14
302NE
4.4 Gegevensoverdracht
Meteotime verzendt de gegevens binnen nauwkeurig gedefinieerde tijdsintervallen volgens UTC (Coordinated
Universal Time), wat vroeger Greenwich Mean Time (GMT) werd genoemd.
• Midden-Europa heeft in de winter UTC+1 en in de zomer UTC+2.
• Groot-Brittannië en Portugal hebben in de winter UTC en in de zomer UTC+1.
Zendtijden weersvoorspellingen (UTC):
• 22.00 u - 3.59 u - de huidige (nieuwe) dag (vandaag)
• 04.00 u - 09.59 u - de volgende dag (morgen)
• 10.00 u - 15.59 u - de dag erna (overmorgen)
• 16.00 u - 18.59 u - de dag na deze dag (over drie dagen)
• 19.00 u - 21.59 u - de 30 extra regio's
Als de ontvangen gegevens tijdens de hierboven genoemde tijdsintervallen onvolledig zijn of als er interferentie
optreedt, zullen bepaalde voorspellingen of delen ervan ontbreken.
4.5 Ontvangst buitensensor
Plaats het weerstation en de buitensensor niet te dicht bij elkaar, anders kan er interferentie optreden die de ontvangst
in het gedrang brengt. Houd ten minste 1 m afstand tussen beide toestellen.
Het maximale zendbereik tussen de buitensensor en het weerstation bedraagt 30 m in optimale omstandigheden. Dat
bereik kan worden ingekort door diverse factoren:
• muren, plafonds van gewapend beton
• Bomen, struiken, aarde, rotsen
• Metalen en geleidende voorwerpen (zoals radiatoren)
• Interferentie in residentiële gebieden (DECT-telefoons, gsm's, radiogestuurde hoofdtelefoons of luidsprekers,
andere radiogestuurde weerstations, babyfoons, enz.)
• Het verdient aanbeveling om de afstand tussen het weerstation en de buitensensor te beperken.
5 Aan de slag
5.1 Pictogrammen ontvangst Meteotime
Als de batterijen zijn geplaatst, begint het hoofdtoestel automatisch het radiogestuurde signaal voor de klok en het
weersignaal van Meteotime te scannen.
• De tijd en datum verschijnen na enkele minuten.
• Nadat het signaal voor de tijd en de datum met succes ontvangen is, verschijnt "SELECT COUNTRY"en dan
"FRANKFURT" (of de vooraf ingestelde standaardstad) in het informatievenster. (Zie hoofdstuk “6.1 Het land en
de stad instellen”).
• Omdat er veel weersinformatie is voor alle regio's en dagen, heeft het toestel ongeveer 24 uur nodig om alle
gegevens te ontvangen nadat het voor het eerst ingeschakeld is. De weerpictogrammen knipperen tot alle
weersgegevens zijn ontvangen.
• Als het toestel erin slaagt om het Meteotime-signaal met succes te ontvangen, verschijnt het Meteotime-
pictogram op de display.
• Als er na 24 uur nog geen signaal is ontvangen, verschijnt op het scherm. Controleer of er potentiële
interferentiebronnen zijn in de buurt van het toestel. (zie hoofdstuk “4.3 Omgevingsinvloeden op ontvangst”).
A. De weersvoorspelling van vandaag is ontvangen.
B. Het weerstation kan het weersignaal van Meteotime ontvangen.
C. De weersvoorspelling van morgen is ontvangen.
D. De weersvoorspelling van overmorgen is ontvangen.
E. De weersvoorspelling voor binnen drie dagen is ontvangen.
5.2 De ontvangstkwaliteit testen
U kunt de ontvangstkwaliteit testen en een betere locatie zoeken.
• Druk de TEST-toets in. "SCAN" verschijnt in het
informatievenster .
• Verplaats het toestel om een betere locatie te vinden:
– knippert: De test wordt uitgevoerd en de ontvangst van het Meteotime-
signaal is goed. U kunt het toestel op deze plaats laten staan of hangen.
– knippert: De test wordt uitgevoerd en de ontvangst van het Meteotime-
signaal is slecht. U moet doorgaan met het zoeken naar een betere plaats.
• De test duurt ongeveer 1 minuut.
• U kunt de test op elk gewenst moment opnieuw starten met de TEST-toets .
• Druk op de TEST-toets om de test te stoppen.
A
B
C
D
E
10
25
10
10