36
Veiligheids- en montageaanwijzingen
Waarschuwing! Ondeugdelijke kabelverbindingen kunnen tot gevolg hebben,
dat door kortsluiting:
• kabelbrand ontstaat
• de airbag wordt geactiveerd
• elektronische besturingsonderdelen beschadigd raken
• elektrische functies (knipperlicht, remlicht, claxon, contact, verlichting)
uitvallen
Neem daarom de volgende aanwijzingen in acht:
De veiligste manier van verbinden is die waarbij de kabeluiteinden aan elkaar worden
gesoldeerd en daarna worden geïsoleerd.
Gebruik bij verbindingen die weer losgemaakt moeten kunnen worden alleen geïsoleerde
kabelschoenen, stekers en vlakstekerhulzen. Geen lusterklemmen gebruiken.
Voor het verbinden van kabels met kabelschoenen, stekers en vlakstekerhulzen een
krimptang gebruiken.
Bij kabelaansluitingen aan 31 (massa):
de kabel met kabelschoen en getande borgring aan een voertuigeigen massaschroef
vastmaken of met kabelschoen, plaatschroef en getande borgring aan de
carrosseriebeplating vastschroeven. Let op goede massaverbindingen!
Waarschuwing! Vanwege kortsluitingsgevaar vóór werkzaamheden aan de
elektrische bedrading van het voertuig altijd de klem van de minpool van de
accu losmaken.
Bij voertuigen met extra accu ook daar de klem van de minpool losmaken.
Let op! Bij het losmaken van de klem van de minpool van de accu gaan alle
gegevens in de vluchtige opslagmedia van de comfortelektronica verloren.
De volgende gegevens moeten, afhankelijk van de uitrusting van het voertuig, opnieuw
worden ingegeven:
radiocode · voertuigklok · tijdschakelklok · boordcomputer · zitpositie
Aanwijzingen voor de instelling hiervan kunt u in de desbetreffende gebruikshandleiding
nalezen.
Waarschuwing! De in het voertuig gemonteerde delen van het aan de
stuurkolom te monteren bedieningselementen voor cruise control MS-BE4
moeten zo bevestigd worden, dat deze onder geen enkele omstandigheid (sterk
afremmen, verkeersongeluk) los kunnen raken en dan tot verwonding van de
inzittenden kunnen leiden.
Let op! Voor het controleren van de spanning in elektrische bedrading mag
alleen een LED-testlamp (zie ✎ A 1) of een voltmeter (zie ✎ A 2) worden
gebruikt. Testlampen (zie ✎ A 3) met een gloeilichaam nemen te hoge
elektrische stromen op, waardoor de voertuigelektronica beschadigd kan raken.
Let op! Om schade te voorkomen dient op voldoende vrije ruimte voor het
doorschieten van de boor (zie ✎ A 4) te worden gelet. Ieder boorgat afbramen
en met roestbeschermingsmiddel behandelen.