteitsnoer niet beschadigen, niet met een schuurmiddel reinigen, niet verwarmen en geen zware voorwerpen erop plaatsen. Het snoer kan beschadigen en brand of een elektrische schok veroorzaken. • Nooit de stekker aan het snoer uit het stopcontact te trekken. Indien het elektriciteitssnoer beschadigd is, mag alleen een erkend installateur dit vervangen. • Als de airconditioner schoongemaakt moet worden, het apparaat uitschakelen en de stekker uit het stopcontact trekken. De ventilator draait namelijk op hoge toeren en kan lichamelijk letsel veroorzaken. • Bedien de airconditioner nooit met natte handen. Dit kan een elektrische schok veroorzaken. • Spuit geen insecticide of brandbare spray in de richting van het apparaat. Dit kan brand of schade veroorzaken. • Bij onweersverwachting moet de stekker van te voren uit het stopcontact gehaald worden. • De airconditioner niet langdurig gebruiken in een omgeving met een hoge vochtigheidsgraad of wanneer ramen en/of deuren geopend zijn. Bij gebruik in een ruimte met hoge vochtigheidsgraad kan bij langdurig gebruik (koelfunctie) het in de airconditioner gecondenseerde water op het meubilair terechtkomen en dit beschadigen. • • Ga niet op de units staan of zitten en plaats er geen voorwerpen op. De airconditioner moet altijd geaard aangesloten worden. Onjuiste aarding van het apparaat kan een elektrische schok veroorzaken. Afhankelijk van de plaats van installatie dient een aardlekschakelaar geïnstalleerd te worden. Overleg met uw dealer. • 1 60 De airconditioner nooit zonder luchtfilter gebruiken. • Gebruik geen petroleum, benzine, schuurmiddel, reinigingsmiddel of heet water (30° of warmer) om de airconditioner te reinigen. Indien nodig, mogen de units gereinigd worden met een licht vochtige doek. Nooit veel water gebruiken! • Als de airconditioner langdurig niet gebruikt wordt, de stekker uit het stopcontact halen. • Als de stroomvoorziening onderbroken is geweest dient u 3 minuten te wachten voordat u de airconditioner weer met de AAN/UIT toets kunt aanzetten. • 1 2 B Zorg voor een goede en volledige afvoer van het condenswater. AFSTANDSBEDIENING 1. Zendersignaal gedeelte 2. Informatiedisplay 3. AAN/UIT- toets 4. Functiekeuze toets 5. Insteltoets ventilatorsnelheid 6. Insteltoets ‘SLAAP’ functie 7. Insteltoetsen tijd + temperatuur 8. Toets Timer AAN 9. Toets Timer UIT 4 6 5 10 7 8 9 3 12 11 10. Toets voor: - regelen horizontaal blad - instellen ‘SWING’ stand Achterzijde afstandsbediening 11. ‘CLOCK’ instelknop 12. ‘RESET’ knop G C HANDELINGEN VÓÓR INGEBRUIKNAME VAN DE AIRCONDITIONER U dient de veligheidsinstructies en gebruiksvoorschriften zorgvuldig door te lezen, voordat u de airconditioner in gebruik neemt. BINNENUNIT 1 Controleer of alle verpakkingsmaterialen verwijderd zijn. 2 Steek de stekker in het stopcontact. 1 61 AFSTANDSBEDIENING 1 Verwijder het afdekplaatje aan de achterzijde en plaats de batterijen. Let op de + en - polen. 2 Druk de ‘CLOCK’ instelknop in. 3 Stel de juiste uren in met de G en H toetsen. 4 Druk de ‘CLOCK’ instelknop in. 5 Stel de juiste minuten in met de G en H toetsen. 6 Druk de ‘CLOCK’ instelknop nogmaals in en sluit het afdekplaatje. 7 Het display toont nu de juiste tijd. G D OPMERKINGEN! - Wanneer u de afstandsbediening langere tijd niet gebruikt, haal dan de batterijen eruit en bewaar ze op een droge plaats. - De afstand voor het ontvangen van een signaal is ongeveer 6 meter. Eén of twee piepen zijn hoorbaar nadat de unit het signaal heeft ontvangen. - Voor een optimale werking het signaalverzendend gedeelte van de afstandsbediening richten op het signaalontvangend gedeelte van de unit. - Gebruik geen oplaadbare batterijen. - Onzorgvuldig gebruik en vocht kunnen de afstandsbediening beschadigen. BEDIENING AIRCONDITIONER AUTOMATISCHE BEDIENINGSFUNCTIE 1 Druk de AAN/UIT-toets in. Bij het starten zal de airconditioner eerst de kamertemperatuur meten en op basis daarvan automatisch “KOELEN”, “ONTVOCHTIGEN” of “VERWARMEN” kiezen. Kamertemperatuur bij inschakeling Automatische functiekeuze ca. 25 °C of hoger KOELEN ca. 20 - 25 °C ONTVOCHTIGEN ca. 20 °C of lager VERWARMEN Wanneer de airconditioner na uitschakeling binnen 2 uur opnieuw wordt ingeschakeld, wordt automatisch de laatst gebruikte functie geselecteerd. 1 62 Indien u niet tevreden bent met de automatisch gekozen functie dient u over te gaan op de handmatige bedieningsfunctie met behulp van de afstandbediening. HANDMATIGE BEDIENINGSFUNCTIE 1 Druk de AAN/UIT-toets in. 2 Selecteer de gewenste functie door de functiekeuzetoets in te drukken. Bij iedere druk op de knop verandert de functiekeuze: AUTO > KOELEN > ONTVOCHTIGEN > VERWARMEN > VENTILEREN. 3 Kies de ventilatorsnelheid (zie hoofdstuk F). 4 Stel de luchtstroomrichting in (zie hoofdstuk F). 5 Indien u de functie koelen of verwarmen gebruikt kunt u de gewenste temperatuur instellen (zie hoofdstuk E). Indien de afstandsbediening niet werkt, kan de airconditioner met de hand bediend worden. In dit geval kunt u kiezen tussen de functies koelen en verwarmen of de airconditioner uitschakelen. Bij elke druk op de knop ‘handmatige bediening’ wisselt de functie. G Details: Koelen Verwarmen Ingestelde temperatuur 24 °C 24 °C Ventilatorsnelheid middelmatig middelmatig TIPS! - De koelfunctie werkt optimaal indien er zo weinig mogelijk zonlicht de te koelen ruimte binnenkomt. - Bescherm de buitenunit tegen direct zonlicht, dit bespaart energie. - Het wordt aanbevolen het verschil tussen buiten- en binnentemperatuur zo klein mogelijk te houden. Een temperatuurinstelling tussen 20° en 24° C is het meest geschikt. Zo wordt een behaaglijke temperatuur gecreëerd. - Bij een te hoge luchtvochtigheid voelt men zich niet prettig. Een relatieve luchtvochtigheid van circa 55% wordt als het meest comfortabel ervaren. 1 63 E HET INSTELLEN VAN DE TEMPERATUUR (BIJ KOELEN OF VERWARMEN) Na het inschakelen van de airconditioner kunt u de temperatuur aanpassen. Temperatuur verlagen 1 Druk de H toets in: 1 x indrukken verlaagt de ingestelde temperatuur met 1°C. Temperatuur verhogen G 1 Druk de G toets in: 1 x indrukken verhoogt de ingestelde temperatuur met 1°C. OPMERKINGEN! - Bij de automatische bedieningsfunctie kan de temperatuur wel ingesteld worden (m.u.v. het ontvochtigen), maar wordt deze niet weergegeven in het display. - Indien de omgevingstemperatuur te hoog is, kan het voorkomen dat de ingestelde kamertemperatuur niet bereikt wordt. Weergave groen signaal op display binnenunit (geldt voor type TIN 539): - Dit toont de actuele en ingestelde temperatuur. - De aangegeven kamertemperatuur kan iets afwijken van de actuele kamertemperatuur. Als referentie gebruiken. Indicatiebereik kamertemperatuur 21 - 30° C. De in te stellen temperatuur varieert tussen 16 - 31° C. Kamertemperatuur binnen indicatiebereik: De ingestelde temperatuur (brandend lampje) en de kamertemperatuur (knipperend lampje) worden getoond. Kamertemperatuur of ingestelde temperatuur buiten indicatiebereik: - Indien de kamertemperatuur of ingestelde temperatuur 31°C of hoger is, verschijnt 30°C op het display. - Indien de kamertemperatuur of ingestelde temperatuur 21° C of lager is, verschijnt 21° C op het display. Kamertemperatuur en ingestelde temperatuur gelijk: - Het corresponderende lampje brandt. Opmerkingen bij het gebruik van de functie ‘VERWARMEN’ • De effectieve werking van de airconditioner is afhankelijk van de buitentemperatuur. • Ontdooistand; Als de buitentemperatuur erg laag is schakelt de unit, indien nodig, automatisch in de ontdooistand voor 2 à 10 minuten. Gedurende deze tijd wordt de werking van de airconditioner onderbroken. • Voorverwarmingsfunctie; Wanneer de timer ON staat meet de airconditioner 1 uur voor de ingestelde tijd de kamertemperatuur en schakelt de unit indien 1 64 nodig voortijdig in. Kamertemperatuur Start werking unit < 0 °C 50 min. vóór ingestelde tijd 0 - 5 °C 40 min. vóór ingestelde tijd 5 - 10 °C 30 min. vóór ingestelde tijd > 10 °C 20 min. vóór ingestelde tijd Opmerkingen bij het gebruik van de functie ‘ONTVOCHTIGEN’ • Bij gebruik van deze functie kan de snelheid van de ventilator niet worden gewijzigd. • In deze stand draaien de ventilatoren van de binnen- en buitenunit niet continu. • Bij een kamertemperatuur van 13 °C of lager kan deze functie niet gebruikt worden. F AANPASSEN VENTILATORSNELHEID EN RICHTING LUCHTSTROOM De ventilatorsnelheid past zich automatisch aan de kamertemperatuur aan. Aanpassen ventilatorsnelheid Stand ventilator Sterkte luchtstroom LAAG Zachte luchtstroom MIDDEN Middelmatige luchtstroom HOOG Krachtige luchtstroom U kunt de luchtstroom wijzigen door de toets ‘ventilatorsnelheid’ in te drukken; bij iedere druk op de toets verandert de snelheid, zie hierboven. Instellen richting luchtstroom • De luchtstroom omhoog en omlaag uitsluitend met de afstandsbediening instellen. • De luchtstroom naar links en rechts vóór inschakeling van het apparaat met de hand instellen. G LET OP! Met gebruik van de afstandsbediening wordt de verticale luchtstroomrichting automatisch aangepast aan de volgende functies: - KOELEN en ONTVOCHTIGEN, als de airconditioner 1 uur draait met de luchtstroom naar beneden gericht, wordt de luchtstroom automatisch op zo’n niveau ingesteld dat er geen condenswater kan druppelen. - Tijdens het verwarmen of ontdooien worden de horizontale bladen ingesteld op een naar boven gerichte luchtstroom om te voorkomen dat u last krijgt van koude lucht. - Om de gehele ruimte snel op de gewenste temperatuur te krijgen dient u de maximale ventilatorsnelheid te kiezen. 1 65 G SWING-STAND Bij gebruik van de SWING-stand wordt de richting van het horizontaal blad continu gevarieerd. Hierdoor wordt de lucht gelijkmatig in de ruimte verspreid. • Wanneer de ventilatorsnelheid op AUTO is ingesteld kan de luchtstroomrichting niet worden veranderd. • Bij het wijzigen van een functie, wordt de SWING-stand automatisch uitgeschakeld. • H Als de Timer ingesteld is kan de SWING-stand niet gebruikt worden. HET BENUTTEN VAN DE TIMER-FUNCTIE Met behulp van de Timer kunt u de airconditioner automatisch laten aan- en afslaan, op een vooraf ingestelde tijd. Om de Timer in te stellen moet de juiste tijd zijn ingesteld en moet de airconditioner ingeschakeld zijn. U gaat als volgt te werk: 1 Controleer of de juiste tijd is ingesteld. 2 Druk de toets ‘Timer AAN’ of ‘UIT’ in om de Timer-functie te selecteren. De ingestelde tijd wordt getoond. 3 Stel de juiste tijd in met de G en H knoppen, op het display verschijnt symbool a of b. Na ca. 1 minuut verdwijnen deze symbolen en kan de tijd niet a b meer aangepast worden. Deze voorgeprogrammeerde in- en uitschakeling kan in combinatie gebruikt worden. De symbolen R en r geven de volgorde aan. Wanneer tijdens het instellen de stroomtoevoer wordt verbroken, dient de tijd opnieuw ingesteld te worden. Toets ‘Timer UIT’ De airconditioner slaat automatisch af op de ingestelde tijd. Toets ‘Timer AAN’ De airconditioner slaat automatisch aan op de ingestelde tijd. I ONDERHOUD TIJDENS GEBRUIK De airconditioner dient regelmatig schoongemaakt te worden. U gaat hierbij als volgt te werk: 1 Schakel de airconditioner uit en trek de stekker uit het stopcontact. 2 Reinig de binnenunit en de afstandsbediening met een zachte droge doek. Indien de unit erg vuil is kunt u een licht vochtige doek gebruiken. 3 Reinig de luchtfilter regelmatig. 4 Als de buitenunit op het dak geplaatst is, moet ook de directe omgeving van 1 66 de unit regelmatig schoongemaakt worden om te voorkomen dat vuil de warmtewisselaar blokkeert. Indien u de airconditioner langere tijd niet gebruikt: 1 Laat de ventilator 3 à 4 uur draaien om de binnenkant van de airconditioner te laten drogen. Er wordt namelijk schimmel gevormd indien de airconditioner nog vochtig is en voor langere tijd uitgeschakeld wordt. 2 Verwijder de batterijen uit de afstandsbediening. 3 Trek de stekker uit het stopcontact. 4 Reinig de luchtfilter en plaats deze terug. Indien u de airconditioner opnieuw in gebruik wilt nemen: 1 Reinig de luchtfilter en plaats deze terug. 2 Controleer of de luchtinlaat en -uitlaat van zowel de binnen- en buitenunit niet geblokkeerd zijn. 3 Controleer of het onderstel van de buitenunit niet verroest of beschadigd is. 4 Controleer of de waterafvoerleiding niet geblokkeerd is. 5 Controleer of de buitenunit bedrijfsklaar is. 6 Steek de stekker in het stopcontact. J HET SCHOONMAKEN EN VERVANGEN VAN DE FILTERS Reinigen luchtfilter Reinig de luchtfilter tenminste één keer in de twee weken. 1 Open het frontpaneel en verwijder de luchtfilter (het frontpaneel niet helemaal in horizontale stand zetten, anders valt het naar beneden). 2 Maak de filter schoon met een stofzuiger of met water. Hardnekkig vuil verwijderen met een neutraal, mild schoonmaakmiddel opgelost in handwarm water (max. 30°C). Spoel de filter goed na met schoon water zodat er geen zeepresten achterblijven. 3 Droog de filter in de schaduw; niet aan direct zonlicht blootstellen of drogen bij open vuur. 4 Plaats de filter terug en sluit het frontpaneel. 1 67 Reinigen deodoriserende filter Reinig de deodoriserende filter tenminste één keer in de twee weken. 1 Verwijder eerst de luchtfilter, daarna de deodoriserende filter. De deodoriserende filter bij de houder vastpakken, het filteroppervlak niet aanraken. 2 Filter en houder ongeveer 15 minuten in handwarm water (max. 30°C) laten weken. Bij hardnekkig vuil een mild schoonmaakmiddel toevoegen. Spoel de filter goed na met schoon water zodat er geen zeepresten achterblijven. Nooit schuren of een bleekmiddel gebruiken. 3 Droog de filter in de schaduw. 4 Plaats de deodoriserende filter terug, daarna de luchtfilter. Vervangen deodoriserende filter De deodoriserende filter dient na circa 1 jaar vervangen te worden. Dit moet gebeuren indien de filter sterk verkleurd is en na reiniging niet meer in de oude staat herstelt. Vervangen luchtzuiveringsfilter De luchtzuiveringsfilter dient elke 4 maanden vervangen te worden. Dit moet gebeuren als de filter donker verkleurd is. K STORINGEN, OORZAKEN EN OPLOSSINGEN Als u een storing niet kunt oplossen met behulp van de onderstaande aanwijzingen, schakel dan de airconditioner uit en neemt contact op met uw dealer. DE AIRCONDITIONER WERKT NIET E De stekker zit niet goed in het stopcontact of de stroomvoorziening is onderbroken. Controleren. Indien de stroomvoorziening weer hersteld is, de airconditioner opnieuw aanzetten. E De Timer is ingesteld op een later tijdstip. DE AIRCONDITIONER KOELT OF VERWARMT ONVOLDOENDE E De temperatuur is niet goed ingesteld. Controleren: Koelen: de ingestelde temperatuur moet lager zijn dan de kamer- temperatuur. Verwarmen: de ingestelde temperatuur moet hoger zijn dan de kamertemperatuur. 1 68 E Het luchtfilter is vuil. Controleren. E De in- en/of uitlaat van de buitenunit zijn geblokkeerd. Controleren. E De omgevingsfactoren belemmeren een goede werking van airconditioner (bijv. deur open, veel personen in de ruimte). Controleren. de DE AFSTANDSBEDIENING WERKT NIET E De batterijen zitten niet goed in de houder. Controleren (let op de + en – polen). E L De batterijen zijn niet meer krachtig genoeg. Vervangen. ALVORENS EEN VAKMAN TE RAADPLEGEN De volgende situaties duiden niet op een defect: • De airconditioner herstart niet direct. Ter bescherming van de compressor kan de airconditioner na uitschakeling pas na ongeveer 3 minuten opnieuw worden opgestart. • Trage luchtstroom tijdens de verwarmingsfunctie. De airconditioner heeft voorbereidingstijd nodig om warme lucht uit te blazen. • De verwarmingsfunctie werkt niet gedurende 2 tot 10 minuten terwijl het controlelampje brandt. De ontdooifunctie treedt in werking; er is sprake van een lage buitentemperatuur of hoge vochtigheidsgraad waardoor zich ijs vormt op de buitenunit. • De binnenunit maakt een krakend geluid. Dit geluid wordt veroorzaakt door krimping of uitzetting van de binnenunit als gevolg van temperatuurwisseling. • De ventilator stopt tijdens het ontvochtigen. Condens op de warmtewisselaar verdampt opnieuw waardoor de relatieve vochtigheidsgraad kan stijgen. Om dit te voorkomen stopt de ventilator van de binnenunit als de kamertemperatuur voldoende gedaald is. • Geluid van stromend water. Dit geluid wordt veroorzaakt door het koudemiddel dat in de leidingen stroomt. • De richting van de luchtstroom verandert. Tijdens het koelen/ontvochtigen past de airconditioner na 1 uur automatisch de luchtstroomrichting aan om te voorkomen dat condens naar beneden druppelt. Tijdens het verwarmen zal de positie van het horizontale blad automatisch in horizontale stand gezet worden indien de temperatuur van de uitgaande lucht te laag is of de ontdooifunctie in werking is getreden. • De binnenunit maakt een ratelend geluid. Dit geluid wordt veroorzaakt door het starten van de ventilator of compressor. • De buitenunit lekt water. Dit wordt veroorzaakt door condens op de leidingen en warmtewisselaar van de buitenunit. • Het signaal van de afstandsbediening wordt niet ontvangen. Het signaal wordt belemmerd door straling van zonlicht of fel licht op het ontvangstgedeelte van de binnenunit. • IJsvorming op de verticale bladen. Indien de airconditioner langdurig in een omgeving met hoge relatieve luchtvochtigheid wordt gebruikt kan er condens op de verticale bladen neerslaan, dat zich omzet in ijs. 1 69 M DE GARANTIEVOORWAARDEN U krijgt op de airconditioner 24 maanden garantie vanaf de aankoopdatum. Binnen deze periode worden alle materiaal- en fabricagefouten kosteloos verholpen. Hierbij gelden de volgende regels: • Alle verdere aanspraken op schadevergoeding, inclusief gevolgschade wijzen wij uitdrukkelijk af. • Reparatie of vervanging van onderdelen binnen de garantietermijn leidt niet tot verlenging van de garantie. • De garantie geldt niet wanneer veranderingen zijn aangebracht, niet originele onderdelen zijn gemonteerd of reparaties zijn verricht door derden. • Onderdelen die aan normale slijtage onderhevig zijn, zoals de filter, vallen buiten de garantie. • De garantie geldt uitsluitend als u de originele, gedateerde aankoopbon overlegt en als daarop geen veranderingen zijn aangebracht. • De garantie geldt niet bij schade ontstaan door handelingen die afwijken van de gebruiksaanwijzing of door verwaarlozing. • De verzendkosten en het risico van het opsturen van de airconditioner of onderdelen daarvan, komen altijd voor rekening van de koper. Om onnodige kosten te voorkomen, raden wij u aan eerst altijd zorgvuldig de gebruiksaanwijzing te raadplegen. Wanneer deze geen uitkomst biedt, kunt u de airconditioner ter reparatie aanbieden bij uw dealer. 1 70
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72

ZIBRO CLIMA TIG-539W Handleiding

Categorie
Split-systeem airconditioners
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor