Tabel E-10 root > ConnectionType > view (vervolg)
Registersleutel Beschrijving
blokken van het scherm asynchroon worden bijgewerkt, waardoor
schermovergangen niet uniform worden bijgewerkt.
root/ConnectionType/view/connections/<UUID>/
xfreerdpOptions/perfFlagDesktopComposition
Indien ingesteld op 1, is bureaubladsamenstelling (zoals
transparante randen) toegestaan als dit wordt ondersteund door
de server. Door bureaubladsamenstelling uit te schakelen, kunnen
de prestaties voor verbindingen met een lage bandbreedte
verbeteren. Dit geldt doorgaans alleen voor RemoteFX. Indien
ingesteld op 2, wordt de waarde geselecteerd op basis van de
prestaties van de thin client.
root/ConnectionType/view/connections/<UUID>/
xfreerdpOptions/perfFlagFontSmoothing
Indien ingesteld op 1, is het vloeiend maken van lettertypen
toegestaan als dit wordt ondersteund door de server en is
ingeschakeld. Door het vloeiend maken van lettertypen uit te
schakelen, kunnen de prestaties voor verbindingen met een lage
bandbreedte verbeteren. Indien ingesteld op 2, wordt de waarde
geselecteerd op basis van de prestaties van de thin client.
root/ConnectionType/view/connections/<UUID>/
xfreerdpOptions/perfFlagNoCursorSettings
Indien ingesteld op 1, wordt het knipperen van de cursor
uitgeschakeld, waardoor de prestaties voor RDP-verbindingen
met een lage bandbreedte kunnen verbeteren. Indien ingesteld op
2, wordt de waarde geselecteerd op basis van de prestaties van de
thin client.
root/ConnectionType/view/connections/<UUID>/
xfreerdpOptions/perfFlagNoCursorShadow
Indien ingesteld op 1, worden schaduwen van de muiscursor
uitgeschakeld, waardoor de prestaties voor RDP-verbindingen
met een lage bandbreedte kunnen verbeteren. Indien ingesteld op
2, wordt de waarde geselecteerd op basis van de prestaties van de
thin client.
root/ConnectionType/view/connections/<UUID>/
xfreerdpOptions/perfFlagNoMenuAnimations
Indien ingesteld op 1, worden menu-animaties uitgeschakeld,
waardoor de prestaties voor RDP-verbindingen met een lage
bandbreedte kunnen verbeteren. Indien ingesteld op 2, wordt de
waarde geselecteerd op basis van de prestaties van de thin client.
root/ConnectionType/view/connections/<UUID>/
xfreerdpOptions/perfFlagNoTheming
Indien ingesteld op 1, worden gebruikersinterfacethema's
uitgeschakeld, waardoor de prestaties voor RDP-verbindingen
met een lage bandbreedte kunnen verbeteren. Indien ingesteld op
2, wordt de waarde geselecteerd op basis van de prestaties van de
thin client.
root/ConnectionType/view/connections/<UUID>/
xfreerdpOptions/perfFlagNoWallpaper
Indien ingesteld op 1, wordt de bureaubladachtergrond
uitgeschakeld, waardoor de prestaties voor RDP-verbindingen
met een lage bandbreedte kunnen verbeteren. Indien ingesteld op
2, wordt de waarde geselecteerd op basis van de prestaties van de
thin client.
root/ConnectionType/view/connections/<UUID>/
xfreerdpOptions/perfFlagNoWindowDrag
Indien ingesteld op 1, wordt het slepen van het volledige venster
uitgeschakeld, waardoor de prestaties voor RDP-verbindingen
met een lage bandbreedte kunnen verbeteren. In plaats daarvan
wordt de venstercontour gebruikt. Indien ingesteld op 2, wordt de
waarde geselecteerd op basis van de prestaties van de thin client.
root/ConnectionType/view/connections/<UUID>/
xfreerdpOptions/portMapping
Indien ingesteld op 1, worden de volgende seriële en parallelle
poorten omgeleid naar de externe host: ttyS0, ttyS1, ttyS2, ttyS3,
ttyUSB0, lp0.
root/ConnectionType/view/connections/<UUID>/
xfreerdpOptions/printerMapping
Indien ingesteld op 1, worden alle printers lokaal gedenieerd via
CUPS omgeleid naar de externe host.
root/ConnectionType/freerdp/connections/
<UUID>/rdp6Buffering
Indien ingesteld op 1, worden de prestaties van niet-RemoteFX-
afbeeldingen verbeterd, maar wordt het scherm minder vaak
vernieuwd.
root > ConnectionType 127