Bosch KAN93VIFP de handleiding

Type
de handleiding
KAN..
nl Gebruiksaanwijzing en installatievoorschrift
Koel/diepvriescombinatie
nl
2
Inhoudsopgave
Veiligheidsinstructies 3.........................
Over deze handleiding 3.........................
Explosiegevaar 3................................
Elektrocutiegevaar 3.............................
Verbrandingsgevaar door koude 3................
Letselgevaar 3..................................
Voorkomen van gevaren voor kinderen en
personen die een risico lopen 4..................
Materiële schade 4..............................
Gewicht 4.......................................
Instructies betreffende het afvoeren 4............
Verpakking afvoeren 4...........................
Oud apparaat afvoeren 4.........................
Leveringsomvang 5.............................
Apparaat plaatsen 5.............................
Transport 5.....................................
Apparaatdeuren demonteren 5...................
Opstellingsplaats 5..............................
Ondergrond 5...................................
Let op de kamertemperatuur en de ventilatie 6.....
Opstellingsmaten en deuropeningshoek 6.........
Handgreep bevestigen 6.........................
Apparaat uitlijnen 7..............................
Apparaat aansluiten 7...........................
Elektrische aansluiting 7.........................
Apparaat leren kennen 8........................
Bedienings- en displayveld 9.....................
Apparaat inschakelen 10.........................
Toetsenblokkering 10............................
Toetsenblokkering opheffen 10....................
Toetsenblokkering activeren 10....................
Temperatuur instellen 10.........................
Vriesruimte 10....................................
Koelruimte 10....................................
Alarmfunctie 10..................................
Deuralarm 10....................................
Effectieve inhoud 10.............................
De vriesruimte 11................................
Diepvriesproducten inkopen 11....................
Bakken 11.......................................
Diepvriesvolume volledig benutten 11..............
Max. vriesvermogen 11............................
Verse levensmiddelen bevriezen 11...............
Vriesproducten verpakken 11......................
Houdbaarheid van het diepvriesproduct 12..........
Invrieskalender 12................................
Super-vriezen 12.................................
Super-vriezen inschakelen 12......................
Super-vriezen uitschakelen 12.....................
Diepvriesproduct ontdooien 13...................
Gebruik van de ijsmaker 13.......................
IJsblokjes maken 13..............................
De
koelruimte 14.................................
Opletten bij het plaatsen 14.......................
Houd rekening met de koudezones in de
koelruimte 14....................................
Fruit- en groentelade 14...........................
Super-koelen 14.................................
Super-koelen inschakelen 14......................
Super-koelen uitschakelen 14......................
Variabele indeling van het interieur 15.............
Vakantiemodus 15...............................
Vakantiemodus inschakelen 15....................
Vakantiemodus uitschakelen 15....................
Apparaat uitschakelen en stilleggen 15............
Apparaat uitschakelen 15.........................
Apparaat stil zetten 15............................
Ontdooien 16....................................
Vriesruimte 16....................................
Koelruimte 16....................................
Apparaat reinigen 16.............................
Procedure 16....................................
Uitrusting 16.....................................
Ontdooien 16....................................
Verlichting (LED) 17..............................
Energie besparen 17.............................
Bedrijfsgeluiden 17..............................
Normale geluiden 17..............................
Geluiden voorkomen 17...........................
Kleine storingen zelf opheffen 18.................
Servicedienst 19.................................
Reparatie-opdracht bij advies en storingen 19.......
nl
3
( Veiligheidsinstructies
Ditapparaatvoldoetaandegeldende
bepalingen voor elektrische apparaten en
is radio-ontstoord.
Het koelcircuit is op lekdichtheid gecon
troleerd.
Over deze handleiding
Ø Lees en volg de montage- en gebruikers
handleiding op. Deze bevat belangrijke
informatie over het plaatsen, gebruiken en
onderhoud van het apparaat.
Ø De fabrikant is niet aansprakelijk wanneer
u de instructies en waarschuwingen van de
montage- en gebruikershandleiding niet
aanhoudt.
Ø Bewaar alle documentatie voor later
gebruik en voor de eventuele volgende
eigenaar.
Explosiegevaar
Ø Nooit elektrische apparaten binnen het
apparaat gebruiken (bijv. verwarmings
apparaten of elektrische ijsmachines).
Ø Geen producten met brandbare drijfgassen
(bijv. spuitbussen) en geen explosieve
stoffeninhetapparaatbewaren.
Ø Vloeistoffen met hoge alcoholpercentages
uitsluitend goed gesloten en staand
bewaren.
Ø Afgezien van de aanwijzingen van de
fabrikant geen extra maatregelen nemen
om het ontdooien te versnellen.
Elektrocutiegevaar
Worden de installatie of reparaties op
ondeskundige wijze uitgevoerd, dan kan de
gebruiker in gevaar worden gebracht.
Ø Leterbijhetplaatsenvanhetapparaatop
dat de stroomkabel niet wordt ingeklemd
of beschadigd.
Ø Bij beschadiging van de stroomkabel:
Apparaat direct van het net scheiden.
Ø Geen stekkerdozen, verlengkabels of
adapter gebruiken.
Ø Apparaat uitsluitend door fabrikant,
klantenservice of een gelijkwaardig ge
kwalificeerde persoon laten repareren.
Ø Uitsluitend originele onderdelen van de
fabrikant gebruiken. Voor deze onderdelen
garandeert de fabrikant dat ze voldoen aan
de veiligheidseisen.
Verbrandingsgevaar door koude
Ø Niet diepvriesproducten direct nadat het
uit het vriesvak is genomen in de mond
doen.
Ø Langer contact van de huid met het
diepvriesproduct, ijs en de buizen in het
vriesvak vermijden.
Letselgevaar
Verpakkingen met koolzuurhoudende dranken
kunnen knappen. Geen verpakkingen met
koolzuurhoudende dranken in het vriesvak
bewaren.
Brandgevaar / gevaren door koude
middel
In de leidingen van het koudecircuit stroom in
een geringe hoeveelheid een milieuvriendelijk,
maar brandbaar koudemiddel (R600a).
Ditbeschadigtdeozonlaagnietendraagt
niet bij aan het broeikaseffect. Wanneer het
koudemiddel lekt, kan het leiden tot oogletsel
of ontbranden.
Ø Leidingen niet beschadigen.
Bij beschadiging van de leidingen:
Ø Vuur en ontstekingsbronnen uit de buurt
van het apparaat houden.
Ø Ruimte ventileren.
Ø Apparaat uitschakelen en stekker uit het
stopcontact halen.
Ø Klantenservice inschakelen.
Brandgevaar
Draagbare stekkerdozen of draagbare
voedingen kunnen oververhit raken en tot
brand leiden.
Geen draagbare stekkerdozen of draagbare
voedingen achter het apparaat plaatsen.
nl
4
Voorkomen van gevaren voor kinderen en
personen d ie een risico lopen
Personen die een risico lopen zijn:
Ø Kinderen,
Ø personen, die lichamelijk, psychisch of in
hunwaarnemingenzijnbeperkt,
Ø personen, die niet genoeg kennis omtrent
het veilige gebruik van het apparaat
hebben.
Maatregelen:
Ø Zorg er voor dat kinderen en personen
die een risico lopen de gevaren begrepen
hebben.
Ø Een voor de veiligheid verantwoordelijke
persoon moet kinderen en personen die
een risico lopen bij het apparaat toezicht
houden of instructies geven.
Ø Laat alleen kinderen vanaf 8 jaar het
apparaat gebruiken.
Ø Bij reiniging en onderhoud toezicht houden
op kinderen.
Ø Nooitkinderenmethetapparaatlaten
spelen.
Verstikkingsgevaar
Ø Verpakking en onderdelen daarvan niet
aankinderengeven.
Materiële schade
Om materiële schade te vermijden:
Ø Niet op de plinten, laden of deuren stappen
of steunen.
Ø Kunststof delen en deurafdichtingen olie-
en vetvrij houden.
Ø Trek aan de stekker niet aan de aansluit
kabel.
Gewicht
Het apparaat is zwaar.
Plaatsen en transport van het apparaat altijd
met tenminste 2 personen uitvoeren.
Instructies betreffende het
afvoeren
*Verpakking afvoeren
De verpakking beschermt uw apparaat tegen transport
schade. Alle gebruikte materialen zijn milieuvriendelijk
en weer herbruikbaar. Wij verzoeken u mee te helpen:
Voer de verpakking milieuvriendelijk af.
Informeer over de a ctuele afvoermethoden bij uw vak
handelaar of gemeente.
*Oud apparaat afvoeren
Oude apparaten zijn geen waardeloos afval!
Door een milieuvriendelijke afvoer kunnen waardevolle
grondstoffen worden teruggewonnen.
Dit apparaat is gekenmerkt in overeenstemming
met de Europese richtlijn 2012/19/EU betreffende
afgedankte elektrische en elektronische
apparatuur (waste electrical and electronic
equipment WEEE). De richtlijn geeft het kader
aan voor de in de EU geldige terugneming en
verwerking van oude apparaten.
: Waarschuwing
Bij af te danken apparaten
1. Netstekker uit het stopcontact halen.
2. Aansluitkabel doorknippen en met de netstekker
verwijderen.
3. Plateaus en bakken niet uitnemen, om kinderen het
naar binnen klimmen te bemoeilijken!
4. Kinderen niet met het afgedankte apparaat laten
spelen. Verstikkingsgevaar!
Koelapparaten b evatten koelmiddelen en in de isolatie
gassen. Koelmiddel en gassen moeten correct worden
afgevoerd. Leiding van het koudemiddelcircuit tot en
met het afvoeren niet beschadigen.
)
nl
5
Leveringsomvang
Controleer na het uitpakken alle onderdelen op
eventuele transportschade. Neem in geval van klachten
contact op met de winkel waar u het apparaat heeft
gekocht of met onze servicedienst.
De levering bestaat uit de volgende onderdelen:
Ø Zelfstandig apparaat
Ø Zak m et montagemateriaal
Ø Uitrusting (afhankelijk van het model)
Ø Gebruiksaanwijzing
Ø Schrift voor servicedienst
Ø Garantiebijlagen
Ø Informatie over energieverbruik en geluid
Apparaat plaatsen
Transport
Hetapparaatiszwaar.Bijhettransportenbijde
montage borgen!
Vanwege het gewicht en de afmetingen van het
apparaat en om het risico van letsel of schade aan
het apparaat te minimaliseren, zijn er minimaal
twee personen nodig om het apparaat op te stellen.
Apparaatdeuren demonteren
Wanneer het apparaat niet door de deur van de woning
past, kunnen de deuren worden gedemonteerd.
Attentie!
Alleen de servicedienst mag de apparaatdeuren
afschroeven.
Opstellingsplaats
Voor het opstellen is een droge, goed ventileerbare
ruimte geschikt. De opstellingsplaats moet niet zijn
blootgesteld aan direct zonlicht en mag zich niet direct
in de buurt van een warmtebron bevinden, zoals
fornuis, kachel, etc. Wanneer het plaatsen naast
een warmtebron onvermijdelijk is, gebruik dan een
geschikte isolatieplaat of houd de volgende minimale
afstanden tot de warmtebron aan:
Ø Tot elektrische- en gasfornuizen 3 cm.
Ø Tot olie- of kolengestookte kachels 30 cm.
Bij het opstellen naast een ander koel- of vriesapparaat
is een minimale afstand aan de zijkant nodig van
25 mm, om condensvorming te voorkomen.
Wanneer boven het apparaat een plaat of kast wordt
gemonteerd, moet een spleet van 30 mm worden
aangehouden, zodat het apparaat indien nodig uit de
nis kan worden getrokken.
De verwarmde lucht aan de achterzijde van het
apparaat moet ongehinderd k unnen wegtrekken.
Ondergrond
Attentie!
Het apparaat is zwaar. De vloer op de opstellingsplaats
mag niet meeveren, vloer eventueel versterken.
Om de deuren tot aan de aanslag te kunnen openen,
moeten bij het opstellen in een hoek of nis minimale
afstanden aan de zijkant worden aangehouden
(~ Hoofdstuk “Opstellingsmaten”).
Wanneer de diepte van de naastgelegen keuken
inrichtingen groter is dan 60 cm, dan moeten de
minimale afstanden aan de zijkant worden aange
houden, om de volledige openingshoek van de deuren
te kunnen gebruiken
(~ Hoofdstuk “Deuropeningshoek”).
nl
6
Let op de kamertemperatuur en de ventilatie
Kamertemperatuur
De klimaatklasse staat op het typeplaatje. Deze geeft
aan binnen welke kamertemperaturen het apparaat
mag worden gebruikt. Het typeplaatje bevindt zich
rechts in de koelruimte.
Klimaatklasse Toegestane kamertemperatuur
SN
+10 °C tot 32 °C
N
+16 °C tot 32 °C
ST
+16 °C tot 38 °C
T
+16 °C tot 43 °C
Aanwijzing:
Het apparaat is binnen de ruimtetemperatuur
begrenzingen van de vermelde klimaatklasse volledig
functioneel. Wanneer een apparaat met klimaatklasse
SN bij koudere kamertemperaturen wordt gebruikt,
dan kan schade aan het apparaat tot een temperatuur
van+Cwordenuitgesloten.
Ventilatie
Een goede ventilatie rondom het apparaat is nood
zakelijk. De opgewarmde lucht moet ongehinderd
kunnen wegtrekken. Het koelapparaat moet anders
meer vermogen leveren. Dat verhoogt het stroom
verbruik. Daarom moet er voldoende vrije ruimte
rondom het apparaat aanwezig zijn. Aanbeveling:
50 tot 70 mm aan de achterzijde tot de wand,
minimaal 100 mm aan de bovenkant en minimaal
100 mm zijdelings tot de wand met voldoende vrije
ruimte aan de voorkant, om de deuren tot 135° te
kunnen openen.
100 mm
1787 mm
100 mm
100 mm
Bevestig de bijgevoegde afstandshouder op de achter
zijde van het apparaat. Daardoor wordt de minimale
afstand tot de wand aangehouden.
Opstellingsmaten en deuropeningshoek
W
W1
W2
D1
D
W W1 W2 D D1
908 mm
417,5 mm 277 mm 600mm 1142,5mm
Handgreep bevestigen
Controleer de handgreep van het apparaat voordat u
het gebruikt. Wanneer een greep los zit, deze met een
inbussleutel rechtsom aandraaien.
nl
7
Apparaat uitlijnen
Om te zorgen dat het apparaat optimaal functioneert,
moet deze met een waterpas horizontaal worden uit
gelijnd.
Ø Voor een voldoende horizontaal stelling en ventilatie
in het onderste, achterste deel van het apparaat
moeten eventueel de schroefvoeten worden gesteld.
Ø Om er voor te zorgen dat de deuren vanzelf sluiten,
door het draaien aan de schroefvoeten de boven
kant ca. 15 mm resp. 0,5° naar achteren laten
kantelen.
Ø Denk er aan de schroefvoeten weer omhoog te
draaien, wanneer u het apparaat wilt bewegen zodat
het vrij kan rollen.
Ø De rollen zijn star en moeten uitsluitend voor
bewegingen naar voren en naar achteren worden
gebruikt. Bij zijdelingse bewegingen kunnen de vloer
en de rollen beschadigd raken.
Ø Stel het apparaat na het veranderen van locatie
opnieuw horizontaal.
0,5°
Schroefvoeten
Apparaat aansluiten
Laat het apparaat door een vakman opstellen en
aansluiten aan de hand van de meegeleverde
montagehandleiding.
Verwijder de transportborgingen van de schappen
en laden pas na plaatsing van het apparaat.
Naast de wettelijk voorgeschreven nationale voor
schriften moeten de aansluitingsvoorwaarden van
de plaatselijke elektriciteitsmaatschappijen in acht
genomen worden.
Na het opstellen van het apparaat minimaal 1 uur
wachten, tot het apparaat in bedrijf wordt genomen.
Tijdens het transport kan het gebeuren dat in de
compressor aanwezige olie zich afzet in het koel
systeem.
Vóór de eerste inbedrijfstelling het interieur van het
apparaat reinigen
(~ Hoofdstuk “Apparaat reinigen”).
Elektrische aansluiting
: Waarschuwing - Gevaar voor elektrische schok!
Wanneer de lengte van de stroomkabel niet voldoende
is, gebruik dan in geen geval een meervoudige stekker
doos of verlengkabel. Neem in plaats daarvan contact
op met de klantenservice voor alternatieven.
Voor de aansluiting van het apparaat is een vast
geïnstalleerde contactdoos nodig.
De contactdoos moet dicht bij het apparaat zitten en
ook na het opstellen van het apparaat vrij toegankelijk
zijn.
Het apparaat voldoet aan veiligheidsklasse I. Via een
conform de voorschriften geïnstalleerde contactdoos
met randaarde het apparaat op 220-240 V / 50 Hz
wisselspanning aansluiten. De contactdoos moet met
een 10 A tot 16 A zekering of hoger zijn gezekerd.
Controleer bij a pparaten, die in niet-Europese landen
worden gebruikt, of de opgegeven spanning en stroom
overeenkomen met die van het elektriciteitsnet.
De typeplaat vindt u rechtsonder in het apparaat.
Een eventueel noodzakelijke vervanging van de
aansluitkabel mag alleen door een vakman worden
uitgevoerd.
: Waarschuwing
Het apparaat mag in geen geval op een elektronische
energiespaarstekker worden aangesloten.
Voor het gebruik van onze apparaten kunnen sinus-
en netgestuurde omvormers worden gebruikt.
Netgestuurde omvormers worden bij zonne-energie
installaties gebruikt, die direct op het openbare
stroomnet worden aangesloten. Bij eilandoplossingen
(bijv. schepen of berghutten), die geen directe aan
sluiting op het openbare stroomnet hebben, moeten
sinusgeregelde omvormers worden gebruikt.
nl
8
Apparaat leren kennen
Aanwijzing:
Vanwege continue veranderingen aan onze producten
kan uw apparaat iets afwijken van deze handleiding.
De functies en toepassing echter blijven gelijk.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
B
A
A Vriesruimte
1 LED-verlichting vriesruimte
2 Ventilatie-afdekking vriesruimte
3 Deuropbergvak vriesruimte
4 Opbergvak in vriesruimte
5 Uitneembare ijsmaker (optioneel)
6 Deurafdichting vriesruimte
7 Ruimte voor diepvriesproducten
8 Deuropbergvak vriesruimte (2sterren vriesvak)
9 Schroefvoeten
BKoelruimte
10 LED-verlichting koelruimte
11 Ventilatie-afdekking koelruimte
12 Opbergvak in koelruimte
13 Deuropbergvak koelruimte
14 Fruit- en groentelade
15 Deurafdichting koelruimte
nl
9
Bedienings- en displayveld
Het bedienings- en displayveld op de deur bestaat uit
2 displaygedeelten voor temperaturen, 5 indicaties voor
verschillende bedrijfsmodi en 4 functietoetsen.
A B
1
2 3
4
56789
A Displaygedeelte vriesruimte
B Displaygedeelte koelruimte
1 Indicatie super-vriezen
Brandt wanneer de functie super-vriezen is
geactiveerd.
2 Indicatie alarm
Gaat branden bij een alarm.
3 Indicatie toetsenblokkering
Gaat branden wanneer de toetsen zijn
geblokkeerd.
4 Indicatie super-koelen
Brandt wanneer de functie super-koelen actief is.
5Toetslock3s/unlock3s
Voor het in-/uitschakelen van de toetsen
blokkering.
Bij actieve toetsenblokkering deze toets
gedurende 3 seconden indrukken om de
blokkering op te heffen.
Voor activering van de toetsenblokkering deze
toets gedurende 3 seconden indrukken.
6ToetsFridge°C
Voor instelling van de koelruimte-temperatuur.
7 Indicatie vakantiemodus
Brandt wanneer de vakantiemodus actief is.
8 Toets “Freezer °C”
Voor instelling van de vriesruimte-temperatuur.
9Toetsmode
Voor activering van de functies super-vriezen,
super-koelen en vakantiemodus.
Om een functie te deactiveren, op de toets
“Fridge °C” of “Freezer °C” drukken.
nl
10
Apparaat inschakelen
Bij het voor het eerst inschakelen van het apparaat
brandt de achtergrondverlichting van de displays op
het bedienings en displayveld. Wanneer geen toetsen
worden ingedrukt en de deuren zijn gesloten, dan dooft
de achtergrondverlichting na 60 seconden.
De vooringestelde temperaturen worden na enkele
uren bereikt. Daarvoor geen levensmiddelen in het
apparaat leggen.
Door de fabriek worden de volgende temperaturen
geadviseerd:
Ø Vriesruimte: -18 °C
Ø Koelruimte: +4 °C
Toetsenblokkering
Wanneer de indicatie H brandt dan zijn de toetsen
geblokkeerd.
Toetsenblokkering opheffen
Toets “lock 3s / unlock 3s” gedurende 3 seconden
indrukken om de toetsenblokkering op te heffen.
De indicatie H dooft.
Toetsenblokkering activeren
Toets “lock 3s / unlock 3s” gedurende 3 seconden
indrukken om de toetsenblokkering te activeren.
De indicatie H gaat branden.
Temperatuur instellen
Vriesruimte
De temperatuur van de vriesruimte kan worden
ingesteld van -15 °C tot -25 °C. Wij adviseren een
instelling van -18 °C.
Na het opheffen van de toetsenblokkering is de tempe
ratuurinstelling actief. Druk op de toets “Freezer °C”,
om de temperatuur al naar gelang de behoefte tussen
de -15 °C en -25 °C in te stellen. De overeenkomstige
waarde wordt in de volgendevolgordeophetdisplay
weergegeven.
-15 °C
-25 °C
-16 °C -17 °C -18 °C -19 °C
-24 °C -23 °C -22 °C -21 °C -20 °C
Koelruimte
De temperatuur van de koelruimte kan worden
ingesteld van +2 °C tot +8 °C. Wij adviseren een
instelling van +4 °C.
Gevoelige levensmiddelen moeten niet warmer dan
+4 °C worden opgeslagen.
Na het opheffen van de toetsenblokkering is de tem
peratuurinstelling actief. Druk op de toets “Fridge °C”,
om de temperatuur al naar gelang de behoefte tussen
de 8 °C en 2 °C in te stellen. De overeenkomstige
waarde wordt in de volgende volgorde in het display
weergegeven.
C C C C
C C C
Alarmfunctie
Bij een alarm brandt de indicatie È en er klinkt een
zoemtoon.
Deuralarm
Wanneer de deur van de vries- of koelruimte langer
dan twee minuten open staat, schakelt het deuralarm
in.
Bij het deuralarm klinkt de zoemer 3 x per minuut en
houdt deze na 1 0 minuten automatisch op.
Om energie te besparen moet u vermijden het
apparaat langere tijd open te houden.
Door het sluiten van de deur wordt het alarm uit
geschakeld.
Effectieve inhoud
De informatie over de effectieve inhoud vindt u op het
typeplaatje
(~ Hoofdstuk “Servicedienst”).
nl
11
De vriesruimte
De vriesruimte gebruiken
Ø voor het opslaan van diepvriesproducten.
Ø voor het maken van ijsblokjes.
Ø voor het bevriezen van levensmiddelen.
Attentie!
Flessennietlangerdannodiginhetvriesvaklaten,
deze kunnen bij het bevriezen breken.
Aanwijzing:
Let erop dat de deur van de vriesruimte altijd goed
gesloten is! Bij een geopende deur ontdooien de
bevroren waren en treedt er sterke ijsvorming op.
Bovendien: Energieverspilling door hoog stroom
verbruik!
Na het sluiten van de deur van de vriesruimte ontstaat
een onderdruk, waardoor een zuigend geluid wordt
veroorzaakt. Wacht twee tot drie minuten, tot de
onderdruk is gestabiliseerd.
Diepvriesproducten inkopen
Ø De verpakking mag niet beschadigd zijn.
Ø Houdbaarheidsdatum aanhouden.
Ø Temperatuur in de verkoopvrieskist moet -18 °C of
kouder zijn.
Ø Diepvriesproducten indien mogelijk in isolerende tas
transporteren en zo snel mogelijk in de vriezer doen.
Bakken
De vriezerladen zijn op uittrekrails gemonteerd en
kunnen grote hoeveelheden diepvriesproducten
bevatten.
Voor het er uit nemen van een diepvrieslade deze naar
voren trekken en uit de rails tillen. Eerst de diepvries
producten verwijderen.
Na het uitnemen van de diepvriesladen de rails weer
volledig terugduwen.
Diepvriesvolume volledig benutten
Om de maximale hoeveelheid levensmiddelen in de
vrieskast onder te brengen, kan het bovenste vriesvak
uit het apparaat worden genomen. Het diepvries
product kan direct op de schappen worden geplaatst
en in het onderste vriesvak worden gestapeld.
Max. vriesvermogen
Informatie over het maximale invriesvermogen in 24 uur
vindtuophettypeplaatje
(~ Hoofdstuk “Servicedienst”).
Verse levensmiddelen
bevriezen
Gebruik voor het invriezen alleen verse levensmiddelen.
Om voedingswaarde, aroma en kleur zo goed mogelijk
te behouden, moeten groenten voor het invriezen ge
blancheerd worden. Bij aubergines, paprika, courgettes
en asperges is blancheren niet nodig.
Boeken over invriezen en blancheren vindt u in de
boekwinkel.
Aanwijzing:
Laat in te vriezen levensmiddelen niet i n contact komen
met al bevroren levensmiddelen.
Ø Geschikt om in te vriezen zijn:
Gebak, vis en zeevruchten, vlees, wild, gevogelte,
groenten,fruit,kruiden,eierenzonderschaal,
melkproducten zoals kaas, boter en kwark, bereide
gerechten en etensresten zoals soep, eenpans
gerecht, klaargemaakt vlees en klaargemaakte vis,
aardappelgerechten, ovenschotels en z oete
gerechten.
Ø Niet geschikt om in te vriezen zijn:
Groenten die doorgaans rauw worden gegeten,
zoals sla, radijsjes, eieren in de schaal, druiven,
hele appels, peren en perziken, hardgekookte
eieren, yoghurt, zure-melk, zure room, crème fraîche
en mayonaise.
Vriesproducten verpakken
Verpak levensmiddelen luchtdicht, zodat deze geen
smaak verliezen of uitdrogen.
1. Levensmiddel in de verpakking doen.
2. Lucht er uit drukken.
3. Verpakking dicht afsluiten.
4. Inhoud en invriesdatum op de verpakking schrijven.
Als verpakking geschikt:
Kunststoffolie, polyethyleen slangfolie, aluminiumfolie,
invriesdozen.
Deze producten vindt u in de vakhandel.
Niet geschikt als verpakking:
Pakpapier, perkament, cellofaan, vuilniszakken en
gebruikte plastic winkeltassen.
Geschikt voor het afsluiten zijn:
Rubber ringen, kunststof clips, sluiters, koude
bestendige tape, etc.
Zakken en slangfolie van poly-ethyleen kunnen met
een folielasapparaat worden gelast.
nl
12
Houdbaarheid van het diepvriesproduct
De houdbaarheid is afhankelijk van het soort levens
middel.
Bij een temperatuur van -18 °C:
Ø Vis, worst, bereide gerechten, brood en gebak:
tot max. 6 maanden
Ø Kaas,gevogelte,vlees:
tot max. 8 maanden
Ø Groenten, fruit:
tot max. 12 maanden
Invrieskalender
Overschrijd de bewaarduur niet om kwaliteitsachter
uitgang van het diepvriesproduct te vermijden. De
bewaarduur hangt af van het soort diepvriesproduct.
De getallen bij de symbolen geven de toegestane
bewaartijd in maanden aan voor de diepvries
producten.
Let bij in de handel verkrijgbare diepvriesproducten
op de productie of houdbaarheidsdatum.
Super-vriezen
Levensmiddelen moeten zo snel mogelijk tot in de kern
worden bevroren, zodat vitamines, voedingswaarde,
uiterlijk en smaak behouden blijven.
Schakel enkele uren voor het plaatsen van de verse
levensmiddelen supervriezen in, om een ongewenste
temperatuurstijging te voorkomen.
Over het algemeen is 4-6 uur voldoende.
Hetapparaatwerktnathetinschakelencontinu,inde
vriesruimte wordt een zeer lage temperatuur bereikt.
Wanneer grotere hoeveelheden levensmiddelen
moeten worden ingevroren, een dag van te voren de
temperatuur van de vriesruimte instellen op de koudste
waarde (-25 °C). Bij het plaatsen van het product
direct de functie super-vriezen activeren. Zodra de
levensmiddelen zijn ingevroren, de temperatuur van
de vriesruimte weer op de normale waarde instellen,
om onnodig energieverbruik te vermijden.
Kleinere hoeveelheden levensmiddelen (tot max. 2 kg)
kunnen zonder super-vriezenwordeningevroren.
Super-vriezen inschakelen
Door op de modus-toets te drukken kunt u verschil
lende bedrijfsmodi kiezen. Op het bedienings- en
displayveld wordt de betreffende bedrijfsmodus
in de onderstaande volgorde aangegeven.
Ì holiday
Ê super cool Ê super freeze
Nadat een bepaalde bedrijfsmodus is geselecteerd,
wachten tot de overeenkomstige indicatie gedurende
10 seconden knippert. Aansluitend klinkt twee maal
de zoemer en de indicatie brandt continu. De functie
is actief.
Super-vriezen uitschakelen
Druk op de toets “Fridge °C” of “Freezer °C”, om de
functie super-vriezen te deactiveren.
Wanneer super-vriezen wordt uitgeschakeld, dan dooft
de indicatie Ê super freeze” in het indicatiebereik
van de vriesruimte. Het apparaat schakelt automatisch
terug naar de vóór het super-vriezen ingestelde tempe
ratuur.
Aanwijzing:
Na 26 uur schakelt super-vriezen automatisch uit.
nl
13
Diepvriesproduct ontdooien
Afhankelijkvanhetsoortenhetgebruiksdoelkuntu
kiezen uit de volgende mogelijkheden:
Ø bij kamertemperatuur
Ø in de koelkast
Ø in elektrische oven, met/zonder heteluchtventilator
Ø in magnetron
Attentie!
Ontdooide waren niet weer invriezen.
Pas na het verwerken in een gerecht (gekookt of
gebraden) kan het opnieuw ingevroren worden.
De maximale bewaartijd van het product niet meer
volledig opgebruiken.
Gebruik van de ijsmaker
De ijsmaker dient voor het maken en bewaren van
ijsblokjes. Het is een mobiel accessoire, dat verwijderd
kanwordenomruimtetebesparen.
Aanwijzing:
Reinig de ijsmaker voor het eerste gebruik of wanneer
deze langere tijd niet is gebruikt.
IJsblokjes maken
1. Haal de ijsmaker uit de vriesruimte.
2. Vul deze tot de markering van de maximale vul
hoogte met drinkwater.
3. Plaats de ijsmaker terug in de vriesruimte.
4. Ca. 3 uur wachten. Door het rechtsom draaien aan
de knop vallen de ijsblokjes in de ijsschaal er onder.
5. De ijsblokjes kunnen in de ijsschaal worden
bewaard. Voor het uitnemen kan de ijsschaal er
worden uitgetrokken.
nl
14
De koelruimte
De koelruimte is de ideale bewaarplek voor vlees,
worst, vis, melkproducten, eieren, bereide gerechten
en gebak.
Opletten bij het plaatsen
Ø Plaats verse, ongeschonden levensmiddelen.
Zo blijft de kwaliteit en versheid langer bewaard.
Ø Bij bereide producten en gebottelde producten de
door de producent aangegeven minimale houd
baarheids- of gebruiksdatum aanhouden.
Ø Om aroma, kleur en versheid te behouden, de
levensmiddelen goed verpakt of afgedekt plaatsen.
Overdracht van smaak en verkleuringen van
kunststof delen in de koelruimte worden daardoor
vermeden.
Ø Warme gerechten en dranken eerst laten afkoelen
en dan pas in het apparaat plaatsen.
Aanwijzing:
Voorkom contact tussen levensmiddelen en de achter
wand. De luchtcirculatie wordt anders beïnvloed.
Levensmiddelen of verpakkingen kunnen aan de
achterwand vastvriezen.
Houd rekening met de koudezones in de
koelruimte
Door de luchtcirculatie in de koelruimte ontstaan zones
van een verschillende koudegraad:
Ø De koudste zone is t ussen de groentelade en de
daarop liggende glasplaat.
Aanwijzing:
Bewaar in de koudste zone boven de groentelade
gevoelige levensmiddelen (bijv. vis, worst, vlees).
Ø De warmste zone is bij de deur, helemaal bovenin.
Aanwijzing:
Bewaar in de warmste zone bijv. kaas en boter.
Kaas kan zo haar aroma verder ontwikkelen, de
boter blijft smeerbaar.
Fruit- en groentelade
De lade is op uittrekrails gemonteerd en dient voor het
bewaren van fruit en groente.
Voorheteruitnemenvaneenladedezenaarvoren
trekken en uit de rails tillen. Eerst alle levensmiddelen
er uit halen.
Na het uitnemen van de diepvriesladen de rails weer
volledig terugduwen.
Aanwijzingen
Ø Koudegevoelig fruit (bijv. ananas, bananen, papaja
en citrusvruchten) e n groenten (bijv. aubergines,
komkommers, courgettes, paprika, tomaten en
aardappelen) moeten voor een optimaal behoud
van de kwaliteit en het aroma buiten de koelkast bij
temperaturen van circa +8 °C tot +12 °C worden
bewaard.
Ø Al naar gelang de bewaarhoeveelheid en h et
product kan zich in de groentelade condenswater
vormen. Condenswater met een droge doek ver
wijderen.
Super-koelen
Bij het super-koelen wordt de koelruimte zo koud
mogelijk gekoeld.
Het super-koelen inschakelen bijv.
Ø voor het plaatsen van grote hoeveelheden
levensmiddelen.
Ø voor het snelkoelen van dranken.
Super-koelen inschakelen
Door op de modus-toets te drukken kunt u verschil
lende bedrijfsmodi kiezen. Op het bedienings- en
displayveld wordt de betreffende bedrijfsmodus in
de onderstaande volgorde aangegeven.
Ì holiday
Ê super cool Ê super freeze
Nadat een bepaalde bedrijfsmodus is geselecteerd,
wachten tot de overeenkomstige indicatie gedurende
10 seconden knippert. Aansluitend klinkt twee maal
de zoemer en de indicatie brandt continu. De functie
is actief.
Super-koelen uitschakelen
Druk op de toets “Fridge °C” of “Freezer °C”, om
de functie super-koelen te deactiveren.
Wanneer super-koelen werd uitgeschakeld, dooft de
indicatie Ê super cool” in het indicatiebereik van de
koelruimte. Het apparaat schakelt automatisch naar
de vóór de super-koelen ingestelde temperatuur terug.
nl
15
Variabele indeling van het
interieur
De koelruimte is met 5 glasplaten en meerdere ver
schillende opbergruimtes in de deur uitgerust, die
geschikt zijn voor het bewaren van eieren, blikken,
drankflessen en verpakte levensmiddelen.
Deze kunnen naar behoefte op verschillende hoogtes
worden geplaatst. Voor het verwijderen van de
opbergruimtes in de deur alle levensmiddelen
verwijderen, om morsen te vermijden.
Ø Voor het verwijderen van een element deze voor
zichtig naar voren trekken, tot het element uit de
geleidingen los komt.
Ø Bij het weer plaatsen van het element ervoor zorgen
dat er zich daarachter geen hindernis bevindt en het
element voorzichtig in haar positie terug schuiven.
Ø Deuropbergruimtes optillenendanverwijderen.
Vakantiemodus
Bij langer afwezigheid is de vakantiemodus de beste
keuze. In deze modus wordt de temperatuur in de koel
ruimte op 15 °C ingesteld, om het energieverbruik te
minimaliseren.
Belangrijk: Gedurende deze periode geen levens
middelen in de koelruimte bewaren.
Vakantiemodus inschakelen
Door op de modus-toets te drukken kunt u verschil
lende bedrijfsmodi kiezen. Op het bedienings- en
displayveld wordt de betreffende bedrijfsmodus in
de onderstaande volgorde aangegeven.
Ì holiday
Ê super cool Ê super freeze
Nadat een bepaalde bedrijfsmodus is geselecteerd,
wachten tot de overeenkomstige indicatie gedurende
10 seconden knippert. Aansluitend klinkt twee maal
de zoemer en de indicatie brandt continu. De functie
is actief.
Vakantiemodus uitschakelen
Druk op de toets “Fridge °C” of “Freezer °C”, om de
vakantiemodus te deactiveren.
Wanneer de vakantiemodus word uitgeschakeld, dan
dooft de indicatie Ì holiday” in het indicatieveld.
Het apparaat schakelt automatisch terug naar de
eerder ingestelde temperatuur.
Apparaat uitschakelen en
stilleggen
Apparaat uitschakelen
Netstekker uit het stopcontact halen of de zekering
uitschakelen. De koelinrichting schakelt uit.
Apparaat stil zetten
Wanneer u het apparaat langere tijd niet gebruikt:
1. Alle levensmiddelen uit het apparaat nemen.
2. Netstekker uit het stopcontact halen of de zekering
uitschakelen.
3. Apparaat van binnen reinigen
(~ Hoofdstuk “Apparaat reinigen”).
4. Apparaatdeuren open laten, om geurvorming te
voorkomen.
nl
16
Ontdooien
Vriesruimte
Door het volautomatische Nofrost-systeem blijft de
vriesruimte ijsvrij. Ontdooien is niet meer nodig.
Koelruimte
Hetontdooienwordtautomatischuitgevoerd.
Het dooiwater loopt weg via het afvoergat in een
verdampingsbak aan de achterzijde van het apparaat.
Apparaat reinigen
: Waarschuwing
Het apparaat nooit met een stoomreiniger reinigen!
Attentie!
Ø Gebruik geen zand-, chloor- of zuurhoudende
schoonmaak- en oplosmiddelen.
Ø Geen schurende of krassende sponzen gebruiken.
Op metalen oppervlakken kan corrosie ontstaan.
Ø Geen scherpe voorwerpen gebruiken om ijsafzetting
uit de koelruimte te verwijderen.
Ø Nooit plateaus en bakken in de vaatwasser reinigen.
De delen kunnen vervormen!
Procedure
1. Netstekker uit het stopcontact h alen of de zekering
uitschakelen.
2. Diepvriesproducten wegnemen en op een koele
plaats bewaren.
3. Wachten tot de rijplaag is ontdooid.
4. Reinig het apparaat met een zachte doek, lauwwarm
water en wat pH-neutraal afwasmiddel. Het afwas
water m ag niet bij de verlichting terecht komen.
5. De deurafdichting alleen met schoon water afvegen
en daarna grondig droog wrijven.
6. Na het reinigen het apparaat weer aansluiten.
7. Diepvriesproducten weer terugleggen.
Uitrusting
Voor het reinigen alle variabele onderdelen van het
apparaat verwijderen
(~ Hoofdstuk “Variabele indeling van het interieur”).
Aanwijzing:
Voor het uitnemen en reinigen van de lade de deuren
volledig met meer dan 90° openen.
Lade uitnemen
Lade geheel er uit trekken, door het omhoog tillen uit
deborginglosseneneruitnemen.
Bij het plaatsen de lade op de uittrekrails zetten en in
het interieur schuiven. Deladeborgtdoordezenaar
beneden te drukken.
Ontdooien
Hoewel het apparaat automatisch ontdooit, kan er zich
op de binnenwanden van de koelruimte een ijslaag
vormen, wanneer de deur vaak wordt geopend of te
lang open stond.
Wanneerdeijslaagtedikis,wachtdantotdelevens
middelenvoorraad gering is en handel dan als volgt:
1. Aanwezige levensmiddelen en glasplaten ver
wijderen, stekker uit het stopcontact halen en deur
open laten. Om het ontdooien te versnellen de
ruimte goed ventileren.
2. Wanneer het ontdooien gereed is, het apparaat
zoals hierboven beschreven reinigen.
nl
17
Verlichting (LED)
Uw apparaat is uitgevoerd met een onderhoudsvrije
LED-verlichting.
Reparaties aan deze verlichting mogen uitsluitend door
de Servicedienst of geautoriseerde vakkrachten worden
uitgevoerd.
Energie besparen
Ø Apparaat in een droge, goed geventileerde ruimte
plaatsen. Het apparaat moet niet in direct zonlicht of
in de buurt van een warmtebron staan (bijv. radiator,
fornuis).
Ø De be- en ontluchtingsopeningen van het apparaat
niet afsluiten.
Ø Warme levensmiddelen en dranken eerst laten
afkoelen, dan pas in het apparaat zetten.
Ø Diepvriesproducten voor het ontdooien in de koel
ruimteplaatsenendekoudevanhetdiepvries
product voor de koeling van levensmiddelen
benutten.
Ø Apparaat zo kort mogelijk openen.
Ø Let er op dat de deur van de vriesruimte altijd goed
gesloten is.
Ø De plaatsing van de indelingselementen heeft geen
invloed op het energieverbruik van het apparaat.
Bedrijfsgeluiden
Normale geluiden
Ø Bedrijfsgeluiden van de compressor.
Ø Luchtverplaatsingsgeluiden van de kleine ventilator
motorindekoelruimteofanderegebieden.
Ø Gorgelende geluiden, soortgelijk als bij kokend
water.
Ø Geknak tijdens het automatische ontdooien.
Ø Klikken voordat de compressor start.
Geluiden voorkomen
Het apparaat staat niet horizontaal
Stel het apparaat horizontaal m.b.v. een waterpas.
Gebruik daarvoor de schroefvoeten of leg er wat onder.
Het apparaat maakt contact
Zet het apparaat los van andere meubels of apparaten.
Vakken of plateaus wiebelen of klemmen
Controleer de uitneembare delen en plaats deze
eventueel opnieuw.
Flessen of vaten raken elkaar
Haal de flessen of verpakkingen iets uit elkaar.
nl
18
Kleine storingen zelf
opheffen
Voordat u contact opneemt met de servicedienst:
Controleer of u de storing aan de hand van de
volgende instructies kunt verhelpen.
U moet de kosten voor de klantenservice zelf dragen,
ook tijdens de garantieperiode!
Storing Mogelijke oorzaak Oplossing
Het apparaat werkt niet
Netstekker is niet goed ingestoken. Controleer of de stekker goed in het stopcontact zit.
Zekering is uitgeschakeld of defect. Zekering controleren, eventueel ver vangen.
Netspanningsuitval. Voedingsspanning controleren.
Te lage omgevingstemperatuur. Proberen het probleem door het verlagen van de
ingestelde temperatuur te verhelpen.
Het is normaal, dat het apparaat tijdens het
automatische ontdooien niet werkt, of kort
stondig na het inschakelen van het apparaat,
om de compressor te beschermen.
Geuren uit het interieur Interieur is verontreinigd. Reinig het interieur.
Enkele levensmiddelen, containers of ver
pakkingen veroorzaken geuren.
De motor draait continu Het is normaal he t motorgeluid vaak te horen.
Onder de volgende omstandigheden moet de
motor vaker draaien:
Ø Temperatuur is lager ingesteld dan nodig.
Ø Recent werd een grote hoeveelheid
warme levensmiddelen in het apparaat
geplaatst.
Ø De omgevingstemperatuur is te hoog.
Ø De deuren waren lange tijd open of
werden te vaak geopend.
Ø Na de inbedrijfstelling of wanneer het
apparaat langere tijd was uitgeschakeld.
In het interieur vormt zich een ijslaag Luchtuitlaten zijn afgedekt; onvoldoende
ventilatie; deur niet goed afgesloten.
Zorg ervoor dat de luchtuitlaten niet door levens
middelen worden afgedekt en dat de levens
middelen zo in het apparaat zijn geplaatst dat
voldoende ventilatie is gewaarborgd.
Controleer of de deur goed is gesloten.
Om de ijslaag te verwijderen:
~ Hoofdstuk “Apparaat reinigen”.
Temperatuur in het apparaat is te hoog Mogelijkerwijze werden de deuren te lang of
te vaak geopend; of de deuren werden door
een behaalde obstructie open gehouden;
ofhetapparaatwerdmetonvoldoendevrije
ruimte aan de zijkanten, onder- of bovenkant
opgesteld.
Deuren niet onnodig of langer dan nodig openen;
vrije ruimte rondom het apparaat controleren.
nl
19
Servicedienst
Een servicedienst in uw omgeving vindt u in het tele
foonboek of in de servicedienst-index. Geef aan de
Servicedienst het typenummer (ENr.) en het fabricage
nummer (FDNr.) van het apparaat door.
U vindt deze op het typeplaatje.
Help mee om onnodige voorrijkosten te voorkomen
door het artikel- en fabricagenummer door te geven.
U bespaart dan de h ieraan verbonden extra kosten.
Reparatie-opdracht bij advies en storingen
De contactgegevens van alle landen vindt u in het
bijgaande Servicedienst-overzicht.
NL 088 424 4010
B 070 222 141
8001141165 (9903)
nl
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20

Bosch KAN93VIFP de handleiding

Type
de handleiding