IR200-nl-NL_V1.6 10/16
4
Gebruiksaanwijzing
Lichaamstemperatuurmetingen
1. Stel de Lichaam-Oppervlakteschakelaar in op “Body” voor nauwkeurige metingen met een
bereik van 32,0 tot 42,5
°
C (89,6 tot 108,5
°
F).
2. Houd de meter vast bij het handvat en richt deze naar het te meten oppervlak. De meetafstand
dient 5 tot 15cm (2 tot 6”) te zijn.
3. Druk op de trigger om de meter aan te zetten en een temperatuurmeting uit te voeren. De
temperatuurmetingen worden in het grote display weergegeven en het opgeslagen
gegevensnummer en de waarde worden in het kleinere display weergegeven.
4. Laat de trigger los. De meting wordt gedurende 7 seconden vastgezet, waarna de meter
automatisch wordt uitgeschakeld. U kunt de trigger één maal per seconde indrukken om snel
metingen te kunnen opslaan.
5. “Hi” verschijnt in het display als de temperatuur hoger is dan 43°C of 109°F.
“Lo” verschijnt in het display als de temperatuur lager is dan 30°C of 86°F.
Modusinstellingen voor lichaamstemperatuur
1. Met de meter op OFF, druk eenmaal op de MODE knop om de C/F temperatuureenheden in te
stellen. De temperatuureenheden knipperen. Druk op de ▲of ▼ knop om de eenheid te
wijzigen.
2. Druk een tweede maal op de MODE knop om de alarmtemperatuurgrens in te stellen. Druk op
de ▲of ▼knop om de waarde te wijzigen.
3. Druk een derde maal op de MODE knop om de correctiemodus voor kalibratie-afwijking op
lange termijn te openen. Tijdens het openen van de modus verschijnt de vorige correctiefactor
van de temperatuur op het display. Om een correctie te maken, meet een gekende, vaste
temperatuurbron. Open de correctiemodus en druk op de ▲ of ▼ knop om de correctiewaarde
te wijzigen en het verschil in metingen te minimaliseren. Herhaal en pas indien nodig de
correctiewaarde aan totdat de meting op de IR200 dezelfde is als de gekende temperatuur.
4. Druk een vierde maal op de MODE knop om de status van de alarmzoemer in te stellen. Druk
op de ▲ of ▼knop om deze AAN of UIT te schakelen.
Oppervlaktetemperatuurmetingen
1. Stel de Lichaam-Oppervlakteschakelaar in op “Surface" voor breed bereik
oppervlaktemetingen van de meeste materialen.
2. Houd de meter vast bij het handvat en richt deze naar het te meten oppervlak.
3. Druk op de trigger om de meter aan te zetten en een temperatuurmeting uit te voeren. De
temperatuurmetingen worden in het grote display weergegeven en het opgeslagen
gegevensnummer en de waarde worden in het kleinere display weergegeven.
4. Laat de trigger los. De meting wordt gedurende 7 seconden vastgezet, waarna de meter
automatisch wordt uitgeschakeld. U kunt de trigger één maal per seconde indrukken om snel
metingen te kunnen opslaan.
5. “Hi” verschijnt in het display als de temperatuur hoger is dan 60°C of 140°F.
“Lo” verschijnt in het display als de temperatuur lager is dan 0°C of 32°F.