6
NL
Algemene veiligheidsinstructies
• Lees vóór de ingebruikname van dit apparaat de
handleiding uiterst zorgvuldig door en bewaar deze goed,
samen met het garantiebewijs, de kassabon en zo mogelijk
de doos met de binnenverpakking.
• Gebruik het apparaat uitsluitend privé en uitsluitend voor de
voorgeschreven toepassing. Dit apparaat is niet geschikt vo-
or commercieel gebruik (tenzij het bedoeld is voor beperkt
gebruik in de buitenlucht). Bescherm het tegen hitte, directe
zonnestralen, vocht (i geen geval in vloeistoffen dompelen)
en scherpe kanten. Gebruik het apparaat niet met vochtige
handen. Bij vochtig of nat geworden apparaat onmiddellijk
de stroomtoevoer onderbreken. Niet in het water grijpen.
• Schakel het apparaat uit en onderbreek altijd de stroomtoe-
voer (trek aan de steker, nooit aan de kabel) wanneer u het
apparaat niet gebruikt, hulpstukken aanbrengt, reinigt of
wanneer storingen optreden.
• Laat het ingeschakelde apparaat niet zonder toezicht wer-
ken. Schakel het apparaat altijd uit of trek de steker uit de
contactdoos (trek aan de steker, niet aan de kabel) voordat
u de werkplek verlaat.
• Bescherm kinderen tegen gevaren en zorg ervoor dat
kabels nooit los omlaag hangen en dat het apparaat buiten
het bereik van kinderen blijft.
• Controleer regelmatig of het apparaat beschadigingen verto-
ont. Een beschadigd apparaat mag niet in gebruik worden
genomen.
• Repareer het apparaat nooit zelf, maar breng het naar een
geautoriseerde vakman. Voorkom gevaren en laat een de-
fecte kabel altijd alleen door de fabrikant, onze technische
dienst of een eender gekwalificeerde persoon vervangen
door een soortgelijke kabel.
• Gebruik alleen originele reserveonderdelen.
• Neem de onderstaande “Speciale veiligheidsinstructies“ in
acht.
Speciale veiligheidsinstructies
voor dit apparaat
• Opgelet -Kookvertraging: bij het koken en vooral bij het na-
verwarmen van vloeistoffen (water) kan het gebeuren dat de
kooktemperatuur weliswaar bereikt is, maar de daarvoor ka-
rakteristieke stoombellen nog niet opstijgen. De vloeistof kookt
niet gelijkmatig. Deze zogenaamde kookvertraging kan bij het
verwijderen van de beker of kom door een lichte trilling tot een
plotselinge stoombelvorming en daarmee tot overkoken
leiden. Gevaar voor verbranding! Om een gelijkmatig koken te
bereiken dient u een glasstaaf of een soortgelijk,, niet-metalen
voorwerp in de beker of kom te plaatsen.
• Verhit de vloeistoffen niet in gesloten kommen of glazen. Ex-
plosiegevaar!
• Wanneer het apparaat niet regelmatig wordt gereinigd, kan
het oppervlak onherstelbaar worden beschadigd, hetgeen
de levensduur van het apparaat kan verkorten en tot
gevaarlijke situaties kan leiden.
• Bij het opwarmen of koken van maaltijden in brandbare
materialen zoals kunststof- of papierbakjes moet de
magnetron vaak worden gecontroleerd vanwege een moge-
lijk brandgevaar.
• Waarschuwing: kinderen mogen het kookapparaat alleen
zonder toezicht gebruiken wanneer een voldoende duideli-
jke instructie werd gegeven waardoor het kind in staat ge-
steld wordt, het kookapparaat op een veilige manier te ge-
bruiken en de gevaren van een verkeerde bediening te be-
grijpen.
• In geval van rookontwikkeling dient het apparaat uitgescha-
keld en de netsteker uit de contactdoos getrokken te
worden. Houd de deur gesloten om eventueel optredende
vlammen te verstikken.
• De inhoud van babyflesjes en potjes met kindervoeding
moet worden omgeroerd of geschud en de temperatuur
moet voor gebruik worden gecontroleerd. Er bestaat gevaar
voor verbranding!
• Repareer het apparaat nooit zelf. Na het verwijderen van de
behuizing bestaat het gevaar van stralenbelasting door de
magnetronenergie.
Beschrijving van de
bedieningselementen
1 Deursluiting
2 Kijkraam
3 Ventilatierooster
4 Drijfas
5 Glijring
6 Draaibord
7 Schakelklok
8 Vermogensregelaar
9 Deuropener
Ingebruikname
• Wanneer u uw magnetron in een kas of op een schap of iets
dergelijks wilt plaatsen, dient u erop te letten dat aan alle zij-
den van het apparaat een minimale ventilatieafstand van 10
cm tot kasten, wanden enz. wordt aangehouden.
• Verwijder alle toebehoren uit de gaarruimte, pak het uit en
plaats de glijring in het midden. Positioneer het glazen bord
zodanig op de aandrijfas dat het in de uitsparingen van de
aandrijfas klikt en recht ligt.
• Controleer het apparaat op zichtbare schade, let hierbij in
het bijzonder op het bereik van de deur. Wanneer u een
schade vaststelt, mag het apparaat in géén geval in gebruik
worden genomen.
• Voorkom storingen tijdens het bedrijf door andere apparatu-
ur en plaats de magnetron niet in de buurt van andere elek-
trische apparaten.
• Verwijder eventueel op de behuizing plakkende beschermfo-
lie.
• Verwijder in géén geval folie die op de binnenzijde van
de deur is aangebracht!
• Sluit de netsteker aan op een correct geïnstalleerde en ge-
aarde contactdoos 230 V / 50 Hz.
• Verwijder géén vast gemonteerde onderdelen uit de gaar-
ruimte en van de binnenzijde van de deur!
Gebruiksaanwijzing
Wetenswaardigheden over het magnetronbedrijf
• Uw apparaat werkt met microgolven die de waterdeeltjes in
gerechten binnen zeer korte tijd verhitten. Hier ontstaat
géén warmtestraling en dus ook nauwelijks bruinering.
• Verwarm alléén levensmiddelen met dit apparaat!
• Het apparaat is niet geschikt voor het bakken in overvloedig
vet.
• Verwarm slechts 1-2 porties in één keer. Het apparaat ver-
liest in het andere geval aan efficiëntie.
• Om het gaarproces te onderbreken, zet u de schakelklok op
“0”.
• Verwarm géén gerechten met schaal of vel, bijvoorbeeld
eieren en worstjes, en ook géén gesloten inmaakpotten enz.
Explosiegevaar!
• Magnetrons werken direct met volle energie. Daarom komt
het voorverwarmen te vervallen.
• Bedien het apparaat in de magnetronmodus nooit leeg.
• De magnetron is geen vervanging voor uw normale fornuis.
De magnetron is uitsluitend bestemd voor:
– het ontdooien van diepgevroren/gevroren levensmiddelen
– het snel verhitten/verwarmen van gerechten of dranken
– het garen van gerechten
• Gebruik alléén geschikt serviesgoed zoals:
– glas, porselein, keramiek, hittebestendig kunststof- of spe-
ciaal magnetronserviesgoed.
• Gebruik géén plastic of papieren serviesgoed.