Dometic MagicSpeed MS-BE4 Handleiding

Type
Handleiding
MagicSpeed Accessory
D5
Lenksäulen-Bedienhebel für
Geschwindigkeitsregler
Montage- und Bedienungsanleitung
GB 11
Steering column operating lever for cruise
control
Installation and Operating Manual
E17
Elemento de mando de la columna de
dirección del regulador de velocidad
Instructions de montage et de service
F23
Commodo pour régulateur de vitesse
Instrucciones de montaje y d’uso
I29
Elemento di comando a leva per regolatore
di velocità
Istruzioni di montaggio e d’uso
NL 35
Stuurkolom-bedieningselement voor cruise
control
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
DK 41
Ratstamme-betjeningselement til fartpilot
Monterings- og betjeningsvejledning
S47
Rattbetjäningselement för
hastighetsregulator
Monterings- och bruksanvisning
N53
Rattstamme-betjeningsdel for
hastighetskontrol
Monterings- og bruksanvisning
FIN 59
Ohjauspilariin kiinnitettävä vakionopeu-
densäätimen käyttökytkin
Asennus- ja käyttöohje
titelseite_neu_a5_01.fm Seite 1 Mittwoch, 19. Oktober 2005 3:51 15
35
Inhoud
Leest u deze gebruikshandleiding, voordat u de apparatuur installeert.
Afbeeldingen bij de montagehandleiding..............................................................................2
Inhoudsopgave....................................................................................................................35
Aanwijzingen voor het gebruik van de montagehandleiding ..............................................35
Veiligheids- en montageaanwijzingen .................................................................................36
Benodigd gereedschap.......................................................................................................37
Leveringsomvang ................................................................................................................37
Montage .............................................................................................................................37
SET-knop.............................................................................................................................38
RES-knop ............................................................................................................................38
Diagnosemodus ..................................................................................................................39
Aanwijzingen voor het gebruik van de montagehandleiding
Waarschuwing! Veiligheidsinstructie!
Veronachtzaming kan tot schade aan personen en materialen leiden.
Let op! Veiligheidsinstructie!
Veronachtzaming leidt tot materiële schade en heeft een negatieve invloed op
het functioneren van cruise control MS-400/MS-700.
De ruit staat voor montagestappen die u uit moet voeren.
Om de montage probleemloos te laten verlopen, deze montage- en
bedieningshandleiding voor het begin van de montage doorlezen.
Mocht de handleiding niet op al uw vragen antwoord geven of mochten sommige
montagestappen u niet duidelijk zijn, leg uw vraag dan beslist voor aan onze technische
dienst.
Waeco Benelux B.V.
NL-4700 BL Roosendaal
Postbus 1461
Ettenseweg 60
phone: +31-1 65/58 67 00 · +31-1 65/55 55 52
Internet: http://www.waeco.com
MS-be4 24/06/03 15:24 Page 35
36
Veiligheids- en montageaanwijzingen
Waarschuwing! Ondeugdelijke kabelverbindingen kunnen tot gevolg hebben,
dat door kortsluiting:
• kabelbrand ontstaat
• de airbag wordt geactiveerd
• elektronische besturingsonderdelen beschadigd raken
• elektrische functies (knipperlicht, remlicht, claxon, contact, verlichting)
uitvallen
Neem daarom de volgende aanwijzingen in acht:
De veiligste manier van verbinden is die waarbij de kabeluiteinden aan elkaar worden
gesoldeerd en daarna worden geïsoleerd.
Gebruik bij verbindingen die weer losgemaakt moeten kunnen worden alleen geïsoleerde
kabelschoenen, stekers en vlakstekerhulzen. Geen lusterklemmen gebruiken.
Voor het verbinden van kabels met kabelschoenen, stekers en vlakstekerhulzen een
krimptang gebruiken.
Bij kabelaansluitingen aan 31 (massa):
de kabel met kabelschoen en getande borgring aan een voertuigeigen massaschroef
vastmaken of met kabelschoen, plaatschroef en getande borgring aan de
carrosseriebeplating vastschroeven. Let op goede massaverbindingen!
Waarschuwing! Vanwege kortsluitingsgevaar vóór werkzaamheden aan de
elektrische bedrading van het voertuig altijd de klem van de minpool van de
accu losmaken.
Bij voertuigen met extra accu ook daar de klem van de minpool losmaken.
Let op! Bij het losmaken van de klem van de minpool van de accu gaan alle
gegevens in de vluchtige opslagmedia van de comfortelektronica verloren.
De volgende gegevens moeten, afhankelijk van de uitrusting van het voertuig, opnieuw
worden ingegeven:
radiocode · voertuigklok · tijdschakelklok · boordcomputer · zitpositie
Aanwijzingen voor de instelling hiervan kunt u in de desbetreffende gebruikshandleiding
nalezen.
Waarschuwing! De in het voertuig gemonteerde delen van het aan de
stuurkolom te monteren bedieningselementen voor cruise control MS-BE4
moeten zo bevestigd worden, dat deze onder geen enkele omstandigheid (sterk
afremmen, verkeersongeluk) los kunnen raken en dan tot verwonding van de
inzittenden kunnen leiden.
Let op! Voor het controleren van de spanning in elektrische bedrading mag
alleen een LED-testlamp (zie A 1) of een voltmeter (zie A 2) worden
gebruikt. Testlampen (zie A 3) met een gloeilichaam nemen te hoge
elektrische stromen op, waardoor de voertuigelektronica beschadigd kan raken.
Let op! Om schade te voorkomen dient op voldoende vrije ruimte voor het
doorschieten van de boor (zie A 4) te worden gelet. Ieder boorgat afbramen
en met roestbeschermingsmiddel behandelen.
MS-be4 24/06/03 15:24 Page 36
37
Benodigd gereedschap
Voor inbouw en montage hebt u nodig:
meetlat (zie B 1) – boren (zie B 7)
centerpons (zie B 2) – boormachine (zie B 8)
– schroevendraaier (zie B 3)
Voor de elektrische aansluiting en de controle hebt u nodig:
LED-testlamp (zie A 1) – soldeertin (zie B 4)
of een voltmeter (zie B 6) – soldeerbout (zie B 5)
isolatieband
Leveringsomvang
Nr. Aantal Aanduiding
11 Bedieningsgedeelte
21 Stekerhuis
Montage
Bij de demontage en montage van de bekleding van de stuurkolom moeten de
voorschriften van de fabrikant in acht worden genomen.
Kies voor de montage een geschikte plaats, met de volgende eigenschappen:
– Gemakkelijk te bedienen, zonder van zitpositie te veranderen
– Monteer het apparaat niet in de bewegingsruimte voor de hoofden van de inzittenden of
die voor de airbag van bestuurder of bijrijder.
– De afstand tussen de bekleding van de stuurkolom en de daaronder gelegen delen
moet 14 mm bedragen.
Demonteer de bekleding van de stuurkolom en boor een gat met een doorsnede van 8,5
mm. Schroef de bedieningshendel MS-BE4 aan de bekleding van de stuurkolom vast
(zie D 1). Door de hoekmeter te verdraaien (W, zie D 1) kan de hoek van de
bedieningshendel van de MS-BE4 worden veranderd. Let erop dat de verbindingskabel
van de bedieningshendel niet met beweegbare delen aan het stuur in contact kan komen.
Steek de aansluitkabel in de 8-polige connector (zie D 2). Let erop dat de kleuren van
de draden met de kleuren van de draden uit de contrastekker (zie D 2) overeenkomen.
Steek de gemonteerde 8-polige connector (zie D 2) van de bedieningshendel op de
8-polige contrastekker van de kabelset van de cruise control. Herplaats en monteer de
bekleding van de stuurkolom.
MS-be4 24/06/03 15:24 Page 37
38
38
SET-knop
SET-knop (zie E)
Na het inschakelen van de cruise control met de AAN/UIT-knop (de status-LED in de
AAN-/UIT-schakelaar licht groen op) kan de actuele snelheid door het indrukken van de
SET-knop worden overgenomen (de status-LED licht oranje op).
Accelereren
Bij geactiveerde cruise control (status-LED oranje) kan de voertuigsnelheid door het
ingedrukt houden van de SET-knop worden verhoogd. De snelheid wordt met ca. 2,5
km/u per seconde dat u de knop indrukt, verhoogd. Na het loslaten van de SET-knop
wordt de bereikte snelheid aangehouden.
Accelereren door aantippen
Per keer dat u de SET-knop aantipt, wordt de snelheid met ca. 1 km/u verhoogd.
RES-knop
RES-knop (zie F)
Na het inschakelen van de cruise control met de AAN/UIT-knop (de status-LED in de
AAN-/UIT-schakelaar licht groen op) kan de laatst gereden snelheid worden ingesteld. Is
geen snelheid opgeslagen, dan wordt de actueel gereden snelheid aangehouden.
Snelheid minderen Bij geactiveerde cruise control (status-LED oranje) kan de
voertuigsnelheid door het ingedrukt houden van de RES-knop worden verlaagd. De
snelheid wordt met ca. 2,5 km/u per seconde dat u de knop indrukt, verlaagd. Na het
loslaten van de RES-knop wordt de bereikte snelheid aangehouden.
Snelheid verlagen door aantippen Per keer dat u de RES-knop aantipt, wordt de snelheid
met ca. 1 km/u verlaagd.
MS-be4 24/06/03 15:24 Page 38
39
Diagnosemodus
De cruise control beschikt over een zelfdiagnose-modus. De zelfdiagnose-modus is in
drie gedeelten opgedeeld (A, B en C), voor het testen van alle elementen en functies van
de cruise control. Voordat u de zelfdiagnose start, moet u nogmaals alle
kabelverbindingen op correcte aansluiting controleren. Zet de handversnelling in de
vrijloop, dan wel de automatische versnelling in de parkeerstand, en trek de handrem aan.
Voor het starten van de diagnosefunctie met akoestische weergave schakelt u bij
ingedrukte SET-knop het contact IN. Bij ingeschakeld contact en ingedrukte SET-knop
hoort u een akoestisch bevestigingssignaal, zolang u de SET-knop ingedrukt houdt.
Mocht u binnen een seconde nadat u de SET-knop hebt losgelaten nóg een akoestisch
signaal horen, dan is er een stuuringang geschakeld, bijvoorbeeld de
koppelingsschakelaar. Controleer opnieuw de kabelverbindingen.
Diagnosemodus A
Controle van de elektronische onderdelen en van de elektrische aansluitingen
De LED in de elektronicamodule en de geïntegreerde zoemer geven parallel de correcte
functies van de elektrische bedrading en van de componenten weer. Bij een controle
achteraf van de componenten is het niet dringend noodzakelijk, de besturingsapparatuur
vrij te leggen, omdat de akoestische signalen parallel met de optische signalen optreden.
Via de LED resp. de zoemer worden het gebruikmaken van resp. het beschikbaar zijn van
de volgende signalen bevestigd:
SET-knop RES-knop
Rem
Koppelingsschakelaar
Snelheidssignaal in de leermodus
Toerental-signaal in de leermodus
Het akoestische en het optische signaal worden maximaal per ingang 10 seconden lang
voortgebracht, om er zeker van te zijn dat verdere meldingen niet worden onderdrukt.
Mocht
tijdens het bedienen van één van bovengenoemde functies geen akoestisch resp. optisch
signaal optreden, controleer dan de elektrische bedrading.
MS-be4 24/06/03 15:24 Page 39
40
40
Diagnosemodus
Diagnosemodus B
Na het succesvol afsluiten van TEST A kan verdergegaan worden met TEST B. In deze
diagnosemodus kunt u de functie van de servo testen. Zet de handversnelling in de
vrijloop, dan wel de automatische versnelling in de parkeerstand, en trek de handrem aan.
Start de motor terwijl u de SET-knop ingedrukt houdt. Wanneer de motor loopt, de SET-
knop weer loslaten. Schakel nu de cruise control in met de ON/OFF-knop. De LED in de
besturingsapparatuur licht op. Druk de SET-knop in en houdt deze ingedrukt. Het
motortoerental moet langzaam groter worden (let op: laat het toerental niet te hoog
oplopen). Druk de RES-knop in en houdt deze ingedrukt. Het motortoerental moet
langzaam afnemen. Door het indrukken van de rem of de koppeling, ofwel door het
indrukken van de ON/OFF-schakelaar, moet het motortoerental weer afnemen tot
stationair niveau.
Zet het contact af om de diagnosemodus te verlaten.
Diagnosemodus C
Diagnosemodus C wordt gebruikt om het snelheidssignaal resp. het toerental-signaal te
testen. Start de motor terwijl u de SET-knop ingedrukt houdt. Wanneer de motor loopt, de
SET-knop weer loslaten. Breng de snelheid van uw auto op ca. 50 km/u. Schakel de
cruise control in met de ON/OFF-knop op het bedieningsgedeelte. De LED in de
besturingsapparatuur moet nu ca. één keer per seconde knipperen en er moet ca.
eenmaal per seconde een akoestisch signaal te horen zijn. Is dit niet het geval, voer dan
het instellings- en leerprogramma uit. Schakel bij stilstaand voertuig het contact uit om de
diagnosemodus te verlaten.
Opmerking: De diagnosemodi dienen voor het testen van alle
componenten en functies van de cruise control. De cruise control maakt
gebruik van een intern opgewekt referentiesignaal om de servo in
diagnosemodus B te testen. In het geval de cruise control ook na
succesvol voltooien van TEST B niet correct in functie te brengen is, is het
probleem meestal gelegen in de registratie van het snelheidssignaal.
MS-be4 24/06/03 15:24 Page 40

Documenttranscriptie

titelseite_neu_a5_01.fm Seite 1 Mittwoch, 19. Oktober 2005 3:51 15 MagicSpeed Accessory D GB E F I 5 Lenksäulen-Bedienhebel für Geschwindigkeitsregler Montage- und Bedienungsanleitung 11 Steering column operating lever for cruise control Installation and Operating Manual 17 Elemento de mando de la columna de dirección del regulador de velocidad Instructions de montage et de service 23 Commodo pour régulateur de vitesse Instrucciones de montaje y d’uso 29 Elemento di comando a leva per regolatore di velocità Istruzioni di montaggio e d’uso NL DK S 35 Stuurkolom-bedieningselement voor cruise control Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing 41 Ratstamme-betjeningselement til fartpilot Monterings- og betjeningsvejledning 47 Rattbetjäningselement för hastighetsregulator Monterings- och bruksanvisning N 53 Rattstamme-betjeningsdel for hastighetskontrol Monterings- og bruksanvisning FIN 59 Ohjauspilariin kiinnitettävä vakionopeudensäätimen käyttökytkin Asennus- ja käyttöohje MS-be4 24/06/03 15:24 Page 35 Leest u deze gebruikshandleiding, voordat u de apparatuur installeert. Inhoud Afbeeldingen bij de montagehandleiding..............................................................................2 Inhoudsopgave....................................................................................................................35 Aanwijzingen voor het gebruik van de montagehandleiding ..............................................35 Veiligheids- en montageaanwijzingen .................................................................................36 Benodigd gereedschap .......................................................................................................37 Leveringsomvang ................................................................................................................37 Montage .............................................................................................................................37 SET-knop .............................................................................................................................38 RES-knop ............................................................................................................................38 Diagnosemodus ..................................................................................................................39 Aanwijzingen voor het gebruik van de montagehandleiding Waarschuwing! Veiligheidsinstructie! Veronachtzaming kan tot schade aan personen en materialen leiden. Let op! Veiligheidsinstructie! Veronachtzaming leidt tot materiële schade en heeft een negatieve invloed op het functioneren van cruise control MS-400/MS-700. ◆ De ruit staat voor montagestappen die u uit moet voeren. Om de montage probleemloos te laten verlopen, deze montage- en bedieningshandleiding voor het begin van de montage doorlezen. Mocht de handleiding niet op al uw vragen antwoord geven of mochten sommige montagestappen u niet duidelijk zijn, leg uw vraag dan beslist voor aan onze technische dienst. Waeco Benelux B.V. NL-4700 BL Roosendaal Postbus 1461 Ettenseweg 60 phone: +31-1 65/58 67 00 · +31-1 65/55 55 52 Internet: http://www.waeco.com 35 MS-be4 24/06/03 15:24 Page 36 Veiligheids- en montageaanwijzingen Waarschuwing! Ondeugdelijke kabelverbindingen kunnen tot gevolg hebben, dat door kortsluiting: • kabelbrand ontstaat • de airbag wordt geactiveerd • elektronische besturingsonderdelen beschadigd raken • elektrische functies (knipperlicht, remlicht, claxon, contact, verlichting) uitvallen Neem daarom de volgende aanwijzingen in acht: De veiligste manier van verbinden is die waarbij de kabeluiteinden aan elkaar worden gesoldeerd en daarna worden geïsoleerd. Gebruik bij verbindingen die weer losgemaakt moeten kunnen worden alleen geïsoleerde kabelschoenen, stekers en vlakstekerhulzen. Geen lusterklemmen gebruiken. Voor het verbinden van kabels met kabelschoenen, stekers en vlakstekerhulzen een krimptang gebruiken. Bij kabelaansluitingen aan 31 (massa): de kabel met kabelschoen en getande borgring aan een voertuigeigen massaschroef vastmaken of met kabelschoen, plaatschroef en getande borgring aan de carrosseriebeplating vastschroeven. Let op goede massaverbindingen! Waarschuwing! Vanwege kortsluitingsgevaar vóór werkzaamheden aan de elektrische bedrading van het voertuig altijd de klem van de minpool van de accu losmaken. Bij voertuigen met extra accu ook daar de klem van de minpool losmaken. Let op! Bij het losmaken van de klem van de minpool van de accu gaan alle gegevens in de vluchtige opslagmedia van de comfortelektronica verloren. De volgende gegevens moeten, afhankelijk van de uitrusting van het voertuig, opnieuw worden ingegeven: radiocode · voertuigklok · tijdschakelklok · boordcomputer · zitpositie Aanwijzingen voor de instelling hiervan kunt u in de desbetreffende gebruikshandleiding nalezen. Waarschuwing! De in het voertuig gemonteerde delen van het aan de stuurkolom te monteren bedieningselementen voor cruise control MS-BE4 moeten zo bevestigd worden, dat deze onder geen enkele omstandigheid (sterk afremmen, verkeersongeluk) los kunnen raken en dan tot verwonding van de inzittenden kunnen leiden. Let op! Voor het controleren van de spanning in elektrische bedrading mag alleen een LED-testlamp (zie ✎ A 1) of een voltmeter (zie ✎ A 2) worden gebruikt. Testlampen (zie ✎ A 3) met een gloeilichaam nemen te hoge elektrische stromen op, waardoor de voertuigelektronica beschadigd kan raken. Let op! Om schade te voorkomen dient op voldoende vrije ruimte voor het doorschieten van de boor (zie ✎ A 4) te worden gelet. Ieder boorgat afbramen en met roestbeschermingsmiddel behandelen. 36 MS-be4 24/06/03 15:24 Page 37 Benodigd gereedschap Voor inbouw en montage hebt u nodig: – meetlat (zie ✎ B 1) – centerpons (zie ✎ B 2) – schroevendraaier (zie ✎ B 3) – boren (zie ✎ B 7) – boormachine (zie ✎ B 8) Voor de elektrische aansluiting en de controle hebt u nodig: – LED-testlamp (zie ✎ A 1) – soldeertin (zie ✎ B 4) of een voltmeter (zie ✎ B 6) – soldeerbout (zie ✎ B 5) – isolatieband Leveringsomvang Nr. 1 2 Aantal 1 1 Aanduiding Bedieningsgedeelte Stekerhuis Montage Bij de demontage en montage van de bekleding van de stuurkolom moeten de voorschriften van de fabrikant in acht worden genomen. Kies voor de montage een geschikte plaats, met de volgende eigenschappen: – Gemakkelijk te bedienen, zonder van zitpositie te veranderen – Monteer het apparaat niet in de bewegingsruimte voor de hoofden van de inzittenden of die voor de airbag van bestuurder of bijrijder. – De afstand tussen de bekleding van de stuurkolom en de daaronder gelegen delen moet 14 mm bedragen. Demonteer de bekleding van de stuurkolom en boor een gat met een doorsnede van 8,5 mm. Schroef de bedieningshendel MS-BE4 aan de bekleding van de stuurkolom vast (zie ✎ D 1). Door de hoekmeter te verdraaien (W, zie ✎ D 1) kan de hoek van de bedieningshendel van de MS-BE4 worden veranderd. Let erop dat de verbindingskabel van de bedieningshendel niet met beweegbare delen aan het stuur in contact kan komen. Steek de aansluitkabel in de 8-polige connector (zie ✎ D 2). Let erop dat de kleuren van de draden met de kleuren van de draden uit de contrastekker (zie ✎ D 2) overeenkomen. Steek de gemonteerde 8-polige connector (zie ✎ D 2) van de bedieningshendel op de 8-polige contrastekker van de kabelset van de cruise control. Herplaats en monteer de bekleding van de stuurkolom. 37 MS-be4 24/06/03 15:24 Page 38 SET-knop SET-knop (zie ✎E) Na het inschakelen van de cruise control met de AAN/UIT-knop (de status-LED in de AAN-/UIT-schakelaar licht groen op) kan de actuele snelheid door het indrukken van de SET-knop worden overgenomen (de status-LED licht oranje op). Accelereren Bij geactiveerde cruise control (status-LED oranje) kan de voertuigsnelheid door het ingedrukt houden van de SET-knop worden verhoogd. De snelheid wordt met ca. 2,5 km/u per seconde dat u de knop indrukt, verhoogd. Na het loslaten van de SET-knop wordt de bereikte snelheid aangehouden. Accelereren door aantippen Per keer dat u de SET-knop aantipt, wordt de snelheid met ca. 1 km/u verhoogd. RES-knop RES-knop (zie ✎F) Na het inschakelen van de cruise control met de AAN/UIT-knop (de status-LED in de AAN-/UIT-schakelaar licht groen op) kan de laatst gereden snelheid worden ingesteld. Is geen snelheid opgeslagen, dan wordt de actueel gereden snelheid aangehouden. Snelheid minderen Bij geactiveerde cruise control (status-LED oranje) kan de voertuigsnelheid door het ingedrukt houden van de RES-knop worden verlaagd. De snelheid wordt met ca. 2,5 km/u per seconde dat u de knop indrukt, verlaagd. Na het loslaten van de RES-knop wordt de bereikte snelheid aangehouden. Snelheid verlagen door aantippen Per keer dat u de RES-knop aantipt, wordt de snelheid met ca. 1 km/u verlaagd. 38 MS-be4 24/06/03 15:24 Page 39 Diagnosemodus De cruise control beschikt over een zelfdiagnose-modus. De zelfdiagnose-modus is in drie gedeelten opgedeeld (A, B en C), voor het testen van alle elementen en functies van de cruise control. Voordat u de zelfdiagnose start, moet u nogmaals alle kabelverbindingen op correcte aansluiting controleren. Zet de handversnelling in de vrijloop, dan wel de automatische versnelling in de parkeerstand, en trek de handrem aan. Voor het starten van de diagnosefunctie met akoestische weergave schakelt u bij ingedrukte SET-knop het contact IN. Bij ingeschakeld contact en ingedrukte SET-knop hoort u een akoestisch bevestigingssignaal, zolang u de SET-knop ingedrukt houdt. Mocht u binnen een seconde nadat u de SET-knop hebt losgelaten nóg een akoestisch signaal horen, dan is er een stuuringang geschakeld, bijvoorbeeld de koppelingsschakelaar. Controleer opnieuw de kabelverbindingen. Diagnosemodus A Controle van de elektronische onderdelen en van de elektrische aansluitingen De LED in de elektronicamodule en de geïntegreerde zoemer geven parallel de correcte functies van de elektrische bedrading en van de componenten weer. Bij een controle achteraf van de componenten is het niet dringend noodzakelijk, de besturingsapparatuur vrij te leggen, omdat de akoestische signalen parallel met de optische signalen optreden. Via de LED resp. de zoemer worden het gebruikmaken van resp. het beschikbaar zijn van de volgende signalen bevestigd: SET-knop RES-knop Rem Koppelingsschakelaar Snelheidssignaal in de leermodus Toerental-signaal in de leermodus Het akoestische en het optische signaal worden maximaal per ingang 10 seconden lang voortgebracht, om er zeker van te zijn dat verdere meldingen niet worden onderdrukt. Mocht tijdens het bedienen van één van bovengenoemde functies geen akoestisch resp. optisch signaal optreden, controleer dan de elektrische bedrading. 39 MS-be4 24/06/03 15:24 Page 40 Diagnosemodus Diagnosemodus B Na het succesvol afsluiten van TEST A kan verdergegaan worden met TEST B. In deze diagnosemodus kunt u de functie van de servo testen. Zet de handversnelling in de vrijloop, dan wel de automatische versnelling in de parkeerstand, en trek de handrem aan. Start de motor terwijl u de SET-knop ingedrukt houdt. Wanneer de motor loopt, de SETknop weer loslaten. Schakel nu de cruise control in met de ON/OFF-knop. De LED in de besturingsapparatuur licht op. Druk de SET-knop in en houdt deze ingedrukt. Het motortoerental moet langzaam groter worden (let op: laat het toerental niet te hoog oplopen). Druk de RES-knop in en houdt deze ingedrukt. Het motortoerental moet langzaam afnemen. Door het indrukken van de rem of de koppeling, ofwel door het indrukken van de ON/OFF-schakelaar, moet het motortoerental weer afnemen tot stationair niveau. Zet het contact af om de diagnosemodus te verlaten. Diagnosemodus C Diagnosemodus C wordt gebruikt om het snelheidssignaal resp. het toerental-signaal te testen. Start de motor terwijl u de SET-knop ingedrukt houdt. Wanneer de motor loopt, de SET-knop weer loslaten. Breng de snelheid van uw auto op ca. 50 km/u. Schakel de cruise control in met de ON/OFF-knop op het bedieningsgedeelte. De LED in de besturingsapparatuur moet nu ca. één keer per seconde knipperen en er moet ca. eenmaal per seconde een akoestisch signaal te horen zijn. Is dit niet het geval, voer dan het instellings- en leerprogramma uit. Schakel bij stilstaand voertuig het contact uit om de diagnosemodus te verlaten. Opmerking: De diagnosemodi dienen voor het testen van alle componenten en functies van de cruise control. De cruise control maakt gebruik van een intern opgewekt referentiesignaal om de servo in diagnosemodus B te testen. In het geval de cruise control ook na succesvol voltooien van TEST B niet correct in functie te brengen is, is het probleem meestal gelegen in de registratie van het snelheidssignaal. 40
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68

Dometic MagicSpeed MS-BE4 Handleiding

Type
Handleiding