HP F310 Snelstartgids

Categorie
GPS-ontvangermodules
Type
Snelstartgids

Deze handleiding is ook geschikt voor

Veiligheidsinstructies / Accessoires
Haal het apparaat niet uit elkaar en breng zelf geen wijzigingen aan. Dit kan het
product beschadigen of een elektrische schok veroorzaken.
Houd dit product uit de buurt van kinderen en huisdieren.
Gebruik het apparaat niet indien vloeistoffen of andere objecten in het apparaat zijn
geraakt. Neem in dit geval contact op met uw leverancier.
Bedien de Auto Recorder niet met natte handen. Dit kan leiden tot een elektrische
schok.
Bewaar de camera niet op plaatsen met een hoge temperatuur om schade te
voorkomen. De camera is bestemd voor gebruik bij temperaturen tussen -10°C en 60°C
(14°F en 140°F).
Bewaar het product niet op plaatsen met stof / zand / vuil, of op een plaats nabij een
air-conditioner of verwarming. Dit kan het apparaat beschadigen.
Dit product is niet bestemd voor het vastleggen van streepjescodes.
Voor meer informatie over het gebruik van dit product en voor het oplossen van
problemen, raadpleeg de Gebruikshandleiding op de bijgeleverde CD-ROM.
Wij behouden ons het recht voor om de inhoud en technische voorschriften te wijzigen
zonder voorafgaande kennisgeving.
Indien de buitentemperatuur 45°C of hoger is, kan de interne Lithium-Polymeer batterij
niet opgeladen worden. De camcorder kan dan wel gebruikt worden indien deze is
aangesloten op de auto adapter.
Bedien het apparaat niet tijdens het autorijden, conform lokale wetgeving en
verkeersveiligheid instructies.
De resultaten van GPS-positionering zijn uitsluitend ter referentie en behoren de
feitelijke rijsituatie niet te beïnvloeden. Het systeem kan de exacte nauwkeurigheid van
de locatie niet garanderen.
Nauwkeurigheid van de GPS-locatie kan afhankelijk zijn van het weer en de locatie,
zoals hoge gebouwen, tunnels, ondergronden of bossen. GPS-satellietsignalen kunnen
niet door vaste materialen (met uitzondering van glas) passeren. Getinte vensters
kunnen de prestaties van de GPS satelliet tevens beïnvloeden.
De GPS ontvangst van elk apparaat kan verschillen. Het systeem kan de
nauwkeurigheid van de resultaten van verschillende apparaten niet bepalen.
Hewlett-Packard Company is NIET verantwoordelijk voor het verlies van data/ of gegevens
tijdens het bedienen.
Voordat u begint met het gebruik van de camcorder, wordt ervan uitgegaan dat u
akkoord gaat met de bovenstaande verklaring.
Accessoires
Q
u
ic
k
S
t
a
r
t
G
u
id
e
De Micro SDHC Kaart Plaatsen / Aansluiten op de
Stroombron
(Een Micro SDHC kaart van klasse 6 of hoger is vereist voor dit apparaat.)
Plaats de geheugenkaart met de gouden contactpunten naar de achterzijde
van de camera gericht. Druk de geheugenkaart aan totdat deze op zijn plaats
klikt. Druk nogmaals om de kaart weer uit de sleuf te nemen.
Verbi
nd de auto adapter met de stroomaansluiting van de mobiele camera en
plug het andere eind van de kabel in de sigarettenaansteker van het voertuig.
(Opmerking: Dit is slechts een aanbevolen configuratie. U kunt de camera ook op
een andere wijze met een stroombron verbinden.)
Installeren in de Auto
Bevestig de autosteun aan
de camera. Schuif deze in de
het steunbevestigingspunt
totdat u een klik hoort.
Plaats de zuignap tegen de
voorruit. Houd de zuignap
recht bij het plaatsen.
De Positie Aanpassen
Handmatig / Automatisch Inschakelen
Handmat
ig In- en Uitschakelen
- Druk op de Aan / Uit knop om het apparaat handmatig in te schakelen.
- Houd de Aan / Uit knop ten minste 2 seconden ingedrukt om het
apparaat uit te schakelen.
- Houd de Aan / Uit knop ten minste 5 seconden ingedrukt om het
apparaat opnieuw in te stellen (reset).
- Wanne
er de motor van het voertuig wordt gestart,
zal de camera automatisch beginnen met opnemen.
- Wanneer de motor van het voertuig wordt
uitgeschakeld, zal de Mobiele Camera de opname
automatisch opslaan en binnen 10 seconden
uitschakelen.
DRAAIKNO
Gebruik de afgebeelde draaiknop om het
apparaat vertikaal te draaien.
DRAAIKNO
Gebruik de afgebeelde draaiknop om het
apparaat horizontaal tot 360° te draaien.
Een Momentopname Maken / Noodgevallen
Opnemen
U kunt dit apparaat ook gebruiken om momentopnames te maken van uw
huidige verkeerssituatie. Vanuit het standby scherm drukt u op de knop
om een momentopname te maken. Indien het apparaat aan het opnemen is,
druk dan eerst op de knop om de opname te stoppen.
Tijden
s een video-opname drukt u op de OK knop om naar de Noodopname
Modus te gaan. De tekst “Emergency” zal meteen linksboven in het
beeldscherm verschijnen. De opname wordt nu beveiligd. Indien de
Botsingdetectie is geactiveerd en een botsing wordt waargenomen, zal het
apparaat automatisch een noodopname beginnen.
Bewegingsdetectie
Activeer/Deactiveer de bewegingsdetectie. Indien deze functie is geactiveerd
en de Uit-knop wordt ingedrukt, zal het systeembericht “Druk op de OK Knop
om uit te schakelen, of ga naar Bewegingsdetectie na 10 sec.”, op het
scherm verschijnen. In de bewegingsdetectie-modus zal het apparaat
automatisch een opname beginnen wanneer enige beweging van het object
wordt waargenomen.
Het waarschuwingsbericht “Noodopnames zijn vol” zal verschijnen wanneer
de bestanden voor noodopnames vol zijn. De oudste noodopname zal
automatisch worden overschreven wanneer een nieuwe noodopname wordt
gestart.
5
Snelheidscontroles
Nadat uw positie per satelliet is vastgelegd, kunt u handmatig de locaties van
tot 200 snelheidscamera's (flitspalen) aan het systeem toevoegen.
Druk op d
e
/ knop om de locatie van een snelheidscamera toe te
voegen.
Waarschuwing Snelheidslimiet
U kunt een snelheidslimiet instellen. Wanneer het voertuig deze
maximumsnelheid overschrijdt, zal het apparaat een waarschuwingssignaal
afgeven en een waarschuwingsbericht op het beeldscherm tonen.
Druk op de
/ knop om de snelheidslimiet in te stellen. U kunt een
snelheidslimiet instellen van 50 km/uur tot 200 km/uur.

Documenttranscriptie

Veiligheidsinstructies / Accessoires  Haal het apparaat niet uit elkaar en breng zelf geen wijzigingen aan. Dit kan het product beschadigen of een elektrische schok veroorzaken.  Houd dit product uit de buurt van kinderen en huisdieren.  Gebruik het apparaat niet indien vloeistoffen of andere objecten in het apparaat zijn geraakt. Neem in dit geval contact op met uw leverancier.  Bedien de Auto Recorder niet met natte handen. Dit kan leiden tot een elektrische schok.  Bewaar de camera niet op plaatsen met een hoge temperatuur om schade te voorkomen. De camera is bestemd voor gebruik bij temperaturen tussen -10°C en 60°C (14°F en 140°F).  Bewaar het product niet op plaatsen met stof / zand / vuil, of op een plaats nabij een air-conditioner of verwarming. Dit kan het apparaat beschadigen.  Dit product is niet bestemd voor het vastleggen van streepjescodes.  Voor meer informatie over het gebruik van dit product en voor het oplossen van problemen, raadpleeg de Gebruikshandleiding op de bijgeleverde CD-ROM.  Wij behouden ons het recht voor om de inhoud en technische voorschriften te wijzigen zonder voorafgaande kennisgeving.  Indien de buitentemperatuur 45°C of hoger is, kan de interne Lithium-Polymeer batterij niet opgeladen worden. De camcorder kan dan wel gebruikt worden indien deze is aangesloten op de auto adapter.  Bedien het apparaat niet tijdens het autorijden, conform lokale wetgeving en verkeersveiligheid instructies.  De resultaten van GPS-positionering zijn uitsluitend ter referentie en behoren de feitelijke rijsituatie niet te beïnvloeden. Het systeem kan de exacte nauwkeurigheid van de locatie niet garanderen.  Nauwkeurigheid van de GPS-locatie kan afhankelijk zijn van het weer en de locatie, zoals hoge gebouwen, tunnels, ondergronden of bossen. GPS-satellietsignalen kunnen niet door vaste materialen (met uitzondering van glas) passeren. Getinte vensters kunnen de prestaties van de GPS satelliet tevens beïnvloeden.  De GPS ontvangst van elk apparaat kan verschillen. Het systeem kan de nauwkeurigheid van de resultaten van verschillende apparaten niet bepalen.  Hewlett-Packard Company is NIET verantwoordelijk voor het verlies van data/ of gegevens tijdens het bedienen.  Voordat u begint met het gebruik van de camcorder, wordt ervan uitgegaan dat u akkoord gaat met de bovenstaande verklaring. Accessoires uide rt G k Sta Quic De Micro SDHC Kaart Plaatsen / Aansluiten op de Stroombron (Een Micro SDHC kaart van klasse 6 of hoger is vereist voor dit apparaat.) Plaats de geheugenkaart met de gouden contactpunten naar de achterzijde van de camera gericht. Druk de geheugenkaart aan totdat deze op zijn plaats klikt. Druk nogmaals om de kaart weer uit de sleuf te nemen. Verbind de auto adapter met de stroomaansluiting van de mobiele camera en plug het andere eind van de kabel in de sigarettenaansteker van het voertuig. (Opmerking: Dit is slechts een aanbevolen configuratie. U kunt de camera ook op een andere wijze met een stroombron verbinden.) Installeren in de Auto Bevestig de autosteun aan de camera. Schuif deze in de het steunbevestigingspunt totdat u een klik hoort. Plaats de zuignap tegen de voorruit. Houd de zuignap recht bij het plaatsen. De Positie Aanpassen DRAAIKNO Gebruik de afgebeelde draaiknop om het apparaat vertikaal te draaien. DRAAIKNO Gebruik de afgebeelde draaiknop om het apparaat horizontaal tot 360° te draaien. Handmatig / Automatisch Inschakelen Handmatig In- en Uitschakelen - Druk op de Aan / Uit knop om het apparaat handmatig in te schakelen. - Houd de Aan / Uit knop ten minste 2 seconden ingedrukt om het apparaat uit te schakelen. - Houd de Aan / Uit knop ten minste 5 seconden ingedrukt om het apparaat opnieuw in te stellen (reset). - Wanneer de motor van het voertuig wordt gestart, zal de camera automatisch beginnen met opnemen. - Wanneer de motor van het voertuig wordt uitgeschakeld, zal de Mobiele Camera de opname automatisch opslaan en binnen 10 seconden uitschakelen. Een Momentopname Maken / Noodgevallen Opnemen U kunt dit apparaat ook gebruiken om momentopnames te maken van uw huidige verkeerssituatie. Vanuit het standby scherm drukt u op de knop om een momentopname te maken. Indien het apparaat aan het opnemen is, druk dan eerst op de knop om de opname te stoppen. Tijdens een video-opname drukt u op de OK knop om naar de Noodopname Modus te gaan. De tekst “Emergency” zal meteen linksboven in het beeldscherm verschijnen. De opname wordt nu beveiligd. Indien de Botsingdetectie is geactiveerd en een botsing wordt waargenomen, zal het apparaat automatisch een noodopname beginnen. Bewegingsdetectie Activeer/Deactiveer de bewegingsdetectie. Indien deze functie is geactiveerd en de Uit-knop wordt ingedrukt, zal het systeembericht “Druk op de OK Knop om uit te schakelen, of ga naar Bewegingsdetectie na 10 sec.”, op het scherm verschijnen. In de bewegingsdetectie-modus zal het apparaat automatisch een opname beginnen wanneer enige beweging van het object wordt waargenomen. Het waarschuwingsbericht “Noodopnames zijn vol” zal verschijnen wanneer de bestanden voor noodopnames vol zijn. De oudste noodopname zal automatisch worden overschreven wanneer een nieuwe noodopname wordt gestart. 5 Snelheidscontroles Nadat uw positie per satelliet is vastgelegd, kunt u handmatig de locaties van tot 200 snelheidscamera's (flitspalen) aan het systeem toevoegen. Druk op de voegen. / knop om de locatie van een snelheidscamera toe te Waarschuwing Snelheidslimiet U kunt een snelheidslimiet instellen. Wanneer het voertuig deze maximumsnelheid overschrijdt, zal het apparaat een waarschuwingssignaal afgeven en een waarschuwingsbericht op het beeldscherm tonen. Druk op de / knop om de snelheidslimiet in te stellen. U kunt een snelheidslimiet instellen van 50 km/uur tot 200 km/uur. 
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68

HP F310 Snelstartgids

Categorie
GPS-ontvangermodules
Type
Snelstartgids
Deze handleiding is ook geschikt voor